Samenvatting van de productkenmerken
Samenvatting van de productkenmerken 1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Moclobemide Sandoz 150 mg
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén filmomhulde tablet bevat 150 mg moclobemide. Hulpstoffen: Moclobemide Sandoz 150 mg: 179 mg lactose / filmomhulde tablet Voor een volledige lijst van de hulpstoffen zie: 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM Filmomhulde tablet Beige, ovale filmomhulde tabletten met een gleuf aan beide zijden. De tablet kan in twee gelijke delen verdeeld worden.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1. Therapeutische indicaties Moclobemide Sandoz is geïndiceerd voor de behandeling van zware depressie. 4.2. Dosering en wijze van toediening Volwassenen: De aanbevolen aanvangsdosis is 300 mg over verschillende doses, na een maaltijd in te nemen. De tabletten moeten oraal ingenomen worden met een glas vloeistof. Zo nodig kan de dosis verhoogd worden tot 600 mg per dag. De dosis mag niet verhoogd worden tijdens de eerste week van de behandeling aangezien, de biobeschikbaarheid van moclobemide gedurende deze periode blijft stijgen. Het klinische effect kan pas na 1 tot 3 weken tot uiting komen. De dosering kan afhankelijk van het effect individueel verlaagd worden tot 150 mg per dag. Behandelingsduur: Om de werkzaamheid van de behandeling te kunnen beoordelen, moet deze ten minste 4 tot 6 weken volgehouden worden. De behandeling moet volgehouden worden tot de symptomen verdwenen zijn over een periode van 4 tot 6 maanden. De dosering kan dan geleidelijk verminderd worden. Bij behandelingen met antidepressiva, vooral met monamineoxydase-inhibitoren, moet de dosis geleidelijk verlaagd worden om ontwenningssymptomen te beperken. Bejaarde patiënten: De dosering hoeft niet speciaal aangepast te worden.
p. 1 / 9
Samenvatting van de productkenmerken
Kinderen en adolescenten onder de 18 jaar: Wegens het gebrek aan klinische gegevens wordt moclobemide niet aanbevolen voor kinderen en adolescenten onder de 18 jaar. Patiënten met nier- of leverinsufficiëntie: De dosering hoeft niet speciaal aangepast te worden voor patiënten met nierinsufficiëntie. In geval van leverinsufficiëntie moet de dosering verlaagd worden tot de helft of een derde van de aanbevolen dosis. 4.3. Contra-indicaties -
overgevoeligheid voor moclobemide of voor de hulpstoffen. acute toestanden van verwarring. patiënten met feochromocytoom kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar. Gelijktijdige behandeling met selegiline of een inhibitor van de heropname van 5-HT of een ander antidepressivum (ook tricyclische antidepressiva). (Zie 4.5. ‘Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie’) - gelijktijdige toediening van dextromethorfan, pethidine, tramadol of triptanen. (Zie 4.5. ‘Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie’)
4.4. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Zelfmoord/zelfmoordgedachten of klinische verergering Depressie gaat gepaard met een hoger risico op zelfmoordgedachten, zelfverwonding en zelfmoord (aan zelfmoord gerelateerde evenementen). Dat risico persisteert tot er een significante remissie optreedt. Aangezien het enkele weken kan duren voordat er een verbetering intreedt, moeten de patiënten van dichtbij worden gemonitord tot er een verbetering wordt gezien. Het is een algemene klinische ervaring met alle antidepressieve behandelingen dat het risico op zelfmoord kan toenemen in de eerste stadia van herstel. Patiënten met een voorgeschiedenis van aan zelfmoord gerelateerde evenementen en patiënten met significante zelfmoordgedachten voor de start van de behandeling lopen een hoger risico op zelfmoordgedachten of zelfmoordpogingen en moeten zorgvuldig worden gemonitord tijdens de behandeling. Een meta-analyse van placebogecontroleerde klinische studies van antidepressiva bij volwassen patiënten met psychiatrische stoornissen wijst op een hoger risico op zelfmoordgedrag met antidepressiva dan met een placebo bij patiënten jonger dan 25 jaar. Een nauwgezette supervisie van de patiënten en vooral van hoogrisicopatiënten is geïndiceerd tijdens de behandeling, vooral in het begin van de behandeling en na aanpassing van de dosering. Patiënten (en de hulpverleners van de patiënten) moeten weten dat ze moeten worden gemonitord op een klinische verergering, zelfmoordgedrag of -gedachten en ongewone gedragsveranderingen en dat ze onmiddellijk medisch advies moeten vragen als die symptomen optreden.
p. 2 / 9
Samenvatting van de productkenmerken
Depressieve patiënten met excitatie of agitatie als belangrijkste dominante klinische symptomen mogen niet behandeld worden met moclobemide, of alleen samen met een sedativum gedurende maximum 2 tot 3 weken. In geval van behandeling van een depressieve fase bij een bipolaire aandoening kan er een maniakale fase optreden. In dit geval moet de behandeling met moclobemide gestaakt worden. Patiënten met schizofrenie of schizoaffectieve aandoeningen moeten niet behandeld worden met moclobemide zonder gelijktijdige behandeling met een neurolepticum. Aangezien sommige patiënten bijzonder gevoelig kunnen zijn voor tyramine, is het raadzaam voor alle patiënten om voedsel met veel tyramine te vermijden (bv. oude kazen en rode wijn). Gelijktijdig gebruik van alcohol met moclobemide moet vermeden worden, net als voor alle behandelingen met psychotropica. Patiënten met hypertensie moeten nauwlettend gevolgd worden tijdens de behandeling met moclobemide. Uit theoretische farmacologische beschouwingen wordt afgeleid dat MAOinhibitoren een hypertensiereactie teweeg kunnen brengen bij patiënten met thyrotoxicose. Bij gebrek aan ervaring met moclobemide bij patiënten van deze groep, is voorzichtigheid geboden bij het voorschrijven van moclobemide. De patiënten moeten ervan op de hoogte gebracht worden dat ze de gelijktijdige inname moeten vermijden van sympathicomimetica zoals efedrine, pseudoefedrine en fenylpropanolamine (bevinden zich in tal van hoestmiddelen). De patiënten moeten ervan op de hoogte gebracht worden dat ze, in geval van heelkundige ingreep, anesthesisten moeten waarschuwen dat ze dit geneesmiddel innemen. Voorzichtigheid is geboden in geval van gelijktijdige inname van stoffen die serotonine doen stijgen om het risico van serotoninesyndroom te vermijden. Dit is speciaal het geval bij clomipramine, selectieve inhibitoren van de heropname van serotonine (5-HT) (SSRI), antidepressiva of amfetamines (zie 4.5. Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie). Er is een ontwenningsperiode nodig tussen een behandeling met SSRI en moclobemide. (zie 4.5. Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie). Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een congenitaal lang QT syndroom of met een verleden van hartstoornissen. (inclusief geleidingstoornis, aritmie). Gelijktijdig toedienen van geneesmiddelen met het oog op verlenging van het QT-interval moet vermeden worden.
p. 3 / 9
Samenvatting van de productkenmerken
Moclobemide Sandoz 150 mg bevat lactose en mag daarom niet toegediend worden aan patiënten met galactosemie, gebrek aan Lapp-lactase of met verminderde absorptie van glucose-galactose. In geval van leverinsufficiëntie moet de dosis verlaagd worden (zie 4.2. Posologie en toedieningswijze). 4.5. Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Moclobemide potentieert de effecten van opiaten zoals pethidine, dextromethorfan en tramadol (zie 4.3. Contra-indicaties). De associatie van moclobemide met deze opiaten is tegenaangewezen omdat er een risico bestaat van de ontwikkeling van serotoninesyndroom. Er werden geïsoleerde gevallen gemeld van serotoninesyndroom geassocieerd met ernstige stoornissen van het centrale zenuwstelsel na gelijktijdige toediening van moclobemide met dextromethorfan. Geneesmiddelen tegen hoest en verkoudheid kunnen dextromethorfan bevatten, deze geneesmiddelen mogen dus niet ingenomen worden zonder een arts te raadplegen. Er moet dan een geneesmiddel toegediend worden dat geen dextromethorfan bevat. Morfine, fentanyl en codeïne moeten voorzichtig gebruikt worden. Het kan zijn dat de dosis aangepast moet worden voor deze actieve stoffen. De gelijktijdige toediening van een triptan (behalve naratriptan) en van moclobemide is tegenaangewezen vanwege het risico van hypertensie of coronaire spasmen die het gevolg zijn van serotoninergische effecten (zie 4.3. Contra-indicaties). Cimetidine vertraagt het metabolisme van moclobemide. Het is dus raadzaam de dosis moclobemide te verminderen tot de helft of een derde van de aanbevolen dosering bij patiënten die cimetidine krijgen. Moclobemide is niet aanbevolen samen met de tricyclische antidepressiva (vooral clomipramine) of selectieve inhibitoren van de heropname van serotonine (SSRI) (zoals fluoxetine en fluvoxamine). Een dergelijke combinatie kan het serotoninesyndroom opwekken met eventueel de dood tot gevolg. De symptomen zijn: hyperthermie, verwardheid, stijfheid, irriteerbaarheid, tachycardie, bloeddrukverhoging en beven. (zie 4.3. Contra-indicaties en 4.4. Bijzondere gebruiksvoorzorgen). Een ontwenningsperiode is aanbevolen bij de overgang van een ander antidepressivum naar moclobemide. De duur van de ontwenning hangt af van de halfwaardetijd van het antidepressivum. Omdat de halfwaardetijd van SSRI over het algemeen lang is, moet er een ontwenningsperiode gelijk aan 4-5 keer de halfwaardetijd van de actieve stof of actieve metabolieten in acht genomen worden voor het begin van de behandeling met moclobemide. De aanvangsdosis van moclobemide zou de eerste week niet hoger mogen zijn dan 300 mg per dag. De behandelingen met tricyclische antidepressiva, MAO-inhibitoren of andere antidepressiva kunnen daarentegen opgestart worden zonder ontwenningsperiode, op voorwaarde dat de patiënt onder medisch toezicht staat. Als er een serotoninesyndroom optreedt, moet de patiënt nauwlettend gevolgd worden door een arts (en zo
p. 4 / 9
Samenvatting van de productkenmerken
nodig in het ziekenhuis opgenomen worden) en er moet een geschikte behandeling toegediend worden. Het kan zijn dat het farmacologische effect van sympathicomimetica (adrenaline en noradrenaline) langs algemene weg toegediend gepotentieerd en verlengd wordt tijdens een gelijktijdige behandeling met moclobemide. Het kan daarom zijn dat de dosis voor deze stoffen aangepast moet worden. Moclobemide mag niet samen met selegiline toegediend worden (zie 4.3. Contra-indicaties). Er is tot op heden nog geen ervaring met de gelijktijdige toediening van moclobemide met buspiron bij de mens. Het is echter niet raadzaam moclobemide en buspiron gelijktijdig toe te dienen vanwege de gevallen van aanvallen van hypertensie die gemeld werden bij de gelijktijdige toediening van andere MAO-inhibitoren en buspiron. Combinatie met Sint-Janskruid (Hypericum) kan het risico van ontwikkeling van serotoninesyndroom verhogen. Er moeten dus regelmatige controles uitgevoerd worden bij combinatie met moclobemide. Het gelijktijdig gebruik met andere geneesmiddelen met een gekend verlend QTinterval als gevolg moet vermeden worden. Moclobemide mag niet gegeven worden samen met klasse Ia en klasse III anti-aritmie-geneesmiddelen, cisapride, macrolide antibiotica, anti-histaminica en medicinale producten met gekende hypokaliëmie. (vb. sommige diuretica) of die de leverdegradatie van moclobemide kunnen inhiberen (vb. cimetidine, fluoxetine).
4.6. Zwangerschap en borstvoeding Er zijn geen adequate gegevens over het gebruik van moclobemide bij zwangere vrouwen. De resultaten van dierenstudies hebben geen foetotoxiciteit aangetoond, maar men dient voorzichtig te blijven bij het voorschrijven van moclobemide aan zwangere vrouwen. Moclobemide wordt in kleine hoeveelheden uitgescheiden in de moedermelk (ongeveer 1/30e van de dosis voor volwassenen, na omrekening voor het lichaamsgewicht). Het is dus over het algemeen raadzaam de therapeutische voordelen af te wegen tegen het mogelijke risico alvorens moclobemide tijdens de periode van borstvoeding voor te schrijven. 4.7. Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Het effect op het vermogen voertuigen te besturen en machines te bedienen werd niet bestudeerd. Op basis van het profiel van de ongewenste bijwerkingen van moclobemide, is er geen reden om een te verwachten dat de prestaties die de volle aandacht vergen zouden verminderen (zoals het besturen van voertuigen).
p. 5 / 9
Samenvatting van de productkenmerken
De reactie van de patiënt moet in het begin van de behandeling gecontroleerd worden. 4.8. Bijwerkingen De ongewenste bijwerkingen treden vooral op tijdens de eerste weken van de behandeling. Ze verminderen vervolgens naarmate de depressieve toestand van de patiënt verbetert. Dit is in het bijzonder het geval voor bepaalde bijwerkingen die te maken hebben met de aard van de depressieve aandoening zoals angstgevoelens, agitatie of irritatie en gemoedsveranderingen met manie of wanen of delirium. Frequentie in overeenstemming met MedDRA Zeer vaak (> 1/10), vaak (> 1/100 tot < 1/10), Soms (> 1/1000 tot< 1/100), Zelden (> 1/10000 tot < 1/1000); Zeer zelden (< 1/10000), niet gekend (kan niet geschat worden op basis van de beschikbare gegevens). Hartaandoeningen: Moclobemide kan de oorzaak zijn van een verlenging van het QT interval. QTverlenging kan leiden tot een ‘torsade de pointes’-type ventriculaire aritmie. Bloed-en lymfestelselaandoeningen. Zeer zelden: oedeem Zenuwstelselaandoeningen: Vaak: hoofdpijn, slaapstoornissen, duizelingen. Zeer zelden: paresthesie. Oogaandoeningen: Zeer zelden: visusstoornissen. Maagdarmstelselaandoeningen: Vaak: misselijkheid en droge mond. Zeer zelden: gastro-intestinale stoornissen (bv. diarree, constipatie, braken) Huid-en onderhuidaandoeningen: Soms: huidreacties zoals uitslag, jeuk, urticaria en flush. Lever- en galaandoeningen: In klinische studies werden geïsoleerde gevallen gemeld van stijging van leverenzymen, maar zonder klinische uiting. Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen: Zeer zelden: galactorroe. Psychische stoornissen Soms: angstgevoelens, agitatie of prikkelbaarheid
p. 6 / 9
Samenvatting van de productkenmerken
Frequentie niet gekend: Er werden gevallen van zelfmoordgedachten en zelfmoordgedrag gerapporteerd tijdens of kort na stopzetting van de behandeling met moclobemide (zie rubriek 4.4). Verwardheid en rusteloosheid kan optreden, maar verdwijnt snel na het beëindigen van de behandeling.
4.9. Overdosering Tot op heden is de ervaring met overdosering bij de mens beperkt. Symptomen van agitatie, agressiviteit en gedragsveranderingen werden waargenomen. Alhoewel moclobemide alleen, ook in hoge dosis toegediend, zelden leidt tot dodelijke reacties, is dood door het nemen van moclobemide als enig geneesmiddel gerapporteerd. De behandeling van overdosis moet in de eerste plaats gericht zijn op het behoud van de vitale functies. Zoals bij andere antidepressiva kan een gemengde overdosering van moclobemide samen met andere stoffen (die bijvoorbeeld inwerken op het centrale zenuwstelsel) levensbedreigend zijn. Moclobemide verlengt de QT en de QT-intervallen bij overdosis, een 12-lead-ECG moet uitgevoerd worden bij een moclobemide overdosis. De patiënt moet dus in het ziekenhuis opgenomen worden en onderworpen worden aan een nauwlettende bewaking zodat er een geschikte behandeling ingesteld kan worden. 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1. Farmacodynamische eigenschappen Farmacotherapeutische groep: antidepressiva ATC-code: N 06 AG 02 Moclobemide is een antidepressivum dat inwerkt op de monoaminerge neurotransmitters in de hersenen door reversibele inhibitie van monoamineoxydase, voornamelijk van het type A (inhibitor van MAO-A). Het metabolisme van noradrenaline, dopamine en serotonine wordt daardoor verlaagd, waardoor de extracellulaire concentraties van deze neurotransmitters stijgen. 5.2. Farmacokinetische eigenschappen Na orale toediening wordt moclobemide volkomen geabsorbeerd in de portale bloedsomloop uit het maagdarmkanaal. Een firstpass-effect in de lever vermindert de fractie van de systemisch beschikbare dosis (biobeschikbaarheid F). Deze vermindering is sterker na één enkele dosis (F: 60%) dan na herhaaldelijke doses (F: 80 %). Vanwege de lipofiele eigenschappen wordt moclobemide in het lichaam verspreid met een distributievolume (Vss) van ongeveer 1.2 l/kg. De binding op serumproteïnen, voornamelijk albumine, is vrij zwak (50%). De plasmapiek wordt bereikt binnen een uur na de toediening. Na herhaaldelijke doses is de serumconcentratie van moclobemide hoger tijdens de eerste week van de behandeling, om daarna te stabiliseren. Als de dagelijkse
p. 7 / 9
Samenvatting van de productkenmerken
dosis verhoogd wordt, is plasmaconcentratie bij evenwicht hoger dan proportioneel verwacht. Moclobemide wordt bijna volledig gemetaboliseerd voor de uitscheiding. Minder dan 1% van een dosis wordt onveranderd uitgescheiden door de nieren. Het metabolisme bestaat voornamelijk uit oxydatiereacties in de morfolinefractie van de molecule. De gevormde metabolieten worden door de nieren uitgescheiden. De afbraakproducten met een farmacologische activiteit die tijdens studies in vitro of bij dieren waargenomen werden, worden bij de mens slechts in zeer lage concentraties aangetroffen. De plasmaklaring is ongeveer 20-50 l/uur en de eliminatiehalfwaardetijd is 1-4 u. Deze laatste waarden stijgen bij hogere doseringen vanwege de saturatie van het metabolisme. Ongeveer 2% van de Kaukasische en 15% van de Aziatische populatie vertonen een trager oxidatief levermetabolisme via het isoënzym 2C19 van cytochroom P450. De maximale plasmaconcentratie (Cmax) en de oppervlakte onder de concentratiekromme als functie van de tijd (AUC) is ongeveer 1,5 keer hoger bij het trage dan bij het snelle metabolisme bij dezelfde dosis moclobemide. 5.3. Gegevens uit preklinische veiligheidsonderzoek De preklinische gegevens verkregen tijdens conventionele farmacologische veiligheidsstudies, van de toxiciteit bij herhaaldelijke doses, de genotoxiciteit, de carcinogeniciteit en de toxiciteit voor de voortplanting wijzen niet op een gevaar voor de mens. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1. Lijst van hulpstoffen Copovidon, Lactose monohydraat, Magnesiumstearaat (ph. Eur), Maïszetmeel, Microkristalijn cellulose, Natrium glycolaatzetmeel (Type A) (Ph. Eur.) Colloïdaal watervrije silicium. Buitenlaag: Lactosemonohydraat, Hypromellose, Macrogol 4000, Titanium dioxide (E 171) Geel ijzeroxide.( E 172). 6.2. Gevallen van onverenigbaarheid Niet van toepassing. 6.3. Houdbaarheid 3 jaar 6.4. Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
p. 8 / 9
Samenvatting van de productkenmerken
Niet van toepassing. 6.5. Aard en inhoud van de verpakking PVC/Alu blisterverpakking 20, 28, 30, 50, 60, 84, 100 filmomhulde tabletten (ziekenhuisverpakkingen met 100 filmomhulde tabletten). 6.6. Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen Niet van toepassing. 7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Sandoz NV Telecom Gardens Medialaan 40 1800 Vilvoorde België
8.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN BE236013
9.
DATUM VAN DE EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING Eerste vergunning: 12/07/2001 Hernieuwing:
10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST 12/2008
p. 9 / 9