In ’t kort
Er is gekeken naar de fietsbereikbaarheid van economische kerngebieden. De volgende aspecten zijn meegenomen: snelheid, directheid, comfort, veiligheid, stallingen. ◆ Voorstel: uitwerking maatregelen per kerngebied: ◆ wachttijden en comfort; ◆ tangentiële verbindingen (alternatief voor auto) en ontbrekende schakels; fietsparkeervoorzieningen in voor- en natransport; ◆ ◆ gebruik OV-fiets; ◆ promotie fietsgebruik (o.a. mobiliteitsmanagement). ◆
2
Samenvatting aanvullende verkenning
Fiets
A. Inleiding De Pakketstudies richten zich op de economische kerngebieden en de grote woonlocaties. De aanvullende verkenning Fiets is vooral gericht op het woon-werk en woon-schoolverkeer. En de fiets als onderdeel van de ketenverplaatsing, als voor- en/ of natransport voor het OV en natransport voor de auto.
A.2. Kerngebieden In het onderzoek naar verbeteringsvoorstellen voor de fiets zijn er zeven economische kern gebieden gehanteerd. Utrecht Leidsche Rijn Centrum en Papendorp wordt in de pakkets tudie vooralsnog als één economisch kerngebied gezien, voor de fiets is dit echter niet logisch. Dit aangezien deze locaties voor de fiets redelijk ver van elkaar liggen en de A2 een grote barrière voor de fiets is. De gebieden vragen elk dus om heel andere verbindingen. De in het onderzoek fiets beschouwde economische kerngebieden zijn: ◆ Utrecht Centrum; ◆ Utrecht Uithof / Rijnsweerd; ◆ Utrecht Papendorp; ◆ Utrecht Leidsche Rijn Centrum; ◆ Utrecht Lage Weide; ◆ Amersfoort Centrum; ◆ Amersfoort Noord; ◆ Hilversum Mediapark.
A.1. Ambities Het totaal aantal verplaatsingen stijgt de komende jaren door uitbreiding van het aantal inwoners in de regio en door een verder groeiende behoefte aan mobiliteit (onder andere door meer activi teiten). De gemiddelde reisafstand per verplaatsing wordt ook steeds langer, voor deze verplaatsing is de fiets in veel gevallen minder interessant. Met het oog op onder andere deze ontwikkelingen is het minimale doel om het aandeel van de fiets in de modal-split te behouden en waar mogelijk te laten groeien. Het grootste gedeelte van de verplaatsingen waarvoor de fiets een keuze is, zijn de verplaatsingen van thuis naar het werk en andersom. Het woon-werkverkeer bestaat over het a lgemeen uit keuzereizigers. Zij maken de afweging tussen de diverse modaliteiten om hun verplaatsing mee af te leggen. De reiziger maakt deze keuze op basis van afstand, snelheid, comfort en veiligheid. Voor deze punten is gekeken waar verbeteringen kansrijk en zinvol zijn.
A.3. Onderzoek De resultaten zoals in deze samenvatting staan beschreven, komen voort uit onderzoek naar de omrijfactoren en de bereikbaarheid van het netwerk in “tijd”. Voor de aspecten waar geen feitelijk onderzoek mogelijk was in verband met beschikbare tijd zoals voor “comfort”, is gebruik gemaakt van de expertise van lokale ambtenaren.
1
samenvatting aanvullende verkenning fiets
B. Resultaten B.1. Netwerken In de volgende tabellen zijn fietsrelaties van/ naar de economische kerngebieden naar de omliggende gebieden en de fietsroutes daarheen beoordeeld. De beoordeling van de relatie is van belang om te bepalen welke verbindingen welke prioriteit moeten krijgen. Door de beoordeling van de netwerken wordt inzichtelijk op welke routes welke maatregelen getroffenen moeten worden om de route interessanter te maken. legenda tabellen
Aantal fietsers 0 t/m 500
Fietsafstand -
0 t/m 5 km
Aandeel fiets ++
0 - 20%
-
500 t/m 1000
o
5 t/m 8
+
20 - 35%
o
1000 t/m 2000
+
8 t/m 10
o
35-60%
+
10 t/m 12
-
60 - >
12 en >
--
2000 - >
++
B.1.a. Beoordeling relatie Het aantal fietsers per dag geeft aan of een fietsroute in huidige situatie al sterk gebruikt wordt zonder dat er extra maatregelen op de infra structuur getroffen worden. De fietsafstand geeft aan of de relatie tussen de twee gebieden wat betreft afstand een interessante optie is. Het aandeel van de fiets op de totale modal-split geeft aan of een bepaalde relatie al een sterke fietsrelatie heeft of niet. Op basis van de beoordeling zijn de fietsroutes bepaald die al tot de (hoofd)fietsroutes behoren of kansrijk zijn om een sterke functie voor de fietsnetwerk te vervullen. Deze zijn in het groen weergegeven. Hierbij moet de kantekening gemaakt worden dat er hier naar de kansrijkheid van de gehele relatie is gekeken. Het kan zijn dat een relatie niet kansrijk blijkt uit deze tabel, maar wel degelijk op deeltrajecten grote potentie heeft. Hier wordt later nader naar gekeken. B.1.b. Beoordeling netwerk De beoordeling van de kwaliteit van het fiets netwerk is uitgevoerd op basis van de kwaliteits eisen voor de wachttijden bij kruisingen, de directheid van het netwerk en comfort van de infrastructuur (zie D. Overige informatie). Per onderdeel is aangegeven of de route aan de gestelde eisen voldoet of niet.
2
++
samenvatting aanvullende verkenning fiets
Tabel 1
Utrecht Centrum Relatie
Beoordeling relatie Aantal fietsers per dag
Fiets afstand
Aandeel fiets op relatie
Beoordeling netwerk Kans rijkheid
Wacht tijden
Omrijfactor
Comfort
Breukelen
0
-
-
-
+
+
-
Bunnik
+
+
0
+
-
+
+
De Bilt
++
0
+
++
-
+
-
Houten
++
0
0
+
-
+
-
IJsselstein
0
-
-
-
-
-
+
Maarssen
+
0
0
0
-
+
-
Nieuwegein
++
0
0
+
-
-
-
Utrecht Uithof
++
++
+
++
-
-
-
Utrecht Lage Weide
++
++
+
++
-
+
-
Utrecht Papendorp
-
+
+
0
-
-
-
++
++
+
++
-
-
-
Utrecht Leidsche Rijn Utrecht Hooggraven - Lunetten
++
++
++
++
-
+
-
Utrecht Noord
++
++
+
++
-
-
-
Utrecht LR De Meern
++
++
0
++
-
-
-
-
--
-
--
+
+
-
++
-
0
+
-
+
-
Kans rijkheid
Wacht tijden
Vianen Zeist
Tabel 2
Utrecht Uithof Relatie
Breukelen Bunnik
Beoordeling relatie Fietsrelatie
Fiets afstand
Aandeel fiets op relatie
Beoordeling netwerk Omrijfactor
Comfort
-
--
-
--
-
+
+
++
++
++
++
+
+
+
De Bilt
++
+
+
++
-
+
+
Houten
++
+
+
++
-
-
-
0
--
-
--
-
-
-
IJsselstein Maarssen
0
-
-
-
-
+
-
Nieuwegein
0
-
-
-
-
-
-
++
++
+
++
-
-
-
-
-
0
-
-
+
-
Utrecht Papendorp
-
+
0
-
-
+
-
Utrecht Leidsche Rijn
+
0
0
0
-
+
-
Utrecht Hooggraven - Lunetten
++
++
+
++
+
-
-
Utrecht Noord
++
+
0
++
-
-
-
Utrecht Centrum Utrecht Lage Weide
Utrecht LR De Meern
0
0
-
0
-
-
-
Vianen
-
--
-
--
o
-
-
++
+
+
++
+
-
-
Zeist
3
samenvatting aanvullende verkenning fiets
Tabel 3
Utrecht Leidsche Rijn Relatie
Beoordeling relatie Fietsrelatie
Fietsafstand
Breukelen
-
--
Bunnik
-
-
Aandeel fiets op relatie
Beoordeling netwerk Kansrijkheid
Wachttijden
Omrijfactor
Comfort
-
--
+
-
-
-
--
-
+
-
De Bilt
-
--
-
--
-
+
-
Houten
-
--
-
--
+
-
-
IJsselstein
0
-
-
-
-
-
+
Maarssen
0
0
0
0
-
-
-
Nieuwegein
+
0
-
0
-
-
-
Utrecht Uithof
0
0
0
0
-
+
-
Utrecht Centrum
+
++
0
++
-
-
+
Utrecht Lage Weide
+
++
++
++
+
-
-
Utrecht Papendorp
+
++
+
++
+
-
+
Utrecht Hooggraven - Lunetten
0
+
+
+
-
-
-
Utrecht Noord
+
++
+
++
+
+
-
Utrecht LR De Meern Utrecht Zuid West
+
++
0
+
+
+
+
++
++
+
++
+
-
+
Vianen
-
--
-
--
+
+
-
Zeist
-
--
-
--
-
+
-
Aandeel fiets op relatie
Kansrijkheid
Wachttijden
Tabel 4
Utrecht Papendorp Relatie
Beoordeling relatie
Beoordeling netwerk
Fietsrelatie
Fietsafstand
Omrijfactor
Comfort
Breukelen
-
--
-
--
+
+
-
Bunnik
-
0
-
-
-
+
-
De Bilt
-
--
-
--
-
+
-
Houten
0
0
-
0
+
-
-
IJsselstein
0
0
-
0
-
-
+
Maarssen Nieuwegein Utrecht Uithof Utrecht Centrum
-
-
-
--
-
-
-
++
++
+
++
-
-
+
0
+
0
0
-
+
-
++
++
++
++
-
-
-
Utrecht Leidsche Rijn
+
++
+
++
+
-
-
Utrecht Hooggraven - Lunetten
0
++
+
++
+
-
+
Utrecht Noord
0
+
+
+
-
-
-
Utrecht LR De Meern
+
++
0
++
+
-
-
++
++
+
++
-
+
+
Vianen
Utrecht Zuid West
-
-
-
--
+
+
-
Zeist
-
--
-
--
-
-
-
4
samenvatting aanvullende verkenning fiets
Tabel 5
Utrecht Lage Weide Relatie
Beoordeling relatie
Beoordeling netwerk
Fietsrelatie
Fietsafstand
Aandeel fiets op relatie
Kansrijkheid
Wachttijden
Omrijfactor
Comfort
Breukelen
0
0
-
0
+
-
+
Bunnik
-
--
-
--
-
+
+
De Bilt
0
--
-
--
-
+
-
Houten
-
--
-
--
-
+
-
IJsselstein
-
--
-
--
+
-
+
Maarssen
++
++
+
++
+
-
-
Nieuwegein Utrecht Centrum
+
-
-
-
-
+
-
++
++
+
++
-
+
-
Utrecht Uithof
0
-
+
0
-
+
-
Utrecht Papendorp
-
+
++
+
+
+
-
++
++
0
++
+
-
-
0
0
0
0
-
+
+
Utrecht Leidsche Rijn Utrecht Hooggraven - Lunetten Utrecht Noord Utrecht LR De Meern Utrecht Zuid West
++
++
0
++
+
-
-
+
++
+
++
+
-
-
++
0
+
++
-
+
-
Vianen
-
--
-
--
+
+
-
Zeist
0
--
-
--
-
+
-
Kansrijkheid
Wachttijden
Tabel 6
Amersfoort Centrum Relatie
Beoordeling relatie Fietsrelatie
Fietsafstand
Aandeel fiets op relatie
Beoordeling netwerk Omrijfactor
Comfort
Amersfoort Noord Calveen
++
+
+
++
+
-
-
Amersfoort Noord Vathorst
++
+
+
++
+
-
-
Amersfoort Noord De Hoef
++
++
+
++
+
-
-
Baarn
+
-
-
0
+
+
-
Bunschoten
+
-
-
-
+
+
+
De Bilt
0
--
-
--
-
-
+
Hoevelaken
++
+
0
++
+
+
-
Leusden
++
+
0
++
-
-
-
Soest
++
+
-
++
+
+
-
Zeist
++
--
-
-
+
+
+
0
--
-
--
x
x
x
Hilversum
5
samenvatting aanvullende verkenning fiets
Tabel 7
Amerfoort Noord Relatie
Beoordeling relatie Fietsafstand
+
10,5
8%
0
+
-
-
++
7
17%
+
+
-
+
Baarn Bunschoten De Bilt Hoevelaken
Aandeel fiets op relatie
Beoordeling netwerk
Fietsrelatie
Kansrijkheid
Wachttijden
Omrijfactor
Comfort
-
18
6%
--
-
+
+
++
3,5
53%
++
+
-
+
Leusden
++
6
20%
++
-
-
+
Soest
++
9,5
16%
+
-
-
+
Zeist
0
19,5
6%
--
+
+
-
Hilversum
0
18,5
4%
--
+
+
-
Kansrijkheid
Wachttijden
Tabel 8
Hilversum Mediapark Relatie
Beoordeling relatie Fietsrelatie
Fietsafstand
Aandeel fiets op relatie
Beoordeling netwerk Omrijfactor
Comfort
Baarn
+
0
-
0
+
+
+
Blaricum
0
+
0
0
+
+
-
Bussum
++
++
0
++
+
+
+
+
--
-
-
+
+
+
De Bilt Eemnes
0
+
-
0
+
-
+
Huizen
+
++
-
+
+
+
-
Laren
++
++
+
++
+
+
-
0
0
-
0
+
+
+
++
++
++
++
+
-
+
+
--
-
-
+
-
-
Naarden Hilversum Centrum / Zuid Soest
Kaart 1: Fiets-oplossingsrichtingen wachttijdverkorting comfort verbetering fietsroutes versnelling ps ontbrekende schakels
6
samenvatting aanvullende verkenning fiets
Tabel 9
Gemeente
Station Andere locaties (*)
OV-fiets
Voor- / Natransport
Woongebied (voortransport)
Economisch Kerngebied (Natransport)
Amersfoort
Centraal Staton
Ja
Voor & Na
Amersfoort Centrum
Amersfoort Centrum
Amersfoort
Amersfoort Schothorst
Nee
Voor & Na
Amersfoort Schothorst Hoevelaken (3,9 km)
Amersfoort Noord
Amersfoort
Amersfoort Vathorst
Nee
Voor & Na
Amersfoort Vathorst Nijkerkerveen
Amersfoort Noord
Baarn
Baarn
Ja
Voor
Gem. Baarn
Bilthoven
Bilthoven
Ja
Voor & Na
Gem. De Bilt
Utrecht Uithof
Bunnik
Bunnik
Nee
Voor & Na
Gem. Bunnik
Utrecht Uithof
Bussum
Bussum-zuid*
Zeist
Den Dolder
Ja
Voor
Bussum-zuid
Nee
Voor
Den Dolder
Zeist
Driebergen-Zeist
Ja
Voor
Driebergen Zeist-oost
Hilversum
Hilversum
Ja
Voor & Na
Hilversum Centrum
Hilversum Mediapark
Hilversum
Hilversum noord
Ja
Voor & Na
Hilversum noord
Hilversum Mediapark
Hilversum
Hilversum Sportpark
Ja
Voor & Na
Hilversum zuid
Hilversum Mediapark
De Bilt
Hollandsche Rading
Nee
Voor
Hollandsche Rading
Houten
Houten
Ja
Voor
Houten noord
Houten
Houten Castellum
Nee
Voor
Houten zuid
Bussum
Naarden-Bussum
Ja
Voor
Naarden Bussum
Soest
Soest
Nee
Voor
Soest Centrum
Soest
Soest Zuid
Nee
Voor
Soest zuid
Soest
Soestdijk
Nee
Voor
Soestdijk
Utrecht
Utrecht Centraal
Ja
Voor & Na
Utrecht Centrum
Utrecht Centrum
Lunetten Hooggraven
Utrecht
Utrecht Lunetten
Nee
Voor
Utrecht
Utrecht Overvecht
Nee
Voor & Na
Utrecht noord
Utrecht Lage Weide
Utrecht
Utrecht Terwijde
Ja
Voor & Na
Utrecht Leidsche Rijn
Utrecht Lage Weide Utrecht Leidsche Rijn Utrecht Centrum
Utrecht
Utrecht Zuilen
Nee
Voor & Na
Utrecht noord
Utrecht Lage Weide
Utrecht
Vleuten
Ja
Voor
Utrecht
* Transferium Westraven
Ja
Na
Utrecht
* Stadhuis
Ja
Voor & Na
Utrecht Leidsche Rijn
Utrecht Centrum
Utrecht Papendorp Utrecht Centrum Utrecht Centrum
Tabel 10
Gemeente
Station
Gemeente
Station
Gemeente
Station
Amersfoort
Vathorst
De Bilt
Bilthoven
Soest
Soest
Amersfoort
Schothorst
Hilversum
Sportpark
Utrecht
Zuilen
Amersfoort
Centraal Station
Hilversum
Noord
Utrecht
Terwijde
Baarn
Baarn
Hilversum
Hilversum
Utrecht
Overvecht
Breukelen
Breukelen
Houten
Castellum
Utrecht
Vleuten
Bunnik
NS Station
Houten
Houten NS
Utrecht
Lunetten
Bussum
Naarden-Bussum
Maarssen
Maarssen
Utrecht
Bussum
Bussum-zuid Hollandsche Rading
Soest
Soest-Zuid
Zeist
Soest
Soestdijk
Zeist
Centraal Station Driebergen Zeist Den Dolder
De Bilt
7
samenvatting aanvullende verkenning fiets
B.2. Ketenvoorzieningen B.2.a. Voortransport * Tram- / bushaltes Uit tellingen van het aantal fietsklemmen en fietsen op en rond tram- en bushaltes door diverse gemeenten, blijkt dat het aantal klemmen op veel belangrijke haltes onvoldoende is. Met name bij tramhaltes en grote bushaltes aan de rand van de omliggende kernen worden grote aantallen fietsen gestald.
De belangrijkste stations in willekeurige volgorde zijn: ◆ Amersfoort Schothorst; ◆ Amersfoort Vathorst; ◆ Bunnik; ◆ Utrecht Overvecht; ◆ Utrecht Zuilen. * Auto ➞ fiets In Utrecht zijn al twee transferia open (P+R Westraven en Veemarkt). In de P+R Westraven zijn enkele OV-fietsen beschikbaar, het gebruik hiervan is echter zeer laag. De communicatie over de beschikbaarheid en het gebruik van OV-fiets is zeer minimaal, dit is een aandachtspunt voor de ontwikkeling van de fiets als natransport voor de auto.
In dit onderzoek is niet gekeken naar de k waliteit van de stallingsvoorzieningen. Dit zal in een vervolgonderzoek alsnog moeten gebeuren, zodat naast het aantal klemmen ook de kwaliteit van de voorzieningen waar nodig aangepakt kan worden. * Treinstations Op alle stations in de Ring Utrecht en Driehoek Amersfoort moet het fietsgebruik onderzocht worden, dit zal overigens in overleg met ProRail als beheerder van de fietsenstallingen gebeuren. Samen met ProRail zal daarom ook een gericht maatregelpakket opgesteld moeten worden, zodat alle stations volledig aan de vraag naar fietsenstallingen kunnen voldoen.
C. Aanbevelingen en conclusies In het onderzoek zijn de belangrijkste aspecten in beeld gebracht, echter niet alle onderdelen zijn (volledig) uitgewerkt. Dit zal in een vervolgonderzoek moeten gebeuren. Door dit per economisch kerngebied apart te doen, kan gerichter op de lokale knelpunten ingespeeld worden.
B.2.b. Natransport * OV ➞ fiets Het aandeel van de fiets als natransport is veel kleiner dan in het voortransport. De reiziger moet namelijk een tweede fiets op het station / halte van bestemming stallen of een fiets meenemen in trein, tram of bus. Dit laatste is niet altijd mogelijk / toegestaan. Een laatste optie is het huren van een OV-fiets. Ongeveer de helft van alle stations in de regio heeft een uitgiftepunt voor de OV-fiets. Voor deze punten zal bekeken moeten worden of de capaciteit voldoende is. Bij de stations waar nog geen OV-fiets verkrijgbaar is, moet gekeken worden of en hoe groot het aantal OV-fietsen moet zijn.
C.1. Netwerken Voor de netwerken zijn de belangrijkste knel punten in beeld gebracht. De wachttijden bij verkeerslichten en het comfort van het netwerk zijn niet specifiek onderzocht, maar op basis van expert judgement beschreven. Om exact te kunnen bepalen waar welke maatregelen noodzakelijk zijn, dient verder onderzoek gedaan te worden, naar de vertraging per verkeerslicht en naar het comfort per fietsroute. In de aanvullende verkenning is tot nu toe alleen gekeken naar de relaties van en naar de econo mische kerngebieden. Voor de fiets is het echter ook van belang om de tangentiële verbindingen aan te pakken. De verbindingen kunnen ook een goed alternatief voor de auto betekenen en daarmee dragen ze bij aan de verbetering van de bereikbaarheid van de regio.
De verdere invoering van de OV-fiets op alle stations zal gefaseerd moeten verlopen, zodat als nodig flexibel omgegaan kan worden met de al geplaatste capaciteit. Als het concept op een bepaalde locatie niet blijkt aan te slaan, kunnen de kluizen en de fietsen naar een andere (nieuwe) locatie verhuisd worden. Als eerste prioriteit moeten de stations aangepakt worden waarbij de OV-fiets een functie kan vervullen als natransport richting de woon- en werkkernen.
C.2. Parkeren Alle OV-haltes dienen onderzocht te worden naar het aantal klemmen en het aantal geparkeerde fietsen. Nog niet van alle OV-haltes is bekend hoeveel klemmen en geparkeerde fietsen aanwezig zijn. De helft van de gemeenten heeft hiervoor informatie aangeleverd. Daarnaast moet ook ge keken worden naar de kwaliteit van de stallingen.
8
samenvatting aanvullende verkenning fiets
Voor het fietsparkeren in de stadscentra moet in samenspraak met de gemeenten gekeken worden waar en hoe het fietsparkeren aangepakt kan worden. De gemeenten onderzoeken regelmatig het fietsparkeren in het centrum, aan de hand van deze gegevens zal een plan opgesteld worden om tot een doeltreffend parkeersysteem te komen.
D.1.d. Veiligheid De fiets is de laatste jaren vaker betrokken bij (ernstige) ongevallen. Mensen moeten er op kunnen vertrouwen dat de verplaatsing veilig kan verlopen. Naast de objectieve veiligheid moet er aandacht zijn voor de subjectieve en sociale veiligheid. Het gaat hier om de beleving van de gebruikers van de fietsroutes.
C.3. Promotie fietsgebruik Naast het verbeteren van de infrastructuur zal op regionale schaal gekeken moeten worden naar hoe de fiets als alternatief beter gepresenteerd kan worden. Mobiliteitsmanagement kan hierbij een belangrijke rol spelen, maar verder moet gedacht worden aan gedragsbeïnvloedende campagnes en informatievoorzieningen.
D.2. Parkeren / Ketenvoorzieningen Bij het bestuderen van de parkeer- en ketenvoorzieningen is rekening gehouden met de volgende kwaliteitseisen: D.2.a. Beschikbaarheid Door meer fietsparkeerplaatsen te realiseren dan de geconstateerde of ingeschatte behoefte aangeeft, wordt voorkomen dat de stalling een “te volle aanblik” geeft en dat er na korte tijd opnieuw moet worden uitgebreid. Voor het bepalen van de reservecapaciteit kunnen de volgende vuistregels worden gehanteerd: ◆ Bij minder dan geconstateerde of ingeschatte 25 fietsen moet een extra capaciteit van 4 à 5 plaatsen geboden worden. ◆ Bij meer dan 25 geconstateerde of ingeschatte fietsen moet een extra capaciteit van 20% geboden worden.
D. Achtergrondinformatie kwaliteitseisen D.1. Netwerken Voor het onderzoek van de netwerken zijn de volgende kwaliteitseisen aangehouden:
D.1.a. Snelheid Op de korte afstanden (tot ongeveer 5 km) is een reistijd van 1,35 keer de free flow (21 km/u) acceptabel. Voor de (lange) regionale routes mag de reistijd maximaal 1,10 keer de free flow duren. Dit is de reistijd inclusief vertraging tijdens de verplaatsing echter exclusief het stallen van de fiets. Om dit te bereiken kan uitgegaan worden van de volgende norm: de vertraging per kilometer mag maximaal 16,5 sec. per kilometer bedragen.
D.2.b. Kwaliteit De stallingen dienen te voldoen aan het Fiets parkeerkeurmerk. Om de diefstalkans zo ver mogelijk te verkleinen, moeten de stallingen uitgevoerd worden met een beugel waaraan het frame van de fiets met een standaard ketting- of beugelslot vastgemaakt kan worden. Op locaties waar fietsen lange tijd geparkeerd worden zoals bij stations en OV-haltes, dienen de fietsklemmen waar mogelijk overkapt te worden.
D.1.b. Directheid Een route van A naar B dient voor fietsers een zo direct mogelijke verbinding te vormen (idealiter is dit een rechte lijn). De omrijfactor (werkelijk te fietsen afstand t.o.v. de hemelsbrede afstand) mag maximaal 1,20 zijn.
D.2.e. Locatie / positie Als maximale afstand moet 30 meter van de halte aangehouden worden. Als de afstand groter wordt, zullen veel mensen er voor kiezen om hun fiets dichter bij het opstappunt “wild” te parkeren. Reizigers hebben over het algemeen minder tijd bij vertrek dan bij terugkomst, daarom moeten de voorzieningen zoveel mogelijk aan de kant van de weg waar ’s ochtends de meeste passagiers vertrekken gerealiseerd worden. Als er overigens een drukke en/of brede weg tussen de vertrek- en aankomst halte ligt, kan het beste gekozen worden om de voorzieningen te plaatsen aan de zijde waar de meeste mensen wonen. Zij hoeven dan bij vertrek én aankomst maar één in plaats van drie keer de weg over te steken.
D.1.c. Comfort Een route dient zo comfortabel mogelijk te zijn. Dit betekent dat de verharding zo weinig mogelijk weerstand moet veroorzaken. Dit kan door asfalt of cementbeton aan te brengen. Naast de ondergrond zorgen ook (scherpe) bochten voor een onprettige beleving van de fietsverbinding. Wanneer een fietsroute geen of weinig (scherpe) bochten bevat hoeft de fietser niets of nauwelijks af te remmen en kan dus gemakkelijker een hoge snelheid bereiken. Obstakels, een belemmerde doorgang of op onthoud door de overige weggebruikers zorgen voor lagere snelheid. Het aantal obstakels op de route moet daarom geminimaliseerd worden.
9