Ferslach rûntepetear 31 augustus 2015
Ferslach fan it Rûntepetear fan 31 augustus 2015 Agindapunt 1
Bestemmingsplanwijziging Wiuwert skatebaan
Oanfang: Einde:
19.30 oere 23.10 oere
Oanwêzich: foarsitter: griffier: út de ried: meipraters: kolleezje: amtners: publike tribune:
U. Wiersma F. Hijlkema P. Astro, G. Hiemstra, R. Osinga, T. Posthuma, J. Pijlman en A. Talsma Gjin Bonnema/Reijndorp Van der Heide + 60 persoanen
a.
Koarte werjefte De raadsleden hebben geen vragen.
b.
Iepensteande fragen Gjin
c.
Tasizzings Gjin
d.
Konklúzje Het voorstel kan geagendeerd worden voor de meningsvormende raadsvergadering van 14 september 2015
Agindapunt 2 Oanwêzich: foarsitter: griffier: út de ried: meipraters:
kolleezje: amtners: publike tribune: a.
Vaststelling bestemmingsplan ‘Bûtengebiet’
U. Wiersma F. Hijlkema P. Astro, G. Hiemstra, R. Osinga, T. Posthuma, J. Pijlman, A. Talsma en W van der Werf-Talsma De heer Bonekamp, de heer en mevrouw Bouma, A.S. Hoekstra en de heer Brouwers, de heer S. Jepkema, de heer H. Tigchelaar, de heer C. Zeldenrust, de heer T. de Jong, de heer G. Schaaf, de heer K.S. Spoelstra, mevrouw F. Hernamdt, de heer R. Koopal, de heer C.W.A. Middelweerd, de heer A. Spoelstra en de heer Van der Wal. Bonnema Van Noord/Herrema en de heer Kleefstra van Rho advies + 60 persoanen
Koarte werjefte De wethouder wil graag vooraf aangeven dat het college de bijlagen bij de zienswijzennota alsnog aan de raadsleden zal doen toekomen en biedt zijn excuses aan voor het feit dat deze bijlagen niet zijn verstrekt.
1
Mevrouw Bouma spreekt in over de zorgbestemming en de agrarische bestemming van de boerderij. Het gaat dan met name om de grootte van het zorggedeelte. Hoewel er nu nog geen plannen voor uitbreiding zijn, wil mevrouw Bouma graag mogelijkheden voor een uitbreiding van de zorgbestemming naar 700 m². Het is nu niet mogelijk nieuw te bouwen zonder een lange procedure. De heer Bouma vraagt aandacht voor bouwblokuitbreiding naar de zuidkant. Hij wil graag een bouwvlakuitbreiding van 15 m vóór de woning. Als de stal breder wordt gemaakt, dan komt die voor de voorgevel van de woning. De wethouder en ambtenaren (hierna: de wethouder) geven aan dat in het bestemmingsplan de grote lijnen worden uitgezet, in algemene zin is de nota van uitgangspunten gehanteerd en uiteraard is rekening gehouden met wet- en regelgeving van onder andere de provincie. Daarbinnen kunnen niet alle individuele vragen worden opgelost. Eén van de uitgangspunten is ‘niet bouwen voor de voorgevel’. Er mag een agrarisch bedrijf uitgeoefend worden met een zorgboerderij van 400 m². De agrarische activiteiten moeten binnen het bouwvlak plaatsvinden en de zorgactiviteiten in de 400m² van de oude boerderij. Die 400 m² zit ook binnen het bouwvlak. De heer Bouma zegt tot slot dat die 400 m² binnen de oude schuur zit en dat er dan geen nieuwbouw voor zorg kan plaatsvinden en hij vindt dat niet wenselijk. De heren Hoekstra en Brouwers spreken in over het bedrijvencentrum Weidum. In verband met de grote vraag naar extra bedrijfsruimte van bestaande en potentiële nieuwe gebruikers van het bedrijvencentrum verzoeken meesprekers om het maximum bebouwd oppervlakte te vergroten tot circa 3.250 m². Het maximum bebouwd oppervlakte is nu 2.565 m². Het college stelt voor slechts 2.230 m² toe te staan en dat veel minder. Meesprekers voldoen aan de regelgeving en het is niet nodig een geluidsrapport op te stellen. De wethouder zegt toe de brief van Hoeksma (reactie op reactie college) aan de raad te zenden. Hij stelt dat er in het oude en nieuwe bestemmingsplan een omvang van ongeveer 2200 m² staat. Het college vindt het niet wenselijk (het is één van de uitgangspunten van het bestemmingsplan buitengebied) bestaande bedrijvengebouwen uit te breiden, dan is er geen sprake meer van een bedrijfsverzamelgebouw maar van een bedrijventerrein. De raad kan bepalen dat ‘it Wiel’ buiten het bestemmingsplan buitengebied valt, maar ook dan zal nog moeten worden voldaan aan provinciale regelgeving (begrenzing terreinen etc.). Het college verwacht dat een verzoek om een bedrijventerrein te maken van het bedrijfsverzamelgebouw 0 op het rekest krijgt van de provincie. De heren Hoekstra en Brouwers geven aan dat de bedrijven die uit hun jasje groeien graag bij hen in het bedrijfsverzamelgebouw willen blijven zitten. De heer Jepkema wil graag bijbouwen bij zijn boerderij in Húns. Hij wil graag bomen aanplanten om een ouderwetse hof te maken. Hij wil de bijgebouwen vervangen door nieuwbouw en hij wil naast het woongedeelte nog 2 appartementen binnen de boerderij bouwen (voor permanente bebouwing) en twee woonunits realiseren op het achterterrein (recreatie). Dat sluit aan bij de natuurvisie en bij Kulturele Haadstêd 2018. Hij is bezig met een erfinrichtingsplan. De wethouder stelt dat het bestemmingsplan aangeeft dat de ruimtes voor woondoeleinden mogen worden uitgebreid tot 3000 m², onder voorwaarde van een erfinrichtingsplan. Bijbouwen van 2 appartementen voor recreatie wordt niet toegestaan omdat meer verstening van het buitengebied niet wenselijk is. Als dit bestemmingsplan wordt goedgekeurd dan krijgt het pand de bestemming voormalige boerderij met meer mogelijkheden om het perceel te benutten. Dan kan een aanvraag worden gedaan voor een wijziging van het bestemmingsplan. Als er dan een recreatieve bestemming op het perceel moet komen, dan is dat een andere bestemming, die bestemming is nu niet aangevraagd. De heer Jepkema merkt op dat sommige mensen grote stallen krijgen en grote blouwblokken realiseren en hij wil slechts twee kleine bouwblokjes voor recreatieve doeleinden. Bij boerderijen worden wel vaker bijgebouwen geplaatst, maar dan onder het mom van mantelzorg. De heer Bonekamp spreekt in over de straalvormige slotenstructuur en het archeologisch kader van zijn perceel. De slotenstructuur is in de loop der jaren al heel erg veranderd. Moet die slotenstructuur nu nog zo gehandhaafd blijven? Het erf valt ook onder die structuur (dubbele functie). De heer Bonekamp vraagt of de opgelegde historische waarde aan de noordzijde gehandhaafd moet blijven. De heer Bonekamp vindt die bestemming volledig overbodig, de boerderij staat niet op een terp. De wethouder geeft aan dat de dubbelbestemming niet door Littenseradiel is bedacht, maar dat
2
die is opgelegd door anderen, ic. de provincie. De provincie hanteert de zogenaamde Famke-kaart voor archeologie. Op die kaart staan de verschillende archeologische gebieden en die moeten worden opgenomen in het bestemmingsplan. Bovendien heeft de gemeente archeologisch beleid vastgesteld en dat eigen archeologische beleid is in het bestemmingsplan buitengebied opgenomen. Het bouwvlak van Bonekamp ligt voor het grootste deel niet binnen het archeologisch waardevolle gebied. Alleen als men sloten wil dempen of vergroten dan is toestemming nodig. Bij bouw op de dubbelbestemming is een archeologisch onderzoek vereist. Een dergelijk onderzoek behoeft, als er niets gevonden wordt, maar éénmalig plaats te vinden. De heer Bonekamp merkt op dat in de brief van het college staat dat de dubbelbestemming wel belemmerend kan werken. De heer Tigchelaar spreekt namens Dexpo v.o.f. in over het agrarisch adviesbureau aan de Van Sminialeane 50. De renovatie van de boerderij is in 1994 al in gang gezet. Er is sprake van inkrimping in plaats van uitbreiding van de bebouwing. De ligboxenstal is ingekrompen en wat volgt is de renovatie van de boerderij. De agrarische bestemming wordt gewijzigd in bedrijfsbestemming, maar daar zit een maximum aan van 520 m² en het bedrijf heeft ongeveer 1100 m² nodig. De heer Tigchelaar stelt voor het bouwvlak te vergroten tot 1500 m². Het huidige bouwblok is 5500 m². De romp is nu ongeveer 12 meter hoog en men wil graag verhogen tot ruim 14 m omdat de romp dan meer in overeenstemming is met de kop (architectonisch mooier) Het college zegt toe te bekijken of er nog een oplossing mogelijk is voor de de kop-hals-romp boerderij aan de Van Sminialeane 50 (zienswijze 2:02, 580 m² ligboxenstal en hoogte romp). De wethouder beaamt op een vraag van één van de raadsleden dat het om de grote lijnen gaat en dat uitzonderingen (maatwerk) kunnen worden gemaakt. De heer Tigchelaar is van mening dat architectonische kwaliteit mee moet wegen in de plannen. De heer Zeldenrust spreekt in namens Stienstra en Kruithof. Hij wil graag een positief geluid laten horen. In 2013 is een aantal uitgangspunten besproken en die zijn in het bestemmingsplan verwerkt. Het gaat hier om de uitgangspunten: ‘niet meer regelen dan nodig is’, ‘flexibel bestemmingsplan’ en ‘kwaliteitsverbetering buitengebied’. De heer Zeldenrust heeft daarop gevraagd om aanpassing van het bestemmingsplan (bedrijventerrein Boazum) en die wens is gehonoreerd. Dit biedt bestaande ondernemers meer perspectief. Het komt de werkgelegenheid en leefbaarheid ten goede en het biedt perspectief voor nieuwe kleinschalige bedrijvigheid. De heer De Jong van BBDJ bouwconcepten spreekt in namens de heer Bakker over de bedrijfswoning aan de Hoptilsterdyk. Er is al eerder gevraagd het realiseren van een bedrijfswoning mogelijk te maken, maar de heer De jong geeft aan dat men graag een grotere kavel wil. De gemeente wil tot 2000 m² bedrijfswoning toestaan, maar er is 3500 m² kavel beschikbaar. Er ligt een agrarische bestemming op de kavel. Het college zegt dat er op voormalige agrarische percelen geen woonbestemming van 3500 m² wordt gelegd. De bijgebouwen mogen achter op de kavel en verder is het de bedoeling dat het gebied open blijft. Een woning van 2000 m² is meer dan ruim. De grond moet op agrarische wijze worden gebruikt. Er mag geen sprake zijn van ‘vertuining’. Het is toegestaan gewassen te kweken en dieren te houden. Het gebied moet ‘open’ blijven. Na de pauze spreekt de heer Schaaf, namens LTO Noord, afdeling Littenseradiel, in. Hij vertelt dat er de afgelopen twee jaar veel is gesproken met ambtenaren. Veel van de voor de LTO belangrijke punten zijn meegenomen in dit bestemmingsplan buitengebied. Hij noemt als voorbeelden de afspraken tussen milieufederatie en LTO over lichtuitstoot en het volgen van het standpunt van de provincie over grondgebondenheid. Er zijn nog een paar punten blijven hangen. De natuurbestemming in de EHS staat goed op de kaarten, maar in de samenvatting staat nog een vermelding over de tussenliggende gebieden. Verder zijn er zienswijzen over bruggen ingediend. De vraag is welke vaarwateren worden bedoeld en welke brug moet welke hoogte hebben? Een brug is voor een agrariër erg belangrijk. Nu is niet bekend voor hoeveel bruggen dit geldt. De LTO is positief over het feit dat ‘minivergisters’ in het bestemmingsplan zijn opgenomen bij ‘agrarische activiteiten’, maar vindt het jammer dat er sprake moet zijn van 100% eigen mest. Voor het rendabel maken van een mestvergister kan het soms nodig zijn mest van de buren te gebruiken. De LTO vraagt daarom om ruimte voor een deel bedrijfsvreemde mest. Het college geeft aan dat in de ‘regels’ is aangegeven om welke bruggen het gaat. Er is sprake van een minimale hoogte van 2,5 m voor provinciaal vaarwater en 1,5 m hoogte voor ander vaarwater. Het gaat hier niet om sloten. Het verhogen van bruggen kost inderdaad veel geld.
3
De tekst over de tussenliggende EHS gebieden is een verschrijving, de kaarten zijn goed. Het college heeft bewust gekozen voor bedrijfseigen mest. Mevrouw Hernamdt spreekt in op persoonlijke titel, zij is betrokken bij de groene alliantie van de samenwerkende natuurorganisaties en werkt voor de Friese Milieufederatie. Naast haar zit de heer Spoelstra van ‘Kening fan ‘e Greide’. Het bestemmingsplan buitengebied moet gaan over het buitengebied en niet over bouwblokken. Het gaat over ruimte, over mensen die hier wonen en recreëren. De Friese milieufederatie werkt samen met onder andere de LTO voor bijvoorbeeld het lichtconvenant. Ze vraagt aandacht voor natuur inclusieve landbouw. De provincie wil ruimte bieden voor die natuur inclusieve landbouw. Een zoektocht naar een balans tussen natuur/wonen/werken/recreëren, een zogenaamd ‘living lab’. Mevrouw Hernamdt vraagt de raad het college opdracht te geven dit ‘living lab’ noem het ‘triple L’ uit te werken. Als voorbeeld wordt de vereniging van boeren genoemd in de noardlike Fryske wâlden. De heer Spoelstra beaamt dat er al veel mooie dingen gebeuren op het gebied van de natuur en dat natuur inclusieve landbouw is bedoeld om boeren betere toekomstperspectieven te bieden. Hij vraagt de raad na te denken over de vraag ‘hoe ziet ons gebied er over tien jaar uit’. Op dit moment geeft de provincie veel subsidie voor weidevogelbeheer, maar of de subsidiestromen uit Europa en de provincie zo blijven is de vraag. Het bestemmingsplan kan een bijdrage leveren aan meer differentiatie door goed te bekijken wat voor bedrijven toegestaan worden. Het college geeft aan dat er voldoende mogelijkheden in het bestemmingsplan zitten voor natuur en agrariërs. De natuurgebieden zijn vastgelegd en de ‘greidefûgelgebieten’ van de provincie opgenomen. Het bestemmingsplan geeft veehouders ruimte, maar ook beperkingen als het gaat om natuurhistorische waarden (bedrijfskavels). Vanaf een bouwvlak van 1,5 ha moet een erfinrichtingsplan worden gemaakt en bij een bouwblok vanaf 2,5 ha moet ‘nije pleats’ worden toegepast. Het college wil proberen meer aandacht te geven aan ‘living lab’. Het college wil de visie van Natuurmonumenten op de Greidhoeke faciliteren, maar het initiatief moet vooral bij de ondernemers vandaan komen. De rol van de gemeente is stimuleren/faciliteren/zaken bij elkaar brengen. Als een agrariër weidevogelvriendelijk wil boeren, staat de gemeente hem/haar niet in de weg. Het is de vraag welke ingrepen de gemeente kan doen om de weidevogels tegemoet te komen? Het Wetterskip gaat over de waterstand. De openheid van het gebied moet worden geborgd en er mogen niet zo maar paden worden aangelegd. Er is gezocht naar een balans. Mevrouw Hernamdt geeft tot slot aan dat dit bestemmingsplan natuurinitiatieven niet in de weg staat, maar dat er gemeenten zijn waar men actiever is. De heer Koopal stelt dat het buitengebied van iedereen is, maar dat er geen ruimte is voor dorpsmolens. 25 jaar geleden is er ruimte geboden om de dorpsmolen van Wommels te bouwen. Dat heeft het dorp veel opgeleverd (meer dan een half miljoen euro). De heer Koopal wil de opbrengsten van de windenergie graag in het dorp blijven steken, maar de FKWW krijgt geen ruimte. De discussie over de dorpsmolens heeft hij in de politiek gemist. In Fryslân is gekozen voor een uitsterfbeleid voor solitaire- en dorpsmolens. Het ‘dossier wind’ is nog niet klaar, er komen nieuwe opgaves en dan komen windmolens op het land weer in beeld. Er zijn nu 60 tot 70 dorpsmolens in Fryslân en er moet nu al nagedacht worden over hoe dat verder moet en kan. Hij is graag bereid de raadsleden breder te informeren over windenergie en dorpsmolens. De zogenaamde nokmolens zijn in dit bestemmingsplan ook niet toegestaan. Het college geeft aan dat het windmolenvraagstuk een provinciale kwestie is en dat de provincie een besluit heeft genomen dat gerespecteerd wordt. Het bestemmingsplan buitengebied laat de bouw van windmolens niet toe. De heer Koopal besluit met de opmerking dat zonnepanelen vier keer zo duur zijn dan windenergie en dat er ook veel meer subsidie op zit. De vereniging/stichting gaat door met de dorpsmolen om zodoende de leefbaarheid in Wommels te bevorderen. De heer Middelweerd wil graag de inkleuring als laaggelegen gebied en EHS aankaarten. aankaarten. Hij is een jonge ondernemer en is financiële verplichtingen aangegaan. Het verkrijgen van een lening wordt steeds moeilijker en banken kijken ook naar de bestemmingsplannen voordat zij iemand een lening geven. Als de bestemming als ‘laaggelegen gebied en EHS’ ingekleurd wordt betekent dat voor hem een hoger rentepercentage voor leningen. Hij geeft aan dat er veel aan natuur wordt gedaan. Tien jaar geleden stonden er nog geen ‘streepjes’ op de kaart. De boerderij zat op de grens van de ‘J. van Jorwert’ en nu ligt 50% van het land in EHS gebied. Het college geeft aan dat de inkleuring staat op een bijlage bij de Plan MER (bijlage provinciale
4
verordening). Een van de gebieden is een laaggelegen gebied, maar dat heeft geen juridische gevolgen. Het wordt niet op de verbeelding aangegeven en er zijn geen juridische beperkingen voor het agrarisch gebruik. De inkleuring staat op een kaartje van de provincie en daar kan de gemeente niets aan veranderen. Het college zegt toe na te denken over het wel of niet benaderen van de provincie over de aanduiding op de provinciale kaart (inkleuring laaggelegen gebieden en EHS). De heer Spoelstra van Pietersma en Spoelstra spreekt in namens de heer Van der Wal uit Boazum. Het gaat om het bedrijventerrein in Boazum, waarover ook de heer Zeldenrust heeft ingesproken. De heer Van der Wal wil graag het bestemmingsplan houden zoals het nu is omdat er in het verleden veldslagen over gevoerd zijn en iedereen nu weet waar hij aan toe is. Als het nu weer begint te schuren, dan is dat niet bevorderlijke voor een harmonieuze samenwerking. Er was in het verleden sprake van één bedrijf op één perceel. Vervolgens schetst de heer Spoelstra wat er allemaal is gebeurd. Van der Wal heeft gevraagd een loods te mogen kopen, maar dat mocht niet van de gemeente, vervolgens heeft de buurman de loods wel gekocht. De raad heeft in het verleden gezegd dat het bestemmingsplan niet gewijzigd werd (2011). Nog geen half jaar later komt er een voorstel tot wijziging. De heer Spoelstra legt uit dat het met het voorgestelde bestemmingsplan theoretisch mogelijk is dat er zeven bedrijfswoningen worden gebouwd omdat er ook zeven bedrijven kunnen worden gevestigd en hij vraagt of dat echt de bedoeling is van de gemeente. Van der Wal heeft nu geen bedrijfswoning en zou dat ook niet mogen hebben in het nieuwe bestemmingsplan. De heer Spoelstra verzoekt de raad om chaos op het bedrijventerrein te voorkomen en niet akkoord te gaan met de wijziging van de bestemming. Het college beaamt dat het hier gaat om een terrein waar al vaker over gesproken is. Het bedrijf van Van der Wal valt in milieucategorie 3.2 en de andere twee bedrijven in een lagere categorie. Eén van de bedrijven krijgt nu een kleiner perceel en de andere een groter. Op beide percelen staat een bedrijfswoning. Theoretisch is het inderdaad mogelijk is dat er zeven bedrijven/woningen worden gevestigd op het bedrijventerrein. Dezelfde ruimte zit in meer bedrijven, maar het is theoretische ruimte. Het gaat hier om kleinschaligheid. De heer Spoelstra vraagt welke middelen het college heeft om dit tegen te gaan. De heer Spoelstra van Pietersma en Spoelstra spreekt vervolgens in namens J. Boersma, Wielsterdyk 2 in Weidum over de plaats van de tweede bedrijfswoning. De heer Boersma heeft ruimte voor nog een stal erbij. Hij wil dit doen in het kader van dierenwelzijn en niet voor een uitbreiding van het aantal dieren. Wat echter nog een probleem is, is dat de heer Boersma de tweede bedrijfswoning zo ver mogelijk van de eerste bedrijfswoning af wil bouwen op het bouwvlak. De belijningen zitten nu strak om de bebouwing heen en dat belemmert de mogelijke bouw van een mestvergister op het bouwvlak (naast de tweede bedrijfswoning). Het bouwvlak is 2 ha. Het verschuiven van de woning maakt het bouwvlak niet groter. Het college beaamt dat er over de plaats van de tweede bedrijfswoning is gesproken. Het college zegt toe met een schriftelijke reactie te komen op de plaats van de tweede bedrijfswoning i.v.m. de vraag naar de mogelijke bouw van een mestvergister op het bouwvlak. b.
Iepensteande fragen Gjin
c.
Tasizzings 1. Het college zegt toe dat zij alsnog de bijlagen bij de zienswijzenota aan de raad doet toekomen. 2. Het college zegt toe dat de brief van A.S. Hoekstra (zienswijze 2:19) ook aan de raadsleden wordt gezonden. 3. Het college zegt toe te bekijken of er nog een oplossing mogelijk is voor de grootte van de kop-hals-romp boerderij aan de Van Sminialeane 50 (zienswijze 2:02) 4. Het college zegt toe na te denken over het wel of niet benaderen van de provincie over de aanduiding (streepjes) op de provinciale kaart (inkleuring laaggelegen gebieden EHS) (zienswijze 2:32, Van Middelweerd) 5. Het college zegt toe met een schriftelijke reactie te komen op de plaats voor de tweede bedrijfswoning i.v.m. de vraag naar de mogelijke bouw van een mestvergister op het bouwvlak. (geen zienswijze, Wielsterdyk 2, Weidum)
5
d.
Konklúzje Het Rûntepetear wordt om 23.10 beëindigd met de afspraak dat er na afloop van de raadsvergaderingen van 14 september a.s. een extra Rûntepetear zal plaatsvinden. In dat extra RP zal dan het vervolg van deze vergadering worden afgewerkt (zoals vragen aan het college). Dat houdt tevens in dat het bestemmingsplan buitengebied niet in de raadsvergadering van 14 september a.s. wordt behandeld, maar in een extra raadsvergadering op dinsdag 29 september a.s.
Fêststeld yn de riedsgearkomste fan
2015 , foarsitter
, griffier
Voor een volledige weergave van de vergadering verwijzen wij u graag naar: www.littenseradiel.nl/politiek,bestuur en organisatie/vergaderagenda & besluitenlijst/ datum
6