Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
Verslag van de activiteiten van het Fonds voor de analyse van aardolieproducten
2004
Inhoudstafel 1
1. Activiteiten van Fapetro in 2004.
9
2. Resultaten van de monsternemingen.
9
2.1. De monsterneming.
10
2.2. Resultaten van de analyses bij de publieke verdeelpunten.
13
2.3. Evaluatie van de resultaten.
13
2.3.1. Loodvrije benzine 95 RON.
14
2.3.2. Loodvrije benzine 98 RON.
14
2.3.3. Gasolie diesel 50S.
15
2.4. Resultaten van de analyses bij pompen voor eigen gebruik.
17
2.5. Bijkomende controles.
18
2.6. Kwaliteitscontrole.
21
3. Financiële balans.
21
3.1. Ontvangsten van het Fonds.
23
3.2. Uitgaven van het Fonds.
25
3.3. Globale balans sinds de oprichting van het Fonds.
25
3.4. Nog te innen schukdvorderingen.
27
4. Werkprogramma voor 2005.
32
Inhoudstafel grafieken publieke pompen.
33
Inhoudstafel grafieken private pompen.
1. Activiteiten van Fapetro in 2004. Voorbereiding van de kwaliteitscontrole van de gasolie verwarming. Aangezien de verplichte heffingen in 2003 uitgebreid werden tot de gasolie verwarming, is het dan ook evident dat deze geïnde bedragen aangewend worden voor de controle van de kwaliteit van de gasolie verwarming. Tijdens de vergadering van het Beheerscomité van 25 juni 2003 werd beslist om een werkgroep op te richten ter voorbereiding van deze controle. Deze werkgroep dient de volgende problemen te behandelen: -
het uitwerken van de manier waarop de bemonstering van gasolie verwarming veilig en zonder problemen kan gebeuren. Hiervoor dient een nieuwe norm opgesteld te worden; de bepaling van de plaats van de staalneming; het opstellen van de categorieën voor de testen van de gasolie verwarming.
Er werd in de loop van 2004, in samenwerking met de labo’s, reeds een consensus bereikt over de indeling in categorieën van de testen. Deze indeling werd goedgekeurd door het Beheerscomité tijdens de vergadering van 25 oktober 2004, waarop een schrijven naar de diverse labo’s werd verstuurd voor het indienen van een prijsofferte voor het uitvoeren van deze analyses. Er bleek een aanzienlijk verschil te bestaan tussen de verschillende prijsoffertes. Na een tweede schrijven waarin uitleg werd gevraagd naar de oorzaak van dit prijsverschil werden de prijzen voor de analyses op elkaar afgestemd. Deze prijsoffertes zullen tijdens de eerste vergadering van 2005 aan het Beheerscomité ter goedkeuring voorgelegd worden. Fapetro heeft tevens een testsysteem voor de monsterneming aangekocht dat werkt middels een bypass. Dit systeem kan zowel gebruikt worden voor de staalneming bij de leveringen als voor controles aan de depots of op de weg. Het voordeel van dit systeem is dat het goedkoop en relatief gemakkelijk te hanteren is. Het nadeel is dat het moeilijk is om juist te doseren waardoor men niet absoluut zeker kan zijn dat het representatief is voor de hele lading. Het systeem vereist een zekere ervaring van de personen die de staalnemingen zullen moeten uitvoeren. Er blijft dan nog het probleem waar deze controles effectief moeten gebeuren.
1
De monsterneming kan namelijk op verschillende plaatsen gebeuren , t.t.z. ofwel: 1. aan de uitgang van het depot. Nadeel van deze methode is dat er nadien nog van alles kan toegevoegd worden aan het product; 2. op de weg. Fapetro heeft echter niet de bevoegdheid om vrachtwagens te doen stoppen. Deze controle kan eventueel wel gebeuren in het kader van een gezamenlijke actie samen met de FOD Douane en Accijnzen en de Federale Politie. Nadeel is dat deze gezamenlijke controles steeds uitgevoerd worden op de grote wegen en nooit op de kleinere wegen, hetgeen mogelijke fraudeurs toelaat via de kleinere banen deze controles te ontwijken; 3. bij levering aan de eindverbruiker. Het probleem is dat men niet weet waar en wanneer er geleverd zal worden; 4. op aanvraag van de cliënt. Een privé-persoon kan aan Fapetro vragen om bij levering een staal van het geleverde product te nemen. Voorwaarde is wel dat de persoon Fapetro ongeveer het tijdstip van levering kan meedelen zodat er niet te veel tijd verspild wordt; 5. aan de pomp. Bij sommige publieke verdeelpunten kan er ook gasolie verwarming aan de pomp getankt worden. Teneinde een zo efficiënt mogelijke controle te verkrijgen is het aangewezen dat de 5 verschillende mogelijkheden benut worden. In eerste instantie zal Fapetro beginnen met de staalneming aan de pomp van zodra de contracten met de labo’s voor de analyses van de stalen gasolie verwarming ondertekend zijn.
Samenwerking met de verschillende labo’s. Om de zes maanden wordt er een vergadering belegd met de diverse labo’s. Tijdens deze vergaderingen worden door de expert, die Fapetro voor dit doel in 2003 aangeworven heeft, de analyseresultaten van de diverse labo’s, van de 10 wekelijkse stalen, die in het kader van de kwaliteitsbewaking, genomen worden, vergeleken. De bedoeling hiervan is om systematische fouten te ontdekken. Tevens worden de resultaten van de systematische analyses en de tegenanalyses vergeleken. Daarnaast worden nog andere problemen, zoals de kwaliteitscontrole van de gasolie verwarming, de testen met de euromarker (zie volgend punt) en de invoering van de biodiesel besproken.
2
Testen van furfurol en euromarker. Op 1 mei 2004 werd gestopt met het testen van de aanwezigheid van furfurol en werd overgegaan tot de testen met de euromarker, alhoewel er hiervoor tot op heden nog steeds geen officiële methode bestaat. Het is niet de taak van Fapetro maar van de Dienst voor Normalisatie om hiervoor een norm uit te werken. Bovendien heeft de Dienst Douane en Accijnzen een leidersrol te vervullen bij het uitwerken van deze methode. Fapetro is wel bereid om hieraan mee te werken op voorwaarde dat de andere laboratoria eveneens deelnemen. Momenteel gebruiken de vier labo’s de AFNOR-methode en gebeuren deze tests met apparatuur van hetzelfde merk. In het kader van de zesmaandelijkse vergaderingen met de labo’s werd een uiteenzetting gegeven over een colometrische methode. Het betrof een klein en relatief goedkoop apparaat dat analyses langs de kant van de weg toelaat. Het nadeel van dit apparaat is dat, indien men iets vindt, men toch nog moet terugvallen op de HPLC-methode om te zien wat er juist fout is. Het systeem kan wel interessant zijn voor de depots. Er werd aan Fapetro gevraagd of de vier labo’s niet konden meewerken om deze methode te testen. Het Beheerscomité vond dit evenwel niet opportuun omdat deze methode toch niet in aanmerking kwam voor Fapetro aangezien men toch dient terug te vallen op de andere methode indien er iets gevonden wordt.
Vervangen van het wagenpark van Fapetro. Gezien de ouderdom van het wagenpark en de stijgende onderhoudskosten dienden er in 2004 dringend vier nieuwe voertuigen aangekocht te worden. Er werd dan ook een schrijven gericht aan meerdere merkvertegenwoordigers met een opsomming van de voorwaarden waaraan de bestelwagens dienden te voldoen. Uiteindelijk werden 6 merken weerhouden. Gezien de uitbreiding van de activiteiten van Fapetro in de toekomst werd geopteerd voor een iets langere versie van bestelwagen, met meer laadruimte dan de huidige, en een zwaardere motor. Hierdoor bleven er vier mogelijkheden over waaruit Fapetro de goedkoopste, namelijk de Opel Vivaro, gekozen heeft. Het voorstel voor de aankoop van 4 Opel Vivaro’s werd voorgelegd aan en goedgekeurd door het Beheerscomité van Fapetro tijdens de vergadering van 8 maart 2004. 3
Ondertussen was één van de vier oude bestelwagens opnieuw in panne gevallen. Gezien het aantal gereden kilometers (325.000 km) en de kosten van de herstelling (nieuwe motor) werd beslist om dit voertuig niet meer te laten herstellen en in de plaats, in afwachting van de nieuwe voertuigen, een bestelwagen te huren. Na overleg met de veiligheidsexpert werd beslist dat het huurvoertuig uit veiligheidsoverwegingen over een tussenschot moest beschikken en dat er ventilatie in de laadruimte diende te zijn. Vooral dit laatste was een probleem. Er werden in totaal 15 verhuurfirma’s gecontacteerd. Enkel de firma Dockx uit Aalst werd bereid gevonden om een wagen aan te passen met ventilatie in de laadruimte. Deze huur van een voertuig kost Fapetro 1.230 euro/maand voor 2.000 km en 0,10 euro per bijkomende kilometer. De bestelbon voor de nieuwe voertuigen werd door het Bestuur Algemene Diensten opgemaakt op 15 maart 2004 en verstuurd op 6 april 2004, waarna de nieuwe voertuigen geleverd werden en deze uitgerust werden met een GPS-systeem. Daarnaast dienden deze wagens nog aangepast te worden om te voldoen aan alle veiligheidsvereisten. Op 13 mei 2004 stuurde Fapetro een nota aan de veiligheidsexpert waarin zijn advies gevraagd werd betreffende de aanpassingen die Fapetro bij de nieuwe voertuigen wou uitvoeren. Hierbij werd tevens een beschrijving van de uit te voeren aanpassingen gevoegd. Op 18 mei 2004 stuurde de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk een nota aan de Voorzitter van het Directiecomité waarin een gunstig advies verleend werd, mits inachtneming van bijkomende maatregelen, o.a. dat er twee openingen in de wanden moeten zijn en dat het koelsysteem explosievrij moet zijn. Dit gunstig advies werd pas op 3 augustus 2004 overgemaakt aan de Algemene Directie Energie. Teneinde een beter inzicht te verkrijgen in de bijkomende aanpassingen werd er op 25 augustus 2004 een vergadering belegd met de veiligheidsexpert. Het grote probleem bleek de anti-detonatie eis waaraan het koelsysteem diende te voldoen. Op de vraag aan welke voorwaarden dergelijk systeem diende te beantwoorden kon niet afdoende geantwoord worden. Fapetro nam hierop contact met meerdere firma’s (o.a. Eberca, Heroma en Carrier Transcold) alsmede met ISSeP (een kwaliteitscontrolefirma). Sommige van deze firma’s namen zelfs contact op met hun buitenlands vestigingen. Uit deze rondvraag bleek dat geen enkel systeem aan deze voorwaarde kon voldoen. Zolang de eis dat het koelsysteem explosievrij moet zijn niet geschrapt werd konden de aanpassingen dan ook niet uitgevoerd worden. Tijdens een nieuwe vergadering met de veiligheidsadviseur op 28 oktober 2004 bekwam Fapetro zijn akkoord om deze voorwaarde te schrappen.
4
De veiligheidsexpert meldde dit op 29 oktober 2004 aan de Voorzitter van het Directiecomité, die op zijn beurt Fapetro op 1 december 2004 hiervan op de hoogte bracht. Onmiddellijk werden meerdere maatschappijen aangeschreven met de vraag om hun prijsofferte voor deze aanpassingen ten laatste tegen 15 januari 2005 in te dienen. Op basis van deze prijsoffertes zal Fapetro beslissen aan welke firma het contract voor deze aanpassingen toegekend wordt waarna deze zo spoedig mogelijk zullen uitgevoerd worden. Door deze lange bureaucratische procedure staan er dus sinds april 2004 4 bestelwagens ongebruikt in de garage van Fapetro, terwijl Fapetro anderzijds sinds maart 2004 genoodzaakt is om een voertuig te huren bij een verhuurfirma a rato van ongeveer 1750 euro per maand. Het bizarre is evenwel dat er aan deze wagen bijna geen aanpassingen zijn uitgevoerd en dus niet voldoet aan de veiligheidseisen, maar dat Fapetro van de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming wel de toelating heeft gekregen om met dit voertuig staalnemingen uit te voeren terwijl deze wagen dus veel minder veilig is. Dit betekent dus voor Fapetro tot op heden reeds een onnodige meeruitgave van meer dan 17.500 euro!
Onbetaalde facturen. Sommige facturen betreffende de analysekosten voor de slechte stalen blijven onbetaald. Alhoewel het hier om relatief kleine bedragen gaat heeft Fapetro een aantal van deze dossiers einde 2003 voor verder gevolg doorgestuurd naar de Juridische Dienst. Er werd met de Juridische Dienst overeengekomen dat er een advocaat zou ingeschakeld worden voor het incasseren van deze facturen. Op 18 februari 2004 werden door de Juridische Dienst bijkomende inlichtingen gevraagd voor meerdere dossiers die door Fapetro aan hen waren overgemaakt. Aan deze vraag werd voldaan op 24 maart 2004. In dit schrijven werd tevens de vraag gesteld of het wel opportuun was om sommige mensen of maatschappijen te dagen voor facturen die reeds meerdere jaren oud zijn en of het niet beter was om zich te concentreren op het innen van meer recente facturen die, na 3 rappels, nog niet betaald zijn. Bovendien was er van de oude dossiers reeds één dossier zonder gevolg geklasseerd en waren verscheidene maatschappijen ondertussen failliet verklaard. Er werd de Juridische afdeling dan ook aangeraden alvorens een procedure te starten aan het Bestuur Controle en Bemiddeling een gemotiveerd advies te vragen aangaande de haalbaarheid van de in te dienen vorderingen. Op 27 oktober meldde de Juridische afdeling dat inmiddels een aantal schuldenaars van Fapetro in betaling gedagvaard werden en werd aan Fapetro gevraagd of de erelonen van de raadsman en eventuele gerechtskosten ten laste van het budget van Fapetro genomen konden worden. 5
Fapetro reageerde hierop positief op 25 november 2005. De Juridische afdeling dient Fapetro wel op de hoogte te houden van de grootte van deze uitgaven teneinde de interne boekhouding te kunnen beheren. Bovendien dienen de aldus gerecupereerde bedragen doorgestort te worden aan Fapetro.
Contracten. •
De overeenkomst die afgesloten was met de firma BE-Consult, in het kader van de bewaking van het controlesysteem van Fapetro, liep ten einde op 15 september 2004. Artikel 3 van de overeenkomst voorzag de mogelijkheid om dit contract met maximaal één jaar te verlengen. Aangezien BE-Consult steeds alle bepalingen van het contract stipt nagekomen is, besliste het Beheerscomité tijdens de vergadering van 8 maart 2004 dan ook om het contract onderhands met één jaar te verlengen tot 15 september 2005. In 2005 zal er dus wel een nieuwe aanbesteding moeten uitgeschreven worden voor de bewaking van het controlesysteem.
•
De contracten met de labo’s dienden licht aangepast te worden wegens het stopzetten van de testen voor furfurol en het beginnen van de proeven met de euromarker.
•
De overeenkomst tussen de Algemene Directie Controle en Bemiddeling, het Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten en de Algemene Directie Energie, betreffende het systematisch toezicht op de kwaliteit van de aardolieproducten, werd door alle betrokken partijen op 27 oktober 2004 officieel ondertekend, terwijl deze verbintenis reeds sinds 2003 overeengekomen en uitgevoerd werd.
Samenwerking met Bofas. De wet van 26 augustus 2003 houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de uitvoering en de financiering van de bodemsanering van tankstations legt een paar verplichtingen op aan Fapetro. Artikel 5 van deze wet zegt dat Bofas de accijnsplichtige ondernemingen moet informeren over de verschuldigde bijdragen op basis van de in de loop van het kwartaal ter verbruik aangeboden hoeveelheden minerale oliën. Fapetro dient hiervoor elke vijftiende werkdag van de derde maand volgend op elk kwartaal de nodige gegevens aan Bofas mee te delen. Artikel 7 van bovenvermelde wet stelt dat Fapetro alle noodzakelijke gegevens aan Bofas moet meedelen teneinde Bofas toe te laten te onderzoeken of de accijnsplichtige ondernemingen aan hun verplichtingen voldoen.
6
Artikel 10 tenslotte zegt dat Fapetro moet instaan voor de inning van de heffingen van Bofas. Fapetro zal de facturen versturen mits een vergoeding. Hiervoor dient er een commercieel akkoord afgesloten te worden. Fapetro kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de effectieve heffingen of voor wanbetalers. Sinds het derde kwartaal van 2004 zijn deze bepalingen in werking getreden. Fapetro zal vanaf 2005 door Bofas hiervoor vergoed worden.
En ook nog… •
Het register van de private pompen werd verder geactualiseerd en uitgebreid. Momenteel beschikt Fapetro over een 6.000-tal geconfirmeerde adressen. Ongeveer 2.000 andere adressen dienen nog gecontroleerd te worden. De Algemene Directie Controle en Bemiddeling helpt Fapetro om dit bestand te vervolledigen via het opvragen van de klantenlijsten van de verdelers. De beroepsverenigingen zijn bereid hieraan mee te werken op voorwaarde dat Fapetro zich engageert dat de aldus verkregen gegevens strikt vertrouwelijk blijven en enkel in het kader van Fapetro zullen gebruikt worden en zeker niet voor andere doeleinden. Een andere mogelijkheid is een samenwerkingsakkoord afsluiten met de Federale Overheidsdienst Financiën. Aangezien men in de toekomst voor de terugbetaling van de diesel door Douane en Accijnzen, de firma’s en/of personen hiervoor bij deze dienst dienen ingeschreven te zijn, zal deze dienst over een volledige gegevensbank beschikken.
•
Op 19 januari 2004 werd er een vergadering belegd met de chauffeurs. Aangezien deze personen dagelijks op de baan zijn, zijn zij het beste op de hoogte van de mogelijke praktische problemen. Zo werden tijdens deze vergadering o.a. de volgende zaken behandeld: -
-
de chauffeurs controleren ofwel uitsluitend publieke ofwel uitsluitend private pompen. Er zal geen mengeling van de twee meer gebeuren teneinde het aantal kilometers te verminderen en waardoor zij problemen hebben om op het afgesproken uur bij de houders van de private pompen te zijn; ze zullen in hun proces-verbaal vermelden indien er nog benzine met loodvervanger verkocht wordt. Dit is verboden en bovendien gevaarlijk. De mengeling mag wettelijk enkel buiten de piste gebeuren; ze zullen controleren of de stickers 50S op de pompen zijn aangebracht; het probleem van de automatische pompen zonder vermelding van de verantwoordelijke wordt besproken. Sommige merken nemen automatische stations over. Het probleem is dat deze stations niet over een brievenbus beschikken om een kopie van het proces verbaal achter te laten, alsmede dat alle commerciële gegevens (handelsregister, BTW-nummer, telefoon…) ontbreken. Hierdoor kan men onmogelijk 7
-
-
•
de verantwoordelijke van het station verwittigen in geval van een slecht staal. Dit kan tot gevaarlijke situaties leiden, bvb. in de zomer wanneer het product een veel te laag vlampunt heeft; de chauffeurs constateren regelmatig dat stations die gesloten zijn na een bepaalde tijd terug geopend worden. Indien zo een station langs een kleine baan ligt kan dit gedurende een langere tijd ongemerkt en dus ongecontroleerd gebeuren omdat de chauffeurs zelden of nooit langs deze kleine wegen rijden; De chauffeurs krijgen in de stations regelmatig klachten over de firma die instaat voor de kwaliteitsbewaking (BE-Consult). Zo zouden zij de piste blokkeren met hun voertuig tijdens de staalneming, te vroeg beginnen zodat zij reeds voor de chauffeurs van Fapetro hun stalen nemen en geen uitleg verstrekken aan de pomphouders over het waarom van de dubbele controle.
Ten gevolge van deze laatste opmerkingen werd op 3 februari 2004 een vergadering belegd met BE-Consult. Er werd overeengekomen dat de chauffeurs van BE-Consult meer aandacht zullen schenken waar ze hun voertuigen parkeren als ze stalen nemen en dat ze later zullen beginnen zodat de chauffeurs van Fapetro als eerste stalen kunnen nemen, zoals voorzien. Bovendien wordt beslist dat Fapetro een verklarende nota zal opstellen over het nut van de dubbele staalname. Dit is in de loop van 2004 gebeurd en deze nota wordt nu, indien gevraagd, door de chauffeurs van BE-Consult aan de pomphouder overhandigt wanneer zij de tweede staalneming gaan uitvoeren.
8
2. Resultaten van de monsternemingen. 2.1. De monsterneming. Teneinde de bemonstering optimaal te kunnen organiseren werd een register opgesteld van alle gekende benzinestations. Onderstaande figuur geeft het aantal geopende stations per provincie. Aantal stations per provincie op 01/01/2004.
Luik 356; 9%
Brussel 220; 6%
West-Vlaanderen 550; 15%
Luxemburg 103; 3%
Limburg 321; 8%
Henegouwen 523; 14% Oost-Vlaanderen 490; 13% Namen 221; 6%
Vlaams-Brabant 357; 9% Waals-Brabant 128; 3%
Antwerpen 540; 14%
De tendens van de vorige jaren van een geleidelijke afname van het aantal publieke verkooppunten lijkt voorbij. Tijdens de periode van 01/01/1997 tot 01/01/2003 daalde het aantal stations van 7.177 tot 3833. Evenals in 2003 (3.809 stations op 01/01/2004 tegenover 3.833 op 01/01/2003) bleef in 2004 het aantal stations praktisch ongewijzigd (3663 stations op 01/01/2005 tegenover 3809 op 01/01/2004). De volgende grafiek geeft een overzicht van de evolutie van het aantal publieke verdeelpunten.
9
Aantal verkooppunten in België op 1 januari. 8000
7177
7000 6000
5263
5089
4750
5000
4414
4177 3833
4000
3809
3663
3000 2000 1000 0 1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
Er werden in 2004 8.539 monsters genomen aan diverse pompen bij de publieke distributiepunten, hetgeen dus betekent dat er in 2004 meer stalen genomen zijn dan in 2003 (7.983) ofwel een verhoging van 7% van het aantal genomen stalen. Een overzicht van het aantal staalnemingen per jaar treft U hiernavolgend aan. Evolutie aantal stalen per jaar. aantal stalen bij private pompen
12000
1532
10000
1522
627
aantal stalen bij publieke pompen
8539
7983
11970
5799
2399
2000
4340
4000
9847
8710
6000
10089
8000
0 1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
10
2.2. Resultaten van de analyses bij de publieke verdeelpunten. Het pakket van 8539 stalen bestaat uit: - 2586 stalen eurosuper 95RON; - 2318 stalen super+ 50S; - 3.635 stalen gasolie 50S. De resultaten van de analyses tonen aan dat 287 (of 3,36%) van de onderzochte monsters niet voldeden aan de geldende reglementering. Dit betekent dus dat slechts 1 staal op 33 niet volledig conform de normen is. Dit is een verbetering t.o.v. het vorige jaar (3,63% slechte stalen) terwijl 2003 reeds beduidend betere resultaten had dan 2002 toen er nog 5,44% slechte analyseresultaten waren. Dit betekent dat voor het tweede opeenvolgende jaar het streefdoel van minder dan 5% slechte stalen bereikt werd, zoals hieronder weergegeven.
Aandeel niet conforme stalen in het totale pakket 1996-2004. 12000
Aantal genomen stalen Aantal stalen niet conform
10000
8539 287
290
536
746
206
320
300
4340 429
2399
313
2000
5799
4000
7983
8710
6000
9847
10089
11970
8000
0 1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
11
Procentuele evolutie aandeel niet conforme stalen 1996-2004.
14 13,05 12
10
9,88
8
6,23
6
5,44
5,17 4
3,67
2
3,63
3,36
2,04
0 1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
Volgende tabel geeft een overzicht van de analyseresultaten.
Brandstof Eurosuper 95RON Super + 50S Gasolie 50S Totaal
Aandeel negatieve stalen in totale pakket per product in 2004 Aantal genomen Aantal stalen met stalen negatieve resultaten 2586 53 2318 106 3635 128 8539 287
% stalen met neg. resultaten 2.05 4.57 3.52 3.36
Uit de tabel blijkt dat voor het eerst voor elk type brandstof het streefdoel van maximum 5% niet conforme stalen gehaald wordt. In vergelijking met het vorige jaar is de het percentage slechte stalen benzine licht gestegen (2,05% slechte stalen eurosuper in 2004 tegenover 1,74% in 2003 en 4,57% negatieve resultaten voor super+ 50S in 2004 tegenover 3,31% in 2003). De gasolie 50S behaalde beduidend betere resultaten, namelijk 3,52% slechte stalen in 2004 tegenover 5,15% in 2003. Procentueel waren er het meeste aantal slechte stalen in het tweede kwartaal van 2004, waarbij vooral het hoge percentage slechte stalen bij de super+ 50S opvalt (9,56%). Dit is vooral te wijten aan de overgang van winter- naar zomerkwaliteit. De grafieken 1 tot 7 in bijlage aan het einde van het jaarverslag geven een inzicht in de spreiding van de monsters over het jaar en over de verschillende merken. 12
De grafiek 1 geeft een overzicht van het aantal stalen met negatieve resultaten per kwartaal. Grafiek 2 bevat de resultaten van de merken van de zogenaamde grote maatschappijen of van de merken die door de zogenaamde grote maatschappijen gecontroleerd worden, terwijl grafiek 3 een samenvatting is van de resultaten van de analyses bij de kleine merken en de witte pompen.
2.3. Evaluatie van de resultaten. Het grote aantal geanalyseerde stalen laat toe een reeks algemene opmerkingen betreffende de kwaliteit van de benzine te formuleren: a) dichtheid: grafieken 8 en 9 Men kan spreken van normale verdelingen. b) zwavelgehalte: grafieken 10 en 11 De normen worden relatief goed nageleefd voor wat betreft het zwavelgehalte. c) benzeengehalte: grafieken 12 en 13 Hier zijn geen problemen. d) dampspanning: grafieken 14 tot 21 De grafieken worden opgesplitst naar zomer-, winter- en overgangsperiode. Uit de grafieken blijkt duidelijk, dat het overgrote deel van de overtredingen, zoals ook de voorgaande jaren, gebeuren tijdens de zomerperiode. De inbreuken zijn hoofdzakelijk te wijten aan een mengeling van zomer- en winterkwaliteit. 2.3.1. Loodvrije benzine 95 RON. Er waren 53 slechte monsters op een totaal van 2586 stalen (2,05% van des genomen monsters waren dus niet conform de normen). 6 waren niet in orde betreffende de distillatie, 8 stalen waren niet reglementair wat betreft het octaangetal RON, 9 stalen wat betreft het octaangetal MON. De overtredingen van het MON-gehalte zijn vermoedelijk te wijten aan de toevoeging van mangaanzouten. 44 stalen waren slecht i.v.m. de dampspanning, hiervan waren er 36 in overtreding tijdens de zomerperiode (van 01/05/2004 t.e.m. 30/09/2004). Zoals hierboven reeds gemeld was dit voornamelijk te wijten aan een mengeling van winter-en zomerkwaliteit. Bovendien worden deze overtredingen meestal geconstateerd bij kleinere stations met een laag debiet. 13
Daarnaast was er 1 overtreding van het olefinen-, 1 overtreding van het benzeen- en 1 overtreding van het zwavelgehalte. 2.3.2. Loodvrije benzine 98 RON. Bij de super+ 50 S waren er slechts 106 overtredingen op een totaal van 2318 stalen (of 4,57% slechte stalen). . Het betrof de volgende overtredingen: -
76 betreffende de dampspanning; 24 voor het octaangehalte RON; 24 voor het octaangehalte MON; 16 betreffende de distillatie; 5 voor het aromaatgehalte; 4 voor het zwavelgehalte.
De dampspanning is een risico voor verdamping van sommige bestanddelen in de benzinepomp of in de leidingen wat de werking van de motor verstoort. Een grotere aanwezigheid van vluchtige bestanddelen zoals butaan, houdt bovendien meer gevaar in voor het milieu. Een van de mogelijke oorzaken van deze niet-conforme producten is dus de toevoeging van butaan. In de dampspanning bestaat een zomer- en een winternorm. Dit is een andere verklaring voor de slechte resultaten. De periodes voor deze zomer- en winterkwaliteit worden niet steeds voldoende nageleefd. De overtredingen betreffende het octaangehalte zijn vermoedelijk te wijten aan het opboosten met mangaan. 2.3.3. Gasolie diesel 50S (grafieken 22 tot 24). De meeste overtredingen betroffen het vlampunt. Het vlampunt is de temperatuur vanaf dewelke een product (olie, benzine, diesel) dat geleidelijk verwarmd wordt voldoende dampen uitstoot om onder welbepaalde condities een ontvlambaar mengsel te vormen. Het vlampunt voor gasolie-diesel is minimaal 55 °C. 67 analyses vertoonden vlampunten die lager waren dan deze norm. De gemiddelde waarde van de overtreding bedroeg 45,8°C. Dit is een iets zwaardere overtreding dan in 2003 (gemiddeld 49,1°C) maar is nog steeds vooral te wijten aan contaminatie. Bovendien kan opgemerkt worden dat het aantal overtredingen bijna met de helft gedaald is t.o.v. 2003 (67 overtredingen in 2004 tegenover 128 overtredingen in 2003). De zwaarste overtredingen situeerden zich, zoal blijkt uit grafiek 24, in de zomermaanden.
14
Hiernavolgend een overzicht van de overtredingen. Overzicht van het vlampunt bij de niet-conforme stalen Vlampunt (°C) >50-54 >45-50 >40-45 >35-40 >30-35 >25-30 lager dan of = 25 Totaal:
Aantal 37 10 8 5 1 1 5 67
Dit te lage vlampunt is te wijten aan de aanwezigheid van andere petroleumproducten die vermengd zijn met gasolie-diesel, zoals benzine. Dit kan eventueel te wijten zijn aan de transportcontaminatie. Dit verklaart de lichte overtredingen. Sommige vlampunten zijn evenwel zo laag ( lager dan 45°Cdat het vermoeden bestaat dat deze producten gemengd zijn met derivaten of afvalproducten uit de petrochemische industrie. Daarnaast waren er 37 overtredingen betreffende het zwavelgehalte. Er kan hier opgemerkt worden dat de tolerantie voor de analysemethode voor het zwavelgehalte te hoog is. De analysemethode zou moeten veranderd worden, maar de Europese richtlijn laat dit momenteel niet toe.33 van de 37 stalen met negatieve analyseresultaten hadden een zwavelgehalte van kleiner dan 110 ppm. Het gaat in deze gevallen vermoedelijk niet om fraude maar om contaminatie. Tevens waren er 15 overtredingen betreffende het uitzicht, 3 overtredingen voor het smerend vermogen, 7 overtredingen betreffende de distillatie en 1 overtreding voor het watergehalte.. Tenslotte waren er 6 overtredingen voor de Solvent Tellow. Dit is de euromarker die furfurol vervangt, dat vroeger gebruikt werd als merker.
2.4. Resultaten van de analyses bij pompen voor eigen gebruik (graf. 25 – 40). In 2003 werden er 1.522 stalen genomen bij de private pompen. Dit is praktisch hetzelfde als in 2003 (1.532 stalen). Volgende types van brandstoffen werden geanalyseerd: -
euro 95; super+ 50S; gasolie 50S.
Het betrof hier vooral monsters gasolie (1.451 van de 1.522 stalen, ofwel 95,34% van het totaal aantal stalen). 15
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de analyseresultaten bij de pompen voor eigen gebruik.
Brandstof Eurosuper Super+ 50S Gasolie 50S Totaal
Analyseresultaten pompen voor eigen gebruik Aantal genomen Aantal slechte stalen resultaten 30 11 41 12 1451 184 1522 207
Percentage 36.67 29.27 12.68 13.60
Het percentage stalen met negatieve analyseresultaten is dus licht gestegen (13,60% tegenover 12,66% in 2003). Voor de 11 niet-conforme stalen euro 95 waren er 11 overtredingen voor de dampspanning en 1 overtreding voor het MON-octaangehalte. De overtredingen van de dampspanning waren, zoals bij de publieke pompen, het gevolg van de lage roulatie van dit product, waardoor winter- en zomerperiode niet kunnen gerespecteerd worden. Voor de super+ 50S werden de volgende overtredingen geconstateerd : -
12 voor dampspanning; 3 voor octaangehalte RON; 3 voor octaangehalte MON; 2 voor aromaatgehalte.
De slechte stalen betreffende de dampspanning zijn hier tevens het gevolg van het trage verbruik van het product in de tank. Van de 1.451 gecontroleerde stalen gasolie 50S bleken er 184 stalen niet conform de normen. De meeste overtredingen betroffen het zwavelgehalte (165 slechte stalen). Meestal situeert het zwavelgehalte zich zoals bij de publieke pompen, tussen 50 en 110 ppm. Dit tamelijk laag gehalte wijst vooral op contaminatie of door een levering van 350 ppm i.p.v. 50 ppm. Slechts 14 stalen hadden een zwavelgehalte boven 110 ppm. In deze gevallen zou er sprake kunnen zijn van fraude. Daarnaast werden nog de volgende overtredingen geconstateerd: -
6 voor uitzicht; 6 voor CFPP; 27 betreffende Solvent Yellow; 7 voor vlampunt.
16
-
1 betreffende watergehalte.
Opvallend is dat bij de private pompen geen enkele overtreding voor de distillatie gevonden werd.
2.5. Bijkomende controles. Wanneer er monsters met negatieve resultaten zijn, wordt er in de meeste gevallen overgegaan tot een tweede, en eventueel zelfs derde, vierde, … controle van dit product. Volgende grafiek geeft een overzicht van de uitgevoerde bijkomende controles. Analyseresultaten bijkomende controles 2004.
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Eurosuper 95 RON 50S
Super+ 98 RON 50S
Diesel 50S
Aantal stalen
22
67
86
Aantal negatieve stalen
1
13
10
Bij de bijkomende controles zijn nog steeds 13,71% van de stalen in overtreding. Dit percentage is nog veel te hoog. In de toekomst zal Fapetro meer aandacht besteden aan deze recidivisten. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de acties die in 2004 door de Algemene Directie Controle en Bemiddeling gevoerd werden. Behandeld in 2004 286
Acties gevoerd door de Algemene Directie Controle en Bemiddeling PV van Pro Geklasseerd Verzegeld Klachten waarschuwing Justitia 21 239 0 34 17
Dossiers in behandeling 2
Het aantal behandelde dossiers is evenals in 2003 opnieuw lager dan het vorige jaar (286 tegenover 341 in 2003 en 623 in 2002). Naast het feit dat de kwaliteit van de motorbrandstoffen constant verbetert is de daling ook te wijten aan het ontbreken van een controlemethode voor de opsporing van de yellow 124 (Euromarker) tot november 2004, het nog niet vervolgen van de overtredingen van de pompen voor eigen gebruik, controles dewelke een daling van het aantal controles van de publieke pompen tot gevolg heeft gehad, en de vermindering van de 17
“seizoensgebonden” overtredingen bij de overgang van zomer- naar winterkwaliteit en vice versa. Ten gevolge hiervan is het aantal PV’s van waarschuwing gedaald van 276 naar 239 en het aantal Pro Justitia van 41 in 2003 naar 34 in 2004. Zoals in 2003 en 2002, werden er voor de grote petroleummerken weinig proces verbalen opgemaakt. De Algemene Directie Controle en Bemiddeling heeft in 2004 geen pompen dienen te verzegelen. De contacten met de rechterlijke macht zijn gehandhaafd hetgeen wijst op de toenemende belangstelling van het parket voor de dossiers betreffende de kwaliteit van de aardolieproducten. Het aantal klachten zijn eveneens sterk gedaald, namelijk 17 tegenover 27 klachten in 2003 en 32 in 2002.
2.6. Kwaliteitscontrole. Sedert 1 januari 2000 heeft FAPETRO aan een privé-onderneming opdracht gegeven elke week tien brandstofstalen te nemen (diesel en benzine door elkaar) op plaatsen gekozen uit een lijst van alle staalnames die Fapetro dagelijks verricht. Elke serie van tien stalen wordt geanalyseerd door drie privé-laboratoria die reeds dagelijkse analyses uitvoeren en door het Centraal Laboratorium van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie. Aangezien elk staal vier keer wordt geanalyseerd kan Fapetro de reproductiviteit evalueren ten einde de kwaliteit van de analyses te beoordelen. Alle resultaten worden verwerkt via een statistisch programma waardoor kan nagegaan worden in hoever de resultaten al dan niet afwijken van de eisen van de norm. Sedert 2002 is een werkgroep opgericht die is samengesteld uit vertegenwoordigers van alle laboratoria en van FAPETRO. Verscheidene keren per jaar worden de resultaten van de statistische analyse aan de leden van de werkgroep voorgelegd zodat zij de evolutie van de kwaliteit van analyses kunnen volgen en eventueel moeilijkheden kunnen opsporen die te maken hebben met een analysemethode of met een laboratorium in het bijzonder. Volgende parameters worden bestudeerd: -
voor benzine:
-
het gehalte aan aromaten; gehalte aan olefinen; gehalte aan ethers; zwavelgehalte; dampdruk. eindpunt distillatie; dichtheid. 18
-
voor diesel:
-
vlampunt; zwavelgehalte; smerend vermogen; dichtheid.
Sedert de oprichting van de werkgroep hebben wij een duidelijke verbetering kunnen vaststellen qua overeenkomst tussen de resultaten en de norm. Toch zien we nog vrij veel afwijkingen voor sommige parameters zoals het gehalte aan zwavel (diesel en benzine), aromaten en ethers alsook de densiteit van de benzine. Deze hoge graad van afwijking ten aanzien van de norm kan voor deze parameters deels verklaard worden door de strenge reproductiviteit die door de norm wordt opgelegd.
Hiernavolgende grafieken illustreren de evolutie van de overeenkomst met de norm voor benzine (figuur a) en voor diesel (figuur b). Drie parameters, namelijk de densiteit, het ethergehalte en het smerend vermogen, zijn pas vanaf begin 2003 onderzocht. Daarom zijn er ook geen cijfers voor het jaar 2002 betreffende deze parameters
83,3 93,0
2002 2003 2004 47,9 47,6 55,9
ha lt e
Zw av el ge
Di ch th ei d
Et he rs
di st ill
at ie
g pu nt
nn in Ei nd
Da m ps pa
Ar om
at en
36,1
50,7
54,5
72,7 71,9
87,2 79,7 92,7
90,4 92,3 97,4
92,6 94,7 80,3
en
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
O le fin
% Overeenstemming met de norm.
Figuur A: Benzine - Evolutie van de overeenstemming met de norm.
19
2002 2003 2004 Sm er en d
Di ch t
he id
en
ha lt e
ve rm og
Zw av el ge
nt
79,0
94,1
89,6
87,2
77,3
67,5
70,9
90,2
81,0
84,6
100,0 90,0 80,0 70,0 60,0 50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0,0
Vl am pu
% Overeenstemming met de norm.
Figuur B: Evolutie van de overeenstemming met de norm.
20
3. Financiële Balans. 3.1. Ontvangsten van het Fonds. Bij de oprichting van het Fonds baseerde men zich voor de ontvangstvooruitzichten op de statistische gegevens van de motorbrandstoffen die gedurende de laatste vijf jaar in verbruik werden gebracht. Die raming bedroeg 8.400.000.000 l per jaar, ofwel inkomsten van € 520. 576 per kwartaal tegen een vergoeding van € 0,25 per 1.000 l, ofwel € 2.082.306 per jaar. De vooruitzichten die werden uitgewerkt in samenwerking met het Ministerie van Financiën voorzagen een constante toename van de totale in verbruik gestelde motorbrandstoffen. Over een periode van 5 jaar, namelijk van 1998 tot 2002, zagen de gemiddelde ramingen er uit als volgt :
1997 1998 1999 2000 2001 2002
Benzine
Diesel
Totaal
Reële Cijfers
3.453.092.309 3.322.134.592 3.327.022.643 3.332.864.128 3.339.005.584 3.373.017.512
5.132.959.452 5.456.483.496 5.520.677.419 5.585.626.566 5.651.339.819 5.717.826.170
8.586.051.761 8.778.618.088 8.847.700.062 8.918.490.694 8.990.345.404 9.090.843.682
9.019.699.093 9.087.960.143 10.110.800.000 9.535.011.000 9.810.965.080
Vanaf 2003 wordt ook de huisbrandolie belast:
2003 2004
Benzine
Diesel
Huisbrandolie
Totaal
2.790.569.524 2.696.237.237
7.253.190.441 7.506.712.628
6.565.711.388 6.466.518.510
16.609.471.353 16.669.468.375
21
Verplichte bijdrage die wordt betaald door de ondernemingen: Het plan om de verplichte bijdrage van € 0,25 /1.000 l te verminderen tot € 0.025 /1.000 l voor benzines en diesel wegverkeer is in werking getreden door de publicatie van het K.B. van 16/11/99 in het Belgisch Staatsblad van 26 januari 2000. Deze maatregel is dus van toepassing voor alle inverbruikstellingen van motorbrandstoffen vanaf het tweede kwartaal 2000 die eind september 2000 aan de ondernemingen gefactureerd zijn. In de loop van het boekjaar 2002 is het Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten overgegaan tot wijziging van het Koninklijke Besluit waarbij de heffing van de bijdrage geregeld wordt om aldus terug te keren naar de oorspronkelijke bijdrage van € 0,25/1.000 l ( KB van 26/05/2002 B.S. van 19/07/2002). Het toepassingsveld van deze heffing werd ondertussen uitgebreid met gasolie verwarming. TOTAAL Contributie Trim.
Slechte stalen
4.888.373,66
45.678,88
INKOMSTEN
2004 Saldo op 31/12/2003 :
Contributie Trim.
438.151,89 448.556,64 78.836,55 1.021.689,37 86.838,27 0,00 16.580,45 573.022,90 167.370,09 1.146.848,04 166.456,82 744.022,64
2.380,50 7.529,08 4.828,83 2.370,70 3.229,53 2.800,81 5.281,85 2.727,93 3.372,87 4.347,54 1.927,55 4.881,69
januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december
Totaal
965.545,08
14.738,41
980.283,49
1.108.527,64
8.401,04
1.116.928,68
756.973,44
11.382,65
768.356,09
2.057.327,50
11.156,78
2.068.484,28
4.888.373,66
45.678,88
4.934.052,54
Doorgestort naar de Schatkist :
Totaal der ontvangsten : 440.532,39 456.085,72 83.665,38 1.024.060,07 90.067,80 2.800,81 21.862,30 575.750,83 170.742,96 1.151.195,58 168.384,37 748.904,33
Slechte stalen
14.467,64
januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december
850.000,00 120.000,00 920.000,00 130.000,00 90.000,00 600.000,00 180.000,00 1.130.000,00 190.000,00 650.000,00
Saldo op 31/12/2003
14.467,64
4.934.052,54
Totaal ontvangsten 1995 tot 2004 :
4.860.000,00
14.936.188,53 4.934.052,54
(overdracht) (2004)
€ 19.870.241,07
22
3.2. Uitgaven van het Fonds. jan F-01 : Aankoop Stalen
5.798,39
F-02 : Analyses Labo
feb 5.200,34
105.860,50 153.627,64
mrt 6.640,79
apr 6.473,15
mei 5.639,34
jun 6.618,56
233.517,16 132.465,44 183.355,00 218.671,22
jul 8.771,37
aug
sep
9.527,10
7.444,70
218.346,91 120.834,21 192.315,61
okt
nov
7.022,88
6.041,10
dec 5.667,96
242.776,67 126.942,46 241.608,65
F-03 : Tegenanalyses Labo F-04 : Brandstof Voertuigen F-05 : Onderhoud Voertuigen
978,37
1.069,91
1.179,59
1.424,84
1.098,81
1.130,21
1.090,24
1.297,06
1.461,72
1.443,11
1.471,29
1.462,36
816,48
891,77
2.228,57
6.216,47
1.754,14
916,80
3.891,02
2.512,13
1.819,80
1.616,06 2.566,24
F-06 : Huur Garages F-07 : Verzekeringen
48,58
194,25
F-09 : Aankoop Voertuigen
367,00
74.142,76
F-10 : Informaticamateriaal F-11 : Kantoorbenodigdheden F-12 : Materiaal (bidons, zegels) F-13 : Kleine Uitgaven
710,75
39,30
21,70
49,61
885,08
671,18
5.671,26
2.918,99
62,00
420,65
480,44
129,50
215,70 138,91
687,22
70,62
49,80
614,83
774,37
16.901,28
8.345,64
8.289,76
1.121,10
3.924,46
9.211,42
415,03
8.525,71
151,83
10,00
198,39
200,55
401,05
505,54
665,23
457,50
F-16 : Bedrijfskosten
1.228,10
339,68
152,62
49,45
165,91
117,39
F-17 : Kwaliteitscontrole
1.796,85
2.395,80
2.395,80
2.994,75
2.395,80
2.395,80
876,30
795,99
1.145,16
15.519,11
15.124,45
14.766,27
F-14 : GSM Aankopen
459,90
F-15 : GSM Kosten
F-18 : Terugbet. staalnames
30.791,25
881,45
396,34 17.267,27
15,00 459,90
919,80 1.477,54
907,07
441,12
868,26
1.030,05
149,25
41,95
127,55
250,02
8,30
489,14 51,85
2.994,75
2.395,80
2.994,75
2.395,80
2.395,80
2.395,80
2.507,70
0,00
1.787,42
1.176,90
14.273,39
16.784,67
15.046,82
25.031,04
F-19 : F-20 : F-08 : Personeelskosten
jan
TOTAAL :
feb
140.561,99 184.834,98
mrt
14.479,87 apr
23.358,04 mei
15.613,85 jun
262.170,37 176.819,04 227.392,21 260.669,71
15.029,97 jul
15.560,18 aug
sep
328.931,97 191.762,71 226.803,84
okt
nov
80.845,68 2.170.321,47 0,00 15.609,72 24.727,27 0,00 609,83 74.142,76 37.067,26 4.947,90 78.667,46 575,77 1.839,60 7.242,50 2.682,07 29.947,50 8.289,47 0,00 0,00 200.587,66
dec
283.256,08 156.633,77 298.267,25
2.738.103,92
De uitgaven van het Fonds kunnen in vijf categorieën worden onderverdeeld: •
Investering in duurzaam materieel: bestelwagens, informatica, G.S.M.,
•
Kosten voor bemonstering van motorbrandstoffen: aankoop recipiënten, zegels, brandstofonkosten bestelwagens, gebruiksonkosten bestelwagens, kosten G.S.M.,
•
Analysekosten van de laboratoria: analyses en tegenanalyses, kwaliteitscontrole (sedert 09/1997),
•
Personeelskosten: wedden, overuren,
•
Varia: verzekeringen, huur garage, aankoop klein kantoormateriaal, ...
De werkingskosten voor de werking van het Fonds bedroegen in de boekjaren van 1996 tot 2004 : € 14.156.058,64
23
De kosten worden onderverdeeld als volgt:
OVERZICHT KOSTEN FAPETRO 1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
TOTAAL 1996 - 2002
CODE : RUBRIEK
F-01 : Aankoop stalen F-02 : Analyses labo F-03 : Tegenanalyses labo F-04 : Brandstof & kosten voertuigen F-05 : Onderhoudskosten voertuigen F-06 : Huur garages F-07 : Verzekeringen F-08 : Personeelskosten F-09 : Aankoop voertuigen F-10 : Informaticamateriaal F-11 : Kantoorbenodigdheden F-12 : Materiaal (jerrycans, zegels) F-13 : Kleine uitgaven F-14 : GSM aankopen F-15 : GSM kosten F-16 : Bedrijfskosten F-17 : Kwaliteitscontrole F-18 : Controle PCB F-19 : Contract furfurol F-20 : Kosten buitenlandse zendingen
21.007,22 252.880,60 87.470,00 7.529,34 2.732,26 327,22 583,49 88.528,48 53.083,94 27.741,76 681,16 17.229,44 401,61 5.431,17 4.223,39 93,75 0,00 0,00 0,00 0,00
34.282,96 345.926,37 235.133,13 5.406,26 5.389,16 656,92 1.484,58 108.212,74 0,00 12.400,20 6.275,70 26.506,06 463,31 1.139,81 4.225,69 451,19 97.297,37 0,00 0,00 0,00
569.944,83
885.251,45
39.386,76 161.994,97 246.325,52 6.252,05 5.189,48 280,12 1.636,27 120.374,37 23.229,09 13.195,82 3.229,19 27.617,27 1.525,64 743,18 3.690,96 30,64 201.649,04 0,00 0,00 0,00
63.028,74 658.320,40 164.211,31 10.002,38 7.784,25 0,00 1.839,47 165.779,34 22.377,55 26.037,57 8.335,92 54.119,27 91,22 2.852,04 4.960,15 4,66 93.635,06 0,00 0,00 0,00
87.500,24 580.279,15 120.354,96 14.891,41 8.647,77 359,94 448,44 184.135,33 29.166,53 7.555,72 8.497,77 58.252,45 2.189,37 1.912,90 4.819,20 49,73 201.026,45 43.867,86 91.194,85 2.056,77
103.943,86 84.346,84 878.682,69 1.550.576,48 238.199,15 0,00 20.098,46 15.444,82 10.375,04 12.752,80 0,00 0,00 2.338,21 4.356,10 199.971,67 223.217,11 0,00 0,00 11.021,74 10.855,69 3.750,21 5.622,70 66.577,06 71.201,63 1.273,75 3.026,92 4.061,86 2.240,18 5.746,64 5.454,61 1.062,67 3.926,58 235.873,12 65.245,07 2.178,22 0,00 17.840,85 0,00 247,89 529,87
856.350,37 1.283.379,33 1.447.206,84 1.803.243,09
2.058.797,40
433.496,62 4.428.660,66 1.091.694,07 79.624,72 52.870,76 1.624,20 12.686,56 1.090.219,04 127.857,11 108.808,50 36.392,65 321.503,18 8.971,82 18.381,14 33.120,64 5.619,22 894.726,11 46.046,08 109.035,70 2.834,53 8.904.173,31
OVERZICHT KOSTEN FAPETRO 2003
2004
TOTAAL 1996 - 2004
CODE : RUBRIEK
F-01 : Aankoop Stalen F-02 : Analyses Labo F-03 : Tegenanalyses Labo F-04 : Brandstof & kosten Voertuigen F-05 : Onderhoudskosten Voertuigen F-06 : Huur Garages F-07 : Verzekeringen F-08 : Personeelskosten F-09 : Aankoop Voertuigen F-10 : Informaticamateriaal F-11 : Kantoorbenodigdheden F-12 : Materiaal (jerrycans, zegels) F-13 : Kleine Uitgaven F-14 : GSM Aankopen F-15 : GSM Kosten F-16 : Bedrijfskosten F-17 : Kwaliteitscontrole F-18 : Terugbetaling staalnames privé F-19 : Materieel laboratorium F-20 : Kosten Buitenlandse Zendingen
75.592,45
80.399,44
2.071.729,51
2.170.321,47
10.924,20
15.609,72
23.252,91
24.727,27
2.385,64
609,83
209.646,66
200.587,66 74.142,76
3.607,93
37.067,26
5.352,97
4.947,90
58.392,66
78.667,46
2.656,53
575,77
1.769,41
1.839,60
4.604,68
7.242,50
3.265,06
2.682,07
30.776,73
29.947,50
10.617,05
8.289,47
2.514.574,39
2.737.657,68
589.488,51 8.670.711,64 1.091.694,07 106.158,64 100.850,94 1.624,20 15.682,03 1.500.453,36 201.999,87 149.483,69 46.693,52 458.563,30 12.204,12 21.990,15 44.967,82 11.566,35 955.450,34 18.906,52 109.035,70 2.834,53 14.156.405,38
In 2004 bedroegen de uitgaven van het Fonds in het totaal € 2.737.657,68. In vergelijking met het boekjaar 2003 betekent dit een stijging met € 223.083,29. Deze stijging is grotendeels te wijten aan een meerkost van de laboanalyses en de aankoop van vier nieuwe bestelwagens die op hun beurt worden uitgerust met een GPSdata-planningsysteem.
24
3.3. Globale balans sinds de oprichting van het Fonds. Totaal ontvangsten:
1995 tot 2004:
14.936.188,53 (overdracht) + 4.934.052,54: Werkingskosten:
1995 tot 2004:
Verschil:
19.870.241,07 14.156.058,64 5.714.182,43
3.4. Nog te innen schuldvorderingen. Aantal onbetaalde facturen: kleiner dan 25,00€: groter dan 25,00€:
252,11 30.224,42
Totaal onbetaalde facturen: Waarvan bedrijven in faling:
30.476,53 12.721,02
Nog te ontvangen:
17.755,51
25
Uitslag van de rekening, afgelegd op 31 december 2004
Overschot van de ontvangsten op de uitgaven verricht tot 31/12/2003 Op P.C.R.:
Ontvangsten geïnd gedurende het jaar 2004 Rijksmiddelenbegroting -art 36.10 Voor orde -derdengelden Totaal:
Uitgaven gedaan gedurende het jaar 2004 Stortingen aan de Schatkist Voor orde -derdengelden Totaal:
14.467,64
4.946.763,13 2.720,80 4.949.483,93
4.860.000,00 1.502,40 4.861.502,40
Resultaat De waarden in kas op 31/12/2003 bedragen De ontvangsten geïnd gedurende het jaar 2004 bedragen
14.467,64 4.949.483,93
Totaal te verantwoorden:
4.963.951,57
De uitgaven verricht gedurende het jaar 2004 bedragen
4.861.502,40
Overschot van de ontvangsten op de uitgaven (op P.C.R. op 31/12/04):
102.449,17
26
4. Werkprogramma voor 2005. Controle van de kwaliteit van de gasolie verwarming. Van zodra de prijsvoorstellen van de labo’s voor de testen van de kwaliteit van de gasolie verwarming door het Bestuurscomité goedgekeurd zijn en de contracten door de betrokken partijen ondertekend zijn, zal Fapetro beginnen met de staalneming van gasolie verwarming aan de pomp. Er dient nog wel overeenstemming gevonden te worden over de bepaling van de andere plaatsen van staalneming. Ideaal zou zijn dat de staalneming op de vijf verschillende mogelijke locaties zou gebeuren (zie activiteiten Fapetro in 2004). Tevens dient het aangekochte systeem voor het nemen van een staal via een bypass voor de controle van de kwaliteit van de gasolie verwarming bij levering of op de vrachtwagen nog op zijn degelijkheid uitgetest te worden Indien het systeem goedgekeurd wordt, moeten de chauffeurs nog een kleine opleiding krijgen aangezien voor het werken met dit systeem een zekere handigheid vereist is. Er dient eveneens een resultaatsverbintenis met de Dienst Metrologie opgesteld te worden. Fapetro zal de Dienst Metrologie helpen met de controle van de temperatuurgecorrigeerde tellers bij de publieke verdeelpunten. De chauffeurs van Fapetro zullen hiervoor wel een bijkomende opleiding moeten krijgen. Als tegenprestatie zal de Dienst Metrologie monsters van de leveringen gasolie in bulk nemen.
Het register van de private pompen. Het register van de pompen voor eigen gebruik dient vervolledigd te worden. Dit zal enerzijds gebeuren via de klantenlijsten die door de Algemene Dienst Controle en Bemiddeling opgevraagd worden, en anderzijds via een nog op te stellen samenwerkingsakkoord met de Federale Overheidsdienst Financiën die, ten gevolge de terugbetaling voor de diesel door Douane en Accijnzen, in 2005 over een volledige gegevensbank zullen beschikken.
Slechte stalen pompen voor eigen gebruik. Momenteel wordt er nog niet repressief opgetreden. Sommige leden van het Beheerscomité zijn van oordeel dat dit moet veranderen. Dit punt zal tijdens de volgende vergaderingen verder besproken worden. De reden waarom de controles van de pompen voor eigen gebruik geen repressief karakter hebben is omdat de overtreding niet noodzakelijk door de betrokkenen wordt gepleegd.
27
Bij de private pompen is immers het bedrijf de eindgebruiker en is hij dus in dezelfde positie als de automobilist. De houder van een private pomp verkoopt niet en in tegenstelling met een publieke pomp. Wettelijk is het dus moeilijk om zo maar te beboeten aangezien de houder van een private pomp in feite een consument, een klant is. Het is niet steeds de schuld van de laatste schakel in de keten en sommige leden van het Beheerscomité vinden het dan ook niet terecht om de houders van de pompen voor eigen gebruik aan te pakken. Bovendien is het lastig om de houders van de private pompen aan de ene kant te overtuigen om mee te werken indien zij langs de andere kant de kans lopen beboet te worden ten gevolge van hun medewerking. De databank van de private pompen is absoluut nog niet volledig en de maatschappijen die er in voorkomen hebben zich vrijwillig aangemeld. Van zodra de databank representatief is voor de sector kunnen eventueel dezelfde regels als voor de publieke pompen toegepast worden. Voor het ogenblik wijst Fapetro de betrokken maatschappijen op de gevaren en de nadelen van de overtreding. In geval van een overtreding van het zwavelgehalte vanaf 350 ppm lijkt het evenwel logisch dat er een proces verbaal zou opgesteld worden. Dit zijn duidelijke overtredingen en moeten dan ook aan de Dienst Douane en Accijnzen gemeld worden. Lagere waarden zijn verklaarbaar en niet noodzakelijk het gevolg van fraude. Langs de andere kant stelt men evenwel vast dat steeds meer publieke pompen willen overschakelen naar het statuut van de private pompen omdat deze laatste niet geverbaliseerd en beboet worden in geval van een slecht staal. Tenslotte is er nog het probleem wat er met product in de tank moet gebeuren indien dit niet conform de normen is. Eventueel kan Fapetro met sommige maatschappijen afspraken maken om de slechte producten terug te nemen. Deze handelswijze wordt momenteel reeds toegepast door de Dienst Douane en Accijnzen.
Samenwerking met Bofas. Vanaf 1 januari 2005 zal Fapetro een jaarlijkse vergoeding van 25.000 euro ontvangen van Bofas voor het verwerken van de kwartaalaangiften van de accijnsplichtige ondernemingen, het opmaken en het verzenden ter inning aan de accijnsplichtige ondernemingen van de bijdragestaten, de inning van deze te verzorgen en het opmaken van een aantal statistieken en gegevens.
28
Aanpassing nieuwe voertuigen. Van zodra de diverse prijsoffertes vergeleken zijn zullen de vier aangekochte voertuigen aangepast worden aan de vereiste veiligheidsnormen en kunnen de oude versleten voertuigen eindelijk vervangen worden. De nieuwe voertuigen zijn allen uitgerust met een GPS-systeem waardoor de door de chauffeurs gepresteerde uren beter gecontroleerd zullen kunnen worden.
Euromarker. Vanaf 1 januari 2004 geldt voor de ganse Europese Gemeenschap de maximum van 9 mg voor de solvent-yellow 124. Tot op heden is er nog steeds geen algemeen aanvaardbare analysemethode hiervoor. Dit is een taak voor de Dienst voor Normalisatie. De Dienst Douane en Accijnzen heeft wel al een analysemethode uitgewerkt voor het product Yellow 124. Deze methode zal nader onderzocht worden.
Analysemethode voor het zwavelgehalte. Vanaf 1 januari 2005 zou in principe de 10 ppm-limiet moeten ingevoerd worden. De huidige meetmethode voor het zwavelgehalte is weinig betrouwbaar wegens niet nauwkeurig genoeg voor kleinere concentraties. Er zou dus een nieuwe analysemethode moeten uitgewerkt worden.
Introductie van de biobrandstoffen. Fapetro is heeft kennis genomen van de introductie van de biobrandstoffen, maar heeft twijfels betreffende de effectieve controle hiervan. Fapetro is enkel in staat om na te gaan of de 5% grens niet overschreden wordt.
Nieuwe contracten. • Het contract met BE-Consult betreffende de bewaking van het controlesysteem loopt ten einde op 15 september 2005. Er dient dus een nieuwe openbare aanbesteding uitgeschreven te worden. • De overeenkomst met de laboratoria betreffende de systematische analyse van de monsterneming in het kader van het Fonds voor de Analyse van aardolieproducten eindigt op 30 juni 2005.
29
Artikel 11 van deze overeenkomst voorziet de mogelijkheid om dit contract stilzwijgend met één periode van 1 jaar te verlengen. Indien dit niet gebeurt dient voor de systematische analyse eveneens een openbare aanbesteding gelanceerd te worden.
30
GRAFIEKEN
31
Grafieken m.b.t. de publieke pompen Grafieknr. 1 2 3 4 5 6 7
Onderwerp Algemeen overzicht van het aantal stalen met negatieve resultaten per kwartaal voor het jaar 2004 voor alle publieke pompen. Overzicht van het aantal genomen stalen bij grote merken voor het jaar 2004. Overzicht van het aantal genomen stalen bij kleine merken voor het jaar 2004. Verdeling van het aantal genomen monsters met negatieve resultaten per kwartaal voor de grote merken. Verdeling van het aantal genomen monsters met negatieve resultaten per kwartaal voor de kleine merken. Verdeling van het aantal monsters per maand voor de grote merken. Verdeling van het aantal monsters per maand voor de kleine merken.
Dichtheid 8 9
Frekwentieverdeling van de dichtheid van EUROSUPER. Frekwentieverdeling van de dichtheid van SUPER+ 50S.
Zwavelgehalte 10 11
Frekwentieverdeling van het zwavelgehalte in EUROSUPER. Frekwentieverdeling van het zwavelgehalte in SUPER+ 50S.
Benzeengehalte 12 13
Frekwentieverdeling van het benzeengehalte in EUROSUPER. Frekwentieverdeling van het benzeengehalte in SUPER+ 50S.
Dampspanning 14 15 16 17 18 19 20 21
Frekwentieverdeling van de dampspanning van EUROSUPER voor de zomerperiode van 1/05/2004 t.e.m. 30/09/2004. Frekwentieverdeling van de dampspanning van EUROSUPER voor de overgangsperiode van 1/10/2004 t.e.m. 31/10/2004. Frekwentieverdeling van de dampspanning van EUROSUPER in de winterperiode van 1/01/2004 t.e.m. 31/3/2004 en van 1/11/2004 t.e.m. 31/12/2004. Frekwentieverdeling van de dampspanning van EUROSUPER voor de overgangsperiode van 1/04/2004 t.e.m. 30/4/2004. Frekwentieverdeling van de dampspanning van SUPER+ 50S de zomerperiode van 1/05/2004 t.e.m. 30/09/2004. Frekwentieverdeling van de dampspanning van SUPER+ 50S voor de overgangsperiode van 1/10/2004 t.e.m. 31/10/2004. Frekwentieverdeling van de dampspanning van SUPER+ 50S in de winterperiode van 1/01/2004 t.e.m. 31/3/2004 en van 1/11/2004 t.e.m. 31/12/2004. Frekwentieverdeling van de dampspanning van SUPER+ 50S voor de overgangsperiode van 1/04/2004 t.e.m. 30/4/2004.
Gasolie-wegvervoer 22 23
Frekwentieverdeling van de dichtheid van GASOLIE 50S. Frekwentieverdeling van het zwavelgehalte in GASOLIE 50S.
Vlampunt 24
Overzicht van het aantal overtredingen van het vlampunt per maand voor de publieke pompen.
32
Grafieken m.b.t. de private pompen Grafieknr. 25 26 27
Onderwerp Verdeling van het aantal monsters per maand voor de private pompen. Verdeling van het aantal monsters met negatieve resultaten per kwartaal voor de private pompen. Overzicht van het aantal stalen met negatieve resultaten per kwartaal voor het jaar 2004.
Dichtheid 28 29
Frekwentieverdeling van de dichtheid van EUROSUPER. Frekwentieverdeling van de dichtheid van SUPER+ 50S.
Zwavelgehalte 30 31
Frekwentieverdeling van het zwavelgehalte in EUROSUPER. Frekwentieverdeling van het zwavelgehalte in SUPER+ 50S.
Benzeengehalte 32 33
Frekwentieverdeling van het benzeengehalte in EUROSUPER. Frekwentieverdeling van het benzeengehalte in SUPER+ 50S.
Dampspanning 34 35 36 37
Frekwentieverdeling van de dampspanning van EUROSUPER voor de zomerperiode van 1/05/2004 t.e.m. 30/09/2004. Frekwentieverdeling van de dampspanning van EUROSUPER in de winterperiode van 1/01/2004 t.e.m. 31/3/2004 en van 1/11/2004 t.e.m. 31/12/2004. Frekwentieverdeling van de dampspanning van SUPER+ 50S voor de zomerperiode van 1/05/2004 t.e.m. 30/09/2004. Frekwentieverdeling van de dampspanning van SUPER+ 50S voor de winterperiode van 1/01/2004 t.e.m. 31/3/2004 en van 1/11/2004 t.e.m. 31/12/2004.
Gasolie-wegvervoer 38 39
Frekwentieverdeling van de dichtheid van GASOLIE 50S. Frekwentieverdeling van het zwavelgehalte in GASOLIE 50S.
Vlampunt 40
Overzicht van het aantal overtredingen van het vlampunt per maand voor de private pompen.
33
Percentage stalen met negatieve resultaten (%).
0,00%
2,00%
4,00%
6,00%
8,00%
10,00%
5,99%
4,42%
0,96%
1° Kwartaal
1,52%
9,56% 5,20% 2° Kwartaal
1,91%
2,77% 1,40%
3° Kwartaal
euro 95
super+ 50S
1,91% 0,71% 4° Kwartaal
5,18%
12,00%
Analyseresultaten 2004
gasolie 50S
Grafiek 1: Overzicht van het aantal stalen met negatieve resultaten per kwartaal.
Publieke pompen
2,05% Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
2004
4,57%
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
3,52%
0
200
400
600
800
1000
810
8
418
19
Maatschappij 2
26
1020
Maatschappij 3
# genomen stalen # stalen met slechte resultaten
522
10 Maatschappij 4
# stalen
832
9
790
25
20
1136
Analyseresultaten 2004
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
Grafiek 2: Overzicht van het aantal genomen stalen bij grote merken voor het jaar 2004.
Maatschappij 5
1200
Maatschappij 1
Publieke pompen
Maatschappij 6
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
Maatschappij 7
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
1000
09
Maatschappij 33
5
Maatschappij 32
3 2
Maatschappij 31
88 207
Analyseresultaten 2004
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
3 29
Maatschappij 34
Publieke pompen
0
Maatschappij 35
Grafiek 3: Overzicht van het aantal genomen stalen bij kleine merken voor het jaar 2004.
# genomen stalen # stalen met slechte resultaten
262
11 5 60 0 24 137 1 3 56 1 45 0 112 04 0 127 6 4 52 117 6 77 3 05 0 16 018 1 46 4 65 83 4 06 010 316 09 1 57 17 5 36 42
Maatschappij 36
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
# stalen
Maatschappij 1 220 Maatschappij 2 Maatschappij 3 Maatschappij 4 Maatschappij 5 Maatschappij 6 Maatschappij 7 Maatschappij 8 Maatschappij 9 Maatschappij 10 Maatschappij 11 Maatschappij 12 Maatschappij 13 Maatschappij 14 Maatschappij 15 Maatschappij 16 Maatschappij 17 Maatschappij 18 Maatschappij 19 Maatschappij 20 Maatschappij 21 Maatschappij 22 Maatschappij 23 Maatschappij 24 Maatschappij 25 Maatschappij 26 Maatschappij 27 Maatschappij 28 Maatschappij 29 Maatschappij 30
6 45
Maatschappij 37
896
59
Maatschappij 38
338
29
0
2
4
6
8
10
12
14
16
18
Publieke pompen
Analyseresultaten 2004
3,12
1° Kwartaal
13,16
# genomen stalen (x100) # stalen met negatieve resultaten (%)
2,69
2° Kwartaal
13,75
1,07
3° Kwartaal
16,9
1,83
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
4° Kwartaal
11,47
Grafiek 4: Verdeling van het aantal monsters met negatieve resultaten per kwartaal voor de grote merken.
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
# stalen
0
2
4
6
8
10
12
Publieke pompen
Analyseresultaten 2004
5,67
1° Kwartaal
7,59
2° Kwartaal
6,42
9,35
3,75
3° Kwartaal
8,8
4,66
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
4° Kwartaal
7,3
# genomen stalen (x100) # stalen met negatieve resultaten (%)
Grafiek 5: Verdeling van het aantal monsters met negatieve resultaten per kwartaal voor de kleine merken.
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
# stalen
0
100
200
300
400
500
600
700
Jan.
18
422
Publieke pompen
Feb.
14
367
Mrt.
9
527
Apr.
2
493
Mei
25
434
Jun.
10
448
Jul.
6
559
Aug.
8
660
Sep.
4
471
Okt.
5
454
Dec.
8
341
Analyseresultaten 2004
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
Nov.
8
352
Grafiek 6: Verdeling van het aantal monsters per maand voor de grote merken.
# genomen stalen # stalen met negatieve resultaten
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
# stalen
0
50
100
150
200
250
300
350
Jan.
13
249
Publieke pompen
Analyseresultaten 2004
Feb.
14
231
Mrt.
16
279
Apr.
9
208
Mei
35
185
Jun.
16
249
Jul.
13
268
Aug.
8
330
Sep.
12
282
Okt.
11
221
Nov.
19
265
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
Dec.
4
244
Grafiek 7: Verdeling van het aantal monsters per maand voor de kleine merken.
# genomen stalen # stalen met negatieve resultaten
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
# stalen
0
100
0
14
81
>725 730
200
146
>730 735
300
266
374
450
>750 755
>745 750
Klassegrenzen (Kg/m3)
>740 745
400
>715 720
523 457
>755 760
500
Norm: min. 720 / max. 775 Kg/m
3
>735 740
Frekwentie
258
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
0
2
748,41 0,1812 749 747,5 9,1973 84,5901 720,2 774 2576 0,3553
5
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
Grafiek 8: Frekwentieverdeling van de dichtheid van EUROSUPER.
>765 770
600
>720 725
Publieke pompen
>760 765
Analyseresultaten 2004
>770 775
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>775 780
0
100
200
0
25
96
>725 730
300
177
>730 735
400
200
468
>745 750 Klassegrenzen (Kg/m3)
>740 745
500
>715 720
584 552
>750 755
600
Norm: min. 720 / max. 775 Kg/m 3
>735 740
Frekwentie
201
8
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
0
745,52 0,1661 746,5 748,1 7,9870 63,7924 721,2 765,7 2312 0,3257
1
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
Grafiek 9: Frekwentieverdeling van de dichtheid van SUPER+ 50S.
>755 760
700
>720 725
Publieke pompen
>760 765
Analyseresultaten 2004
>765 770
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>770 775
0
2
4
6
8
2
0
Norm: max. 150 mg/kg
5
>10 15
10
7
Klassegrenzen (mg/kg)
6
6
6
>20 25
12
>25 30
Volgende waarde is niet zichtbaar op de grafiek: 178mg/kg.
14
>35 40
14
>5 10
35,74 2,4873 37 50 21,11 445,44 5 178 72 4,9595
>30 35
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%
>15 20
Frekwentie
10
15
Grafiek 10: Frekwentieverdeling van het zwavelgehalte in EUROSUPER.
>40 45
16
0 5
Publieke pompen
0
Analyseresultaten 2004
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
>45 50
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>50 55
0
5
10
15
3
16
19 17
7
>30 35
Klassegrenzen (mg/kg)
>35 40
50
>15 20
>10 15
20
24
3
>40 45
>20 25
Frekwentie
25
27
30
2
>45 50
Volgende waarde is niet zichtbaar op de grafiek: 73, 84 en 85mg/kg.
>25 30
0
0
1
0
22,82 1,1429 23 5 14,09 198,54 5 85 152 2,2581
Analyseresultaten 2004
Norm: max. 50 mg/kg
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
>50 55
30
0 5
Grafiek 11: Frekwentieverdeling van het zwavelgehalte in SUPER+ 50S.
>55 60
35
>5 10
Publieke pompen
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
>60 65
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>65 70
0
0
1
>0,3 0,4
10
5
>0,4 0,5
20
17
>0,5 0,6
30
16
21
>0,7 0,8
40
>0,6 0,7
Norm: max. 1% vol.
14
4 1
0
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
0
0
0
0
0
Klassegrenzen (v/v %)
>0,8 0,9
Frekwentie
50
>0,9 1,0
60
>1,0 1,1
0,75 0,0189 0,80 0,80 0,1678 0,0282 0,4 1,6 79 0,0376
>1,1 1,2
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
>1,2 1,3
Grafiek 12: Frekwentieverdeling van het benzeengehalte in EUROSUPER.
>1,3 1,4
70
>0,2 0,3
Publieke pompen
>1,4 1,5
Analyseresultaten 2004
>1,5 1,6
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>1,6 1,7
0
5
10
15
20
25
30
0
5
5
Norm: maximum 1% vol.
>0,1 0,2
35
>0,2 0,3
40
15
43 40
>0,4 0,5
Klassegrenzen (v/v %)
>0,5 0,6
45
0,57 0,0121 0,60 0,50 0,1489 0,0222 0,2 0,9 152 0,0239
29
>0,6 0,7
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
9 6 0
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
Grafiek 13: Frekwentieverdeling van het benzeengehalte in SUPER+ 50S.
>0,3 0,4
Frekwentie
Publieke pompen
>0,7 0,8
50
0 0,1
Analyseresultaten 2004
>0,8 0,9
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>0,9 1,0
0
200
400
600
0
65
>50 55
29
Klassegrenzen (KPa)
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
0
1 0
1 7
Norm: min. 45 KPa / max. 60 KPa.
57,5 0,056 57,3 58,2 1,918 3,677 50,9 84,7 1183 0,109
>65 70
800
>60 65
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
>70 75
1000
>45 50
1080
>75 80
>55 60
1200
Grafiek 14: Frekwentieverdeling van de dampspanning van EUROSUPER voor de zomerperiode van 1/05/2004 t.e.m. 30/09/2004.
Publieke pompen
Analyseresultaten 2004
>80 85
Frekwentie
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>85 90
0
10
20
30
0
4
>50 55
18
Klassegrenzen (KPa)
20
21
Norm: min. 45 KPa / max. 95 KPa.
>60 65
40
>65 70
50
53
>70 75
>55 60
60
22
>75 80
Gemiddelde 70,5 Standaardfout 0,793 Mediaan 70,7 Modus 57,6 Standaarddeviatie 11,135 Steekproefvariantie 123,997 53,9 Minimum 89,7 Maximum Aantal 197 Betrouw baarheidsniveau(95.0%) 1,565
42
>80 85
70
>45 50
17
Grafiek 15: Frekwentieverdeling van de dampspanning van EUROSUPER voor de overgangsperiode van 1/10/2004 t.e.m. 31/10/2004.
Publieke pompen
0
Analyseresultaten 2004
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
>85 90
Frekwentie
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>90 95
0
50
11
20
Klassegrenzen (KPa)
3
2
0
0
1
0
>35 40
100
>40 45
150
>45 50
200
>50 55
Norm: min. 65 KPa / max. 95 KPa.
>55 60
250
>60 65
300
>65 70
350
46
117
388
402
0
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
>85 90
400
>70 75
87,8 0,175 89,2 91,3 5,494 30,181 42,8 95 990 0,343
>75 80
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
>90 95
450
Analyseresultaten 2004
Grafiek 16: Frekwentieverdeling van de dampspanning van EUROSUPER voor de winterperiode van 1/01/2004 t.e.m. 31/03/2004 en van 1/11/2004 t.e.m. 31/12/2004.
Publieke pompen
>80 85
Frekwentie
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>95 100
0
10
20
30
0
4
>50 55
40
43
Klassegrenzen (KPa)
19
20
>65 70
>60 65
50
14
>75 80
60
21
Gemiddelde 66,6 Standaardfout 0,702 Mediaan 63,15 Modus 58,3 Standaarddeviatie 10,172 Steekproefvariantie 103,478 Minimum 54,4 Maximum 92,2 Aantal 210 Betrouw baarheidsniveau(95.0%) 1,384
10 4 0
Norm: min. 45 KPa / max. 95 KPa.
>80 85
70
75
>70 75
Grafiek 17: Frekwentieverdeling van de dampspanning van EUROSUPER voor de overgangsperiode van 1/04/2004 t.e.m. 30/04/2004.
Publieke pompen
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
>85 90
>55 60
80
>45 50
Analyseresultaten 2004
>90 95
Frekwentie
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>95 100
0
200
400
0
12
>50 55
600
40 6
Klassegrenzen (KPa)
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
0
1
3
6
Norm: min. 45 KPa / max. 60 KPa.
>70 75
800
>45 50
968
>60 65
58,1 0,072 57,8 58,2 2,325 5,405 50,9 80,4 1036 0,142
>75 80
>55 60
1000
>65 70
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
Grafiek 18: Frekwentieverdeling van de dampspanning van SUPER+ 50S voor de zomerperiode van 1/05/2004 t.e.m. 30/09/2004.
Publieke pompen
Analyseresultaten 2004
>80 85
Frekwentie
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>85 90
0
10
20
0
2
>50 55
30
15
>60 65
40
24
>65 70
50
26
Klassegrenzen (KPa)
>70 75
60
71
18
21
9 2
0
Norm: min. 45 KPa / max. 95 KPa.
>80 85
70
>75 80
Gemiddelde 67,7 Standaardfout 0,743 Mediaan 66,9 Modus 58,2 Standaarddeviatie 10,188 Steekproefvariantie 103,799 Minimum 53,2 Maximum 94,6 Aantal 188 Betrouw baarheidsniveau(95.0%) 1,466
Grafiek 19: Frekwentieverdeling van de dampspanning van SUPER+ 50S voor de overgangsperiode van 1/10/2004 t.e.m. 31/10/2004.
Publieke pompen
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
>85 90
>55 60
80
>45 50
Analyseresultaten 2004
>90 95
Frekwentie
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>95 100
0
50
100
0
8
5
>55 60
150
>60 65
Norm: min. 65 KPa / max. 95 KPa.
21
>65 70
200
37
60
Klassegrenzen (KPa)
>70 75
250
137
298
>85 90
300
>75 80
86,5 0,226 88,7 91,3 6,790 46,108 55,8 96,5 900 0,444
>80 85
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
326
8
Grafiek 20: Frekwentieverdeling van de dampspanning van SUPER+ 50S voor de winterperiode van 1/01/2004 t.e.m. 31/03/2004 en van 1/11/2004 t.e.m. 31/12/2004.
Publieke pompen
0
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
>90 95
350
>50 55
Analyseresultaten 2004
>95 100
Frekwentie
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>100 105
0
10
20
30
40
50
0
6
>50 55
60
39
>60 65
70
22 11
11
11
Klassegrenzen (KPa)
64,3 0,627 60,7 59,6 8,668 75,140 53,4 88 191 1,237
6 0
Norm: min. 45 KPa / max. 95 KPa.
>70 75
80
85
>75 80
>55 60
90
>65 70
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
>80 85
100
>45 50
Grafiek 21: Frekwentieverdeling van de dampspanning van SUPER+ 50S voor de overgangsperiode van 1/04/2004 t.e.m. 30/04/2004.
Publieke pompen
Analyseresultaten 2004
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
>85 90
Frekwentie
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>90 95
0
500
1000
1500
833,80 0,0507 834 834,2 3,0553 9,3349 820,2 843,3 3633 0,0994
0
27
Norm: min. 820 / max. 845 Kg/m 3
>820 825
2000
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
355
>825 830
Frekwentie
2042
>830 835 Klassegrenzen (Kg/m3)
1127
82
0
Analyseresultaten 2004
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
Grafiek 22: Frekwentieverdeling van de dichtheid van GASOLIE 50S.
>835 840
2500
>815 820
Publieke pompen
>840 845
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>845 850
0
200
400
600
800
1000
1200
4
36
>10 20
1400
566
1181
Klassegrenzen (mg/kg)
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
0
1
1 0
1
4
9
18
Norm: max. 50 mg/kg
>50 60
37,62 0,1773 37 36 10,67 113,88 2 426 3621 0,3477
>60 70
1600
>20 30
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
>70 80
Volgende waarden zijn niet zichtbaar op de grafiek: 162, 238 en 426mg/kg.
>80 90
>30 40
1800
1797
>90 100
Frekwentie
Publieke pompen
>100 110
2000
0 10
Grafiek 23: Frekwentieverdeling van het zwavelgehalte in GASOLIE 50S.
>40 50
Analyseresultaten 2004
>110 120
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>120 130
# overtredingen op het vlampunt
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Jan.
13
43,5
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
Feb.
12
50,3
Maart
9
50,3
April
2
32,5
Mei
2
24,3
Juni
1
43
Juli
2
21,5
gemiddelde waarde overtreding
# overtredingen
Aug.
5
50,4
Sept.
5
36,2
Okt.
4
51
Dec.
8
0
10
20
30
40
50
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
Nov.
4
48,4
51,7
Grafiek 24: Overzicht van het aantal overtredingen van het vlampunt per maand.
Publieke pompen
Analyseresultaten 2004
gemiddelde waarde vlampunt (°C)
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
Jan.
19
187
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
# stalen
Feb.
27
165
Mrt.
22
155
Apr.
25
124
Mei
11
124
Jun.
11
92
7
Jul.
57
# stalen met negatieve resultaten
# genomen stalen
6
Aug.
39
Sep.
19
168
Okt.
24
156
Grafiek 25: Verdeling van het aantal monsters per maand.
Private pompen
Dec.
17
123
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
Nov.
19
132
Analyseresultaten 2004
0
10
20
30
40
50
60
Private pompen
Analyseresultaten 2004
13,41
1° Kwartaal
50,7
13,82
2° Kwartaal
34
12,12
3° Kwartaal
26,4
14,60
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
4° Kwartaal
41,1
# stalen met negatieve resultaten (%)
# genomen stalen (x10)
Grafiek 26: Verdeling van het aantal monsters met negatieve resultaten per kwartaal.
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
# stalen
Percentage stalen met negatieve resultaten (%).
0,00%
10,00%
20,00%
30,00%
40,00%
50,00%
60,00%
70,00%
80,00%
13,61%
18,18%
0,00%
1° Kwartaal
12,31%
22,22%
83,33% 2° Kwartaal
10,48%
33,33%
42,86% 3° Kwartaal
euro 95
super+ 50S
41,67%
50,00%
4° Kwartaal
13,23%
90,00%
gasolie 50S
36,67%
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
2003
29,27%
100,00%
Private pompen
Analyseresultaten 2004
Grafiek 27: Overzicht van het aantal stalen met negatieve resultaten per kwartaal.
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
12,68%
0
1
2
3
4
5
6
0
1 0
Norm: min. 720 / max. 775 Kg/m 3
>725 730
7
>730 735
5 4
8
>745 750 Klassegrenzen (Kg/m3)
6
>750 755
8
>735 740
Gemiddelde 747,49 Standaardfout 1,4702 Mediaan 746,9 Modus 745,5 Standaarddeviatie 8,0527 Steekproefvariantie 64,8458 Minimum 726,1 Maximum 764,2 Aantal 30 Betrouw baarheidsniveau(95.0%) 3,0069
>740 745
Frekwentie
4
2
Grafiek 28: Frekwentieverdeling van de dichtheid van EUROSUPER.
>755 760
9
>720 725
Private pompen
0
Analyseresultaten 2004
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
>760 765
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>765 770
0
2
4
6
8
0
1
1
>720 725
7
Norm: min. 720 / max. 775 Kg/m 3
>725 730
10
>730 735
12
5 4
11
Klassegrenzen (Kg/m3)
14
>750 755
14
>735 740
745,09 1,3338 746,65 745,7 9,0463 81,8350 724,2 762,9 46 2,6864
>745 750
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
>740 745
Frekwentie
2 1
Grafiek 29: Frekwentieverdeling van de dichtheid van SUPER+ 50S.
>755 760
16
>715 720
Private pompen
0
Analyseresultaten 2004
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
>760 765
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>765 770
0
1
2
3
2
1
>5 10
4
0
0
>10 15
5
Klassegrenzen (mg/kg)
1
1
>20 25
Norm: max. 150 mg/kg
>15 20
33,17 5,3990 39,5 50 18,70 349,79 5 50 12 11,8831
>25 30
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
0 >30 35
Frekwentie
5
0
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
1
1
Grafiek 30: Frekwentieverdeling van het zwavelgehalte in EUROSUPER.
>35 40
6
0 5
Private pompen
>40 45
Analyseresultaten 2004
>45 50
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>50 55
0
0,5
1
1,5
2
0
1
1
3
Klassegrenzen (mg/kg)
2
2
>15 20
2,5
>20 25
Norm: max. 50 mg/kg
>25 30
3
>5 10
29,00 3,5410 27,5 44 13,25 175,54 9 49 14 7,6498
>10 15
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
0 >30 35
Frekwentie
1
3
Grafiek 31: Frekwentieverdeling van het zwavelgehalte in SUPER+ 50S.
1
0
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
>40 45
3,5
0 5
Private pompen
>35 40
Analyseresultaten 2004
>45 50
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>50 55
Frekwentie
0
1
2
3
4
5
0
Norm: max. 1% vol.
1
1
>0,3 0,4
0,67 0,0376 0,70 0,80 0,1303 0,0170 0,4 0,8 12 0,0828
>0,4 0,5
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
Klassegrenzen (v/v %)
3
3
>0,5 0,6
4
Grafiek 32: Frekwentieverdeling van het benzeengehalte in EUROSUPER.
>0,6 0,7
6
>0,2 0,3
Private pompen
0
Analyseresultaten 2004
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
>0,7 0,8
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>0,8 0,9
0
1
2
3
0
1
1
>0,1 0,2
4
0
4
Klassegrenzen (v/v %)
>0,4 0,5
Frekwentie
5
>0,3 0,4
6
>0,5 0,6
6
>0,2 0,3
0
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
1
1
Norm: max. 1% vol.
0,54 0,0402 0,60 0,60 0,1505 0,0226 0,2 0,8 14 0,0869
Analyseresultaten 2004
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
Grafiek 33: Frekwentieverdeling van het benzeengehalte in SUPER+ 50S.
>0,6 0,7
7
0 0,1
Private pompen
>0,7 0,8
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>0,8 0,9
0
1
2
3
4
0
5
>55 60
5
3
>60 65
6
2
0
Klassegrenzen (KPa)
>65 70
7
>70 75
0
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
1
1
Norm: min. 45 KPa / max. 60 KPa.
64,1 2,455 61,95 #N/A 8,504 72,320 55,6 81,7 12 5,403
Analyseresultaten 2004
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
>75 80
8
>50 55
Grafiek 34: Frekwentieverdeling van de dampspanning van EUROSUPER voor de zomerperiode van 1/05/2003 t.e.m. 30/09/2003.
Private pompen
>80 85
Frekwentie
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>85 90
0
1
2
0
1
1
1
>50 55
3
>55 60
Norm: min. 65 KPa / max. 95 KPa.
>60 65
4
Klassegrenzen (KPa)
0
0 >65 70
5
3
>75 80
6
3
>80 85
Gemiddelde 80,0 Standaardfout 2,772 Mediaan 84,8 Modus 85,9 Standaarddeviatie 11,431 Steekproefvariantie 130,663 Minimum 54,4 Maximum 92,2 Aantal 17 Betrouw baarheidsniveau(95.0%) 5,877
>70 75
6
2
Grafiek 35: Frekwentieverdeling van de dampspanning van EUROSUPER voor de winterperiode van 1/01/2003 t.e.m. 31/03/2003 en van 1/11/2003 t.e.m. 31/12/2003.
Private pompen
0
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
>85 90
7
>45 50
Analyseresultaten 2004
>90 95
Frekwentie
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>95 100
0
1
2
3
4
5
6
0
3
>60 65
7
1 0
Klassegrenzen (KPa)
>65 70
>55 60
8
8
>70 75
Frekwentie
0
1 0
Norm: min. 45 KPa / max. 60 KPa.
61,6 2,112 58,5 58,5 7,616 58,002 56,8 84,9 13 4,602
Analyseresultaten 2004
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
Grafiek 36: Frekwentieverdeling van de dampspanning van SUPER+ voor de zomerperiode van 1/05/2003 t.e.m. 30/09/2003.
>75 80
9
>45 50
Private pompen
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
>80 85
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>85 90
0
1
2
3
0
3
>55 60
4
4
4
Klassegrenzen (KPa)
2
2
>65 70
>60 65
5
>75 80
6
>70 75
Norm: min. 65 KPa / max. 95 KPa.
5
>80 85
Gemiddelde 74,8 Standaardfout 2,240 Mediaan 76,5 Modus 60,6 Standaarddeviatie 11,198 Steekproefvariantie 125,388 57,7 Minimum 91,3 Maximum Aantal 25 Betrouw baarheidsniveau(95.0%) 4,622
2
3
Grafiek 37: Frekwentieverdeling van de dampspanning van SUPER+ voor de winterperiode van 1/01/2003 t.e.m. 31/03/2003 en van 1/11/2003 t.e.m. 31/12/2003.
Private pompen
>85 90
7
>45 50
0
Analyseresultaten 2004
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
>90 95
Frekwentie
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>95 100
0
100
200
300
400
500
600
0
25
>820 825
700
123
782
453
Klassegrenzen (Kg/m3)
>835 840
>830 835
800
Norm: min. 820 / max. 845 Kg/m 3
>825 830
Frekwentie
33
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
0
1
833,85 0,0869 834 834 3,2714 10,7020 821,5 852,6 1418 0,1704
1
Gemiddelde Standaardfout Mediaan Modus Standaarddeviatie Steekproefvariantie Minimum Maximum Aantal Betrouw baarheidsniveau(95.0%)
Grafiek 38: Frekwentieverdeling van de dichtheid van GASOLIE 50S.
>845 850
900
>815 820
Private pompen
>840 845
Analyseresultaten 2004
>850 855
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>855 860
0
2
24
23
23
7 6
11
Klassegrenzen (mg/kg)
43
45
>50 60
100
172
>70 80
>20 30
200
>80 90
Norm: max. 50 mg/kg
>90 100
300
527
>100 110
Frekwentie
400
516
>60 70
>40 50
>30 40
Volgende waarden zijn niet zichtbaar op de grafiek: 168, 174, 306, 723 en 1242mg/kg.
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
0
1 0
1
Gemiddelde 43,92 Standaardfout 1,0805 Mediaan 40 Modus 41 Standaarddeviatie 40,52 Steekproefvariantie 1641,55 9 Minimum Maximum 49 Aantal 1406 Betrouw baarheidsniveau(95.0%) 2,1196
>120 130
500
>10 20
Grafiek 39: Frekwentieverdeling van het zwavelgehalte in GASOLIE 50S.
>130 140
600
0 10
Private pompen
>110 120
Analyseresultaten 2004
>140 150
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
>150 160
# overtredingen op het vlampunt
0
1
2
3
4
5
Jan.
3
Feb.
0
Maart
0 April
0
gemiddelde waarde overtreding
43,2
Private pompen
Mei
0
53
Juni
1
Juli
1
53
Aug.
0
Sept.
0
Okt.
0
53
Dec.
1
0
10
20
30
40
Bestand: ED\Excel\2004\Jaarverslag
Nov.
1
52
50
Analyseresultaten 2004
Grafiek 40: Overzicht van het aantal overtredingen van het vlampunt per maand.
# overtredingen
Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten.
gemiddelde waarde vlampunt (°C)