VVE beleidsplan (versie 1.2 /februari 2015)
Voorwoord Voor u ligt het eerste VVE‐ beleidsplan van Peuterspeelzaal ‘Kip Kakel’. Hierin staat beschreven op welke wijze wij uitvoering willen geven aan de voor‐ en vroegschoolse educatie. In november 2013 zijn wij hiermee van start gegaan. Omdat wij een peuterspeelzaal zijn met een reformatorische identiteit, waarin wij erkennen dat op grond van de Bijbel het gezin zijn centrale plaats houdt in de opvoeding, zullen wij erop toezien dat de ouders altijd de eerstverantwoordelijken zijn en blijven voor het kind. Wij vinden het daarom ook heel belangrijk dat ouders van een doelgroepkind bij het aanbieden van het VVE betrokken worden en krijgen dan ook regelmatig tips mee voor thuis. Dit VVE‐ beleidsplan is bestemd voor ouders, pedagogisch medewerkers, stagiaires, onderwijskrachten en andere belangstellenden. Het beleidsplan geeft de Gemeente Barneveld als subsidieverstrekker inzicht in de doelstellingen en activiteiten, die met behulp van de verstrekte subsidie kunnen worden gerealiseerd. Ouders worden aan de hand van dit VVE‐ beleidsplan geïnformeerd over onze visie en ons VVE‐ aanbod, zodat zij weten wat zij mogen verwachten en wat er van hen als ouders wordt verwacht. In het kader van voorschoolse educatie en doorgaande leerlijnen is het voor het basisonderwijs van belang te weten wat onze peuterspeelzaal op dit terrein biedt. Het VVE‐ beleidsplan is nooit af. Nieuwe ervaringen en nieuwe inzichten met betrekking tot de ontwikkeling van de kinderen en de begeleiding daarin, zijn voor ons, pedagogische medewerkers en ouders reden om dit VVE‐ beleidsplan te bekijken en indien nodig aan te passen.
1. Algemene informatie De peuterspeelzaal is een eenmanszaak, één hoofdleidster, tevens eigenaar, met twee vaste pedagogisch medewerksters. Groep : ‐ Maximaal aantal peuters 16. ‐ Iedere morgen is er één groep peuters. ‐ De reguliere en doelgroeppeuters worden zoveel mogelijk verspreid in de groepen ingedeeld. ‐ Er werken 2 vaste leidsters op de groepen; de peuters zien in principe altijd dezelfde leidsters. ‐ Kinderen met een VVE‐ indicatie bezoeken de peuterspeelzaal 10 uur per week en zijn minimaal 2,5 jaar oud. Dit aantal uur mag worden opgebouwd, maar dan wel binnen 3 maanden. ‐ Reguliere peuters kunnen vanaf 2,5 jaar de peuterspeelzaal bezoeken; het aantal dagdelen staat vrij. ‐ De leidsters worden regelmatig ondersteund door stagiaires van het Hoornbeeck College te Amersfoort. Kwalificatie ‐ De hoofdleidster is in het bezit van de kwalificatie HBO ‐Pabo. De ene vaste werkneemster is in het bezit van de kwalificatie SAW‐4, de andere heeft ook een diploma op MBO‐4 niveau (Onderwijs Assistente). ‐ De hoofdleidster is in het bezit van een certificaat ‘Management VVE’. De ene pedagogisch medewerkster heeft in 2012 ook een VVE‐ certificaat behaald. De andere pedagogisch medewerkster volgt nog de BAS‐training en hoopt in maart 2015 deze af te ronden met een VVE‐certificaat. ‐ De hoofdleidster is door haar opleiding HBO‐Pabo ook gekwalificeerd in de VVE‐methode “Doe meer met Bas”. ‐ Ook hebben de hoofdleidster en beide pedagogisch medewerksters een training gevolgd van het peutervolgsysteem ‘KIJK’. ‐ Alle leidsters spreken accentloos Nederlands. Externe contacten Peuterspeelzaal Kip Kakel werkt nauw samen met het consultatiebureau/CJG. Regelmatig worden de peuters besproken. Met name kinderen die op wat voor manier dan ook ‘achterblijven’ of afwijkend gedrag vertonen. Doorverwijzing naar andere ondersteuning gebeurt dan ook in samenspraak met het consultatiebureau/CJG.
Opleidingsplan: Met het VVE opleidingsplan wil PSZ Kip Kakel de opgedane specifieke kennis en vaardigheden in de VVE onderhouden. Het is van belang dat VVE actueel blijft en dat medewerksters met regelmaat bijgeschoold/nageschoold worden. Gedurende het schooljaar staat VVE als vast onderdeel op de agenda van overleg. Hierin worden knelpunten besproken, afspraken vastgelegd en nagegaan. PSZ Kip Kakel en de medewerksters mogen zich blijven ontwikkelen en groeien. Het VVE opleidingsplan wordt jaarlijks geactualiseerd. Op basis van inventarisatie van kennis en vaardigheden en de uitkomst van de VVE‐ kwaliteitsscan is het trainingsaanbod voor het komende jaar bepaald. PSZ Kip Kakel zet de volgende trainingen en workshops in: Schooljaar 2014 ‐2015 Wie? Beknopte omschrijving Aanvulling E. Westeneng Training BAS Jan2014 – maart 2015 Voorleesworkshop (Boekenpret) september 2015 Certificering Taaltoetsen
M. Visser
E. van de Bruinhorst
Cursus Ouderbetrokkenheid (Driestar Educatief) Voorleesworkshop (Boekenpret) Cursus Ouderbetrokkenheid (Driestar Educatief) Certificering Taaltoetsen Voorleesworkshop (Boekenpret) Cursus Ouderbetrokkenheid (Driestar Educatief)
Oktober en november 2014 zijn VVE‐taaltoetsen afgenomen. Taaltoets ‘Lezen’ is nog niet behaald. Zij volgt nu 12x een extra cursus. Eind juni 2015 volgt hierop nogmaals toetsing. Oktober/november 2015 september 2015 Oktober/november 2015 In maart 2015 worden de VVE‐ taaltoetsen bij haar afgenomen. April/mei 2015 Oktober/november 2015
2. Voor‐ en vroegschoolse educatie (VVE) Wettelijk kader De Wet OKE is de wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie. Deze wet regelt de voorwaarden waaraan een peuterspeelzaal moet voldoen om VVE uit te mogen voeren. Een belangrijke voorwaarde is dat aan doelgroeppeuters 4 dagdelen of 10 uur per week Voor‐ en Vroegschoolse Educatie wordt aangeboden. Verder valt er te denken aan scholingsniveau leidsters, omvang van de groepen en huisvesting. VVE wordt verzorgd door peuterspeelzalen en kinderdagverblijven. De gelden worden door het Rijk ter beschikking gesteld aan gemeenten. De gemeente heeft beleidsruimte om de VVE nader vorm te geven. De toetsing vindt op twee niveaus plaats. Het wettelijk kader voor de kwaliteitsbeoordeling en de daarmee samenhangende beleids‐ en andere documenten wordt door de GGD gecontroleerd. De kwaliteit van de educatie wordt beoordeeld door de onderwijsinspectie. Wat verstaan wij onder VVE Ons programma is gericht op het gestructureerd en samenhangend stimuleren van de ontwikkeling op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal‐ emotionele ontwikkeling. Doelgroep Peuters van 2,5 tot 4 jaar. Kinderen met een taal‐ of ontwikkelachterstand. Tot de doelgroep behoren kinderen: ‐ die doordat hun ouders laag opgeleid zijn, bedreigd worden in hun (taal) ontwikkeling; ‐ die om andere redenen aantoonbaar bedreigd worden in hun (taal) ontwikkeling. De kinderen die in aanmerking komen voor de VVE worden door het consultatiebureau geïndiceerd. Ook kan binnen een groep op de peuterspeelzaal blijken dat een kind extra aandacht nodig heeft. In overleg met de ouders en het consultatiebureau wordt dan bekeken of het kind alsnog een VVE‐ indicatie kan krijgen. Peuters met een VVE‐ indicatie worden met voorrang in een groep geplaatst. Methode Om een goede doorgaande lijn te creëren naar de reformatorische basisscholen, wordt er bij ons gewerkt met de ‘Doe meer met Bas’‐ methode. Doe meer met Bas is een thematisch speel‐ en leerprogramma gebaseerd op de Bas‐ prentenboeken van Dagmar Stam. Het programma bevat acht thema’s die aansluiten bij de belevingswereld van jonge kinderen. Enkele voorbeelden van thema’s zijn: Met Bas op stap en Welterusten.
3. Ouderbeleid Participatie De eerste morgen dat een peuter op de peuterspeelzaal komt, mag de ouder er de hele morgen bij blijven. Ook als een kind jarig is of een broertje/zusje heeft gekregen, mag de ouder erbij zijn als er voor de peuter wordt gezongen en door hem/haar wordt getrakteerd. Rond kerst wordt er een kerstviering gehouden, waar de ouders voor worden uitgenodigd. Randen van de dag Een van de belangrijkste momenten van ouderparticipatie is de start van de dag. De ouders brengen s morgens hun peuters in de klas. De kring staat klaar. Peuters kiezen een plekje in de kring en mogen het eerste kwartier van de morgen met de ouder(s) nog even spelen. Bij het ophalen volgt altijd een korte overdracht over het verloop van de ochtend/middag. Informatiemomenten Intakegesprek Als er via het consultatiebureau een doelgroep peuter wordt aangemeld, wordt er met de desbetreffende ouder(s) een intakegesprek gevoerd. Daarin wordt de zorg van het kind besproken en ook krijgen de ouders informatie over onze werkwijze aangaande VVE. Van dit intakegesprek wordt verslaglegging gedaan en komt in het zogenaamde kinddossier, dat van ieder kind met een VVE‐indicatie wordt bijgehouden. Evaluatie‐ en eindgesprek Gedurende de peuterspeelzaalperiode wordt twee keer aan de hand van het peutervolgsysteem KIJK! de vorderingen en/of ontwikkelingen van het desbetreffende VVE‐ kind bijgehouden. Deze resultaten worden tijdens een evaluatie‐ en eindgesprek met de ouder(s) besproken. Themabrief Iedere maand krijgen de ouders een uitgebreide brief waarin uitleg gegeven wordt over het thema; de woorden die we aanleren, het themaboek en de liedjes worden benoemd en ‘tips voor thuis’. Boekenpret Een paar keer per jaar hebben we ook een boek van boekenpret, dat aansluit bij het thema. Alle kinderen krijgen dan dat boek mee naar huis, met daarbij informatie over het boek en tips bij het voorlezen voor de ouders. Voor de kinderen zijn er ook knutselbladen bij. Door thuis dit boek voor te lezen, worden de kinderen nog meer vertrouwd met de woorden die bij het thema horen. Wekelijks kunnen de kinderen ook een boek ruilen op de peuterspeelzaal. Elke peuter mag iedere morgen dat ze komen één boekje meenemen om thuis met de ouders te lezen.
4. Ontwikkeling, begeleiding en zorg Observatie Iedere peuter wordt 2 keer geobserveerd, conform het peutervolgsysteem KIJK!, rond het 3e jaar en vlak voor het naar de basisschool gaat. Daarnaast vinden er regelmatig niet geplande observaties plaats aan de hand van het gedrag of in het kader van het handelingsplan. Tutoren Alle VVE‐ kinderen worden getutord. Dit gebeurt individueel en in groepen. De tutor momenten worden genoteerd in het kinddossier. De kinderen hebben een vaste tutor. Soms wordt er getutord in de klas, soms buiten de klas. Dit is afhankelijk van de situatie. We gebruiken hiervoor de VVE‐methode ‘Doe meer met Bas’. Handelingsplan Voor ieder VVE‐ kind wordt een handelingsplan gemaakt. Hierin wordt precies beschreven wat de ontwikkelingsachterstand(en) is(zijn) en hoe er concreet aan gewerkt wordt. Dit wordt regelmatig met de ouders geëvalueerd. Warme overdracht Als een VVE‐kind naar de basisschool gaat, vindt er vooraf een warme overdracht plaats. Dit gebeurt telefonisch of in een gesprek. Het kinddossier zal dan ook worden doorgegeven aan school. Ook worden de resultaten uit het peutervolgsysteem KIJK! digitaal naar de school doorgestuurd. Zo is er een goede doorgaande lijn in het VVE‐traject dat op school verder kan worden opgepakt.