Faxsysteem (B) INSTRUCTIEHANDLEIDING
Lees deze instructiehandleiding ALTIJD EERST zorgvuldig door voordat u de faxmachine in gebruik neemt. Zorg dat u deze handleiding na het lezen op een veilige plaats bewaart, samen met de instructiehandleiding van uw kopieermachine.
OPMERKING Deze instructiehandleiding bevat informatie die betrekking heeft op zowel de inch- als de metrische versie van faxmachines die dit faxsysteem gebruiken. Aangezien de boodschappen en de terminologie voor toetsen en indicators op het bedieningspaneel voor deze twee versies verschillend is, hebben we omwille van de duidelijkheid en voor een beter begrip de namen voor BEIDE types van machine vermeld in het deel Namen van onderdelen. Wanneer evenwel het verschil in namen of boodschappen louter een verschil tussen hoofd- en kleine letters betreft, hebben wij in deze handleiding de informatie vermeld die specifiek betrekking heeft op de inch-versie van deze machine. Wanneer er zelfs maar een klein verschil is in een boodschap, de naam van een toets/indicator of andere specificaties, hebben we de informatie voor de inch-versie vermeld, gevolgd door de overeenkomstige informatie voor de metrische versie tussen haakjes.
Lees deze instructiehandleiding eerst zorgvuldig door voordat u de faxmachine in gebruik neemt. Bewaar deze handleiding in de buurt van uw faxmachine, zodat u deze altijd kunt raadplegen. De delen van deze handleiding en onderdelen van de faxmachine die zijn gemarkeerd met symbolen, betreffen veiligheidswaarschuwingen die bedoeld zijn om de gebruiker, anderen en voorwerpen in de omgeving te beschermen, en om ervoor te zorgen dat de faxmachine op een juiste en veilige manier wordt gebruikt. De symbolen met de bijbehorende betekenissen vindt u hieronder. GEVAARLIJK: Geeft aan dat wanneer er onjuist of onzorgvuldig wordt omgegaan met de bijbehorende punten, het risico op ernstig letsel of zelfs overlijden zeer groot is. WAARSCHUWING: Geeft aan dat wanneer er onjuist of onzorgvuldig wordt omgegaan met de bijbehorende punten, er een risico op ernstig letsel of zelfs overlijden kan ontstaan. VOORZICHTIG: Geeft aan dat wanneer er onjuist of onzorgvuldig wordt omgegaan met de bijbehorende punten, er een risico op persoonlijk letsel of mechanische schade kan ontstaan. Symbolen Het -symbool geeft aan dat de betreffende sectie veiligheidswaarschuwingen bevat. De specifieke aandachtspunten zijn afgebeeld in het symbool. ...........[Algemene waarschuwing]
...........[Waarschuwing voor gevaar van elektrische schokken]
...........[Waarschuwing voor hoge temperatuur] Het -symbool geeft aan dat de betreffende sectie informatie bevat over verboden handelingen. Welke handeling dit is, ziet u aan de afbeelding binnen het symbool. ...........[Waarschuwing dat een bepaalde handeling verboden is]
...........[Demontage is verboden]
Het ● -symbool geeft aan dat de betreffende sectie informatie bevat over handelingen die moeten worden uitgevoerd. Welke handeling vereist is, ziet u aan de afbeelding binnen het symbool. ...........[Let op: vereiste handeling]
...........[Verwijder de stekker uit het stopcontact]
...........[Sluit de faxmachine altijd aan op een geaard stopcontact] Neem contact op met de leverancier om een vervangende handleiding te bestellen als de veiligheidswaarschuwingen in dit exemplaar onleesbaar zijn of ontbreken. (Hieraan zijn kosten verbonden.)
Doordat de specificaties van de apparatuur regelmatig worden verbeterd, kan de informatie in deze instructiehandleiding zonder aankondiging vooraf worden gewijzigd.
i
Inhoudsopgave Belangrijk! Leest u dit eerst. ...................................iv VOORZORGSMAATREGELEN BIJ INSTALLATIE ...iv VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK ..........iv
Sectie
1 Basisgebruik van deze fax ......................1-1
Namen van onderdelen ..................................................1-2 (1) Belangrijkste onderdelen en functies.......................1-2 (2) Onderdelen bedieningspaneel en functies ..............1-3 Voorbereidingen .............................................................1-6 (1) De bijgesloten labels aanbrengen ...........................1-6 (2) TTI-verzenden Aan/Uit zetten..................................1-7 (3) Datum en tijd instellen .............................................1-8 (4) Eigen gegevens vastleggen ....................................1-10 1 Uw faxnummer vastleggen .................................1-10 2 Naam station vastleggen ....................................1-11 3 Uw station-ID vastleggen ...................................1-12 Kenmerken en functies van deze fax ...........................1-14 (1) Schakelen van de kopieerfunctie naar de faxfunctie ..................................................................1-14 (2) Startmodus ..............................................................1-14 ● Berichtenvenster in de Startmodus ......................1-14 (3) Wat er gebeurt als u op de Reset-toets drukt ..........1-14 (4) Roteer- en verzendfunctie .......................................1-15 (5) Geheugenontvangstfunctie......................................1-15 (6) Ontvangen documenten roteren ..............................1-15 (7) Imaging van geheugen voor backup .......................1-15 Documenten verzenden .................................................1-16 ● Geschikte documenten .............................................1-18 ● Opmerkingen over geschikte documenten................1-18 ● Resoluties .................................................................1-19 ● One-touch toetsen.....................................................1-20 Documenten ontvangen (Autom. faxontvangst) .........1-22 ● Kopieën maken tijdens ontvangst .............................1-22 ● Geheugenontvangst .................................................1-22 Communicatie annuleren ..............................................1-23 (1) Geheugenverzending annuleren .............................1-23 (2) Rechtstreekse-invoerverzending annuleren ............1-23 (3) Ontvangst annuleren ...............................................1-24 (4) Communicatie annuleren die wacht op starttijd .......1-24 Tekens invoeren .............................................................1-26 (1) Tekentabel ...............................................................1-26 (2) Procedure ................................................................1-26 One-touch toetsen..........................................................1-28 (1) Vastleggen...............................................................1-28 (2) Wijzigen en verwijderen...........................................1-30 (3) Nummer kiezen .......................................................1-31 (4) Een One-touch toetsenlijst afdrukken......................1-31 Functies voor opnieuw kiezen ......................................1-32 (1) Automatisch opnieuw kiezen ...................................1-32 (2) Handmatig opnieuw kiezen .....................................1-32
ii
Sectie
2 Verschillende functies van deze fax .....2-1
Dubbelzijdige verzending ..............................................2-2 Standby-verzending .......................................................2-4 Rondzenden ....................................................................2-5 Onderbroken verzending ..............................................2-7 Communicatie met behulp van de timer ......................2-8 Een communicatiesessie in het geheugen bewerken ..2-9 (1) Voorbeeldafbeelding van wachtrijdocumenten afdrukken..................................................................2-9 (2) Een communicatiesessie in de wachtrij gedwongen starten ......................................................................2-10 (3) De inhoud van een communicatiesessie wijzigen ..2-10 (4) De communicatiesessie verwijderen .......................2-13
Sectie
3 Problemen oplossen ................................3-1
Als het GEHEUGEN-indicatielampje brandt .................3-2 (1) WEES VOORZICHTIG bij het uitschakelen van de stroom ...........................................................3-2 (2) Als een Stroomstoringsrapport wordt afgedrukt ......3-2 Als er zich een fout voordoet ..............................................3-2 Als u een van deze berichten ziet ..................................3-3 Tabellen voor het oplossen van problemen ................3-5
Sectie
4 Informatie over faxberichten
beheren ......................................................4-1
Weergave communicatieresultaten ..............................4-2 (1) Weergave verzendresultaten ...................................4-2 (2) Weergave ontvangstresultaten ................................4-2 Beheerrapporten en lijsten afdrukken ..........................4-3 (1) Activiteitenrapport ....................................................4-3 (2) Bevestigingsrapport .................................................4-3 (3) Lijst eigen gegevens ................................................4-4
Sectie
5 Verschillende instellingen en
vastgelegde gegevens in deze fax ......5-1
Afdrukken van rapport in-/uitschakelen .......................5-2 Documentformaat instellen voor scannen vanuit de papierlader ...................................................................5-3 Afdrukken van ontvangstdatum en -tijd in-/uitschakelen .......................................................5-4 De papierinvoerselectiemethode selecteren ................5-5 2 in 1-ontvangst in-/uitschakelen...................................5-6
Inhoudsopgave
Sectie
6 Optionele apparatuur ...............................6-1
Unit voor dubbelzijdig afdrukken ..................................6-2 ● Dubbelzijdige ontvangst IN-/UITschakelen ...............6-2 Extra geheugen toevoegen ...........................................6-2
Sectie
7 Referentiegegevens ..................................7-1
Specificaties ....................................................................7-2 Stroomschema’s van de menu’s ...................................7-3 Tabel met beschikbare tekens ......................................7-6 Schema papierformaat en invoerprioriteit ...................7-7 Tabellen met foutcodes ..................................................7-8
iii
Belangrijk! Leest u dit eerst. Deze instructiehandleiding bevat informatie over het gebruik van de facsimilefuncties van deze machine. LEES OOK de instructiehandleiding van uw kopieermachine en bewaar beide handleidingen op een veilige plaats in de buurt van de machine. Raadpleeg tijdens het gebruik de instructiehandleiding van uw kopieermachine voor informatie over de hiernaast genoemde onderwerpen.
WAARSCHUWINGSLABELS VOORZORGSMAATREGELEN VOOR INSTALLATIE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK Het bijvullen van papier Vervangen van de tonercassette Wat te doen bij onjuiste papierinvoer Problemen oplossen De kopieermachine reinigen
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ INSTALLATIE ■ Omgeving
■ Stroomvoorziening/aarding van het product
• Zorg dat u dit product niet installeert op plaatsen waar de bovenkant of het bovenste deel van de achterzijde van de machine wordt blootgesteld aan direct zonlicht. Door dergelijke omstandigheden is het mogelijk dat de machine fouten maakt bij het automatisch vaststellen van de juiste grootte van originelen en documenten. Als de keuze van een dergelijke omgeving onvermijdelijk is, plaats de machine dan in een andere richting zodat blootstelling aan direct zonlicht tot een minimum beperkt blijft.
• Sluit dit product NIET aan op hetzelfde stopcontact als bijvoorbeeld een luchtreinigingsapparaat of kopieermachine. • Om het apparaat te beschermen tegen elektrische spanningsstoten, die o.a. kunnen worden veroorzaakt door blikseminslag of een omschakeling door de elektriciteitsmaatschappij, moet een spanningsbeveiliging van goede kwaliteit worden geïnstalleerd. Deze moet zowel de elektrische leiding als de telefoonlijn beschermen. (Neem contact op met een erkend servicecentrum voor het aanbevolen type van spanningsbeveiliging.)
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK VOORZICHTIG • Laat de papierlader NIET openstaan om het risico van persoonlijk letsel te vermijden. .......................... Overige voorzorgsmaatregelen • Tijdens het verzenden, ontvangen of kopiëren mag u NOOIT de klep aan de voorkant of de klep aan de zijkant openen, de hoofdschakelaar uitzetten of de stekker uit het apparaat trekken. • Dit product mag alleen worden gebruikt in het land van aankoop vanwege de afwijkende veiligheids- en communicatievoorschriften in elk land. (Communicatie tussen verschillende landen is mogelijk dankzij de internationale communicatienormen.) • Het is mogelijk dat dit product niet functioneert in gebieden met slechte telefoonverbindingen of slechte communicatieomstandigheden.
iv
• Interruptiemeldingen die aangeven dat er een tweede beller op de lijn zit of andere optionele diensten van het telefoonbedrijf die hoorbare tonen of klikken produceren, kunnen de faxberichten verstoren of beëindigen. • Ongeacht de status van het apparaat, mag u, als het geluid van de motor in het apparaat niet langer hoorbaar is, de klep aan de voorzijde of aan de linkerzijde NOOIT openen, noch de hoofdschakelaar uitzetten. • OPGELET: Het product dat u hebt gekocht bevat een oplaadbare batterij. De batterij is herbruikbaar. Het kan krachtens nationale of lokale wetten verboden zijn deze batterij aan het einde van zijn levensduur bij het gewone huisvuil te deponeren. Wend u tot de bevoegde instanties voor inlichtingen m.b.t. recyclagemogelijkheden of de juiste manier van verwijdering. * De bovenstaande waarschuwing geldt alleen in de Verenigde Staten van Amerika.
Sectie
1
Basisgebruik van deze fax
1-1
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Namen van onderdelen (1) Belangrijkste onderdelen en functies De volgende sectie bevat informatie over de namen en functies van de onderdelen die vereist zijn wanneer deze machine wordt gebruikt als faxapparaat. Raadpleeg de instructiehandleiding van uw kopieermachine voor meer informatie over de overige onderdelen van deze machine.
1 RADF (automatisch omkerende papierlader) [optie]… De documenten worden automatisch één voor één naar de glasplaat gevoerd om te worden gescand. Duplex- of dubbelzijdige documenten worden automatisch omgekeerd om ook de achterkant te scannen. 2 Invoerhouder voor originelen…Plaats de documenten die u wilt verzenden op deze houder. U kunt hier maximaal 70 vellen standaard A4-papier (maximaal 50 vellen B4 of A3-formaat) tegelijkertijd op plaatsen. 3 Papiergeleiders…Deze kunt u instellen op de gewenste breedte van de originele documenten. 4 Linker zijklep…Open deze klep als een document blijft steken. 5 Bovenklep…Nadat de documenten zijn gescand, worden deze uitgeworpen op deze klep. 6 Uitwerpgeleider…Open deze geleider als u documenten met een groter formaat verzendt, zoals B4 of A3. 7 Open-/sluithendel papierlader…Gebruik deze hendel om de papierlader te openen en te sluiten 8 Indicatielampje “originelen gereed”…Dit lampje geeft de status aan van de documenten die u in de papierlader hebt geplaatst. De documenten zijn correct geplaatst als het lampje groen is. 9 Bedieningspaneel…Gebruik het bedieningspaneel om de vereiste procedures voor faxcommunicatie uit te voeren. 0 Afdekplaatje…Dit plaatje kan met behulp van het lipje worden geopend of gesloten voor toegang tot het gewenste one-touch kiesnummer. Open dit plaatje ook om de diverse functietoetsen (rondzendtoets [BROADCAST], enz.) te gebruiken.
1-2
! Opslaggedeelte voor kopieën…Ontvangen documenten worden uitgeworpen en met de bedrukte zijde naar beneden opgeslagen in het opslaggedeelte voor kopieën. Hierin kunnen maximaal 250 vellen standaardpapier (75 g/m2 - 80 g/m2) worden opgeslagen. @ Laden…Deze faxmachine wordt standaard geleverd met twee geïnstalleerde laden. Elke lade kan maximaal 250 vellen standaardpapier (75 g/m2 - 80 g/m2) bevatten. Het papier kan ook in de Multi-Bypass worden geplaatst. Raadpleeg de instructiehandleiding van uw kopieermachine voor meer informatie over het gebruik van de laden en de Multi-Bypass. # Telefoonaansluiting (T)…Gebruik deze aansluiting om een apart aangeschafte telefoon aan te sluiten op de fax. [OPMERKING] Deze aansluiting is niet beschikbaar in Nederland of Ierland. $ Lijnaansluiting (L)…Gebruik deze aansluiting om de faxmachine aan te sluiten op een telefoonlijn met behulp van de modulaire telefoonkabel. % ADF (Automatische papierlader) [optie]…Documenten worden automatisch één voor één naar de glasplaat gevoerd om te worden gescand. ^ Hoofdschakelaar…Schakel deze in (I) als u fax- of kopieerhandelingen wilt uitvoeren. Het berichtenvenster wordt verlicht en u kunt de machine in gebruik nemen.
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
(2) Onderdelen bedieningspaneel en functies In dit deel worden de namen en functies beschreven van de toetsen en indicatielampjes die van toepassing zijn wanneer deze machine als faxapparaat wordt gebruikt. Raadpleeg de instructiehandleiding van uw kopieermachine voor meer informatie over de toetsen en indicatielampjes die van toepassing zijn wanneer deze machine als kopieerapparaat wordt gebruikt. (Middengedeelte)
* De tussen haakjes vermelde namen van toetsen en indicators zijn de namen die worden gebruikt voor de metrische versie van deze machine. 1 Berichtenvenster…Bedieningsprocedures, informatie over problemen, enzovoort, worden weergegeven in het berichtenvenster. 2 Cursor naar links-toets…Druk op deze toets als u de cursor in het berichtenvenster naar links wilt verplaatsen. 3 Cursor naar rechts-toets…Druk op deze toets als u de cursor in het berichtenvenster naar rechts wilt verplaatsen. 4 Cursor omlaag-toets…Druk op deze toets als u de cursor in het berichtenvenster naar beneden wilt verplaatsen. 5 Cursor omhoog-toets…Druk op deze toets als u de cursor in het berichtenvenster naar boven wilt verplaatsen. 6 Enter ( ) -toets…Druk op deze toets als u wilt doorgaan naar de volgende stap in een bewerking of als u de gegevens die u hebt ingevoerd tijdens de instellings- en registratieprocedures, wilt vastleggen. 7 Onderbrekingstoets…Druk op deze toets als u de ontvangst van een fax wilt onderbreken om kopieën te maken. De onderbrekingstoets wordt verlicht als de machine de status “Onderbroken” heeft. 8 Toetsenblok…Gebruik het toetsenblok als u bijvoorbeeld faxnummers wilt invoeren. * Zelfs als uw telefoon werkt volgens het pulskiessysteem, drukt u op de toets met het sterretje ( ) nadat u verbonden bent met de andere partij, waarna door een druk op een willekeurige toets het betrokken signaal wordt verstuurd.(alleen voor inchversie) 9 Reset-toets…Druk op deze toets als u een bewerking wilt annuleren die bezig is en als u de instellingen van het bedieningspaneel wilt terugzetten op de standaardwaarden.
0 Stop/Wissen-toets…Druk op deze toets als u gegevens wilt herzien die u hebt ingevoerd en het berichtenvenster wilt terugzetten naar de vorige stap. (Wanneer u al op de Enter-toets hebt gedrukt om de gegevens vast te leggen, kunt u het berichtenvenster echter NIET meer terugzetten naar de vorige stap.) Druk ook op deze toets tijdens de procedures voor het vastleggen, wijzigen of verwijderen van gegevens als u de gegevens wilt verwijderen die op dat moment worden weergegeven. ! Start-toets…Druk op deze toets als u de faxverzending en het handmatig ontvangen van faxberichten wilt starten. @ KOPIËREN/FAXEN-schakeltoets / KOPIEER- & FAXindicatielampjes…Druk op deze toets om over te schakelen van de kopieerfunctie naar de faxfunctie en omgekeerd. Wanneer het KOPIEER-indicatielampje brandt, is de kopieerfunctie van de machine ingeschakeld en wanneer het FAX-indicatielampje brandt, is de faxfunctie van de machine ingeschakeld. # Communicatiefout-indicatielampje [ERROR]…Wanneer dit indicatielampje brandt, heeft er zich een communicatiefout voorgedaan. $ COMMUNICATIE-indicatielampje…Als dit lampje brandt, vindt er op dit moment een bepaalde faxcommunicatie plaats (er wordt een bericht ontvangen of verstuurd). Als een apart aangeschaft telefoontoestel op deze faxmachine is aangesloten, knippert dit lampje zolang het telefoontoestel wordt gebruikt. % GEHEUGEN-indicatielampje…Als dit lampje brandt, zijn er documenten in het geheugen aanwezig die wachten op afdrukken of die wachten totdat de aangewezen starttijd ingaat zodat ze kunnen worden verzonden. Als dit lampje knippert, worden documenten op dit moment gescand of in het geheugen ontvangen.
1-3
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax (Rechterdeel, afdekplaatje gesloten)
(Linkerdeel)
^ GEHEUGEN VZ-indicatielampje…Als dit lampje brandt, is de fax actief in de Geheugenverzendmodus. Wanneer dit indicatielampje uit is, staat de fax in de rechtstreekse-invoerverzendingsstand. & OP-DE-HAAK-indicatielampje …Als een apart aangeschaft telefoontoestel op deze faxmachine is aangesloten en dit lampje brandt, is er op de OP-DE-HAAK-toets gedrukt terwijl de hoorn nog steeds “op de haak” ligt, waardoor u kunt bellen zonder te hoeven opnemen. * Antwoordapparaat-indicatielampje [MESSAGE TEL.]… Wanneer dit indicatielampje brandt, staat de fax in de ontvangststand voor antwoordapparaat. ( Automatische ontvangst-indicatielampje [MANUAL RX.]… Wanneer dit indicatielampje brandt, staat de fax in de stand voor handmatige faxontvangst. ) Geheugenverzendingstoets [MEMORY TX.]…Druk op deze toets om te schakelen tussen de geheugenverzendingsfunctie en de rechtstreekse-invoerverzendingsfunctie. ⁄ OP-DE-HAAK-toets…Als een apart aangeschaft telefoontoestel op deze faxmachine is aangesloten, drukt u op deze toets als u wilt bellen zonder de hoorn van het toestel af te nemen. ¤ PAUZE/OPN. KIEZEN-toets …Druk op deze toets als de fax actief is in de Rechtstreekse-invoerverzendmodus en u wilt aangeven dat de fax automatisch het laatst gekozen telefoonnummer opnieuw moet kiezen. Druk ook op deze toets als u een faxnummer invoert en u op dat precieze punt een kiespauze van enkele seconden wilt invoegen. Een pauze in een nummer herkent u aan een streepje (“-”) in het berichtenvenster. ‹ AFK./INDEX-toets…Druk op deze toets als u een nummer wilt kiezen met behulp van afgekorte nummers of als u de lijst met verkorte kiesnummers wilt openen.
1-4
› 24 One-touch toetsen (nr. 1 - nr. 32)…Op deze fax zijn 32 onetouch toetsen beschikbaar. Laat het afdekplaatje gesloten voor gebruik van de one-touch toetsen nr. 1 tot en met nr. 20 en open het afdekplaatje voor gebruik van de one-touch toetsen nr. 21 tot en met nr. 32. U kunt voor elk van deze toetsen opgeven of hij moet functioneren als one-touch toets, programmatoets, groepsgewijze inbeltoets of gekoppelde inbeltoets. Gebruik deze toetsen ook voor het vastleggen van bijvoorbeeld namen van bestemmingen, enz. fi Resolutie-selectietoets…Druk op deze toets om de resolutie te selecteren waarmee u de documenten wilt verzenden. fl Resolutie-indicatielampjes…Kies uit de 5 beschikbare resolutieinstellingen: Normaal, Fijn [FINE], Superfijn [SUPER FINE], Ultrafijn [ULTRA FINE] en Fotomodus [PHOTO MODE]. Gewoonlijk branden geen van de resolutie-indicatielampjes, wat aangeeft dat de normale resolutie is geselecteerd. Als u een andere resolutie dan Normaal wilt gebruiken, drukt u op de resolutie-selectietoets totdat het resolutie-indicatielampje brandt dat hoort bij de gewenste resolutie. ‡ Contrast-selectietoets…Druk op deze toets om het contrastniveau te selecteren, donkerder of lichter, waarmee de documenten worden gescand. ° Contrast-indicatielampjes…Deze lampjes geven de 3 beschikbare contrastniveaus voor het scannen weer. Gewoonlijk brandt het middelste lampje. Als u het contrast voor het scannen van het document wilt vergroten (donkerder wilt maken), houdt u de rechtse contrast-selectietoets ingedrukt om het brandende indicatielampje te verplaatsen naar nummer “5”. Als u het contrast voor het scannen van het document wilt verkleinen (lichter wilt maken), houdt u de linkse contrast-selectietoets ingedrukt om het brandende indicatielampje te verplaatsen naar nummer “1”. · Machinefout-indicatielampje…Wanneer dit lampje brandt, is er een papierstoring of een mechanische fout opgetreden.
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax (Rechterdeel, afdekplaatje geopend)
‚ CONFIGURATIE-toets…Druk op deze toets als u instellingen wilt configureren die horen bij het gebruik van de faxmachine. Œ VASTLEGGEN-toets…Druk op deze toets als u informatie wilt registreren die hoort bij het gebruik van de faxmachine. „ Antwoordapparaat-/automatische ontvangst-toets [MESSAGE TEL./MANUAL RX.]…Druk op deze toets om de ontvangststand te veranderen. Wanneer het MESSAGE TEL.indicatielampje brandt, staat de fax in de ontvangststand voor antwoordapparaat. Wanneer het MANUAL RX.-indicatielampje brandt, staat de fax in de stand voor handmatige ontvangst. Wanneer beide lampjes uit zijn, staat de fax in de stand voor automatische faxontvangst. ´ Dubbelzijdig verzenden-toets [DUPLEX TX.]…Druk op deze toets om dubbelzijdige documenten te verzenden. ‰ RONDZENDEN-toets…Druk op deze toets als u de procedures voor Rondzenden wilt uitvoeren. ˇ RAPPORTAFDRUK-toets…Druk op deze toets als u een bepaald rapport of bepaalde lijst wilt afdrukken. Á INFORMATIE-toets…Druk op deze toets als u wilt achterhalen of de verzending/ontvangst van een bepaald faxbericht correct is uitgevoerd. De status van de 10 laatst verstuurde faxberichten en de 10 laatst ontvangen faxberichten kunt u verifiëren in het berichtenvenster. Druk ook op deze toets als u informatie wilt annuleren of wijzigen die hoort bij faxberichten die in het geheugen wachten totdat de starttijd ingaat. ¨ POLLING-toets …Druk op deze toets als u de procedures voor Polling-communicatie wilt uitvoeren. ˆ Vertrouwelijk-toets [CONFIDENTIAL]…Druk op deze toets om documenten in te voeren in een F-Code vertrouwelijke postbus of documenten vanuit een encryptie-postbus af te drukken.
Ø DOORZENDEN-toets…Druk op deze toets als u de procedures voor Doorzenden wilt uitvoeren. ” UITGESTELD VZ-toets…Druk op deze toets als u procedures wilt uitvoeren voor faxcommunicatie waarbij de timer wordt gebruikt. Å WISSELEN DISPLAY-toets (CAPS LOCK-toets)…Wanneer u tegelijkertijd twee bewerkingen uitvoert (functie Tweevoudige toegang) – zoals kopiëren tijdens het verzenden van een fax – kan het berichtenvenster worden omgeschakeld zolang deze toets wordt ingehouden, om zo de bewerkingen in de achtergrond te volgen. Í Labels…Deze machine wordt geleverd met labels die de betekenis van de symbolen naast de toetsen en indicatielampjes verklaren. Het is de terminologie op deze labels die in deze handleiding wordt gebruikt in plaats van de symbolen. Bevestig het label in de door u gebruikte taal op een goed zichtbare plaats op de faxmachine. * De labels met speciale tekens voor elke taal vindt u op hetzelfde vel als de labels met de namen van toetsen en indicatielampjes. Het label voor de taal die wordt gebruikt in het berichtvenster brengt u aan op de bovenzijde van het bovenste afdekplaatje, recht onder one-touch toets nr.15.
1-5
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Voorbereidingen Wanneer u na aankoop van deze machine de faxfunctie voor het eerst in gebruik neemt, voert u de aanwijzingen uit volgens de procedures in “(1) De bijgesloten labels aanbrengen” tot en met “(4) Eigen gegevens vastleggen”.
(1) De bijgesloten labels aanbrengen Op het bedieningspaneel vindt u symbolen in plaats van specifieke termen om de functie van elke toets en elk indicatielampje te beschrijven. De naam in elke taal voor elk van deze symbolen is afgedrukt op de labels met toetsomschrijvingen die bij deze fax zijn meegeleverd. In de omschrijvingen in deze instructiehandleiding worden de namen gebruikt die op deze labels zijn afgedrukt, als wordt verwezen naar de toetsen en indicatielampjes op het bedieningspaneel. Daarnaast zijn er labels met speciale tekens beschikbaar waarop de speciale letters en overige tekens staan weergegeven die voor elke taal beschikbaar zijn. Dit is handig als u letters voor een specifieke taal wilt gebruiken bij het vastleggen van bestemmingsnamen in die taal. • Voor elke taal is er een naamlabel beschikbaar waarop voor elk van de symbolen de naam wordt gegeven van de bijbehorende toetsen en indicatielampjes op het bedieningspaneel. Dit label brengt u ergens op de faxmachine aan waar de gebruiker deze gemakkelijk kan raadplegen. (Wij raden u aan het label op de hoek van de bovenklep aan te brengen, zoals aangegeven in de afbeelding.) • De labels met speciale tekens voor elke taal vindt u op hetzelfde vel als de labels met de namen van toetsen en indicatielampjes. Het label voor de taal die wordt gebruikt in het berichtenvenster, brengt u aan op de bovenzijde van het bovenste afdekplaatje, recht onder one-touch toets nr. 30.
1-6
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
(2) TTI-verzenden Aan/Uit zetten De TTI (Transmit Terminal Identifier) geeft informatie over de afzender (zoals de tijd van verzending, het aantal pagina’s, de naam van uw station en uw faxnummer) die automatisch wordt verstuurd naar de fax van de ontvangende partij en wordt afgedrukt op de ontvangen documenten. Bij deze faxmachine kan de gebruiker hier selecteren of deze TTI-informatie wel of niet moet worden verstuurd naar de fax van de ontvangende partij en (als dat het geval is) of de TTI-tekst binnen of buiten de rand van de verzonden pagina wordt afgedrukt. * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt onderbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
1
4
Set fax: End ➪ TTI Print report
Weergave van de Startmodus controleren Controleer in het berichtenvenster of het bedieningspaneel in de Startmodus van de faxfunctie staat. (Zie “(2) Startmodus” op pagina 1-14.) * Als de fax niet in de faxfunctie staat, drukt u op de KOPIËREN/FAXEN-schakeltoets totdat het FAXindicatielampje brandt. 07-JUL-2001 10:00
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “TTI” te selecteren.
5
:Outside p. P
Druk op de Enter-toets. * De asterisk (*) in het berichtenvenster geeft aan wat de huidige instelling is.
Set original
2
Open de afdekplaatje Open de plaatje die de one-touch toetsen (rechts van het bedieningspaneel) bedekken.
TTI: ➪ *Outside Page Inside Page Do not Print
3
De modus “Facsimile instellen” invoeren Druk op de toets CONFIGURATIE. Het menu “Facsimile instellen” verschijnt in het berichtenvenster.
Set fax: End ➪ TTI Print report
:Outside p. P
1-7
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
6
Verzending en locatie van de TTI-informatie selecteren Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om aan te geven of u de TTI-informatie wel of niet wilt verzenden en (als u deze wel wilt verzenden) om de locatie voor het afdrukken van deze informatie te selecteren. * Als u “Buiten de pagina” hebt geselecteerd, wordt de TTIinformatie buiten de rand van de verzonden pagina afgedrukt.
2
De Programmeermodus invoeren Open de afdekplaatje die de one-touch toetsen bedekken en druk op de toets VASTLEGGEN. Het menu “Programma” verschijnt in het berichtenvenster.
TTI: *Outside Page ➪ Inside Page Do not Print
7
Program: End ➪ Program abbreviated dial Program one-touch key
Druk op de Enter-toets. De instelling van de TTI-verzending is voltooid. * Als u wilt terugkeren naar de instellingen van de Startmodus, gebruikt u de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Einde” te selecteren. Druk vervolgens op de Enter-toets. Set fax: End ➪ TTI Print report
:Inside p. P
3
Doorloop het menu met de cursor omhoog- of cursor omlaagtoets en selecteer “Registr. Eigen naam”.
(3) Datum en tijd instellen Hier stelt u de datum en de tijd in die worden weergegeven in het berichtenvenster. Zorg dat de datum en tijd die u hier instelt, CORRECT zijn omdat deze dienen als basis voor alle vormen van faxcommunicatie waarvoor de timer wordt gebruikt. * Als de fax niet in de faxfunctie staat, drukt u op de KOPIËREN/FAXEN-schakeltoets totdat het FAX-indicatielampje brandt.
1
Weergave van de Startmodus controleren Controleer in het berichtenvenster of het bedieningspaneel in de Startmodus van de faxfunctie staat. (Zie “(2) Startmodus” op pagina 1-14.) * Als de fax niet in de faxfunctie staat, drukt u op de KOPIËREN/FAXEN-schakeltoets totdat het FAXindicatielampje brandt. 07-JUL-2001 10:00
Set original
1-8
Program: Encryp. code box regist. Program encryption code P ➪ Program fax parameter
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
4
Druk op de Enter-toets. Het menu “Registr. Eigen naam” wordt weergegeven in het berichtenvenster.
7
De datum en tijd invoeren Gebruik het toetsenblok om de huidige datum en tijd in te voeren. * Als u de cursor naar de volgende spatie wilt laten springen, drukt u op de cursor naar rechts-toets. * Als u de huidige weergegeven datum en tijd wilt wissen uit het berichtenvenster en deze nogmaals vanaf het begin wilt invoeren, drukt u op de Stop/Wissen-toets.
Program Fax Parameter: End ➪ v: Own Name :
Date and time:08-07-2001 12:00
5
Doorloop het menu met de cursor omhoog- of cursor omlaagtoets en selecteer “Datum en tijd”. Program fax parameter: Remote switch :55 Remote test ID:0000 ➪ Date and time :10:00
Set date and time
8
Druk op de Enter-toets. De instelling van de tijd en datum is voltooid. * Als u klaar bent met het invoeren van de instellingen, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
Druk op de Enter-toets.
6
Date and time:07-07-2001 10:00
Program fax parameter: Remote switch :55 Remote test ID:0000 ➪ Date and time :12:00
Set date and time
1-9
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
(4) Eigen gegevens vastleggen Als u hier informatie wilt vastleggen waarmee u uw station omschrijft (faxnummer, naam en ID van het station), kunt u deze versturen naar de fax van de ontvangende partij en afdrukken op de ontvangen documenten. Zo laat u diegene weten wie de afzender van het faxbericht is.
3
Doorloop het menu met de cursor omhoog- of cursor omlaagtoets en selecteer “Registr. Eigen naam”.
1 Uw faxnummer vastleggen * Volg de onderstaande procedure ook om reeds geregistreerde informatie te wijzigen. * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt onderbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
1
Program: Encryp. code box regist. Program encryption code P ➪ Program fax parameter
Weergave van de Startmodus controleren Controleer in het berichtenvenster of het bedieningspaneel in de Startmodus van de faxfunctie staat. (Zie “(2) Startmodus” op pagina 1-14.) * Als de fax niet in de faxfunctie staat, drukt u op de KOPIËREN/FAXEN-schakeltoets totdat het FAXindicatielampje brandt.
4
Druk op de Enter-toets. Het menu “Registr. eigen naam” wordt weergegeven in het berichtenvenster.
08-JUL-2001 12:00
Set original
2
De Programmeermodus invoeren Open de afdekplaatje die de one-touch toetsen bedekken en druk op de toets VASTLEGGEN. Het menu “Programma” verschijnt in het berichtenvenster.
Program Fax Parameter: End ➪ v: Own Name :
Druk nogmaals op de Enter-toets.
5
v :_ 20 digits Enter fax number
Program: End ➪ Program abbreviated dial Program one-touch key
1-10
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
6
2 Naam station vastleggen
Uw faxnummer invoeren Gebruik het toetsenblok om uw faxnummer in te voeren. * Het faxnummer mag maximaal 20 cijfers lang zijn. * Als u het nummer dat nu wordt weergegeven wilt wissen uit het berichtenvenster, drukt u op de Stop/Wissen-toets.
Als u hier uw naam registreert, wordt deze weergegeven in het berichtenvenster van de faxmachine van de andere partij, evenals op het Ontvangstrapport dat daar wordt afgedrukt. (Deze functie werkt alleen gegarandeerd als de fax van de andere partij een van onze modellen is.) * Gebruik de volgende procedure ook om reeds vastgelegde informatie te wijzigen. * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt onderbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
1
v :684256_
Program Fax Parameter: End ➪ v: Own Name :
20 digits Enter fax number
2 7
Voer stap 1 tot en met 4 uit van “1 Uw faxnummer vastleggen” op pagina 1-10.
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Eigen naam” te selecteren.
Druk op de Enter-toets. De registratie van uw faxnummer is voltooid. * Als u wilt terugkeren naar de instellingen van de Startmodus, drukt u op de Reset-toets. Program Fax Parameter: End ➪ v :684256 Own Name : Program Fax Parameter: End v: : ➪ Own Name
3
Druk op de Enter-toets.
Enter Own Name
1-11
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
4
3 Uw station-ID vastleggen
De naam van uw station invoeren Voer de gewenste naam voor uw station in. (Zie “Tekens invoeren” op pagina 1-26.) * De naam van uw station mag maximaal 32 tekens lang zijn. * De stationnaam die u hier registreert, wordt weergegeven in het berichtenvenster van de faxmachine van de andere partij, evenals op het Ontvangstrapport dat daar wordt afgedrukt. (Deze functie werkt alleen gegarandeerd als de fax van de andere partij een van onze modellen is.) * Als u de huidige weergegeven naam wilt wissen uit het berichtenvenster, drukt u gewoon op de Stop/Wissen-toets.
* Gebruik de onderstaande procedure ook om informatie aan te passen die reeds is vastgelegd. * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt onderbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
1
Voer stap 1 tot en met 4 uit van “1 Uw faxnummer vastleggen” op pagina 1-10. Program Fax Parameter: End ➪ v: Own Name :
S-Pjt (Small letter mode) Enter own name
5
Druk op de Enter-toets. De registratie van de naam van uw station is voltooid. * Als u wilt terugkeren naar de instellingen van de Startmodus, drukt u op de Reset-toets. Program Fax Parameter: End v: :S-Pjt ➪ Own Name
1-12
2
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Eigen ID” te selecteren.
Program Fax Parameter: v: Own Name : :0000 ➪ Own ID
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax Druk op de Enter-toets.
3
Own ID:0000
Enter ID-code
4
Voer met behulp van het toetsenblok de gewenste station-ID in (4 cijfers). * Als u het weergegeven nummer wilt terugzetten op “0000”, drukt u op de toets Stop/Wissen.
Own ID:3324
Enter ID-code
5
Druk op de Enter-toets. De registratie van uw station-ID is voltooid. * Als u wilt terugkeren naar de instellingen van de Startmodus, drukt u op de Reset-toets. Program Fax Parameter: v: Own Name : :3324 ➪ Own ID
1-13
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Kenmerken en functies van deze fax
(2) Startmodus
Dit deel bevat een beschrijving van de verschillende kenmerken en functies die u moet kennen als u deze machine wilt gebruiken als faxmachine.
Controleer in het berichtenvenster of het bedieningspaneel in de Startmodus van de Faxfunctie staat, VOORDAT u een faxbewerking uitvoert. De Startmodus heeft betrekking op de toestand van de faxmachine wanneer deze wacht op het starten van een bepaalde actie. Als een dergelijke actie met succes is voltooid, verschijnen in het bedieningspaneel weer de instellingen van de Startmodus alsook wanneer de automatische wisfunctie wordt ingeschakeld.
(1) Schakelen van de kopieerfunctie naar de faxfunctie Deze machine is feitelijk ontworpen voor gebruik als kopieermachine en de standaardinstelling is dan ook de modus Kopiëren. Daarom moet u de machine eerst omschakelen naar de faxfunctie, voordat u een fax kunt versturen naar een andere partij. Omdat de standaardinstelling voor het ontvangen van faxberichten echter de Automatische-faxontvangstmodus is, is ontvangst van faxberichten mogelijk. Bovendien worden de ontvangen documenten automatisch afgedrukt, ook al staat de machine in de modus Kopiëren.
● Berichtenvenster in de Startmodus Hieronder ziet u het berichtenvenster in de Startmodus. CONTROLEER of het juiste bericht wordt weergegeven VOORDAT u een faxbewerking uitvoert.
08-JUL-2001 12:00
Als de machine in de modus Kopiëren staat, brandt het lampje in de toets KOPIËREN en wordt in het berichtenvenster het bericht weergegeven dat de Kopieerfunctie actief is.
Set original
(3) Wat er gebeurt als u op de Reset-toets drukt Als u een procedure op een bepaald moment wilt onderbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus. * Als er echter al documenten waren geplaatst wanneer u op de Reset-toets drukt, blijft het weergegeven formaat van die documenten in het berichtenvenster aanwezig. * Afhankelijk van de status van de bewerking, is het mogelijk dat er niets gebeurt wanneer u op de Reset-toets drukt. Om te schakelen naar de faxfunctie, drukt u gewoon op de KOPIËREN/FAXEN-schakeltoets. Als de machine in de Faxmodus staat, brandt het lampje in de toets FAXEN en wordt in het berichtenvenster het bericht weergegeven dat de Faxfunctie actief is.
1-14
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
(4) Roteer- en verzendfunctie
(6) Ontvangen documenten roteren
Deze functie zorgt ervoor dat als u documenten van A4-formaat (in de breedte) in de papierlader of op de glasplaat legt, de gescande gegevens 90° worden gedraaid, tegen de richting van de klok in, en worden verzonden als A4R-documenten (in de lengterichting). * De Roteer- en verzendfunctie voor documenten in de papierlader werkt alleen als u de instelling “Standaard formaat origin.” selecteert, wanneer u de documentgrootte instelt voor scannen vanuit de papierlader. (Zie “Documentformaat instellen voor scannen vanuit de papierlader” op pagina 5-3). * De Roteer- en verzendfunctie functioneert alleen bij A4-documenten.
Zelfs als de stand van de ontvangen documenten en die van het geplaatste papier verschillend is, worden dankzij deze functie de ontvangen gegevens 90° (tegen de richting van de klok in) gedraaid voordat deze worden afgedrukt, zolang het formaat maar hetzelfde is (A4 of A5). Dit is een standaardfunctie van deze machine en u hoeft hiervoor geen speciale instellingen te programmeren. * Afhankelijk van het gebruikte type communicatie kan het soms gebeuren dat rotatie van de ontvangen gegevens niet mogelijk is.
(7) Imaging van geheugen voor backup
(5) Geheugenontvangstfunctie Als u niets kunt afdrukken omdat het papier op is of is vastgelopen, worden de gegevens voor alle ontvangen documenten tijdelijk opgeslagen in het geheugen en automatisch afgedrukt zodra dit weer mogelijk is. * Als om welke reden dan ook de stroomvoorziening naar de fax uitvalt, kan een deel van de eerste gegevens die in het geheugen werden ontvangen, verloren gaan. Vraag de andere partij om de documenten waarvan gegevens verloren zijn gegaan, opnieuw te verzenden. (Zie: “● Geheugenontvangst” op pagina 1-22.)
Als om welke reden dan ook de stroomvoorziening naar de fax uitvalt, blijven alle gegevens met betrekking tot de reeds in het Imaging-geheugen ontvangen documenten of van documenten die wachten op verzending, 60 minuten lang bewaard dankzij de reserveaccu in deze machine. Dit garandeert dat wanneer de stroomvoorziening naar de fax binnen die periode wordt hersteld, de geplande berichten die vóór de stroomuitval nog wachtten in het geheugen, volgens de planning worden verzonden. Als de stroomvoorziening naar de fax niet binnen die periode kan worden hersteld en er gegevens verloren gaan, wordt er zodra de stroomvoorziening weer is hersteld automatisch een stroomstoringsrapport afgedrukt. Hierin wordt vermeld welke informatie verloren is gegaan. * De feitelijke tijdsduur gedurende welke de reserveaccu de gegevens in het geheugen bewaart, kan verschillen naar gelang de omstandigheden en de omgeving waarin deze machine wordt gebruikt. * Afhankelijk van bepaalde omstandigheden in deze machine kan een deel van de eerste ontvangen gegevens verloren gaan. Vraag in dat geval de andere partij om de documenten waarvan gegevens verloren zijn gegaan, opnieuw te verzenden.
1-15
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Documenten verzenden In dit deel wordt de standaardmethode voor het verzenden van documenten beschreven. Lees alle informatie, bijvoorbeeld over geschikte documenten door, zodat u de faxmachine op de juiste manier gebruikt.
1
Schakelen naar de faxfunctie Druk op de KOPIËREN/FAXEN-schakeltoets om naar de faxfunctie te schakelen. * Wanneer het FAX-indicatielampje brandt, is de faxfunctie van de machine ingeschakeld.
* Controleer in het berichtenvenster of het bedieningspaneel in de Startmodus van de faxfunctie staat. Als het bedieningspaneel niet in de Startmodus staat, druk dan op de Reset-toets.
08-JUL-2001 12:00
Set original
2
De verzendmodus selecteren Selecteer de gewenste verzendmodus. * Er zijn twee verzendmodi beschikbaar bij deze fax: Geheugenverzending en Rechtstreekse-invoerverzending. Geheugenverzending is de standaardinstelling van deze faxmachine en in dit geval brandt het indicatielampje GEHEUGEN VZ.
* Als het GEHEUGEN VZ-indicatielampje NIET brandt, staat de fax in de modus Rechtstreekse-invoerverzending.
1-16
* Als u wilt schakelen tussen de Geheugenverzendmodus en de Rechtstreekse-invoerverzendmodus, opent u de beide afdekplaatjes en drukt u op de toets GEHEUGEN VZ.
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
● Geheugenverzendmodus (Verzenden vanaf de papierlader) Met deze methode van verzending vanuit het geheugen wordt het nummer van de bestemmingsfax automatisch gekozen NADAT de documenten in de papierlader geplaatst, gescand en in het geheugen opgeslagen zijn. Op die manier zijn uw documenten onmiddellijk weer beschikbaar en hoeft u niet te wachten tot de eigenlijke verzending voltooid is. Dit is een bijzonder gebruiksvriendelijke methode, die vooral handig is bij het verzenden van documenten die bestaan uit meerdere pagina’s. * Geheugenverzending is de standaardinstelling van deze fax en het indicatielampje GEHEUGEN VZ brandt wanneer de fax actief is in deze modus. Als dit indicatielampje NIET brandt, drukt u net zo lang op de toets GEHEUGEN VZ totdat het lampje brandt.
● Geheugenverzendmodus (Verzenden vanaf de glasplaat) Deze methode van verzending vanuit het geheugen is ideaal voor het verzenden van boeken en andere documenten die niet in de papierlader kunnen worden geplaatst. Documenten worden één voor één rechtstreeks op de glasplaat geplaatst. Nadat eerst alle documenten zijn gescand en in het geheugen zijn geladen, wordt vervolgens het nummer van de bestemmingsfax gedraaid. In dit geval moet u, nadat elke pagina is gescand, om te kiezen of u al dan niet nog meer pagina's wilt verzenden. Zie “<Wanneer de documenten op de glasplaat worden geplaatst…>”, blz. 1-21. * Het GEHEUGEN VZ-indicatielampje brandt wanneer de fax actief is in de Geheugenverzendmodus. Als dit indicatielampje NIET brandt, drukt u net zo lang op de toets GEHEUGEN VZ totdat het lampje brandt.
● Rechtstreekse-invoerverzendmodus (Verzenden vanaf de papierlader) Bij deze rechtstreekse verzendmethode wordt eerst het nummer van de bestemmingsfax gedraaid. Nadat de verbinding met de andere faxmachine is gemaakt, worden de documenten in de papierlader worden gescand en daarna verzonden. Als een document wordt verzonden dat uit meerdere pagina’s bestaat, wordt de tweede pagina gescand nadat de gegevens voor de eerste pagina zijn verzonden. * Als u de Rechtstreekse-invoerverzendmodus wilt gebruiken wanneer het GEHEUGEN VZ-indicatielampje brandt, drukt u op de GEHEUGEN VZ-toets totdat het indicatielampje uitgaat. * Om de verzending te annuleren, drukt u op de stop-/wistoets.
● Rechtstreekse-invoerverzendmodus (Verzenden vanaf de glasplaat) Deze methode van directe verzending is ideaal voor het verzenden van boeken en andere documenten die niet in de papierlader kunnen worden geplaatst. Documenten worden één voor één rechtstreeks op de glasplaat geplaatst. Vervolgens wordt eerst het nummer van de bestemmingsfax gedraaid, en nadat de verbinding met de andere faxmachine is gemaakt, begint het scannen van het document en wordt het document verzonden. Deze procedure wordt uitgevoerd voor elke pagina die u wilt verzenden en is nodig om na het scannen van elke pagina te kiezen of u al dan niet nog meer pagina's wilt verzenden. Zie “<“<Wanneer de documenten op de glasplaat worden geplaatst…>”, blz. 1-21. * Nadat alle pagina’s zijn verzonden, hoort u het alarmsignaal om aan te geven dat u de volgende pagina kunt plaatsen. Als u geen ander document op de glasplaat legt binnen een bepaalde tijd nadat het alarmsignaal heeft geklonken, wordt de verzending op dat moment beëindigd. * Als u de Rechtstreekse-invoerverzendmodus wilt gebruiken wanneer het GEHEUGEN VZ-indicatielampje brandt, drukt u op de GEHEUGEN VZ-toets totdat het indicatielampje uitgaat.
1-17
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
3
● Geschikte documenten
Documenten plaatsen ● RADF
● ADF
1 Stel de papiergeleiders in op de breedte van de documenten die u wilt verzenden.
1 Stel de papiergeleiders in op de breedte van de documenten die u wilt verzenden.
2 Trek de uitwerpgeleider uit als u documenten wilt verzenden met een groter formaat, zoals B4 of A3.
> Documenten in de papierlader… • Type: Normaal papier, gekleurd papier, recycled papier • Formaat: A5R – A3, Folio (Breedte: 148 mm – 297 mm, lengte: 148 mm – 1600 mm) * Als u een document probeert te verzenden dat langer is dan 1600 mm, verschijnt in het berichtvenster een bericht dat aangeeft dat er een papierstoring is opgetreden in de papierlader • Papiergewicht… Enkelzijdige documenten: 35 g/m2 160 g/m2 Dubbelzijdige documenten: 50 g/m2 120 g/m2 • Aantal (normaal papier): A4 of kleiner: 70 vellen B4 of A3: 50 vellen > Bij plaatsing op de glasplaat: • Maximale grootte: A3
● Opmerkingen over geschikte documenten
3 Leg de documenten met de 2 Leg de documenten met de zijde die u wilt faxen naar zijde die u wilt faxen naar boven op de invoerhouder voor boven op de invoerhouder voor originelen. originelen. * Als de documenten op de juiste manier zijn geplaatst, is het indicatielampje "originelen gereed" groen.
• Als er documenten worden verzonden met afbeeldingen die erg weinig contrast of licht gekleurde tekst bevatten, worden deze soms niet goed leesbaar ontvangen door de andere partij. • ZORG dat documenten die bedrukt zijn met inkt, of die bijvoorbeeld lijmresten bevatten, HELEMAAL DROOG zijn voordat u deze plaatst voor verzending. • Wanneer documenten in de papierlader worden geplaatst, moet u eerst ALLE nietjes en paperclips verwijderen, omdat deze de machine kunnen beschadigen. • Documenten met afmetingen die buiten het voorgeschreven bereik vallen, worden niet altijd goed verstuurd. • o Als geperforeerde documenten in de papierlader worden geplaatst voor verzending, kunnen er grijze vegen verschijnen op de documenten die door de andere partij worden ontvangen. Plaats in dat geval de documenten in een andere stand en verzend ze nogmaals.
Documenten kunnen ook worden verzonden door de papierlader te openen en de documenten één voor één rechtstreeks op de glasplaat te plaatsen. Gebruik ALTIJD de glasplaat als u pagina’s van een boek en dergelijke wilt verzenden.
* Plaats NOOIT meer documenten * Plaats NOOIT meer documenten dan aangegeven door de dan aangegeven door de papiervolumemarkeringen die papiervolumemarkeringen die zich aan de binnenkant van de zich aan de binnenkant van de achterste papiergeleider achterste papiergeleider bevinden. Als u meer dan de bevinden. Als u meer dan de toegestane hoeveelheid toegestane hoeveelheid documenten plaatst, kunnen de documenten plaatst, kunnen de documenten hierdoor vastlopen. documenten hierdoor vastlopen. * Raadpleeg de * Raadpleeg de instructieinstructiehandleiding van uw handleiding van uw AOPkopieermachine voor meer papierlader (“RADF”) voor meer informatie over het gebruik van informatie over het gebruik van de papierlader. deze papierlader waarin het papier automatisch wordt omgekeerd. * Het is mogelijk om dubbelzijdige documenten te plaatsen en beide zijden van die documenten te verzenden. (Zie “Dubbelzijdig verzenden” op pagina 2-2.)
1-18
1 Plaats het document met de tekst naar beneden op de plaat, evenwijdig aan de formaatliniaal voor originelen.
2 Als u enkelzijdige documenten rechtstreeks vanaf de glasplaat verzendt, SLUIT de papierlader.
VOORZICHTIG Laat de papierlader NIET openstaan, om het risico van persoonlijk letsel te vermijden.
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
4
De resolutie selecteren
● Resoluties
U kunt een resolutie kiezen uit 5 beschikbare instellingen. * Gewoonlijk branden geen van de resolutie-indicatielampjes, hetgeen aangeeft dat de resolutie Normaal is geselecteerd. Als u de resolutie-instelling Normaal wilt gebruiken, hoeft u niets te wijzigen.
• Normaal: voor het verzenden van documenten met tekens in standaardgrootte • Fijn: voor het verzenden van documenten met relatief kleine tekens of dunne lijnen • Superfijn: voor het verzenden van documenten met gedetailleerde lijnen en tekens • Ultrafijn: voor het verzenden van een zo helder mogelijke reproductie van documenten met gedetailleerde lijnen en tekens • Fotomodus [PHOTO MODE]: voor het verzenden van een zo helder mogelijke reproductie van documenten die zowel fotografische afbeeldingen als tekst bevatten
* Als u de resolutie wilt aanpassen, drukt u op de Resolutieselectietoets totdat het Resolutie-indicatielampje wordt verlicht dat hoort bij de gewenste resolutie.
5
• De resoluties FIJN en SUPERFIJN geven helderder afbeeldingen als resultaat in vergelijking met faxberichten die worden verzonden in de Normale resolutie, maar de verzendtijd is wel langer. • Met de resolutie van de De fotomodus-resolutie [PHOTO MODE] worden grijstinten duidelijk gereproduceerd, maar de verzendtijd is wel langer dan bij de resoluties Normaal of FIJN. • Als u wilt verzenden met de resolutie ULTRAFIJN, moet 4 MB aan optioneel bitmapgeheugen geïnstalleerd zijn. Als er geen 4 MB aan optioneel bitmapgeheugen geïnstalleerd is, worden documenten verzonden in de resolutie SUPERFIJN, ook al is ULTRAFIJN geselecteerd. • Als u wilt verzenden met de resolutie SUPERFIJN of ULTRAFIJN, moet de ontvangende fax soortgelijke resolutiemogelijkheden hebben om deze functies ten volle te kunnen benutten. Als de ontvangende fax niet beschikt over dergelijke resolutiemogelijkheden, wordt de verzending uitgevoerd in de resolutie FIJN.
Het contrast selecteren Druk op de contrast-selectietoets om één van de 3 mogelijke contrastniveau-instellingen te selecteren waarmee de documenten zullen worden gescand. * Gewoonlijk brandt het middelste lampje (nr. “3”). Als u het donkerste contrastniveau wilt gebruiken, moet lampje nummer “5” branden. Als u het lichtste contrastniveau wilt gebruiken, moet lampje nummer “1” branden.
1-19
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
6
Het nummer van een bestemmingsfax kiezen Gebruik het toetsenblok om het nummer van de bestemmingsfax in te voeren. * Het nummer van de bestemmingsfax mag maximaal 32 cijfers lang zijn.
* Als u op enig moment een fout maakt bij het invoeren van het faxnummer, drukt u op de cursor naar rechts- of cursor naar linkstoets om de cursor naar de gewenste positie te brengen, waar u het juiste cijfer kunt invoeren, of drukt u op de Stop/Wissen-toets en voert u het gehele nummer nogmaals in. * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. De tot dan toe ingevoerde gegevens worden gewist en op het bedieningspaneel verschijnen weer de standaardinstellingen van de Startmodus. Als u de procedure hebt afgebroken omdat u een fout in de procedure hebt gemaakt, voer dan de procedure nogmaals uit vanaf de eerste stap.
v :13579 Document:A4 Press START key
U kunt het nummer van de bestemmingsfax ook invoeren met een one-touch toets. Druk gewoon op een van de one-touch toetsen waaronder het gewenste faxnummer is vastgelegd. * De verzending start onmiddellijk. U hoeft hiervoor niet op de Start-toets te drukken.
1-20
● One-touch toetsen * Als u one-touch toetsen wilt gebruiken om een nummer te kiezen, moet u vooraf onder een van de one-touch toetsen het gewenste nummer van de bestemmingsfax registreren. * Als u het alarmsignaal hoort en er een bericht wordt weergegeven in het berichtenvenster, is er op een niet-geregistreerde one-touch toets gedrukt. Zoek de juiste one-touch toets en druk hierop.
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
7
De verzending van de fax starten Druk op de Start-toets. * De verzending wordt automatisch gestart.
<Wanneer de documenten op de glasplaat worden geplaatst…> Wanneer u de te verzenden documenten op de glasplaat plaatst, moet u de papierlader sluiten zodat de machine het formaat van de documenten kan herkennen. Als het document een boek o.i.d. is en de papierlader niet kan worden gesloten, drukt u op de origineeltoets om het juiste formaat van de te verzenden documenten handmatig te kiezen. * Telkens wanneer u documenten op de glasplaat plaatst, verschijnt een menu zoals hieronder in het berichtvenster zodra u op de Start-toets drukt. Voer in dit geval de volgende procedure uit.
v :13579 01Page E F Now scanning
Continue Scanning: ➪ Yes No Doc. nr :056 Document:A4
> De status van de verzending controleren Open het afdekplaatje en houd de toets WISSELEN DISPLAY ingedrukt. De status van de huidige verzending wordt weergegeven in het berichtenvenster zolang u deze toets vasthoudt. Zodra u de toets WISSELEN DISPLAY weer loslaat, keert het berichtenvenster terug in zijn oude toestand.
> Doorgaan met scannen… 1 Vervang het gescande document door het volgende document dat u wilt scannen. * U kunt het (de) volgende document(en) ook in de papierlader plaatsen.
2 Controleer of “Yes” is geselecteerd en druk op de Enter-toets.
v :13579 01Page
Doc. nr :056
3 Druk op de Start-toets. * Als u het (de) volgende document(en) in de papierlader plaatst, begint het scannen en zodra het scannen is voltooid, zal de fax automatisch alle in het geheugen gescande documenten verzenden. * Om nog meer documenten te scannen, herhaalt u stappen 1 tot en met 3 totdat alle documenten zijn ingescand.
Communicating
> De huidige verzending beëindigen Als u de huidige verzending wilt afbreken, opent u de beide afdekplaatjes, houdt u de toets WISSELEN DISPLAY ingedrukt en drukt u op de toets Stop/Wissen. De verzending wordt geannuleerd.
> Als er geen te scannen bladen meer zijn… 1 Druk op de cursor omlaag-toets om “Nee” te selecteren. Continue Scanning: Yes ➪ No
2 Druk op de Enter-toets. De fax begint automatisch alle in het geheugen gescande documenten te verzenden.
1-21
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Documenten ontvangen (Automatische faxontvangst) Automatische faxontvangst is de standaardinstelling van deze machine. Als u hiermee wilt werken, hoeft u geen speciale instellingen te selecteren. * Faxontvangst is zelfs mogelijk als de hoofdschakelaar is UITgeschakeld (
1
).
Faxberichten ontvangen
> De huidige ontvangst beëindigen
Als er een fax binnenkomt, start de faxontvangst automatisch nadat de tijd is verstreken die overeenkomt met een bepaald aantal keren overgaan van de telefoon. * Zodra de faxontvangst start, gaat het COMMUNICATIEindicatielampje branden. In het berichtenvenster wordt echter nog niet weergegeven dat de faxontvangst feitelijk al is begonnen.
Als u de huidige ontvangst wilt afbreken, open het afdekplaatje, houdt u de toets WISSELEN DISPLAY ingedrukt en drukt u op de toets Stop/Wissen. De ontvangst wordt geannuleerd.
● Kopieën maken tijdens ontvangst > Status van de ontvangst controleren Open het afdekplaatje en houd de toets WISSELEN DISPLAY ingedrukt. Zolang u de toets vasthoudt, wordt in het berichtenvenster de status weergegeven van de huidige ontvangst. Zodra u de toets WISSELEN DISPLAY loslaat, keert het berichtenvenster terug in zijn oude toestand.
Het is zelfs mogelijk kopieën te maken terwijl faxberichten worden ontvangen. Documenten worden in dat geval rechtstreeks afgedrukt. • Druk tijdens de ontvangst op de toets Onderbreken. De fax wordt omgeschakeld naar Geheugenontvangst en kopiëren wordt mogelijk.
● Geheugenontvangst Als u niets kunt afdrukken omdat het papier op is of is vastgelopen, worden de gegevens voor alle ontvangen documenten tijdelijk opgeslagen in het geheugen en automatisch afgedrukt zodra dit weer mogelijk is.
Receive document in memory
Add paper
v: 01Page Receive
2
1-22
De ontvangen documenten afdrukken Ontvangen documenten worden afgedrukt en met de bedrukte zijde naar beneden uitgeworpen in het opslaggedeelte voor kopieën.
* In het opslaggedeelte voor kopieën kunnen maximaal 250 vellen normaal papier (75 g/m2 - 80 g/m2) worden opgeslagen. Als het maximale aantal vellen is bereikt, moet u alle documenten uit het opslaggedeelte voor kopieën verwijderen. * Zelfs als u niets kunt afdrukken omdat het papier op is of is vastgelopen, is ontvangst nog steeds mogelijk (dankzij Geheugenontvangst). * Als geen van beide laden papier bevat van hetzelfde formaat als de ontvangen documenten, wordt de ontvangst geregistreerd in het geheugen. * Als u documenten die zijn ontvangen met de resolutie ULTRAFIJN wilt afdrukken met de bijbehorende scherpte, moet 8 MB aan optioneel bitmapgeheugen geïnstalleerd zijn.
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Communicatie annuleren U kunt een communicatiesessie annuleren, zelfs als deze al is gestart. Welke methode u voor het annuleren van communicatie gebruikt, hangt ervan af of het gaat om een faxverzending of een faxontvangst. Het hangt er ook vanaf of de verzending was gestart vanuit de Geheugenverzendmodus of de Rechtstreekse-invoerverzendmodus. Hieronder worden de verschillende methoden toegelicht die worden gebruikt voor het annuleren van faxberichten.
(1) Geheugenverzending annuleren Alle verzendingen die worden uitgevoerd in de Geheugenverzendmodus, worden verwerkt als bewerkingen in de achtergrond van het berichtenvenster. Als u een achtergrondbewerking wilt annuleren, moet u eerst zorgen dat deze bewerking wordt weergegeven in het berichtenvenster. Voer de volgende procedure uit om dit type verzending te annuleren.
1
Open het afdekplaatje en houd de toets WISSELEN DISPLAY ingedrukt. In het berichtenvenster wordt nu de huidige achtergrondbewerking weergegeven.
De volgende verzendingstypen kunnen met deze procedure eveneens worden geannuleerd: Geheugenverzending naar één bestemming en Rondzenden.
(2) Rechtstreekse-invoerverzending annuleren Alle verzendingen die worden uitgevoerd in de Rechtstreekse-invoerverzendmodus, worden verwerkt als bewerkingen in de voorgrond van het berichtenvenster. Daarom wordt de status van dit type verzendingen altijd in het berichtenvenster weergegeven. Voer de volgende procedure uit om dit type verzending te annuleren.
1
Controleer in het berichtenvenster de status van de verzending die momenteel wordt uitgevoerd.
v :13579 01Page v :13579 01Page
Doc. nr :056 Document:A4
Communicating
Doc. nr :056 Document:A4
Communicating
2
Druk op de toets Stop/Wissen terwijl u de toets WISSELEN DISPLAY ingedrukt houdt. De verzending wordt geannuleerd.
* Als u een geplande verzending naar meerdere bestemmingen (zoals een Rondzendverzending) probeert te annuleren en er zijn nog bestemmingen waarnaar het bericht moest worden verzonden, dan verschijnt er een bericht in het berichtenvenster waarin u wordt gevraagd of u de verzendingen naar de resterende bestemmingen wilt laten doorgaan. > Als u “Ja” selecteert, worden de verzendingen naar de resterende bestemmingen uitgevoerd. > Als u “No” kiest, of geen keuze maakt en de automatische wisfunctie in werking treedt en het berichtvenster wist, wordt de verzending naar de resterende bestemmingen eveneens geannuleerd.
2
Druk op de toets Stop/Wissen. De verzending wordt geannuleerd.
* Als de verzending nog moet worden gestart, drukt u op de cursor omlaag-toets om “Nee” te selecteren en drukt u daarna op de Enter-toets. De verzending wordt geannuleerd. * Als de documenten worden verzonden vanuit de papierlader, wordt het document dat momenteel wordt verzonden, uitgeworpen op het papierlader-deksel.
Het volgende verzendingstype kan met deze procedure eveneens worden geannuleerd: Rechtstreekse-invoerverzending naar één bepaalde bestemming.
1-23
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
(3) Ontvangst annuleren Alle faxontvangsten worden verwerkt als bewerkingen in de achtergrond van het berichtenvenster. Als u een achtergrondbewerking wilt annuleren, moet u eerst zorgen dat deze bewerking wordt weergegeven in het berichtenvenster. Voer de volgende procedure uit om dit type communicatie te annuleren.
1
Open het afdekplaatje en houd de toets WISSELEN DISPLAY ingedrukt. In het berichtenvenster wordt nu de huidige achtergrondbewerking weergegeven.
(4) Communicatie annuleren die wacht op starttijd Voer de volgende procedure uit als u een faxbericht wilt annuleren dat in het geheugen op een starttijd wacht. * U kunt een faxbericht dat in het geheugen wacht totdat het naar een andere faxmachine wordt verzonden, NIET annuleren. * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
1
De modus “Communicatie informatie” invoeren Open het afdekplaatje boven de one-touch toetsen en druk op de toets INFORMATIE. In het berichtenvenster verschijnt het menu “Communicatie informatie”.
v: 01Page Receive
2
Communication information: ➪ TX result display RX result display Edit
Druk op de toets Stop/Wissen terwijl u de toets WISSELEN DISPLAY nog steeds ingedrukt houdt. De ontvangst wordt geannuleerd.
2 * Als u een geplande ontvangst wilt annuleren die afkomstig is van meerdere verzendende faxmachines en er waren nog resterende faxmachines waarvan faxberichten werden verwacht, dan verschijnt er een bericht in het berichtenvenster waarin u wordt gevraagd of u de ontvangsten van de resterende faxmachines wilt laten doorgaan. > Als u “Ja” selecteert, ontvangt u de resterende faxberichten. > Als u “No” kiest, of geen keuze maakt en de automatische wisfunctie in werking treedt en het berichtvenster wist, wordt de verzending naar de resterende bestemmingen eveneens geannuleerd.
Het volgende ontvangsttype kan met deze procedure eveneens worden geannuleerd: Ontvangst van één partij.
1-24
P
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om de optie “Bewerken” te selecteren.
Communication information: TX result display RX result display ➪ Edit
P
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax Druk op de Enter-toets.
3
7
Druk op de Enter-toets. Het geselecteerde faxbericht wordt geannuleerd. 08-JUL-2001 12:00
Set original
Edit: ➪ Print Immediate transmission Program/Change
4
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Verwijderen” te selecteren. Edit: Immediate transmission Program/Change ➪ Delete
5
Druk op de Enter-toets. * Als er geen bijbehorende faxberichten in het geheugen aanwezig zijn, verschijnt een foutmelding en wordt in het berichtenvenster weer het menu “Bewerken” weergegeven. Delete: list ➪ Doc. nr :005 v :YDK 13:00 Send
6
P03
Het faxbericht selecteren dat u wilt annuleren Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om het faxbericht te selecteren dat u wilt annuleren. Delete: list ➪ Doc. nr :026 v :YBS 15:00 Send
P04
1-25
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Tekens invoeren (1) Tekentabel Tekens worden ingevoerd met behulp van de one-touch toetsen. In de volgende tabel ziet u welke letters/tekens onder elke one-touch toets zijn geregistreerd.
One-touch toets nr.
Teken
One-touch toets nr.
Teken
1
A B C
14
*#
2
D E F
3
G H I
4
J K L
15
5
M N O
Indrukken om speciale tekens in te voeren (Zie “Tabel van beschikbare tekens” op pagina 7-6.)
6
P Q R
7
S T
8
U V W
16
Indrukken om de cursor één positie naar links te verplaatsen
9
X Y Z
10
0-9
18
Indrukken om de cursor één positie naar rechts te verplaatsen
11
. , ' "
19
Indrukken om een spatie in te voeren
12
_ - + &
13
/ ( ) :
20
Indrukken om te schakelen tussen hoofd- en kleine letters
(2) Procedure Raadpleeg het volgende voorbeeld wanneer u tekens invoert tijdens de registratieprocedure voor one-touch toetsen, verkorte nummers, enzovoort.
1
Druk tweemaal op one-touch toets 4 (de toets met de letters “JKL”). In het berichtvenster verschijnt de hoofdletter “K”. * U kunt GEEN spatie als eerste teken invoeren.
[Voorbeeld] Invoeren van “Km-3”
Enter Destination Name
K
Enter Destination Name
1-26
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
2
Druk op one-touch toets nr. 18 om de cursor naar de volgende positie te verplaatsen
6
Druk tweemaal op one-touch toets nr. 12. Er verschijnt een liggend streepje “-” in het berichtvenster. Km-_ (Small letter mode) Enter destination name
7
K
Druk op one-touch toets nr. 18 om de cursor naar de volgende positie te verplaatsen. Km-
Enter Destination Name
(Small letter mode) Enter destination name
3
Druk op one-touch toets nr. 20 om over te schakelen naar de invoer van kleine letters. * Er verschijnt een bericht in het berichtvenster om aan te geven dat de invoer in kleine letters gebeurt.
8
Druk op one-touch toets nr. 10 (de toets met de cijfers “0 - 9”) totdat het cijfer “3” in het berichtvenster verschijnt.
Km-3 (Small letter mode) Enter destination name
K (Small letter mode) Enter destination name
4
9
Druk op de Enter-toets. Het invoeren van de tekens is voltooid. * Om het invoeren van tekens te annuleren, drukt u op de Stop-/wistoets alvorens op Enter te drukken.
Druk op one-touch toets nr. 5 (de toets met de letters “MNO”). Er verschijnt een kleine “m” in het berichtvenster.
Km (Small letter mode) Enter destination name
5
Druk op one-touch toets nr. 18 om de cursor naar de volgende positie te verplaatsen.weergegeven. Km (Small letter mode) Enter destination name
1-27
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
One-touch toetsen Als u vooraf een faxnummer onder een one-touch toets vastlegt, kunt u dat nummer kiezen met één druk op die toets. U kunt ook de one-touch toetsen gebruiken om het faxnummer van de bestemming te kiezen voor versleutelde verzending.
(1) Vastleggen * U kunt zoveel van de 32 one-touch toetsen toewijzen als u wilt voor gebruik van de one-touch kiesfunctie. * Als u de informatie wilt controleren die al is geregistreerd onder elke one-touch toets, drukt u een one-touch toetsenlijst af. * We raden u aan om naast het faxnummer ook de naam van de andere partij te registreren onder elke one-touch toets. Door ook de naam van de andere partij vast te leggen, kunt u de Index gebruiken om het bijbehorende faxnummer te zoeken. * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
3
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Registr. 1-Touch toets” te selecteren.
Program: End Program abbreviated dial ➪ Program one-touch key
1
Display van de Startmodus controleren Controleer in het berichtenvenster of het bedieningspaneel in de Startmodus voor de faxfunctie staat. (Zie “(2) Startmodus” op pagina 1-14.) * Als de fax niet in de faxfunctie staat, drukt u op de KOPIËREN/FAXEN-schakeltoets totdat het FAXindicatielampje brandt.
Druk op de Enter-toets.
4
08-JUL-2001 12:00
Set original
2
De modus “Programma” invoeren Open het afdekplaatje die de one-touch toetsen bedekken en druk op de toets VASTLEGGEN. In het berichtenvenster verschijnt het menu “Programma”.
Program: End ➪ Program abbreviated dial Program one-touch key
1-28
One-touch key:
Press one-touch key
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
5
De one-touch toets selecteren Druk op een niet-geregistreerde one-touch toets.
8
De naam van de andere partij invoeren Voer de naam van de andere partij in. * Deze naam mag maximaal 20 tekens lang zijn. (Zie “Tekens invoeren” op pagina 1-26.) M.K.W
Enter Destination Name
Druk op de Enter-toets. v:
9
Enter fax number
TX Start Speed: ➪ 33600bps 14400bps 9600bps
De verzendsnelheid selecteren
6
Het faxnummer invoeren
10
Gebruik het toetsenblok om het faxnummer in te voeren dat u wilt registreren onder een bepaalde one-touch toets. * Het faxnummer mag maximaal 32 cijfers lang zijn.
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om de gewenste verzendsnelheid te selecteren. * Als er bij “33600 bps” regelmatig communicatiefouten optreden, wijzigt u de instelling in “14400 bps” of “9600 bps”. In dit geval wordt de verzendsnelheid echter verhoogd. TX Start Speed: 33600bps ➪ 14400bps 9600bps
Druk op de Enter-toets. v :012345
11
Enter fax number
12
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Uit” te selecteren. Encryption: On ➪ Off
Druk op de Enter-toets.
7 Enter Destination Name
13
Druk op de Enter-toets. De registratie van de one-touch toets is voltooid. > Als u wilt doorgaan met het registreren van one-touch toetsen, keert u terug naar stap 5. > Als u klaar bent met het registreren van one-touch toetsen, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel worden de instellingen van de Startmodus teruggezet.
1-29
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
(2) Wijzigen en verwijderen * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
1
3
> Geregistreerde informatie wijzigen 1 Doorloop het menu met de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets en selecteer de informatie die u wilt wijzigen. One-touch key:01 End v :012345 ➪ New York
2 Druk op de Enter-toets. * Voer de stappen uit die horen bij de gewenste informatie in “(1) Vastleggen” op pagina 1-28, en pas de gewenste informatie aan.
Voer de stappen 1 tot en met 4 uit van “(1) Vastleggen” op pagina 1-28. One-touch key:
New York Press one-touch key Enter Destination Name
2
> Geregistreerde informatie verwijderen
Druk op de one-touch toets waaronder de informatie is opgeslagen die u wilt wijzigen of verwijderen.
1 Druk op de toets Stop/Wissen. * Als u het verwijderen wilt afbreken, drukt u nogmaals op de toets Stop/Wissen.
One-touch key:01 End ➪ v :012345 New York
One-touch key:01 Delete Press ENTER key.
2 Druk op de Enter-toets. One-touch key:01 Deleted
4
1-30
Als u klaar bent met het aanpassen en/of verwijderen van one-touch toetsen, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel worden de instellingen van de Startmodus teruggezet.
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
(3) Nummer kiezen U kunt eenvoudig een faxnummer kiezen door te drukken op de one-touch toets waaronder dat faxnummer is vastgelegd. * U kunt problemen door het indrukken van de verkeerde one-touch toets voorkomen door de naam en/of het nummer van de bestemming in het berichtvenster te controleren vóór het kiezen begint.
1
1
Controleer in het berichtenvenster of het bedieningspaneel in de Startmodus voor de faxfunctie staat. 08-JUL-2001 12:00
Set original
Display van de Startmodus controleren Controleer in het berichtenvenster of het bedieningspaneel in de Startmodus voor de faxfunctie staat. (Zie “(2) Startmodus” op pagina 1-14.) * Als de fax niet in de faxfunctie staat, drukt u op de KOPIËREN/FAXEN-schakeltoets totdat het FAXindicatielampje brandt.
Controleer of de display in de Startmodus staat
2
De modus “Rapport afdrukken” invoeren Open het afdekplaatje boven de one-touch toetsen en druk op de toets RAPPORTAFDRUK. Het menu “Rapport afdrukken” verschijnt in het berichtenvenster.
08-JUL-2001 12:00
Set original
2
Print Report: ➪ Activity Report Confirmation Report User Setting List
Plaats de documenten die u wilt verzenden en druk op de onetouch toets waaronder u het gewenste faxnummer hebt vastgelegd. * Als u documenten op de glasplaat plaatst, moet u nadat het document is gescand telkens kiezen of u nog meer bladen in het geheugen wilt scannen. (Zie pagina 1- 21.)
3
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Versneld-kiezenlijst” te selecteren. Print report: Subaddress box list Encryption box list ➪ Speed-dial list
P P
Druk op de Enter-toets. * De verzending wordt automatisch gestart. Hiervoor hoeft u niet op de Start-toets te drukken. * Als u op een niet-geregistreerde one-touch toets hebt gedrukt, verschijnt een foutmelding in het berichtenvenster en worden in het bedieningspaneel de instellingen van de Startmodus teruggezet.
(4) Een One-touch toetsenlijst afdrukken Druk deze lijst af als u wilt controleren welke faxnummers zijn vastgelegd onder de one-touch toetsen. * Als er geen one-touch toetsen in deze faxmachine zijn geregistreerd, kunt u geen one-touch toetsenlijst afdrukken. * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
4 Print speed-dial list: ➪ Abbreviated dial list One-touch key list Telephone directory list
5
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Onetouch toetsenlijst” te selecteren. Druk vervolgens op de Entertoets. Er wordt een one-touch toetsenlijst afgedrukt. * De instellingen van de Startmodus worden teruggezet in het bedieningspaneel. * Als er geen geregistreerde one-touch toetsen aanwezig zijn in de faxmachine, verschijnt een foutmelding in het berichtenvenster en worden in het bedieningspaneel de instellingen van de Startmodus teruggezet.
1-31
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Functies voor opnieuw kiezen Opnieuw kiezen wil zeggen dat het laatst gekozen nummer nogmaals wordt gekozen.
(1) Automatisch opnieuw kiezen Wanneer u probeert documenten en dergelijke te verzenden, is het mogelijk dat de faxmachine van de andere partij bezig is met een andere communicatiesessie en derhalve niet reageert. In dat geval onderneemt uw faxmachine een nieuwe poging om hetzelfde nummer nogmaals te kiezen. * Automatisch opnieuw kiezen is een functie die automatisch wordt uitgevoerd door deze fax. Hiervoor hoeft u dus geen speciale instellingen te programmeren. Aangezien het opnieuw kiezen een aantal malen wordt herhaald met een ingestelde tussentijd, blijft deze functie actief, ook als de communicatie van de andere partij langere tijd duurt. * Automatisch opnieuw kiezen wordt niet ingeschakeld wanneer documenten worden verzonden met de modus Rechtstreekseinvoerverzending vanuit de AOP-papierlader of vanaf de glasplaat.
(2) Handmatig opnieuw kiezen Wat moet u doen als u documenten probeert te verzenden maar de faxlijn van de andere partij bezet is en uw faxverzending niet kan ontvangen? In dat geval kunt u het laatst gekozen nummer opnieuw kiezen door op de toets PAUZE/OPN.KIEZEN te drukken.
1
1-32
Druk op de toets PAUZE/OPN.KIEZEN. Het laatst gekozen nummer wordt door de faxmachine automatisch opnieuw gekozen.
Sectie
2
Verschillende functies van deze fax
2-1
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax
Dubbelzijdige verzending Met dubbelzijdige verzending kunt u zowel de voorzijde als de achterzijde van dubbelzijdig bedrukte documenten verzenden. Voor Dubbelzijdige verzending moet u de documenten die u wilt verzenden, in de papierlader plaatsen en in het geheugen scannen met de modus Geheugenverzending. Het is ook mogelijk de functies voor Dubbelzijdige verzending toe te passen in combinatie met elk van de overige typen faxcommunicatie die beschikbaar zijn op deze faxmachine. Hieronder wordt de methode beschreven waarmee u dubbelzijdige documenten kunt verzenden naar één bestemming.
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
* Als u Dubbelzijdige verzending wilt inschakelen, moet u “Standaard formaat origin.” selecteren wanneer u de documentgrootte instelt voor scannen vanuit de papierlader. De functie voor dubbelzijdige verzending is niet beschikbaar als de documentgrootte is ingesteld op “Lang origineel”. (Zie “Documentformaat instellen voor scannen vanuit de papierlader” op pagina 5-3). * Als u een geplande starttijd voor de verzending wilt instellen, drukt u op de toets UITGESTELD VZ op een willekeurig punt in de procedure VOORDAT u het faxnummer van de bestemming invoert.
2. Open het afdekplaatje en druk op de toets DUBBELZIJDIG VZ. * U kunt een Dubbelzijdige verzending annuleren door nogmaals op de toets DUBBELZIJDIG VZ te drukken.
08-JUL-2001 12:00
Set original
1. Plaats de dubbelzijdige documenten in de papierlader.
v:
D
Document :A4 Enter destination
08-JUL-2001 12:00 Document :A4
3. Voer het nummer van de bestemmingsfax in. * U kunt het faxnummer invoeren met behulp van het toetsenblok of de one-touch toetsen.
Enter destination v :35642 Document :A4 Enter destination
4. Druk op de Enter-toets. Cover page: Yes ➪ No
2-2
D
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax 5. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om aan te geven of u wel of geen voorblad bij de verzending wilt meesturen. > Als u een enkelzijdige pagina wilt meesturen als voorblad, selecteert u “Ja”. In dit geval verzendt de fax alleen de voorzijde van de eerste pagina van de documenten VOORDAT de dubbelzijdige documenten worden verzonden. > Selecteer “Nee” als u alleen de dubbelzijdige documenten wilt verzenden. 6. Druk op de Enter-toets. Top binding: ➪ On Off
7. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om aan te geven of u al dan niet wilt dat de gegevens op de achterzijde van de documenten tijdens het verzenden worden omgedraaid zodat deze dezelfde richting aannemen als de gegevens op de voorzijde. > Als u de documenten plaatst op de manier die is aangegeven in de onderstaande tekening, selecteert u “Aan”. De achterzijde van elk document in het geheugen wordt dan automatisch 180° gedraaid door de faxmachine. <Scanning>
(Direction of document feed) > Als u de documenten plaatst op de manier die is aangegeven in de onderstaande tekening, selecteert u “Uit”. <Scanning>
(Direction of document feed) 8. Druk op de Enter-toets. De documenten worden in het geheugen gescand en de verzending wordt automatisch gestart.
2-3
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax
Standby-verzending Standby-verzending heeft betrekking op het proces waarbij documenten worden voorbereid op verzending terwijl de fax nog bezig is met een andere communicatiesessie. Als u tijdens de communicatie de documenten die u wilt verzenden, in de papierlader of op de glasplaat plaatst en het bestemmingsfaxnummer invoert, worden deze documenten automatisch verzonden zodra de huidige communicatie is voltooid.
* De fax is momenteel bezig met een communicatiesessie die in de achtergrond wordt uitgevoerd. * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
* U kunt maximaal 50 Standby-verzendingen tegelijkertijd plannen (inclusief faxberichten waarbij de timer en Onderbroken verzending wordt toegepast). * U kunt ook een van de verschillende typen faxcommunicatie die op deze fax beschikbaar zijn, zoals Rondzenden, instellen als een Standby-verzending. * Als u een Standby-verzending wilt annuleren wanneer u de modus Rechtstreekse-invoerverzending gebruikt, verwijdert u de documenten uit de papierlader of van de glasplaat.
● Als u op de Stop/Wissen-toets drukt tijdens een Standbyverzending in de Rechtstreekse-invoerverzendmodus… verschijnt een bericht in het berichtenvenster met de vraag of u de Standby-verzending werkelijk wilt beëindigen.
08-JUL-2001 12:00
Set original
1. Plaats de documenten die u wilt verzenden in de papierlader of op de glasplaat. 08-JUL-2001 12:00 Document :A4 Enter destination
2. Voer het nummer van de bestemmingsfax in. * U kunt het faxnummer invoeren met het toetsenblok of de onetouch toetsen.
Continue transmission: ➪ Yes No
v :3323 Document :A4 Press START-key
3. Druk op de Start-toets. De documenten worden in het geheugen gescand. * Als de fax actief is in de Rechtstreekse-invoerverzendmodus, blijven de aanwezige documenten in de papierlader of op de glasplaat aanwezig totdat de verzending begint. • Zodra de andere communicatiesessie voltooid is, wordt de verzending gestart.
2-4
1 Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om aan te geven of u de Standby-verzending wel of niet wilt annuleren. > Als u de huidige Standby-verzending wilt laten doorgaan, kiest u “Ja”. > Als u de verzending wilt annuleren, kiest u “Nee”.
2 Druk op de Enter-toets. * Als u niet op de Enter-toets drukt, wordt de Standby-verzending automatisch na een vooraf ingestelde tijd geannuleerd.
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax
Rondzenden Met de functie Rondzenden kunt u dezelfde documenten één voor één, in één bewerking, naar meerdere bestemmingen verzenden. Als u dezelfde documenten bijvoorbeeld wilt verzenden vanuit een centraal kantoor naar meerdere onderafdelingen, is deze functie bijzonder handig. U hoeft dan namelijk maar één verzendhandeling uit te voeren. De documenten die u wilt verzenden, worden eerst ingevoerd in het geheugen, waarna het kiezen en verzenden telkens automatisch wordt uitgevoerd voor elke bestemming.
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
* Tijdens een Rondzending worden documenten verzonden met behulp van de Geheugenverzendmodus, zelfs als de fax op dat moment in de Rechtstreekse-invoerverzendmodus staat. * Als u dubbelzijdige documenten wilt verzenden, drukt u op de toets DUBBELZIJDIG VZ op een willekeurig punt in de procedure, maar wel VOORDAT u het laatste bestemmingsfaxnummer invoert.
2. Open het afdekplaatje en druk op de toets RONDZENDEN.
08-JUL-2001 12:00
Set original
1. Plaats de documenten die u wilt verzenden in de papierlader of leg ze op de glasplaat. * Nadat u de documenten op de glasplaat hebt geplaatst en elke pagina gescand is, moet u aangeven of u al dan niet wilt doorgaan met het verzenden van pagina’s en het formaat van elke pagina wilt selecteren. (Zie pagina 1-21.) 08-JUL-2001 12:00 Document :A4 Enter destination
3. Voer het faxnummer van de bestemming in. * U kunt het faxnummer invoeren met het toetsenblok of de one-touch toetsen. v :1358 Document :A4 Enter destination
2-5
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax 4. Druk op de Enter-toets. * Als het faxnummer dat u hebt ingevoerd al is vastgelegd voor deze bewerking of als er te veel cijfers zijn ingevoerd, verschijnt een foutmelding in het berichtenvenster. Druk in dat geval op de Entertoets. In het berichtenvenster kunt u het bestemmingsfaxnummer opnieuw invoeren.
v: Document :A4 Enter destination
5. Geef aan of u al dan niet wilt doorgaan met het invoeren van andere bestemmingsfaxnummers. > Als u nog MEER faxnummers wilt invoeren, gaat u terug naar stap 3 op pagina 2-5. > Als u klaar bent met het invoeren van faxnummers, gaat u verder met stap 6. 6. Als u een tijd wilt instellen waarop de verzending moet worden gestart, drukt u op de toets UITGESTELD VZ. * Als het maximaal toegestane aantal faxcommunicaties is bereikt waarbij gebruik wordt gemaakt van de timer (max. 50), verschijnt een foutmelding in het berichtenvenster. Druk in dat geval op de Entertoets. De instellingen van de Startmodus worden weer in het bedieningspaneel weergegeven. * Als u de verzending meteen wilt starten, kunt u deze stap overslaan. Ga verder met stap 9.
7. Druk op de Enter-toets.
8. Gebruik het toetsenblok om de gewenste tijd in te stellen waarop de verzending moet worden gestart. * Als u de weergegeven tijd wilt terugzetten naar “00:00”, drukt u op de toets Stop/Wissen. TX time:20:00
Enter transmission time
9. Druk op de Enter-toets. De documenten worden in het geheugen gescand en de verzending wordt automatisch gestart. * Als een starttijd voor de verzending is ingesteld, start de verzending zodra deze starttijd ingaat.
2-6
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax
Onderbroken verzending Met Onderbroken verzending kunt u uw documenten verzenden vóór anderen, zodat u niet hoeft te wachten totdat alle communicatie is voltooid. Dit is met name handig als er meerdere communicatiesessies (zoals Rondzenden) zijn gepland of als er andere geplande communicatiesessies in het geheugen wachten die eigenlijk voorrang hebben op uw bericht.
* De fax is momenteel bezig met een communicatiesessie die in de achtergrond wordt uitgevoerd. * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus. 08-JUL-2001 12:00
* Onderbroken verzending kan alleen worden uitgevoerd naar één bestemming. * U kunt maximaal 50 Onderbroken verzendingen tegelijkertijd plannen (waaronder communicatiesessies waarbij de timer en Onderbroken verzending wordt toegepast). * Afhankelijk van de timing van de Onderbroken verzendingprocedure, kan het gebeuren dat uw documenten niet onmiddellijk na de huidige communicatiesessie worden verzonden. * Als u een Onderbroken verzending wilt annuleren, verwijdert u de documenten gewoon uit de papierlader of van de glasplaat. * Als u op de toets Stop/Wissen drukt terwijl een Onderbroken verzending wacht totdat deze wordt gestart, voert u dezelfde procedure uit als in “● Als u op de Stop/Wissen-toets drukt tijdens een Standby-verzending in de Rechtstreekse-invoerverzendmodus…” op pagina 2-3.
2. Plaats de documenten die u wilt verzenden in de papierlader of leg ze op de glasplaat. * Nadat u de documenten op de glasplaat hebt geplaatst en elke pagina is gescand, moet u aangeven of u al dan niet meer pagina’s wilt verzenden en het formaat van elke pagina wilt selecteren. (Zie pagina 1-21.) 08-JUL-2001 12:00 Document :A4
Set original
Enter destination
1. Druk op de geheugenverzendingstoets. 3. Voer het nummer van de bestemmingsfax in. v :3323 Document :A4 Press START-key
* Controleer of het GEHEUGEN VZ-indicatielampje uit is (zodat u zeker weet dat de fax actief is in de Rechtstreekseinvoerverzendmodus).
4. Druk op de Start-toets. Zonder dat deze worden gescand, blijven de aanwezige documenten in de papierlader of op de glasplaat wachten totdat de verzending begint. Zodra de huidige communicatie is voltooid, wordt de verzending van uw documenten automatisch gestart.
2-7
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax
Communicatie met behulp van de timer Als u vooraf de tijd instelt waarop u een communicatie wilt laten beginnen, wordt die communicatie uitgevoerd zodra de aangewezen starttijd ingaat. U kunt voor een bepaalde communicatie aangeven dat de timerfunctie moet worden gebruikt, tijdens de instelprocedure voor elk van de verschillende typen faxcommunicaties die voor deze faxmachine beschikbaar zijn (zoals Rondzenden). Bij de onderstaande voorbeeldprocedure stelt u de verzending in van documenten naar één bestemming met behulp van de timerfunctie. * Alle verzendingen waarbij de timer wordt gebruikt, worden uitgevoerd in de Geheugenverzendmodus, zelfs als de fax op dit moment in de Rechtstreekse-invoerverzendmodus staat.
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus. 08-JUL-2001 12:00
* Voor elke communicatie waarbij de timer wordt gebruikt, kunt u een starttijd instellen die op elke hele minuut tussen 00:00 en 23:59 kan ingaan. * U kunt maximaal 50 verzendingen tegelijkertijd plannen (inclusief faxberichten met toepassing van Standby-verzending en Onderbroken verzending) waarbij de timerfunctie wordt gebruikt. * Wanneer twee communicatiesessies die de timer gebruiken, gepland zijn op dezelfde starttijd, wordt als regel de communicatiesessie die het eerste was geregistreerd, ook als eerste uitgevoerd. Zelfs als de communicatiesessie later werd geregistreerd, krijgt elke communicatiesessie die naar één verzendlocatie is gepland, voorrang op een communicatiesessie naar meerdere bestemmingen. * Als u de inhoud wilt wijzigen van een communicatiesessie die wacht op het ingaan van de starttijd, of als u een dergelijke communicatiesessie wilt annuleren, raadpleegt u “Een communicatiesessie in het geheugen bewerken” op pagina 2-9.
3. Voer het nummer van de bestemmingsfax in. * Dit faxnummer kunt u invoeren met het toetsenblok of de one-touch toetsen. T
v :13579 Document :A4 Enter destination
Set original
1. Plaats de documenten die u wilt verzenden in de papierlader of leg ze op de glasplaat. * Nadat u de documenten op de glasplaat hebt geplaatst en elke pagina is gescand, moet u aangeven of u al dan niet meer pagina’s wilt verzenden en het formaat van elke pagina wilt selecteren. (Zie pagina 1-21.)
4. Druk op de Enter-toets of op de Start-toets. TX time:12:00
Enter transmission time
08-JUL-2001 12:00
5. Gebruik het toetsenblok om de gewenste starttijd voor de verzending in te stellen. * Als u de weergegeven tijd wilt terugzetten naar “00:00”, drukt u gewoon op de toets Stop/Wissen.
Document :A4 Enter destination
2. Open het afdekplaatje en druk op de toets UITGESTELD VZ. TX time:20:00
Enter transmission time
6. Druk op de Enter-toets. De documenten worden in het geheugen gescand, en de verzending start zodra de starttijd ingaat.
v:
T
Document :A4 Enter destination
* Op de eerste regel van het berichtenvenster wordt de letter “T” weergegeven om aan te geven dat bij deze communicatiesessie de timer wordt gebruikt. * Als het maximaal toegestane aantal faxcommunicatiesessies is bereikt waarbij gebruik wordt gemaakt van de timer (max. 50), verschijnt een foutmelding in het berichtenvenster. Druk in dat geval op de Enter-toets en de instellingen van de Startmodus worden weer in het bedieningspaneel weergegeven.
2-8
v:13579 01Page E F Now scanning
Doc. nr :056 Document:A4
* Als de instelling voor het afdrukken van een Rapport timer zenden is ingeschakeld, wordt een Rapport timer zenden afgedrukt. (Zie pagina 5-2.)
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax
Een communicatiesessie in het geheugen bewerken U kunt verschillende bewerkingen uitvoeren op een geplande communicatiesessie waarbij de timer wordt gebruikt. Zo kunt u bepaalde informatie bij de communicatiesessie aanpassen of de communicatiesessie zelfs geheel annuleren. Ook kunt u een voorbeeldafbeelding afdrukken van de bijbehorende documenten of de communicatiesessie (gedwongen) starten zonder te hoeven wachten tot de feitelijke geplande starttijd ingaat.
(1) Voorbeeldafbeelding van wachtrijdocumenten afdrukken Als u de documenten wilt controleren die horen bij een specifieke verzending die in het geheugen wacht op verzending, kunt u een voorbeeldpagina van die documenten afdrukken. * Zelfs als u een voorbeeldafbeelding van de documenten afdrukt, wordt de verzending volgens planning uitgevoerd. * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus. 08-JUL-2001 12:00
Set original
1. Open het afdekplaatje en druk op de toets INFORMATIE. In het berichtenvenster verschijnt het menu “Communicatie informatie”.
3. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Afdrukken” te selecteren. Druk op de Enter-toets. * Als op dat moment geen communicatiesessies in het geheugen aanwezig zijn waarvoor de timer is ingesteld, verschijnt een foutmelding en wordt het berichtenvenster teruggezet naar het menu “Bewerken”. Print: list ➪ Doc. nr v :YDK 13:00
:005 P03 Broadcast
4. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om het documentnummer te selecteren dat bij de gewenste communicatiesessie hoort. Print: list ➪ Doc. nr v :RRD 14:30
:014 P02 Send
5. Druk op de Enter-toets. Er wordt een voorbeeldafbeelding van de bijbehorende documenten afgedrukt.
Communication information: ➪ TX result display RX result display Edit
P
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Bewerken” te selecteren. Druk op de Enter-toets.
Edit: ➪ Print Immediate transmission Program/Change
2-9
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax
(2) Een communicatiesessie in de wachtrij gedwongen starten
(3) De inhoud van een communicatiesessie wijzigen
U kunt een communicatiesessie die in het geheugen wacht, gedwongen starten zonder dat u hoeft te wachten op de geplande starttijd. * Een communicatiesessie die op basis van de nu volgende procedure gedwongen is gestart, wordt dan gestart vóór alle andere communicatiesessies. * U kunt ook een communicatiesessie die wacht op Automatisch opnieuw kiezen, gedwongen starten. * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
U kunt de bijbehorende informatie aanpassen van een geplande communicatiesessie waarbij de timer wordt gebruikt. Deze informatie kunt u wijzigen of toevoegen maar u kunt de communicatiesessie ook in zijn geheel annuleren. De feitelijke procedure en het type informatie dat beschikbaar is voor wijziging, zijn enigszins verschillend, afhankelijk van het type communicatiesessie dat u wilt wijzigen. Bij de onderstaande voorbeeldprocedure stelt u een geplande Rondzending in waarbij de timer wordt gebruikt. Als u de informatie wilt wijzigen die hoort bij andere communicatietypen, gaat u uit van dit voorbeeld, maar volgt u de aanwijzingen in het berichtenvenster op om de feitelijke procedure uit te voeren. * Een geplande communicatiesessie die wacht op Automatisch opnieuw kiezen, kunt u NIET wijzigen.
08-JUL-2001 12:00
Set original
1. Open het afdekplaatje en druk op de toets INFORMATIE. In het berichtenvenster verschijnt het menu “Communicatie informatie”.
Communication information: ➪ TX result display RX result display Edit
P
* U kunt faxnummers invoeren met behulp van het toetsenblok en de one-touch toetsen.
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Bewerken” te selecteren. Druk vervolgens op de Enter-toets.
Edit: ➪ Print Immediate transmission Program/Change
08-JUL-2001 12:00
Set original
1. Open het afdekplaatje en druk op de toets INFORMATIE. In het berichtenvenster verschijnt het menu “Communicatie informatie”.
3. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Onmiddellijk verzenden” te selecteren. Druk vervolgens op de Enter-toets. * Als er op dit moment geen communicatiesessies in het geheugen aanwezig zijn waarvoor de timer is ingesteld, verschijnt een foutmelding en wordt het berichtenvenster teruggezet naar het menu “Bewerken”.
Immediate transmission: list ➪ Doc. nr :005 v :YDK P03 13:00 Broadcast
4. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om het documentnummer te selecteren dat bij de gewenste communicatiesessie hoort die u gedwongen wilt starten. Immediate transmission: list ➪ Doc. nr :007 v :KKD P01 19:00 Send
5. Druk op de Enter-toets. De bijbehorende bewerking wordt automatisch gestart.
2-10
Communication information: ➪ TX result display RX result display Edit
P
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Bewerken” te selecteren. Druk op de Enter-toets.
Edit: ➪ Print Immediate transmission Program/Change
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax 3. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Programma/Wijzigen” te selecteren. Druk op de Enter-toets. * Als op dit moment geen communicatiesessies in het geheugen aanwezig zijn waarvoor de timer is ingesteld, verschijnt een foutmelding en wordt het berichtenvenster teruggezet naar het menu “Bewerken”. Program/Change: list ➪ Doc. nr :005 v :YDK 13:00 Broadcast
P05
5. Druk op de Enter-toets. In het berichtenvenster wordt weergegeven welke items u kunt wijzigen. Program/Change Broadcast: End ➪ Broadcast List TX Time :18:30
Program/Change Broadcast: End Broadcast List :20:00 ➪ TX Time
P
P03
● De bijbehorende communicatiesessie selecteren 4. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om het documentnummer te selecteren dat hoort bij de communicatiesessie die u wilt aanpassen. Program/Change: List ➪ Doc. nr :017 v :CRC 18:30 Broadcast
8. Druk op de Enter-toets. Het nieuwe tijdstip waarop de communicatie moet starten, wordt geregistreerd. * Als u klaar bent met het wijzigen van de inhoud van de communicatie, gaat u verder met stap 33 op pagina 2-13.
P
● Faxnummers toevoegen 9. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Rondzendlijst” te selecteren. Druk vervolgens op de Enter-toets. Broadcast list: ➪ End Add attention Change/Delete
10. Als u faxnummers wilt toevoegen, gebruikt u de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Toevoegen” te selecteren. * Als u GEEN faxnummers wilt toevoegen, kunt u deze stap overslaan. Ga verder met stap 16. Broadcast list: ➪ End Add attention Change/Delete
11. Druk op de Enter-toets. ● De geplande starttijd wijzigen 6. Als u de geplande starttijd wilt wijzigen, gebruikt u de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Verzendtijd” te selecteren. Druk vervolgens op de Enter-toets. * Als u de starttijd NIET wilt wijzigen, is deze stap overbodig. Ga door met stap 9. TX time:18:30
Enter transmission time
v:
Enter fax number
12. Voer het faxnummer in dat u wilt toevoegen. v :55367
Enter fax number
7. Gebruik het toetsenblok om de gewenste starttijd voor de communicatiesessie in te voeren. * Als u de weergegeven tijd wilt terugzetten naar “00:00”, drukt u op de toets Stop/Wissen. TX time:20:00
Enter transmission time
2-11
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax 13. Druk op de Enter-toets. * Als het faxnummer dat u hebt ingevoerd al is geregistreerd voor deze bewerking, verschijnt een foutmelding in het berichtenvenster. Druk in dat geval op de Enter-toets en ga verder met stap 14. * Als u te veel faxnummers hebt ingevoerd, verschijnt een foutmelding in het berichtenvenster. Druk in dat geval op de Enter-toets en ga verder met stap 15.
● Faxnummers wijzigen 20. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om het faxnummer te selecteren dat u wilt wijzigen. Change/Delete Broadcast: v :NGYS v :HSS ➪ v :FOS
v:
21. Druk op de Enter-toets. Enter fax number
14. Geef aan of u al dan niet wilt doorgaan met het toevoegen van faxnummers. > Als u nog MEER faxnummers wilt toevoegen, gaat u terug naar stap 12. > Als u klaar bent met het toevoegen van faxnummers, gaat u verder met stap 15.
v :FOS
Enter fax number
22. Druk op de toets Stop/Wistoets. v:
Enter fax number
15. Druk op de Enter-toets. * Als u klaar bent met het wijzigen van de inhoud van de communicatie, gaat u verder met stap 31 op pagina 2-13.
23. Voer het nieuwe bestemmingsfaxnummer in. v :23452
● Faxnummers verwijderen 16. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Wijzigen/Wissen” te selecteren. Broadcast list: End Add attention ➪ Change/Delete
Enter fax number
24. Druk op de Enter-toets. > Als u het toetsenblok hebt gebruikt om het faxnummer in te voeren bij stap 23, gaat u verder met stap 25. > Als u het bij stap 23 een one-touch toets hebt gebruikt om het faxnummer in te voeren, gaat u verder met stap 28.
17. Druk op de Enter-toets. Change/Delete Broadcast: End ➪ v :OSS v :OKS
18. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om het faxnummer te selecteren dat u wilt wissen. * Als u GEEN faxnummers wilt wissen, gaat u verder met stap 20.
25. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Uit” te selecteren. Subaddress TX On ➪ Off
26. Druk op de Enter-toets en ga verder met stap 28. Change/Delete Broadcast: v :SDS ➪ v :TMS v :NGYS
19. Druk op de toets Stop/Wistoets. Het geselecteerde faxnummer wordt gewist uit deze communicatie. * Als u wilt doorgaan met het verwijderen van andere faxnummers, herhaalt u stap 18 en 19 totdat alle gewenste nummers zijn verwijderd. * Als u klaar bent met het wijzigen van de inhoud van de communicatiesessie, gaat u verder met stap 29 op pagina 2-13. Change/Delete Broadcast: v :SDS ➪ v :NGYS v :HSS
2-12
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax 27. Druk op de Enter-toets. * Als het faxnummer dat u hebt ingevoerd al is vastgelegd voor deze bewerking, verschijnt een foutmelding in het berichtenvenster. Druk in dat geval op de Enter-toets en ga verder met stap 28. Change/Delete Broadcast: v :NGYS v :HSS ➪ v :23452
28. Geef aan of u al dan niet wilt doorgaan met het wijzigen van de bestemmingsfaxnummers. > Als u nog MEER faxnummers wilt wijzigen, gaat u terug naar stap 20 op pagina 2-12. > Als u klaar bent met het wijzigen van faxnummers, gaat u verder met stap 29.
(4) De communicatiesessie verwijderen U kunt een geplande communicatiesessie die in het geheugen op de starttijd wacht, verwijderen. * U kunt een geplande communicatie die in het geheugen wacht om naar een bestemmingsfax te worden doorgestuurd, NIET verwijderen. * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus. 08-JUL-2001 12:00
Set original
1. Open het afdekplaatje en druk op de toets INFORMATIE. In het berichtenvenster verschijnt het menu “Communicatie informatie”.
● De procedure voltooien 29. Selecteer “Einde”. Change/Delete Broadcast: ➪ End v :OSS v :OKS
30. Druk op de Enter-toets. Broadcast list: End Add attention ➪ Change/Delete
Communication information: ➪ TX result display RX result display Edit
31. Selecteer “Einde”.
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Bewerken” te selecteren. Druk vervolgens op de Enter-toets.
Broadcast list: ➪ End Add attention Change/Delete
Edit: ➪ Print Immediate transmission Program/Change
32. Druk op de Enter-toets. Program/Change Broadcast: End ➪ Broadcast List TX Time :20:00
3. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Wissen” te selecteren. P Edit: Immediate transmission Program/Change ➪ Delete
33. Selecteer “Einde”. Program/Change Broadcast: ➪ End Broadcast List TX Time :20:00
P
4. Druk op de Enter-toets. P
34. Druk op de Enter-toets. Als de instelling voor het afdrukken van een Rapport timer zenden is ingeschakeld, wordt een Rapport timer zenden afgedrukt. (Zie pagina 5-2.)
2-13
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax * Als er op dit moment geen communicatiesessies in het geheugen aanwezig zijn waarvoor de timer is ingesteld, verschijnt een foutmelding en wordt het berichtenvenster teruggezet naar het menu “Bewerken”.
Delete: list ➪ Doc. nr :005 v :YDK 13:00 Broadcast
P03
5. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om het documentnummer te selecteren dat hoort bij de communicatiesessie die u wilt verwijderen.
Delete: list ➪ Doc. nr :008 v :KRC 18:30 Send
P05
6. Druk op de Enter-toets. De geselecteerde communicatiesessie wordt verwijderd. Als er nog meer geplande faxberichten in het geheugen staan, wordt een Bevestigingsrapport afgedrukt.
2-14
Sectie
3
Problemen oplossen
3-1
Sectie 3 Problemen oplossen
Wanneer het indicatielampje document-in-geheugen [MEMORY] brandt… Tijdens een faxcommunicatiesessie waarbij het geheugen wordt gebruikt, worden documenten in het geheugen ingevoerd. U kunt dit herkennen aan het verlichte GEHEUGEN-indicatielampje. Het GEHEUGEN-indicatielampje brandt ook als er documenten rechtstreeks in het geheugen worden ontvangen (Geheugenontvangst) wanneer het papier op is of is vastgelopen. * Het GEHEUGEN-indicatielampje knippert als er documenten worden gescand of als deze in het geheugen worden ontvangen.
(1) WEES VOORZICHTIG bij het uitschakelen van de stroom • Aangezien de stroomtoevoer noodzakelijk is om documenten in het geheugen te kunnen opslaan, moet u nagaan of het GEHEUGENindicatielampje UIT is, VOORDAT u de stroomvoorziening van deze machine uitschakelt. Als er nog documenten in het geheugen zijn opgeslagen en het indicatielampje BRANDT, drukt u eerst alle belangrijke documenten in het geheugen af en controleert u of het GEHEUGEN-indicatielampje uit is VOORDAT u de stroom uitschakelt. * Dankzij de Imaging-geheugenbackupfunctie van deze machine wordt de inhoud van het geheugen maximaal 60 minuten lang bewaard, zelfs als om welke reden dan ook de stroomvoorziening naar de fax uitvalt. Afhankelijk van bepaalde omstandigheden in deze machine kan echter een deel van de eerste gegevens die in het geheugen werden ontvangen, verloren gaan. Vraag de andere partij om de documenten waarvan gegevens verloren zijn gegaan, opnieuw te verzenden. • Schakel de stroomtoevoer naar deze machine NOOIT uit zolang het geluid van de interne motor nog hoorbaar is. Als de stroomtoevoer wordt uitgeschakeld terwijl de motor loopt, bestaat het gevaar op interne beschadiging van de machine.
(2) Als een Stroomstoringsrapport wordt afgedrukt... Als documenten of andere informatie die in het geheugen is opgeslagen, verloren gaan omdat de stroomtoevoer naar de fax wordt uitgeschakeld of uitvalt, wordt er een Stroomstoringsrapport afgedrukt zodra de stroomtoevoer weer is hersteld. Lees dit rapport om te achterhalen welke informatie er verloren is gegaan. * Als er geen gegevens verloren zijn gegaan, wordt er geen Stroomstoringsrapport afgedrukt.
3-2
Als er zich een fout voordoet Als er zich een fout voordoet tijdens de communicatie, weerklinkt het alarm en gaat het FOUT-indicatielampje eerst knipperen en daarna continu branden. In geval van een papierstoring of een mechanische fout gaat de foutindicator van de machine branden. Lees de beschrijving van de fout in het berichtvenster en volg de aangegeven procedure om de fout te verhelpen. (Zie “Als u een van deze berichten ziet…” op pagina 3-3 en “Tabellen voor het oplossen van problemen” op pagina 3-5.) * Om de foutaanduidingen te verwijderen, drukt u op de Stop-/wistoets.
Sectie 3 Problemen oplossen
Als u een van deze berichten ziet… Als u een van de volgende berichten in het berichtenvenster ziet, voert u de bijbehorende procedure uit.
Bericht
Procedure
“Sluit XX deksel.”
Het deksel waarnaar in het bericht wordt verwezen, staat open. Sluit het zorgvuldig.
“Papier toevoegen”
• Er is geen papier aanwezig in de geselecteerde lade. Raadpleeg de instructiehandleiding van uw kopieermachine en plaats papier in de lade die is aangegeven in het berichtenvenster. • Dit bericht verschijnt ook als een of meer laden niet juist in de machine zijn geplaatst. Plaats de lade(n) zorgvuldig in de machine.
“XXpapier plaatsen”
• Bij de instelling van de papierinvoerselectiemethode is de modus Vaste grootte geselecteerd. Laad papier bij met de grootte die is aangegeven in het berichtenvenster. • De formaten van de ontvangen documenten en het papier in de geselecteerde lade zijn niet compatibel voor wat betreft afdrukmogelijkheden. Vul papier bij met hetzelfde formaat als de ontvangen documenten.
“Document in geheugen ontvangen”
De gegevens van ontvangen documenten zijn opgeslagen in het geheugen (Geheugenontvangst) omdat het papier in alle laden op was. Zodra u papier laadt in een van de laden, zullen de in het geheugen opgeslagen documenten worden afgedrukt. Als tegelijkertijd het bericht “Plaats XX papier” wordt weergegeven, moet u papier bijvullen met hetzelfde formaat als aangegeven in het berichtenvenster.
“Voeg toner toe”
De tonercassette is bijna als leeg. Raadpleeg de instructiehandleiding van uw kopieermachine en vervang de tonercassette zo gauw mogelijk.
“Nieuw ontvangen doc./Toner leeg”
Tijdens het afdrukken van ontvangen documenten is de toner opgeraakt, waardoor er geen documenten meer kunnen worden afgedrukt. De rest van de documenten worden in het geheugen ingevoerd. Raadpleeg de instructiehandleiding van uw kopieermachine en vervang de tonercassette zo gauw mogelijk. Zodra u de tonercassette hebt vervangen en afdrukken weer mogelijk is, worden de documenten afgedrukt die in het geheugen waren opgeslagen.
“Papier onjuist geplaats.”
Het papier is vastgelopen in de faxmachine. Raadpleeg de instructiehandleiding van uw kopieermachine en verwijder het vastgelopen papier uit de faxmachine. Zorg dat u ook alle papiersnippers verwijdert.
Pagina
___
___
___
___
___
___
___
3-3
Sectie 3 Problemen oplossen
Bericht
“Vastgelopen in papierlade. Verwijder originelen.”
“Onvoldoende geheugen”
Procedure
Er is een document vastgelopen in de papierlader. Raadpleeg de meegeleverde instructiehandleiding voor de papierlader (“DF”) en verwijder het vastgelopen document. Plaats alle documenten opnieuw in de papierlader. Het aantal documenten dat al was gescand, wordt nu geteld door de faxmachine en vervolgens worden alle documenten vanaf het vastgelopen document opnieuw gescand.
Het geheugen is vol geraakt tijdens het scannen van documenten. Druk op de Entertoets en kies “Ja” als u de documenten die reeds volledig zijn gescand wilt verzenden. Als u de verzending volledig wilt annuleren, gebruikt u de cursor omhoog- of omlaagtoets om “Nee” te kiezen en drukt u vervolgens op Enter. * Als u niet op de Enter-toets drukt binnen een bepaalde tijdspanne, treedt de automatische wisfunctie in werking en worden alle data van de verzending uit het geheugen gewist. * Om na het annuleren van de bewerking alle documenten te verzenden, probeert u de verzendprocedure opnieuw uit te voeren wanneer er opnieuw voldoende geheugen beschikbaar is of nadat u geheugenruimte hebt vrijgemaakt.
“BEL MONTEUR.”
Een onderhoudsbeurt door een gediplomeerde servicemonteur is vereist. Neem contact op met de leverancier of met een bevoegd reparatiebedrijf. Als er tevens een “C” en een nummer van 3 cijfers verschijnt, geeft u dit nummer door aan de monteur.
“Tijd voor onderhoudsbeurt”
Een onderhoudsbeurt door een gediplomeerde servicemonteur is vereist. Neem contact op met de leverancier of met een bevoegd reparatiebedrijf.
“Communicatiefout”
Er is een fout opgetreden tijdens een faxverzending of faxontvangst. Controleer de foutcode (die de oorzaak van de fout aangeeft) in het bijbehorende Verzendrapport (of Ontvangstrapport) dat na het optreden van de fout wordt afgedrukt.
Pagina
___
2-13
___
___
7-8
Dit bericht verschijnt als u op de toets Stop/Wissen hebt gedrukt terwijl u de toets WISSELEN DISPLAY ingedrukt hield tijdens een communicatiesessie naar meerdere bestemmingen, zoals Rondzenden of polling-ontvangst. “Doorgaan met verzending”
“Origineel document is te lang”
3-4
• Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Ja” te selecteren als u wilt doorgaan met de huidige bewerking. De specifieke communicatiesessie die bezig was op het moment dat u op de toets Stop/Wissen drukte, wordt echter afgebroken. • Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Nee” te selecteren als u de communicatiesessie naar alle resterende bestemmingen wilt annuleren.
U hebt geprobeerd een document te verzenden via de papierlader dat langer was dan 1600 mm. Druk op de Enter-toets om de resterende documenten uit de papierlader te werpen. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
___
1-18
Sectie 3 Problemen oplossen
Tabellen voor het oplossen van problemen Als u problemen ondervindt met uw faxmachine, raadpleegt u de onderstaande tabellen op het nemen van de juiste maatregelen om deze te verhelpen. Als het probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met de leverancier of met een bevoegd reparatiebedrijf.
Probleem
Controleer het volgende:
Procedure
De vastgestelde documentgrootte is vaak onjuist.
Is de machine geïnstalleerd in een locatie waar deze wordt blootgesteld aan fel licht van bovenaf of van bovenaf aan de achterzijde van de machine?
Als de machine in een dergelijke locatie is geïnstalleerd, kan dit de automatische vaststelling van het documentformaat beïnvloeden. Neem contact op met de leverancier of met een bevoegd reparatiebedrijf.
Ik kan mijn documenten niet verzenden.
Is de modulaire telefoonkabel op de juiste manier aangesloten?
Sluit de modulaire kabel op de juiste manier aan.
1-2
Wordt het bericht “Communicatiefout” weergegeven?
Voer de vereiste procedure uit om de fout te verhelpen en probeer de documenten nogmaals te verzenden.
7-8
Is het juiste type van telefoonlijn ingesteld?
Controleer of de instelling van de telefoonlijn juist is.
1-6
Ik kan de functie Rondzenden niet gebruiken.
Is de maximale geheugencapaciteit van de faxmachine bereikt?
Probeer de procedure voor Rondzenden nogmaals uit te voeren nadat er weer geheugen beschikbaar is gekomen of nadat u geheugenruimte hebt vrijgemaakt.
Ik kan geen documenten ontvangen.
Is de modulaire telefoonkabel op de juiste manier aangesloten?
Sluit de modulaire kabel op de juiste manier aan.
Wordt het bericht “Communicatiefout” weergegeven?
Voer de vereiste procedure uit om de fout te verhelpen en probeer de documenten nogmaals te ontvangen.
Is de maximale geheugencapaciteit van de faxmachine bereikt?
Probeer de documenten nogmaals te ontvangen nadat er weer geheugen beschikbaar is gekomen of nadat u geheugenruimte hebt vrijgemaakt.
Ik kan geen Geheugenontvangst uitvoeren.
Pagina
___
2-13
1-2
___
2-13
3-5
Sectie
4
Informatie over faxberichten beheren
4-1
Sectie 4 Informatie over faxberichten beherencations
Weergave communicatieresultaten In het berichtenvenster kunt u bepaalde gegevens controleren met betrekking tot de 10 laatst verzonden en/of ontvangen faxberichten. In het weergavevenster met communicatieresultaten kunt u het documentnummer, de datum en tijd, de naam van de partij van bestemming, het aantal pagina’s, het type faxbericht en het resultaat van de communicatiesessie bekijken.
(1) Weergave verzendresultaten
(2) Weergave ontvangstresultaten
In het berichtenvenster kunt u de gegevens over de 10 laatst verzonden berichten bekijken.
In het berichtenvenster kunt u informatie over de 10 laatst ontvangen berichten bekijken.
1. Open het afdekplaatje en druk op de informatietoets. In het berichtenvenster verschijnt het menu “Communicatie informatie”.
1. Open het afdekplaatje en druk op de toets “INFORMATIE”. In het berichtenvenster verschijnt het menu “Communicatie informatie”. Communication information: ➪ TX result display RX result display Edit
P
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Ontvangstrapport” te selecteren.
Communication information: ➪ TX result display RX result display Edit
Communication information: TX result display ➪ RX result display Edit P
2. Zorg dat “TX resultaat display” is geselecteerd in het berichtenvenster. Druk op de Enter-toets. Informatie over het laatst verzonden bericht wordt weergegeven. TX transaction: ➪ Doc. nr :010 JUL_08 24:00 P05 v :0123456789 Send OK
3. Als u op de cursor omlaag-toets drukt, wordt het voorlaatst verzonden faxbericht weergegeven en als u vervolgens op de cursor omhoog-toets drukt, worden in het venster weer de gegevens van het laatst verzonden faxbericht weergegeven.
4. Nadat u de gewenste informatie hebt gecontroleerd, drukt u op de Enter-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus. * Als u op de cursor omlaag-toets drukt wanneer de gegevens van het “oudste” faxbericht worden weergegeven, verschijnt het menu “Afsluiten”. Druk als dat gebeurt op de Enter-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
4-2
P
3. Druk op de Enter-toets. De gegevens van het laatst ontvangen faxbericht worden weergegeven. RX Transaction: ➪ Doc. nr :010 JUL 08 24:00 P05 v :0123456789 Receive OK
4. Als u op de cursor omlaag-toets drukt, wordt het vorige ontvangen faxbericht weergegeven en als u op de cursor omhoog-toets drukt, worden in het venster weer de gegevens van het laatst ontvangen faxbericht weergegeven.
5. Nadat u de gewenste informatie hebt gecontroleerd, drukt u op de Enter-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus. * Als u op de cursor omlaag-toets drukt wanneer de gegevens van het “oudste” ontvangen faxbericht worden weergegeven, verschijnt het menu “Afsluiten”. Druk als dat gebeurt op de Entertoets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
Sectie 4 Informatie over faxberichten beherencations
Beheerrapporten en lijsten afdrukken U kunt op elk gewenst moment de resultaten van uw faxberichten, evenals bepaalde faxgerelateerde instellingen controleren door verschillende beheerrapporten af te drukken. Hieronder worden de procedures beschreven voor het afdrukken van een Activiteitenrapport, Bevestigingsrapport of een Lijst eigen gegevens.
(1) Activiteitenrapport
(2) Bevestigingsrapport
Druk dit rapport af als u de status en resultaten van de verzendingen en ontvangsten wilt bekijken die op deze faxmachine zijn uitgevoerd. In het Activiteitenrapport worden de gegevens afgedrukt van de 50 laatst uitgevoerde communicaties. * Als geen faxcommunicatie heeft plaatsgevonden, wordt er geen Activiteitenrapport afgedrukt. * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
Druk dit rapport af als u de status wilt bekijken van de verzendingen en ontvangsten die in het geheugen van deze fax wachten tot deze kunnen worden uitgevoerd. * Als er geen bijbehorende faxberichten in het geheugen aanwezig zijn, wordt er geen Bevestigingsrapport afgedrukt. * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus. 08-JUL-2001 12:00
08-JUL-2001 12:00 Set original Set original
1. Open het afdekplaatje en druk op de Rapport-afdruktoets. In het berichtenvenster verschijnt het menu “Rapport afdrukken”.
1. Open het afdekplaatje en druk op de Rapport-afdruktoets. In het berichtenvenster verschijnt het menu “Rapport afdrukken”. Print Report: ➪ Activity Report Confirmation Report User Setting List
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Bevestigingsrapport” te selecteren.
Print Report: ➪ Activity Report Confirmation Report User Setting List
2. Zorg dat “Rapport afdrukken” is geselecteerd in het berichtenvenster en druk op de Enter-toets. Er wordt een Activiteitenrapport afgedrukt. * In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
Print Report: Activity Report ➪ Confirmation Report User Setting List
3. Druk op de Enter-toets. Er wordt een Activiteitenrapport afgedrukt. * In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus. 08-JUL-2001 12:00
Set original
08-JUL-2001 12:00
Set original
4-3
Sectie 4 Informatie over faxberichten beherencations
(3) Lijst eigen gegevens Druk dit rapport af als u de instellingen wilt controleren die in deze fax zijn vastgelegd (zoals het type telefoonverbinding, enzovoort) en overige registratiegegevens (Eigen naam, enzovoort). * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus. 08-JUL-2001 12:00
Set original
1. Open het afdekplaatje en druk op de Rapport-afdruktoets. In het berichtenvenster verschijnt het menu “Rapport afdrukken”. Print Report: ➪ Activity Report Confirmation Report User Setting List
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Lijst eigen gegevens” te selecteren. Print Report: Activity Report Confirmation Report ➪ User Setting List
3. Druk op de Enter-toets. Er wordt een Lijst eigen gegevens afgedrukt. * In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus. 08-JUL-2001 12:00
Set original
4-4
Sectie
5
Verschillende instellingen en vastgelegde gegevens in deze fax
5-1
Sectie 5 Verschillende instellingen en vastgelegde gegevens in deze fax
Afdrukken van rapport in/uitschakelen
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Rapport afdrukken” te selecteren.
U kunt vier verschillende rapporten afdrukken om bijvoorbeeld te controleren of een verzending of ontvangst correct is uitgevoerd. U kunt ook instellen dat een of meer van deze rapporten automatisch moeten worden afgedrukt, of u kunt het automatisch afdrukken van een bepaald rapport UITschakelen.
Als u instelt dat dit rapport wordt afgedrukt nadat een vooraf opgegeven aantal communicatiesessies is bereikt, kunt u hierin de gegevens van die communicatiesessies bekijken. Als u instelt dat dit rapport wordt afgedrukt na elke verzending, kunt u hierin controleren of die verzending correct is uitgevoerd. * Het is ook mogelijk dit rapport alleen af te drukken onder bepaalde omstandigheden (bij een communicatiefout, rondzenden, een verzending via de timer en een versleutelde verzending). Als u instelt dat dit rapport wordt afgedrukt na elke ontvangst, kunt u hierin controleren of dit bericht correct is ontvangen. * Het is ook mogelijk dit rapport alleen af te drukken onder bepaalde omstandigheden (bij een communicatiefout). Als u instelt dat dit rapport wordt afgedrukt na elke geplande communicatiesessie waarbij de timer wordt gebruikt, kunt u hierin de bijbehorende gegevens van dat bericht controleren.
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus. 08-JUL-2001 12:00
Set original
1. Open het afdekplaatje en druk op de Configuratie-toets.
Set fax: End TTI ➪ Print report
:Outside p. P
3. Druk op de Enter-toets. Print report: End ➪ Activity contr:On Management :On
4. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om aan te geven welk rapport u wilt instellen. * Het volgende voorbeeld laat zien hoe u het Rapport Timer Zenden instelt. Print Report: TX Transaction:On RX Transaction:Off ➪ Delayed Comm. :On
5. Druk op de Enter-toets. Delayed Comm. Report: ➪ *On Off
6. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om aan te geven of u het rapport al dan niet automatisch wilt laten afdrukken. * De huidige instelling is in het berichtenvenster aangegeven met een asterisk (*). * Als u wilt opgeven dat het rapport automatisch moet worden afgedrukt, selecteert u “Aan”. * Als u “Verzend-act.” of “Ontvangst-act.” hebt geselecteerd in stap 4, kunt u ook “Alleen voorwaardelijk afdrukken” selecteren. In dit geval wordt het betreffende rapport alleen afgedrukt onder de omstandigheden die zijn beschreven in de informatie over dat rapport, op de linkerkant van deze pagina. Delayed Comm. Report: *On ➪ Off
7. Druk op de Enter-toets. De instelling van dit rapport is voltooid. Print Report: TX Transaction:On RX Transaction:Off ➪ Delayed Comm. :Off
Set fax: End ➪ TTI Print report
5-2
:Outside p. P
> Als u wilt doorgaan met de instellingsprocedure van andere rapporten, herhaalt u stap 4 tot en met 7. > Als u andere instellingsprocedures wilt uitvoeren, selecteert u “Einde” en drukt u vervolgens op de Enter-toets. > Als u klaar bent met het programmeren van instellingen, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
Sectie 5 Verschillende instellingen en vastgelegde gegevens in deze fax
Documentformaat instellen voor scannen vanuit de papierlader Selecteer hier of documenten die in de papierlader zijn geplaatst, moeten worden gescand als A4R of een ander standaardpapierformaat, of als lange documenten (in de richting van de papierinvoer). * U moet hier “Standaard formaat origin.” selecteren als u de beide zijden van dubbelzijdige documenten verzendt. (Zie “Dubbelzijdige verzending” op pagina 2-2.) * Als u hier “Lang origineel” instelt, kunnen documenten niet worden gedraaid voor verzending. (Zie “(4) Roteer- en verzendfunctie” op pagina 1-15.) * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
5. Druk op de Enter-toets. De instelling van het documentformaat is voltooid. Set fax: Confirm dial Set volume ➪ DF scanning
:On P :Long orig.
* Als u klaar bent met het invoeren van de instellingen, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
08-JUL-2001 12:00
Set original
1. Open het afdekplaatje en druk op de Configuratie-toets.
Set fax: End ➪ TTI Print report
:Outside p. P
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “DF scannen” te selecteren. Set fax: Confirm dial Set volume ➪ DF scanning
:On P :Std. orig.
3. Druk op de Enter-toets. 4. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om de gewenste instelling te selecteren voor documentformaat. * De asterisk (*) in het berichtenvenster geeft aan wat de huidige instelling is. DF scanning: *Standard size original ➪ Long original
5-3
Sectie 5 Verschillende instellingen en vastgelegde gegevens in deze fax
Afdrukken van ontvangstdatum en -tijd in-/uitschakelen Selecteer hier of u bepaalde informatie (zoals de ontvangsttijd, informatie over de verzendende partij en het aantal verzonden pagina’s) al dan niet wilt afdrukken aan de bovenrand van ontvangen documenten. Deze informatie is handig als u de feitelijke tijd wilt controleren waarop u documenten hebt ontvangen, vooral als deze werden verzonden vanuit een locatie die zich in een andere tijdzone bevindt. Als u wilt dat deze informatie wordt afgedrukt, moet u deze functie vooraf INschakelen. * Als een ontvangen pagina is opgesplitst en wordt afgedrukt op 2 of meer afzonderlijke vellen papier, worden de ontvangsttijd en -datum alleen afgedrukt op het eerste vel. * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus. 08-JUL-2001 12:00
Set original
1. Open het afdekplaatje en druk op de Configuratie-toets.
Set fax: End ➪ TTI Print report
:Outside p. P
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Ontv. dat/tijd” te selecteren. Set fax: TX/Default :Memory Reception mode:Fax recept ➪ RX date/time :Off
3. Druk op de Enter-toets.
5-4
4. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om aan te geven of u het Afdrukken van de ontvangstdatum en -tijd AAN of UIT wilt zetten. * De asterisk (*) in het berichtenvenster geeft aan wat de huidige instelling is. * Als u wilt dat de ontvangstdatum en -tijd worden afgedrukt, selecteert u “Aan”. Rx Date/Time: ➪ On *Off
5. Druk op de Enter-toets. De instelling van het afdrukken van de ontvangstdatum en -tijd is voltooid. Set fax: TX/Default :Memory Reception mode:Fax recept ➪ RX date/time :On
* Als u klaar bent met het invoeren van de instellingen, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
Sectie 5 Verschillende instellingen en vastgelegde gegevens in deze fax
De papierinvoerselectiemethode selecteren Selecteer hier een van de drie beschikbare methoden waarmee papier wordt ingevoerd voor het afdrukken van alle documenten die worden ontvangen als de fax actief is in de Faxfunctie, en voor het afdrukken van rapporten en lijsten: de modus Automatische keuze, de modus Vaste grootte of de modus Vaste papierlade. * Deze instelling kan NIET worden gewijzigd zolang er nog documenten in het geheugen aanwezig zijn. <Modus Automatische keuze> In deze modus wordt het meest geschikte papier automatisch door de faxmachine geselecteerd en ingevoerd. <Modus Vaste grootte> In deze modus wordt papier ingevoerd vanuit de lade die het geselecteerde papierformaat bevat. Als in geen enkele lade papier met dit formaat aanwezig is, worden de documenten rechtstreeks in het geheugen ontvangen. * U kunt bij deze instelling slechts ÉÉN papierformaat selecteren. * Als in meerdere laden papier van hetzelfde formaat is geplaatst, wordt het papier vanuit de bovenste lade ingevoerd. <Modus Vaste papierlade> In deze modus wordt het papier ingevoerd vanuit een opgegeven lade, ongeacht het formaat van de ontvangen documenten. Als in de opgegeven lade geen papier meer aanwezig is, worden de documenten rechtstreeks in het geheugen ontvangen. * U kunt bij deze instelling slechts EEN lade selecteren. * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus. 08-JUL-2001 12:00
Set original
1. Open het afdekplaatje en druk op de Configuratie-toets.
3. Druk op de Enter-toets. Paper feed sel: ➪ *Auto selection Fixed size Fixed cassette
P P
4. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om de gewenste papierinvoermodus te selecteren. * De asterisk (*) in het berichtenvenster geeft aan wat de huidige instelling is. > Als u “Automatische keuze” hebt geselecteerd… Gaat u verder met stap 5.
> Als u “Vaste grootte” hebt geselecteerd… 1 Drukt u op de Enter-toets. Fixed size: ➪ A3 B4 A4
2 Gebruikt u de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om het gewenste papierformaat te selecteren.
> Als u “Vaste papierlade” hebt geselecteerd… 1 Drukt u op de Enter-toets. Fixed cassette: ➪ Top drawer 2nd drawer 3rd drawer
2 Gebruikt u de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om de gewenste lade te selecteren. * Als de geselecteerde lade niet geïnstalleerd is, verschijnt een bericht dat aangeeft dat de lade niet beschikbaar is en dat die lade niet kan worden gebruikt.
5. Druk op de Enter-toets. De instelling van de papierinvoerselectiemethode is voltooid.
Set fax: End ➪ TTI Print report
:Outside p. P
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Pap.inv. sel.” te selecteren.
Set fax: Reception mode:Fax recept RX date/time :Off ➪ Paper feed sel:2nd drawer
* Als u klaar bent met het programmeren van de instellingen, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
Set fax: Reception mode:Fax recept RX date/time :Off ➪ Paper feed sel:Auto sel.
5-5
Sectie 5 Verschillende instellingen en vastgelegde gegevens in deze fax
2 in 1-ontvangst in-/uitschakelen Als de 2 in 1-ontvangst is ingeschakeld en twee [A5]-pagina's na elkaar worden ontvangen tijdens dezelfde ontvangst, worden deze 2 pagina's afgedrukt op één [A4]-vel. Om 2 in 1-ontvangst mogelijk te maken, moet deze functie eerst worden ingeschakeld. * Druk op de Reset-toets als u de procedure wenst te onderbreken. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus. 08-JUL-2001 12:00
Set original
1. Open het afdekplaatje en druk op de Configuratie-toets.
Set fax: End ➪ TTI Print report
:Outside p. P
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “2 in 1 ontv.” [“2-up ontv.”] te selecteren. Set fax: 2-up RX :Off Management :Off ➪ Remote diagn. :Off
3. Druk op de Enter-toets. 4. Gebruik de cursor omhoog- of de cursor omlaag-toets om te kiezen of 2 in 1-ontvangst moet worden in- of uitgeschakeld. * De asterisk (*) in het berichtvenster duidt de huidige instelling aan. Remote diagn.: ➪ On *Off
5-6
5. Druk op de Enter-toets. De instelling van de 2 in 1-ontvangst is voltooid. Set fax: 2-up RX :Off Management :Off ➪ Remote diagn. :On
* Als u klaar bent met het maken van instellingen, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
Sectie
6
Optionele apparatuur
6-1
Sectie 6 Optionele apparatuur
Unit voor dubbelzijdig afdrukken
Extra geheugen toevoegen
Door de optionele Unit voor dubbelzijdig afdrukken te installeren, wordt Dubbelzijdige ontvangst (waarbij papier binnen de faxmachine wordt omgedraaid en op de achterzijde wordt afgedrukt) mogelijk. Als de breedte van elke ontvangen pagina precies hetzelfde is, worden de documenten op de voor- en achterzijde van dat papierformaat afgedrukt. * Als u de functie Dubbelzijdige ontvangst wilt toepassen, moet u deze vooraf INschakelen. * Als u de functie voor Dubbelzijdige ontvangst hebt INgeschakeld, worden alle pagina’s van een ontvangen faxbericht tijdelijk opgeslagen in het geheugen (ongeacht de ontvangstmodus die u hebt ingesteld) waarna deze in één keer worden afgedrukt.
Door extra geheugen toe te voegen in de faxmachine, kan 4 MB van de 8 MB in totaal worden gebruikt voor "bitmappen" en kunt u documenten verzenden en ontvangen met de Ultrafijne resolutie. In dit geval worden de resterende 4 MB gebruikt voor de beeldvorming, waardoor u meer documenten kunt opslaan in het geheugen (zowel bij verzending als bij ontvangst). Als u de resolutie ULTRAFIJN wilt selecteren, drukt u op de resolutie-selectietoets zodat het resolutie-indicatielampje ULTRAFIJN gaat branden.
● Dubbelzijdige ontvangst IN-/UITschakelen * Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus. 1. Open het afdekplaatje en druk op de Configuratie-toets. Set fax: End ➪ TTI Print report
:Outside p. P
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “2-zijdig RX” te selecteren. Set fax: Paper feed sel:Auto sel. 2-up RX :Off :Off ➪ 2-sided RX
3. Druk op de Enter-toets. 2-sided RX: ➪ On *Off
4. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om aan te geven of u Dubbelzijdige ontvangst AAN of UIT wilt zetten. * De asterisk (*) in het berichtenvenster geeft aan wat de huidige instelling is. 5. Druk op de Enter-toets. De instelling van de Dubbelzijdige ontvangst is voltooid. Set fax: Paper feed sel:Auto sel. 2-up RX :Off :On ➪ 2-sided RX
* Als u klaar bent met het programmeren van de instellingen, drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
6-2
* Raadpleeg de instructiehandleiding van uw kopieermachine voor meer informatie over andere optionele apparatuur.
Sectie
7
Referentiegegevens
7-1
Sectie 7 Referentiegegevens
Specificaties Type...............................................................Optionele faxeenheid Compatibiliteit ..............................................Groep 3 Vereiste verbinding......................................Abonnement/aansluiting op openbaar telefoonnet Verzendsnelheid ..........................................Circa 4 seconden (33600 bps, MMR, ITU-T schema 1) Modemsnelheid............................................33600/31200/28800/26400/24000/21600/19200/16800/14400/12000/ 9600/7200/4800/2400 bps Datacompressie ...........................................MMR/MR/MH Foutcorrectie ................................................ECM Maximale documentgrootte ........................Breedte: 297 mm, lengte: 1600 mm Capaciteit automatische papierlader .........Maximaal 70 pagina’s Puntdichtheid gescande regels..................Horizontaal x verticaal Normaal (8 punten/mm x 3,85 regels/mm) FIJN (8 punten/mm x 7,7 regels/mm) SUPERFIJN (8 punten/mm x 15,4 regels/mm) ULTRAFIJN (16 punten/mm x 15,4 regels/mm) Opnameresolutie..........................................600 dpi x 600 dpi Grijstinten .....................................................256 niveaus (Differentiële diffusiewaarde) One-touch toetsen ......................................32 toetsen Verkorte kiesnummers ................................100 nummers Rondzenden .................................................Maximaal 132 locaties Polling-ontvangst ........................................Maximaal 132 locaties Geïnstalleerd bitmapgeheugen (Imaging-geheugen) ....................................4 MB Beheerrapporten en lijsten .........................Activiteitenrapport, Bevestigingsrapport, Lijst eigen gegevens, One-touch toetsenlijst Opties............................................................Extra geheugen * Specificaties kunnen zonder enige voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
7-2
Sectie 7 Referentiegegevens
Stroomschema’s van de menu’s De volgende stroomschema’s laten zien welke informatie wordt weergegeven in het berichtenvenster wanneer u op de verschillende functietoetsen in het bedieningspaneel drukt. Raadpleeg dit schema als u de faxmachine gebruikt. VASTLEGGENtoets
Verkorte kiesnummers One-touch toetsen Programmatoetsen Groepsgewijze inbeltoetsen Gekoppelde inbeltoetsen F-code postbus
F-Code vertrouwelijke postbussen
Encryptie-postbussen
F-Code relais-postbussen
Coderingssleutels Informatie eigen station
Uw eigen faxnummer Uw eigen naam Uw eigen ID Toegestane telefoonnummers Toegestane ID-nummers Faxberichten doorsturen Extern schakelnummer Externe test-ID Datum en tijd Toegangscodes Wachtwoord voor beperkte toegang
CONFIGURATIEtoets
De bijgesloten labels aanbrengen TTI-verzending AAN/UIT Rapport afdrukken
Activiteitenrapport Rapport beperkte toegang Verzendrapport Ontvangstrapport Rapport timer-verzending
Met wachtwoord beveiligde communicatie
Wachtwoord-beveiligde verzending AAN/UIT Wachtwoord-beveiligde ontvangst AAN/UIT
Faxberichten doorsturen AAN/UIT Bulletin-boardfunctie AAN/UIT X keer overgaan [Automatische faxontvangst] X keer overgaan [Antw.app.] Kiesbevestiging AAN/UIT Volume-instellingen
Volume alarmsignaal Volume monitor Volume luidspreker
Papierlader (Document Feeder) scannen Standaard verzendingsstand Ontvangstmodus Afdrukken Ontvangstdatum en -tijd AAN/UIT Papierinvoerselectiemodus 2 in 1-ontvangst in-/uitschakelen Dubbelzijdige ontvangst AAN/UIT *1 Beperkte toegang AAN/UIT Diagnose op afstand AAN/UIT
*1: Alleen beschikbaar als de optionele unit voor Dubbelzijdige ontvangst is geïnstalleerd.
7-3
Sectie 7 Referentiegegevens
RAPPORTAFDRUKtoets
Activiteitenrapport Rapport beperkte toegang *2
*2: Afdruk is alleen beschikbaar als Rapport beperkte toegang is ingeschakeld.
Bevestigingsrapport Lijst eigen gegevens Lijst van F-Code postbussen
Lijst van F-Code vertrouwelijke postbussen
Lijst van encryptie-postbussen
Lijst van F-Code relais-postbussen
Versneld-kiezenlijst
Verkorte-nummerslijst One-touch toetsenlijst Lijst met telefoonnummers Geprogrammeerd-kiezenlijst Groepsgewijze inbellijst Lijst van afdelingen *2 Lijst coderingssleutels
INFORMATIE-toets
Weergavevenster verzendresultaten Weergavevenster ontvangstresultaten Een communicatiesessie in het geheugen bewerken
Voorbeeldafdruk maken van documenten in de wachtrij De communicatiesessie gedwongen starten
De inhoud van de communicatie wijzigen De communicatiesessie verwijderen Ontvangen documenten gedwongen afdrukken
POLLING-toets
Polling-verzending Polling-ontvangst
VERTROUWELIJK-toets
Documenten invoeren in een F-Code vertrouwelijke postbus Documenten afdrukken vanuit een F-Code vertrouwelijke postbus Documenten afdrukken vanuit een encryptie-postbus
7-4
Sectie 7 Referentiegegevens
RONDZENDEN-toets
Rondzend-verzending
DUBBELZIJDIG VZ-toets
Verzending van dubbelzijdige documenten
UITGESTELD VZ-toets
De starttijd instellen voor een communicatiesessie waarbij de timer wordt gebruikt
Antw. apparaat/Autom. ontvangst-toets [MESSAGE TEL./MANUAL RX.]
Schakelen tussen de ontvangststanden antwoordapparaat, handmatige faxontvangst en automatische ontvangststand
GEHEUGEN VZ-toets
Schakelen tussen Geheugenontvangst- en Rechtstreekse-invoerverzendmodus
F-Code-toets [SUBADDRESS]
Selecteren van op F-Code gebaseerde communicatie
WISSELEN DISPLAY-toets
Verifiëren van bewerkingen in de achtergrond (functie Tweevoudige toegang)
AFK./INDEX-toets
Nummer kiezen met behulp van verkorte kiestoets Nummer opzoeken in de index
KOPIËREN/FAX-schakeltoets
Schakelen tussen de kopieerfunctie en de faxfunctie
7-5
Sectie 7 Referentiegegevens
Tabel met beschikbare tekens Afhankelijk van de gebruikstaal die u voor het berichtenvenster hebt ingesteld, is het mogelijk andere letters dan die van het Engelse alfabet te gebruiken die specifiek horen bij een bepaalde taal. Deze letters zijn beschikbaar onder one-touch toets nr. 15. Raadpleeg de onderstaande tabel voor de speciale letters en andere tekens die beschikbaar zijn voor het registreren van bestemmingsnamen, enzovoort. Zie ook “Tekens invoeren” op pagina 1-26 voor de procedure om tekens in te voeren. * Als in één veld twee letters worden weergegeven, wordt de bovenste letter ingevoerd wanneer u hoofdletters registreert en wordt de onderste letter ingevoerd wanneer u kleine letters registreert.
Taal weergavevenster Deens
Ä ä
Å å
Ö ö
Ø ø
Æ æ
!
@
=
Nederlands
;
?
[
]
%
!
@
=
Engels
;
?
[
]
%
!
@
=
Fins
Ä ä
Å å
Ö ö
Ø ø
Æ æ
!
@
=
Frans
Œ œ
?
[
]
%
!
@
=
Duits
Ä ä
Ü ü
Ö ö
ß
%
!
@
=
Italiaans
È è
?
[
]
%
!
@
=
a
o
¿
?
¡
!
Ñ ñ
=
Portugees
Á á
à ã
Ó ó
Õ õ
É é
Ê ê
Í í
Ç ç
Zweeds
Ä ä
Å å
Ö ö
Ø ø
Æ æ
!
@
=
Spaans
7-6
Beschikbare tekens
Sectie 7 Referentiegegevens
Schema papierformaat en invoerprioriteit Als de laden geen papier bevatten met een formaat en stand die exact overeenkomen met die van de ontvangen documenten, wordt door de faxmachine automatisch het meest geschikte papier geselecteerd waarop wordt afgedrukt. In het volgende schema ziet u welke prioriteit in dat geval bij de papierselectie wordt aangehouden.
Formaat van ontvangen document
Papier in laden
Selectievolgorde
* De bovenzijde van het papier in deze afbeeldingen geeft de invoerrichting aan voor de verzending of de afdruk. * FL betekent papier van Folio-formaat. * Als op meerdere plaatsen papier van hetzelfde formaat is geplaatst, wordt het papier uit de bovenste papierlade gebruikt. * Als u een van de modi Vaste grootte of Vaste papierlade hebt geselecteerd bij de instelling van de Papierinvoerselectiemodus, krijgt die instelling voorrang boven de hier aangegeven volgorde. *1: Geeft aan dat de functie Ontvangen Documenten Roteren wordt gebruikt. *2: Als de ontvangen afbeelding van de documenten met Folio-formaat automatisch wordt verkleind zodat deze op het papier past, wordt de afbeelding afgedrukt op A4R-papier. : Geeft aan dat een ontvangen pagina wordt gesplitst en afgedrukt op twee of meer vellen papier.
7-7
Sectie 7 Referentiegegevens
Tabellen met foutcodes Als er een communicatiefout optreedt, wordt een van de volgende foutcodes afgedrukt in het bijbehorende Verzendrapport of Ontvangstrapport, evenals in het Activiteitenrapport. Raadpleeg de volgende tabellen voor een uitvoeriger beschrijving van de fout. * Als er een fout optreedt tijdens een communicatie met een transmissiesnelheid van 33600 bps, verandert de “U” in de hieronder aangegeven foutcodes in een “E”..
CODE
Bezet
OORZAAK EN/OF PROCEDURE VOOR FOUTCORRECTIE De lijn is bezet of de andere partij reageert niet nadat het nummer automatisch een ingesteld aantal keren opnieuw is gekozen. Voer de verzend- of ontvangstprocedures nogmaals uit.
Onderbroken
De verzending is onderbroken doordat op de toets Stop/Wissen is gedrukt.
Onderbroken
De ontvangst is onderbroken doordat op de toets Stop/Wissen is gedrukt.
U00300
Het afdrukpapier in de bestemmingsfax is op. Neem contact op met de partij aan wie u de fax stuurt.
U00420 U00462
Er was een verbinding gemaakt nadat de verzendende partij had ingebeld, maar de verzending is onderbroken omdat de verzendende partij niet beschikt over de benodigde communicatiefuncties.
Onderbroken
7-8
Tijdens een meervoudige communicatiesessie (Rondzenden, Polling-ontvangst, enzovoort) kon deze machine niet naar alle bestemmingen verzenden, vanwege een communicatiestoring.
U00600 U00690
De communicatiesessie werd onderbroken vanwege problemen met uw machine. Voer de verzend- of ontvangstprocedures nogmaals uit.
U00700
De communicatiesessie werd onderbroken vanwege problemen met de machine van de andere partij. Neem contact op met de andere partij.
U00800 U00810
Er zijn nog een of meer pagina’s overgebleven waarvan de verzending is mislukt. Voer de verzendprocedures nogmaals uit.
U00900 U00910
Er zijn nog een of meer pagina’s overgebleven waarvan de ontvangst is mislukt. Voer de ontvangstprocedures nogmaals uit.
U01000 U01092
Er is een communicatiefout opgetreden tijdens de verzending. Voer de verzendprocedures nogmaals uit.
U01100 U01199
Er is een communicatiefout opgetreden tijdens de ontvangst. Voer de ontvangstprocedures nogmaals uit.
U01400
Er was een communicatiesessie gepland waarbij de timer wordt gebruikt. Hierbij is een nummer ingevoerd met behulp van een verkort kiesnummer of een one-touch toets, enzovoort, maar communicatie met de desbetreffende partij was onmogelijk omdat dat nummer niet meer was geregistreerd op het moment van het geplande tijdstip. Controleer uw machine.
U01500
Er is een communicatiefout opgetreden tijdens een verzending met hoge verzendsnelheid. Voer de verzendprocedures nogmaals uit.
U01600
Er is een communicatiefout opgetreden tijdens een ontvangst met hoge verzendsnelheid. Voer de ontvangstprocedures nogmaals uit nadat de verzendende partij de verzendsnelheid heeft verlaagd.
U01700 U01720
Er is een communicatiefout opgetreden tijdens een verzending met hoge verzendsnelheid. Voer de verzendprocedures nogmaals uit.
Sectie 7 Referentiegegevens
CODE
OORZAAK EN/OF PROCEDURE VOOR FOUTCORRECTIE
U01721
Er is een communicatiefout opgetreden tijdens een verzending met hoge verzendsnelheid. Misschien heeft de bestemmingsfax niet de bijbehorende functies voor hoge-snelheidsontvangst. Als het nummer van de bestemmingsfax werd gekozen met een verkort kiesnummer of met een one-touch toets, wijzigt u de verzendsnelheid die voor dat nummer was geregistreerd naar een lagere instelling en voert u de verzendprocedures nogmaals uit.
U01800 U01820
Er is een communicatiefout opgetreden tijdens een ontvangst met hoge verzendsnelheid. Voer de ontvangstprocedures nogmaals uit nadat de verzendende partij de verzendsnelheid heeft verlaagd.
U01821
Er is een communicatiefout opgetreden tijdens een ontvangst met hoge verzendsnelheid. Mogelijk beschikt uw faxmachine niet over de bijbehorende functies voor hoge-snelheidsontvangst. Voer de ontvangstprocedures nogmaals uit nadat de verzendende partij de verzendsnelheid heeft verlaagd.
U02200
Er werd een op F-Code gebaseerde opdracht tot doorzenden ontvangen, maar verzending naar de resterende eindbestemming(en) was onmogelijk omdat het (de) faxnummer(s) van de bestemming(en) die was (waren) vastgelegd voor de overeenkomstige F-Code relais-postbus in uw faxmachine is (zijn) gewist. Controleer de vastgelegde informatie in uw fax en laat het oorspronkelijke verzendstation de verzending opnieuw uitvoeren.
U02400
Er werd een op F-Code gebaseerde opdracht tot doorzenden ontvangen, maar die is mislukt omdat de ID van de F-Code relaispostbus die op het oorspronkelijke verzendstation is ingevoerd niet overeenstemde met diegene die in uw fax is vastgelegd. Controleer de vastgelegde informatie in uw fax en laat het oorspronkelijke verzendstation de verzending opnieuw uitvoeren.
U03000
U hebt geprobeerd een Polling-ontvangst uit te voeren. Dat is echter mislukt omdat er vooraf geen documenten in de faxmachine van de verzendende partij waren geplaatst. Neem contact op met de verzendende partij.
U03200
De fax van de verzendende partij is één van onze modellen en een poging om via een F-Code Bulletin Board-ontvangst documenten te ontvangen uit de F-Code postbus van die partij is mislukt omdat er geen documenten waren opgeslagen in de bijbehorende F-Code postbus.
U03300
Er is om een van de volgende redenen een fout opgetreden. Neem contact op met de andere partij. 1 U hebt geprobeerd een Polling-ontvangst uit te voeren om documenten te ontvangen van de faxmachine van de andere partij. Deze poging is echter mislukt omdat Wachtwoord-beveiligde communicatie was INgeschakeld op de faxmachine van de andere partij en het benodigde wachtwoord onjuist was. 2 De faxmachine van de verzendende partij is een van onze modellen en u hebt geprobeerd een op F-code gebaseerde Bulletin-boardontvangst uit te voeren om documenten te ontvangen vanuit de F-code Postbus van die partij. Deze poging is echter mislukt omdat Wachtwoord-beveiligde communicatie was INgeschakeld op de faxmachine van de andere partij en het benodigde wachtwoord onjuist was.
U03400
U hebt geprobeerd een Polling-ontvangst uit te voeren. Deze poging is echter mislukt omdat de wachtwoordinvoer bij de faxmachine van de verzendende partij en de stations-ID van de ontvangende partij niet overeenkwamen. Neem contact op met de andere partij.
U03500
De fax van de verzendende partij is één van onze modellen en een poging om via een F-Code Bulletin Board-ontvangst documenten te ontvangen uit de F-Code postbus van die partij is mislukt omdat het nummer van de F-Code postbus dat u hebt ingevoerd niet vastgelegd was in de fax van de andere partij.
U03600
De fax van de verzendende partij is één van onze modellen en een poging om via een F-Code Bulletin Board-ontvangst documenten te ontvangen uit de F-Code postbus van die partij is mislukt omdat het F-Code wachtwoord dat u hebt ingevoerd niet overeenstemde met het wachtwoord dat was vastgelegd in de fax van de andere partij.
U03700
Een poging om via F-Code Bulletin Board-ontvangst documenten te ontvangen van de andere partij is mislukt omdat de fax van de andere partij geen F-Code Bulletin Board-verzendfuncties heeft of omdat er geen documenten waren opgeslagen in de bijbehorende postbus.
U04000
De bestemmingsfax is één van onze modellen en een poging om via F-Code vertrouwelijke verzending documenten te verzenden naar de F-Code postbus van die partij is mislukt omdat het nummer van de F-Code postbus dat u hebt ingevoerd niet vastgelegd was in de bestemmingsfax.
U04100
Een poging tot verzending naar de postbus van een bestemmeling (bijv. F-Code postbus) is mislukt omdat de bestemmingsfax geen F-Code vertrouwelijke ontvangstfuncties heeft.
U04200
U hebt geprobeerd een Versleutelde (encryptie)verzending uit te voeren. Dat is echter mislukt omdat de opgegeven vertrouwelijke postbus van de bestemmingspartij niet was aangewezen voor Versleutelde ontvangst of niet was geregistreerd op de faxmachine van de andere partij.
U04300
U hebt geprobeerd een Versleutelde (encryptie)verzending uit te voeren. Dat is echter mislukt omdat de faxmachine van de andere partij niet beschikt over functies voor Versleutelde communicatie.
U04400
U hebt geprobeerd een Versleutelde (encryptie)verzending uit te voeren. Dat is echter mislukt omdat de Coderingssleutels niet overeenkwamen.
7-9
Sectie 7 Referentiegegevens
CODE
OORZAAK EN/OF PROCEDURE VOOR FOUTCORRECTIE
U04401
U hebt geprobeerd een Versleutelde (encryptie)verzending uit te voeren, maar het nummer van de andere partij is niet gekozen omdat de aangewezen Coderingssleutel niet op uw faxmachine is geregistreerd.
U04500
U hebt geprobeerd een Versleutelde (encryptie)ontvangst uit te voeren. Dat is echter mislukt omdat de Coderingssleutels niet overeenkwamen.
U05100
U hebt geprobeerd een Verzending uit te voeren. Dat is echter mislukt omdat Wachtwoord-beveiligde communicatie was INgeschakeld op uw faxmachine en het benodigde wachtwoord niet overeenkwam. Neem contact op met de andere partij.
U05200
De andere partij heeft geprobeerd een faxbericht te verzenden. Dat is echter mislukt omdat Wachtwoord-beveiligde communicatie was INgeschakeld op uw faxmachine en het benodigde wachtwoord niet overeenkwam.
U05300
U hebt geprobeerd een Verzending uit te voeren. Dat is echter mislukt omdat Wachtwoord-beveiligde communicatie was INgeschakeld op de bestemmingsfax en het benodigde wachtwoord niet overeenkwam. Neem contact op met de andere partij.
U09000
Een poging tot faxcommunicatie is mislukt omdat op de faxmachine van de andere partij een ander communicatieprotocol wordt gebruikt (de andere partij gebruikt een G2-faxmachine).
U12000
Er werd een F-Code doorzendopdracht ontvangen, maar niet alle te verzenden gegevens zijn ontvangen omdat het geheugen van uw faxmachine vol is geraakt. Controleer de geheugeninhoud van uw machine en laat, na voldoende ruimte te hebben vrijgemaakt in het geheugen, het oorspronkelijke verzendstation de verzending opnieuw uitvoeren.
U14000
Een poging tot ontvangst vanuit een F-Code postbus is mislukt omdat het geheugen van uw faxmachine vol is geraakt. Druk de gegevens van het geheugen af en probeer opnieuw of annuleer de F-Code vertrouwelijke ontvangst.
U14100
De bestemmingsfax is één van onze modellen en een poging tot verzending naar de F-Code postbus van een bestemmeling is mislukt omdat het geheugen van de bestemmingsfax vol is geraakt.
U19000
U hebt geprobeerd een Geheugenontvangst uit te voeren. Deze poging is echter mislukt omdat de geheugencapaciteit van uw faxmachine onvoldoende was. Wis alle andere gegevens uit het geheugen en probeer het opnieuw.
U19100
U hebt geprobeerd een verzending uit te voeren. Deze poging is echter mislukt omdat de geheugencapaciteit van de bestemmingsfax onvoldoende was. Neem contact op met de andere partij.
U19200
De in het geheugen opgeslagen gegevens zijn beschadigd. Voer de benodigde communicatieprocedures opnieuw uit.
U19300
U hebt geprobeerd een verzending uit te voeren. Dat is echter mislukt omdat de te verzenden gegevens beschadigd zijn. Voer de verzendprocedure opnieuw uit.
U19400
U hebt geprobeerd een ontvangst uit te voeren. Dat is echter mislukt omdat de te ontvangen gegevens beschadigd zijn. Voer de ontvangstprocedure opnieuw uit.
7-10
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING MET 89/336/EEC, 73/23/EEC, 93/68/EEC and 1999/5/EC Hierbij verklaren wij uitsluitend onder onze verantwoordelijkheid dat het product waarop deze verklaring betrekking heeft in overeenstemming is met de volgende specificaties. Grenswaarden en meetmethoden voor immuniteitseigenschappen van informatietechnologieapparatuur
EN55024
Grenswaarden en meetmethoden voor radiostoringseigenschappen van informatietechnologieapparatuur
EN55022 Class B
Grenswaarden voor de emissie van harmonische stroom voor apparatuur met een ingangsstroom van ≤ 16A per fase
EN61000-3-2
Beperking van spanningsfluctuaties en flikkering in laagspanningsvoedingen voor apparatuur met een nominale stroom van ≤ 16 A.
EN61000-3-3
Veiligheid van informatietechnologieapparatuur, inclusief elektrische apparatuur
EN60950
Stralingsveiligheid van laserproducten, apparatuurclassificatie, voorschriften en gebruikershandleiding
EN60825-1
De gemeenschappelijke technische voorschriften voor de koppelingseisen voor de aansluiting op analoge openbare geschakelde telefoonnetwerken (PSTN's) van eindapparatuur (behalve de als gerechtvaardigde uitzondering erkende eindapparatuur ten behoeve van de spraaktelefoondienst), waarin de netwerkadressering, voorzover daarin is voorzien, plaatsvindt door middel van DTMF-signalering (Dual Tone Multi Frequency) CTR 21
Technische voorschriften voor eindapparatuur Deze eindapparatuur is in overeenstemming met: •CTR21 •AN 01R00 •AN 02R01 •AN 04R00 •AN 05R01 •AN 06R00 •AN 07R01 •AN 09R00 •AN 10R00 •AN 11R00 •AN 12R00 •DE 03R00 •DE 04R00 •DE 08R00 •DE 09R00 •DE 12R00 •DE 14R00 •ES 01R01 •GR 03R00 •GR 04R00 •NO 01R00 •NO 02R00 •P 03R00 •P 04R00
AN voor P AN voor CH en N Algemene adviesnota AN voor D, E, GR, P en N AN voor D, GR en P AN voor D, E, P en N AN voor D AN voor D AN voor P AN voor E National AN voor D National AN voor D National AN voor D National AN voor D National AN voor D National AN voor D National AN voor E National AN voor GR National AN voor GR National AN voor N National AN voor N National AN voor P National AN voor P
Verklaring van netwerkcompatibiliteit Wij verklaren dat het product compatibel is met de volgende netwerken: ■ Oostenrijk ■ Frankrijk ■ België ■ Duitsland ■ Denemarken ■ Griekenland ■ Finland ■ Ijsland
■ Ierland ■ Italië ■ Liechtenstein ■ Luxemburg
■ Nederland ■ Zweden ■ Noorwegen ■ Zwitserland ■ Portugal ■ Verenigd Koninkrijk ■ Spanje
WAARSCHUWING Dit is een Klasse A-product. Binnenshuis kan dit product storing veroorzaken indien het te dicht in de buurt van andere apparatuur geplaatst is. In dit geval moet de gebruiker doeltreffende maatregelen nemen. * De bovenstaande waarschuwing geldt alleen voor Australië en Nieuw-Zeeland.
LET OP! Als u de stroomvoorziening naar het apparaat wilt uitschakelen, kan dit alleen met de stekker van het netsnoer! Met andere schakelaars op het apparaat kunt u alleen bepaalde functies in- en uitschakelen.
This machine has passed all quality controls and final inspection.
2000. 11 3B180100A