' - i s ^ j ^ ^ f Delfshaven Deelgemeente van Rotterdam
Bezoekadres
Looiershof 1 3024 CZ Rotterdam Postbus 63006 3002 JA Rotterdam
postadres
uwkenmerk uwbriefvan
TOLK t.a.v. Mw. B. Tolk Lloydstraat 50 D 3024 EA ROTTERDAM
onskenmerk betreft aantalbijlagen inlichtingen telefoon fax e-mail website ABNAMRO t.n.v.
G. Matinburgh 010-4250479 010-4258878 info(a>delfshaven.rotterdam.nl www.rotterdam.nl/delfshaven NL20ABN064.45.11.850 Deelgemeente Delfshaven
Casenummer: Reg.nr:
C13.000106 13.500322
I III!ill
Mill
datum:
Geachte mevrouw Tolk,
8 FEB, 2013
Inantwoord op uwverzoek d.d. 30januari 2013, deel ik umede,dater ingevolge artikel 2.25 vandeAlgemene Plaatselijke Verordening van Rotterdam eenvergunning verleend wordt voor: Evenement Datum Locatie Tijd
Farewell Party Rotterdam 22februari 2013 Leegstaande pand St.Jobsveem (1 e Atrium)
van 21.30 uurtot en met 00.00 uur
Aan deze vergunning zijnde inde bijlage opgenomen voorschriften verbonden. De inde bijlage opgenomen voorschriften laten verplichtingen vanvergunninghouder voortvloeiende uit anderewet- en regelgeving onverlet. U dient, inoverleg met de politie,voldoende maatregelen te nemen om deveiligheid van bezoekers endeelnemers aan hetevenement tewaarborgen. Indiendoor de politie of door andere controlerende diensten geconstateerd wordt datdevoorschriften niet worden nageleefd, kande politie hetevenement voortijdig laten beëindigen. Tot slot wijzenwij uerop,dat uaansprakelijk bent voor alle schade die door het gebruik van deze vergunning aan eigendommen vandegemeente ofvan anderen mocht worden toegebracht.
Deelgemeente Delfshaven |Bank: NL20ABNA 064 45 11850| Bereikbaarheid:tramlijn 8,metrostation Coolhaven
Rotterdam, 15februari 2013 'Näm^hs de burgemeester van Rotterdam, de secretaris vande deelgemeente Delfshaven, i
V.Flofijrr '
Dezevergunning isverleend op basisvanartikel 2.2.2.vandeAlgemene Plaatselijke Verordening Rotterdam (Gemeenteblad 1996, nr.4). Indien uzich niet kunt verenigen met het bovenstaande kunt uop grondvan artikel 6.4., lid 1,vandeAlgemene wet bestuursrecht (Awb) binnen 6weken naverzending vandeze beschikking eenbezwaarschrift indienen bij de Burgemeester van Rotterdam. Dit bezwaarschrift moet ondertekend zijnen bevat tenminste degrondenvan het bezwaar, de naam enhetadres vande indiener, de dagtekening en eenomschrijving van het besluitwaartegen het bezwaar zich richt. Hetis wenselijk een kopievandit besluit meetezenden. Udient dit bezwaarschrift te richten aan destafafdeling Juridische Zaken,Algemene Beroepscommissie, Postbus 70012, 3000 KP Rotterdam. U kunt, indien ueen bezwaarschrift bijde burgemeester heeft ingediend, een verzoek om voorlopige voorziening (o.a. schorsing) indienen bijde Rechtbank Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BMte Rotterdam. Bijlage(n) behorende bijde evenementenverqunninq voorschriften Bijlage I geluidsvoorschriften Bijlage II brandvoorschriften Bijlage III
Bijlage I:voorschriften behorende bijdeevenementenvergunning van: Organisatie Tolk Adres organisatie Lloydstraat 50d;3024 EA Rotterdam Naam contactpersoon Mw. B.Tolk Telefoonnummer 06-22 22 0417 Datum evenement 22februari 2013 Locatie evenement Leegstaande pand St.Jobsveem (1 e Atrium) Algemeen • Devoorgenomen activiteiten mogen geengevaar of hinder opleveren voor omwonenden en het verkeer. • •
Eenvertegenwoordiger van de organisator dient beschikbaar tezijnals aanspreekpunt voor de politie. Deorganisatie draagt zorgvoor eensysteem waardoor teallentijden inzichtelijk is hoeveel personen daadwerkelijk binnen het evenemententerrein aanwezig zijn.
•
Dehouder vaneenvergunning ofontheffing isverplicht deze opeerste vordering van eenambtenaar, belast metde zorgvoor de naleving vandevoorschriften,ter inzageaf tegeven aandeze ambtenaar.
•
Eventuele nadere aanwijzingen vande politie,gegeven inhet belang van de openbare ordeoften behoeve van het (voetgangers)verkeer,en/of vanandere betrokken gemeentelijke instanties vanuit huntaaksector, dienen stipt enonmiddellijk te worden nagekomen.
•
Depolitie heeft de bevoegdheid om het evenement danwelde activiteiten voortijdig te beëindigen indien devoorschriften nietworden nageleefd.
•
Het evenement wijkt nietaf van deafgesproken dag(en) entijdstip(pen).
Bereikbaarheid/verkeer • Devrije doorgang vanopenbaar vervoersdiensten mag opgenerleiwijze worden belemmerd. •
Devrije doorgang van en naar aangrenzende straten dient ten behoevevan hulp-en redvoertuigen volledig gehandhaafd te blijven.
•
Het evenement of de activiteiten mogen de bereikbaarheid vanwoningen,winkels of (horeca)bedrijven niet belemmeren.
•
De bereikbaarheid ten behoeve van hulpdiensten dient volledig gehandhaafd teblijven.
•
Er moet een rijloper vantenminste 3,5 meter breed geheel vrij vanobstakels aanwezig zijn.
•
Deaanwezige bluswatervoorziening moeten bereikbaar blijvenvoor brandweervoertuigen envrij gehouden worden vanobstakels.
Bewonersbrieven • Bewoners van nabij gelegenwoningen en bedrijvenworden vooraf opcorrecte wijze geïnformeerd over het evenement endete organiseren activiteiten,door middel vaneen bewonersbrief. Deze bewonersbrief bevat tenminste devolgende informatie: datum(s) entijd(en) evenement datum(s) entijd(en) op-en afbouw verkeersmaatregelen (locaties entijdenvan o.a. afsluitingen) parkeerbeperkingen (locaties entijden) regeling doorlaatbewijzen en regeling voor bewoners met parkeervergunningen consequenties voor hetopenbaar vervoer bereikbaarheid van hetevenement per openbaar vervoer P+Rterreinen dievoor het evenement van belang zijn internetsite waar extra informatie tevinden is telefoonnummer vande organisatie waarop informatie verkrijgbaar is (ook opdedag zelf) mogelijke overlast veroorzakende activiteiten of beperkingen (b.v. helikopters) telefoonnummer vande Meldkamer vande DCMR Milieudienst Rijnmond (0104733333, 24 uur per dag bereikbaar) waar contact mee kanworden gezocht bij geluidsoverlast. •
Deorganisatie levert uiterlijk 7dagen van tevoren een kopievan bovengenoemde bewonersbrief (incl. de locaties waar deze brief isverspreid door middel van opgave postcodegebieden) aan dedeelgemeente Delfshaven (Postbus 63006, 3002 JA Rotterdam,email:
[email protected]) en DCMR Milieudienst Rijnmond (t.a.v. de Meldkamer en Bureau Geluid, Postbus 843, 3100AV Schiedam).
Beveiliging en Toezicht Ingeval van particulier toezicht (ook toegangscontrole) / beveiligingswerkzaamheden dienen deze teworden uitgevoerd door een beveiligingsorganisatie die in het bezit isvan een vergunning volgens deWet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. •
Devergunninghouder dient ervoor tezorgen dat ergedurende hetgehele evenement voldoende particuliere beveiligingsbeambten op het evenemententerrein aanwezig zijn.
•
Alle particuliere beveiligingsbeambten dienentevoldoen aande bepalingen bijof krachtens deWet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. Volgens deze wetgeving wordt onder beveiligingswerkzaamheden verstaan: het bewaken vande veiligheid van personen en goederen of hetwaken tegen verstoring van de orde enrust opterreinen en ingebouwen (ook toegangscontrole).
•
Bij particulier toezicht moet het personeel zijnvoorzien van een geldig beveiligingslegitimatiebewijs.
•
Beveiligingswerkzaamheden dienentijdig schriftelijk teworden gemeld bij Bijzondere Wetten: - afdeling EXO, Postbus 70023, 3000 LD Rotterdam (0900-8844) /email: biizondere.wetten.exo(g)riinmond.politie.nl: afdeling bijzondere Taken, politiedistrict West, de heer G. Nieuwenhuizen, telefoonnummer 010- 2744574.
Gebruiksvergunningen • Voor het plaatsen en inrichten vantenten of afgesloten terreinen dient, zoals bedoeld in artikel 2.1.1. van de Brandbeveiligingsverordening der Gemeente Rotterdam,ten minste 30dagen voordat het evenement plaatsvindt een gebruiksvergunning te worden aangevraagd. Dit geldt alleen indien aan éénvande onderstaande voorwaarden wordt voldaan: - meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zijn; - bedrijfsmatig de inartikel 2.2.2 bedoelde stoffen zullenworden opgeslagen; - aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader vanverzorging nachtverblijf zalworden verschaft; -aan meer dan 10 personenjonger dantwaalfjaar of aan meer dantien lichamelijk en/of geestelijk gehandicapten personen dagverblijf zalworden. •
Voor tentenentribunes moet bijde Regionale Brandweer Rotterdam Rijnmond, District Noord een gebruiksvergunning aangevraagd worden. Hiervoor kunt ucontact opnemen via hettelefoonnummer 010-4468200.
Plaatsen van podia,tenten, kramen en andere voorwerpen • Tenten, podia, kramen enandere voorwerpen moeten worden opgesteld conform aanvraag, bijwijzigingen inoverleg met: o o o
Gemeentewerken Werf Delfshaven, Keileweg 26,3029 BT Rotterdam, telefoonnummer: 010-4899880 Veiligheidsregio, de heer P. Daman(telefoonnummer 010-4468942 / e-mail:
[email protected]) Regiopolitie Rotterdam Rijnmond, unit Bijzondere Taken,telefoonnummer 010-2744574
•
Alletijdelijke bouwwerken (zoalstenten,podia,kramen,etc.)dienenvooraf te worden gekeurd door Stadsontwikkeling, afdeling Overige Vergunningen door
[email protected]. R. van Deventer, telefoonnummer 010-4895572.
•
Het isverboden eigendommen van de gemeente teverwijderen;allevoorwerpen dienen in principe los op de ondergrond teworden geplaatst derhalve zonder straatonderbreking; ingeval ervoorwerpen opdeweg worden geplaatst en/of indegrond moetenworden bevestigd dientvooraf toestemming tezijnverkregenvan het Leidingenbureau, Europoint 3, kamer 714,telefoonnummer: 010-4896148.
•
Aan eigendommen van de gemeente, zoals hekken,bomen,straatsyphons, keerbalieën en lantarenpalen mag nietsworden bevestigd behoudens inbijzondere gevallen, waarvoor door of vanwege dedirecteur van Gemeentewerken schriftelijk isverklaard dat daartegen zijnerzijds geen bezwaren bestaan. Destandplaats van podia,tenten, kramen en andere voorwerpen dient zodanig te worden gekozen dat de bereikbaarheid vanwinkels,woningen,(horeca)bedrijven, straatverkooppunten e.d. nietwordt belemmerd entevens zodanig dat voor voetgangers voldoende ruimte vrij blijftom te kunnen passeren;onverminderd het vorenstaande dient de standplaats zodanig tezijn dat eventueel ter plaatse aanwezige brandkranen enputten voor de brandweer direct toegankelijk blijven.
Alcohol •
Indieneralcoholhoudende drankwordt geschonken dient er een ontheffing volgens artikel 35vande Drank- en Horecawet tezijnverleend. Eendergelijke ontheffing maakt het mogelijk om bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard zwak alcoholische drankenteschenken.
•
Deze ontheffing isaantevragenbij: Afdeling Vergunningen,Team Horeca en Evenementen Gemeente Rotterdam Postbus 6699 3002AR Rotterdam Bezoekadres: Stadhuisplein 30
Tel.:(010)267 2500 Fax:(010)267 2980 •
Indien alcohol wordt geschonken zal de locatiewaar deactiviteit / festiviteit wordt gehouden als evenemententerrein worden aangemerkt.
•
Een evenemententerrein dient duidelijk herkenbaar tezijn afgescheiden van de openbare weg. Het evenemententerrein dient derhalve tezijn ingehekt.
•
Er dient opteworden toegezien dater geen alcoholhoudende dranken worden meegenomen naar de openbare weg buiten het evenemententerrein.
•
Deorganisator zal om een evenemententerrein tecreëren conform de gemaakte afspraken, hekken enaanduidingsborden plaatsen.De poortendietoegang geventot het evenemententerrein zullen op de locaties conform deaangeleverde tekeningen geplaatst worden. De poorten zullen bij het betreden vanditterrein voorzien zijnvan borden metdetekst: "VANAF HIERALCOHOL TOEGESTAAN". De poorten zullen bij het verlaten van het evenemententerrein voorzien zijnvan borden metdetekst: "VANAF HIER GEENALCOHOL TOEGESTAAN"
•
Het evenemententerrein dient op duidelijke en zichtbare wijze afgezet te zijn teneinde de grens tussen het evenemententerrein en de openbare weg aanteduiden. Dat mag naar eigen inzichtvandeorganisatie geschieden (hekken,afzetlint enz).
•
Buiten het evenemententerrein geldt een uitdrukkelijk verbod om alcoholhoudende drank te nuttigen. Deorganisatie dient ertoezicht opte houden datalcoholhoudende drank niet vanaf hetevenemententerrein meegenomen wordt op deopenbareweg.
•
Deverstrekking van drinkwaren zowel zwakalcoholhoudende als mede niet alcoholhoudende dranken,dient uitsluitend te geschieden inzachte plastic bekers of kartons.
Parkeren • Ten aanzien van begeleidende voertuigen belast met deaanvoer van eventueel benodigde materialen,geldt dat deze nietop hetterrein aanwezig mogen als het betreffend voertuig worden gelost c.q.geladen.Laden enlossen dient men vanafde omliggende straten teverrichten.
•
Voertuigen van medewerkers mogen nietop hetterrein geparkeerd worden en dienen gebruik te maken vande bestaande voorzieningen zoals parkeergarages en andere parkeervoorzieningen. Voor eventuele benodigde vergunningen enofontheffingen dient contact opgenomen te worden met Dienst Stadstoezicht.
•
•
Er mogen conform het RVV 1990geen voertuigen geparkeerd worden,waar het volgens deze wet niet istoegestaan.
•
Eventuele parkeeroverlast als gevolg vandeactiviteiten moetworden voorkomen.
Afval en milieu • Direct naafloop van de activiteiten dienen de ingebruik genomen grondoppervlakken geheel ontruimd engezuiverd van eventueel achtergebleven afval te worden opgeleverd, indien hetverwijderen van het afval niet ineigen beheer kangeschieden, dient tijdig contact met ROTEB (evenementen:telefoonnummer 14010/e-mail:
[email protected]) teworden opgenomen. •
Erdientvoldoende sanitair aanwezig tezijnvoor bezoekers van het evenement, metde nodige borden die hiernaar verwijzen.
•
Afval moetworden verzameld inveilig opgestelde, goedafte sluiten containers van moeilijk brandbaar materiaal.
•
Schade aan ondergrond vanwegen en parken e.d.moet worden voorkomen; bijvoorbeeld door het neerleggen vanvoldoende rijplaten en drukverdelers.
•
Erdienen voldoende afvalbakken aanwezig tezijn om zwerfvuil tevoorkomen.De afvalbakken dienen regelmatig tewordengeleegd.
•
Eventueel aan het publiek uitte reiken drukwerken die ter plaatse mochten worden weggeworpen dienen door deorganisatie direct van hetstraatoppervlak te worden verwijderd.
Energievoorziening • Deenergievoorziening dient door een ieder zelf verzorgd teworden. •
Elektro-aggregaten dienen van eendusdanige kwaliteit tezijndat, de productie van geluid enstank minimaal is, met energie zuinigwordt omgesprongen en olielekkages niet kunnenoptreden.
•
Dete gebruiken kabels moeten op deugdelijkewijze worden bevestigd.
•
Elektriciteitskabels dienen zodanig tezijn bevestigd dat niemand daarmee in aanraking kan komen danwel daarover kanstruikelen.
Aansprakelijkheid • Devergunninghouder dient eenwettelijke aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten die zowel de materiële als de letselschade dekt dievoortvloeit uit hetevenement waar deze vergunning voor is afgegeven. Het isaan de vergunninghouder om aante tonen datde door degemeente gevorderde schade niet isveroorzaakt door hetevenement waar de vergunning voor isverleend.
Bijlage II:geluidsvoorschriften bijde evenementenvergunning voor Farewell Party Rotterdam Mw.B.Tolk 22februari 2013 Leegstaande pand St.Jobsveem (1 e Atrium) Om overmatige geluidsoverlast tevoorkomen zijnaande voorliggende evenementenvergunning krachtens deAPV geluidsvoorwaarden verbondenvoor de duur van het evenement: 1. Muziek enander geluid,al dan niet mechanisch/eiektronisch versterkt, mogen geen ernstige geluidsoverlast voor deomgeving veroorzaken; indien van dergelijke geluidsoverlast mocht blijken,isde politie bevoegd de geluidsuitzending te doen onderbreken eneenverminderd geluidsniveau aante geven;danwel- ingeval van herhaling- voortijdig tedoen beëindigen. Bovendien isde politie bevoegd bij overtreding van devoorschriften strafrechtelijkoptetreden. 2. Het meten en berekenen vandegeluidniveaus, en het beoordelen van de meetresultaten moet plaatsvinden overeenkomstig de Meet- en rekenvoorschriften industrielawaai. 3. Inafwijking vande Meet-en rekenvoorschriften industrielawaai hoeft voor de beoordeling van het equivalente geluidsniveau gedurende 1minuut (Leq,imin)van muziekgeluid geen verhoging van 10dBtoegepast teworden,voordat getoetst wordt aande normwaarde. 4. Deluidsprekers dienen dusdanig opgesteldteworden,zodat de geluidproductie zoveel mogelijk naar het bedoelde publiek op hetevenemententerrein gericht is. Ten behoeve van dedoorstroming vanverkeer op destoep of de rijbaan dienen tevens de aanwijzingen van de politie met betrekking tot deopstelling van de luidsprekers opgevolgd teworden. 5. Hetopbouwen en het afbrekenvan hetevenement dient zoveel mogelijk plaats te vinden inde uren gelegen tussen 08.00 en23.00 uur. Inieder geval mogen tussen 23.00 en 08.00 uur geen overlastveroorzakende opbouw- of afbreekactiviteiten uitgevoerdworden. 6. De plaatsing van het podium dient op eendusdanige manier tegeschieden dat omwonenden zo min mogelijk worden belast metde"geluidsstraling".
Artikel4 MooS •:;• c&:i sarantverliehtlng.
Brandweervoorwaardenbehorer^ f ' / . - ^ / vergynoirsf
ARTIKEL4 Nood-entrwwparantveriiehtingMiwtttroutsaanduiding 4.1Altenoodyltgangenenvluchtroutesvandeinrichtingmoetenwordengemarkeerddoor vluchtrouteaanduidingen(pictogrammen)volgens NEN8088:2002enaande zichtbaarheidseisen, bedoeldindeartikelen5.2totenmet5.6vanNEN-EN 1838; 1 9 » , 4.2Eenvluchtrouteaanduidingals bedoeldInheteens!©lidisaangebrachtopeen-duidelijk waarneembare plaats. 4.3Eenvluchtrouleaanduïdingals bedoeldinheteerste ld voldoetbinnen15seconden na het uitvallenvandevoorzieningvoorelektriciteitgedurendeeenperiodewan tenminste §0minutenaandezichtbaarheidseisen,bedoeldindeartikelen5.2totenmet 5.6van NEN-EN 1838:1999. 4.4Opeenvluchtrouteaanduidingelsbedoeldinheteerste lid,opeenvfuchtroyfevanuiteer» ruimtemeteenverfichtirtgsinstailaiiedi©nietisaangeslotenopeenvoorzieningvoor noodstroomals bedoeldindeartikel6.3vanhetBouwbesluit,zijnbijhetuitvallenvande voorzieningvoorelektriciteitdeinheteerstelidbedoeldezschftaarfieidseisennietvan toepassing. 4MDecontroleen hetonderhoudvan©envluchtrouteaanduidingvindtadequatewijze plaats conformartfcel1.18vanhetBouwbesluit. 4.8 Indienindeinrichtingoverdagonvoldoendedaglicht aanwezig is,ofdeinrichtingna zonsondergangwordtgsbraitt; a,moetendevluchtouteaanduïdingenzijnuitgevoerdals©lettischverlichteenopeen noodstroonibronaangeslotentransparanten,diebijaanwezigheidvanpersonen . permanentverlichtzijn; b,moet inde inrichting noodverlichtingzijnaangebracht. 4.7 Een noodveriichtingsinstaNatie als bedoeld in de artikel 6.3 van het Bouwbesluit functioneertovereenkomstigde indieartikelengenoemdevoorschriften, 4.8 Decontroleen hetonderhoudvandeinheteerstelidbedoelde noodveriichtingsinstallatievindtopadequatewijzeplaats.
UBeav»VRR0512-!.30
Toelichting: 4.3 V-e'u-o.. s-£-3--2ii'-T. r>-,?v,<"t i*. 'iï> S j u achtbaar zijn. Hiermee wordt bedoeld ÜB' g«,i gorcy „->cf F~Ä?rs r-r\*.d.i,]of»crsïeririf voordeviuchtrouteaandidding
Vi
,
„ramAKW6088
l i p voor*de controleurs: trek c« «-.e l ^ r * -in de nooAferiici:• ; _ controlerenofdeaccu'szijnc- • f i
_r •.
w i te
4,5/4.? Het zal dyMeliJk zijn dat d o c ^ i r s evenementenvanw??- hf „„«j „ke t^rakter daarvan, het bijhoudenvancontrosesine&nlogboek weinig arivw is. usiaraarcsdienen de noodverticftting/viuchtrout6»aTdadng na het aanbrengen wel te worden gecontroleerdopdezichtbaarhec e .„t-rfe werking.
UKgtmVRR0512-1.30
tik*".r C ..:...*:;!!;.2 "»interne organisaties.
é v . \ : ' 'T-.'«*. 5:
BrandweervoorwaardenbehorendbijdeAPVvergunning
ARTIKE- S OntrulmlnfenInterne s . - j s a ^ c 9.1 indiendeinrichtingn>et ca-1:3'obsaris,£2::anorganisatorischemaatregelengenomen tewordenom tevoorzienir.n.oae«!Jtefctdvc^reauadequateontruiming, 9.2 In het calamiteitenplan voor het etenerr ~l j-t ds maatregelen voor ontryiming en interneorganisatieopgenomen, 9.3 Gedurende de lijd dat personen in het bouwwei &-:n-«zig zijn, mot, c 1 voor de naleving van de eisen verantwoordelijk persoon a:r,xsg zijn« de ' e ^ e t op de gesteldeworwaarden. 9.4 Eeninstructie"Hoetehandelenbijbrand"moet; a. opdedoordemetcontrolebelastefunctionarissenvandegemeenteaantewijzen plaatsenwordenopgehangen; b. aanaliestandhouderskenbaarworelengemaaW; c. aanpersoneeltewordenuitgereikt; d. bijvoorkeuropgesteldzijnconformdeNTA8112, i.S Hetpereoneeidientinstructiestekrijgenover"hoetehandelenbijcalamiteit*. 9.6 Invettend metdebrandveiligheidkandecommandant¥andsbrandweerbepalendat een wachtdienst wordt ingesteld, Deze wachtdienst dient te geschieden door gediplomeerdenterzakegeïnstrueerdpersoneel. TMÜcIrïns* 9.1 Ombhrencalamiteitalleaanwezigentskunnenalarmeren,steltartikel8.23«ft het 'boiavcesüiteisenaandeaanwezigheidenkwaliteitvaneert orrtruimingsaiarminstafiatie. Bijevenementenïndebyfaniuchtofineeninrichtingishetgezienhettijdelijkekaraicter van een ©wenemsnt weinig zinvol een ontruimingsaiarrninstallatie voor te schrijven. Gelijkwaardige oplossingenvia organisatorisch© maatregelen moetendaneen snelle en efficiënt© alarmering wan het aanwezige pybfiek waartegen. Dl laatste kan bijvoorbeeld door gebruik te maken wan de geluidsinstallatie, die veelal bij een evenement wordt gebruikt Of indien de inrichting bestaat uit meerdere ruimten en
¥KR0812-1,30
groter isdan250 m*- .c^ -r , c s o « .anBHV'ersinhst bezitvan©am waricertcls portofoon, 9.2 Bt,
- hoebezmksm endeelnemerswordengealarmeerd; - hoeeen eventuele ontruiming plaats mostwinden. 9.3 Ermostdoorïopendwordentoegezienopzakenais; -
Vluchtwegen» ofaanduidingendaarvan«goedzichtbaarzijn; ¥iycf*»gefi goedbereikbaarzijn; Blusmiddelengoedbereikbaarzijn; Hefsluitenvanrook-enbrandwerendedeurennietword!betammeinäendatdeze voortdurendgestotenzijn; - EleWrïschesnoeren,stekkersentoestelleningoedestaatverkeren; - GeenbrandgevaarlijkesituatiesciHt&sr, l y ottveiTjgebruikmi v "jr, ' ' s - " ' i f elektriciteit; - Geenbrandgevaarlijkesituaties - - ' *•
.!' ' ^ l o a l ngevalvanl<""• i . '**. > T-.i;n omcfegï^êr nvee'gnec ::- _>«"% '. i v»c laristenfeWaaiWkiwdiiehe*«» beginne"?*^i r s n ; tecloser \ 8.6Bijvoorbeeldindieneerte¥esmen ,,'.T, .-•-.bouwwerkwordtgehoudendathiervoor niet bedoeld is.Zieookartikel8. Taken(brandwacht: -
vrijhoudennooduitgangen,blusmiddelen,brand¥eiligheidinstailaties; bereikbaarheidvoorbrandweervoertuigenwaarborgen; toezicht houdentijdensbijzondereactiviteiten(zoalsvuurwerk enopenvuur; een beginnendebrandblusseneneventueelassisterenbijeenontruiming,
UKgwwVRR0612-1.30
.tiKell i Kleineblusmiddelen»
Brandweermommrém behorendbijdeAPVvergunning
ARTIKEL I t .Wel»blusmiddelen 10.1 In een besloten ruimte memtenvoldoende kleine blusmiddelen aanwezig zijn. Het aantal blustoestellenberekent menals volgt:oppervlakte vande beslotenruimte delen door 200, uitkomst naar boven afronden, met een minimum wanéén blustoestel van minimaal6kg/fifef, 10.2 De vergunninghouder moet ervoor zorgen dat bij elke bak- en braadlocatie een draagbaardoeltreffendblustoestel aanwezigis. 10.3 Een draagbaar blustoestel moet voor Iedereen cfyidalijk zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar zijn aangebracht, voor direct gebruik gereed zijn en in goede staat wan onderhoud veteren. 10.4 Ten minste eenmaal per twee jaar wordt overeenkomstig NEN 2559:2001, Inclusief wijzigingsblad A2: 2004, op adequate wijze het nodige onderhoud aan een bij of krachtens wettelijk voorschrift aanwezig draagbaar of werrijdbaar Mustoestel verricht, endegoedewerkingvandatblustoestelgecontroleerd (bouwbesluitartikel i .18). 10.5 Na gebruik van een blustoestel moet dit terstond g©¥yld c.q. verwangen worden. Dit geldtookindienhet blustoestelnietgeheelleegis.
Toelichting: 10.1 Weine blusmiddelen zijn minibrandslartghaspefs en draagbare blustoestellen. Bij een tijdelijkewanemerfs i hetweeialnietrealistischzijnom minibrandsfaghaspslsteeisen. Draagbare blustoestellenzijndaneengoedalternatief. ¥oor een evenemententerrein zal via maatwerk In voldoende t^'.ftódelert moeten worden voorzien, DewuistregelYooreenaanwaartbareloopafstand is e s i afstand van maximaal50metertotrietblusmiddel.
UitgaveVRR0612-1.30
Artikel 12Bekfeding,stofferingenenversieringen.
. •: . V V
Brandweervoorwaarden behorendbijd©APVvergunning
ARTIKEL 12 iftfcledlns»«toffering©nversiering 12.1 Algemeen 12.1.1 Aankleding in een besloten ruimte voor hel verblijven of hef vluchten van personen mag geen brandgawaar opleveren. Du gevaar wordt geacht niet aanwezig te zijn indien; s, deaankleding eennavlamduurheet vantenhoogste 15secondeneneen nagïoeïdyufvantenhoogste60seconden; ö. deaankledingonbrandbaaris,of c. deaankledingeenondergeschikte bydrageaanhetbrandge¥aarlevert. 12.1.2 Stoffering en vsrsiering worden frijfehoyden wanspots en andere warm wordende apparatuur. 12.1.3 Plafondversiering moet zó zijn aangebracht, dat zij buiten bereik wan hst publiek hangt.Tussen hef vloeroppervlak vaneenruimteen deaangebrachte versiering blijft eenvrijeruimteovervanminimaal2,5 meter. 12.1.4 Deversieringals bscoe!dh neivorigeld vormtingewalvanbrandgeendruppels. 12.15 Vloer- en trapbedelckingen in wiuchtwegen en in ruimten waarin meer dan 50 personen gelijktijdig kunnenverblijven, moetenzodanig zijn aangebracht dat zij niet kunnen verschuiven, omkrullen of oprollen en mogen geen gevaar » o r uitglijden, struikelenofwallenkunnenveroorzaken. 12,1.6 Detoegepaste beWedingsmaterialenmoetenvoldoenaan; - NEN1775,yïtgave 1991,klasseT1, tenbehoeve¥anvloerenentrappen; - NEK§0§5,uitgave 1991,klasse2tenaanzienwancverigestoffering enversiering; - NEN§066,uitgave 1991,optischerookdichtheid<2.2 m-1, maarnietvoorvloeren entrappen. 12.17 Met brandbaar gas gevoldefaailonnenzijn niet toegestaan in een inrichting / een bouwwerk.
Ulpw¥RReSt2-l,»
12,2Kerstbomen enkersËakken 12.2.1 Een natuurfijte kerstboom is toegestac Si. ' boom eert kluit beeft en de aard© dagelijkswordtvoorzien¥anvoldoende ^t-L,.. 12.2.2 Eengeïmpregneerdekerstboom '*-.JX -"te^-wnaropeondeskundige wijze en met het jyistemiddelbehandeld. 12.2.3 Eenkerstboomwordtzodaniggeplaatst dathij; -
rsïelgemakkelijkomlean watten; niettedichtbijgortijnenofandersmakkelijkbrandbaremateriaalstaaten denooduitgangnietverspert«ooknietalshijisomge¥allen; geenclustersvan2ofsneerkeretbomenvormt..
122 % Dennengroen dient brandwerffagemdte zijn geïmpregneerden opgehangen in kleine clusters (1 m*) mei een onderfinge afstand van ten minste 2 meter en niet beven elkaar. 12.2.5 De bedradingvande elektrische kerstverlichting dient op beschadigingente worden gecontroleerd. 12.2.8 Dekerstverlichtingmoetnasluitingstijdwordenuitgedaan(spanningsloos). 12,3Siandbotm 12.3.1 Toepassingvanhout, hardboard,triplex, multiplex, spaanplaat; - Hetmateriaal moettenminste3,5 millimeterdikz|n; - HetmateriaalmoettenaanzienvanvlartsuitbreidingkynnenwordenïngedseitiIn klasse2,alsbedoeldir» NEN6085»uigaven 1991,enMEN 6065/A1, uitgave 1997. 12.3.2 Toepassingvankunststoffen, indit§evalfoliemateriaal: - Hetmateriaalmoetopeenondergrondvanonbrandbaarmateriaalzijngeplaktof op board,triplex, multiplex,spaanplaatofhout indehiervooraangegevenhoedanigheid. 12.3.3 Toepassingvanku^s^taffen, indit§ewatplaatmateriaal; - DezestoffenmoetenvoldoenaanNEN6085,uitgave 1991,enNEN 6065/Ä1» uitgave 1S97.fefasse2. - Dezestoffenenrraterialenmogennadatzijinaanrakingzijngekomenmetvuurof nadatzijaanhogetemperaturen hebbenblootgestaangeenprikkelendeofvoor de gezondheidschadelijkegassenofdampenontwikkel?'»e«-mogennietdruipen. 12.3.4 Toepassingvanpapierzoaïsbehangpapier,crêpepapi r 3x\ f;Ir »apier - Hstpapier moetzijngeplaktopeenondergrondvanonbrandbaarmateriaalof op board»triplex,multiplex,spaanplaat, houtofglasindehiervoor omschreven hoedanigheid, ofwel - hetpapiermoetdoorimpregnerenvoldoenaanNEK60§5, yïtgavt 1981, enMEN 6065/A1,yiga¥e 1997,klasse2.
UKgm»VRRD512-1.30
12,4Toepassingwaniextiei 12.4.1 Toepassingvantextielinverticaletoepassing: - Brandbaartextielmoetdoorimpregnerenmoeilijkbrandbaarzijngemaakt of moeilijk brandbaarzijngewondendoor hetmateriaalophout,hardboard,triplex, multiplexofspaanplaatteplakken. 12.4.2Toepassingwantextielinhorizontaletoepassing: - Versleringenindevormvanvlaggen,parachutes,doekene.d. mogenniet horizontaaltegenhetplafondwordenaangebracht,tenzijdezezijnondel-spannen metmetaaldraadopeenonderlingeafstandvantenhoogste35centimeterofzijn onderspannenmeteenmetaaldraadintweerichtingenmeteenmaaswijcKevan tenhoogste70centimeter. - Brandbaartextielmosttevensdoorimpregnerenmoeilijk bratrms z'p ssmaakt Toelichting: Algemeen Bij stoffering en wersiering moet naast de inrichting van een inrichting/tent ook gedachtwordenaarstijdelijkeversiering. Ada. Demoeilijk brandbarehoedanigheidisvoorverticaletextiel bepaaldvolgensNEN-EN ISO 0940: 2004 (Textiel - Brandgedrag - Bepaling van de ontvlambaarheid van verticaal geplaatste p-oefstukken) en moet vallen trt de klasse "niet gemakkelijk ontvlambaar". Adc. De wraag wanneer aankleding een ondergeschikte bijdrage aan het brandgevaar levert issterk afhankelijkvandeomstandigheden. Inhetalgemeen is©enkerststukje op de tafeltjes in een restaurant gsen probleem. Dat kerststukje tan wel eert probleem worden als er in de nabijheid aankleding is waarnaar brand in het kerststukje eenvoudigkanoverslaan. 12.1.1 Deze voorschriften zijn overeenkomstig het bouwbesluit artikel 7.4 en worden uisluitend aan een besloten ruimte gesteld omdat wordt aangenomen dat aan een niet-besloten ruimte, bijvoorbeeld een binnenplaats of tuin, andere (beperktere) brandveiligheidsrisico'skleven. Voor iextielprodycten dienen de navlamdyur en de nagloeiduur bepaald te zijn volgens - NENEN-ISO6S40,uigave 2004'Textiel- brandgedrai- bepalingvande ontvlamtearhsldvanverticaalgeplaatste proefstukken*en - NEN-EN-ISO6041,yigawe2004Textiel- brandgedrag- metingvande vlanwefspreidïngseigenschappenvanverticaalgeplaatsteproefstukken'. Voorkunststofproductanzijn noggeenmormanbeschikbaar. 12.1.2 Eenvrij© hoogtevan2,5meterisnoodzakelijk inwertendmetdemenselijkemaat. 12.1.4 In het bouwbesluit artikel 7.4 word het volgende genoemd: "De aankledingin een basfotenruimtemag bij bmnd geen dmppeiworming geven boven eengadeefewan eenwimrbeslemd voorgebruik doorpersonen!"indetoelichting ¥anditartikel ÏBniet aangegevenwelkenormtoegepast kanworden.
UtptweVRR0512-1.30
De voorwaarde dat versiering, bekleding en bijvoorbeeld teriteïien bij brand geen daippelvorming mogen vertonen, is dys niet terug te leiden naar enige norm. De gemeentendiedezevoorwaarden hanteren,doendatopbasisvandegemeentelijk» beleidsvrijheid. Dit neemt niet we§ dat het stellen van een dergelijke voorwaarde duidelijk gemotiveerd moet kunnen worden. Op onderdelen zou gebruik gemaald kunnen «vordan van ds NTA 800? ' Brandgedrag versieringsmateriaten' opgesteld. Deze norm geeft geen classificatie van brand- en rooWciassen (of een vergelijkbaar systeemmeteentransponeringstabel)zoalsda!inhetBouwbesluit wordtgebruikt. 12,17 Wanneer er in een bouwwerk met gas gevulde ballonnen aanwezig zijn, is er een verhoogde kans op het ontstaan van een ontploffing met ais gewofg daarvan branduftbiBiding. 12.2.1 Eenveilige kerstboom iseenkunslboomvanmoeilijk brandbare kunststof. Lef op het certicaatofd©aanwijzingenopdeverpakking.Ondervoorwaart« iseennatuurlijke kerstboomtoegestaan;eenboommetkluitendagelijksvoldoendewater. 12.2.2 Een geïmpregneerde (fcunst)lcersttoom is toegestaan, impregneren is specialistisch werk. Daarom moet aangetoond kunnen warden dat een erkend bedrijf de boom heeft geïmpregneerd met een erkend product, geschikt voor het behandelen van (kunst)kerstbomen. 12.2.3Deafstandtussende boomsneenuitgangmoetten minsteanderhalfkeerde hoogte wande boom zijn. Duseen boom van 2 meter wordt opten minste 3 meter van een uitgang geplaatst. Staat een kleine boom op eentafeltje, dan telt de hoogte van hef tafeitjeookmee. Ais veilige afstand tyssers kerstbomen geldt de hoogte wart de boom x 1,5. Dus wanneer de boom 2,5 meter hoog is, moet een afstand van 1,5 x 2,5 = 3.75 meter wordenaangehouden,alvorensweereenvolgendeboomgeplaatstmagworden, 12.2.4 Dennengroen (kersttakken) is zeer brandgevaarlijk, zeker als het droog is. Daarom dient dennengroen brandvertragend te zijn geïmpregneerd en mag het slechts in beperkte mate worden toegepast. Eventueel in kleine clusters (1 m1) opgehangen, meteenonderlingeafstandvantenminste2meterennietboveneikaar)Devoorkeur paatechter uitnaarmoeilijk brandbaarimialemateriaal. 12.2.5 Bijgebruik van verfectfsrtoererj dienen deze gaaf en goed te zijn en zo neergelegd daterniemanderoverkanstruikelen»tevensdienenz©helemaalafgeroldtezijn 12.2.6 Uidüert isdestekkeru i hetstopcontact haienennieteenlampjelosdraaien. Hoeherkenje brandveiligeversiering? Veel leveranciers bieden brandveilig, brandvertragende of moeilijk ontvlambare versierifTgsmateiïafefiaan.Dezebestaansaus ut materialendie uitzichzelfalveilige eigenschappen hebben, maar het komt ook voor dat da leverancier de materialen heeftgeïmpregneerd. In bet verleden is gebieten dat het voor de consument niet eenvoudig is om de brandveilige materialen te onderscheiden. De consument dient bij de leverancier nadrukkelijk naar de artikelen te wagen met een brandvertragende kwaliteit. Daarbij moet hij erop letten dai op de verpakking staat aangegeven dat het hier een brandvertragende kwaliteit betreft. Het is verstandig de verpakking te bewaren om aantekunnentonendathetmateriaaleenbrandvertragendekwalfteit bezit.
UHBBVBVRR 0512-1.30
Ook zijn soms certificaten in omloop, die namens de fabrikant aan de afnemers worden uitgereikt Als dat mogelijk is, dient de consument te ¥ragen om een certificaat van het product dat hij koopt en hel in zip bedrif te bewaren. Een toezichthouder kanverfangen dathet certicaatwordtgetoond. Als de materialen ui de verpakking zijn gehaald, is nauwelijks meer te achterhalen aan weke eis het materiaal precies voldoet. Het kan dus zijn dat een toezichttewisr namens de gemeente deversieringen alsnogwilbeproeven. Hij zaldaarbij eertwaste testmethodetoepassen, diehieronder isbeschreven. Naaankoopmaterialenïmpmgrmmn Het impregneren van materialen is een specialistische bezigheid. De consument moet dit dart ook laten verzorgen door een gespecialiseerd bedrijf. Indien de consymert materialen laat impregneren dient hij een schriftelijk bewijs te tragen, waarmee door het bedrijf wordt aangetoond dat het materiaal door de behandeling aan degesteldeeisen voldoet. Iniedergevaldienteropgeletteworden dat het bedrff datde materialenimpregneer! gecertificeerd isvolgenseen norm uitde ISOSOOO-reeks, diewantoepassing isop de activiteiten waarvooropdracht isgegeven. Emwoudigebrandproef Bij twijfel of het materiaal brandvertragend Is, kan een eenvoudige proef uitsluitsel geven: Neemeen monster{5x25cm)van hstmateriaal; Ga naar buien en houdt©enuiteind©vanhetmonstergedurendeminimaal5 seconden ineenvlam,zoaisbijvoorbeeld vaneen aanstekerof lucifer, Neem deontstekingsbronweg,wanneerhet monstervlam heeft gevatof nadat 5secondenzijnverstreken. Hetmateriaalvoldoetalsaanallevan devolgendevoorwaardenisvoldaan; • Tijdens de verhitting zijn geen druppels ¥rijgetomert (al of niet brandend of druipend); • Tijdensdeverhittingzijngeen "eetlokken vrijgekomen; * Het materiaal vlamt niet meerritn 15 seconden na en gloei maximaal 60 seconden na, nadat deaansteke.-of lucifer isweggenomen. in Nederland zijn geen normen beschicbaar voor de bepaling van de materiaaleigenschappen van stofferirt§ en bekleding voor wat betrat 'brand- en rookwassen'. Voor versiering is in Nedertarri de NTA 800? ' Brandgedrag versieringsmattriaien' opgesteld. Deze nom geeft gesn classificatie van brand- en rookwassen (ofeen vergelijkbaar systeem met een transponeringstabel),zoais datin het Bouwbesluit wordt gebruikt. Een concrete bepalingsmethode waar in dit handboek naar kan worden verwezen is dus niet beschikbaar. Daarom wordtv'm www.banci^rkerirtisriet.ni "door d© NVBR in haar reeks 'brandveiliflheidsinfo' hieroverpraktische informatiegegewenmet* folder 'Brandveiligfeestvieren'.
UBpweVRROS»»!;»
Artikel13Opstellingen inventaris.
Brandweervoorwaardenbehoren ^jc?> '^"V vergunning
ARTIKEL 13 Opeteliing ¥SR immtatlê 13.1 DeInrichtingvaneenruimteiszodanigdat: a. voorelkepersoonzonderziplaatstenminste0,25ftf vloeroppervlatte beschikbaar is; b. WOOFelkepersoonmetzitplaatstenminste0,3m2vloeroppervlakte beschikbaarIs» Indiengeeninventariskanverschuivenofomvallenaisgewoigvangedrang; c. voorelke persoonmetzipfaatstenminste0,5m2vloeroppervlakte beschikbaaris, indieninventariskanwerschutwenofomvallenalsgevolgvangedrang. 13.2 In een ruimte met meer dan 100zifplaatsen.zijn de zïptaatsan gekoppeld of aan de vloer bevestigd, zodat deze niet kunnen verschuiven of omvallen als gevolg ¥an gedrang, voor zover die zitplaatsen in meer dan 4 rijen van meer dan 4 stoelen zijn opgesteld. 13.3 BijInrijenopgestelde zftpfaatsen Istussenderijeneenvrije ruimte aanwezig met een breedte van ten minste 0,40 m, gemeten tussen de toodfpers op de elkaar dichtst naderendegedeeltenvanderijen. 13.4 Indienineenrijals bedoeldinhetderöelidtussendezitplaatseneentafeli, vcse?,--.r»4 bevindtdezezichniet indewrijeruimte. 13.5 Eenrijzitp'satsendis siecrts i ;-r s:,r-njide opeengangpad ofuitgang uitkomt» heet nietmeerdanSzHp,aatser 13.6 Een rij zitp'-stae/- v » sar. u-r.ce zlic'ê^ opsen gangpad of uitgang uitkomt,heet ten hoogste: a. 18zitplaatsenindiendevrije ruimtealsbedoeld inhetderdelidnietgroterisdan 0,45 mendebreedtevande¥rijedoorgangvanhet§angpadofwan deuitgangten minste0,8 mis; b. 32zitplaatsenindiendewrijeryimtealsbedoeld inhetderdeliefgroterisdan0,45 m endebreedtevandewrijedoorgangvanhetgangpadofvandeuitgangten minste 0,6mis; c. 50ziplaatsenindiendevrije ruimtealsosdoeldinhetderdelidgroterisdan0,45 in endebreedtevandevrijedoorgangvanheigangpadofvande uitgangtenminste 1,1mis.
U«Qa\*VRR0612-1.30
Toelichting: Deinhoudvanartikel 18isovereenkomstigartikel7.13en7.14vanhef bouwbesluit. Mc4 i'i s i l e ! t* tft eenvoldoende doorstroomcapacieitussen inrijersopgestelde'stoelen ge r» i.»«r«i
13
i| ^5 vf anlng wande per persoon beschikbare vloeroppervlakte wordt uitgegaan 1 .ov oppewlatteaanverblijfsruimtenaaftrekvandeInventaris,
13" riet once"'.*f koppelenwanstoelendientzodaniggerealiseerdtewordendat deze als gs»a>5 »au gedrang niet ontkoppeld können worden. Om een veilige orttvluchting te fernen ja-anderenineertruimte» a r i n veelmensensamenkomen,moetdeinrichting nervsn net kunnen werschuiven of omvallen. Wanneer de Inrichting omvalt of werschuit zal dit namelijk de ontviuchtfftg belemmeren en teiden tot ongewenst© paniek. Er is een norm gepubliceerd« de NEN-EN 14703:2005 2e Ontw. En 'Meubelen Verbindingen voor gekoppelde zimmbsfen - Stertée ©n ueiiigheidseisen en beproevingsmethoden'; dezenormisechter nietopgenomen'mhetbouwbesluit 13.3 Indien in een rij tussen zitplaatsen tafeltjes zijn geplaatst, moet de genoemde vrije ruimteterplaatsevandetafeltjesdoorlopen. Bankjesbijvoorstellingeninscholensporthallene.d. Bij veel voorstellingen worden zogenaamde gymnastiekbanlqes gebruikt als zitplaats voor kinderen. De lengte van deze bankjes is 3 meter. Bij de onderbouw ( 4 - 8 Jaar) kynnert gemiddeld 10kinderenopeert bankje plaats nemenenbijdebovenbouw (8 12)Jaar8kinderen. De lengte wart de bankjes is gelijk aan vijf losse stoeten of zes gekoppelde stoelen. Hierdoor ontstaat de situatie dat er per drie meter bankiengte 2 tol 4 personen meer aanwezig kunnen zijn. Da bankjes vallen niet snel om en versperren daardoor de vluchtroutes niet Bijvoorstellingenmogenmaximaaldrie bankentegen elkaarwordengeplaatst endart moeteenvrijeruimtevan0,45 meterwordenaangehouden.Ditbetekentdanmaximaal 24tot30personenopeenrij.
Tussen derijenrrtc * - 1 " mie ruimtezijnvan0,40 meter. Er moet persituate gs-wke-,wordenof het aartal aanwezigekinderenvoldoetenaan het aantal meters inooalu.tgang, omdat er op deze manier vete malen meer kinderen ineenzaal kunnendanwanneerdezekinderenopstoelenplaatsnemen.
UHgaweVRR 0512-1.30
Artikel ISAfvsL
Brandweervoorwaarden behorendbijdeAPVveigunning
ARTIKEL IS AJwtl 15.1 Afval moet dagelijks worden werzameld in veilig opgestelde en g w j -f •. nuHen containers. 15.2 Asbakken moeten regelmatig worden geleegd In afsluitbare asveizamelaare ¥sn onbrandbaarmateriaal. 15.3 De inhoud van deze asverzamelaarsraagslechts in onbrandbare vaten, die mn een dekselzijnvoorzien,wordengedeponeerd. 15.4 De aanwezige asbakken, papierbakken en/of afvalbakken moeten van onbrandbaar materiaalzijnwewaardigd,indiendeaardwan hetevenementdaaraanleidingtoegeeft. 15.5 Voor iedere voorstelling moet de ruimte onder de tribunes van papier en ander afval zijnontdaan.
UilsaveVRR 0512-1.30
»11?Gelijkwaardigheidenalgemene voorschriften
Brandweervoorwaarden behorendbi]deAPVvergunning
ARTIKEL 1? Gelljtaaarflftieii enalgemenevoorschriften;
17.1 Indienniet isvoldaanaanenigvoorschrift, gegeven bijofkrachtensd e » artikelen van de werkinstructie (brand)veiligheïd evenementen, moet de inrichting sen mate wart veiligheid biedendieten minstegelijkis aan de matevanveiligheiddieis beoogd met het desbetreffende bij of krachtens de in deze artikelen gegeven voorschriften. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente zalmoeten beoordelen of eentoereikendeveiligheidwordtbewerkstelligd, 17.2 Indien toepassing is gegeven aan het eerste liden het betreffende voorschrift tevens valt te herteldentof overwegingenvar»gezondheid,moetendieoverwegingen daarbij in tenminstedezelfde mateinachtzijngenomen, 17.3 Inhet belangvanhef voorkomen, beperkenen bestrijdenvanbrand»het beperkenvan brandgevaar en het voortomen er» beperken van ongevallen bij brand moet zijn voldaanaandebepalingenvandegemeentelijke Brandbeveiligingsverordeningenaan het Bouwbesluit. 17.4 Ds inrichting moet geschieden overeenkomstig de goedgeksyrfe (siuatie-) tskeningfen). 17.5 Er is door de ¥RR, afdeling brandveiligheid, niet getoetst op de constructieve veiligheid. 17.6 Alle aanwijzingen gegeven door of namens tel bewoegdgezag in het belang van de (brarid)veiligteïd,moetendirectwortisrtopgevolgd. 17.7 indien het evenement in een gebouw gehouden wordt, waarvoor e©n gebruiksvergunning ofgAmiksmeldingisafgegeven,zijndegebruikseisengenoemdin deze gebruiksvergunning of gebruiksmeldlng onverkort van toepassing. Vergunninghouder dientzichopdehoogtetestelenvandeinhoudhiervanenhiernaar tehandelen.
UitgawtVFtR0512-1.30
Artikel'3Uitgangenenvluchtroutes,
> \". - ...
BrandweervoerbardenbehorendbijdeAPVïergymmirsg
ARTIKEL 3 Artikel3 Uitgangenenvluchtroutes 3.1 Bij evenementen metgrotere aantallen personenmoetende aanwezigeninprincipe in tweerichtingenkunnen vluchten. 3.2 Er dient weldoende uttgangsbreedt© voor de aanwezige personen aanwezig te zijn, d.w.z.: a. 1meteruigangsbreedteper90personeningevaldeuitgangenbestaanu'rt tentdoek; b. 1meter uitgangsbreedteper 135personeningevaldeuitgangen bestaanuitwaste deurenénerverdergeenbapartend©factorenvoorhetveiligvluchtenaanwezig zijn. 3.3 Een deur in de vluchtroute wordt bij aanwezigheid van personen in het bouwwerk uitsluitend gesloten, als de deur ten behoeve van deze personen van binnen uit ogenblikkelijk over de minimaal vereiste breedte kan worden geopend zonder dat hiertoegebruikmoetworden§emaatetvaneensleutelofeenanderlosvoorwerp. 3.4 Een deur die in een vluchtroute ligt van een ruimte waarin meer dan 100 personen zyllenverblijveneneendeyr in©endoorgangofui§an§bestemdvoorontvtuchtingvan meerdan 100parson« wordt nietanderegeslotendandoor middelvan; a, eensluiting,waarbijdedeuropengaatdooreenlichtedruktegendedeur,inde vluchtrichtinggezien; b, eensluingwaarwandebedieningsinrichting bestaatuiteenopdedeur, inde vluchtrichtinggezien,opminimaal 1 meteren maximaal 1.10bovendevloer,over devoile breedtevandedeuraangebrachtestang,waarbijdedeyropengaatdoor eenlichtedruktegendezestang(panieksluitingconformdeNEM-EN1125). 3.5 Kabelsdieopdegrondliggersdienenbeschermdtezijnenwelzodanig datnietover de kabelsgesfruikeldkanworden,danwelopenigewyzenietbeschadigdkunnenworden. 3.6 De beloopbaarheid buiten de tent :ot aan een door het bevoegd gezag nader te bepalenplaatsmoetzodanigzijndat struikelenenvallenwordtvoorkomen.
UÈgmmmmMi2-t.m
ïoeileitïn§; 3.1Hef Handboek Evenementen Makenvan-deVerenigingvan Evenementenmakers (WEM) steltdat bijevenementen metgrotereaantallen, mensen inprincipeintwee richtingen most kunnenvluchten. Engelse regelgeving neemt hiervooreen hoekwan minimaal45 stussen detwee uilgangen,gezienvanaf devluchtende persoort..Hetin twee richtingen kunnenvluchten isvantoepassingophatwitschten uitdetentaq. de inrichting. Hetvluchtenwanhetterrein Isgeregeld viaartikel 1.1 3.2Volgensde'Handreiking¥Oorgebruiksvergunningen*vanVRÖM{2004}zalhet aantal personenpermeter utiangsbreedtesteedsmeermaatwerkworden. Hetkanvoorkomen dat de berekeningzeifsaangeeft datermeerdan 135personen per meter uitgangsbreedt©aanwezigzip. Deaanvrager moetdan aantonenetatveiligvlochten mogelijk is,anders is90personen permeteruigan§sbreedtehetuitgangspunt. Echter voortenten ishet Bouwbesluit inprincipenietvan toepassing en wordtonverkort vastgehoudan aan de eis van 90 personen per meter «igaf»§sf»e€É8f inden de ut§artgen bestaan uittentdoek, immers, uitgangenvantentdoek bemoeilijk« doorgaans het vluchten. Indien echter vaste deuren in het tentzeil worden geplaatst kan de redenering van het Bouwbesluit c.q. de VROM-Handreiking "Vluchten bijbrand"worden gevolgd, dw.z. dat 'm principe 135 personen per meter uitgangsfereedte worden toegelaten. Uiteraard mits er geen beperkende factoren aanwezig zijn, bijv. een gebrek aan vrije uitstroommogelijkheïd. DeuKgangsbreedtevantenten wordtgemeten op 1.90 meter hoogte,waarbij tfe breedte 90 personen per 1 meter uifgangstsreedte isindienergeen vrije uitstroom is.De bepaling ofersprake isvan een vrije yitstroom issituatteafhanfceljk en te bepalen met behulp van de tekeningen van het evenemententerrein. Ter gedachtebepaling kan worden aangehoyden dat geacht mag worden dat een vrije uitstroom aanwezig is ais rsa de uitgang meer dan 1»5 maal ds breedte van de uitgang beschikbaar istot het aansluitend terrein en dat het aansluitend terrein 1,5 maai de omvang van de inrichting dient te bedragen ^hierbijdientoe uïtstroemruimteteworden meegeteld).
Meetpuntyitgangsbreedtetent Voofbmklhm inmntentmatzeidmkwamlefimn gmüe noodui^amggemaaktfaswordm 3.3Doelvandezevoorschriften istewaarborgendatdeyrsn invluchtroutes hetvluchten bij brand zo minmogelijk hinderen.Aisermensen ineen gebouwaanwezigzijn, mogen deyren disbijhetvluchten een rolspeien nietopslotzijn, zodat hetnietnoodzakelijk is eertsteuteitegebruiken omhetpand tekunnen verlaten. Ondersleutelwordthier niet aiieerseen bij* een slotbehorende sleutel bedoeld maarelkander losvoorwerpdat nodig kanzijn omsen deur bijbrandoverdsvereiste breedtete openen. 3.4 Denoodyftgangen moeten d.m.v.één handeling geopend könnenwordenofingeopend© stand staan. Indien meerhandefingen nodi§zijn ismaatwerk nodifl.
VRR 0512-1.30
3.7Het is van belang aan de buitenzijde van de tent de vluchtroute naar hef a a r t s l u i « ! terrein goed in orde te heisbeo. Tenten worden vaak in weilanden gezet, waarbij de looproute niet even vlak is. Voor het vluchten vanaf een evenemententerrein zullen er voldoende uitgangen moeten zijn. Dit zal sterk afhankelijk zijn van de grootte van riet terrein ende soort afzetting. Bijgrotereterreinenkaner rekeninggehoudenwerden met dooretroomsnelheden.Ditdientalsmaatwerk perevenementtegebeuren.
UitpawVRR0512-1.30
Artikel 1.Vrijhoudenvanterrelriiedeelterienbereikbaarheid.
Brandweervoorwaarden behorendbijdsAPV¥ergufinirs8
ARTIKEL 1 WffhöudenvantsrrelnasilssftsnenbereffeaarfwM 1.1 Afhankelijk van de aard en omvang van het evenement moet ten behoeve van de hulpverlenende diensten, naast de reguliere toegang, één of meerdere toe- of (nood)uitgangentot het terrein aanwezig zijn. Dit ter beoordeling en goedkeuring van hetbevoegdgezag, 1.2 De opstelling van alle tijdelijke inrichtingen op het terrein dient zodanig fa zijn dat alle inrichtingendoordehulpverlenende dienstenonbelemmerdbereiktkunnenworden. 1.3 De bij het touwwerk behorende brandkraoen, andere bluswaterwinplaatsen en aansiuitpunten moeten worden wijgehoyderi voor Wusvoertyigen, en wel zodanig dat hiervanonbelemmerdgebruik kanwordengemaakt. 1.4 indien het terrein (tijdelijk) is afgesloten dient duidelijk de {branciweer-)!rigang te zijn aangegeven en het toegangshek sneldoor de brandweer te openenzijn met het door de brandweer in gebraik zijnde slsuteisysteem» dan wel door een (eventueel aanwezige)bewakinggeopendteworden. 1.5 Een (tijdelijk) bouwwerkftertt is tot op ten minste huipverfe«r§gswoerfutienonbelemmerdtebenaderen.
40
meter
door
1.6 Indien de toegang van een (tijdelijk) tajwwerk/tent meer dan 40 meter is verwijderd vaneen openbareweg,moeteenverbindingsweg tussendietoegangenhetopenbare wegennetaanwezig zijn die geschikt isvoor de hulpdiensten,tenzij deaard,de ligging enhetgebruikvanhetbouwwerk/deinrichtingdat nietvereisen. 1.7 Eengeschikteverbindingswegmoet: a. eenbreedte hebbenwantenminste3,5meter(opstelplaatsredvoertyig4,5tot 8 meter)enovereenbreedtevantenminste3,25 meterzijnwerharf ofeventueel3 meter indienlangsbeidekantenvanderijbaansprake isvaneenobstakelvrfje ruimtevan0,50meterbreed; b. ©envrijehoogtebovendskruinvandeweghebbenvantenminste4,20meter; c. zijnverhardopeenwijzediegeschiktisvoormotorvoertuigenmeteenmassavan tenminste 14.800kgenzijnvoorzienvande nodigekunstwerken. i ,8 Eengeschikte opsteiplaats voor eenbrandweervoertuig moetverhardzijnopeenwijze die geschikt is voor motorvoertuigen.met eert asbeiasting van 10 ton (lOOkN)en een totaalgewichtvan 15ton.
UitgaveVRR 0512-1.30
1 J Auto's, trekkers, aanhangwagens en aggregaten s.d. mogen op het terrein van de inrichtinguitsluitendzijnopgesteld confonn een doorhelbevoegd gezag goedgekeurde tekening. To8iïchin§: 1.1 Dit betekent tegelijkertijd dat de aanwezige personen in principe In twee richtingen kunnenwluchtenen dusbijeen calamiteialtijdsen antvluchtingsmogelijkheid hebben, i,2 Zomoeten op het bijhet bouwwerk behorendeterrein / ODhetterrein van de inrichting de beplanting, de parkeerplaatsen, de laad-en losplaatsenen plaatsen waar goederen en atollen warten opgeslagen 0f gedeponeerd, zodanig zijn gelegen dat bijbrand het oprijden enopstellenvan devoertuigenen andere hulpmiddelenvande brandweerniet wordenbemoeilijktof belemmert. * .h D J maatstaf (NVBR)mm devrije ruimterondeen brandkraart ïseen straal van 1,80m. Di maatstaf (NVBR) voorde afstand tussen een brartdtoaan en een droge blusleiding ;s35mwtartoijde horizontal©afstand tussen deopstefptaats van hetMusvoertufg en de «©rwïnpfaats niet msar dan 5m mag bedragen. Ook eventuele brandkrasnöoreijes moetenzichtbaar blijven. 1.4 Er moet voorkomen worden dat bij een calamiteit de brandweer in haar opkomst gehinderd wordt door afgesloten hekwerken en/of slagbomen. Om dit te voorkomen zulien Inoverleg met de brandweer passendevoorzieningen moeten wonden getroffen. Hetsnel kunnen openen betetent datdevertraging, aisgevolgvan het moeten openen van hethekwerk, maximaal 30seconden bedraagt. 1.5 Een groep van kleine tenten van 1000 m2dient als totaaltotop40 meter benadert te kunnen worden en dys niet eïke individuele tent (Handreiking Brandveiligheid Kampeerterreinen NVBR). 1.8 Metname ambulances en brantiwearwoertuiierimoeten inverband metde tewemchte taken een object tot op maximaal 40 meter kunnen benaderen. Dit betreft niet alleen gebouwen, maar o * bouwwerken, die §een gebouw zijn, zoals de tribunes vars sportvelden, ofafgebakende locatie,zoalseen evenemententerrein. 1 ? De afmeting voor de verbindingsweg wan 3,5meter is er»de afmeting voor de rijloper afkomstig is afkomstig ui bijlage 2 mn de 'Handleiding Bius^ervoeniening en bereikbaarheid' NVBR, 2003. Tevens » r i t hierin gesteld dat bocffsm minimaal een buitenstraal van 10m en een binnenste»! van 4,5m dienen te hebten. Deze handleiding Is te bestellen b | de NVBRftwww.nvbr.nl.tel, 02S - 3552455 , fax 028 3515051 ). tot -'kunstwerken'wordt bedoeld b«ww«irfairt waarvoorandere materialen dan aardeenzand gebruiktzijn, zoals bijsfyfzen, viaductenenz. 1 8 De gewehten zijn gebaseerd op een optefpiaats voor een tanfatutospyit volger» bijlage 2 van d©'Handleiding Bfuswatervoofziening en bereikbaarheid*van de NVBR. Daarbij is het yipartgspunl dat bij e¥enemert«n doorgaans een brandwesrinzet met tankautospuïfen) wordtgedaan. Het bepalen wan opsteiplaatsen voor een evenement is maatwerk. De brandweer bepaalt deze afhankelijk van de siyaie ter plekke. Daarbij zal medebepalend zijn of een opsteiplaats geschikt ïsvooreen tankautospuiten ofeen doeltreffende verbinding tussen de tankautospui en de bfuswatervoofziening kan worden gelegd. Uiteraard dient maatwet*te worden toegepast als het evenement de inzet van een redvoertyig zou kunnenvereisen (bijv. reuzenrad o.i.d.).
UlgiMBVRR0612-1.30