Factsheet Indicatoren Beroerte (CVAB) A. Beschrijving Indicator CVAB 2014 [2.6.; 15-‐01-‐2015] Registratie gestart: 2014
Nr . 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10 . 11 .
Type indicator Structuur
Uitvraag Bron over (jaar) 2014 CVAB
Structuur
2014
CVAB
Het percentage patiënten opgenomen met een CVA dat wordt gemobiliseerd <24 uur na opname. Percentage patiënten dat is ingevoerd in de CVAB waarbij de informatie in de registratie volledig is. Deur-‐tot-‐naald tijd (mediaan) van het totaal aantal getrombolyseerde patiënten met een infarct. ZIZO 2, B4 Begin-‐tot-‐deur tijd (mediaan) van het totaal aantal CVA patiënten. ZIZO B3 De tijd in uren (gemiddeld en mediaan) verstreken tussen het tijdstip waarop een patiënt met een TIA wordt aangemeld in het ziekenhuis (fysiek of telefonisch) en het afronden van de TIA-‐diagnostiek. (exclusief onderzoek naar carotisstenose) ZiZo 1 B5 Percentage symptomatische patiënten dat binnen 3 weken na het eerste consult in tweede lijn wordt geïntervenieerd. DACI6, ZiZo Het percentage patiënten dat intraveneuze behandeling (trombolyse) onderging, als fractie van alle opgenomen patiënten met een herseninfarct.ZiZo, B2 Aantal dagen (mediaan) dat een CVA patiënt verblijft in het ziekenhuis. B9
Proces Proces Proces
2016* 2014 2014
CVAB CVAB CVAB
Proces
2014
CVAB
Proces
2014
CVAB
Proces
2014
DACI
Proces
2014
CVAB
Proces
2014
CVAB
Het percentage CVA-‐patiënten dat is overleden binnen 30 dagen en binnen 3 maanden na het optreden van het CVA. B7
Uitkomst
2016*
CVAB
Indicator Percentage TIA-‐ en CVA patiënten ingevuld in de CVAB (2014) vergeleken met de geregistreerde TIA-‐ en CVA patiënten in de registratie van het Kennisnetwerk CVA (2013). Aantal opgenomen nieuwe CVA patiënten per ziekenhuislocatie.
Datum laatste wijziging
15-01-2015
Versie
2.6
Printversie is onbeheerde kopie. pagina 1 van 11
12 .
Functionele gezondheidstoestand (modified Rankin Scale) 3 maanden na het ontstaan van de beroerte Uitkomst waarvoor opgenomen in het ziekenhuis.B1b
2016*
CVAB
ZiZo = Zichtbare Zorg indicator met desbetreffende referentie (ZiZo Indicator Gids 2014). * Uitvraag over 2016 in 2017 tenzij anders overeen wordt gekomen tijdens de indicatoren dagen in oktober Bx CVA Benchmark document 2013
Definities: CVA (Beroerte): intracerebrale bloeding en herseninfarct. Intracerebrale bloeding: spontane bloeding in het hersenweefsel. Niet bedoeld worden bloedingen ten gevolge van een arterioveneuze malformatie (AVM) of aneurysma, subarachnoïdale bloeding, extracerebrale/subdurale bloeding. Herseninfarct: neurologische symptomen ten gevolge van afsluiting van een slagader van de hersenen, waarbij de symptomen langer dan 24 uur aanhouden. Niet bedoeld wordt: sinustrombose. TIA: episode met neurologische uitvalsverschijnselen waarbij de uitvalsverschijnselen binnen enkele uren herstellen. Formeel is dit 24 uur, in de praktijk vaak sneller. Datum laatste wijziging
15-01-2015
Versie
2.6
Printversie is onbeheerde kopie. pagina 2 van 11
1. Deelname en volledigheid Indicator
Operationalisatie
Percentage TIA-‐ en CVA patiënten ingevuld in de CVAB (2014) vergeleken met de geregistreerde TIA-‐ en CVA-‐ patiënten in de registratie van het Kennisnetwerk CVA (2013). Aantal patiënten met een TIA of CVA in CVAB 2014. Aantal patiënten met een TIA of CVA in de registratie van het Kennisnetwerk CVA 2013. Zie eerder. Inclusie: alle patiënten met een TIA of CVA. 01-‐01-‐2013 t/m 31-‐12-‐2014 (uitvraag 2014, vergeleken met 2013)
Teller Noemer Definitie (s) In-‐/ exclusiecriteria Uitvraag over periode:
2. Volume Indicator
Operationalisatie Teller a Teller b Teller c Noemer Definitie (s)
Aantal opgenomen nieuwe TIA-‐ en CVA patiënten per ziekenhuislocatie. Aantal opgenomen nieuwe patiënten met een intracerebrale bloeding per ziekenhuislocatie. Aantal opgenomen nieuwe patiënten met een herseninfarct per ziekenhuislocatie. Aantal opgenomen en niet opgenomen nieuwe TIA patiënten per ziekenhuislocatie. n.v.t. TIA en CVA: Zie definities. Ziekenhuislocatie: ziekenhuis per locatie weergegeven. Zie definities. 01-‐01-‐2014 t/m 31-‐12-‐2014
In-‐/ exclusiecriteria Uitvraag over periode: Datum laatste wijziging
15-01-2015
Versie
2.6
Printversie is onbeheerde kopie. pagina 3 van 11
3. Mobilisatie
Indicator
Operationalisatie Teller Noemer Definitie (s) In-‐/ exclusiecriteria Uitvraag over periode:
Het percentage patiënten opgenomen met een CVA dat wordt gemobiliseerd <24 uur na opname. Aantal patiënten opgenomen met een CVA dat wordt gemobiliseerd <24 uur. Aantal patiënten opgenomen wegens een CVA. Zie definities. n.v.t. 01-‐01-‐2016 t/m 31-‐12-‐2016
4. Volledigheid registratie Indicator
Operationalisatie Teller
Percentage patiënten dat is ingevoerd in de CVAB waarbij de informatie in de registratie volledig is. Aantal analyseerbare patiënten van wie de informatie in de registratie volledig is.
Noemer Definitie (s)
Aantal analyseerbare patiënten ingevoerd in de CVAB. Volledig: Analyseerbare^ patiënten waarbij alle items die nodig zijn voor het berekenen van de externe indicatoren en casemix factoren zijn geregistreerd. ^ Analyseerbaar: minimaal vereiste items zijn geregistreerd: geboortedatum, diagnose, opnamedatum CVA-‐ patiënt, behandeldatum TIA-‐patiënt. Zie CVAB in-‐ / exclusiecriteria. 01-‐01-‐2014 t/m 31-‐12-‐2014
In-‐/ exclusiecriteria Uitvraag over periode:
Datum laatste wijziging
15-01-2015
Versie
2.6
Printversie is onbeheerde kopie. pagina 4 van 11
5. Trombolyse: deur-‐tot-‐naald tijd Indicator
Operationalisatie
Deur-‐tot-‐naald tijd (mediaan) van het totaal aantal getrombolyseerde patiënten met een infarct. Deur-‐tot-‐naald tijd (mediaan) van het totaal aantal getrombolyseerde patiënten met een infarct. Deur-‐tot-‐naald tijd (mediaan) van het totaal aantal getrombolyseerde patiënten met een infarct dat tijdens de avonden, nachten en in het weekend aankomt op de spoedeisende hulp. Deur-‐tot-‐naald tijd (mediaan) van het totaal aantal getrombolyseerde patiënten met een infarct dat overdag doordeweeks aankomt op de spoedeisende hulp. n.v.t. Deur: Tijdstip van opname op de spoedeisende hulp. Voor patiënten die reeds opgenomen zijn op het moment van optreden van het herseninfarct: het moment dat de neuroloog in consult wordt geroepen. Naald: Tijdstip van starten van de trombolyse (toedienen van het geneesmiddel). Avond en nacht: periode van 18.00 tot 08.00. Weekend: zaterdag en zondag. Inclusie: patiënten die met een herseninfarct op de spoedeisende hulp komen of in het ziekenhuis een herseninfarct krijgen. 01-‐01-‐2014 t/m 31-‐12-‐2014
Teller a Teller b Teller c Noemer Definitie (s)
In-‐/ exclusiecriteria Uitvraag over periode: Datum laatste wijziging
15-01-2015
Versie
2.6
Printversie is onbeheerde kopie. pagina 5 van 11
6. Begin-‐tot-‐deur tijd
Begin-‐tot-‐deur tijd (mediaan) van het totaal aantal CVA patiënten. Begin-‐tot-‐deur tijd (mediaan) van het totaal aantal CVA patiënten. Begin-‐tot-‐deur tijd (mediaan) van het aantal patiënten met een infarct. Begin-‐tot-‐deur tijd (mediaan) van alle patiënten met een intracerebrale bloeding. n.v.t. Begin: het moment waarop de eerste symptomen van een CVA optreden. Indien niet duidelijk is wanneer het CVA is opgetreden, wordt het tijdstip waarop de patiënt het laatst zonder symptomen was beschouwd als ‘begin’-‐moment (bv. tijdstip van naar bed gaan). Deur: het moment van opname op de spoedeisende hulp (SEH). Voor patiënten die reeds opgenomen zijn op het moment van optreden van het CVA: het moment dat de neuroloog in consult wordt geroepen. Inclusie: alle patiënten opgenomen met een CVA (intracerebrale bloeding en herseninfarct). 01-‐01-‐2014 t/m 31-‐12-‐2014
Indicator
Operationalisatie Teller a Teller b Teller c Noemer Definitie (s)
In-‐/ exclusiecriteria Uitvraag over periode: Datum laatste wijziging
15-01-2015
Versie
2.6
Printversie is onbeheerde kopie. pagina 6 van 11
7. TIA-‐ diagnostiek Indicator
Operationalisatie
De tijd in uren (gemiddeld en mediaan) verstreken tussen het tijdstip waarop een patiënt met een TIA wordt aangemeld in het ziekenhuis (fysiek of telefonisch) en het afronden van de TIA-‐diagnostiek (exclusief onderzoek naar carotisstenose). De tijd in uren (gemiddeld) verstreken tussen het tijdstip waarop een patiënt met een TIA wordt aangemeld in het ziekenhuis (fysiek of telefonisch) en het afronden van de TIA-‐diagnostiek (exclusief onderzoek naar carotis stenose). De tijd in uren (mediaan) verstreken tussen het tijdstip waarop een patiënt met een TIA wordt aangemeld in het ziekenhuis (fysiek of telefonisch) en het afronden van de TIA-‐diagnostiek (exclusief onderzoek naar carotis stenose). Onder standaard diagnostiek wordt verstaan bloedonderzoek (Hb, HT, glucose, Na, K, creatinine, leukocyten, trombocyten, lipidenprofiel), beeldvorming van de hersenen (CT of MRI), ECG. Onderzoek naar carotisstenose (duplex, CTA, MRA) valt buiten deze indicator). Aanmelding: datum en tijd van aanmelding in het ziekenhuis voor TIA-‐diagnostiek. Afronding: datum en tijd waarop de neuroloog bepaalt dat het onderzoek als afgerond kan worden beschouwd, ook wanneer eventueel niet alle onderzoeken uit de standaard diagnostiek zijn uitgevoerd. Inclusie: alle patiënten die aangemeld worden met een TIA. 01-‐01-‐2014 t/m 31-‐12-‐2014
Teller a Teller b Definitie (s)
In-‐/ exclusiecriteria Uitvraag over periode: Datum laatste wijziging
15-01-2015
Versie
2.6
Printversie is onbeheerde kopie. pagina 7 van 11
8. Wachttijd behandeling
Indicator Operationalisatie Teller Noemer Definitie (s) In-‐/ exclusiecriteria Uitvraag over periode:
Percentage symptomatische patiënten dat binnen 3 weken na het eerste consult in tweede lijn wordt geïntervenieerd. Aantal patiënten dat binnen 3 weken na eerste consult in tweede lijn een carotisinterventie ondergaat. Totaal aantal patiënten dat een carotisinterventie ondergaat. Het betreft alle interventies (CAS of CEA) vanwege symptomatische extracraniële arteria carotis stenosen. Zie DACI indicator 6. 01-‐01-‐2014 t/m 31-‐12-‐2014
Norm
95% binnen 3 weken na het eerste consult in tweede lijn geïntervenieerd*.
Toelichting
-‐
Datum laatste wijziging
15-01-2015
Versie
2.6
Printversie is onbeheerde kopie. pagina 8 van 11
9. Trombolyse
Indicator
Operationalisatie
Het percentage patiënten dat intraveneuze behandeling (trombolyse) onderging, als fractie van alle opgenomen patiënten met een herseninfarct. Totaal aantal patiënten, opgenomen met een herseninfarct, dat intraveneuze behandeling (trombolyse) onderging. Aantal patiënten met herseninfarct, opgenomen tijdens de avonden, nachten en in het weekend, dat intraveneuze behandeling (trombolyse) onderging. Aantal patiënten met een herseninfarct opgenomen overdag doordeweeks, dat intraveneuze behandeling (trombolyse) onderging. Totaal aantal patiënten opgenomen met een herseninfarct. Aantal patiënten met een herseninfarct tijdens de avonden, nachten en in het weekend opgenomen. Aantal patiënten met een herseninfarct, overdag doordeweeks opgenomen. Avond/nacht: 18.00-‐8.00. Weekend: zaterdag en zondag. Intra-‐arteriële behandeling (alleen in gespecialiseerde centra) en mechanische trombectomie (experimentele fase) vallen buiten het bereik van deze indicator. 01-‐01-‐2014 t/m 31-‐12-‐2014
Teller a Teller b Teller c Noemer a Noemer b Noemer c Definitie (s) In-‐/ exclusiecriteria Uitvraag over periode: Datum laatste wijziging
15-01-2015
Versie
2.6
Printversie is onbeheerde kopie. pagina 9 van 11
10. Verblijfsduur
Indicator
Operationalisatie Teller Noemer Definitie (s)
Aantal dagen (mediaan) dat een CVA patiënt verblijft in het ziekenhuis. Aantal dagen (mediaan) dat een CVA patiënt verblijft in het ziekenhuis. n.v.t. De dag van opname wordt opgeteld bij de ligduur indien de patiënt vóór 20.00 uur wordt opgenomen. Indien de opname ná 20.00 uur plaatsvindt, geldt de volgende dag als eerste opnamedag. Bij handmatig tellen dient te worden toegepast: ontslagdatum minus opnamedatum plus 1 dag (bij opname vóór 20.00 uur) Alle patiënten opgenomen met een CVA. 01-‐01-‐2014 t/m 31-‐12-‐2014
In-‐/ exclusiecriteria Uitvraag over periode:
11. Mortaliteit
Indicator
Operationalisatie Teller a Teller b Noemer Definitie (s) In-‐/ exclusiecriteria Uitvraag over periode:
Het percentage CVA-‐patiënten dat is overleden binnen 30 dagen en binnen 3 maanden na het optreden CVA. Aantal overleden patiënten binnen 30 dagen na optreden CVA. Aantal overleden patiënten binnen 3 maanden na optreden CVA. Aantal opgenomen CVA-‐patiënten. -‐ Alle patiënten opgenomen met een CVA. 01-‐01-‐2016 t/m 31-‐12-‐2016 (mits adequate casemix correctie)
Datum laatste wijziging
15-01-2015
Versie
2.6
Printversie is onbeheerde kopie. pagina 10 van 11
12. Functionele gezondheidstoestand Indicator
Operationalisatie
Functionele gezondheidstoestand (modified Rankin Scale (mRS)) 3 maanden na het ontstaan van de beroerte waarvoor opgenomen in het ziekenhuis. Aantal CVA patiënten zonder symptomen, significante of geringe beperkingen na 3 maanden. Aantal opgenomen CVA patiënten. De mRS en een toelichting bij het scoren hiervan is te vinden op de website van het Kennisnetwerk CVA Nederland (onder Werkgroepen -‐ Uitwisseling – Documenten Benchmark – Toolbox Benchmark 2013). Gescoord wordt hoe de werkelijke situatie op dat moment is. (marge 10—14 weken) Zie CVAB in-‐ / exclusiecriteria, CVA Benchmark document 2013 1b. 01-‐01-‐2016 t/m 31-‐12-‐2016
Teller Noemer Definitie (s)
In-‐/ exclusiecriteria Uitvraag over periode:
Datum laatste wijziging
15-01-2015
Versie
2.6
Printversie is onbeheerde kopie. pagina 11 van 11