Huiselijk geweld April 2007/F&A 7697
Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus 20301 2500 EH Den Haag T 070 370 68 50 F 070 370 75 94 E
[email protected] http://www.justitie.nl
Inleiding In 2002 verscheen de kabinetsnota ‘Privé Geweld – Publieke Zaak’. Die nota schetste niet alleen de aard en omvang van huiselijk geweld, maar ook meer dan 50 concrete maatregelen om de aanpak van huiselijk geweld te verbeteren. In het Hoofdlijnenakkoord van juni 2003 gaf het kabinet aan te willen streven naar een effectieve aanpak van huiselijk geweld. Daartoe is een interdepartementaal project gestart, gecoördineerd door het Ministerie van Justitie voor de periode tot en met 2007. Het project kreeg de opdracht om in goed onderling overleg en in samenspel met het ‘veld’ de maatregelen en voornemens uit de nota ‘Privé Geweld – Publieke Zaak’ te realiseren en, zo nodig, nieuwe initiatieven te nemen. De aanpak van huiselijk geweld maakt deel uit van het Veiligheidsprogramma, dat tot doel heeft criminaliteit en overlast die de burger direct raken, te bestrijden. De aanpak van huiselijk geweld vormt ook een element in het Grote Steden Beleid (GSB). In het GSB hebben het Rijk en 31 grote gemeenten afspraken gemaakt over activiteiten en de beoogde resultaten hiervan in de periode 2005 tot en met 2009. Als gevolg van het Regeerakkoord van februari 2007 krijgt het project Aanpak huiselijk geweld een doorstart voor de duur van de kabinetsperiode. Doel hiervan is de bereikte resultaten van de afgelopen jaren te borgen en in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. Daarbij zal veel aandacht uitgaan naar de preventie van huiselijk geweld. Definitie Huiselijk geweld is ‘geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer wordt gepleegd’. Het woord huiselijk verwijst dus niet naar de plaats van het geweld (het kan zowel binnenshuis als buitenshuis plaatsvinden), maar naar de relatie tussen pleger en slachtoffer. Huiselijk geweld kan de vorm aannemen van kindermishandeling of seksueel kindermisbruik, partner-relatiegeweld in alle denkbare verschijningsvormen en mishandeling of verwaarlozing van ouderen. Het kan daarbij gaan om lichamelijk en seksueel geweld of om psychisch geweld, zoals bedreiging en belaging (‘stalking’). Omvang Geweld in de privé-sfeer is een zeer omvangrijke geweldsvorm in onze samenleving. Huiselijk geweld komt voor in alle sociaal-economische klassen en binnen alle culturen in de Nederlandse samenleving. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn in de meeste gevallen vrouwen en kinderen, maar het treft ook mannen, ouders en ouderen. Meer dan 40%1 van de Nederlandse bevolking blijkt ooit in zijn of haar leven te maken te hebben gehad met huiselijk geweld. Van deze groep ervaart een op de tien dagelijks of wekelijks deze vorm van geweld; een groot deel van deze groep ziet het leven ingrijpend veranderen als gevolg van het geweld. In ongeveer 80% van de gevallen wordt het geweld door mannen gepleegd.
1)
‘Huiselijk geweld – aard, omvang en hulpverlening’ Intomart, 1997.
Feiten & Achtergronden
1
De politie heeft een speciale registratie van huiselijk geweld opgezet en heeft berekend dat er per jaar ruim 57.000 meldingen van huiselijk geweld bij de politie binnenkomen2. Bekend is dat slechts ongeveer 12% van alle huiselijk geweld-zaken bij de politie gemeld wordt. Dat betekent dat zich jaarlijks ongeveer 500.000 huiselijk geweld-incidenten zouden voordoen. Uit de registratie blijkt dat bijna 40% van de meldingen van huiselijk geweld die bij de politie binnen komen tot een aangifte heeft geleid. In meer dan de helft van de gevallen van huiselijk geweld die geleid hebben tot aangifte, wordt de dader ook daadwerkelijk aangehouden. Samengevat is dat dus naar schatting drie procent van alle daders van huiselijk geweld. • Etnische minderheden Uit onderzoek3 blijkt dat huiselijk geweld ook op verontrustende schaal voorkomt bij etnische minderheden, maar de exacte omvang ervan is moeilijk vast te stellen: er ligt in het algemeen een zwaar taboe op huiselijk geweld en de problematiek is in allochtone bevolkingsgroepen nog moeilijker bespreekbaar dan in de autochtone bevolkingsgroep. Bovendien komen in bepaalde etnische groepen specifieke vormen van huiselijk geweld voor die een eigen aanpak vereisen. Projecten zoals Mozaïek (preventie en opvang huiselijk en seksueel geweld allochtone vrouwen), Praten doet geen Pijn (Landelijk Platform huiselijk geweld onder allochtonen) en preventie gericht op allochtone jongens en mannen ("Huiselijke Vrede", "Als ik hem was") maken die specifieke aanpak inzichtelijk. Het rapport “Huiselijke vrede. Allochtone mannen over huiselijk geweld, mannelijkheid en eer” (2006)4 geeft aanknopingspunten voor een naar etnische groep gedifferentieerde aanpak van preventie en van hulpverlening gericht op allochtone mannen. De volgende stap is het borgen van de inzichten uit deze projecten, zodat allochtonen daadwerkelijk bereikt worden en deskundig worden benaderd. • Kinderen Jaarlijks komen naar schatting 100.000 kinderen als getuige in aanraking met huiselijk geweld. Van deze kinderen lopen er 40.000 een verhoogd risico op psychosociale problemen of gedragsproblemen. Mensen die in hun jeugd slachtoffer zijn geweest van geweld lopen een groter risico in hun latere leven zelf slachtoffer of dader van huiselijk geweld te worden. Om kinderen die getuige zijn geweest van huiselijk geweld zichtbaar te maken voor de hulpverlening, zijn in enkele politieregio’s en/of jeugdzorgregio’s convenanten opgesteld tussen politie, Openbaar Ministerie (OM), Bureau Jeugdzorg, het advies- en meldpunt kindermishandeling (AMK) en soms andere (jeugd)zorginstellingen. In deze convenanten is vastgelegd welke stappen men zet wanneer bij huiselijk geweldincidenten kinderen als getuige betrokken zijn; doel hiervan is de risico’s op verstoring van de ontwikkeling te verkleinen. Dergelijke ‘Kindsporen’ zijn er inmiddels in onder andere Den Haag, Flevoland, Eindhoven, Nijmegen en Utrecht. Er zijn steeds meer regio’s die een Kindspoor (willen) gaan opzetten. In januari 2007 is de publicatie Kinderen in de Keten5 verschenen, met hierin een inventarisatie van de verschillende trajecten die er op dit gebied bestaan, een beschrijving van een aantal goede voorbeelden en handreikingen voor regio’s die een dergelijk traject willen opzetten.
2)
‘Binnen zonder kloppen – Omvang, aard en achtergronden van huiselijk geweld in 2005 op basis van landelijke politiecijfers’
3)
‘Huiselijk geweld onder Surinamers, Antillianen en Arubanen, Marokkanen en Turken in Nederland – aard, omvang en
Advies- en Onderzoeksgroep Beke, februari 2006.
hulpverlening’ Intomart, 2002. 4)
‘Huiselijke vrede – Allochtone mannen over huiselijk geweld, mannelijkheid en eer’ Stichting Ada Awareness, november 2006.
5)
‘Kinderen in de keten – Meld- en hulptrajecten voor de getuigen van huiselijk geweld’, Edith Geurts en Hilde Bakker, 2007.
2
• Ouderen Ouderenmishandeling, waarbij een oudere mishandeld wordt door iemand met wie hij of zij een persoonlijke en/of professionele afhankelijkheidsrelatie heeft, vormt een nog relatief onbekend probleem. Er is bij ouderenmishandeling vaak sprake van ongeloof, onbekendheid, afhankelijkheid, schaamte en angst. In 2005 is een handleiding6 gepubliceerd met lessen die bruikbaar zijn bij het opzetten en inrichten van projecten ter voorkoming en bestrijding van ouderenmishandeling. De staatssecretaris van VWS financiert tot 2008 de campagne ‘Stop ouderenmishandeling’. Deze campagne is erop gericht dat in iedere gemeente een informatiepunt beschikbaar is/komt, waar burgers informatie over ouderenmishandeling kunnen krijgen en dat kan doorverwijzen naar hulpverleners. Hierbij wordt samengewerkt met de advies- en steunpunten huiselijk geweld. Ruim 40% van de gemeenten heeft al een informatiepunt ouderenmishandeling. Bewustwording, wet en regelgeving Overheid en beroepsgroepen moeten gezamenlijk de boodschap uitdragen dat huiselijk geweld onacceptabel is en met geen enkel excuus kan worden gerechtvaardigd. Dit gebeurt op diverse manieren: • Publiekscampagnes De ministeries van VWS en Justitie hebben de afgelopen jaren met behulp van een zogenaamde toolkit huiselijk geweld gemeenten gestimuleerd lokale en regionale publiekscampagnes uit te voeren. Ook zijn in het najaar van 2003 in de provincies en grootstedelijke regio’s campagnes gevoerd om bekendheid te geven aan de AMK’s. In april 2007 is een grootschalige landelijke campagne van start gegaan die daders, slachtoffers en omstanders van huiselijk geweld moet stimuleren hulp te zoeken. De campagne – met als slogan ‘Nu is het genoeg’ – maakt gebruik van televisie, radio en internet. Campagnemateriaal, waaronder folders, advertenties, stickers, artikelen, is digitaal onder ASHG’s en centrumgemeenten verspreid. Er is een speciale website beschikbaar: www.steunpunthuiselijkgeweld.nl, en er is een landelijk telefoonnummer in het leven geroepen: 0900 – 1 26 26 26. • Wetgeving: huisverbod voor plegers van huiselijk geweld Het kabinet wil met een aparte wet de mogelijkheid creëren om een tijdelijk huisverbod op te leggen aan een pleger van huiselijk geweld, in situaties die acuut dreigend zijn voor slachtoffer en eventueel betrokken kinderen. In oktober 2005 zijn de voorbereidingen gestart voor de implementatie van het Wetsvoorstel tijdelijk huisverbod. Met behulp van deze wet, die naar verwachting begin 2008 in werking zal treden, kan de burgemeester een huisverbod opleggen voor een periode van tien dagen. In de praktijk zal hij deze bevoegdheid meestal mandateren aan een hulpofficier van Justitie, een hogere politieambtenaar. Binnen drie dagen kan dit huisverbod door een rechter getoetst worden. De burgemeester kan na tien dagen besluiten het huisverbod te verlengen tot vier weken. Het huisverbod kan ook worden opgelegd in geval van kindermishandeling. Gedurende de tien dagen dat het huisverbod van kracht is, wordt voor betrokkenen een hulpverleningstraject opgezet. In februari en maart 2007 zijn in Groningen, Amsterdam en Venlo pilots gestart waarin het huisverbod wordt getest. Deze pilots zullen tot oktober 2007 duren. Het evaluatieproces is inmiddels van start gegaan. • Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Op 1 januari 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning in werking getreden. De Vrouwenopvang en het beleid ter bestrijding van huiselijk geweld zijn opgenomen in de Wmo. In de kabinetsnota ‘Privé Geweld – Publieke Zaak’, is de regierol voor gemeenten bij huiselijk geweld al belegd. Met het opnemen van het beleid ter bestrijding van huiselijk geweld in de Wmo is een verdere stap gezet, waardoor de
6)
‘Je ziet het pas als je het gelooft – Preventie en bestrijding van ouderenmishandeling’ Landelijk Platform Bestrijding Ouderenmishandeling NIZW, november 2005.
3
regie-functie van gemeenten op dit onderwerp minder vrijblijvend is. Het implementatiebureau Wmo van het ministerie van VWS ondersteunt gemeenten bij de invoering van de Wmo. De Vereniging voor Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft een ondersteuningsprogramma voor gemeenten in het kader van huiselijk geweld (zie hieronder). • Aanwijzing College van procureurs-generaal (PG) Het College van PG’s heeft in 2003 een Aanwijzing uitgevaardigd voor het OM, politie en reclassering, waarmee de boodschap dat huiselijk geweld onacceptabel is, duidelijk wordt uitgedragen. De Aanwijzing geeft onder meer richtlijnen voor aanhouding, proces-verbaal, verhoor van de verdachte en vroeghulp door reclassering. In de loop van 2007 zal het OM de aanwijzing herzien. Bij die herziening zal onder meer gekeken worden of de interventies van het OM de recidive door de huiselijkgeweldpleger daadwerkelijk omlaag brengen. Het OM maakt hierbij gebruik van de ervaringen van de politie met de aanpak van 'veelplegers huiselijk geweld' en 'recidivisten huiselijk geweld'. Daarnaast zal het OM kijken naar specifiek doelgroepenbeleid, zoals kindermishandeling of huiselijk geweld met kinderen als getuige. Voorzieningen Voor een effectieve aanpak van huiselijk geweld is onder meer een voorzieningenstelsel nodig dat voorziet in tijdige onderkenning, scherpe risicotaxatie, snelle en doeltreffende interventies, hulp voor slachtoffers en corrigerende hulp voor plegers. Het kabinet streeft een voorzieningenstelsel na met de volgende elementen: • Lokale en regionale samenwerkingsverbanden die met elkaar bindende afspraken maken en een sluitende aanpak ontwikkelen. Geen enkele instantie kan huiselijk geweld alléén effectief bestrijden. Politie, openbaar ministerie, reclassering, kinderbescherming, vrouwenopvang en andere hulporganisaties vormen een keten en moeten samen een sluitende aanpak realiseren. In de afgelopen jaren zijn in tientallen gemeenten en regio’s samenwerkingsverbanden huiselijk geweld gevormd. Veel samenwerkingsverbanden zijn als projecten gestart met subsidie van het ministerie van Justitie. Vrijwel alle projecten worden inmiddels voortgezet met financiële steun van gemeenten. Uit de effectmeting 2006 voor het ondersteuningsprogramma aanpak huiselijk geweld, uitgevoerd door de VNG, blijkt dat van de 54% gemeenten die aan de effectmeting hebben deelgenomen, 84% participeert in een regionaal project aanpak huiselijk geweld. In bijna alle responderende gemeenten is sprake van samenwerking met de politie en instellingen voor maatschappelijk werk. Daarnaast is in meer dan de helft van de gemeenten sprake van samenwerking met andere relevante organisaties. Om de samenwerkingsverbanden te faciliteren, heeft het Ministerie van Justitie een elektronisch Informatieknooppunt Huiselijk Geweld (IHG) laten ontwikkelen, dat sinds maart 2007 in vier steden wordt getest. Met behulp van dit IHG kan – met inachtneming van de privacyregelgeving – informatie worden gedeeld met alle ketenpartners, en wordt casusoverleg gefaciliteerd. Indien het IHG na de evaluatie succesvol is bevonden, zal deze elektronische samenwerkruimte beschikbaar gesteld worden aan iedereen die bij de aanpak van huiselijk geweld een rol vervult. • Advies- en steunpunten De staatssecretaris van VWS heeft een stimuleringsregeling advies- en steunpunten huiselijk geweld opgesteld. De 35 centrumgemeenten voor de vrouwenopvang hebben subsidie aangevraagd voor oprichting of uitbreiding van regionaal werkende advies- en steunpunten. Bij een advies- en steunpunt kunnen slachtoffers, plegers of andere betrokkenen bij huiselijk geweld advies krijgen over te nemen stappen om geweld in de privé-sfeer te doen stoppen. De advies- en steunpunten zijn daarmee een soort front office voor de samenwerkende lokale/regionale instanties. Inmiddels zijn alle advies- en steunpunten aan het werk. Bij Movisie, voorheen Transact, waar het landelijk ondersteuningsprogramma
4
huiselijk geweld is ondergebracht (zie hieronder), is een ondersteuningsprogramma voor advies- en steunpunten opgezet. • Regierol voor de gemeenten In de nota ‘Privé Geweld – Publieke Zaak’ wordt de regie voor de aanpak van huiselijk geweld bij gemeenten gelegd: zij hebben tot taak de lokale samenwerkingspartners bij elkaar te brengen, hen te stimuleren om onderling bindende en sluitende afspraken te maken en erop toe te zien dat zij die afspraken nakomen. Sinds 2003 voert de VNG, met subsidie van het ministerie van Justitie, een omvangrijk programma uit dat erop gericht is de gemeenten te stimuleren werk te maken van de aanpak van huiselijk geweld en instrumenten aan te reiken voor het uitoefenen van hun regierol op dit punt. Het programma heeft een looptijd tot 2008 en heeft tot doel zoveel mogelijk gemeenten ertoe te bewegen hun regierol op te pakken en beleid te ontwikkelen met betrekking tot huiselijk geweld. • Vrouwenopvang De vrouwenopvang vangt steeds meer vrouwen en kinderen op met een zware en complexe problematiek. Het kabinet heeft voor capaciteitsuitbreiding in de vrouwenopvang extra geld uitgetrokken. De nadruk ligt daarbij op een landelijk toegankelijke opvangvoorziening voor vrouwen (en hun eventuele kinderen) die groot gevaar lopen, onder wie ook slachtoffers van eerwraak en vrouwenhandel. Met financiële ondersteuning van het ministerie van VWS voert de sector een plan uit voor het verbeteren van de toegankelijkheid. Dit programma duurt tot en met 2007. In het begin van 2007 is het onderzoek ‘Maat en baat van de vrouwenopvang’ van het Trimbosinstituut beschikbaar gekomen. Dit onderzoek richt zich op de afstemming van de vraag en het aanbod in de vrouwenopvang. Op basis van dit onderzoek stuurt de Staatssecretaris van VWS voor de zomer een plan van aanpak voor de verbetering van de kwaliteit naar de Tweede Kamer. • Daderbehandeling De aanpak van huiselijk geweld vergt meer dan opvang van slachtoffers, het is met name van belang dat ook plegers worden behandeld. De forensische psychiatrie heeft in de afgelopen jaren de behandeling van plegers van huiselijk geweld vorm gegeven. Movisie houdt zich bezig met het in kaart brengen van de daderhulpverlening in Nederland7, brengt aanbieders van daderhulpverlening met elkaar in contact en ondersteunt bij de verbetering van het aanbod. Daarnaast werkt Movisie aan een methodiekbeschrijving van daderhulpverlening in een vrijwillig kader. • Landelijk ondersteuningsprogramma huiselijk geweld Bij Movisie is een landelijk ondersteuningsprogramma huiselijk geweld ondergebracht dat ondersteuning biedt aan de gehele keten die betrokken is bij de aanpak van huiselijk geweld. Movisie onderhoudt daartoe de website www.huiselijkgeweld.nl en brengt de daaraan gelieerde kwartaalkrant ‘Huiselijkgeweld.nl’ uit. Ook is het mogelijk om via de website een abonnement op het ‘E-news’ aan te vragen. Movisie organiseert daarnaast de bijeenkomsten van het landelijk netwerk huiselijk geweld, zet databanken op, verzamelt goede praktijkvoorbeelden en geeft daaraan brede bekendheid. Movisie levert ook materialen die kunnen worden ingezet bij publieksvoorlichting over dit onderwerp. Voorlopig zal Movisie deze functies tot 2008 blijven uitoefenen, waarna een evaluatie zal volgen.
• Helpdesk Privacy
7)
Zie voor meer informatie http://www.huiselijkgeweld.nl/interventies/daderhulp/daderhulp.html
5
De privacyregelgeving biedt mogelijkheden tot samenwerking (en de daarmee gepaard gaande gegevensuitwisseling) wanneer dit noodzakelijk is om huiselijk geweld aan te pakken. Ketenpartners die betrokken zijn bij de aanpak van huiselijk geweld kunnen hun vragen over privacy en gegevensuitwisseling stellen aan de Helpdesk Privacy. De Helpdesk geeft adviezen over de wijze waarop privacyregelgeving geïnterpreteerd kan worden. Daarnaast ontwikkelt de Helpdesk Privacy momenteel een modelconvenant gegevensuitwisseling voor samenwerkingsverbanden bij de aanpak van huiselijk geweld. Dit model biedt ook mogelijkheden voor het gebruik van het informatieknooppunt huiselijk geweld. Specifieke projecten Hieronder volgen een aantal specifieke projecten die erop gericht zijn effectief op te kunnen treden bij meldingen van huiselijk geweld. • Politieproject ‘Huiselijk geweld en de politietaak’ De aanpak van huiselijk geweld is een kerntaak van de politie. De bestrijding van huiselijk geweld valt uiteen in een preventieve en een repressieve aanpak door de politie. Op 1 januari 2003 is op initiatief van de Raad van Hoofdcommissarissen het landelijk project ‘Huiselijk geweld en de politietaak’ gestart met het doel alle politieregio’s te stimuleren beleid rond de aanpak van huiselijk geweld te ontwikkelen, deskundigheid bij de politie te bevorderen en een landelijke registratie van huiselijk geweldzaken mogelijk te maken. Op basis van de registratie die de politie heeft ontwikkeld, is een onderzoek uitgevoerd naar de omvang, aard en achtergronden van huiselijk geweld in 2005. Het onderzoek8 levert cijfers op over de meldingen en over de slachtoffers van huiselijk geweld: 76,1% van de slachtoffers zijn vrouwen en 23,9% mannen. Het blijkt dat 11,5% van de slachtoffers kinderen zijn beneden de 18 jaar en 7,2% ouderen boven de 55 jaar. In 2008 zal de politie samen met het OM een start maken met een gezamenlijke goed aansluitende registratie van huiselijk geweldzaken. Inmiddels zijn in alle politieregio’s regionale portefeuillehouders op strategisch niveau en regionale coördinatoren huiselijk geweld op tactisch niveau aangesteld. Daarnaast worden in de korpsen veel politiemensen gecertificeerd opgeleid om professioneel met slachtoffers en plegers van huiselijk geweld om te gaan. Betrekkelijk nieuw is de aanpak van de ‘veelplegers huiselijk geweld’ en de ‘recidivisten huiselijk geweld’. Binnen de groep veelplegers die nu bekend is wordt een extra slag gemaakt als het gaat om huiselijk geweld. Ook met het van kracht worden van de Wet tijdelijk huisverbod zal de rol van de politie veranderen. De politie heeft met de nieuwe wet een extra instrument in handen waarmee zij – hiertoe gemandateerd door de burgemeester – een mogelijke pleger een huisverbod kan opleggen; ook in situaties waarin nog geen strafbaar feit heeft plaats gevonden, maar waarin wel sprake is van dreiging of crisis. • Eergerelateerd geweld Als (geestelijk of lichamelijk) geweld wordt gepleegd vanuit een collectieve mentaliteit in reactie op een dreiging van eerschending van een man of vrouw (en daarmee zijn of haar familie) waarvan de buitenwereld op de hoogte is of dreigt te raken, spreekt men van eergerelateerd geweld. Om dit soort geweld te voorkomen en te bestraffen, en om (potentiële) slachtoffers te beschermen, is in 2006 het interdepartementale programma eergerelateerd geweld opgezet. Meer informatie hierover is te vinden op www.justitie.nl/eer. • Registratie op herkomst
8)
‘Binnen zonder kloppen – Omvang, aard en achtergronden van huiselijk geweld in 2005 op basis van landelijke politiecijfers’ Advies- en Onderzoeksgroep Beke, februari 2006.
6
Om een vollediger beeld te krijgen van de aard en omvang van geregistreerd huiselijk geweld onder verschillende bevolkingsgroepen, is in twee politieregio’s een pilot uitgevoerd. De gangbare praktijk is dat bij huiselijk geweldincidenten alleen de nationaliteit en land van geboorte van daders en slachtoffers worden ingevoerd in de registratiesystemen van de politie. In het kader van deze pilot registreerde de politie ook het geboorteland van de ouders en grootouders van plegers en slachtoffers. Het doel van de pilot is na te gaan of de extra registratie van herkomst een wezenlijk ander beeld geeft van geregistreerd huiselijk geweld onder verschillende bevolkingsgroepen, en zo ja, of dat laatste zou moeten leiden tot het ontwikkelen van een gerichtere aanpak van huiselijk geweld. In de eerste helft van 2007 zijn de resultaten van deze pilot te verwachten. • Onderzoek naar aard en omvang huiselijk geweld Omdat er behoefte is aan actuele cijfers over huiselijk geweld, zal hiertoe in 2007 een grootschalig onderzoek worden gestart. Het onderzoek zal een schatting geven van de omvang van het huiselijk geweld in Nederland. Daarnaast zal een beeld worden geschetst van de aard van het geweld, de kenmerken van de daders en slachtoffers en het hulpzoekgedrag van betrokkenen. Het onderzoek loopt tot eind 2008. • Rapport Aanpak in ontwikkeling Het rapport ‘Aanpak in Ontwikkeling’9 is het resultaat van een inventarisatieonderzoek naar de aanpak van huiselijk geweld. Het geeft een beeld van de stand van zaken van deze aanpak bij gemeenten, politie, OM en in de ketensamenwerking. Het blijkt dat de aanpak van huiselijk geweld in de afgelopen jaren sterk is ontwikkeld. Er zijn veel extra maatregelen getroffen. Niettemin dient er nog veel werk verzet te worden om de aanpak te optimaliseren en met name de continuïteit te waarborgen. Het rapport biedt hiertoe tal van aanbevelingen die de ketenpartners in de komende periode gaan uitvoeren.
9)
‘Aanpak in Ontwikkeling. Strategie, samenwerking en visie bij huiselijk geweld’, Jos Kuppens, Agnes Cornelissens, Henk Ferwerda, Advies- en Onderzoeksgroep Beke, 2006.
7
Meer informatie • www.huiselijkgeweld.nl Deze website biedt slachtoffers van huiselijk geweld en organisaties die betrokken zijn bij de aanpak van huiselijk geweld concrete en actuele informatie. De website bevat nieuws en recente publicaties. Ook wordt informatie gegeven over de verschillende organisaties en projecten die zich in Nederland bezighouden met de aanpak van huiselijk geweld. Via de site kunt u doorklikken naar de sites van verschillende organisaties. Ook is er een link naar de campagnesite www.steunpunthuiselijkgeweld.nl. •
www.steunpunthuiselijkgeweld.nl Deze site is speciaal in het leven geroepen ten behoeve van de publiekscampagne die in april 2007 is gestart, maar blijft ook na de campagne bereikbaar. De site geeft informatie voor slachtoffers, daders en omstanders die met huiselijk geweld te maken krijgen. De boodschap van de site is dat iedereen die op welke wijze dan ook met huiselijk geweld te maken krijgt, hulp kan krijgen.
•
www.aanpakhuiselijkgeweld.nl Op deze site van de VNG kunnen gemeenten terecht voor verdere informatie.
•
www.justitie.nl/huiselijkgeweld Deze justitiesite bevat informatie over huiselijk geweld, het huisverbod (waaronder de voortgangsberichten) en het informatieknooppunt huiselijk geweld.
•
www.justitie.nl/helpdeskprivacy Op deze justitiesite zijn alle producten, diensten en contactgegevens van de Helpdesk Privacy te vinden.
•
www.justitie.nl/eer Op deze site is meer informatie te vinden over het interdepartementale programma eergerelateerd geweld.
8