Examenprogramma Aquasportief voor Kids 1, 2 en 3 Inleiding Het belangrijkste doel van de Zwemvaardigheidsdiploma’s is een oriëntatie te zijn op de actuele sporten recreatiecultuur in, op en aan het water. Het ontwikkelen en aanbieden van Zwemvaardigheidsdiploma’s als Snorkelen, Survival, Balvaardigheid en Kunstzwemmen is daarom een logische stap. Sinds de komst van Aquajogging, begin jaren negentig, zijn de Aquasporten niet meer weg te denken uit de Nederlandse zwembaden. Met enige zekerheid kunnen we zeggen dat de Aquasporten onderdeel van de Nederlandse sport- en recreatiecultuur zijn geworden. Daarom is het initiatief genomen om drie gloednieuwe Zwemvaardigheidsdiploma’s te ontwikkelen: Aquasportief voor Kids 1, 2 en 3. ‘Aquakids’ In de zwembaden wordt Aquasport voor kinderen vaak verzorgd onder de noemer ‘Aquakids’. Aquakids wordt globaal gezien op twee manieren gegeven: Aan vaste groepen, waarbij de kinderen elke week komen Deze kinderen leren onder andere:
op een bepaalde manier in het water te bewegen;
op muziek te bewegen;
samen een ‘dans’ in elkaar te zetten; samenwerkingsvormen met muziek en dans en met elkaar.
Tijdens recreatief zwemmen Deze vorm wordt vaak in de vakanties uitgevoerd voor de kinderen. Dan geldt onder andere:
in een korte tijd wordt kinderen een dans aangeleerd;
plezier is de belangrijkste factor;
oefeningen zijn simpel; er wordt ingespeeld op de trends van het seizoen.
Kenmerken van de Zwemvaardigheidsdiploma’s Aquasportief voor Kids Het opleiden voor de examenprogramma’s Aquasportief voor Kids is niet zomaar bewegen voor de lol. Er is sprake van een opbouw. Eerst worden dingen gedaan die lijken op Aquakids tijdens het recreatief zwemmen. Daarna wordt verder geleerd en gaan de lessen meer lijken op Aquasportief aan vaste groepen. De bedoeling van de lessen Aquasportief voor Kids is om kinderen onder andere de volgende vaardigheden te leren:
luisteren naar de muziek;
bewegingen maken op de muziek;
bewegen op de maat en de structuur van de muziek;
samenwerken; zelfstandig, met een eigen invulling, bewegen op de muziek.
Kenmerken van de bewegingen die worden gebruikt bij Aquasportief voor Kids zijn onder andere:
Ze vinden plaats in water waarin kinderen kunnen staan (liefst heup/borstdiep).
Het coördinatieniveau van de bewegingen wordt in de loop van de opleiding steeds moeilijker: van alleen benen of armen naar combinaties, van op de plaats naar in beweging en verplaatsing, van individueel naar met z’n tweeën en in een groep.
Het gebruik van de weerstand van het water wordt in de loop van de opleiding steeds belangrijker en opgebouwd: van gebruik van weinig weerstand naar gebruik van veel weerstand en dit laten zien in de uitvoering van de beweging.
Er wordt in de opleiding gebruik gemaakt van populaire muziek die aansluit bij de leeftijdsgroep (6-, 7-, 8- jarigen). De muziek die tijdens het examenprogramma wordt gebruikt, ligt niet vast en kan worden afgestemd op de hitlijsten van dat moment. Toetsing De examenprogramma’s zijn zo ontwikkeld dat de volgende vaardigheden kunnen worden getoetst:
het technisch goed uitvoeren van de bewegingen;
het uitvoeren van de bewegingen op de maat (het tempo) van de muziek;
het uitvoeren van bewegingen in de structuur van de muziek;
het technisch goed uitvoeren van verplaatsingen; het kunnen samenwerken.
Daarbij is er sprake van de volgende opbouw:
van individueel naar steeds meer samenwerken;
van opleggen naar uitvoeren van eigen bewegingen;
van weinig weerstand naar meer weerstand; van enkelvoudige bewegingen naar meervoudige bewegingen.
Uitwerking In onderstaande tabel is opgenomen hoe de drie Zwemvaardigheidsdiploma’s Aquasportief voor Kids zijn opgezet en opgebouwd. De vijf vaardigheden die worden getoetst, zijn daarbij als uitgangspunt genomen. In ieder diploma komen deze vaardigheden terug. Ze zijn opgebouwd van makkelijk naar moeilijk. Er is gekozen voor 7 basisbewegingen. In de technische toelichting worden deze bewegingen beschreven en wordt de normering toegelicht. Iedere basisbeweging komt in alle drie Zwemvaardigheidsdiploma’s terug. Bij diploma 1 ligt het accent op de beenbeweging. Bij diploma 2 op de combinatie van been- en armbeweging en bij diploma 3 wordt de beweging uitgevoerd, waarbij het gebruik van stuwvlakken is gewenst. Dit is ook de opbouw die wordt gehanteerd bij de normering. Bij diploma 1 wordt alleen de beenbeweging meegenomen in de normering. Bij diploma 2 is ook de uitvoering van de armbeweging van belang. En bij diploma 3 wordt het gebruik van de stuwvlakken beschreven.
Zwemvaardigheidsdiploma
1
2
3
Te toetsen vaardigheid
Technisch goed
Accent op
Been- &
Totale beweging en
uitvoeren van de
beenbeweging
armbeweging
gebruik maken van
bewegingen Het uitvoeren van de
de stuwvlakken Op iedere tel
bewegingen op de maat
Afwisselend
Afwisselend
1e en 2e tel
1e en 2e tel
(het tempo) van de
2e tel met weerstand
muziek
armen
Uitvoeren van
16 tellen
bewegingen op de - in
Refrein 2
Refrein vrij op de
basisbewegingen
maat van de muziek
Couplet 2
Couplet 2
basisbewegingen
basisbewegingen
(max. 4
(minimaal)
de structuur van de muziek
basisbewegingen Technisch goed
Voor en
Voor- en
¼ draai om de
uitvoeren van
achterwaarts joggen achterwaarts joggen lengte-as en voor- of
verplaatsingen
en bewegen op de
& zijwaarts
plaats
verplaatsen met
zijwaarts verplaatsen
basisbeweging Kunnen samenwerken
In 2-tallen tegenover Met 2-tallen een
Door voor- of
elkaar
zijwaarts te
vierkant maken
verplaatsen 2 of meer deelnemers ontmoeten
Examenprogramma’s Er zijn drie examenprogramma’s ontwikkeld, waarin zeven basisbewegingen worden uitgevoerd. De bewegingen worden in ieder examenprogramma uitgevoerd op drie muzieknummers. De keuze voor de muzieknummers tijdens het examen is vrij. Dit geldt ook voor het aantal beats per minuut van de gekozen nummers. Er wordt geadviseerd een keuze te maken tussen de 128 en 136 bpm. Het is de bedoeling dat de bewegingen op de beschreven tellen in het gewenste tempo, gedurende het gehele muzieknummer, worden uitgevoerd. De normering van de uitvoering staat beschreven bij de technische toelichting. Bij het Zwemvaardigheidsdiploma Aquasportief voor Kids 1 wordt de uitvoering van de armbeweging niet meegenomen in de beoordeling. Dat betekent niet dat de kinderen de armbewegingen niet mogen of hoeven uit te voeren! Er wordt alleen niet in beoordelende zin naar gekeken. Tijdens het examen moeten de leerlingen laten zien dat ze de gewenste vaardigheden bezitten. Dit houdt in dat er wordt gekeken naar de uitvoering van de bewegingen, het bewegen op de maat en de structuur van de muziek. Tijdens het examen moeten de leerlingen zelfstandig werken. Ze moeten zelf het moment van wisselen van de bewegingen kennen. Bij de samenwerkingsvormen moeten de leerlingen ‘de weg niet kwijtraken’ en zoveel mogelijk gelijktijdig (= op de maat van de muziek) bewegen. De presenter mag nog wel het moment van wisselen aangeven tijdens het examen, maar de inbreng van hem moet zo klein mogelijk zijn. De drie muzieknummers zijn het minimum dat de kinderen moeten laten zien tijdens het diplomazwemmen. Er wordt geadviseerd om daarnaast nog iets leuks met de kinderen te oefenen en hen dat, als afsluiting van de uitvoering, te laten presenteren.
Examenprogramma Zwemvaardigheidsdiploma Aquasportief voor Kids 1
Muzieknummer 1 16 tellen 8x (links + rechts = 1x) knieheffen 16 tellen 8x spreid-sluit 16 tellen 8x twist 16 tellen 8x (links + rechts = 1x) kicken voor
Muzieknummer 2 16 tellen 8x (links + rechts = 1x) joggen voorwaarts 16 tellen 8x (links + rechts = 1x) langlauf 16 tellen 8x (links + rechts = 1x) joggen voorwaarts 16 tellen 8x (links + rechts = 1x) langlauf
Muzieknummer 3 Twee deelnemers staan tegenover elkaar 16 tellen 8x (links + rechts = 1x) achterwaarts joggen 16 tellen 8x spreid-sluit 16 tellen 8x (links + rechts = 1x) voorwaarts joggen 16 tellen 8x spreid-sluit
Examenprogramma Zwemvaardigheidsdiploma Aquasportief voor Kids 2
Muzieknummer 1 Couplet 8 tellen 4x (op en neer = 1x) knieheffen (2x links, 2x rechts) 8 tellen 4x spreid-sluit Refrein 8 tellen 4x (op en neer = 1x) beenhef 8 tellen 4x inhurken
Muzieknummer 2 16 tellen 8x twist (links + rechts = 1x) (over 2 tellen) 16 tellen 8x langlauf (links + rechts = 1x) (over 2 tellen) 16 tellen 4x twist (links + rechts = 1x) (over 4 tellen) 16 tellen 4x langlauf (links + rechts = 1x) (over 4 tellen)
Muzieknummer 3 Twee deelnemers staan tegenover elkaar 8 tellen 4x twist zijwaarts verplaatsen naar rechts (over 2 tellen) 8 tellen 2x spreid-sluit (over 4 tellen) 8 tellen 4x (l + r = 1x) achterwaarts joggen (over 2 tellen) 8 tellen 2x spreid-sluit (over 4 tellen) 8 tellen 4x twist zijwaarts verplaatsen naar links (over 2 tellen) 8 tellen 2x spreid-sluit (over 4 tellen) 8 tellen 4x (l + r = 1x) voorwaarts joggen (over 2 tellen) 8 tellen 2x spreid-sluit (over 4 tellen)
Examenprogramma Zwemvaardigheidsdiploma Aquasportief voor Kids 3
Muzieknummer 1 Couplet minimaal 2 bewegingen 8 tellen 4x (links + rechts = 1x) knieheffen 8 tellen 4x spreid-sluit (over 2 tellen) Refrein vrij bewegen op de maat van de muziek (zelf weten, niet iedere deelnemer hoeft hetzelfde te doen, dat mag wel, moet wel vooraf ingestudeerd zijn, tempo naar keuze)
Muzieknummer 2 16 tellen 8x langlauf (links + rechts = 1x) (over 2 tellen) 16 tellen 8x beenhef (links + rechts = 1x) (over 2 tellen) 16 tellen 4x langlauf (links + rechts = 1x) (over 4 tellen) 16 tellen 4x beenhef (links + rechts = 1x) (over 4 tellen) Muzieknummer 3 Twee (rijen) deelnemers staan tegenover elkaar 8 tellen 4x inhurken zijwaarts verplaatsen naar rechts (over 2 tellen) 8 tellen 4x spreid-sluit met een kwart draai naar rechts (over 2 tellen) (rondje op de plaats) 8 tellen 4x inhurken zijwaarts verplaatsen naar rechts (over 2 tellen) 8 tellen 4x twist met draai om de lengte-as naar rechts (over 2 tellen) (rondje op de plaats) Herhalen alles naar links
Specifieke bepalingen Afmetingen bassin De examens voor het Zwemvaardigheidsdiploma Aquasportief voor Kids mogen worden afgenomen in alle zwembaden. De afmetingen van het bassin en de wateroppervlakte zijn niet van belang. De waterdiepte dient tenminste 0.60 m te bedragen. Voor de overige bepalingen gelden de bepalingen zoals opgenomen in de bestaande BREZ (Bepalingen, Richtlijnen en Examenprogramma’s Zwemdiploma’s). Techniekbeschrijving en normering In deze techniekbeschrijving worden de 7 basisbewegingen die behoren bij de examenprogramma’s van de Zwemvaardigheidsdiploma’s Aquasportief voor Kids 1, 2 en 3 beschreven. Voor iedere basisbeweging wordt achtereenvolgens beschreven: • de uitgangshouding en beenbeweging; • de armbeweging; • de mogelijkheden om de weerstand van het water te gebruiken (die in de examenprogramma’s voorkomen); • het tempo waarop de beweging wordt uitgevoerd in de verschillende examenprogramma’s; • de eindtermen per Zwemvaardigheidsdiploma en de bijbehorende normering.
1. Joggen
1.1. BEWEGINGSBESCHRIJVING Uitgangshouding en beenbeweging De uitgangshouding bestaat uit rechtop staan (buikspieren aanspannen, rug recht, schouders ontspannen en hoofd op). Er wordt een looppas op de plaats gemaakt. Hierbij worden de benen licht gebogen in de knie en de heup en om en om opgetild met een lichte afzet vanaf de bodem. De voet wordt zo mogelijk helemaal afgewikkeld. Armbeweging De armen bewegen ontspannen langs het lichaam en zijn gebogen in de elleboog. De handen zijn ontspannen. Dit resulteert in de vorm van een soort ‘kommetje’, waarbij de duim naar voren wijst en de pink naar achteren.
Weerstand De weerstand van het water kan o.a. worden gebruikt door:
tijdens het joggen voor- en/of achterwaarts te verplaatsen;
tijdens het joggen voor- en achterwaarts het water met de handen naar achter en voren te duwen. Daarbij wordt de armbeweging aangepast.
Joggen voorwaarts De beenbeweging wordt uitgevoerd zoals hierboven is beschreven. De armen zijn gebogen en worden om en om voor gestrekt en gebogen naar achteren. Met de handen wordt tijdens de beweging naar achter het water naar achter ‘weggeduwd’, waarbij de pols wordt gebogen en de vingertoppen richting de bodem wijzen.
Joggen achterwaarts De beenbeweging wordt uitgevoerd zoals hierboven is beschreven. De armen zijn gebogen en worden om en om voor gestrekt en gebogen naar achteren. Met de handen wordt tijdens de beweging naar voren tegen het water ‘geduwd’, waarbij de pols wordt geflext door de handrug op te trekken (hoek richting 90 graden) en de vingertoppen omhoog wijzen. Tempo De beweging wordt uitgevoerd op de tel waarbij één beenbeweging wordt gemaakt op één tel in de muziek. Eén totale jogbeweging is rechts en links en duurt dus twee tellen in de muziek.
1.2. EINDTERMEN
Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 2
2
16 tellen 8x joggen voorwaarts Esentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van een verplaatsing en een afwisseling tussen de beenbeweging links en rechts. De uitvoering van de armbeweging wordt in de beoordeling niet meegenomen.
3
Twee deelnemers staan tegenover elkaar 16 tellen 8x achterwaarts joggen 16 tellen 8x voorwaarts joggen Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van een verplaatsing en een afwisseling tussen de beenbeweging links en rechts. Daarbij dient de grootte van de verplaatsing te worden gereguleerd door de deelnemer, zodat hij zijn beweging en verplaatsing afstemt op de deelnemer tegenover hem. De uitvoering van de armbeweging wordt in de beoordeling niet meegenomen.
Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 2
3
Twee deelnemers staan tegenover elkaar 8 tellen 4x achterwaarts joggen 8 tellen 4x voorwaarts joggen Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van een verplaatsing en een afwisseling tussen de beenbeweging links en rechts en een armbeweging die is afgestemd op de beweging voorwaarts. De vingertoppen wijzen tijdens de achterwaartse beweging omhoog en tijdens de voorwaartse beweging richting de bodem. De grootte van de verplaatsing wordt gereguleerd door de deelnemer, zodat hij zijn beweging en verplaatsing afstemt op de deelnemer tegenover hem. Het gebruik maken van de weerstand van het water wordt in de beoordeling niet meegenomen.
2. Knieheffen
2.1. BEWEGINGSBESCHRIJVING Uitgangshouding en beenbeweging De uitgangshouding bestaat uit rechtop staan (buikspieren aanspannen, rug recht, schouders ontspannen en hoofd op). Er wordt een kniehef op de plaats gemaakt. Hierbij worden de benen in de knie en de heup en om en om opgetild met een afzet vanaf de bodem. De voet wordt zo mogelijk helemaal afgewikkeld. De landing/de sprong wordt steeds opvangen met een licht gebogen knie. De hoek in de heup is 90 graden, het been wordt tijdens het knieheffen hoger gebracht dan tijdens joggen. Variatie Bij de basisbeweging knieheffen worden de benen om en om opgetild. Een variatie kan bestaan uit het afwisselend een aantal keren het rechter- en linkerbeen op te tillen, bijvoorbeeld 2 keer linkerbeen, 2 keer rechterbeen. Armbeweging De armen zijn gebogen in de elleboog in een hoek van 90 graden of minder en bewegen zich om en om even ver naar voren als naar achteren. Dit gebeurt tegengesteld aan de benen. De handen zijn ontspannen, hetgeen resulteert in de vorm van een soort ‘kommetje’, waarbij de duim losjes op de wijsvinger ligt en naar voren wijst, terwijl de pink naar achteren gericht is. Weerstand De weerstand van het water kan onder andere worden gebruikt door:
de arm- en beenbeweging krachtiger uit te voeren (waardoor de hoek in de heupen kleiner dan 90 graden kan worden);
de beenbeweging te combineren met een andere armbeweging, bijvoorbeeld de armen om en om richting de bodem te bewegen.
Armbeweging op- en neerwaarts De arm gaat niet meer van voor naar achter, maar richting de bodem en weer omhoog. De armen zijn gebogen en worden om en om naar beneden gestrekt. Met de handen wordt tijdens de beweging naar beneden het water richting de bodem geduwd, waarbij de pols wordt geflext door de handrug op te trekken (hoek richting 90 graden) en de vingertoppen naar voren wijzen. Tempo De basisbeweging knieheffen wordt uitgevoerd op de tel waarbij één beenbeweging wordt gemaakt op één tel in de muziek. Eén totale kniehefbeweging is rechts en links en duurt dus twee tellen in de muziek. De variatie knieheffen (bijvoorbeeld 2 keer linkerbeen optillen en 2 keer rechterbeen optillen) wordt uitgevoerd op de tel. Een beenbeweging wordt gemaakt op 2 tellen in de muziek (het heffen van de knie duurt een tel en het terugbrengen duurt ook een tel). Eén totale kniehefbeweging is rechts of links en duurt 2 tellen.
2.2. EINDTERMEN
Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 1
1
16 tellen 8x knieheffen Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van een afwisselend op- en neerwaartse beenbeweging en een hoek van 90 graden in de heup. De uitvoering van de armbeweging wordt in de beoordeling niet meegenomen.
Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 2
1
Couplet 8 tellen 4x knieheffen (2x links, 2x rechts) Essentie is ‘het uitvoeren van de variatie knieheffen op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van het afwisselend 2 keer links en 2 keer rechts uitvoeren van een goede kniehefbeweging in combinatie met de armbeweging. Het gebruik maken van de weerstand van het water wordt in de beoordeling niet meegenomen.
Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 3
1
8 tellen 4x knieheffen Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van een krachtige afwisselend op- en neerwaartse beenbeweging en een hoek van 90 graden in de heup of kleiner. De armbeweging is op- en neerwaarts, waarbij tijdens de neerwaartse beweging het water krachtig richting de bodem wordt geduwd.
3. Spreid-sluit
3.1. BEWEGINGSBESCHRIJVING Uitgangshouding en beenbeweging De uitgangshouding bestaat uit rechtop staan (buikspieren aanspannen, rug recht, schouders ontspannen en hoofd op). De benen worden tegelijkertijd zijwaarts gebracht (gespreid) met een afzet vanaf de bodem en vanuit de heupen en daarna weer in de uitgangshouding gebracht (gesloten) met de voeten naast elkaar. De sprong wordt steeds opgevangen op de hele voetzool met licht gebogen knieën, terwijl de spreid-sluit-beweging met gestrekte benen wordt gemaakt. De schouders blijven boven de heupen. Armbeweging In de uitgangshouding zijn de armen gestrekt voor op schouderhoogte. Er wordt met beide armen tegelijkertijd een beweging zijwaarts (en achterwaarts) gemaakt, waarbij de armen net onder het wateroppervlak bewegen (armen op of net onder schouderhoogte) en zoveel mogelijk gestrekt blijven. De beweging stopt op schouderbreedte, waarna de armen net onder het wateroppervlak gestrekt in tegengestelde beweging worden teruggebracht in de uitgangshouding. De handen zijn ontspannen of gestrekt. Dit resulteert in de vorm van een soort ‘kommetje’ of een ‘vlakke hand’. Weerstand De weerstand van het water kan onder andere worden gebruikt door:
de arm- en beenbeweging krachtiger uit te voeren en de beweging(suitslag) groter te maken;
de handen als stuwvlakken te gebruiken en met de handen tijdens de armbeweging tegen het
water te duwen; de beweging te combineren met een draai.
Handen als stuwvlakken De armbeweging wordt uitgevoerd zoals hierboven is beschreven. Tijdens de beweging zijwaarts (en achterwaarts) duwen de handen met de handpalmen krachtig tegen het water. Op schouderbreedte worden de handen 180 graden gedraaid, tijdens de teruggaande beweging worden de handen 180 graden teruggedraaid. Opnieuw wordt met de handpalmen krachtig tegen het water geduwd. Combinatie met een draai De start van de beweging wordt uitgevoerd zoals hierboven is beschreven. Tijdens het terugbrengen van de benen in de uitgangspositie (en de armen voor het lichaam) wordt een draai gemaakt naar links of rechts. De armen ondersteunen de draai en worden gebogen teruggebracht in de uitgangshouding. Tempo De beweging kan worden uitgevoerd op de tel. Het spreiden en het sluiten wordt beide gedaan op één tel van de muziek. Eén spreid-sluitbeweging bestaat uit het spreiden én het sluiten en duurt dus twee tellen in de muziek. De beweging kan ook worden uitgevoerd op de tweede tel van de muziek. Eén beenbeweging duurt dan twee tellen in de muziek, dus het spreiden duurt twee tellen en het sluiten duurt twee tellen. De spreid-sluitbeweging duurt dan vier tellen in de muziek.
3.2. EINDTERMEN
Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 1
1
16 tellen 8x spreid-sluit Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van een gelijktijdige zijwaartse beenbeweging op iedere tel van de muziek. Hierbij zijn de benen zoveel mogelijk gestrekt. De uitvoering van de armbeweging wordt in de beoordeling niet meegenomen.
3
Twee deelnemers tegenover elkaar 16 tellen 8x spreid-sluit Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van een gelijktijdige zijwaartse beenbeweging op iedere tel van de muziek. Hierbij zijn de benen zoveel mogelijk gestrekt. De uitvoering van de armbeweging wordt in de beoordeling niet meegenomen. Het tempo en de grootte van de beweging(suitslag) worden gereguleerd door de deelnemer, zodat hij zijn beweging afstemt op de deelnemer tegenover hem.
Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 2
1
8 tellen 4x spreid-sluit Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van een gelijktijdige zijwaartse beenbeweging op iedere tel van de muziek. Hierbij zijn de benen zoveel mogelijk gestrekt. De armen worden gelijktijdig met de benen uitgevoerd, waarbij de armen op schouderhoogte blijven en zoveel mogelijk gestrekt. Het gebruik maken van de weerstand van het water wordt in de beoordeling niet meegenomen.
3
Twee deelnemers staan tegenover elkaar 8 tellen 2x spreid-sluit Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van een gelijktijdige zijwaartse beenbeweging op iedere tweede tel van de muziek. Hierbij zijn de benen zoveel mogelijk gestrekt. De armen worden gelijktijdig met de benen uitgevoerd, waarbij de armen op schouderhoogte blijven en zoveel mogelijk gestrekt. Het tempo en de grootte van de beweging(suitslag) worden gereguleerd door de deelnemer, zodat hij zijn beweging afstemt op de deelnemer tegenover hem. Het gebruik maken van de weerstand van het water wordt in de beoordeling niet meegenomen.
Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 3
1
8 tellen 4x spreid-sluit Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van een gelijktijdige krachtige zijwaartse beenbeweging op iedere tel van de muziek. Hierbij zijn de benen zoveel mogelijk gestrekt. De armen worden gelijktijdig met de benen uitgevoerd, waarbij de armen op of net onder schouderhoogte blijven (onder het wateroppervlak) en zoveel mogelijk gestrekt. De handen worden gebruikt als stuwvlakken en duwen met de handpalmen tijdens de heen- en teruggaande beweging krachtig tegen het water.
3
Twee (rijen) deelnemers staan tegenover elkaar 8 tellen 4x spreid-sluit met een kwart draai naar rechts (rondje op de plaats) Herhalen alles naar links
Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 3
Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’ waarbij sprake is van een gelijktijdige krachtige zijwaartse beenbeweging op iedere tel van de muziek, waarbij de benen zoveel mogelijk gestrekt zijn en waarbij ¼ draai wordt gemaakt wanneer de benen worden teruggebracht in de uitgangshouding. De armen worden gelijktijdig met de benen uitgevoerd, waarbij de armen op of net onder schouderhoogte blijven (onder het wateroppervlak) en de handen met de handpalmen krachtig tegen het water duwen en ondersteunen tijdens de draai. Het tempo en de grootte van de beweging(suitslag) wordt gereguleerd door de deelnemer, zodat hij zijn beweging afstemt op de deelnemer tegenover hem.
4. Twist
4.1. BEWEGINGSBESCHRIJVING Uitgangshouding en beenbeweging De uitgangshouding bestaat uit rechtop staan (buikspieren aanspannen, rug recht, schouders ontspannen en hoofd op). Er wordt een draaibeweging in de taille met de heupen, knieën en voeten gemaakt, waarbij beide knieën en voeten zijwaarts gedraaid worden en één heup naar voren komt. Tijdens de beweging worden de knieën licht opgetrokken, waardoor er een buiging in de heupen ontstaat. De benen zijn tijdens de hele beweging naast elkaar. Het hoofd, de schouders en de romp blijven naar voren gericht. De sprong wordt steeds opgevangen met licht gebogen knieën.
Armbeweging De armen zijn lichtgebogen in de ellebogen en op of net onder schouderhoogte. Ze worden in het horizontale vlak, net onder het wateroppervlak, zijwaarts gebracht in de tegengestelde richting van de knieën en de voeten. De handen zijn ontspannen of gestrekt. Dit resulteert in de vorm van een soort ‘kommetje’ of een ‘vlakke hand’. Weerstand De weerstand van het water kan onder andere worden gebruikt door:
de draaibeweging in de taille en heupen en de armbeweging krachtiger uit te voeren, de beweging(suitslag) groter te maken of de knieën hoger op te trekken (de hoek in de heupen wordt kleiner);
de handen als stuwvlakken te gebruiken en met de handen tijdens de armbeweging tegen het water te duwen;
tijdens de beweging zijwaarts te verplaatsen; de beweging combineren met een draai.
Handen als stuwvlakken De armbeweging wordt uitgevoerd zoals hierboven is beschreven. Tijdens de zijwaartse beweging zijn de handen een kwartslag gedraaid en duwen (in de vorm van een ‘kommetje’) met de handpalmen krachtig tegen het water, waarbij de armen lichtgebogen in de elleboog blijven. Verplaatsing zijwaarts De beweging wordt uitgevoerd zoals hierboven beschreven is. Tijdens de verplaatsing naar rechts wordt de armbeweging naar links krachtig uitgevoerd, waarbij de handen (in de vorm van een ‘kommetje') krachtig tegen het water duwen. De armbeweging naar rechts wordt ontspannen uitgevoerd, waarbij de weerstand van het water zo klein als mogelijk wordt gemaakt. Bij de verplaatsing naar links wordt de armbeweging naar rechts krachtig en de armbeweging naar links ontspannen uitgevoerd. Combinatie met een draai De start van de beweging wordt uitgevoerd zoals hierboven is beschreven. Tijdens het terugbrengen van de benen in de uitgangspositie wordt een draai gemaakt naar links of rechts. De armen ondersteunen de draai (naar links worden de armen met kracht naar rechts geduwd, bij een draai naar rechts met kracht naar links). Tempo De beweging kan worden uitgevoerd op de tel. Eén draaibeweging wordt uitgevoerd op één tel in de muziek. Eén twistbeweging bestaat uit het draaien naar de ene kant én het terugdraaien naar de andere kant en duurt dus twee tellen in de muziek. De beweging kan ook worden uitgevoerd op de tweede tel van de muziek. Eén draaibeweging duurt dan twee tellen in de muziek, dus het draaien heen duurt twee tellen en het terugdraaien duurt twee tellen. De totale twistbeweging duurt dan vier tellen in de muziek.
4.2. EINDTERMEN
Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 1
1
16 tellen 8x twist Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van een draaibeweging in de heupen. Hierbij zijn de knieën minimaal licht gebogen en opgetrokken en het hoofd, de schouders en de romp blijven naar voren gericht. De uitvoering van de armbeweging wordt in de beoordeling niet meegenomen.
Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 2
2
16 tellen 8x twist 16 tellen 4x twist Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van een beweging op iedere tel en iedere tweede tel van de muziek, een draaibeweging in de heupen, waarbij de knieën minimaal licht gebogen zijn en opgetrokken en het hoofd de schouders en de romp naar voren blijven gericht. De armen bewegen zijwaarts, in tegenovergestelde richting van de benen.
3
Twee deelnemers staan tegenover elkaar 8 tellen 4x twist zijwaarts verplaatsen naar rechts 8 tellen 4x twist zijwaarts verplaatsen naar links Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van een beweging op iedere tel en iedere tweede tel van de muziek, een draaibeweging in de heupen, waarbij de knieën minimaal licht gebogen zijn en opgetrokken en het hoofd, de schouders en de romp naar voren blijven gericht. De armen bewegen zijwaarts, in tegenovergestelde richting van de benen. Het tempo en de grootte van de verplaatsing wordt gereguleerd door de deelnemer, zodat hij zijn beweging afstemt op de deelnemer tegenover hem. Het gebruik maken van de weerstand van het water wordt in de beoordeling niet meegenomen.
Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 3
3
Twee (rijen) deelnemers staan tegenover elkaar 8 tellen 4x twist met draai om de lengte-as naar rechts (rondje op de plaats) Herhalen alles naar links Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van een beweging op iedere tel van de muziek, een draaibeweging in de heupen, waarbij de knieën minimaal licht gebogen zijn en opgetrokken. En waarbij ¼ draai wordt gemaakt wanneer het tweede deel van de beweging (de draai ‘terug’) wordt uitgevoerd. De armen bewegen zijwaarts, in tegenovergestelde richting van de benen, en ondersteunen de draai op correcte wijze.
5. Langlauf
5.1. BEWEGINGSBESCHRIJVING Uitgangshouding en beenbeweging De uitgangshouding bestaat uit rechtop staan (buikspieren aanspannen, rug recht, schouders ontspannen en hoofd op). De benen maken een ‘wisselsprong’: ze worden om en om voor- en achterwaarts gebracht. Hierbij is de afstand die voorwaarts wordt gemaakt net zo groot als de afstand achterwaarts. De sprong wordt opvangen met licht gebogen knieën, terwijl de benen tijdens de beweging zo gestrekt mogelijk worden gehouden. De schouders blijven boven de heupen. Armbeweging In de uitgangshouding zijn de armen licht gebogen in de elleboog of gestrekt langs het lichaam. De armen bewegen zich tegengesteld aan de benen om en om voor- en achterwaarts. De armen worden even ver naar voren als naar achteren gebracht en bewegen langs het lichaam. De handen zijn licht ontspannen gestrekt, de duimen van de handen wijzen naar voren en de handen ‘snijden’ tijdens de beweging door het water. Weerstand De weerstand van het water kan onder andere worden gebruikt door:
de armen en beenbeweging krachtiger uit te voeren en de beweging(suitslag) groter te maken;
de handen als stuwvlakken te gebruiken en met de handen tijdens de armenbeweging tegen het water te duwen.
Handen als stuwvlakken De armbeweging wordt uitgevoerd zoals hierboven is beschreven. Aan het begin van de beweging voorwaarts worden de handen een kwartslag gedraaid, tijdens de beweging duwen ze met de handpalmen krachtig tegen het water. Aan het eind van de beweging worden de handen 180 graden gedraaid, tijdens de beweging achterwaarts duwen de handen opnieuw met de handpalmen krachtig tegen het water. Tempo De beweging kan worden uitgevoerd op de tel . Eén beenbeweging wordt gemaakt op één tel in de muziek. Eén langlaufbeweging bestaat uit een beenbeweging rechts en links en duurt dus twee tellen in de muziek. De beweging kan ook worden uitgevoerd op de tweede tel van de muziek. Eén beenbeweging duurt dan twee tellen in de muziek, dus het maken van één langlaufbeweging duurt dan vier tellen in de muziek.
5.2. EINDTERMEN
Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 1
2
16 tellen 8x langlauf Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van een afwisselende voor- en achterwaartse beenbeweging op iedere tel van de muziek. Hierbij zijn de benen zoveel mogelijk gestrekt. De uitvoering van de armbeweging wordt in de beoordeling niet meegenomen.
Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 2
2
16 tellen 8x langlauf 16 tellen 4x langlauf Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van een afwisselende voor- en achterwaartse beenbeweging op iedere tel van de muziek (8x) en op iedere tweede tel van de muziek (4x). Hierbij zijn de benen zoveel mogelijk gestrekt. De armen worden gelijktijdig met de benen uitgevoerd, waarbij de armen licht gebogen zijn of gestrekt en dichtbij het lichaam bewegen. Het gebruik maken van de weerstand van het water wordt in de beoordeling niet meegenomen.
Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 3
2
16 tellen 8x langlauf 16 tellen 4x langlauf Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van een afwisselende voor- en achterwaartse beenbeweging op iedere tel van de muziek (8x) en op iedere tweede tel van de muziek (4x). Hierbij zijn de benen zoveel mogelijk gestrekt. De armen worden gelijktijdig met de benen uitgevoerd, waarbij de armen licht gebogen zijn of gestrekt en dichtbij het lichaam bewegen. Tijdens de beweging op iedere tweede tel van de muziek duwen de handen tijdens de armbeweging voor- en achterwaarts met de handpalmen tegen het water.
6. Inhurken
6.1. BEWEGINGSBESCHRIJVING Uitgangshouding en beenbeweging De uitgangshouding is staan met benen gebogen (benen naast elkaar, gesloten) schouders onder water, kin op het water, rug rond, buikspieren ontspannen en armen licht gebogen voor het lichaam net onder het wateroppervlak. Twee benen worden tegelijkertijd gebogen richting de buik opgetrokken en vervolgens tegelijk (bijna) gestrekt en weer met de voeten op de bodem geplaatst. De hoek in de heupen tijdens de buiging voor het inhurken is 90 graden of kleiner. Armbeweging De armen zijn licht gebogen en worden tijdens het optrekken van de benen schuin achterwaarts (richting de buitenkant van de knieën), waarbij met de handpalmen tegen het water wordt geduwd. Tijdens het strekken van de benen worden de armen teruggebracht in de uitgangshouding. Weerstand De weerstand van het water kan onder andere worden gebruikt door:
de arm- en beenbeweging krachtiger uit te voeren (de knieën worden hoger opgetrokken en de onderarmen worden om de knieën heengeslagen;
de handen als stuwvlakken te gebruiken en met de handen tijdens de armbeweging krachtiger
tegen het water te duwen; tijdens de beweging zijwaarts te verplaatsen.
Verplaatsing zijwaarts De beenbeweging wordt uitgevoerd zoals hierboven beschreven. Tijdens de verplaatsing naar rechts wordt de armbeweging krachtig uitgevoerd, waarbij de handen als stuwvlakken worden gebruikt. Beide armen bewegen daarbij niet tegengesteld, maar richting buitenkant linkerknie. Tijdens de verplaatsing naar links gebeurt dit schuin zijwaarts naar beneden naar rechts. De knieën wijzen in de richting van de verplaatsing. __ Tempo__ De beweging wordt uitgevoerd op de tel. Het optrekken en het strekken worden beide gedaan op één tel van de muziek. Eén keer inhurken is optrekken én strekken en duurt dus twee tellen in de muziek
.2. EINDTERMEN
Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 1
1
8 tellen 4x inhurken Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van het gelijktijdig intrekken en strekken van de benen. Hierbij is sprake van een hoek van 90 graden of kleiner. De armen bewegen schuin achterwaarts (richting de buitenkant de knieën). Het gebruik van de weerstand van het water wordt in de beoordeling niet meegenomen.
Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 2
3
Twee (rijen) deelnemers staan tegenover elkaar 8 tellen 4x inhurken zijwaarts verplaatsen naar rechts Herhalen alles naar links Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van een verplaatsing en een gelijktijdig intrekken en strekken van de benen (benen gesloten) en een armbeweging die is afgestemd op de beweging zijwaarts. De handen duwen met de handpalmen schuin achterwaarts. De grootte van de verplaatsing wordt gereguleerd door de deelnemer, zodat hij zijn beweging en verplaatsing afstemt op de deelnemer tegenover hem.
7. Kicken en Beenhef voor 7.1 BEWEGINGSBESCHRIJVING Er is sprake van een opbouw in coördinatie en tempo van een beenbeweging. Daarom wordt onderstaand een bewegingsbeschrijving van Kicken en de Beenhef voor gegeven.
7.1.1. BEWEGINGSBESCHRIJVING KICKEN
Uitgangshouding en beenbeweging De uitgangshouding bestaat uit rechtop staan (buikspieren aanspannen, rug recht, schouders ontspannen en hoofd op). De benen worden om en om licht gebogen in de knie en direct daarna naar voren gestrekt door een ‘kick’ te maken met het onderbeen. De sprong wordt steeds opvangen met een licht gebogen knie. Tempo De beweging wordt uitgevoerd op de tel . Eén beenbeweging wordt gemaakt op één tel in de muziek. Eén kickbeweging is rechts en links en duurt dus twee tellen in de muziek.
7.1.2. BEWEGINGSBESCHRIJVING BEENHEF VOOR
Uitgangshouding en beenbeweging De uitgangshouding bestaat uit rechtop staan (buikspieren aanspannen, rug recht, schouders ontspannen en hoofd op). De benen worden om en om vanuit de heup gestrekt voorwaarts omhoog getild richting het wateroppervlak. Terwijl het ene been hoog opgetild wordt, wordt het andere been terug ‘naar beneden’ gebracht in de uitgangshouding. Hierbij kan een kleine sprong worden gemaakt, die wordt opvangen met een licht gebogen knie. Armbeweging In de uitgangshouding zijn de armen gestrekt langs het lichaam. De armen bewegen zich tegengesteld aan de benen. De arm wordt licht gebogen voor het lichaam gebracht en vervolgens gestrekt in de richting van de tegenovergestelde voet gebracht (die richting wateroppervlak wordt gebracht). De hand is ontspannen of gestrekt op of net onder schouderhoogte, onder het wateroppervlak en de arm wordt onder water teruggebracht in de uitgangshouding. Weerstand De weerstand van het water kan onder andere worden gebruikt door:
de arm- en beenbeweging krachtiger uit te voeren, waarbij het been hoger wordt opgetild
de handen als stuwvlakken te gebruiken en met de handen tijdens de armbeweging tegen het water te duwen.
Handen als stuwvlakken De beweging wordt uitgevoerd zoals hierboven is beschreven. Tijdens de beweging van de hand in de richting van de voet duwen de handen geflext met de handpalm tegen het water. De vingers van de hand wijzen daarbij omhoog.
Tempo De beweging kan worden uitgevoerd op de tel. Eén beenbeweging wordt gemaakt op één tel in de muziek. Eén beenhefbeweging is rechts en links en duurt dus twee tellen in de muziek. De beweging kan ook worden uitgevoerd op de tweede tel van de muziek. Eén beenbeweging duurt dan twee tellen in de muziek. Het heffen van één gestrekt been duurt twee tellen in de muziek en het terugbrengen duurt ook twee tellen in de muziek is samen vier tellen. Eén beenhefbeweging is rechts en links en duurt dus vier tellen in de muziek.
7.2. EINDTERMEN 7.2.1. EINDTERMEN KICKEN Nummer Zwemvaardigheidsdiploma 1 1 16 tellen 8x kicken voor Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van het om en om heffen en strekken van de benen op de tel van de muziek. De benen worden in de knieën licht gebogen en direct daarna naar voren gestrekt en gestrekt teruggebracht in de uitgangspositie. Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 1
1
16 tellen 8x kicken voor Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van het om en om heffen en strekken van de benen op de tel van de muziek. De benen worden in de knieën licht gebogen en direct daarna naar voren gestrekt en gestrekt teruggebracht in de uitgangspositie.
7.2.2. EINDTERMEN BEENHEF VOOR Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 2
1
8 tellen 4x beenhef Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’, waarbij sprake is van het om en om heffen van de benen vanuit de heup gestrekt voorwaarts omhoog richting het wateroppervlak. De armen bewegen zich tegengesteld aan de benen en worden gebogen en gestrekt richting de tegenovergestelde voet. Het gebruik maken van de weerstand van het water wordt in de beoordeling niet meegenomen.
Nummer
Zwemvaardigheidsdiploma 3
2
16 tellen 8x beenhef 16 tellen 4x beenhef Essentie is ‘het uitvoeren van de beweging op de maat van de muziek’ op iedere tel en iedere tweede tel van de muziek, waarbij sprake is van het om en om heffen van de benen vanuit de heup gestrekt voorwaarts omhoog richting het wateroppervlak. De armen bewegen zich tegengesteld aan de benen en worden gebogen en gestrekt richting de tegenovergestelde voet. De handpalmen duwen daarbij tegen het water, de vingertoppen wijzen omhoog.