Examenopgaven VMBO-KB
2004 tijdvak 1 tijd maandag 24 mei 13.30 – 15.30
HANDEL EN VERKOOP CSE KB
Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Dit examen bestaat uit 46 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 53 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten maximaal behaald kunnen worden.
400010-1-764o
Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. z
Hans Bos heeft een aantal jaren geleden de plaatselijke schoenenwinkel in Doesburg overgenomen. Na een grondige verbouwing van de winkel werd deze door wethouder Roest heropend. ‘De Pasvorm’ trekt inmiddels aardig wat klanten uit het midden- en topsegment. ‘De Pasvorm’ is een VOF. Hans en zijn vrouw Ella zijn de enige vennoten. Zij zijn getrouwd op huwelijkse voorwaarden.
1p
{
1
‘De Pasvorm’ heeft voor de winkel als ondernemingsvorm de VOF gekozen. Æ Wat betekent de afkorting VOF?
1p
{
2
Æ Geef een nadeel van de VOF als ondernemingsvorm vergeleken met de BV.
1p
z 3
1p
{
1p
z 5
2p
{
4
6
400010-1-764o
Hans en Ella zijn getrouwd op huwelijkse voorwaarden. “Ons huis hebben we op naam van mijn vrouw gezet. Dat blijft buiten een faillissement”, zegt Hans. Heeft Hans gelijk? A Ja, alleen de VOF is aansprakelijk voor schulden. B Ja, er is een splitsing in privé en zakelijk vermogen. C Nee, beide vennoten zijn met hun gehele vermogen aansprakelijk. D Nee, vennoten van een VOF kunnen geen huwelijkse voorwaarden sluiten. In de winkel van Hans en Ella zijn alleen linkerschoenen in stellingen neergezet. Æ Geef hiervoor een reden. Hans en Ella maken gebruik van de mogelijkheid gezamenlijk met de overige speciaalzaken in schoenen een reclameactie op touw te zetten. Zo verscheen er enige tijd geleden een grote advertentie in de krant met als doel marktaandeel van de schoenengrootwinkelbedrijven (zoals Bristol en Schoenenreus) terug te winnen. Hoe noemen we deze vorm van reclame? A combinatie reclame B complementaire reclame C coöperatieve reclame D ideële reclame ‘De Pasvorm’ verkoopt ‘Nike’-schoenen. ’Nike’ is een A-merk. Æ Geef twee kenmerken van een A-merk.
2
ga naar de volgende pagina
1p
z 7
De fabrikant van een bekend merk herenschoenen gaat ook damesschoenen produceren. ‘De Pasvorm’ besluit dit merk damesschoenen op te nemen in het assortiment. Het merk is een goede aanvulling op het aanwezige assortiment damesschoenen. Welk gevolg heeft deze aanpassing voor het assortiment? Het assortiment wordt A breder. B dieper. C ondieper. D smaller.
1p
{
8
Hans en Ella willen regelmatig adverteren. Zij hebben de mogelijkheid iedere week samen met de andere winkeliers uit het winkelcentrum in de wijkkrant te adverteren of een eigen folder huis aan huis te laten bezorgen. Æ Welke vorm is voordeliger voor Hans en Ella? Geef ook de verklaring.
‘De Pasvorm’ heeft over 2003 een aantal gegevens verzameld.
Gebruik onderstaande tabel voor het beantwoorden van de vragen 9 en 10. Enkele kerngegevens van ‘De Pasvorm’ over het jaar 2003. (alle bedragen exclusief BTW) gemiddelde verkoopprijs van een paar schoenen
€ 80,-
aantal verkochte paren
2.600
aantal vierkante meters winkelruimte aantal vierkante meters overige bedrijfsruimte
90 40
overige kosten
€ 37.440,-
gemiddelde inkoopwaarde van een paar schoenen
€ 38,-
1p
z 9
De A B C D
1p
z 10
Aan het einde van 2003 had ‘De Pasvorm’ evenveel schoenen in voorraad als aan het begin van dat jaar. De totale inkoopwaarde van de schoenen bedraagt in 2003 A € 98.800,-. B € 109.200,-. C € 208.000,-.
400010-1-764o
omzet per m² verkoopvloeroppervlak (V.V.O.) bedraagt in 2003 € 1.600,00. € 2.311,11. € 3.780,00. € 5.200,00.
3
ga naar de volgende pagina
1p
z 11
In 2003 verkocht ‘De Pasvorm’ minder schoenen dan in 2002. Toch was de omzet in 2003 hoger dan in 2002. Wat is hiervoor de verklaring? De gemiddelde verkoopprijs van schoenen is in 2003 A gedaald. B gelijk gebleven. C gestegen.
1p
z 12
‘De Pasvorm’ houdt de verkopen van schoenen bij met behulp van indexcijfers. Als basisjaar wordt 1997 gebruikt. De afzet in 2002 bedroeg 2.700 paar schoenen. Het indexcijfer voor dat jaar was 125. Is de afzet van schoenen in 2002 gelijk aan die van 1997? A Ja, de afzet is gelijk aan die van 1997. B Neen, de afzet is groter dan die van 1997. C Neen, de afzet is kleiner dan die van 1997.
1p
{ 13
‘De Pasvorm’ berekent ook de schoenenverkoop per maand. Ieder jaar opnieuw blijkt dat de verkopen in de maand mei sterk stijgen vergeleken met de maand april. Æ Geef hiervoor een verklaring.
1p
{ 14
Er blijkt ieder jaar ook één maand te zijn waarin maar heel weinig schoenen worden verkocht. Æ In welke maand van het jaar worden maar heel weinig schoenen verkocht? Geef ook een verklaring.
2p
{ 15
‘De Pasvorm’ wil de bedrijfsvoering en de resultaten vergelijken met de gemiddelden van de branche. Æ Geef in de tabel op de uitwerkbijlage per regel aan of ‘De Pasvorm’ het beter dan wel slechter doet dan de branche. Zet een kruisje in de goede kolom.
Hans en Ella willen de komende jaren de omzet van het bedrijf vergroten en de kosten verlagen. Voor het maken van een actieplan vragen ze bij de brancheorganisatie enkele gegevens op.
1p
z 16
400010-1-764o
In 1999 waren er in Nederland 1553 ondernemingen in de schoenenbranche. Het aantal schoenenwinkels bedroeg echter 2.933. Geef de verklaring voor dit verschil. Een onderneming in de schoenenbranche heeft gemiddeld A één winkel. B meer dan één winkel. C minder dan één winkel.
4
ga naar de volgende pagina
1p
z 17
In 1999 waren er in Nederland 2933 schoenenwinkels. Dit was 5% minder dan in 1998. Hoeveel schoenenwinkels waren er in 1998? A 2.786 B 2.793 C 3.080 D 3.087
De brancheorganisatie verstrekt hen ook de branchegemiddelden van de inkoopwaarde en de gemiddelde personeelskosten.
Gebruik onderstaande tabel voor het beantwoorden van de vragen 18 en 19. Exploitatiebeeld van ondernemingen in de schoenenbranche, verdeeld naar omzetklasse (excl. BTW), 1999. Omzetklasse < € 226.890 > € 680.670 gehele branche kostensoorten Inkoopwaarde in procenten 61 56 59 van de netto-omzet Personeelskosten in 7 17 14 procenten van de netto-omzet Bedrijfsresultaat in procenten 12 3 4 van de netto-omzet 1p
z 18
Uit de tabel is af te lezen dat de inkoopwaarde als percentage van de netto-omzet bij de grote ondernemingen lager is dan bij de kleine ondernemingen. Een verklaring hiervoor is dat de grote ondernemingen A een grotere schoenenomzet hebben dan de kleine ondernemingen. B een hogere kwantumkorting krijgen dan de kleine ondernemingen. C meer merken schoenen inkopen dan de kleine ondernemingen.
1p
{ 19
Uit de tabel is ook af te lezen dat de gemiddelde personeelskosten bij de kleinere ondernemingen lager zijn dan bij de grote ondernemingen. Æ Geef hiervoor een verklaring.
400010-1-764o
5
ga naar de volgende pagina
De brancheorganisatie biedt de aangesloten winkeliers een kortingspas aan. Met dit pasje krijgen de winkeliers korting op autobrandstoffen. De auto van Hans rijdt op benzine en verbruikt gemiddeld 8 liter per 100 kilometer. Hans rijdt 20.000 kilometer per jaar. Hans maakt gebruik van deze kortingsregeling.
Gebruik onderstaande tabel voor het beantwoorden van de vragen 20 en 21. brandstof type benzine diesel LPG
landelijke prijs per liter € 1,20 € 0,80 € 0,40
kortingspercentage 5% 6% 8%
2p
{ 20
Hans maakt gebruik van deze kortingsregeling. Æ Welk bedrag moet Hans per jaar nu aan benzine betalen? Geef ook de berekening.
2p
{ 21
De brancheorganisatie vraagt aan de leden een bijdrage voor de kortingspas van € 50,-. Æ Is het voor Hans financieel voordelig gebruik te maken van de kortingspas? Geef de berekening.
400010-1-764o
6
ga naar de volgende pagina
Har r y’s
Special it eiten
Je werkt als medewerker bij Harry’s Specialiteiten. Het is een speciaalzaak in noten, kaas, wijn en vleeswaren. Harry’s Specialiteiten is gevestigd in een wijkwinkelcentrum. Harry Wortel zelf zorgt voor de inkoop en geeft leiding aan het personeel. Het personeel heeft niet alleen verkooptaken, maar verzorgt ook de winkel, houdt de voorraad bij, rekent af en verzorgt de reclame in en rond de winkel. Harry neemt alle beslissingen zelf. Hij bepaalt wat er wordt ingekocht, wanneer zijn winkel open is en wat de prijs van zijn artikelen is.
1p
z 22
400010-1-764o
Harry's notenbar is vlakbij de ingang. Buiten ruik je de geur al van versgebrande noten. Mensen lopen dan ook spontaan naar binnen voor een zakje pinda's of cashewnoten. Versgebrande noten zijn in deze situatie A complementaire artikelen. B impulsartikelen. C rageartikelen. D randartikelen.
7
ga naar de volgende pagina
1p
z 23
Harry heeft een drietal posters gemaakt voor een aanbieding van kaas. De drie posters staan hieronder. Hij vraagt jou er één uit te kiezen. Welke van deze 3 zal het beste voldoen?
A
B
C
1p
z 24
Je rekent met een klant een stukje Franse kaas af. Op de verpakking staat ‘UVD 12-10-2004’. Tot wanneer mag deze kaas worden verkocht? A tot en met 11 oktober 2004 B tot en met 12 oktober 2004 C de hele maand oktober 2004
1p
{ 25
De doelgroep waarop Harry zich richt zijn over het algemeen consumenten met een gemiddeld hoger inkomen. Æ Geef hiervoor de verklaring.
1p
z 26
Je hebt voor Harry een bestelling van walnoten gedaan. Op 18 november worden de bestelde noten afgeleverd. Bij de bestelling zit een formulier waarop je kunt zien wat er geleverd is. Hoe heet dit formulier? A offerte B pakbon C vrachtbrief
400010-1-764o
8
ga naar de volgende pagina
2p
{ 27
Harry bestelt zijn wijn rechtstreeks bij een groothandel in Frankrijk. Hij bestelt per fax. Hij bestelt 6 dozen rode landwijn, bestelnr. Pin/3; 6 dozen witte wijn, bestelnr. Cab/13 en 4 dozen rosé, bestelnr. StP/8. De gegevens van Harry zijn: Harry's Delicatessen, Wesselernering 5, 7544 JA Enschede. De branche is delicatessen. Hij is zelf de contactpersoon. Æ Vul het faxformulier van Caves d’Arbois op de uitwerkbijlage in.
1p
z 28
Het pand van Harry is 100 m . Van de totale oppervlakte is 15% magazijn. Harry betaalt € 1.200,- huur per maand. 2 De maandelijkse huurkosten per m verkoopvloeroppervlak bedragen A € 12,00. B € 14,12. C € 80,00.
1p
{ 29
Om te voorkomen dat er in zijn winkel wordt ingebroken, heeft Harry mechanische maatregelen getroffen. Æ Geef hiervan een voorbeeld.
1p
z 30
In het magazijn ligt 800 kg kaas met een gemiddelde inkoopprijs van € 3,- per kg. Hiervan bederft gemiddeld 2%. De kosten van bederf bedragen A € 16,-. B € 48,-. C € 784,-. D € 2.362,-.
1p
z 31
De voorraad verandert voortdurend en moet regelmatig worden aangevuld. Wat bedoelen we in dit verband met de orderfrequentie? A Het aantal keren dat in een bepaalde periode wordt besteld. B Het aantal klanten dat in een bepaalde periode iets komt kopen. C Het aantal producten dat in een bepaalde periode wordt besteld.
400010-1-764o
2
9
ga naar de volgende pagina
Gebruik onderstaande voorraadkaart voor het beantwoorden van de vragen 32, 33 en 34. voorraadkaart artikel
Walnoten
minimumvoorraad
10 kg
maximum voorraad
inkoopprijs
€ 1,25
besteleenheid
verkoopprijs
€ 4,95
BTW-percentage
datum 1 mei 7 mei 21 mei
omschrijving in voorraad inkopen verkopen
bij
af
50 kg 5 kg 19%
voorraad 8 kg
40 kg 26 kg
2p
{ 32
De voorraadkaart voor walnoten is ook op de uitwerkbijlage bij dit examen opgenomen. De voorraadkaart is maar voor een deel bijgewerkt. Æ Vul de ontbrekende voorraadgegevens in op de uitwerkbijlage.
1p
z 33
Welk bedrag heeft Harry voor de op 7 mei ingekochte walnoten moeten betalen? A € 50,00 B € 59,50 C € 60,00 D € 71,40
1p
z 34
Op 26 mei bedraagt de voorraad walnoten 22 kg. Hoeveel kg mag er op 26 mei maximaal worden besteld? A 25 kg B 28 kg C 30 kg
1p
z 35
De bonbons die Harry verkoopt, zijn van een uitstekende kwaliteit. De inkoopprijs van deze bonbons bedraagt € 30,- per doos. De BTW is 19%, de winstopslag 30%. De nettoverkoopprijs per doos bedraagt A € 35,70. B € 39,00. C € 46,41.
400010-1-764o
10
ga naar de volgende pagina
Harry vraagt jou voor het jaarverslag enkele overzichten te maken. Je maakt voor hem de volgende tabel: Tabel aantal klanten en omzet sept-dec 2003 september
oktober
november
december
aantal klanten
1.200
1.180
1.050
1.450
omzet
€ 7.800,-
€ 8.024,-
€ 7.665,-
€ 12.615,-
2p
{ 36
Æ Hoeveel bedraagt de gemiddelde omzet over deze 4 maanden? Geef ook de berekening.
1p
{ 37
Æ Hoeveel bedraagt de gemiddelde omzet per klant in de maand december? Geef ook de berekening. Van de gemiddelde omzet per dag heb je het onderstaande staafdiagram gemaakt.
gemiddelde omzet per dag 4000 3500 omzet in €
3000 2500 2000 1500 1000 500
da g za te r
vr ijd ag
da g do nd er
w oe ns da g
ns da g di
m aa nd ag
0
weekdagen
1p
{ 38
Æ Hoeveel bedraagt de gemiddelde omzet op zaterdag?
1p
z 39
Harry neemt alle beslissingen zelf. Hij bepaalt wat er wordt ingekocht, wanneer zijn winkel open is en wat de prijs van zijn artikelen is. Harry is een A franchisenemer. B vennoot. C zelfstandig ondernemer.
Let op: de laatste vragen van dit examen staan op de volgende pagina.
400010-1-764o
11
ga naar de volgende pagina
1p
z 40
Harry maakt gebruik van verschillende marketinginstrumenten. Het meest flexibele marketinginstrument dat Harry kan gebruiken, is A de plaats. B de prijs. C het product.
1p
z 41
Op sommige producten die Harry verkoopt, zoals wijn, heft de overheid een extra belasting. Deze belasting heet A accijns. B directe belasting. C verbruiksbelasting.
1p
z 42
De A B C
1p
{ 43
Veel producten die Harry verkoopt hebben een lange weg afgelegd voor ze in zijn winkel verkocht worden. Het vervoer van deze producten kan nadelige gevolgen hebben voor het milieu. Æ Geef hiervoor een verklaring.
1p
{ 44
De producten die Harry verkoopt, worden vaak in een stevige verpakking geleverd. Na het vullen van de schappen blijft er dan ook veel verpakkingsmateriaal als afval achter. Harry kan maatregelen nemen waardoor de nadelige gevolgen van dit afval voor het milieu beperkt worden. Æ Geef een voorbeeld van zo’n maatregel.
1p
{ 45
Natuurlijk wil Harry dat zijn zaak er iedere dag weer brandschoon uitziet. Aan de schoonmaak wordt daarom veel tijd en energie besteed. Schoonmaken kan echter nadelige gevolgen hebben voor het milieu. Æ Geef hiervoor een verklaring.
1p
{ 46
Harry zou ook op een andere manier kunnen schoonmaken. Hierdoor worden de nadelige gevolgen voor het milieu verminderd. Æ Geef een voorbeeld van zo’n andere manier van schoonmaken.
400010-1-764o*
winkel waarin Harry’s Specialiteiten is gevestigd is een voorbeeld van een flexibele zaak. onroerende zaak. roerende zaak.
12
einde