Exameneenheid 4 Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces (Gehandicaptenzorg) Beginners Deel 1
Praktijktoets
Opleiding verpleegkundige MBO
Opleiding Verpleegkundige BOL Crebonummer 95520 Cohort 2012 e.v. Kwalificatiedossier Kerntaak/werkprocessen Versie Toegestane hulpmiddelen Beschikbare tijd Aantal opdrachten Totaal te behalen score
2012 /2013 1.2, 1.4, 1.6, 1.7 n.v.t. n.v.t. 2 weken 3 11 (opdracht 1 en 2)
Cesuur Opdracht 1: 5 van de 6 criteria, waarvan 4 altijd behaald moet zijn Opdracht 2: 4 van 5 criteria, waarvan 9, 10 en 11 altijd behaald moeten zijn
Instructie student Dit praktijktoets bestaat uit een praktische opdracht die beoordeeld wordt. In totaal kun je 14 (opdracht 1, 2 en 3) of 11 (opdracht 1 en 2) beoordelingscriteria scoren. Op de beoordelingsformulieren vanaf pag. 5 t/m 7 zijn de beoordelingscriteria beschreven . Lees de opdrachten goed door. Veel succes!
95520_VP_2012 e.v._EE 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 1 (GHZ)_25032013
Pagina 1
Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces in de GHZ Dit is de praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding behorend bij de opleiding Verpleegkundige. Deze praktijktoets maakt deel uit van het onderwijs in de BPV (GHZ) en heeft een voorspellende waarde voor het Praktijkexamen, behorend bij deze exameneenheid. Hieronder staat vermeld welke inhoud getoetst wordt in deze praktijktoets. Kerntaak 1: Bieden van zorg en begeleiding in het verpleegkundig proces Werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden Werkproces 1.4 Begeleidt de zorgvrager Werkproces 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie Werkproces 1.7 Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties De praktijktoets bestaat uit 3 opdrachten. Per opdracht worden verschillende werkprocessen en competenties uit het kwalificatiedossier Mbo-Verpleegkundige 2012 geëxamineerd. Inhoud opdracht 1 Werkprocessen Competenties Werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, E Samenwerken en overleggen observeert en monitort gezondheid en F Ethisch en integer handelen welbevinden J Formuleren en rapporteren K Vakdeskundigheid toepassen R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten V Met druk en tegenslag omgaan Inhoud opdracht 2 Werkprocessen Competenties Werkproces 1.4 Begeleidt een zorgvrager C Begeleiden D Aandacht en begrip tonen R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten Werkproces 1.6 Geeft voorlichting, advies en I Presenteren instructie L Materialen en middelen inzetten
Inhoud opdracht 3 Werkprocessen Competenties Werkproces 1.7 Hanteert crisissituatie en E Samenwerken en overleggen onvoorziene situaties T Instructies en procedures opvolgen V Met druk en tegenslag omgaan
Organisatie De praktijktoets wordt afgenomen in de periode die staat aangegeven in het OER. Nadere informatie over het toetsmoment ontvang je vanuit de opleiding. Je voert de drie opdrachten van de praktijktoets uit in de BPV. De ‘werkopdrachten’ vind je op de volgende pagina. Tijdens de uitvoering van de opdrachten word je geobserveerd door een beoordelaar. De beoordelingslijsten vind je op pagina 5 t/m 7 van deze toets. 95520_VP_2012 e.v._EE 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 1 (GHZ)_25032013
Pagina 2
Beoordeling De praktijktoets wordt beoordeeld door een beoordelaar/begeleider. Deze beoordelaar kent de inhoud van de toets en is bekend met de beoordelingssystematiek. Het ingevulde beoordelingsformulier wordt aangeleverd aan de opleiding die het resultaat verwerkt. Een voldoende wordt behaald als voldaan is aan de cesuur eisen, die per opdracht zijn vastgesteld. Een ‘goed’ wordt behaald wanneer je excellent hebt gepresteerd en aan de extra criteria voor ‘goed’ is voldaan. Eindresultaat Het resultaat van deze Praktijktoets is een onvoldoende, voldoende of goed. Wanneer één of meer opdrachten met onvoldoende zijn beoordeeld is de Praktijktoets onvoldoende. Het eindresultaat van de Praktijktoets is voldoende wanneer alle opdrachten minimaal met een voldoende zijn beoordeeld. De kandidaat functioneert in het geheel van de beroepsopdracht als een ‘gevorderd student verpleegkunde’, dat wil zeggen: - Functioneert zelfstandig in midden-complexe1 situaties - Kan handelen in midden-complexe1 situaties waarin begeleiding, aanwijzingen, protocollen en richtlijnen aanwezig zijn - Kan situaties analyseren en overzien - Ziet samenhang in aspecten in midden-complexe1 situaties - Merkt veranderingen in verpleegsituaties op, verwoordt het hoe en waarom hierachter, anticipeert hierop en handelt adequaat - Werkt methodisch, doelgericht en stelt juiste prioriteiten - Beargumenteert het eigen handelen met relevante, gangbare theoretische achtergronden Verplicht te behalen beoordelingscriteria Bij sommige vaardigheden zijn verplicht te behalen beoordelingscriteria aangegeven met een asterisk (*) en in een grijze cel geplaatst. Deze beoordelingscriteria gaan over het werken volgens protocollen en richtlijnen van de instelling en moeten in iedere geval met een voldoende beoordeeld zijn. Bij de score onvoldoende krijg je een gesprek met de studieloopbaanbegeleider. Deze beslist welke vervolgstappen er genomen worden. Je bent zelf verantwoordelijk voor het inleveren van de eindbeoordeling bij de studieloopbaanbegeleider.
1
Zie Bijlage 1
95520_VP_2012 e.v._EE 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 1 (GHZ)_25032013
Pagina 3
Opdracht 1 Verpleegkundige zorg uitvoeren Je gaat gedurende 2 dagen de volgende opdracht uitvoeren bij één zorgvrager met een laag tot middelhoge complexiteit. Voer bij deze zorgvrager de verpleegkundige zorg uit volgens het verpleegplan: - Verleen basiszorg (helpen bij de opname van voeding en vocht, helpen bij de uitscheiding, evenwichtig slaap- en waakritme bevorderen, helpen bij de persoonlijke verzorging, mobiliteitsproblemen, verzorgen van het bed, vitale functies bewaken). - Observeer en monitor de zorgvrager tijdens de uitvoering van deze zorg ten aanzien van (kleine) veranderingen in de gezondheidstoestand, het welbevinden, het gedrag en de omgeving (cyclisch proces) - Neem tijdelijk of permanent taken over als de zelfredzaamheid (tijdelijk) minder wordt. - Signaleer en rapporteer veranderingen op het juiste moment, bij de juiste persoon en op de juiste manier. - Overleg met andere zorgverleners - Rapporteer over de gezondheidstoestand van de zorgvrager en de verleende zorg. Opdracht 2 Adviseren en begeleiden van de zorgvrager Je voert een begeleidings- of helpend gesprek en een voorlichtings- of adviesgesprek met een zorgvrager om de zelfredzaamheid van de zorgvrager te vergroten of te behouden op psychosociaal of maatschappelijk gebied en het optimaal functioneren in de woonsituatie. a. Het begeleidingsgesprek kan gaan over één van de volgende onderwerpen: - het realiseren van een waardevolle dagbesteding, vrije tijd, wonen, scholing of werk - stressverwerking - probleemhantering en adaptie - zelfbeleving - ondersteuning bij zingeving - deelname aan de maatschappij b. Het advies-, voorlichtings- of informatief gesprek kan gaan over één van de volgende onderwerpen: - ziekte, onderzoek, behandelmethoden, therapieën, - gezonde levensstijl, - handicaps, - mobiliteit, - zelfverzorging, - seksualiteit en voortplanting, - weerbaarheid, draagkracht, - hulpmiddelen, - financieringsvraagstukken zoals budgetbeheer (huishouden), - financiële regelingen, en vergoedingen voor gehandicapten. Criteria waaraan de gesprekken moeten voldoen: - De gesprekken hebben tot doel de zelfredzaamheid en de regie op het eigen leven van de zorgvrager te vergroten. 95520_VP_2012 e.v._EE 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 1 (GHZ)_25032013
Pagina 4
- Je toont aandacht voor de beleving van de zorgvrager: wat is zijn behoefte, wat ervaart hij als een probleem, hoe verwerkt hij zijn beperkingen of handicap. - Je houdt rekening met het niveau van de zorgvrager. - Leg onderwerpen duidelijk en correct uit. - Ondersteun het advies/de voorlichting met voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of instructiematerialen die aansluiten bij het onderwerp en de doelgroep. Opdracht 3 Crisissituatie Deze opdracht kan je behalen als de situatie zich voordoet. Als de situatie niet voorkomt heeft het niet behalen van dit onderdeel geen consequenties voor het behalen van de praktijktoets. Tijdens een onverwacht- of crisissituatie moet je zelfstandig handelen: Je signaleert tekenen die op een naderende crisissituatie wijzen - gedragsproblemen van psychosociale of psychiatrische aard of - grensoverschrijdend gedrag of - problemen van somatische aard Je zorgt voor de veiligheid van andereen en voor je eigen veiligheid Je neemt de juiste acties Je past, indien nodig middelen en maatregelen toe, bijvoorbeeld fixeren of dwangbehandeling Je roept tijdig hulp in
95520_VP_2012 e.v._EE 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 1 (GHZ)_25032013
Pagina 5
Beoordelingsformulier Onderdeel
Verpleegkundige zorg uitvoeren
Werkprocessen/ competenties Werkproces 1.2 R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten
praktijktoets ‘Bieden van zorg en begeleiding’ deel 1 Opdracht 1 Verpleegkundige zorg uitvoeren Beoordelingscriteria: waarneembaar gedrag De student
1
F Ethisch en integer handelen
2
E Samenwerken en overleggen
3
K Vakdeskundigheid toepassen
4*
V Met druk en tegenslag omgaan
5
J Formuleren en rapporteren
6
voldoende
onvoldoende
Geeft ondersteuning bij de persoonlijke zorg, die aansluit bij de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager: - houdt zich aan de gemaakte afspraken (verpleegplan) - gaat regelmatig na of de zorgvrager nog tevreden is over de ondersteuning. Gaat respectvol met zorgvragers om: - toont zich eerlijk en betrouwbaar - respecteert vertrouwelijkheid - respecteert verschillen tussen zorgvragers - communiceert duidelijk verbaal en non-verbaal Consulteert andere zorgverleners en schakelt zo nodig hun hulp in: - overlegt tijdig en stemt de zorg af - informeert betrokken zorgverleners volledig en tijdig/ proactief Monitort de zorgvrager op professionele wijze: - neemt veel en snel relevante informatie in zich op tijdens het observeren van de zorgvrager Voert de zorgverlening professioneel uit in drukke en/of emotionele omstandigheden: - geeft haar grenzen aan - heeft haar gevoelens onder controle Schrijft rapportage volledig en actueel over de gezondheidstoestand van de zorgvrager: - met klinisch inzicht - scherp en kernachtig - logisch gestructureerd
De liggende streepjes zijn richtinggevende waarderingshulpen. Het gaat om het voldoende uitvoeren van het beoordelingspunt. Indien er meer dan 2 waarderingshulpen zijn geformuleerd dan behoeft niet alles gesignaleerd te zijn. De beoordelaar is de professional en kan overgaan tot een onvoldoende beoordeling indien op basis van het criterium en de waarderingshulp het betreffende gedrag onvoldoende blijkt. Er wordt beoordeeld per beoordelingsnummer en niet per liggend streepje.
95520_VP_2012 e.v._EE 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 1 (GHZ)_25032013
Pagina 6
Beoordelingsformulier Onderdeel
Begeleiding
Advies
Werkprocessen/ competenties Werkproces 1.4 C Begeleiden
praktijktoets ‘Bieden van zorg en begeleiding’ deel 1 Opdracht 2 Adviseert en begeleidt de zorgvrager en naasten Beoordelingscriteria: waarneembaar gedrag De student
7
D Aandacht en begrip tonen
8
R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten Werkproces 1.6 I Presenteren
9*
L Materialen en middelen inzetten
voldoende
onvoldoende
Voert een begeleidings- of helpend gesprek met de zorgvrager over een voor deze branche specifiek onderwerp, waarbij - zij de zorgvrager motiveert en stimuleert om handelingen en activiteiten zo veel mogelijk zelf uit te voeren - minimaal één advies geeft t.a.v. het onderwerp Zorgt voor een goede verstandhouding met de zorgvrager: - toont betrokkenheid bij het fysieke en mentale welzijn van de zorgvrager - toont respect ten opzichte van de zorgvrager Geeft begeleiding en advies, die aansluit bij de behoeften en verwachtingen van de zorgvrager: - houdt zich aan de gemaakte afspraken (verpleegplan) - gaat regelmatig na of de zorgvrager nog tevreden is over de ondersteuning.
10* Geeft relevante informatie en deskundig advies:
11*
- legt onderwerpen duidelijk en correct uit - stemt de uitleg af op de doelgroep (niveau) - gaat na of de informatie is begrepen Zet materialen en middelen in ter ondersteuning van het advies: - passend bij het onderwerp en de doelgroep
De liggende streepjes zijn richtinggevende waarderingshulpen. Het gaat om het voldoende uitvoeren van het beoordelingspunt. Indien er meer dan 2 waarderingshulpen zijn geformuleerd hoeft niet alles gesignaleerd te zijn. De beoordelaar is de professional en kan overgaan tot een onvoldoende beoordeling indien op basis van het criterium en de waarderingshulp het betreffende gedrag onvoldoende blijkt. Er wordt beoordeeld per beoordelingsnummer en niet per liggend streepje.
95520_VP_2012 e.v._EE 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 1 (GHZ)_25032013
Pagina 7
Beoordelingsformulier Onderdeel
Handelen in crisissituaties
Werkprocessen/ competenties Werkproces 1.7 E Samenwerken en overleggen
T Instructies en procedures opvolgen V Met druk en tegenslag omgaan
praktijktoets ‘Bieden van zorg en begeleiding’ deel 1 Opdracht 3 Crisissituaties Beoordelingscriteria: waarneembaar gedrag De student
voldoende
onvoldoende
12* Roept tijdig hulp in van andere deskundigentijdens een crisissituatie of onvoorziene
13* 14*
situatie: - overlegt - werkt samen Voert de interventies, gericht op de crisissituatie, correct uit: - volgens de voorgeschreven procedures - volgens de wettelijke richtlijnen Handelt effectief en professioneel tijdens een crisissituatie of onvoorziene situatie: - blijft, ondanks stress, gericht op de werkzaamheden die gedaan moeten worden - stelt de juiste prioriteiten - geeft de eigen grenzen aan en komt met alternatieven - heeft haar gevoelens onder controle - roept hulp in
De liggende streepjes zijn richtinggevende waarderingshulpen. Het gaat om het voldoende uitvoeren van het beoordelingspunt. Indien er meer dan 2 waarderingshulpen zijn geformuleerd hoeft niet alles gesignaleerd te zijn. De beoordelaar is de professional en kan overgaan tot een onvoldoende beoordeling indien op basis van het criterium en de waarderingshulp het betreffende gedrag onvoldoende blijkt. Er wordt beoordeeld per beoordelingsnummer en niet per liggend streepje.
95520_VP_2012 e.v._EE 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 1 (GHZ)_25032013
Pagina 8
Bewijs opdracht 1 Cesuur voldoende: 5 van de 6 beoordelingscriteria waarvan nr. 4 altijd voldoende dient te zijn.
In te vullen door de beoordelaar op de BPV. Resultaat:
onvoldoende / voldoende / goed
(omcirkelen)
Handtekening:
Bewijs opdracht 2 Cesuur voldoende: 4 van de 5 beoordelingscriteria waarvan nr. 9, 10 en 11 altijd voldoende dient te zijn.
In te vullen door de beoordelaar op de BPV. Resultaat:
onvoldoende / voldoende / goed
(omcirkelen)
Handtekening:
Bewijs opdracht 3 Cesuur voldoende: Alle 3 de beoordelingscriteria moeten voldoende zijn.
In te vullen door de beoordelaar op de BPV. Resultaat:
onvoldoende / voldoende / goed (omcirkelen)
Handtekening:
Ten behoeve van het resultaat ‘goed’
Functioneert in het geheel van de toetsopdrachten als een gevorderd student verpleegkunde, dat wil zeggen: - Functioneert zelfstandig in midden-complexe situaties - Kan handelen in midden-complexe situaties waarin begeleiding, aanwijzingen, protocollen en richtlijnen aanwezig zijn - Kan situaties analyseren en overzien - Ziet samenhang in aspecten in midden-complexe situaties - Merkt veranderingen in verpleegsituaties op, verwoordt het hoe en waarom hierachter, anticipeert hierop en handelt adequaat - Werkt methodisch, doelgericht en stelt juiste prioriteiten - Beargumenteert het eigen handelen met relevante, gangbare theoretische achtergronden
ja
* wanneer u 5 van de 7 criteria met ‘ja’ hebt kunnen beantwoorden heeft de student een ‘goed’ behaald voor dit Praktijkexamen
95520_VP_2012 e.v._EE 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 1 (GHZ)_25032013
Pagina 9
nee
Cesuur per werkproces De cesuur per werkproces komt in deze praktijktoets overeen met de cesuur per opdracht.
kerntaak Kerntaak 1
Cesuur per werkproces/opdracht Werkproces 1.2 Van de beoordelingscriteria 1 t/m 6 zijn er minimaal 5 voldoende, waarvan criterium 4 in ieder geval voldoende moet zijn Werkproces 1.4 Van de beoordelingscriteria 7 t/m 9 zijn er minimaal 2 voldoende, waarvan criterium 9 in ieder geval voldoende moet zijn Werkproces 1.6 De beoordelingscriteria 10 t/m 11 moeten beiden voldoende zijn. Werkproces 1.7* De beoordelingscriteria 12 t/m 14 moeten allemaal voldoende zijn.
O
V
* Wanneer zich geen crisis- of onvoorziene situatie heeft voorgedaan kan werkproces 1.7 niet behaald worden.
95520_VP_2012 e.v._EE 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 1 (GHZ)_25032013
Pagina 10
G
Resultatenoverzicht praktijktoets ‘Bieden van zorg en begeleiding’ deel 1 AZ Naam kandidaat:
Groep: Naam slb’er.:
Opdracht werkproces
behaald op:
naam +
handtekening
handtekening
kandidaat
beoordelaar Opdracht 1 Werkproces 1.2 Opdracht 2 Werkproces 1.4
Werkproces 1.6
Opdracht 3 Werkproces 1.7* * Wanneer zich geen crisis- of onvoorziene situatie heeft voorgedaan kan werkproces 1.7 niet behaald worden. Het wordt in de Proeve van Bekwaamheid geëxamineerd.
Eindresultaat praktijktoets ‘Bieden van zorg en begeleiding’ deel 1 GHZ Opdracht 1 en 2 zijn minimaal met een voldoende beoordeeld
Voldoende
Opdracht 1 en 2 zijn met een goed beoordeeld 1 of 2 opdrachten zijn met onvoldoende beoordeeld
Goed Onvoldoende
95520_VP_2012 e.v._EE 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 1 (GHZ)_25032013
Pagina 11
BIJLAGE 1 ‘Criteria met betrekking tot complexiteit van zorgsituaties’ Verpleegsituatie
Psychosociale begeleiding
Verpleegkundig handelen
GVO
Omgeving
Criteria Hulpvraag Voorspelbaarheid van wisselingen Stabiliteit van de situatie Mate van levensbedreiging Gevolgen van de behandeling Ziektesoort Vermogens van de patiënt om zich te uiten
Midden-complex Eenvoudig, duidelijk en concreet Hoge voorspelbaarheid Geen gevaar op complicaties Laag Niet belastend Beperkt tot één orgaan Hoog, verbaal en non-verbaal begrijpelijk
Mate van kritisch bewust zijn van de situatie
Hoog
Mate van emotionele beleving van eigen situatie
Normaal, patiënt kan redelijk met de situatie omgaan, accepteren Hoog, kan zelfstandig keuzes maken Weinig hulp nodig Eenvoudige handelingen in een stabiele situatie, bekende en veel voorkomende handelingen Laag, patiënt vraagt weinig aandacht en heeft ook weinig aandacht nodig Gericht op ziekenverpleging, gezond gedrag, eenvoudige problemen Hoog Laag aantal zorgverleners dat gecoördineerd wordt. Laag, weinig overleg is nodig
Mate waarin de patiënt keuzes kan maken Mate van ADL-zelfstandigheid Mate van inzet van verpleegtechnisch handelen Mate van behoefte van intensieve verpleegkundige zorg Mate van informatie en voorlichting ten behoeve van de patiënt Mate waarin de patiënt meewerkt Aanwezigheid van andere hulpverleners Mate van intensiteit van samenwerking met andere disciplines Mate waarin de omgeving voor de patiënt betrouwbaar veilig en acceptabel is. Mate van contact tussen de familie en de patiënt Mate van communicatie met familie van de patiënt Mat waarin informatie en voorlichting ten behoeve van de contactpersoon nodig Mate van emotionele ondersteuning
Hoog, patiënt kan zijn weg makkelijk vinden, stabiele omgeving
Hoog-complex Meerdere hulpvragen, onduidelijk en vaag Kans op ‘verrassende’ situaties Verpleegsituatie kan snel veranderen hoog Ingrijpend, mutilerend, belastend Meerdere organen betrokken bij ziekteproces Laag, onbegrijpelijk, niet verbaal (b.v.) andere taal of afasie Laag, b.v. door bewustzijnsstoornis of geen ziekteinzicht Proces verloopt heel moeizaam, sterke emotionele beleving, moeilijke acceptatie Laag, ander personen nodig om keuzes te maken Veel hulp nodig en of weerstanden bij de patiënt Alle overige verpleegtechnische handelingen, niet vaak voorkomend en specifieke situaties Hoog, patiënt vraagt veel aandacht. Specifieke informatie over ziekte, behandeling Geringe motivatie om mee te werken Veel zorgverleners Hoog, wel overleg nodig
Goed contact, mantelzorg biedt ook veel ondersteuning Goede communicatie Informatie en voorlichting wordt snel opgenomen
Laag, gedwongen opname in psychiatrisch ziekenhuis of verpleeghuis; geen optimaal therapeutisch klimaat Slecht contact; mantelzorg is niet aanwezig of moeilijk te motiveren Moeizame communicatie Weinig bereid om mee te
Laag
hoog
95520_VP_2012 e.v._EE 4_Praktijktoets Bieden van zorg en begeleiding deel 1 (GHZ)_25032013
Pagina 12