Examenbespreking vwo maatschappijwetenschappen Maandag 26 mei 2014 Aanwezig: 52 docenten
Opmerking: Het antwoordmodel van het CvE is bindend. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Het verslag geeft slechts de discussie weer die gevoerd is over mogelijke antwoorden.
Aanwezigen maakten de volgende algemene opmerkingen: Ogenschijnlijk een makkelijk examen, maar als je nakijkt dan blijkt het antwoordmodel niet helder. Een oud euvel. Prima lengte. Voor het eerst waren leerlingen op tijd klaar. Beter dan eerdere jaren. Fijn dat er met a en b is gewerkt. Veel onderzoeksvragen! Het lijken er steeds meer te worden. Bij zeven vragen worden 2 punten gegeven, maar er wordt niet gespecificeerd hoe deze punten worden vergeven. Splits dit uit; dat leidt ook tot rechtsgelijkheid. Soms is dit juist omgekeerd; voor een citaat al een punt. Leuke onderwerpen. Jammer geen Europa in dit examen in 2014! Het begon relatief makkelijk. Fijn. Maar ook moeilijk hier en daar. Vorig jaar kritiek op gelaagdheid van vragen. Dit jaar was dat veel minder het geval. Prima. Misschien had het wat uitdagender gekund. Opmerkingen per vraag 1. a. Hoe moet een ‘deel van het citaat’ opgevat worden? Reactie: Als een uitbreiding of beperking van het citaat, bij het antwoord, dan is het te verdedigen. De kern van het antwoord is ‘helpen bij de verwerking van het slachtoffer’. b. ‘Streng straffen’ kan het slachtoffer ook helpen bij genoegdoening. Hier komt kritiek op vanuit andere docenten. Streng straffen hoort bij ‘vergelding’. Wat kan de dader zelf ondernemen, is de vraag. Dit beperkt je mogelijkheden om het antwoord op te rekken. ‘De dader’ is onderwerp en die moet iets ondernemen om aan genoegdoening bij te dragen. 2. Hier kun je een heleboel onzin neerzetten, maar leerlingen krijgen al een punt voor het goede citaat. Mag je hier omschrijvingen goed rekenen, zoals ‘heropvoeding’? Hier klinken instemmende geluiden, omdat dit meteen als uitleg na ‘resocialisatie’ staat in de syllabus. 1
Moet een woord als ‘speciale preventie’ expliciet genoemd worden? Als ‘preventie’ goed uitgelegd is (de dader zal het niet nog een keer doen, o.i.d.), zonder de term ‘speciaal’ te noemen, kan dit op draagvlak rekenen.
3. Leerlingen nemen ‘dader’ en ‘slachtoffer’ mee in de hypothese (vb. dader en slachtoffer hebben beide baat bij de gesprekken). Dit kan op instemming rekenen, want de conclusie die wordt gegeven in de tekst is dat de gesprekken op beide positief werken. Stel een leerling heeft een verkeerde hypothese, maar wel goed doorgeredeneerd naar juiste variabelen. Wat doe je dan? Opnemen met tweede corrector, maar het zou wel logisch zijn om door te redeneren. Als de leerling de variabelen goed benoemt op basis van een slechte hypothese, zie je wel dat ze het begrijpen. Met tweede corrector over hebben. Kan rekenen op instemming. 4. In de stam van de vraag wordt het antwoord al weggegeven. Je bent dan heel erg op weg geholpen als leerling. Dit is echt een misser. Wat is voldoende voor 2 punten? Wanneer geef je 1 punt? Hier zie je dat het echt nodig is om de punten uit te werken in het antwoordmodel. Een slash in het antwoordmodel betekent ‘of’. Een leerling kan niet in één woord uitleggen, dus dan niet 2 punten geven. De uitleg in het antwoordmodel is heel onbevredigend. Leerlingen hebben hier al snel 2p. In plaats van onderzochte populatie is vaak genoemd ‘het volk’, de bevolking’. Met tweede corrector over hebben. Als blijkt dat ze het begrijpen, is het verdedigbaar volgens de vergadering. ‘Validiteit’ is ook genoemd. Is een moeizaam begrip om dit hier toe te passen. Geen draagvlak om dit goed te rekenen. 5. Lastig is dat er 7 begrippen worden genoemd. Andere begrippen kunnen ook genoemd worden: omgeving, agendabepaling, e.d. Als er dus andere inhoudelijk juiste termen gebruikt zijn, kunnen die ook op goedkeuring rekenen. Leerlingen hoeven niet per se te beginnen bij het spreekrecht. De meeste leerlingen beginnen bij invoer. Er staat in het antwoordmodel niets over de volgorde waarin dit genoemd moet worden. Het gaat er juist om dat het terugkoppeling is. Daarna komt pas invoer. Maar: als ze 5 begrippen noemen, kunnen ze wel het maximaal aantal punten hebben. Als ze dus beginnen bij invoer en ze hebben 5 elementen goed, kan dat dus 5 punten opleveren. Media als poortwachter vinden veel docenten ook verdedigbaar. Rol van Teeven niet noodzakelijk om punt te krijgen? Antwoordmodel onbevredigend. Overigens: de eerste 5 elementen worden nagekeken, als er meer is genoemd wordt dat niet bekeken. Een-na-laatste antwoord van antwoordmodel: moet daar niet een schuine streep tussen staan? Veel docenten zijn het hier mee eens.
2
In de syllabus staan veel begrippen – ook actoren– in het systeemmodel. Een leerling kan niet bij één fase blijven steken. Dat is niet in de geest van het antwoordmodel. Bovendien moet je het toepassen op de genoemde casus. Een goede vraag (al is deze tekst dan misschien net niet de handigste), maar een lastig te hanteren antwoordmodel.
6. Het moet wel om het strafproces gaan, dus bijvoorbeeld niet om het slachtofferschap. ‘Slachtofferhulp’ geeft wel juridische hulp bij het strafproces, dus als dat in het antwoord erbij staat kan dat op goedkeuring rekenen. Hetzelfde geldt voor ondersteuning advocaat/ tolk. Een van de antwoorden staat in de volgende en vorige vragen genoemd. Dit is makkelijk, maar ook verwarrend, omdat leerlingen dit soms uitgesloten hebben. Leerlingen noemen ‘dader en slachtoffer gesprekken’ of blijf-van-mijn-lijf-huizen. Dit past niet in het strafproces en kan daarom niet goed gerekend worden. De aandacht van media is de laatste jaren ook toegekomen, maar dit staat teveel los van het strafproces. 7. Deze discussie keert ieder jaar terug. Moeten beide begrippen genoemd worden? Als er verwezen wordt naar ‘het dilemma’ van de rechtsstaat dan moeten beide begrippen genoemd worden. Is het voldoende als een leerling vrijheid-veiligheid heeft omschreven? Wederom discussie. Maak het leerlingen niet te makkelijk, is de consensus. Er is geen puntenverdeling. Leerlingen moeten wel inzicht geven in het dilemma, maar leerlingen die veel weten mogen volgens de vergadering ook wel beloond worden met 1 punt. Je kunt hier alleen 1 punt toekennen, als de redenering niet helemaal juist is, of een term niet goed benoemd is, maar bijvoorbeeld het dilemma wel goed beschreven is. 8. a. Het inzetten van een infiltrant, een inkijkoperatie en gecontroleerde doorvoer krijgen van de vergadering veel ondersteuning. Zwijgrecht is een barrière voor de overheid. Dit kon ook op instemming rekenen. Het gaat meer om barrières en niet alleen om dwangmiddelen van de politie. Fouilleren is al genoemd in de vraag, dus fout. Preventief fouilleren is weliswaar een barrière, maar staat in de vraag. Lijkt te veel op de stam van de vraag. Het woord ‘barrière’ lijkt te veel vrijheid aan de leerlingen te geven. b. ‘Grondrechten zijn gewaarborgd’ noemen leerlingen soms ook als beginsel. Hier is wel draagvlak voor bij de docenten. Je kunt als leerling hier ook prima door met vraag c. Onschuldspresumptie wordt ook genoemd, maar hiervoor is weinig draagvlak.
3
c. ‘Individu beschermen tegen willekeur van de overheid’, ‘beschermen tegen machtsmisbruik’ (dus verkorte antwoorden) ook goed? Draagvlak in de vergadering voor een korter antwoord dan in het antwoordmodel. 9 en 10. Tekstfragment moeten leerlingen noemen. Moeten de leerlingen drie onderdelen noemen, die in de lijn liggen van oorzaak en aanpak? In de vraag wordt niet naar oorzaak gevraagd, maar naar visie. Antwoordmodel past niet bij de vraag. Leerlingen moeten wel het ‘waarom’ uitleggen. Een antwoord als ‘repressie’ is onvoldoende, maar is met uitleg wel te zien als een visie (ook als het woord “eigen verantwoordelijkheid” niet genoemd wordt). De examenmakers hadden beter het woord ‘ideologie’ kunnen noemen i.p.v. het woord ‘visie’. Dan waren leerlingen op meer gekomen. Jammer dat de vraag niet preciezer is, dan had de vraag ook meer determinerend kunnen zijn. Als leerling alleen preventie noemt met juiste uitleg, is dat voldoende? Groot deel vergadering ondersteunt dit. Als ze tekstfragment 1 noemen (ze moeten 2 of 3 noemen)? Dit is fout gerekend. 11. Leerlingen komen met anomietheorie en koppelen dat aan sociale ongelijkheid. Met goede uitleg van leerlingen, vindt anomietheorie bij veel docenten draagvlak. In de steden zijn structureel per 1000 mensen meer uitkeringen dan in dorpen. Dus ook anomietheorie voldoende? Als wij dit vakinhoudelijk goed te verdedigen vinden, dan zou je het noemen van anomietheorie ook met 1 punt moeten belonen. Anomietheorie aankaarten bij CvE! Etiketteringstheorie is niet juist. In steden meer vooroordelen? Waarom? Meer allochtonen, dus meer etikettering? Zeer weinig draagvlak. Leerlingen komen ook met aangeleerd-gedrag theorie. Is niet sociologisch. Geen draagvlak. Sociale controle theorie; moeten de sancties erbij staan? Je kunt 1 punt toekennen i.p.v. 2 punten als ze er niet bij staan. 12. Antwoordmodel is in lijn met syllabus – niet te veel goedkeuren. Leerlingen gaan in op de veranderingen richting ‘de richting naar het postklassieke’. Moeten de leerlingen expliciet het ‘klassieke beeld’ uitleggen als ze de veranderingen goed noemen? Er wordt niet gevraagd naar een omschrijving van het klassieke beeld. Het staat wel in het antwoordmodel. Maar leerlingen zouden dus kunnen volstaan met beschrijven van veranderingen (voorbeelden uit het postklassieke tijdperk). Een deel van de vergadering vindt het verdedigbaar als het klassiek beeld niet uitgelegd wordt, een ander vindt dat dit beeld wel in de uitleg terug te lezen moet zijn, zonder dat de term ‘klassiek beeld’ als een vergelijking wordt gepresenteerd. Bron, regel 14: het is onduidelijk of de voorbeelden die daarna volgen voorbeelden zijn van postklassieke beeld. 4
Er wordt gevraagd naar gegevens, niet naar citaat (in het antwoordmodel zijn de laatste 2 onderdelen een citaat). Het ‘eindigen van Koude Oorlog’? Niet veel draagvlak. ‘Samenwerking’ alleen is niet voldoende. Unilateraal en multilateraal is ook genoemd, vindt de vergadering vakinhoudelijk ook te verdedigen. Antwoordmodel is geen volledige opsomming.
13. Er lijken meer citaten aangehaald te kunnen worden. o Bijvoorbeeld regel 14-16 bij doelstelling 1. Hier is draagvlak voor. o Regel 4-6 bij doelstelling 1. Veel draagvlak voor. o Regel 9-13 bij doelstelling 2. Vindt een docent te verdedigen omdat er in regel15 wordt verwezen naar de VN. Veel draagvlak voor. o Regel 8-9. Wederzijds begrip is hetzelfde als vriendschappelijke relaties. Is geen VN. Docenten moeten dit zelf met hun tweede correctoren beslissen. o Regel 24-29 past bij bescherming van de mensenrechten. Ook draagvlak. o Regel 33-38: oprichten internationaal strafhof. Veel draagvlak. o Regel 30-34. Veel draagvlak. o Regel 14-16. Veel draagvlak. Uitleg is vaak overbodig wanneer je citaat noemt. Wat is uitleg en wat is geen uitleg? Er is veel ruimte om 1 punt aan de uitleg toe te kennen. Is het bij ‘handhaven internationale vrede en veiligheid’ goed als ze het apart noemen? Nee, het hoort bij elkaar. Leerlingen mogen wel het spiegelbeeld noemen van ‘vrede en veiligheid’ (vb. oorlog voorkomen). 14. Waarom wordt er in verleden tijd gesproken? Heel actueel. Nu wel punten uitgesplitst. Het woord ‘vetorecht’ staat centraal en moet in het antwoord staan. Als leerlingen ‘unanimiteit’ noemen, moet het woord ‘permanente leden’ er wel bij staan. Als leerlingen ‘vetorecht’ noemen, kan je dan 1 punt toekennen? Of moet ‘permanente leden’ erbij staan? Draagvlak voor toekennen van 1 punt in dit geval. 15. Er staat ‘herkennen’ in de vraag. Het is onduidelijk of leerlingen de naam van de theorie moeten noemen. Dit lijkt wel de bedoeling. Sommige leerlingen noemen ‘elitetheorie’ (er is een machtselite die sleutelposities bezit) vanuit het perspectief van de interviewer. Dit levert in de vergadering veel discussie op. Wientjes kan ‘zin doordrijven’. Maar: is het kabinet hier zo’n zwakke factor? Geest van artikel is dat Rutte/ regering zich als buikspreekpop gedraagt. Bij een deel van de vergadering is er draagvlak (mits goed onderbouwd), bij een ander deel niet. En de polyarchietheorie? Leerlingen die vorig jaar gezakt zijn noemen dit soms. Deze theorie lijkt heel erg op pluralistische theorie. Leerlingen schrijven soms pluriform op i.p.v. pluralistisch. Dit is onjuist. De vraag had scherper gekund om deze discussie te voorkomen. 5
Als de uitleg klopt, maar de naam van de theorie niet, kan je dan toch punten geven voor de uitleg? De vergadering kan zich voorstellen dat je punten geeft. Antwoordmodel voorziet hierin.
16. a. Omschrijving moet in de buurt komen van de definitie. De definitie van politieke cultuur is heel breed. Op pagina 26 van de syllabus staat een korte uitleg, maar op pagina 27 is het een uitgebreide omschrijving (vier onderdelen!). Bij deze vraag is niet gedacht aan de correctoren. Leerlingen moeten wel meer opnoemen dan wat in het woordenboek staat. b. Als je Wientjes niet noemt, maar wel de rest van het antwoord, kan het dan goed gerekend worden? Er staat niet in de vraag of het antwoordmodel dat specifiek dat de naam genoemd moet worden. In antwoordmodel staat specifiek ‘poldermodel’, maar er wordt gevraagd naar een kenmerk. Overleggen, consensus, compromis, is dit ook een goed antwoord? Hier is draagvlak voor. 17. a en b. Onderscheid nationaal-internationaal. Maar dit heeft niets met het karakter van pressiegroepen te maken. Geen draagvlak om dit goed te rekenen. Is de ‘wijze van actievoeren’ te verdedigen? Er staat niet in het antwoordmodel dat het om een voorbeeld van een goed antwoord gaat. Er is weinig draagvlak voor om dit goed te keuren: “dan kun je wel bezig blijven”. We houden ons aan het antwoordmodel. Dus geen draagvlak voor: o Wel of geen gebruik burgerlijke ongehoorzaamheid. o Hoe ze actievoeren: lobby versus protest en demonstratie. Het gaat erom dat de twee criteria genoemd worden. Als je a fout hebt, heb je b ook fout (maar wordt niet als een probleem ervaren). 18. Veel leerlingen schrijven achterkamertjespolitiek (met uitleg) op. Veel draagvlak voor. Voor torentjesoverleg geen draagvlak. 19. Leuke vraag. Burgerlijke ongehoorzaamheid heeft 5 criteria en er staan er maar 3 genoemd. Dus antwoordmodel is niet uitgebreid genoeg. (Syllabus 5.15.3) Leerlingen noemen dat het een ‘specifiek politiek doel’ is, maar dit is te scharen onder ‘algemeen belang’. Burgerlijke ongehoorzaamheid leidt niet tot slachtoffers, ze bedoelen waarschijnlijk geweldloos. Dit is niet hetzelfde als geweldloosheid. Overleggen met tweede corrector. Geen uitspraak van de vergadering. Burgerlijke ongehoorzaamheid wordt eerder gedoogd, criminaliteit niet. Verdeeldheid in de vergadering of dit goed gerekend kan worden. 6
Burgerlijke ongehoorzaamheid heeft als doel om de wet te veranderen. Dit valt onder ‘algemeen belang’. Hiervoor is draagvlak.
20. In een van de vergaderingen werden ook andere functies besproken die leerlingen hadden genoemd: o Identificatiefunctie o Gedragsregulerende functie. Het antwoordmodel geeft een voorbeeld. Er is draagvlak voor bovenstaande antwoorden. ‘Sociale cohesie’: valt onder ‘identificatie’ (en daar is dus draagvlak voor). Voor de socialiserende functie: geen draagvlak. Opvallend: leerlingen redeneren vaak vanuit zichzelf (en het antwoordmodel vanuit de ‘dominante cultuur’). Deze vraag geeft wat vrijheid. Vraagt naar common sense. 21. Hier staat een “voorbeeld van een goed antwoord”. Dit geeft dus wel enige ruimte. 22. Moet de zinsnede ‘niets nieuws aan toegevoegd’ erbij staan? De kern is dat het ‘groter gemaakt wordt dan het is’, ‘opgeblazen wordt’. Vergadering geeft aan dat dit hieronder valt. Als er geen dilemma staat, maar bijvoorbeeld maar 1 kant hiervan benoemd wordt, kan er dan een punt gegeven worden? Er is draagvlak om dan wel 1 punt te geven (in plaats van 2). Het gaat natuurlijk om de uitleg. De redenering moet duidelijk zijn. 23. ‘De media’ is te breed geformuleerd. “Als..dan”-redenering. Als het onderzoek geen vermoeden had opgeleverd, dan kun je het antwoord ‘nee, er is geen juridisch gevolg’ ook verdedigen. Maar het gaat hier natuurlijk om de grenzen / beperking van artikel 7. Beperkingen als ‘haat zaaien, oproepen tot geweld, opruiing’ noemen is volgens veel docenten ook prima. Artikel 7 staat in syllabus. Er was discussie of leerlingen dit artikel moesten kennen. Tevens konden leerlingen dit beredeneren naar aanleiding van de vraag en bron. Leerlingen schreven ook: ‘niet aanzetten tot discriminatie’. Hier is geen draagvlak voor, als dit het enige antwoord is, want dit past slecht in de context van de tekst (Haren). 24. Om 2 redenen problemen met deze vraag. De tekst geeft onvoldoende info om te bepalen of het kwantitatief/kwalitatief is. En de onderbouwing deugt niet, want inhoudelijke redenering kun je niet zien als onderbouwing bij kwalitatief, dan wel kwalitatief onderzoek. Mediahype vaststellen is kan ook uit kwantitatief onderzoek voortvloeien. Je kunt de inhoud ook ‘turven’. Ook een universitair docent methode 7
en technieken gaf aan dat deze vraag niet te beantwoorden is. Voorleggen aan CvE: voorstel om deze vraag te schrappen. Er staat nergens of de hele tekst gelezen moet worden. Bij alle andere vragen werd dit wel steeds vermeld.
25. Is de uses-and-gratifications benadering ook goed? Veel herkenning dat leerlingen dit hebben opgeschreven. De jongen zoekt info op over feesten, dan kies je je eigen doel. Verdeeldheid onder docenten over dit antwoord. 26. a en b. “Is de informatie van belang voor beleidsmakers?” is volgens syllabus niet een criterium voor de selectie van nieuws. En dan kun je vraag b niet goed meer maken. Voorleggen aan CvE. Zie pagina 56 van de syllabus – alle genoemde criteria. Er zijn meer mogelijkheden, maar het moet passen bij tekst 11. ‘Actueel/ nieuwswaarde’ is fout gerekend. Hier is ook weinig draagvlak voor dit antwoord. Kan je doorredeneren als er een antwoord staan bij a, dat je in die denkrichting meegaat bij vraag b? Hier is bij deze vraag draagvlak voor.
8