Evaluatie HIRB 2004-2007 en aanbevelingen HIRB 2008-2011 concept
Ambtelijk opdrachtgever: Coby Riensema (MT-ELT) Projectteam: Silvia van der Meij (BEL/ELT) Robert Cornfield (BEL/ELT) Annelies van ’t Hof (BEL/K&B) Datum: 19 september 2007
2
Inhoudsopgave 0. Bestuurlijke samenvatting Evaluatie HIRB 2004 – 2007......................................... 4 0.1. Inleiding............................................................................................................ 4 0.2. Conclusies ....................................................................................................... 4 0.3. Aanbevelingen HIRB 2008-2011...................................................................... 8 1. Inleiding ................................................................................................................ 10 1.1. Achtergrond ................................................................................................... 10 1.2. Doelstelling .................................................................................................... 10 1.3. Resultaat........................................................................................................ 10 1.3. Leeswijzer ...................................................................................................... 10 2. Programma synopsis ............................................................................................ 11 2.1. Inleiding.......................................................................................................... 11 2.2. Doelstelling van beleid ................................................................................... 11 2.3. Speerpunten en maatregelen......................................................................... 11 2.4. Beoogde resultaat .......................................................................................... 12 2.5. Midterm-evaluatie HIRB ................................................................................. 12 2.6. Beoordelingscriteria en prioriteitenlijst............................................................ 13 2.7. Budget............................................................................................................ 14 3. Kwantitatieve resultaten van de HIRB-regeling .................................................... 16 3.1. Inleiding.......................................................................................................... 16 3.2. Financiële resultaten ...................................................................................... 16 3.3. Uitputting van het budget ............................................................................... 21 3.4. Bijdrage aan gewenste resultaat .................................................................... 23 4. Kwalitatieve resultaten van de HIRB-regeling....................................................... 26 4.1. Inleiding.......................................................................................................... 26 4.2. Kwalitatieve analyse HIRB-aanvragen ........................................................... 26 4.3. Beoordeling proces ........................................................................................ 30 4.4. Oordeel over de huidige regeling ................................................................... 33 5. Conclusies en aanbevelingen............................................................................... 36 5.1. Conclusies HIRB 2004-2007.......................................................................... 36 5.2. Aanbevelingen HIRB 2008-2011.................................................................... 38 Bijlage 1. Overzicht gesubsidieerde projecten.......................................................... 40 Bijlage 2. Integraal afwegingskader.......................................................................... 42 Bijlage 3. Lijst van geïnterviewde personen.............................................................. 44 Bijlage 4. HIRB-rapportage tender 2007................................................................... 45
3
0. Bestuurlijke samenvatting Evaluatie HIRB 2004 – 2007 0.1. Inleiding Op 1 maart 2007 is de laatste tender van de deelverordening Herstructurering en Innovatief Ruimtegebruik Bedrijventerreinen (HIRB) uitgevoerd. Met deze laatste tender is een einde gekomen aan de HIRB-regeling 2004-2007. Tijd voor een evaluatie van de HIRB-regeling 2004-2007 en het opstellen van een nieuwe HIRB-regeling voor de periode 2008-2011. Het College van Gedeputeerde Staten heeft namelijk € 16 miljoen beschikbaar gesteld om ook de komende jaren bedrijventerreinen te kunnen opknappen. De sector Economie, Landbouw en Toerisme en de sector Kennis en Beleidsevaluatie hebben dit onderzoek uitgevoerd om de HIRB-regeling 2004-2007 te evalueren en aanbevelingen te doen voor de HIRB-regeling 2008-2011. In 2005 was al eens eerder een externe opdracht gegeven tot het uitvoeren van een tussentijdse (mid-term) evaluatie. In deze bestuurlijke samenvatting wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste conclusies van het onderzoek. Daarnaast worden de aanbevelingen voor de nieuwe regeling gepresenteerd.
0.2. Conclusies HIRB levert zichtbaar positieve bijdrage aan bedrijventerreinen HIRB levert een positieve bijdrage aan het realiseren van herstructurering en het tegengaan van verrommeling van het landschap. Op verschillende plekken is door maatregelen de veiligheid op bedrijventerreinen toegenomen, ruimtewinst gerealiseerd, de leegstand gedaald, het aantal deelnemers aan ondernemersverenigingen gestegen en het aanzicht van het terrein sterk verbeterd. Beleid wordt breed gedragen Het beleid om bedrijventerreinen te herstructureren en daarvoor subsidie beschikbaar te stellen wordt breed gedragen binnen Noord-Holland. Dat beeld komt naar voren uit gesprekken met aanvragers, leden van de adviescommissie en de gedeputeerde. Beoogde doelstellingen bijna allemaal gehaald De resultaten van de deelverordening Herstructurering en innovatief ruimtegebruik bedrijventerreinen zijn bijna allemaal behaald: • Doelstelling 1.000 ha geherstructureerd bedrijventerrein: 1.048 ha terrein is geherstructureerd; • Doelstelling 10 % van de middelen voor duurzame maatregelen: ruim 15% van de middelen is ingezet voor duurzame maatregelen; • Doelstelling 15% ruimtewinst: er is een percentage ruimtewinst van 12% behaald. De ruimtewinst levert in totaal 130 ha nieuw uitgeefbaar terrein op. Ruimtewinst is niet overal gemakkelijk te realiseren en mede afhankelijk van de definitie van ruimtewinst. De gehanteerde definitie was vrij strak waardoor afname van leegstand niet meegerekend werd.
4
Meer subsidie gevraagd (€ 50 miljoen) dan dat er beschikbaar was (€ 25,3 miljoen) Van 2004 tot en met 2007 zijn 136 aanvragen ingediend voor ongeveer € 50 miljoen. Dat is aanzienlijk meer dan het beschikbare budget (€ 25,3 miljoen). Alleen in 2006 bleef het totaal gevraagde subsidiebedrag onder het beschikbare bedrag. In alle andere jaren was er sprake van een fors grotere subsidievraag dan subsidieaanbod. Gedurende de gehele periode is er zo’n € 25,2 miljoen aan subsidie toegekend. Voor de projecten die uiteindelijk niet zijn gehonoreerd betekende dit dat ze niet of pas later kunnen worden uitgevoerd, dan wel dat het ambitieniveau naar beneden moest worden bijgesteld. Saldo van gevraagde HIRB-subsidie en toegekende HIRB-subsidie jaar 2004 2005 2006 2007
Gevraagde subsidie € 14.166.813 € 17.717.379 € 5.804.026 € 11.604.028
Beschikbare budget € 5.875.000 € 7.710.000 € 5.875.000 € 6.024.222
Tekort / overschot € 8.291.813€ 10.007.379€ 70.974 € 5.579.806-
5
Totaal gevraagde en toegekende bedrag per regio 2004-2007
6
Regionale spreiding van aangevraagde en toegekende projecten, inclusief toegekende bedrag per terrein
7
0.3. Aanbevelingen HIRB 2008-2011 1. Behoud 15% ruimtewinst als streefwaarde Het ruimtewinstpercentage zou niet doorslaggevend moeten zijn voor de toekenning van subsidie, maar is wel een terechte en belangrijke streefwaarde die moet worden gehandhaafd. Het is van grote waarde om de aanleg van nieuw bedrijventerrein te voorkomen en deze doelstelling dient voort te bestaan in de nieuwe regeling. De definitie van ruimtewinst moet niet te eng worden gehanteerd. Het doel moet zijn dat door ingrepen op een bestaand terrein, op andere plekken minder nieuwe ruimte hoeft te worden gerealiseerd. 2. Schrap herstructureringsopgave in hectaren Om de regeling toegankelijker te maken voor kleinere bedrijventerreinen, wordt geadviseerd om in de nieuwe regeling geen doelstelling in hectaren op te nemen voor te herstructureren terrein. De doelstelling van 1.000 ha te herstructureren bedrijventerrein staat de subsidiering van kleine bedrijventerreinen namelijk in de weg, omdat ze een kleine bijdrage leveren aan het realiseren van het doel. Op de kleine terreinen ligt echter nog een grote opgave. Ze zijn ook vaak gelegen in kleinere gemeenten en navenant beperkte budgetten voor herstructurering. 3. Maak duurzaam beheer van bedrijventerreinen een tweede doel van HIRB-regeling Om duurzaamheid en vitaliteit van een bedrijventerrein na herstructurering te behouden, is beheer van een terrein via parkmanagement noodzakelijk. Parkmanagement c.q. een beheerorganisatie moet een voorwaarde worden om in aanraking te komen voor HIRBsubsidie. Anders is de kans te groot dat een terrein na de forse en kostbare ingreep binnen enkele jaren weer wegglijdt naar een mindere kwaliteit. In de nieuwe regeling moet daarom naast ruimtewinst, de nadruk komen te liggen op het beheer van bedrijventerreinen via parkmanagement. Juist ook toekomstgericht beheer van een terrein, betrokkenheid van ondernemers, vormt onderdeel van duurzaamheid en blijvende vitaliteit van een terrein. 4. Richt HIRB alleen op bestaande bedrijventerreinen We bevelen aan om HIRB alleen te gebruiken voor bestaande bedrijventerreinen. Bij nieuwe bedrijventerreinen heeft de gemeente instrumenten zoals het bestemmingsplan tot haar beschikking staan om intensief ruimtegebruik, innovatie en duurzaamheid te stimuleren. Gemeenten zijn hier ook zelf verantwoordelijk voor. Hiervoor is ook voldoende geld begroot. 5. Stel gezamenlijk aanpak bedrijventerrein door alle betrokkenen als voorwaarde voor subsidie De subsidiebedragen zijn aanzienlijk, zeker voor fysieke verbeteringen. Door bij de subsidieaanvraag te vragen om een gezamenlijke aanpak door alle betrokken partijen (bedrijven, gemeenten en andere organisaties) wordt de kans op langdurig effect van de subsidie vergroot.
8
6. Stimuleer kennisuitwisseling De provincie moet als spil fungeren om kennisuitwisseling te stimuleren. Herstructurering is geen eenvoudige opgave en het kost veel inspanning om het te realiseren. Ervaringen van anderen kunnen helpen om struikelblokken te omzeilen. Het thema duurzaamheid kan zich ook ontwikkelen in de praktijk. De provincie kan hierin een grote rol spelen door zelf projectlocaties te bezoeken en andere gemeenten en partijen hierbij uit te nodigen. Via de werkbezoeken van gedeputeerde Bond wordt al wel een stap in de goede richting gezet. Ook is de website een goed middel om informatie te delen. De kwaliteit van aanvragen zou geholpen zijn met voorbeeldaanvragen die op internet beschikbaar zijn. Aanvragers krijgen zo gevoel voor de diepgang en richting van de te leveren informatie.
9
1. Inleiding 1.1. Achtergrond Op 1 maart 2007 is de laatste tender van de deelverordening Herstructurering en Innovatief Ruimtegebruik Bedrijventerreinen (HIRB) uitgevoerd. Dit jaar zijn 18 projecten met een bedrag van in totaal € 6 miljoen in aanmerking gekomen voor subsidie uit de HIRB-regeling. Met deze laatste tender is een einde gekomen aan de HIRB-regeling 2004-2007. Tijd voor een evaluatie van de HIRB-regeling 2004-2007 en het opstellen van een nieuwe HIRB-regeling voor de periode 2008-2011. Het College van Gedeputeerde Staten heeft namelijk € 16 miljoen beschikbaar gesteld om ook de komende jaren bedrijventerreinen te kunnen opknappen. De sector Economie, Landbouw en Toerisme en de sector Kennis en Beleidsevaluatie voeren deze evaluatie uit.
1.2. Doelstelling De doelstelling van het onderzoek is: Analyseren en evalueren van de HIRB-regeling 2004-2007 en het doen van aanbevelingen voor de nieuwe HIRB-regeling 2008-2011.
1.3. Resultaat Het eindresultaat is een heldere, beknopte rapportage met daarin de conclusies van de evaluatie van de HIRB-regeling 2004-2007 en concrete aanbevelingen voor de nieuwe HIRBregeling 2008-2011.
1.3. Leeswijzer De rapportage is als volgt ingedeeld: • Hoofdstuk 2: de rapportage vangt aan met een beknopte beschrijving van het Programma Ruimtegebruik op bedrijventerreinen (PIRB) en de Deelverordening herstructurering en innovatief ruimtegebruik op bedrijventerreinen Noord-Holland. • Hoofdstuk 3: de financiële resultaten, bestedingen en de uitputting van het budget worden gepresenteerd. Tevens dient inzicht te worden gegeven in het behalen van de gewenste resultaten • Hoofdstuk 4: dit hoofdstuk gaat in op de kwalitatieve resultaten van de HIRB-subsidie, zoals kenmerken van de (gehonoreerde) de aanvragen, de inhoudelijke kwaliteit en het inen externe proces. • Hoofdstuk 5: in het laatste hoofdstuk worden de conclusies van de evaluatie gepresenteerd, evenals de aanbevelingen voor de nieuwe regeling.
10
2. Programma synopsis 2.1. Inleiding In dit hoofdstuk staat een beknopte beschrijving van het Programma Ruimtegebruik op bedrijventerreinen (PIRB) en de Deelverordening herstructurering en innovatief ruimtegebruik op bedrijventerreinen Noord-Holland. Achtereenvolgens worden de volgende onderdelen beschreven: • doelstelling van het beleid (paragraaf 2.2); • speerpunten en maatregelen (paragraaf 2.3); • beoogde resultaat (paragraaf 2.4); • beoordelingscriteria en prioriteitenlijst (paragraaf 2.5); • midterm-evaluatie (paragraaf 2.6); • budget (paragraaf 2.7); • conclusies (paragraaf 2.8).
2.2. Doelstelling van beleid Provinciale Staten hebben op 17 februari 2003 het Programma Innovatief Ruimtegebruik op Bedrijventerreinen (PIRB) vastgesteld. PRIB bundelt de oude regelingen Herstructurering op bedrijventerreinen uit 1997 en Duurzame inrichting van bedrijventerreinen eveneens uit 1997. Het PIRB heeft als doel ‘(…) een nieuwe stimulans geven aan herstructurering van bedrijventerreinen, met een accent op het toepassen van (nieuwe) concepten op het gebied van duurzaamheid en innovatief ruimtegebruik, op nieuwe maar vooral ook bestaande bedrijventerreinen’. Kortom: het realiseren en behouden van efficiënt ruimtegebruik en een hoogwaardige kwaliteit op bedrijventerreinen’. In alle fasen van herstructurering / ontwikkeling van een bedrijventerrein kan een beroep worden gedaan op het programma. Het PIRB is juridisch vastgelegd in de Deelverordening herstructurering en innovatief ruimtegebruik op bedrijventerreinen Noord-Holland 2004. In deze deelverordening zijn het beleidsdoel, de reikwijdte en de criteria voor het verstrekken van subsidie benoemd (zie ook paragraaf 2.5 en 2.6). De subsidievorm is een tekortsubsidie. De toekenning behelst een maximaal bedrag waarop de aanvrager aanspraak kan maken. De uitbetaling gebeurt op basis van facturen en betalingen.
2.3. Speerpunten en maatregelen Zes speerpunten van beleid In het PIRB staat een aantal speerpunten centraal, de zogenaamde prioriteiten van het beleid. Het betreft de volgende zes speerpunten: 1. Efficiënt ruimtegebruik: meer bedrijvigheid per vierkante en kubieke meter; 2. Bereikbaarheid: efficiënter vervoer van goederen en personen; 3. Parkmanagement: verbeterd beheer; 4. Innovatie en vernieuwing in milieu en technologie; 11
5. Duurzame inpassing in de omgeving: draagkrachtprincipe; 6. Veiligheid: sociale veiligheid, milieu- en verkeersveiligheid. De speerpunten van het PIRB zijn van belang bij de beoordeling van projecten. Van de projecten wordt verwacht dat ze een integraal karakter hebben en een bijdrage leveren aan meerdere, zo niet alle speerpunten van het beleid. In een integraal afwegingskader (checklist) moet worden omschreven wat de bijdrage van een project is aan de verschillende speerpunten (zie bijlage 3). Maatregelen De regeling is opgesplitst in een viertal typen projecten - maatregelen - die in aanmerking komt voor de HIRB-subsidie. Deze verschillende typen projecten dragen bij aan het realiseren van de doelstelling van het PIRB. Het betreft de maatregelen: • Fysieke projecten; • Projecten op het gebied van innovatief ruimtegebruik; • Procesmanagement projecten; • Onderzoeksprojecten.
2.4. Beoogde resultaat In het PIRB is naast een algemene doelstelling ook een gekwantificeerd beoogd resultaat opgenomen. Dit beoogde resultaat dient aan de hand van de projecten te worden gerealiseerd. In de Deelverordening 2004 zijn de volgende beoogde resultaten benoemd: • Een over alle projecten gesaldeerd rendement van 15% ruimtebesparing in 2005; • Een voor de periode 2006-2007 door GS nader vast te stellen ruimtebesparing over alle gesubsidieerde projecten in bruto hectare bedrijventerrein; • Ondersteuning van revitalisering/herstructurering van in totaal 1.000 ha bruto bedrijventerreinen in periode 2004-2007; • Minimaal 10% van de door de provincie beschikbaar gestelde middelen moeten gerelateerd zijn aan milieuaspecten zoals beschreven in de deelverordening innovatief ruimtegebruik op bedrijventerreinen.
2.5. Midterm-evaluatie HIRB Toen de regeling twee jaar bestond is er een Midterm-evaluatie uitgevoerd. De evaluatie was bedoeld om verbeteringen in de regeling op te sporen voor de tweede helft van de looptijd. De evaluatie levert onder meer de volgende conclusies en adviezen op: • Bevestiging dat het brede karakter de kracht is van de regeling; • Doelstelling van 15% ruimtewinst moet niet doorslaggevend zijn voor de toekenning van subsidies; • Zet HIRB niet in voor kantoorruimte of vergelijkbare functies; • Regionaliseer HIRB zodat regionale verschillen tot hun recht komen; • Zet in op een efficiënt proces bijvoorbeeld door twee keer per jaar een tender te houden; • Geef in de regeling expliciet ruimte voor intensief ruimtegebruik op nieuwe bedrijventerreinen.
12
Naar aanleiding van de tussentijdse evaluatie van HIRB is in 2006 een aantal aanpassingen in de Deelverordening 2006 doorgevoerd: • De criteria voor toetsing van aanvragen zijn uitgebreid met criteria over activiteiten die bijdragen aan verbetering van sociaaleconomische ontwikkeling, werkgelegenheid in de regio en het milieu in de regio, activiteiten die voorzien in een regionale behoefte aan herstructurering en activiteiten die een voorbeeldfunctie voor herstructurering of innovatief ruimtegebruik (artikel 5 lid 2, onderdelen g, h en i). Vanwege de positieve conclusies in de evaluatie is de regeling verder niet wezenlijk aangepast.
2.6. Beoordelingscriteria en prioriteitenlijst De Deelverordening HIRB is een deelverordening op basis van een tender. Dit betekent dat subsidieaanvragen die aan de subsidiecriteria voldoen, ten opzichte van elkaar worden gewogen en naar volgorde op de prioriteitenlijst worden gehonoreerd. Dit gebeurt eenmaal per jaar. Van belang is dat de aanvraag voor de uiterlijke tenderdatum (1 maart) bij de provincie is ingediend, want anders zal het project worden geweigerd. De prioritering en rangschikking van de aanvragen gebeurt door een Adviescommissie (stuurgroep) met externe deskundigen. In de nu geldende Deelverordening HIRB artikel 3, lid 1 is opgenomen dat de subsidie kan worden verstrekt voor onderzoeken, procesmanagement en uitvoering die voldoen aan de volgende basiscriteria: a. de activiteit past binnen de doelstellingen, speerpunten en criteria van het PIRB; b. ten behoeve van de activiteit is een weloverwogen en gemotiveerde integrale afweging gemaakt van alle aspecten genoemd in de checklist behorende bij het PIRB; en c. de activiteit heeft een reële slaagkans. In lid 2 wordt hier aan toegevoegd ‘(…) voor uitvoering in de zin van deze deelverordening geldt als aanvullend criterium dat is voorzien in een adequaat plan waarin de continuïteit van onderhoud, beheer en herinvestering wordt gewaarborgd’. De bijdrage aan de zes speerpunten van het PIRB (zie paragraaf 2.3) wordt door de aanvragers uitgewerkt in de integrale afweging (zie bijlage 3). Daarnaast wordt in de integrale afweging ook een aantal criteria uit de deelverordening uitgewerkt zoals voorbeeldfunctie en regionale behoefte aan herstructurering. Met de integrale afweging als basiscriterium wil de provincie stimuleren dat bij het initiëren van nieuwe (herstructurerings)-projecten veel aandacht wordt besteed aan het implementeren van duurzame maatregelen. De volgorde waarin de aanvragen op de prioriteitenlijst worden gerangschikt (artikel 5, lid 2), wordt volgens de Deelverordening bepaald door de mate waarin: a. een activiteit betrekking heeft op herstructurering, duurzame maatregelen en innovatief ruimtegebruik;
13
b. een activiteit bijdraagt aan realisering van een gesaldeerd rendement van 15% ruimtebesparing in bruto hectare bedrijventerrein in 2007; c. een activiteit bijdraagt aan realisering van herstructurering van in totaal 1.000 hectare bruto bedrijventerrein in periode 2004-2007; d. een evenwichtige verdeling van het beschikbare subsidieplafond over de verschillende regio’s in Noord-Holland plaatsvindt; e. de activiteit zich verhoudt tot de Regionale Economische Stimuleringsprogramma’s (RES-programma’s); f. de gevraagde subsidie in evenwichtige verhouding staat tot de aard en omvang van de beoogde resultaten van een activiteit; g. een activiteit bijdraagt aan verbetering van de sociaal-economische ontwikkeling, de werkgelegenheid en het milieu in de regio; h. een activiteit kan voorzien in een regionale behoefte aan herstructurering; en i. een activiteit een voorbeeldfunctie vervult ten aanzien van herstructurering en innovatief ruimtegebruik.
2.7. Budget Subsidiebijdrage per maatregel Per maatregel is subsidie beschikbaar onder de volgende voorwaarden: • Maximaal 50% van de in aanmerking komende kosten voor onderzoeken met een bovengrens van € 25.000; • Maximaal 75% van de in aanmerking komende kosten voor procesmanagement met een bovengrens van € 50.000; • Maximaal 50% van de in aanmerking komende kosten voor uitvoering van innovatief ruimtegebruik met een bovengrens van € 100.000; • Maximaal 35% van de in aanmerking komende kosten voor uitvoering van herstructurering ruimtegebruik met een bovengrens van € 1.500.000.
In totaal zo’n € 25,3 miljoen voor HIRB beschikbaar Voor uitvoering van de HIRB-regeling is bij aanvang een budget van € 23,5 miljoen beschikbaar gesteld. Dit betekende dat in beginsel in de periode 2004-2007 jaarlijks een bedrag van € 5.875.000 aan subsidies kon worden verdeeld. Een bedrag van € 1.835.000 dat in 2003 op de provinciebegroting voor de herstructurering van bedrijventerreinen was gereserveerd maar niet tot besteding was gekomen, is in 2005 toegevoegd aan het HIRB-budget. In 2005 was daarom een bedrag van € 7.710.000 beschikbaar voor het verstrekken van subsidies. Een deel van het beschikbare subsidiebudget voor 2006 kon door het beperkte aantal ingediende subsidieaanvragen in dat jaar niet worden besteed. Het onbestede bedrag is toegevoegd aan het subsidiebudget van 2007. Omdat verder ook nog rekening gehouden moest worden met een gereserveerd bedrag ten laste van het HIRB-budget van € 100.000 voor prijzengeld van de provinciale Taskforce Ruimtewinst, was in 2007 een subsidiebudget van € 6.024.222 beschikbaar.
14
In totaal kon er in het kader van de HIRB in de periode 2004-2007 ongeveer € 25,2 miljoen door de provincie worden geïnvesteerd in projecten voor de herstructurering en revitalisering van bedrijventerreinen. Tabel a: beschikbare subsidiebudgetten Jaar FI* 2004 nvt 2005 € 7.122.500 2006 € 5.300.000 2007 € 5.421.800
Beschikbaar subsidiebudget OP* nvt € 587.500 € 575.000 € 602.422
Totaal (FI + OP) € 5.875.000 € 7.710.000a) € 5.875.000 € 6.024.222b)
*) FI = fysieke en innovatief ruimtegebruik projecten; OP = onderzoeks- en procesmanagementprojecten a) Inclusief resterend herstructureringsbudget ad € 1.835.000 uit 2003 b)Inclusief niet besteed HIRB-budget uit 2006
In 2004 werd nog geen onderscheid gemaakt in aparte budgetten voor fysieke en innovatie ruimtegebruik projecten (FI) en onderzoeks- en procesmanagementprojecten (OP). Vanaf 2005 zijn aparte budgetten voor deze typen maatregelen ingevoerd (zie ook paragraaf 3.2).
15
3. Kwantitatieve resultaten van de HIRB-regeling 3.1. Inleiding Om uitspraken te kunnen doen over de effectiviteit van de HIRB-regeling is het van belang een analyse te maken van de financiële resultaten, bestedingen en de uitputting van het budget. Tevens dient inzicht te worden gegeven in het behalen van de gewenste resultaten ten aanzien van de totale oppervlakte te herstructureren terrein (doelstelling 1.000 ha), het totale percentage ruimtewinst dat wordt geboekt met de HIRB-projecten (doelstelling 15% ruimtewinst) en de mate waarin budget is besteed aan duurzaamheidmaatregelen (doelstelling 10% van de middelen). Paragraaf 3.2 beschrijft de financiële resultaten, waarna in paragraaf 3.3 wordt ingegaan op de uitputting van het budget. Vervolgens gaat paragraaf 3.4 in op de bijdrage van de aanvragen in het behalen van het gewenste resultaat. Het hoofdstuk sluit af met de conclusies in paragraaf 3.5.
3.2. Financiële resultaten In totaal 136 aanvragen ingediend voor circa € 50 miljoen De aanvragen zijn onderverdeeld in een tweetal hoofdgroepen, te weten Fysieke maatregelen (F) en Innovatief ruimtegebruik (I) (samengevoegd tot FI) en Onderzoek (O) en Procesmanagement (P) (samengevoegd tot OP). Per project (bedrijventerrein) kunnen subsidieaanvragen zijn ingediend voor zowel F, I, O als P. Dit betekent dat het aantal aanvragen in een jaar kan hoger zijn dan het aantal projecten. In totaal zijn 104 projecten ingediend tegenover 136 aanvragen. Tabel a: projecten1, aanvragen en gevraagde subsidie per jaar naar type subsidie Aantal aanvragen Gevraagde subsidie Jaar Projecten FI OP totaal FI OP 2004 40 13 34 47 € 13.186.490 € 980.323 2005 36 20 29 49 € 16.583.316 € 1.134.063 2006 14 9 11 20 € 5.241.492 € 562.534 2007 15 9 13 22 € 10.900.000 € 704.028
totaal € 14.166.813 € 17.717.379 € 5.804.026 € 11.604.028
Totaal
€ 49.292.346
104
51
85
136
€ 45.911.298
€ 3.380.948
Het merendeel van de aanvragen is gericht op onderzoek en procesmanagement (totaal 85 aanvragen), tegenover 51 aanvragen in de FI-categorie. Het aantal ingediende projecten en aanvragen is in de loop van de jaren aanzienlijk gedaald. De eerste twee jaren zijn goed voor in totaal 76 projecten en 96 aanvragen. Daarna treedt een duidelijke kentering op waarbij het aantal projecten en aanvragen meer dan wordt gehalveerd naar totaal 29 projecten en 42 aanvragen.
1
Onder projecten worden de locaties verstaan waarop de concrete subsidieaanvragen betrekking hebben. Op een bedrijventerrein (project) kunnen meerdere aanvragen van toepassing zijn (bijvoorbeeld voor fysieke herstructurering en onderzoek). Geweigerde projecten (bijvoorbeeld omdat ze te laat zijn ingediend) zijn niet meegenomen in de berekeningen, aangezien ze juridisch niet geldig zijn. 16
In totaal is een kleine € 50 miljoen aan subsidie gevraagd voor de herstructurering van bedrijventerreinen, waarbij het voor ruim € 45 miljoen gaat om fysieke projecten. In 2005 werd het meest gevraagd (€ 17,2 miljoen) en in 2006 het minst (€ 5,8 miljoen). In totaal € 25,2 miljoen aan subsidies toegekend In tabel b is aangegeven welke subsidiebedragen in de loop der jaren aan de categorieën FI en OP zijn verstrekt. In totaal is € 25,2 miljoen aan HIRB-subsidies toegekend, waarvan 92% naar de fysieke en innovatieve projecten is gegaan. Tabel b: toegekende subsidie jaar FI 2004 € 5.662.304 2005 € 7.122.500 2006 € 5.038.492 2007 € 5.421.800 totaal
€ 23.245.096
Toegekende subsidie OP € 212.696 € 586.110 € 562.286 € 602.422
totaal € 5.875.000 € 7.708.610 € 5.600.7782 € 6.024.222
€ 1.963.514
€ 25.208.610
Bij de eerste HIRB-tender in 2004 waren nog geen aparte budgetten onderscheiden voor FI en OP. Dit betekende dat de OP-aanvragen in dat jaar niet alleen tegen elkaar moesten worden afgewogen, maar ook tegen de FI-aanvragen. Een dergelijke afweging pakt veelal uit in het nadeel van de OP-aanvragen. FI-projecten leveren immers een grotere directe bijdrage aan de te behalen HIRB-doelstellingen. Dit nadeel komt dan ook tot uiting in het relatief geringe bedrag dat in 2004 aan OP-subsidie is verstrekt. Om dit te ondervangen is vanaf 2005 gewerkt met aparte subsidiebudgetten voor FI en OP. In onderstaand kaartbeeld is het gevraagde en toegekende bedrag per regio weergegeven.
2
In 2006 is ruim € 274.000,- van het beschikbare budget niet toegekend. Dit komt enerzijds omdat minder subsidie was aangevraagd dan beschikbaar was (zie tabel a). Daarnaast konden twee aanvragen niet volledig worden gehonoreerd in verband met beperkingen die voortvloeiden uit EU-regelgeving m.b.t. staatssteun (de minimis-regel), waardoor ruim € 200.000,- van de gevraagde subsidie niet kon worden toegekend. 17
Kaart a Totaal gevraagde en toegekende bedrag per regio 2004-2007
18
Meeste aanvragen voor procesmanagement, minste voor innovatieve projecten In tabel c is het toegekende subsidiebedrag verder uitgesplitst naar subcategorie, waarbij tevens het aantal toekenningen is aangegeven. Over de gehele periode zijn de meeste aanvragen ingediend voor procesmanagement. Ook het aantal aanvragen voor onderzoeksen fysieke projecten is relatief hoog. Aanvragen op het gebied van innovatief ruimtegebruik komen beperkt voor. Tabel c: toegekende subsidies per type Jaar Totaal toegekend subsidiebedrag en aantal toekenningen (t) per type Fysiek t Innovatief t Onderzoek t Procesruimtegebruik management 2004 € 5.662.304 5 € 25.000 1 € 187.696 2005 € 7.022.500 7 € 100.000 1 € 190.230 10 € 395.880 2006 € 4.938.492 8 € 100.000 1 € 171.473 8 € 390.813 2007 € 5.221.800 4 € 200.000 2 € 180.225 8 € 422.197 totaal
€ 22.845.096
24
€ 400.000
4
€ 566.928
27
€ 1.396.586
t 5 10 8 10 33
Het aantal fysieke projecten waaraan subsidie is toegekend varieert in de loop der jaren tussen 4 en 8 per jaar. Met dit type projecten is per aanvraag grote bedragen gemoeid. In totaal is ruim € 22,8 miljoen van het HIRB-budget besteed aan fysieke projecten, wat neerkomt op een jaarlijks gemiddelde van € 5,7 miljoen. Aanvragen in de categorie Innovatief ruimtegebruik komen daarentegen beperkt voor. Voor innovatief ruimtegebruik projecten kan maximaal € 100.000 worden verkregen aan HIRBsubsidie. Door alle aanvragers is steeds het maximale bedrag aangevraagd. In de jaren 2005-2007 zijn jaarlijks 16 à 20 O en P aanvragen gehonoreerd, die in hoge mate gelijkelijk verdeeld zijn. In totaal zijn de meeste aanvragen ingediend voor procesmanagement. Aan onderzoeksprojecten is de laatste drie jaren gemiddeld zo’n € 180.000 besteed en aan procesmanagement jaarlijks gemiddeld € 400.000. Aantal aanvragen per categorie afgezet tegen het aantal toegekende aanvragen Onderstaande figuur toont dat in 2004 en vooral 2005 een groot aantal FI-aanvragen niet kon worden gehonoreerd. Voor 2006 en 2007 was dat minder het geval.
19
Figuur a: aantal aanvragen en toekenningen FI-subsidies 25
20 20
15 13
aanvragen toekenningen
10
9
9
9
8 6 5 5
0 2004
2005
2006
2007
Ditzelfde beeld is in nog sterkere mate te zien bij de OP-aanvragen zoals figuur b laat zien. Figuur b: aantal aanvragen en toekenningen OP-subsidies 40 35
34 29
30 25
aanvragen
20
toekeninngen 14
15
13 11
11
12
10 5 5 0 2004
2005
2006
2007
Aandeel HIRB-subsidie in totale FI-projectbudget gemiddeld zo’n 9% Het aandeel van de FI-subsidies in de totale kosten van de gehonoreerde projecten bedroeg over periode 2004-2007 8,8%. Het percentage fluctueerde echter sterk over de verschillende jaren, namelijk van bijna 25% in 2004 tot iets meer dan 3% in 2007. Het lage percentage in 2007 komt vooral doordat in dat jaar een project is gehonoreerd waarvan de totale opgevoerde projectkosten uitzonderlijk hoog waren (€ 86 mln.).
20
Figuur c: Aandeel FI-subsidie in totale projectkosten € 180.000.000
25% 23,2% 22,8%
€ 160.000.000
20%
€ 140.000.000 € 120.000.000
15% € 100.000.000 12,9%
Totale projectkosten HIRB-subsidie
€ 80.000.000 10%
aandeel HIRB
€ 60.000.000 € 40.000.000
5% 3,2%
€ 20.000.000 €0
0% 2004
2005
2006
2007
3.3. Uitputting van het budget Om zicht te krijgen op de toereikendheid van het budget, de zogenaamde uitputting van het budget, is op onderdelen het gevraagde budget afgezet tegen het beschikbare budget. Tevens wordt aangeven of en zo ja, welke projecten zijn ingetrokken en wat het resterende HIRBbudget is. In 2004, 2005 en 2007 was de vraag naar HIRB fors hoger dan dat er subsidie beschikbaar was In onderstaande tabel is het per jaar gevraagde subsidiebedrag afgezet tegen het per jaar beschikbare budget. Hieruit blijkt dat het beschikbare budget, met uitzondering van 2006, onvoldoende was om alle aanvragen te honoreren, vooral in 2004 en 2005. Toen liep het tekort op tot respectievelijk € 8,3 en € 10 miljoen. Tabel d: saldo van gevraagde HIRB-subsidie en toegekende HIRB-subsidie jaar Gevraagde subsidie Beschikbare budget 2004 € 14.166.813 € 5.875.000 2005 € 17.717.379 € 7.710.000 2006 € 5.804.026 € 5.875.000 2007 € 11.604.028 € 6.024.222
Tekort / overschot € 8.291.813€ 10.007.379€ 70.974 € 5.579.806-
De tekorten per jaar kunnen niet zondermeer bij elkaar worden opgeteld, aangezien verschillende aanvragers in de jaren erna wel subsidie hebben ontvangen voor hetzelfde project. In totaal zijn twaalf aanvragen na aanvankelijk niet te zijn gehonoreerd bij een latere tender nogmaals ingediend. Hiervan zijn negen later aanvragen alsnog gehonoreerd. De kansrijkheid van afgewezen projecten in een volgende subsidieronde is met een score van 75% hoog te noemen.
21
Rekening houdend met de aanvragen die in tweede instantie alsnog zijn gehonoreerd bedraagt het totaal van de niet-gehonoreerde aanvragen bijna € 21,5 miljoen. Tussen de 40 en 60% van gevraagde subsidie voor FI-projecten jaarlijks tekort In onderstaande figuur is aangegeven hoe de gevraagde subsidie voor de fysieke en innovatief ruimtegebruik projecten zich verhoudt tot de beschikbare subsidie. Aangezien in 2004 geen onderscheid tussen FI en OP is gemaakt, is 2004 niet meegenomen. Uit de figuur blijkt dat, met uitzondering van 2006 toen alle aanvragen konden worden gehonoreerd, tussen de 40 en 60% van de gevraagde subsidies niet beschikbaar was. Het jaarlijkse tekort lag tussen de € 9,4 miljoen in 2005 en € 5,5 miljoen in 2006. Figuur d: saldo van gevraagde en beschikbare HIRB-subsidie voor FI-projecten € 20.000.000 € 15.000.000 € 10.000.000 gevraagd
€ 5.000.000
beschikbaar €0
saldo 2005
2006
2007
€ 5.000.000€ 10.000.000€ 15.000.000-
Budget te beperkt voor aanvragen voor onderzoeks- en procesmanagement In onderstaande figuur is aangegeven hoe de gevraagde subsidie voor de onderzoeks- en procesmanagementprojecten zich verhoudt tot het beschikbare budget. Ook voor onderzoek en procesmanagement geldt dat er ieder jaar meer subsidie wordt gevraagd, dan dat er te besteden is, behalve in 2006. Daarnaast blijkt dat de verhouding tussen de gevraagde en toegekende subsidie voor onderzoeks- en procesmanagementprojecten per jaar nogal verschilt. In 2004 werd zo’n 50% van het gevraagde subsidiebedrag niet gehonoreerd, terwijl in 2007 slechts 15% van projecten niet kon worden toegekend.
22
Figuur e: saldo van gevraagde en beschikbare HIRB-subsidie voor OP-projecten € 1.400.000 € 1.200.000 € 1.000.000 € 800.000 € 600.000
gevraagd
€ 400.000
beschikbaar
€ 200.000
saldo
€0 € 200.000-
2005
2006
2007
€ 400.000€ 600.000€ 800.000-
Tweetal projecten ingetrokken Voor twee projecten waarvoor HIRB-subsidie was toegekend hebben de aanvragers inmiddels aangegeven dat geen gebruik zal worden gemaakt van de subsidie omdat de projecten niet zijn uitgevoerd. Deze twee projecten, beide uit de tender 2005, betreffen vijf verschillende aanvragen waarmee in totaal een subsidiebedrag van € 330.545 is gemoeid (F: € 231.910 en OP: € 98.635). De vrijgevallen budgetten komen weer beschikbaar in het UNA-fonds waaruit de HIRBbudgetten beschikbaar waren gesteld. Over de bestemming van de vrijgevallen bedragen is een nader besluit van GS/PS nodig. De bedragen blijven niet automatisch voor (een vervolg op) de HIRB-regeling gereserveerd.
3.4. Bijdrage aan gewenste resultaat In hoeverre zijn de gewenste resultaten zoals benoemd in het PIRB gehaald? In onderstaande wordt beschreven wat het resultaat is op de onderdelen: • Ondersteuning van revitalisering/herstructurering van in totaal 1.000 ha bruto bedrijventerreinen in 2004-2007; • Een over alle projecten gesaldeerd rendement van 15% ruimtebesparing in 2007; • Minimaal 10% van de door de provincie beschikbaar gestelde middelen moeten gerelateerd zijn aan milieuaspecten zoals beschreven in de deelverordening innovatief ruimtegebruik op bedrijventerreinen. In totaal 1.048 ha geherstructureerd bedrijventerrein De doelstelling om in de periode 2004-2007 1.000 ha bedrijventerrein moet worden aangepakt om te worden geherstructureerd is gehaald. Uit onderstaande figuur blijkt dat met de fysieke projecten op bestaande terreinen in totaal 1.048 ha wordt aangepakt om te worden geherstructureerd.
23
Figuur f: aantal ha herstructurering per jaar 1.200 1048 1.000 800 600 426 400 238
228
157
200 0 2004
2005
2006
2007
totaal
De tender in 2005 heeft de hoogste bijdrage aan de doelstelling opgeleverd van maar liefst 426 ha. De hogere bijdrage in 2005 laat zich verklaren door één zeer omvangrijk terrein in dat jaar. De jaren 2004 en 2006 leveren respectievelijk 228 ha en 238 ha op. De bijdrage in 2007 ligt fors lager. Deze lagere score komt omdat in dat jaar aan een project subsidie is verstrekt, maar dat project ook al eerder HIRB-subsidie had ontvangen. De hectares van dat project tellen in 2007 niet nog eens mee. In totaal 12% (130 ha) ruimtewinst geboekt In totaal is 130 ha ruimtewinst geboekt. In de periode 2004-2007 zijn in het kader van HIRB 1.082,1 hectares bedrijventerrein (zowel nieuw als herstructurering) aangepakt. De behaalde ruimtewinst gerelateerd aan het totaal aantal aangepakte hectares levert een ratio op van 12%. De doelstelling van 15% is net niet gehaald. Figuur g: aantal ha en percentage ruimtewinst geboekt per jaar en totaal 140
20%
130
120
18%
17,2%
16% 100
14% 12,0% 12%
11,7%
80
10,7%
10,2%
10%
52
60 40
8% 26
23
6%
29
4%
20
2%
0
0% 2004
2005
2006
ruimtew inst in ha
2007
totaal
ruimtew inst in %
24
Kijken we naar de bijdrage aan de ruimtewinst per jaar, dan valt vooral de piek in 2007 op. In 2007 wordt met de projecten ruim 17% ruimtewinst geboekt. In de eerste drie jaren van de tender lag de ruimtewinst tussen de 10% en 12%. Bij ruimtewinst moet worden bedacht dat het begrip hier op een beperkte, enge wijze is gedefinieerd. Een betere benutting van de ruimte door het terugbrengen van leegstand wordt in deze strakke definitie niet meegerekend als ruimtewinst. Ruim 15% van de middelen ingezet voor duurzame maatregelen Om duurzaamheid te waarborgen in de regeling is als doelstelling opgenomen dat minimaal 10% van de middelen ingezet moet worden voor duurzame maatregelen. In totaal is 15,3% van de middelen ingezet voor duurzame maatregelen. De doelstelling is dan ook gehaald. Ieder afzonderlijk jaar is de norm gehaald, met een enorme uitschieter in 2007. Deze laatste zorgt voor uiteindelijk voor een score van ruim anderhalf keer de norm. Figuur h: duurzame maatregelen per jaar € 25.000.000
15,3%
€ 20.000.000 € 15.000.000
Aandeel duurzame maatregelen Verstrekte FI-subsidies
€ 10.000.000
11,6% 13,4%
10,7%
25,9%
€ 5.000.000 €0 2004
2005
2006
2007
totaal
25
4. Kwalitatieve resultaten van de HIRB-regeling 4.1. Inleiding Naast de behaalde financiële resultaten en doelstellingen, is het van belang om inzicht te krijgen in de kwalitatieve resultaten van de HIRB-subsidie. Hierbij gaat het enerzijds om de kenmerken van de (gehonoreerde) aanvragen (o.a. regio, segment, omvang terreinen), zodat een duidelijk beeld kan worden geschetst van waar het geld naartoe is gegaan, de functionaliteit en de populariteit van de HIRB-regeling. Daarnaast wordt ingegaan op zowel het interne proces als het externe proces van de HIRB. Het interne proces is gericht op de samenwerking tussen sectoren, het aanvraagformulier en de manier waarop de deelverordening is vormgegeven. Het externe proces gaat over de relatie met de aanvragers, de adviescommissie en hun ervaringen met de HIRB-regeling. Hiermee geven we een beeld van de effectiviteit en de efficiency van de regeling. Deze analyse, gebaseerd op deskresearch en interviews, is een opmaat voor de aanbevelingen omtrent de nieuwe HIRB-regeling. In paragraaf 4.2 worden de uitkomsten van de kwalitatieve analyse van de aanvragen gepresenteerd. Vervolgens wordt in paragraaf 4.3 ingegaan op de effectiviteit van het in en externe proces. In paragraaf 4.4. wordt beschreven wat het oordeel is van de betrokken partijen over de huidige regeling, waarna paragraaf 4.5 inzicht geeft in de ideeën voor de nieuwe regeling. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de conclusies is paragraaf 4.6.
4.2. Kwalitatieve analyse HIRB-aanvragen In deze paragraaf wordt beschreven wat de kwalitatieve resultaten zijn naar regio, omvang van de terreinen, segmentering, gemeentegrootte, rechtsvorm en bestaande/nieuwe terreinen. De analyse heeft plaatsgevonden op projectniveau in plaats van aanvraagniveau, omdat er anders dubbeltellingen worden verricht. Concreet betekent dit als een project uit meerdere aanvragen bestaat en minimaal 1 van die aanvragen is gehonoreerd, de hele locatie eenmaal als gehonoreerd meetelt. Regiospreiding:in NHZ en NHN relatief ongeveer evenveel projecten toegekend Een van de criteria uit de deelverordening is dat er een evenwichtige verdeling van het beschikbare subsidieplafond moet zijn over de verschillende regio’s in Noord-Holland. Om hier een beeld van te krijgen is in onderstaande kaartbeeld aangegeven wat de regionale spreiding is van het totaal aan projecten en van de gehonoreerde projecten.
26
Kaart a Regionale spreiding van aangevraagde en toegekende projecten, inclusief toegekende bedrag per terrein
27
Het aantal gehonoreerde projecten is scheef verdeeld over Noord-Holland Noord (totaal 12) en Noord-Holland Zuid (totaal 42). Dit heeft te maken met het grote verschil in ingediende aanvragen (respectievelijk 22 en 78) en het verschil in aantal bedrijventerreinen in beide regio’s. Er zijn veel meer bedrijventerreinen in Noord-Holland Zuid. Hier staat tegenover dat het aandeel gehonoreerde projecten in Noord-Holland Noord en Noord-Holland Zuid evenwichtig is verdeeld over de regio’s. In beide regio’s zo’n 55% van de ingediende projecten ook gehonoreerd. Binnen de regio’s zijn verschillen aanwezig. In Waterland is bijvoorbeeld geen enkel project gehonoreerd en in West-Friesland en IJmond is aan zo’n 80% van de projecten subsidie toegekend. Gemeentegrootte: meerderheid projecten in grote en zeer kleine gemeenten toegekend Grote gemeenten dienen de meeste projecten in (tabel a). In de totale looptijd zijn er drie projecten ingediend die niet aan een bedrijventerrein gekoppeld waren. De grootte van de gemeenten heeft geen verband met de toekenning van subsidies. Door het grotere aantal projecten aangedragen door grote gemeenten wordt, absoluut gezien, ook aan deze gemeenten het grootste aantal toegekend. Afgezet tegen het aantal ingediende projecten is te zien dat zowel projecten van grote als van zeer kleine gemeenten in meerderheid worden gehonoreerd. Tabel a: totaal aantal projecten (=locaties) per jaar naar gemeentegrootte*, totaal gehonoreerd (absoluut en in %) Gemeentegrootte 2004 2005 2006 2007 Totaal Totaal % gehonoreerd aangevraagd gehonoreerd Groot 16 17 10 6 49 29 59% Middelgroot 10 8 2 3 23 10 43% Klein 8 7 2 4 21 10 48% Zeer klein 3 3 0 2 8 5 63% Niet van toepassing 3 0 0 0 3 0 0% Totaal 40 35 14 15 104 54 *) Groot > 100.000 inwoners, middelgroot 40.000-100.000 inwoners, klein 15.000-40.000 inwoners, zeer klein < 15.000 inwoners.
Omvang van de terreinen: grotere terreinen vaker gehonoreerd dan kleinere terreinen In hoeverre is de omvang van het terrein bepalend in de toekenning van subsidie? Deze vraag dringt zich op door het gewenste resultaat van in totaal 1.000 ha te herstructureren bedrijventerrein. Kleine bedrijventerrein dragen immers minder bij aan dit gewenste resultaat. Om hier antwoord op te geven is in onderstaande tabel het aantal (en aandeel gehonoreerde) projecten naar omvang van het terrein weergegeven. Tabel b: totaal aantal projecten per jaar naar omvang van de terreinen, totaal gehonoreerd (absoluut en in %) Omvang naar 2004 2005 2006 2007 Totaal Totaal % gehonoreerd categorie * aangevraagd gehonoreerd Groot Middelgroot Klein Zeer klein Overige
4 11 9 7 9
5 15 7 6 2
3 3 2 5 1
6 3 2 4
18 32 20 22 12
13 19 10 10 2
Totaal 40 35 14 15 104 54 *) < 10 ha zeer klein (zk); 10-30 ha klein (k); 30-80 ha middelgroot (m); > 80 groot (g); overig (o)
72% 59% 50% 45% 17% -
28
Uit de tabel blijkt dat de aanvragen voor bedrijventerreinen met een grotere omvang meer worden gehonoreerd dan een terrein met een beperktere omvang. Het aandeel gehonoreerde projecten neemt af, naarmate het terrein een kleinere omvang heeft. Van de projecten in de categorie groot wordt aan 72% subsidie toegekend en aan terreinen met een zeer kleine omvang slechts in 45% van de gevallen. Overigens ligt het aandeel gehonoreerde projecten verreweg het laagste bij niet-locatiegebonden projecten over de herstructurering van bedrijventerreinen in het algemeen. Dit zijn onder meer projecten die zich richten op duurzame maatregelen op alle Noord-Hollandse bedrijventerreinen of op ontwikkeling van een regionale visie van bedrijventerreinen. Segmentering: merendeel projecten gericht op gemengde terreinen Er kan alleen HIRB-subsidie worden aangevraagd voor de herstructurering van bedrijventerreinen. Kantoorterreinen of detailhandelclusters komen niet in aanmerking voor subsidie. Deze bedrijventerreinen worden in het PIRB onderverdeeld in gemengde en industrieterreinen. Om een beeld van de verdeling te krijgen, is het aantal projecten onderverdeeld naar segment. Tabel c: totaal aantal projecten per naar segment, totaal gehonoreerd (absoluut en in %) Segment 2004 2005 2006 2007 Totaal Totaal aangevraagd gehonoreerd Gemengd 25 23 9 10 67 34 Industrie 4 10 4 4 22 17 Kantoorterrein 1 0 1 0 2 1 Meerdere segmenten 7 0 0 0 7 2 Overig 3 2 0 1 6 0 Totaal
40
35
14
15
104
54
% gehonoreerd 51% 77% 50% 29% 0% -
Er worden voornamelijk projecten ingediend voor gemengde terreinen (67 projecten), gevolgd door industrieterreinen (22 projecten). Industrieterreinen hebben het hoogste honoreringspercentage (77%). Opvallend is dat in totaal voor twee kantoorterreinen een aanvraag is ingediend, waarvan een is goedgekeurd. Rechtsvorm: meeste projecten aangevraagd door publieke organisaties Vrijwel alle organisaties kunnen projecten indienen: overheden, bedrijven, bedrijvenverenigingen, Kamers van Koophandel, energie- en waterleveranciers, milieu- en maatschappelijke organisaties, projectontwikkelaars, samenwerkingsverbanden van bedrijven. Uit tabel d blijkt dat vooral projecten worden in gediend door publieke organisaties. Het projectbureau RES Gooi en Vecht waaraan ook Kamer van Koophandel deelneemt, zorgt in 2004 voor het hoge aantal ingediende projecten door PPS organisaties. Door de tijd heen vermindert het aantal ingediende projecten door PPS en private organisaties. Bij publieke organisaties vertoont het aantal ingediende projecten schommelingen met 2005 en 2006 als respectievelijk hoogte- en dieptepunt. Het hoogste aandeel gehonoreerde projecten is door publieke organisaties ingediend.
29
Tabel d: totaal aantal projecten per jaar naar rechtsvorm, totaal gehonoreerd (absoluut en in %) Rechtsvorm 2004 2005 2006 2007 Totaal Totaal % gehonoreerd aangevraagd gehonoreerd PPS 14 5 5 1 21 6 29% Privaat 8 7 3 0 18 8 44% Publiek 18 23 10 14 65 40 62% Totaal
40
35
14
15
104
54
52%
Meeste projecten beslaan bestaande terreinen Herstructurering en ruimtewinst kunnen op bestaande en nieuwe terreinen plaats vinden. De aantallen in tabel e geven aan dat de grote meerderheid van de projecten gaat over bestaande terreinen of bestaande bedrijventerreinen die worden uitgebreid. Na 2005 daalt het aantal projecten voor bestaande en nieuwe bedrijven aanzienlijk terwijl het aantal ingediende projecten voor bestaande terreinen met een uitbreiding door de tijd heen redelijk constant blijft. In elk van de categorieën wordt ongeveer de helft van de projecten gehonoreerd. Tabel e: totaal aantal projecten per jaar naar terreinsoort, totaal gehonoreerd (absoluut en in %) Bestaand of nieuw terrein 2004 2005 2006 2007 Totaal Totaal aangevraagd gehonoreerd Bestaand 29 26 7 7 69 35 Bestaand/uitbreiding/ nieuw 0 0 0 1 1 1 Bestaand met uitbreiding 7 3 6 5 21 11 Nieuw 4 6 1 2 13 7 Totaal
40
35
14
15
104
54
% gehonoreerd 51% 100% 52% 54% 52%
4.3. Beoordeling proces Op basis van een analyse van een twintigtal aanvragen ingediend tussen 2004 en 2007, interviews met de adviescommissieleden, aanvragers en met de interne projectgroep worden in deze paragraaf uitspraken gedaan over het proces rondom de HIRB-regeling. De belangrijkste uitkomsten hiervan zijn hieronder weergegeven.
HIRB regeling bekend bij potentiële aanvragers Medewerkers van de provincie nemen ruim voorafgaand aan de sluitingsdatum van de tender contact op met potentiële aanvragers, wat door hen wordt gewaardeerd. Daarnaast komen aanvragers ook via hun netwerk op de hoogte van het bestaan van de regeling en via hun zoektocht naar co-financiering voor herstructureringsplannen. Op z’n moment vindt men informatie op de website van provincie en rijk. Daarnaast hebben de aanvragers op kunnen doen bij de verschillende provinciale bijeenkomsten over HIRB. Toch blijken er na vier jaar HIRB nog altijd gemeenten te zijn die de HIRB-regeling niet kennen. In gesprekken van de gedeputeerde met gemeentebestuurders is dit naar voren gekomen. Hier is dan ook nog winst te behalen.
Informatie meestal lastig te vinden op internet De deelverordening wordt over het algemeen als helder beschouwd. Wel wordt door het merendeel van de aanvragers aangegeven dat de informatie op internet lastig te vinden is.
30
Eenmaal via het subsidieloket aangekomen bij het onderdeel over de HIRB-regeling, staan er verschillende documenten, waarvan de aanvrager niet precies weet welke relevant is. Ook wordt door een aantal aanvragers aangegeven dat er tegenstrijdigheden in de verschillende documenten zitten. Een enkeling zegt geen moeite te hebben met het vinden van de informatie en dat de website ook sterk is verbeterd ten opzicht van de beginperiode van de regeling.
Aanvragen vrij volledig ingevuld, maar kwaliteit laat geregeld nog te wensen over De aanvragers vullen het aanvraagformulier en de bijbehorende integrale afweging over het algemeen vrij volledig is (ca 90% van het formulier). Voor de aanvrager blijkt een aantal onderdelen lastig in te vullen, zoals een helder overzicht van de kostenstructuur, een beknopte samenvatting in slechts tien regels en het geven van inzicht in het aandeel duurzame maatregelen. Ook verzuimen aanvragers vaak om een meerdere projectomschrijvingen op te stellen, als ze ook voor meerdere projecten op een bedrijventerrein subsidie hebben aangevraagd. De kwaliteit ervan verschilt behoorlijk per aanvrager. De stelling dat de aanvragen in de loop der jaren in kwaliteit toe zouden moeten nemen, gaat niet op. Adviescommissieleden missen daarbij vaak scherpte in de aanvragen, onder andere veroorzaakt door de veelheid aan doelstellingen en criteria voor HIRB. Ze hebben het gevoel dat aanvragers teveel richting het gewenste resultaat toeschrijven, maar hierdoor de focus missen. Een kritische beoordeling is op zijn plaats vinden zij ook omdat de provincie forse bedragen beschikbaar stelt met de regeling. Door aanvragers is aangegeven dat de integrale afweging uitnodigt om van het project losstaande informatie toe te voegen. Het gevoel bestaat hierbij dat het niet toevoegen van deze informatie de kans op toekenning aanzienlijk vermindert.
Focus regeling en beoordelingscriteria niet bij iedereen helder Vanuit de aanvragers is een veel genoemde klacht, dat het niet duidelijk is op welke onderdelen ze beoordeeld worden. Het merendeel gaat er vanuit dat alleen de 15% ruimtewinst en hun bijdrage aan het behalen van 1.000 ha als criteria worden meegenomen. De overige dertien criteria kennen ze niet. Hierdoor hebben aanvragers het gevoel dat ze minder goed het aanvraagformulier kunnen invullen, minder goed kunnen focussen. Op het moment dat ze horen dat het om een vijftiental beoordelingscriteria gaat, geven ze allen aan dat dit teveel elementen zijn.
Gevraagde informatie niet altijd relevant voor subsidiebeoordeling De informatie die in het aanvraagformulier is opgenomen wordt voor een belangrijk deel ook gebruikt door de sector Subsidies of Economische Zaken. Echter, niet alle informatie die door de aanvrager geleverd wordt, wordt door de provincie benut. Denk hierbij bijvoorbeeld aan gegevens omtrent de bedrijfsvereniging in het aanvraagformulier en aansluiten bij de historie van het gebied in de integrale afweging. Tevens is niet voor iedereen duidelijk wat exact met bepaalde termen wordt bedoeld in de integrale afweging. De term duurzaamheid levert bijvoorbeeld verschillende invalshoeken op; duurzame energie, maar ook vitaliteit van een terrein. Hoogwaardig openbaar vervoersmanagement wordt vaak gebruikt om het parkeerbeleid uit te diepen. Daar komt bij
31
dat in de integrale afweging veel overlap in de vragen zit. Door verschillende aanvragers wordt dit opgelost door vragen samen te voegen en in een keer te beantwoorden.
Integrale afweging relevant, maar lastig in te vullen bij onderzoeks- en procesaanvragen Het geven van een integrale afweging op het projecten vinden aanvragers positief. Hierin kunnen ze verduidelijken wat ze van plan zijn met het project. Het is voor de beoordeling belangrijk om een overkoepelende visie te krijgen op de bedrijventerreinen. Een aantal adviescommissieleden geeft ook aan te zoeken naar het grotere geheel waarin herstructurering plaats vindt. Wat heeft de aanvrager voor ogen om vergelijkbare problemen in de toekomst te voorkomen? Het gaat wat hen betreft om duurzame kwaliteit vervlochten met ruimtewinst: voorkomen van nieuwbouw en behoud van bedrijvigheid. Een probleem bij het invullen van de aanvragen bestaat bij onderzoeks- en procesmanagementprojecten. Aanvragen voor fysieke verbeteringen, procesmanagement, onderzoek en innovatie bestaan uit dezelfde vragen, terwijl voor proces en onderzoek andere onderwerpen en overwegingen interessant kunnen zijn dan voor fysieke verbeteringen en innovatie. Ook geeft een groot deel van de aanvragers aan dat veel vragen nog niet zijn te beantwoorden voor onderzoeks- en procesmanagementprojecten. Daarom stelt een aantal commissieleden en de projectgroep van de provincie voor om in het aanvraagformulier en de bijbehorende integrale afweging onderscheid te maken in soort subsidie: het huidige formulier behouden voor fysieke investeringsprojecten en een beknopter formulier voor onderzoeks- en procesmanagementprojecten. Dat ondervangt ook het gevoel van enkele commissieleden dat informatie wordt toegeschreven naar het doel en dat er te veel gesproken wordt in plannen en voornemens.
Heldere structuur voor werkverdeling binnen provincie De werkverdeling vooraf en tijdens het aanvraagproces binnen de provincie wordt als helder ervaren. De beleidssector houdt zich bezig met het geven van toelichting op het doel van de regeling en het opstellen van preadviezen voor de adviescommissie. De subsidiesector verstrekt meer informatie over de procedure, richt zich op het structureren van de aanvragen, de organisatie van de voortgang en formele toekenning van aanvragen. De adviescommissie ondervindt geen problemen met de werkverdeling tussen Subsidies en Economie.
Extra informatievraag na indiening wordt als terecht beoordeeld Veel aanvragers krijgen vanuit Subsidies een verzoek om aanvullende informatie aan te leveren. Hiervoor is een termijn van twee weken beschikbaar. Ook al betekent dit meer werk voor de aanvragers, ze beoordelen dit positief. Ze vinden het terecht dat er vanuit de provincie scherp wordt toegezien op volledigheid en duidelijkheid van de aanvraag.
Adviescommissie is een goed instrument voor objectieve beoordeling De provincie is positief over de beoordeling van de aanvragen door de Adviescommissie. Het is een goed instrument om te komen tot een onafhankelijk oordeel. De leden benoemen elk hun eigen invalshoek waarmee ze een aanvraag beoordelen. Door de diversiteit van de leden wordt de breedte van de regeling afgedekt in de beoordeling, maar geen van de leden heeft het complete overzicht. Sommige leden verwachten van de provincie meer
32
(bestuurlijke) sturing op het relatieve belang van criteria en anderen geven aan dat er meer focus mag op de doelstelling en criteria.
Het besluit valt: kort maar krachtig contact, meer behoefte aan verduidelijking Na het besluit nemen de subsidiemedewerkers contact op met de aanvragers, indien de aanvraag niet is toegekend. Deze aanvragers waarderen het dat men zo snel het besluit hoort. Zowel in het telefoongesprek als in de brief wordt beperkt in gegaan op de reden waarom geen subsidie wordt toegekend. Een veel benoemde reden is de relatief lage positie in de rangorde van alle ingediende aanvragen. Aanvragers halen hier weinig uit voor een nieuwe poging in het jaar daarop. De onderbouwing van de commissieleden biedt hiervoor soms ook te weinig soelaas. Daarnaast hebben ook de aanvragers die wel een toekenning hebben gekregen behoefte aan een mondelinge toelichting.
Na het besluit wordt het rustig Vanuit de provincie – sector Subsidies – wordt voornamelijk contact onderhouden met de aanvragers vanwege de voortgangsrapportage die men moet indienen. Dit wordt als een makkelijk in te vullen formulier gezien. Aanvragers merken op dat de provincie soepel omgaat met de rapportages en de inlevertermijnen, hetgeen men prettig vindt. De voortgangsrapportage wordt voornamelijk gebruikt om de planning te volgen en eventueel uitstel van subsidie te verlenen. Een minpunt is echter dat er buiten de contacten rondom de voortgangsrapportage weinig belangstelling bestaat vanuit de provincie, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Via de werkbezoeken van gedeputeerde Bond wordt al wel een stap in de goede richting gezet. Aanvragers hebben meer behoefte aan belangstelling voor hun project.
Kennis delen en effectmeten wordt sterk gemist Vanuit verschillende invalshoeken wordt kennis delen als grote inspirator gezien. Het verspreiden van goede voorbeelden van aanvragen, gerealiseerde projecten en de gekozen oplossingen levert kwalitatief betere aanvragen op. Kennisvorming moet worden gestimuleerd. Ervaringen van de Taskforce Ruimtewinst kunnen hierin ook een rol vervullen. De aanpak en inhoud van projecten en de beoordeling van aanvragen kan verbeteren door kennisoverdracht te organiseren tussen gemeenten, tussen gemeenten en provincie en tussen de adviescommissie en medewerkers van de provincie. Kennis delen heeft ook als positief gevolg dat er meer aandacht geschonken wordt aan de positie van de regeling ten opzichte van andere Europese, nationale of provinciale regelingen.
4.4. Oordeel over de huidige regeling Hieronder wordt de meer inhoudelijke beoordeling van de huidige regeling weergegeven. Tevens worden hierbij ideeën gegeven voor de nieuwe regeling. De uitkomsten zijn gebaseerd op interviews met de gedeputeerde, adviescommissieleden, aanvragers en de projectgroep van de provincie.
33
HIRB levert zichtbaar positieve bijdrage aan bedrijventerreinen In het gesprek met de gedeputeerde en met aanvragers komt naar voren dat de HIRB een positieve bijdrage levert aan het realiseren van herstructurering op bedrijventerreinen. Op verschillende plekken is door maatregelen de veiligheid op bedrijventerreinen toegenomen, ruimtewinst gerealiseerd, de leegstaand gedaald, het aantal deelnemers aan ondernemersverenigingen gestegen en het aanzicht van het terrein sterk verbeterd. Regeling wordt breed gesteund Aanvragers, provincie (zowel ambtelijk als bestuurlijk) en de leden van de adviescommissie zien allen het belang van herstructurering van bedrijventerreinen en de mogelijkheden die er liggen. Dat de provincie hiervoor aanzienlijke bedragen ter beschikking stelt, wordt gewaardeerd. Ook het integrale karakter van de regeling spreekt aan. Wel onderstreept een aantal dat subsidies gezien moeten worden als stimuleringsbijdrage of om andere partijen over de drempel te helpen. Het is geen stoplap om het ontbreken van gemeentelijke middelen voor herstructurering op te lossen. Kritische kanttekeningen bij ruimtewinstpercentage; percentage handhaven, maar aanvullen met duurzaamheiddoelstelling Het ruimtewinstpercentage zou niet doorslaggevend moeten zijn voor de toekenning van subsidie, maar is wel een terechte en belangrijke streefwaarde die moet worden gehandhaafd. Dat is de boodschap die uit de interviews naar voren is gekomen. Naast het realiseren van ruimtewinst, is van belang om een andere krachtige doelstelling te formuleren op het gebied van duurzaamheid. Bedrijventerreinen aantrekkelijk houden via goed beheer, verrommeling van het landschap tegengaan, realiseren van duurzame kwaliteit en vitale terreinen; daar zou het om moeten gaan volgens de geïnterviewden. Het realiseren van ruimtewinst is daarin één van de elementen. De definitie van ruimtewinst moet niet te eng worden gehanteerd. Het doel moet zijn dat door ingrepen op een bestaand terrein, op andere plekken minder nieuwe ruimte hoeft te worden gerealiseerd. Dit kan via stapelen van gebouwen, maar ook via het verlagen van de leegstand, het plaatsen van meerdere kleine panden op de plek waar voorheen een groot pand stond etc. Verschillende aanvragers geven aan dat het percentage niet moeilijk te halen is, anderen vinden van wel. Alleen is het behalen van dat percentage vaak in een hun eigen visie niet een specifiek doel. Het doel is over het algemeen het creëren van duurzame kwaliteit op een bedrijventerrein. Een niet gewenst effect van het creëren van ruimtewinst is het idee dat groen op een terrein moet worden opgeofferd of dat wegen moeten worden versmald. Ook is er op oude bedrijventerreinen met veel MKB-bedrijven vaak al sprake van een forse bebouwingsgraad. Op dergelijke terreinen is het bijna onmogelijk om ruimtewinst te realiseren. Naast de kritische kanttekeningen zijn er ook voldoende positieve geluiden voor het behoud van dit percentage. Het zorgt voor het streven om niet meer dan noodzakelijk nieuwe bedrijventerreinen aan te leggen en de ruimtewinstdoelstelling levert hier een positieve bijdrage aan.
34
Doelstelling van 1.000 ha staat subsidiering van kleine bedrijventerreinen in de weg Zoals ook al is gebleken uit de analyse van de toegekende projecten, is het voor kleine bedrijventerreinen lastig om HIRB-subsidie toegekend te krijgen. Dit heeft ermee te maken dat deze qua omvang kleine terreinen, niet goed scoren op de doelstelling van 1.000 ha te herstructureren terrein. Deze kleine, vaak binnenstedelijke, bedrijventerreinen zijn echter erg belangrijk voor de economie in steden en in het landelijk gebied. Juist de kleinere gemeenten kunnen een provinciale bijdrage voor herstructurering goed gebruiken. Het is dan ook belangrijk dat ervoor wordt gezorgd dat de HIRB-regeling ook voor kleine bedrijventerreinen toegankelijk wordt. Vraagtekens bij HIRB voor nieuwe bedrijventerreinen Vanuit de adviescommissie, de aanvragers en het bestuurlijk apparaat van de provincie is aangegeven dat de HIRB-subsidie niet bedoeld moet zijn voor nieuwe bedrijventerreinen. Bij de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen zijn de gemeenten zelf verantwoordelijk voor het realiseren van intensief ruimtegebruik en parkmanagement. Hiervoor is ook voldoende geld begroot. HIRB moet dan ook alleen gebruikt worden voor bestaande terreinen, waarbij het geregeld gaat om zeer forse investeringskosten. Parkmanagement moet een voorwaarde worden voor toekenning HIRB Om duurzaamheid en vitaliteit van een bedrijventerrein na herstructurering te behouden, is beheer van een terrein via parkmanagement noodzakelijk. Veel geïnterviewden hebben benadrukt dat het hebben van parkmanagement een absolute voorwaarde is om in aanraking te komen voor HIRB-subsidie. Anders is de kans te groot dat een terrein na de forse en kostbare ingreep binnen enkele jaren weer wegglijdt naar een mindere kwaliteit.
35
5. Conclusies en aanbevelingen 5.1. Conclusies HIRB 2004-2007 HIRB levert zichtbaar positieve bijdrage aan bedrijventerreinen In het gesprek met de gedeputeerde en met aanvragers komt naar voren dat de HIRB een positieve bijdrage levert aan het realiseren van herstructurering op bedrijventerreinen. Op verschillende plekken is door maatregelen de veiligheid op bedrijventerreinen toegenomen, ruimtewinst gerealiseerd, de leegstaand gedaald, het aantal deelnemers aan ondernemersverenigingen gestegen en het aanzicht van het terrein sterk verbeterd. Beleid wordt breed gedragen Het beleid om bedrijventerreinen te herstructureren en daarvoor subsidie beschikbaar te stellen wordt breed gedragen binnen Noord-Holland. Dat beeld komt naar voren uit gesprekken met aanvragers, leden van de adviescommissie en de gedeputeerde. Meer subsidie gevraagd (€ 50 miljoen) dan dat er beschikbaar was (€ 25,3 miljoen) De steun voor en noodzaak van de regeling komt ook terug in de financiële gegevens. Van 2004 tot en met 2007 zijn 136 aanvragen ingediend voor ongeveer € 50 miljoen. Dat is aanzienlijk meer dan het beschikbare budget (€ 25,3 miljoen). Alleen in 2006 bleef het totaal gevraagde subsidiebedrag onder het beschikbare bedrag. In alle andere jaren was er sprake van een fors grotere subsidievraag dan subsidieaanbod. Gedurende de gehele periode is er zo’n € 25,2 miljoen aan subsidie toegekend. HIRB-subsidie meest populair voor procesmanagementprojecten Over de gehele periode zijn de meeste aanvragen ingediend voor procesmanagement. Ook het aantal aanvragen voor onderzoeks- en fysieke projecten is relatief hoog. Aanvragen op het gebied van innovatief ruimtegebruik komen beperkt voor. Met fysieke projecten is per aanvraag grote bedragen gemoeid. In totaal is ruim € 22,8 miljoen van het HIRB-budget besteed aan fysieke projecten. Het budget voor onderzoeks- en procesmanagement is beperkter dan via de aanvragen wordt ingediend. Beoogde doelstellingen bijna allemaal gehaald De resultaten van de deelverordening zijn bijna allemaal behaald: 1.048 ha terrein is geherstructureerd (doelstelling 1.000 ha), ruim 15% van de middelen is ingezet voor duurzame maatregelen (doelstelling 10 %) en er is een percentage ruimtewinst van 12% behaald (doelstelling 15%). De ruimtewinst levert in totaal 130 ha nieuw uitgeefbaar terrein op. Ruimtewinst is niet overal gemakkelijk te realiseren en mede afhankelijk van de definitie van ruimtewinst. Het is echter een belangrijke streefwaarde om de aanleg van nieuw bedrijventerrein te voorkomen. In Zuid hebben meer projecten subsidie ontvangen dan in Noord In Noord-Holland Noord zijn in absolute zin minder aanvragen toegekend dan in NoordHolland Zuid. Dit heeft te maken met het feit dat Noord-Holland Zuid aanzienlijk meer bedrijventerreinen in absolute zin herbergt en hierdoor ook fors meer aanvragen heeft ingediend. In beide regio’s wordt zo’n 50% van de ingediende aanvragen toegekend.
36
Meeste subsidie naar grote bedrijventerreinen en bestaande terreinen De regeling blijkt in de praktijk een voorkeur te hebben voor grotere terreinen en bestaande terreinen. Dit wordt vooral veroorzaakt door de resultaatwensen van 1.000 ha te herstructureren terrein. Door deze wens is het vooral lastig voor kleinere bedrijventerreinen om subsidie toegekend te krijgen, terwijl er een grote opgave voor dergelijke terreinen ligt. Behoud van duurzame terreinen moet doel op zich zijn Naast het belangrijke doel van herstructurering en ruimtewinst is het doel van duurzaamheid (leefbaarheid of vitaliteit van een terrein) ook van groot belang, vooral in de beheersfeer. Na herstructurering moet er middels een beheerorganisatie c.q. parkmanagement voor worden gezorgd dat het terrein niet weer afvloeit naar een verloederd terrein. Herstructurering moet, ook in het doel van de regeling, nadrukkelijker gepaard gaan met duurzaam beheer en behoud van de leefbaarheid. Vraagtekens bij HIRB voor nieuwe bedrijventerreinen Voor veel partijen is het niet bekend dat de regeling ook subsidiemogelijkheden biedt voor nieuwe terreinen. Men ervaart dit overigens als overbodig: bij nieuwe terreinen zijn andere instrumenten zoals bestemmingsplannen aanwezig om efficiënt ruimtegebruik te stimuleren. Ook mag er vanuit worden gegaan dat gemeenten zelf de verantwoordelijkheid nemen voor intensief ruimtegebruik op hun terrein.
Regeling op veel plaatsen bekend; informatie nog vaak lastig te vinden De HIRB-regeling is voldoende bekend gezien vanuit de uitputting van het budget, het aantal aanvragen en de behaalde doelstellingen. Dat wil niet zeggen dat de informatie over de regeling en de aanvraag voor iedereen helder is. De informatie op internet vinden velen lastig te vinden, soms ook tegenstrijdig en bepaalde vragen in de integrale afweging zijn verwarrend. Ook zijn de beoordelingscriteria bij velen niet bekend. Informatievraag te groot voor onderzoek en procesmanagement In het aanvraagformulier en de integrale afweging moeten aanvragers veel verschillende invalshoeken van hun project belichten. Dit is vooral interessant en relevant voor de fysieke projecten en niet zozeer voor onderzoeks- en procesmanagementprojecten. In het geval van procesmanagement- en onderzoeksprojecten is namelijk een aantal vragen nog niet te beantwoorden, juist omdat deze nog onderzocht moeten worden. De diversiteit vertroebelt ook de beoordeling van de projecten. Adviescommissie is een goed instrument voor objectieve beoordeling De organisatie van de beoordeling, zowel binnen als buiten de provincie met een onafhankelijke adviescommissie, is helder en levert geen problemen op. Het inzetten van een adviescommissie wordt als positief ervaren. Kennisuitwisseling verdient meer aandacht De aandacht van de provincie vermindert aanzienlijk na het besluit over de aanvraag. De toelichting op het besluit geeft weinig informatie over de achtergrond van het positieve of negatieve besluit. Er wordt hooguit contact gehouden over de voortgang van het project, terwijl er bij aanvragers behoefte is aan meer contact, ook om kennis uit te wisselen.
37
Kennisuitwisseling over succesvolle projecten en uitvoering wordt door veel partijen gewaardeerd.
5.2. Aanbevelingen HIRB 2008-2011 7. Behoud 15% ruimtewinst als streefwaarde Het ruimtewinstpercentage zou niet doorslaggevend moeten zijn voor de toekenning van subsidie, maar is wel een terechte en belangrijke streefwaarde die moet worden gehandhaafd. Het is van grote waarde om de aanleg van nieuw bedrijventerrein te voorkomen en deze doelstelling dient voort te bestaan in de nieuwe regeling. De definitie van ruimtewinst moet niet te eng worden gehanteerd. Het doel moet zijn dat door ingrepen op een bestaand terrein, op andere plekken minder nieuwe ruimte hoeft te worden gerealiseerd. 8. Schrap herstructureringsopgave in hectaren Om de regeling toegankelijker te maken voor kleinere bedrijventerreinen, wordt geadviseerd om in de nieuwe regeling geen doelstelling in hectaren op te nemen voor te herstructureren terrein. De doelstelling van 1.000 ha te herstructureren bedrijventerrein staat namelijk de subsidiering van kleine bedrijventerreinen in de weg, omdat ze een kleine bijdrage leveren aan het realiseren van het doel. Op de kleine terreinen ligt echter nog een grote opgave. Ze zijn ook vaak gelegen in kleinere gemeenten en navenant beperkte budgetten voor herstructurering. 9. Maak duurzaam beheer van bedrijventerreinen een tweede doel van HIRB-regeling Om duurzaamheid en vitaliteit van een bedrijventerrein na herstructurering te behouden, is beheer van een terrein via parkmanagement noodzakelijk. Parkmanagement c.q. een beheerorganisatie moet een voorwaarde worden om in aanraking te komen voor HIRBsubsidie. Anders is de kans te groot dat een terrein na de forse en kostbare ingreep binnen enkele jaren weer wegglijdt naar een mindere kwaliteit. In de nieuwe regeling moet daarom naast ruimtewinst, de nadruk komen te liggen op het beheer van bedrijventerreinen via parkmanagement. Juist ook toekomstgericht beheer van een terrein, betrokkenheid van ondernemers, vormt onderdeel van duurzaamheid en blijvende vitaliteit van een terrein. 10. Richt HIRB alleen op bestaande bedrijventerreinen We bevelen aan om HIRB alleen te gebruiken voor bestaande bedrijventerreinen. Bij nieuwe bedrijventerreinen heeft de gemeente instrumenten zoals het bestemmingsplan tot haar beschikking staan om intensief ruimtegebruik, innovatie en duurzaamheid te stimuleren. Gemeenten zijn hier ook zelf verantwoordelijk voor. Hiervoor is ook voldoende geld begroot. 11. Stel gezamenlijk aanpak bedrijventerrein door alle betrokkenen als voorwaarde voor subsidie De subsidiebedragen zijn aanzienlijk, zeker voor fysieke verbeteringen. Door bij de subsidieaanvraag te vragen om een gezamenlijke aanpak door alle betrokken partijen (bedrijven, gemeenten en andere organisaties) wordt de kans op langdurig effect van de subsidie vergroot. 38
12. Informeer uitgebreid, concentreer aanvraag op essentie van regeling en soort subsidie De nieuwe regeling moet uitgebreid onder de aandacht worden gebracht van potentiële aanvragers. Om het aanvraagformulier en de integrale afweging nog gebruiksvriendelijker te maken, wordt aanbevolen om beide tegen het licht te houden: welke informatie is noodzakelijk voor een goede beoordeling. Om het aanvraagformulier meer toegespitst te maken op het type subsidie, stellen we voor om in het aanvraagformulier en de bijbehorende integrale afweging onderscheid te maken in soort subsidie: het huidige formulier behouden voor fysieke investeringsprojecten en een beknopter formulier voor onderzoeks- en procesmanagementprojecten. Dat ondervangt ook het gevoel van enkele commissieleden dat informatie wordt toegeschreven naar het doel en dat er te veel gesproken wordt in plannen en voornemens. 13. Stimuleer kennisuitwisseling
De provincie moet als spil fungeren om kennisuitwisseling te stimuleren. Herstructurering is geen eenvoudige opgave en het kost veel inspanning om het te realiseren. Ervaringen van anderen kunnen helpen om struikelblokken te omzeilen. Het thema duurzaamheid kan zich ook ontwikkelen in de praktijk. De provincie kan hierin een grote rol spelen door zelf projectlocaties te bezoeken en andere gemeenten en partijen hierbij uit te nodigen. Ook is de website een goed middel om informatie te delen. De kwaliteit van aanvragen zou geholpen zijn met voorbeeldaanvragen die op internet beschikbaar zijn. Aanvragers krijgen zo gevoel voor de diepgang en richting van de te leveren informatie.
39
Bijlage 1. Overzicht gesubsidieerde projecten 2004
PROJECT Middenhavengebied, Velsen Kanaalzone, Alkmaar Agribusinesscomplex Wieringermeer Achtersluispolder, Zaanstad De Pionier, Haarlemmermeer De Weeren, Haarlemmermeer Spoorzicht, Haarlemmermeer Overleek, Medemblik
FI 1.466.063 1.257.143 1.200.241 1.500.000
totaal
2005
2006
238.857 5.662.304
PROJECT Grote Hout/NAM, Velsen Krabbersplaat, Enkhuizen WCW, Amsterdam Hoogtij, Zaanstad Havengebied, Velsen Cornelis Douwesterrein, Amsterdam Amstel III, Amsterdam Media Wharf, Amsterdam Breekland, Langedijk Kolonel Palmkazerne, Bussum Boon Trade Int., Wervershoof Minervahaven, Amsterdam Parkmanagement Gooi en Vecht Crailo, Hilversum-Laren-Bussum Meerlaag Autodistributiecentrum, Amsterdam Intelligent ruimtegebruik, Heerhugowaard Wijkermeerweg, Velsen Gooimeer Noord, Naarden totaal
FI 1.500.000 231.910 1.500.000 1.500.000 1.360.000 680.925 100.000 249.665
PROJECT Waarderpolder, Haarlem Spoorzicht, Haarlemmermeer HN80, Hoorn De Weeren, Haarlemmermeer Molletjesveer/Assendelft Noord, Zaanstad Markeur, Velserbroek Oosterzij, Heiloo Kinetisch Noord, Amsterdam Polderweggebied, Amsterdam Regiovisie, Gooi en Vecht Weesp Noord/Nijverheidslaan, Weesp Isaac Baarthaven, Zaanstad Riekerpolder, Amsterdam Bomen voor bedrijfsleven, Amsterdam
FI 1.500.000 477.000 310.800 128.000 1.500.000 100.000 587.405 100.000 335.287
totaal
7.122.500
5.038.492
OP 50.000 70.000 50.000 20.160 22.536 212.696
OP 75.000 57.950
38.994 44.025 32.500 11.810 40.204 25.000 40.685 68.000 25.000 50.000 64.493 12.449 586.110
OP 50.000 63.500 75.000 68.313 48.750 59.250 75.000 25.000 72.721 24.752 562.286
totaal 1.466.063 1.307.143 70.000 1.200.241 1.550.000 20.160 22.536 238.857 5.875.000
totaal 1.575000 289.860 1.500.000 1.500.000 1.360.000 719.919 144.025 249.665 32.500 11.810 40.204 25.000 40.685 68.000 25.000 50.000 64.493 12.449 7.708.610
totaal 1.500.000 .527.000 374.300 128.000 1.575.000 100.000 655.718 100.000 384.037 59.250 75.000 25.000 72.721 24.752 5.600.778
40
2007
PROJECT De Pijp, Beverwijk Molletjesveer/Assendelft Noord, Zaanstad Blaricummermeent, Blaricum Wijkermeerweg, Velsen Weesp Noord/Nijverheidslaan, Weesp Waarderpolder, Haarlem Spoorzicht, Haarlemmermeer Cruquius, Haarlemmermeer Jaagweg, Koggenland De Oude Werf, Heiloo Robbenplaat, Wieringermeer Legmeer, Amstelveen Werklandschappen Gooi en Vecht
FI 1.500.000 1.500.000 100.000 1.500.000 100.000 721.800
totaal
5.421.800
OP 75.000 75.000 69.100 75.000 25.000 50.000 75.000 56.500 50.000 30.600 21.222 602.422
totaal 1.575.000 1.575.000 169.100 1.500.000 175.000 721.800 25.000 50.000 75.000 56.500 50.000 30.600 21.222 6.024.222
41
Bijlage 2. Integraal afwegingskader Integrale afweging Als u een subsidie in het kader van de regeling Herstructurering en Innovatief Ruimtegebruik op Bedrijventerreinen wilt aanvragen, dan moet u een integrale afweging maken tussen de draagkracht van de locatie en de te nemen duurzaamheidmaatregelen. Duurzaamheid in de zin van economische ontwikkeling, maar ook in de zin van verantwoord voor milieu, ruimte en leefbaarheid. De provincie wil hiermee stimuleren dat bij het initiëren van nieuwe (herstructurerings)-projecten veel aandacht wordt besteed aan het implementeren van deze duurzame maatregelen. Checklist Om dit helder te verwoorden is onderstaande checklist opgesteld. Bij het aanvraagformulier moet een projectbeschrijving / projectplan worden gevoegd, waarin onderstaande aspecten worden toegelicht (ook indien een aspect niet van toepassing is, moet dit aangegeven en gemotiveerd worden). Deze aspecten worden meegewogen in de beoordeling en rangschikking van alle ingediende subsidieaanvragen. Hoogwaardigheid • Is getracht de woonfunctie op het terrein zoveel mogelijk te beperken? • Indien wonen op het terrein noodzakelijk is, is dan rekening gehouden met een goed samengaan van wonen en werken. M.a.w. is wonen goed ingepast én vormt de woonfunctie geen belemmering voor de toekomst? • Houdt het project rekening met de historie van het gebied (aanhaken op historische ontwikkeling en oude patronen)? • Wordt een optimale bereikbaarheid voor bedrijven en bewoners gegarandeerd? Duurzaamheid • Is getracht een goede landschappelijke inpassing te realiseren? • Wordt een goede leef- en werkkwaliteit gegarandeerd? • Is rekening gehouden met duurzame waterhuishouding? • Is rekening gehouden met duurzame energie? • Is rekening gehouden met een hoogwaardig voorzieningenniveau? • Is rekening gehouden met sociale veiligheid en criminaliteitspreventie? • Is rekening gehouden met milieuveiligheid? • Is rekening gehouden met verkeersveiligheid? • Is rekening gehouden met HOV / Vervoersmanagement? Intensief ruimtegebruik • Is getracht het terrein zo intensief mogelijk te benutten (efficiënte verkaveling en benutten van de randen van het terrein) en welke afwegingen zijn daarbij gemaakt? • Wordt meervoudig ruimtegebruik toegepast? • Is sprake van een selectief vestigingsbeleid / zonering / segmentering? Organisatie en beheer • Is organisatie en beheer na de uitvoeringsfase van het project georganiseerd? • Is de continuïteit van het project gewaarborgd en op welke wijze? 42
Financiën • Welke aanpassingen / maatregelen zijn genomen voor exploitatie in de toekomst ter voorkoming van de grootschalige revitalisering en financiële tekorten? Regionaal maatwerk • Draagt het project bij aan (het scheppen van) een gezonde en duurzame regionale economische groei, zoals geformuleerd in het betreffende RES-programma? • Sluit het project aan op de vraag in de regio (bijv. behoefte aan veel woon-werkeenheden of juist hoge kantoorcomplexen)? • In welke mate draagt het project bij aan de regionaal economische ontwikkeling? • In welke mate draagt het project bij aan de regionale behoefte tot herstructurering? • Kan dit project een voorbeeldfunctie vervullen voor herstructurering en/of innovatief ruimtegebruik? Geef aan waarom.
43
Bijlage 3. Lijst van geïnterviewde personen projectaanvragers: mevrouw L. Bekkema, gemeente Velsen de heer R. Bredewold (Interegion groep), namens gemeente Weesp mevrouw A. Busger, gemeente Haarlemmermeer de heer B.Cozijnsen, Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord de heer G. Geertsma, gemeente Beverwijk de heer N. Meester, gemeente Hoorn de heer C. Pen, gemeente Zaanstad de heer W. van der Plas (DWA installatie- en energieadvies), namens Markeur Beheer BV mevrouw C. Toering, gemeente Heiloo de heer M. Weel, gemeente Amsterdam adviescommissie: de heer C. Duijvestein, TU Delft de heer H. Gallagher, Milieufederatie Noord-Holland de heer D. Hulsebosch, Samenwerkende Kamers van Koophandel de heer S. Nijboer, MKB Amsterdam de heer A. Schuurmans, Vereniging Bedrijventerreinen Nederland de heer H. Slotema, Ministerie van EZ de heer P. Tordoir, Ruimtelijk Economisch Atelier Tordoir provincie Noord-Holland: de heer J. Bond, gedeputeerde EZ mevrouw M. Hendriks, adviseur subsidies de heer E. Rem, projectleider bedrijventerreinen mevrouw A. Reussink, adviseur subsidies mevrouw S. Stekelenburg, juridisch adviseur overig: de heer M. Droge, CEA BV
44
Bijlage 4. HIRB-rapportage tender 2007
Deelverordening Herstructurering en Innovatief Ruimtegebruik op Bedrijventerreinen
Resultaten Tender 1 maart 2007
Bedrijven geïntegreerd in geluidswal te Blaricum
45
Inhoud
pagina
Behandeling projecten
3
1.1 Inleiding
3
1.2 Doelstellingen HIRB
3
1.3 Communicatie over HIRB
3
1.4 Aantal aanvragen voor fysieke verbeteringen hoger dan 2006
4
1.5 Behandeling aanvragen
4
1.6 Effecten
7
Bijlage 1. Overzicht effecten gesubsidieerde projecten.
12
Bijlage 2. Te subsidiëren fysieke projecten.
10
Bijlage 3. Te subsidiëren projecten onderzoek en procesmanagement
14
Bijlage 4: leden externe adviescommissie HIRB
19
46
Behandeling projecten 1.1. Inleiding De deelverordening HIRB is na vaststelling door provinciale staten op 8 december 2003 gepubliceerd en sindsdien in werking. De besluitvorming door provinciale staten omvatte naast de vaststelling van de deelverordening ook het besluit om ten laste van de UNAmiddelen een krediet van € 23,5 miljoen beschikbaar te stellen voor de uitvoering van het Programma Innovatief Ruimtegebruik Bedrijventerreinen en de bijbehorende Deelverordening HIRB. De HIRB werkt met een jaarlijkse tender waardoor de ingediende projecten met elkaar kunnen worden vergeleken en de projecten die de grootste bijdrage leveren aan het bereiken van de doelstellingen kunnen worden geselecteerd. De eerste tender in 2004 van de deelverordening Herstructurering en Innovatief Ruimtegebruik op Bedrijventerreinen heeft geleid tot het indienen van 40 aanvragen, met een totale subsidievraag van € 14,3 miljoen. De tender in 2005 leverde 51 aanvragen op met een totale subsidievraag van 18,4 miljoen euro. Het beschikbare budget bedroeg in 2005 € 7,71 miljoen. De tender van 2006 kende 21 aanvragen met een totale subsidievraag van € 7,4 miljoen bij een beschikbaar budget van € 5,60 miljoen. Voor de tender 2007, de laatste van de lopende HIRB-regeling, zijn 22 aanvragen ingediend met een totale subsidievraag van € 11,2 mln. Voor deze tender is een budget beschikbaar van iets meer dan € 6 miljoen. 1.2 Doelstellingen HIRB Om voor subsidie in aanmerking te komen, moeten projecten bijdragen aan de doelstellingen van het HIRB: Tussen 2003 en 2007 wil de provincie 1.000 ha bestaande bedrijventerreinen herstructureren. Hierbij wordt uitgegaan van een ruimtebesparing van 15% in 2005. Tegelijkertijd wil de provincie aandacht voor Innovatief Ruimtegebruik, d.w.z. op een vernieuwende wijze omspringen met de schaarse ruimte. Het gaat hierbij om de ontwikkeling van duurzame terreinen, waarbij een goede inpassing in de omgeving een rol speelt. Minimaal 10% van de door de provincie beschikbaar gestelde middelen dient te worden ingezet op duurzame innovatieve maatregelen. In het HIRB staan de volgende speerpunten centraal: - efficiënt ruimtegebruik - bereikbaarheid - parkmanagement - innovatie in milieu en technologie - duurzame inpassing in de omgeving - veiligheid 1.3 Communicatie over HIRB Met het oog op de tender 2007 is op de volgende wijze gecommuniceerd over de deelverordening : • Direkte communicatie naar potentiële aanvragers en communicatie over de regeling via de regionale (RES-) projectbureaus. • Oproep voor opnieuw indienen projecten in NH-weekbericht en op de provinciale site. • Themabijeenkomst Herstructurering en Innovatief Ruimtegebruik op Bedrijventerreinen, georganiseerd op 26 januari 2006 te Alkmaar, in samenwerking met projectbureau
47
•
Masterplan Noordzeekanaalgebied en projectbureau Halter in Balans. Alle NoordHollandse gemeenten en ondernemersverenigingen die voor deze bijeenkomst zijn uitgenodigd zijn gewezen op de mogelijkheden van de subsidieregeling HIRB, en kregen via presentaties van gehonoreerde projecten een goede indruk van kansrijke projectvoorstellen. Themabijeenkomst HIRB, georganiseerd samen met de Samenwerkende Kamers van Koophandel op 16 november 2006 op de Waarderpolder te Haarlem. Met sprekers als Wim Derksen (directeur Ruimtelijk Planbureau) en Sylvo Thijsen (ceo Grontmij) werd een interessant programma met workshops (over HIRB-speerpunten) aangeboden voor gemeenten, ondernemersverenigingen en leden van Provinciale Staten. Uiteindelijk bezochten ruim 90 mensen de bijeenkomst.
1.4 Aantal aanvragen voor fysieke verbeteringen (herstructurering) fors hoger dan 2006. Voor de tender 2007 zijn 22 projecten voor subsidie aangemeld. Dit aantal is vergelijkbaar met 2006 toen 21 subsidieaanvragen werden ingediend. Wel is het aantal projecten gericht op fysieke verbeteringen veel meer dan 2006 (subsidievraag 2 keer het budget). Het budget voor projecten gericht op onderzoek/procesmanagement was voldoende ruim om bijna alle aanvragen te honoreren. 1.5 Behandeling aanvragen Bij het beoordelen van de projecten is als volgt gewerkt. De aanvragen zijn in twee categorieën ingedeeld: projecten die fysieke verbeteringen en/of innovatief ruimtegebruik betreffen en projecten m.b.t. onderzoek en/of procesmanagement. Bij de afdeling Subsidies zijn de aanvragen getoetst aan de subsidiecriteria die worden genoemd in artikel 3 van de deelverordening. Bij ongeveer een derde van de aanvragen moest aanvullende informatie worden geleverd. Daarnaast heeft de afdeling Subsidies gekeken naar de strikte voorwaarden die nu gehanteerd worden ten aanzien van de typering van de aanvrager (publieksrechtelijk of ondernemer) en de maximale subsidie die daarvoor beschikbaar wordt gesteld met het oog op voorkomen van ongeoorloofde staatssteun. Daarna is door de beleidssector ELT bekeken in hoeverre het project aandacht besteedt aan de doelstellingen en speerpunten van de regeling en andere criteria waarop de aanvragen worden gerangschikt. Het ambtelijke preadvies is vervolgens samen met de projectvoorstellen voorgelegd aan een externe beoordelingscommissie. Vijf leden van deze commissie (voor samenstelling zie bijlage 4) hebben via het verdelen van punten alle projecten gescoord. Hun gemiddelde score leverde de concept prioriteitenlijst op. De volgorde van de projecten op de prioriteitenlijst wordt bepaald door de mate waarin: 1) een activiteit betrekking heeft op herstructurering, duurzame maatregelen en innovatief ruimtegebruik; 2) een activiteit bijdraagt aan realisering van een gesaldeerd rendement van 15% ruimtebesparing in bruto hectare bedrijventerrein; 3) een activiteit bijdraagt aan realisering van herstructurering van in totaal 1.000 hectare bruto bedrijventerrein in 2007; 4) een evenwichtige verdeling van het beschikbare subsidieplafond over de verschillende regio’s in Noord-Holland plaatsvindt; 5) de activiteit zich verhoudt tot de Regionale Economische Stimuleringsprogramma’s (RES-programma’s);
48
6) de gevraagde subsidie in evenredige verhouding staat tot de aard en omvang van de beoogde resultaten van een activiteit; 7) een activiteit bijdraagt aan verbetering van de sociaal-economische ontwikkeling, de werkgelegenheid en het milieu in de regio; 8) een activiteit kan voorzien in een regionale behoefte aan herstructurering; en 9) een activiteit een voorbeeldfunctie vervult ten aanzien van herstructurering of innovatief ruimtegebruik. In een vergadering van de commissie op 24 april 2007 is vervolgens het definitieve advies over de prioriteitenlijst van de commissie aan Gedeputeerde Staten vastgesteld. Volgens de deelverordening moet over de aanvragen binnen 12 weken (na 1 maart) door Gedeputeerde Staten worden beslist. De beschikbare subsidieplafonds van respectievelijk € 5.421.800 voor projecten aangaande fysieke verbeteringen en/of innovatief ruimtegebruik, en € 602.422 voor onderzoeksprojecten en/of procesmanagement, bepalen welke projecten op de prioriteitenlijst subsidie ontvangen. Het bovenvermelde traject heeft geleid tot de uiteindelijke prioriteitenlijst met de daaraan gekoppelde subsidieverlening voor de onderstaande projecten. Hierbij moet worden opgemerkt dat de gevraagde subsidiebedragen voor respectievelijk het (fysieke) project Lelyweg Waarderpolder € 1.206.530 en voor het onderzoeksproject Werklandschappen Gooi en Vechtstreek € 47.828 bedroegen maar dat door het bereiken van de subsidieplafonds de toekenning van het volledige bedrag niet mogelijk was. Uiteindelijk ontstaat de volgende lijst (zie ook hoofdstuk 2): Projecten aangaande fysieke verbeteringen of innovatief ruimtegebruik 1. De Pijp, Beverwijk: Fysieke verbeteringen van in totaal 75 hectare door middel van middelzware herstructurering (revitalisering). De fysieke ingrepen hebben betrekking op: • het maximaal ontwikkelen van de havenfunctie; • het verbeteren van de bereikbaarheid op en rond De Pijp; • intensiveren van het ruimtegebruik en het herontwikkelen van verouderd • vastgoed; • beeldkwaliteit en buitenruimte, onder andere door het Fonds Gevelrenovatie; • het verbeteren van de milieukwaliteit, onder andere door realisatie van een • verbeterd gescheiden stelsel en een bergbezinkbassin; • het invoeren van parkmanagement en port security. 2. Molletjesveer en Assendelft Noord, Zaanstad: Herstructurering van in totaal 95 hectare verdeeld over twee bedrijventerreinen. De herstructurering bestaat uit het vergroten van de kwaliteit van de openbare ruimte, het verbeteren van de uitstraling van opstallen, intensivering van het ruimtegebruik, duurzame maatregelen, bereikbaarheid, verkeersveiligheid, invoeren Keurmerk Veilig Ondernemen en parkmanagement. In 2006 is eerder een subsidieaanvraag gehonoreerd. 3. Blaricummermeent, Blaricum: Bedrijvenpark Oever (12,3 ha) wordt een uniek nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein waarbij sprake is van innovatief hoogwaardig ruimtegebruik door de integratie van park, parkeren, bedrijven en geluidsscherm.
Ruimtewinst
Subsidie
10%
1.500.000
11%
1.500.000
26%
100.000
49
Innovatief Ruimtegebruik: In het project worden verschillende functies gecombineerd waardoor sprake is van innovatief hoogwaardig ruimtegebruik: • Bedrijfsgebouwen en een geluidsscherm (A27) worden geïntegreerd. • Een park, parkeerplaatsen en een geluidsscherm (A27) worden geïntegreerd (het geluidspark); • Het bedrijfsterrein achter de geluidsscherm wordt een combinatie van bedrijfsterrein en park waardoor een bedrijfspark ontstaat. De eerste fysieke maatregel die wordt uitgevoerd in relatie tot het innovatieve ruimtegebruik is de aanleg van het geluidspark. 4. Wijkermeerweg, Velsen: In samenhang met onderstaande maatregelen ervoor zorgen dat de bedrijvenstrook Wijkermeerweg (2,7 ha) duurzaam en vitaal wordt en onderdeel gaat uitmaken van De Grote Hout. Het project bestaat uit vier onderdelen: • wijziging van de ontsluiting; • verbetering van de stedenbouwkundige relatie met enerzijds nieuw/geherstructureerd bedrijvenpark De Grote Hout en anderzijds het bestaand/nieuw woongebied in Velsen Noord; • bedrijfssanering en amovering van bedrijfsbebouwing; • bouwrijp maken en terreininrichting.
40%
1.500.000
5. Bedrijventerrein Noord en Nijverheidslaan, Weesp: Vanaf mei 2007 wordt gestart met het opstellen en uitwerken van het uitvoeringsprogramma, hiertoe zullen met marktpartijen en ondernemers samenwerkingsverbanden worden aangegaan. Parallel zal de herstructurering van de twee bedrijventerreinen opgepakt worden. Dit houdt in dat de Nijverheidslaan getransformeerd wordt naar woningbouw en bedrijventerrein Noord fysieke verbeteringen ondergaat. Onderdeel innovatief ruimtegebruik: verdubbeling FSI langs randen van bedrijventerrein Noord (75 ha), door parkeervoorzieningen op het dak en inritvoorzieningen vanaf de nieuwe ontsluitingsweg.
21%
100.000
58%
721.800
6. Lelyweg Waarderpolder, Haarlem: Aan de westzijde van de Lelyweg te Haarlem liggen te herstructureren bedrijfskavels ter grootte van ca 4 ha. Het grondgebied is eigendom van de gemeente Haarlem. De aan de Oudeweg gelegen NV Spaarnelanden, de voormalige gemeentereiniging, kan aan de Industriehaven gesitueerd worden ter bevordering van de efficiency en logistiek (mogelijke afvoer van afval over water in de toekomst). Hiermee komt een groot deel van het huidige extensief gebruikte terrein vrij (2,3 ha). Dit kan benut worden t.b.v. een hoogwaardige invulling om de Oudeweg als hoofdas binnen de Waarderpolder de gewenste economische allure te bieden.
Totaal:
5.421.800
50
Projecten aangaande onderzoek en procesmanagement 1. Spoorzicht, Haarlemmermeer: onderzoek om te komen tot een realistisch businessplan om de mogelijkheden van de organisatie en financieringsvormen te verkennen en daarin een keuze te maken. 2. Blaricummermeent, Blaricum: procesmamangement en deelonderzoeken in relatie tot het beoogde innovatieve ruimtegebruik.om te komen tot een haalbaar ontwikkelingsplan ter uitwerking van de opgestelde visie. 3. De Pijp, Beverwijk: procesmanagement bij herstructurering en onderzoeken o.a. naar mogelijkheden voor combinatie met account-/parkmanagement “Grote Hout” in Velsen. 4. Cruquius, Haarlemmermeer: procesmanagement om uiteindelijk te komen tot parkmanagement voor het gehele terrein. 5. Innovatief Duurzaam Energieconcept Jaagweg onderzoek van een innovatief en duurzaam energieconcept voor het regionale bedrijventerrein Jaagweg. 6. Molletjesveer en Assendelft-Noord, Zaanstad: procesmanagement t.b.v. herstructurering en onderzoek om voor periode t/m 2020 te komen tot een breed gedragen, haalbaar en betaalbaar plan. 7. De Oude Werf, Heiloo: onderzoek om te komen tot ontwikkelingsvisie en procesmanagement t.b.v. de daaruit voortvloeiende deelprojecten. 8. Bedrijventerreinen Noord en Nijverheidslaan, Weesp: procesmanagement en onderzoek t.b.v. oprichting van een ondernemersfonds. 9. Robbenplaat, Wieringermeer: parkmanagement t.b.v. het vasthouden van de bereikte ruimtelijke en economische kwaliteit en het behoud van het terrein 10. Regionaal Bedrijvenpark Jaagweg: Procesmanagement moet leiden tot een bedrijvenpark dat een concrete vertaling geeft van de ambities van zowel provincie als partners in het project. 11. Legmeer, Amstelveen: procesmanagement bij een totale revitalisering 12. Werklandschappen Gooi en Vechtstreek: onderzoek en procesmanagement om te komen tot
Subsidie € 25.000,-
€ 69.100,-
€ 75.000,€ 50.000,€ 25.000,€ 75.000,-
€ 56.500,€ 75.000,€ 50.000,€ 50.000,€ 30.600,€ 21.222,-
een regionaal masterplan werklandschappen.
Totaal
€ 602.422,-
Eevnals bij de drie voorgaande tenders heeft ook bij de tender 2007 het merendeel van de gehonoreerde projecten betrekking op locaties in Noord-Holland Zuid. 1.6 Effecten Voor de beoordeling van het effect van de te subsidiëren projecten is uitsluitend gekeken naar de zes projecten die zijn gericht op fysieke maatregelen. De te subsidiëren projecten dragen op de volgende wijze bij aan het bereiken van de doelstellingen van de HIRB-regeling (zie bijlage 1 voor het effect per project): Herstructureren van 1000 ha bedrijventerrein: de zes projecten die zijn gericht op fysieke maatregelen (herstructurering en innovatief ruimtegebruik) omvatten in totaal 264 ha. Bij 251,7 ha hiervan betreft het herstructurering, bij 12,3 ha. (Blaricummermeent) gaat het om nieuw terrein. Van de geherstructureerde hectares heeft 95 ha betrekking op de terreinen Molletjesveer en Assendelft-Noord. Voor deze terreinen is ook in 2006 HIRB-subsidie verleend en deze hectares zijn toen al meegenomen in het totaal van geherstructureerde hectares. In 2007 kan hieraan dus nog 157 ha worden toegevoegd. Totaal is er nu subsidie verstrekt voor het herstructureren van 1048 ha bedrijventerrein. De doelstelling van 1.000 ha is hiermee ruim gehaald. 15 % ruimtewinst: De totale ruimtewinst van de zes fysieke projecten komt op 40 ha. Uitgedrukt in een percentage is dat 15,2%. De tranformatie van de Nijverheidslaan te Weesp is daarbij buiten beschouwing gelaten. Wordt deze meegerekend dan komt de ruimtewinst totaal op 9,7%. Bij een aantal projecten wordt intensiever ruimtegebruik bereikt door meer bruto vloeroppervlakte te realiseren op dezelfde grondoppervlakte (veelal door de hoogte in te gaan). Door deze intensivering kunnen de gebruikers van het bedrijventerrein meer met 51
dezelfde hoeveelheid grond en wordt daardoor de vraag naar nieuwe bedrijventerreinen minder. 10% van de middelen wordt besteed aan duurzame maatregelen: Bij alle projecten zijn duurzaamheidselementen meegenomen. Naast de invulling van zorgvuldig ruimtegebruik, zoals de innovatieve geluidswal bij Blaricum, betreft het maatregelen als verbeteren groene inpassing bedrijventerreinen, bodemsanering en een verbeterd gescheiden rioolstelsel. De totale subsidie die ingezet wordt voor duurzaamheidsmaatregelen is € 1.401.707,60 (25,9 %). In het kader van de zes projecten gericht op fysieke maatregelen worden projecten ondersteund met totale kosten van € 162.913.960,- . De subsidiebijdrage vanuit deze deelverordening, € 5.421.800,-, bedraagt bijna 3,3%. Het investeringseffect is dus erg hoog.
52
Bijlage 1: Overzicht effecten gesubsidieerde projecten. (fysiek) project
Ha
Ruimtewinst ha
subsidie
Totale kosten
Duurzame maatregelen
Bijdrage bedr.leven
Tender 2004 Zeehaven IJmuiden
30
6 (20%)
4.188.750,-
2 mln. voor gescheiden rioolstelsel (35%)
300.000
Alkmaar/Oudorp, Overdie Haarlemmermeer/Pionier Z’stad/Achtersluispolder Medemblik/Overleek W’meer De Weeren Spoorzicht Totaal2004:
73 20 94 11 (80) (34) (39,6) 228(1)
15 (20,5%) 21 (10%)
1.466.062,5 0 1.257.143,1.550.000,1.200.241,238.857,70.000,20.160,22.536,50 5,875 mln.
3.663.237,10 5.582.500,7.403.591,1.975.950,132.500,198.000,117.500,23.262.028,-
Duurzaamheidscans uitgevoerd bij bedrijven Milieuscans bij bedrijven/meervoudig ruimtegebruik onderzocht Parkmanagement 257.500 gezamenlijke faciliteit (botenlift) en opstellen BKP (35%) Parkmanagement, collectieve voorzieningen onderzocht Milieuscans bij bedrijven via parkmanagement Milieuscans bij bedrijven via parkmanagement 790.125 (35% van milieumaatregelen)= 13,44%
647.250 62.500 3.000 1.012.750
Tender 2005 Velsen/Grote Hout
27
14,63 (54,1%) 1.500.000,-
6.813.364,-
Enkhuizen/Krabbersplaat A’dam/WCW RON/Hoogtij Zeehaven IJmuiden A’dam/Corn.Douwes II
38 10 20
3,84 (10%) 231.910,-(5,5)5 (55%) 1.500.000,3,86 (19%) 1.500.000,1.360.000,-(3,5)7 (23%) 680.925,-
745.500,15.400.000,13.825.000,-
35% van terreininrichting (0,35x1.868.549,-) voor: intensief ruimtegebruik, duurzame waterhuish.maatregelen, duurzame energie(hergebruik restwarmte) 150.000 euro voor duurz. maatregelen bij bedr. (35%) Veel maatr. op energie-efficiency (22% CO2 reductie) en inzet duurz. energie Gesloten watersysteem, warmte/koude opslag
100.000
A’dam/A-2 zone A’dam/Mediawharf Totaal 2005
300 36 431
19,23 (6,4%) 100.000,-(1,7) (4,7%) 249.665,41,43=9,6% 7.122.500,(52,13=12,1 %)
648.800 9.470.363,58.720.019,-
15
5 (33%)
339.000
3.457.350
9 8
0,9 (10%) -
655.000 100.000
1.790.942 1.448.000
4,4 (11%)8 0,3 (19%)
477.000 100.000
1.575.000 657.500
Tender 2006 Stadsdeel Oost/Watergraafsmeer Heiloo/Oosterzij A’dam N/NDSM
15
Nieuw-Vennep/Spoorzicht 40 Velserbroek/Markeur 1,6
0,232 (2,1%)
23,23 (10,2%)
11.816.992
Bedrijfsgebonden waterbesparende maatregelen, duurzaamheidsscans, warmte/koude opslag Kosten voor intensief ruimtegebruik/verbeterde inpassing 150.000 euro Koude/warmte opslag 190.000 euro (35%) 825.492,15 (35% van milieumaatregelen)=11,6%
339.000 duurzame maatregelen (duurzame energie): warmtepompen en collectief warmtenet. Uitvoeren van milieuscans bij bedrijven en invullen duurzame energie bij bedr. 100.000 voor generatoren ombouwen om op plantaardige olie te kunnen draaien en om de kraan geschikt te maken om de windmolen erin te kunnen plaatsen Collectieve inkoop duurzame energie en milieuscans bij bedrijven 100.000 duurzame energie
1.348.000
557.500
Zaanstad/ Molletjesveer en 95 Assendelft-Noord Haarlem/Waarderpolder 6,5
(11,3%)
10,75
1.500.000
11.532.000
3,25 (50%)
1.500.000
17.142.478
H’meer/De Weeren Hoorn/Hoorn ‘80
2(34) 70
1 (50%) -9
128.000 310.000
518.000 888.000
Totaal 2006
239,1
25,6 (10,7%)
5.109.000
39.009.270
Tender 2007 Beverwijk/ De Pijp
75
7,5 (10%)
1.500.000
29.718.779
In kader van project Energie in planontwikkeling worden duurzame voorbeeldmaatregelen onderzocht en geïmplementeerd Duurzame maatregelen gericht op mobiliteit, duurzame energie, afval en waterhuishouding Milieuscans in het kader van parkmanagement parkmanagementorganisatie geeft ook invulling aan ecologische duurzaamheid 120.000 (Stimuleren gebruik fiets, openbaar vervoer, opzetten afvalmanagement(o.a. uitwisselen reststromen), energiemanagement (onderzoeken haalbaarheid benutten restwarmte/koude) 539.000= 10,6%
Aanleg verbeterd riolenstelsel (14 mln). Bij herontwikkeling verouderde panden moet worden voldaan aan gemeentelijke milieunormen voor o.a. duurzame energie. Gevelfonds voor opknappen panden (120.000). Totaal 48%duurzame maatregelen. Zaanstad/ Molletjesveer en (95)10 11 (11,6%)11 1.500.00 4.763.651 Project gestart om energieverbruik te minimaliseren en duurzame energie te Assendelft-Noord implementeren. Onderzoek naar toepasbaarheid van duurzame maatregelen op bedrijventerreinen die in dit kader een voorbeeldwaarde hebben. Blaricum/ Blaricummer12,3 3,2 (26%) 100.000 30.900.000 Warmte-koude opslagsysteem aangelegd. Verbeterde landschappelijke meent inpassing (100.000 subsidie hieraan gekoppeld). Innovatief hoogwaardig watersysteem. Velsen/ Wijkermeerweg 2,7 1 (40%) 1.500.000 4.350.000 Bij nieuwbouw gebouwgebonden energiemaatregelen. Milieuscans bij woningbouw via parkmanagement. Weesp/ Bedr.terr. Noord 7512 1512 100.000 86.175.000 Langs randen van het terrein meervoudig ruimtegebruik (100.000 subsidie en Nijverheidslaan hieraan gekoppeld). Door parkeren op het dak dragen betere klimaatbeheersing en een verlaging energiegebruik. Rekening wordt gehouden met aankomende richtlijnen basisveiligheidsnet. Haarlem/ Waarderpolder 4 2,3 (58%) 721.800 7.006.530 Binnen de bestaande duurzaamheidstrajecten, maar ook in het op te stellen (Lelyweg) bestemmingsplan voor dit gebied wordt de duurzaamheid in al zijn facetten geborgd (bodemsanering voor 3.447.947,-) Totaal 2007 264 40 (15,2%) 5.421.800 162.913.960 1.401.707,60 = 25,9% 1) Doelstelling vanuit milieubeleidsplan is 10 % ruimtewinst te behalen door intensivering. 2) Ruimtewinst door gezamenlijke botenlift 3) Momenteel wordt 20% van het terrein (5,4 ha) intensief gebruikt. Nieuw gebruik is 20 ha intensief: ruimtewinst is 14,6 ha. Daarbovenop is er nog ruimtewinst door intensiever gebruik (90-1005 bebouwingsdichtheid ipv 70%) 4) Ruimtebesparing tussen de 3,2 en 4,4 ha: gemiddeld 3,8 ha 5) Door toename van FSI van 0,6 naar 1 wordt 5,5 ha bedrijfsvloeroppervlakte uitgeefbaar gemaakt
54
6) Terreinwinst op kade is 5 ha(normale ruimtebehoefte 4 bedrijven)-1,25 ha (resterende ruimtebehoefte: 3,8 ha ruimtewinst aan niet uit te geven ha. Niet meegerekend de terreindieptewinst (diepte van 300 m ipv 600m) en verhoogde intensiteit (fsi van 0,5 ipv 0,1) 7) Door toename van FSI wordt bruto vloeroppervlakte verhoogd van 50.000 naar 85.000 (3,5 ha uitgeefbaar bvo) 8) Naar verwachting kan op het (oudere) westelijk deel een ruimtewinst van 17.500 m2 worden behaald (t.o.v. de huidige bebouwing van ca. 125.000 m2) en op het oostelijk deel een ruimtewinst van 10.000 m2 (t.o.v. de huidige bebouwing van ca. 125.000 m2). Dat betekent een ruimtewinst van 11%; uitgedrukt in bruto ha is dat 4,4 ha. 9) Door de maatregelen wordt het leegstandspercentage teruggebracht van 13 naar 3%. Als deze 10% ruimtewinst wordt meegeteld komt de totale ruimtewinst over alle projecten in 2006 uit op 13,6%. Technisch gezien wordt met het invullen van leegstand geen nieuwe ruimte toegevoegd aan het bedrijventerrein, waardoor het niet meegeteld is met de ruimtewinst. Daarentegen is het natuurlijk wel een goed voorbeeld van zorgvuldig ruimtegebruik. 10) Geherstructureerde hectares al eerder in 2006 meegeteld. 11) Ruimtebesparing tussen 7,25 en 10,75 ha: gemiddeld 9 ha. 12) Nijverheidslaan (15ha.) wordt getransformeerd naar woningbouw. De transformatie wordt gecompenseerd door 15 ha. ruimtewinst op bedrijventerrein Noord. Als het ruimteverlies door transformatie meegerekend wordt dan is de totale ruimtewinst over alle projecten in 2007 9,1%.
55
Bijlage 2. Te subsidiëren fysieke projecten 1. De Pijp, Beverwijk Aanvrager: gemeente Beverwijk Totale projectkosten: € 56.913.779 Subsidiebedrag: € 1.500.000 Subsidie wordt verleend, eindoordeel beoordelingscommissie: 8,8 Korte inhoud (samenvatting): Fysieke verbeteringen van in totaal 75 hectare door middel van middelzware herstructurering (revitalisering). De fysieke ingrepen hebben betrekking op: • het maximaal ontwikkelen van de havenfunctie; • het verbeteren van de bereikbaarheid op en rond De Pijp; • intensiveren van het ruimtegebruik en het herontwikkelen van verouderd vastgoed; • beeldkwaliteit en buitenruimte, onder andere door het Fonds Gevelrenovatie; • het verbeteren van de milieukwaliteit, onder andere door realisatie van een verbeterd gescheiden stelsel en een bergbezinkbassin; • het invoeren van parkmanagement en port security. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------11.Molletjesveer en Assendelft-Noord, Zaanstad Aanvrager: gemeente Zaanstad Totale projectkosten: € 11.447.664 Subsidiebedrag: € 1.500.000 Subsidie wordt verleend, eindoordeel beoordelingscommissie: 8,2 Korte inhoud (samenvatting): Herstructurering van in totaal 95 hectare verdeeld over twee bedrijventerreinen. De herstructurering bestaat uit het vergroten van de kwaliteit van de openbare ruimte, het verbeteren van de uitstraling van opstallen, intensivering van het ruimtegebruik, duurzame maatregelen, bereikbaarheid, verkeersveiligheid, invoeren Keurmerk Veilig Ondernemen en parkmanagement. In 2006 is ook een aanvraag toegekend.
9. Blaricummermeent, Blaricum Aanvrager: gemeente Blaricum Totale projectkosten: € 3.090.000 Subsidiebedrag: € 100.00 (innovatief ruimtegebruik) Subsidie wordt verleend, eindoordeel beoordelingscommissie: 7,4 Korte inhoud (samenvatting): Bedrijvenpark Oever wordt een uniek nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein waarbij sprake is van innovatief hoogwaardig ruimtegebruik door de integratie van park, parkeren, bedrijven en geluidsscherm. De aanvraag bestaat uit drie onderdelen: onderzoek, procesmanagement en innovatief ruimtegebruik. In het project worden verschillende functies gecombineerd waardoor sprake is van innovatief hoogwaardig ruimtegebruik: • Bedrijfsgebouwen en een geluidsscherm (A27) worden geïntegreerd. • Een park, parkeerplaatsen en een geluidsscherm (A27) worden geïntegreerd (het geluidspark); • Het bedrijfsterrein achter de geluidsscherm wordt een combinatie van bedrijfsterrein en park waardoor een bedrijfspark ontstaat. De eerste fysieke maatregel die wordt uitgevoerd in relatie tot het innovatieve ruimtegebruik is de aanleg van het geluidspark. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
56
13. Wijkermeerweg, Velsen Aanvrager: gemeente Velsen Totale projectkosten: € 4.350.000 Subsidiebedrag: € 1.500.000 Subsidie wordt verleend, eindoordeel beoordelingscommissie: 7,4 Korte inhoud (samenvatting): In samenhang met onderstaande maatregelen ervoor zorgen dat de bedrijvenstrook Wijkermeerweg duurzaam en vitaal wordt en onderdeel gaat uitmaken van De Grote Hout. Het project bestaat uit vier onderdelen: • wijziging van de ontsluiting; • verbetering van de stedenbouwkundige relatie met enerzijds nieuw/geherstructureerd bedrijvenpark De Grote Hout en anderzijds het bestaand/nieuw woongebied in Velsen Noord; • bedrijfssanering en amovering van bedrijfsbebouwing; • bouwrijp maken en terreininrichting. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------5. Bedrijventerrein Noord en Nijverheidsweg, Weesp Aanvrager: gemeente Weesp Totale projectkosten: € 86.175.000 Subsidiebedrag: € 100.000 (innovatief ruimtegebruik) Subsidie wordt verleend, eindoordeel beoordelingscommissie: 7,4 Korte inhoud (samenvatting): Vanaf mei 2007 wordt gestart met het opstellen en uitwerken van het uitvoeringsprogramma, hiertoe zullen met marktpartijen en ondernemers samenwerkingsverbanden worden aangegaan. Parallel zal de herstructurering van de 2 bedrijfsterreinen opgepakt worden. Dit houdt in dat de Nijverheidslaan getransformeerd wordt naar woningbouw en bedrijventerrein Noord fysieke verbeteringen ondergaat. Onderdeel innovatief ruimtegebruik: verdubbeling FSI langs randen van bedrijventerrein Noord, door parkeervoorzieningen op het dak en inritvoorzieningen vanaf de nieuwe ontsluitingsweg. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------8.Lelyweg Waarderpolder, Haarlem Aanvrager: gemeente Haarlem Totale projectkosten: € 7.006.530 Subsidiebedrag: € 721.800 Subsidie wordt verleend, eindoordeel beoordelingscommissie: 6,8 Korte inhoud (samenvatting): Aan de westzijde van de Lelyweg te Haarlem liggen te herstructureren bedrijfskavels ter grootte van ca 4 ha. Het grondgebied is eigendom van de gemeente Haarlem. De aan de Oudeweg gelegen NV Spaarnelanden, de voormalige gemeentereiniging, kan aan de Industriehaven gesitueerd worden ter bevordering van de efficiency en logistiek (mogelijke afvoer van afval over water in de toekomst). Hiermee komt een groot deel van het huidige extensief gebruikte terrein vrij (2,3 ha). Dit kan benut worden t.b.v. een hoogwaardige invulling om de Oudeweg als hoofdas binnen de Waarderpolder de gewenste economische allure te bieden.
57
Bijlage 3. Te subsidiëren projecten onderzoek en procesmanagement 10. Parkmanagement Spoorzicht, Nieuw Vennep Aanvrager: Gemeente Haarlemmermeer Totale projectkosten: € 160.280,,Subsidiebedrag: € 25.000,- (onderzoek) Subsidie wordt verleend, eindoordeel beoordelingscommissie: 7,2 (gemiddeld aantal punten; geen rapportcijfer) Korte inhoud (samenvatting): Op dit moment wordt Bedrijventerrein Spoorzicht in Nieuw Vennep geherstructureerd. Dit terrein wordt uitgebreid met Spoorzicht Noord, aangrenzend aan het bestaande bedrijventerrein. Om de kwaliteitsslag door herstructurering en uitbreiding te borgen wordt parkmanagement ingevoerd. De eerste stap is onderzoek om te komen tot een realistisch businessplan om de mogelijkheden van de organisatie en financieringsvormen te verkennen en om daarin een keuze te maken ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------9. Blaricummermeent, Blaricum Aanvrager: gemeente Blaricum Totale projectkosten: € 130.800 Subsidiebedrag: € 25.000 (onderzoek), € 44.100 (procesmanagement) Subsidie wordt verleend, eindoordeel beoordelingscommissie: 6,2 (gemiddeld aantal punten; geen rapportcijfer) Korte inhoud (samenvatting): Bedrijvenpark Oever wordt een uniek nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein waarbij sprake is van innovatief hoogwaardig ruimtegebruik door de integratie van park, parkeren, bedrijven en geluidsscherm. Voor het uitwerken van de Visie die is opgesteld door Johan Matser worden deelonderzoeken uitgevoerd om te komen tot een haalbaar ontwikkelingsplan. Deze onderzoeken staan alle in relatie tot het beoogde innovatieve ruimtegebruik. Het hoogwaardige karakter dat het bedrijvenpark krijgt en het innovatieve ruimtegebruik maken het tot een complex project waarvoor procesmanagement nodig is. -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1. Herstructurering De Pijp, Beverwijk Aanvrager: gemeente Beverwijk Totale projectkosten: € 273.000 Subsidiebedrag: € 25.000 (onderzoek), € 50.000 (procesmanagement) Subsidie wordt verleend, eindoordeel beoordelingscommissie: 6,0 (gemiddeld aantal punten; geen rapportcijfer) Korte inhoud (samenvatting): Er worden diverse onderzoeken uitgevoerd ten behoeve van de herstructurering van bedrijventerrein De Pijp; onder andere op het gebied van parkmanagement, milieusituatie en bodemsanering, en stedenbouw en inrichtingsmaatregelen openbare ruimte. Procesmanagement met als resultaten:: Een uitgevoerd palenplan waardoor een structurele capaciteitsverruiming voor de ‘board to board’overslag is gerealiseerd en de gebruikskwaliteit van de haven voor andere functies toeneemt. Verkeersmaatregelen: Upgrading van de interne ontsluitingsstructuur, waarbij met name de ontsluiting van het terrein vanaf de Parallelweg structureel wordt verbeterd. Daarnaast wordt de stroomfunctie van de Wijkermeerweg teruggebracht, zodat bedrijven beter bereikbaar zijn. Riolering: afkoppeling van 16 hectare bedrijventerrein door realisering van een verbeterd gescheiden stelsel en het terugbrengen van het aantal overstorten in de periode tot 2010. Realisatie van een aantal
58
begringsbezinkbassins in de gemeente, waarbij de kop van de haven in De Pijp nadrukkelijk als mogelijk locatie in beeld is. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------13. Parkmanagement Cruquius, Haarlemmermeer Aanvrager: gemeente Haarlemmermeer Totale projectkosten: € 39.387.000 Subsidiebedrag: € 50.000 (procesmanagement) Subsidie wordt verleend, eindoordeel beoordelingscommissie: 4,8 (gemiddeld aantal punten; geen rapportcijfer) Korte inhoud (samenvatting): Voor de versterking van bedrijventerrein Cruquius zoekt de Gemeente Haarlemmermeer naar structurele samenwerking tussen de betrokken partijen op het bedrijventerrein. De introductie van parkmanagement wordt gezien als voorwaarde voor succes. Het binden van partijen, met name bedrijven, in het bestaande en nieuw aan te leggen gebied met verschillende profielen is geen eenvoudige, maar wel een noodzakelijke opgave. Het opzetten van parkmanagement bestaat uit de volgende activiteiten: Organisatie, waaronder het opstellen van een actorenschema, het inrichten van een werkgroep en platform, het houden van werksessies en het uitwerken van convenanten; Inrichting, waaronder het opstellen van een handboek, een meerjarenbegroting, een beheerovereenkomst, een parkmanagementorganisatie, statuten en een huishoudelijk reglement; Behoefte-inventarisatie van diensten en services voor de gemeente, ondernemers, bewoners en eigenaren; Communicatie; Het opzetten van een dienstenpakket. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------7A. Innovatief Duurzaam Energieconcept Jaagweg Aanvrager: Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord Totale projectkosten: € 70.000 Subsidiebedrag: € 25.000 (onderzoek) Subsidie wordt verleend, eindoordeel beoordelingscommissie: 4,6 (gemiddeld aantal punten; geen rapportcijfer) Korte inhoud (samenvatting): Verkenning van de mogelijkheden en dit uitwerken tot een haalbare aanpak: het inventariseren van de eerdere projecten in Nederland; brainstormsessies met energie- en bedrijfseconomische specialisten; het uitwerken van ideeën tot een haalbaar concept me een centrale aanpak; Planvorming per locatie: het opzetten van een slagvaardige organisatie; uitrollen van het concept bij de verschillende bedrijventerreinen, te beginnen met de Jaagweg.
11.Revitalisering Bedrijventerreinen Molletjesveer en Assendelft-Noord Aanvrager: gemeente Zaanstad Totale projectkosten: € Subsidiebedrag: € 25.000 (onderzoek), € 50.000 (procesmanagement) Subsidie wordt verleend, eindoordeel beoordelingscommissie: 4,6 (gemiddeld aantal punten; geen rapportcijfer) Korte inhoud (samenvatting): De subsidie voor onderzoek is bedoeld voor nadere uitwerking van het uitvoeringsplan van Bureau Stedelijk Planning. Doel van dit onderzoek is om te komen tot een haalbaar en betaalbaar plan dat door de ondernemers breed wordt gedragen voor de periode tot en met 2020.
59
De subsidie voor procesmanagement is bedoeld voor ‘procesbegeleiding herstructurering’ ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------15. Herprofilering De Oude Werf, Heiloo Aanvrager: Gemeente Heiloo Totale projectkosten: € 96.500 Subsidiebedrag: € 25.000,- (onderzoek). € 31.500 (procesmanagement) Subsidie wordt verleend, eindoordeel beoordelingscommissie: 4,0 (gemiddeld aantal punten; geen rapportcijfer) Korte inhoud (samenvatting): Voor Bedrijventerrein De Oude Werf is gekozen voor herijking van de activiteiten, er gaat onderzoek uitgevoerd worden om te komen tot een ontwikkelingsvisie voor De Oude Werf. Onderdelen van het onderzoek vormen onder andere SWOT-analyses, positionering in de markt, overleg met lokale ondernemers, een programma van eisen en een actieprogramma. Welke deelprojecten er na het onderzoek zullen volgen, is op dit moment nog niet bekend. Uit het onderzoek verwacht men zeker een aantal acties die men nader uit zal werken, zodat men ook tot daadkracht kan komen. Via procesmanagement worden uitwerking, uitvoering en continuïteit van de nader te benoemen deelprojecten gewaarborgd. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------5. Herstructurering Bedrijventerrein Noord en Nijverheidsweg, Weesp Aanvrager: gemeente Weesp Totale projectkosten: € 702.800 Subsidiebedrag: € 25.000 (onderzoek), € 50.000 (procesmanagement) Subsidie wordt verleend, eindoordeel beoordelingscommissie: 3,6 (gemiddeld aantal punten; geen rapportcijfer) Korte inhoud (samenvatting):
Vanaf mei 2007 tot en met januari 2008 wordt gestart met het opstellen en uitwerken van het uitvoeringsprogramma. Hiertoe zullen met marktpartijen en ondernemers samenwerkingsverbanden worden aangegaan. De herstructurering bestaat uit 3 onderdelen: 1. herstructurering van de randen van Noord en de transformatie van de Nijverheidslaan; 2. een facelift van het binnengebied van Noord, parkmanagement en het aanstellen van een bedrijvenfunctionaris; 3. procedurele uitwerking door de gemeente Weesp. Onderzoek: Er wordt een ondernemerfonds opgericht, het onderdeel onderzoek omvat voorbereidingen, gesprekken en interviews. Het Grond- en ontwikkelbedrijf GES verzorgt: - de selectie van marktpartijen; - marktstudies en andere onderzoeken, zoals een exploitatieonderzoek, een procedureel onderzoek. Procesmanagement: Het onderdeel Procesmanagement bestaat uit: - het aanstellen van een procesmanager die de overall coördinatie voert; - onderhandelingen met verschillende partijen; - het maken van een basis intentieovereenkomst door Grond- en ontwikkelbedrijf GES; - het opstellen van het eerste jaarplan van het ondernemersfonds; - het uitwerken van bestemmingsplannen en detaillering van procedures. Parallel zal de herstructurering/transformatie van de twee bedrijventerreinen opgepakt worden.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
60
2. Parkmanagement Robbenplaat, Wieringermeer Aanvrager: Coöperatie Parkmanagement Wieringermeer Totale projectkosten: € 75.000 Subsidiebedrag: € 50.000 (procesmanagemet) Subsidie wordt verleend, eindoordeel beoordelingscommissie: 3,2 (gemiddeld aantal punten; geen rapportcijfer) Korte inhoud (samenvatting): Op bedrijventerrein Robbenplaat speelt parkmanagement een belangrijke rol in zowel het toekomstige beheer en onderhoud als de revitalisering. Het beoogde doel van het parkmanagement is het vasthouden van de bereikte ruimtelijke en economische kwaliteit en het behoud van het terrein, door het aanstellen van een procesmanager en –medewerkers. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------7B. Regionaal Bedrijvenpark Jaagweg Aanvrager: Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord Totale projectkosten: € 69.600 Subsidiebedrag: € 50.000 (procesmanagement) Subsidie wordt verleend, eindoordeel beoordelingscommissie: 2,8 (gemiddeld aantal punten; geen rapportcijfer) Korte inhoud (samenvatting): Resultaat is een bedrijvenpark dat een concrete vertaling geeft van de ambities van zowel provincie als de partners in het project. De procesmanager gaat samenwerking realiseren tussen betrokken partijen door: projectorganisatie; afspraken vastleggen in een exploitatieovereenkomst; een communicatieplan voor externe communicatie; het invoeren van parkmanagement, dat bijvoorbeeld zorgt voor beheer en onderhoud van de buitenruimte, beveiliging en gezamenlijke inkoop; het regelen van financiering; het bewaken van de kaders. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------2. Revitalisering Legmeer, Amstelveen Aanvrager: Gemeente Amstelveen Totale projectkosten: € 40.800 Subsidiebedrag: € 30.600 (procesmanagement) Subsidie wordt verleend, eindoordeel beoordelingscommissie: 2,4 (gemiddeld aantal punten; geen rapportcijfer) Korte inhoud (samenvatting): Procesmanagement bij een totale revitalisering van het bedrijventerrein Legmeer. Hierbij gaat het om: een kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte; een verbetering van de veiligheidssituatie; het realiseren van een aantal collectieve voorziening (bewegwijzering en afval).
61
Werklandschappen Gooi en Vechtstreek, 2e fase Aanvrager:Projectbureau RES Totale subsidiekosten: € Subsidiebedrag: € Subsidie wordt verleend, eindoordeel beoordelingscommissie: 0,4 (gemiddeld aantal punten; geen rapportcijfer) Korte inhoud Samenvatting): De hoofddoelstelling is het leggen van de basis voor een regionaal masterplan werklandschappen, door verfijning van het uitvoeringsprogramma en het ontwikkelen van instrumentaria om tot bindende afspraken te komen. Het beoogde masterplan omvat het totale regionale aanbod aan ruimte voor werk. Het onderdeel Onderzoek draagt bij aan het uitwerken van de overeenkomsten, verschillen en patronen naar regionaal beeld- en kaartmateriaal. De resultaten zullen zijn: een regionale kaart, ingekleurd met lokale toekomstplannen (ook gerelateerd naar tijd); een beschrijving van de ontwikkelcontouren; een regionale ‘schuifpuzzel’; een visualisatie van verschillen/overeenkomsten tussen huidige lokale toekomstplannen ter opzichte van de regionale visie. Het onderdeel Procesmanagement biedt: inzicht in keuzemogelijkheden om tot ruimtelijke inrichting van een regionaal masterplan werklandschappen te komen; inzicht in verschillen/overeenkomsten tussen huidige toekomstplannen op basis van lokale input ten opzichte van een regionaal toekomstbeeld; - advies met betrekking tot instrumentarium om tot organisatorische inrichting van het regionaal masterplan werklandschappen te komen; - een vergroot draagvlak onder gemeenten en bedrijfsleven
62
Bijlage 4. LEDEN BEOORDELINGSCOMMISSIE HIRB
Dhr. H. Slotema (Hans) Ministerie van Economische Zaken Lid Jansweg 15 2011 KL Haarlem 023 – 5530033
[email protected] Dhr. C.A.J. Duijvestein (Cees) Hoogleraar TU Delft Lid 015 2783168 Berlage weg 1 2628 CR Delft
[email protected] Dhr. A. G. M. Schuurmans (Albert) Vereniging Bedrijventerreinen Nederland Lid 01184 90940 Edisonweg 53 k 4382 NV Vlissingen
[email protected] Dhr. H.P. Gallacher (Hugh) Milieufederatie Noord-Holland Lid 075-6351598 Stationsstraat 38 1506 DH Zaandam
[email protected] Dhr. D. Hulsebosch (Dick) Samenwerkende Kamers van Koophandel Voorzitter 020-5314637 Postbus 2852 1000 CW Amsterdam
[email protected] drs. S. Nijboer (Sebastiaan) MKB Amsterdam Lid Basisweg 61 C 1043 AN Amsterdam 020-4486720
[email protected]
63