Evaluatie experiment ‘stemmen in een willekeurig stemlokaal’ tijdens het referendum over de Europese Grondwet op 1 juni 2005
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving Project Kiezen op afstand
Den Haag, 23 januari 2006
Voorwoord Dit rapport is de integrale samenvatting van de vier deelevaluaties die door de gemeenten Assen, Deventer, Heerlen en Nieuwegein zijn opgesteld. Deze deelevaluaties zijn geschreven naar aanleiding van het experiment ‘stemmen in een willekeurig stemlokaal’, dat gehouden is tijdens het referendum over de Europese Grondwet op 1 juni 2005. Deze samenvatting is als volgt opgebouwd. De achtergrond, doelstelling, onderzoeksvragen en onderzoeksopzet zijn onderwerp van hoofdstuk twee. De uitkomsten van het experiment komen aan bod in hoofdstuk drie. Onder meer gaan we in op de (meer)kosten van het experiment, de organisatie en de procesgang en de ervaringen van gemeenten, stembureauleden en uiteraard de kiezers. Hoofdstuk vier beschrijft de conclusies en geeft aanbevelingen voor een eventuele opschaling van het experiment.
Evaluatie van het experiment SWS bij het referendum over de Europese grondwet op 1 juni 2005
1
Inhoudsopgave Voorwoord......................................................................................................................... 1 Inhoudsopgave ................................................................................................................. 2 1 Verklarende woordenlijst ................................................................................................ 3 2 Inleiding........................................................................................................................ 4 2.1 Achtergrond project Kiezen op afstand (KOA)............................................................... 4 2.2 Experiment stemmen in een willekeurig stemlokaal....................................................... 5 2.3 Evaluatie experiment stemmen in een willekeurig stemlokaal ........................................ 5 2.4 Opzet evaluatie .......................................................................................................... 6 3 Verloop van het experiment............................................................................................ 7 3.1 Organisatie en procesgang.......................................................................................... 7 3.1.1 Stempas .................................................................................................................. 7 3.1.2 Het register van ingetrokken stempassen (RIS) ......................................................... 9 3.1.3 Knelpunten tijdens de uitvoering ............................................................................... 9 3.2 Informatieverstrekking aan stembureauleden en aan gemeenteambtenaren ................... 9 3.3 Informatieverstrekking aan de kiezers ........................................................................ 10 3.4 Oordeel kiezers ........................................................................................................ 11 3.5 Gemeentelijke kosten van het experiment .................................................................. 12 4 Conclusies en aanbevelingen........................................................................................15 4.1 Conclusies ............................................................................................................... 15 4.2 Aanbevelingen ......................................................................................................... 16 5 Bijlagen .........................................................................................................................17
Evaluatie van het experiment SWS bij het referendum over de Europese grondwet op 1 juni 2005
2
1 Verklarende woordenlijst Deelevaluatie
Evaluatie van het experiment uitgevoerd door de participerende gemeenten
Echtheidskenmerk Beveiligingskenmerk (bijvoorbeeld een hologram) aan de hand waarvan beoordeeld kan worden of de stempas authentiek (niet vervalst) is. Experimenteergemeenten De vier gemeenten (Assen, Deventer, Heerlen en Nieuwegein) die hebben deelgenomen aan het experiment ‘stemmen in een willekeurig stemlokaal’. Kiesgerechtigde Persoon waarvan is vastgesteld dat hij/zij voldoet aan de criteria van de Kieswet om te stemmen bij het Referendum over de Europese Grondwet. Kiezer
Persoon die heeft gestemd.
RIS
Gemeentelijk ‘register van ingetrokken stempassen’ waarin de nummers van alle ongeldige passen met bijhorende personalia zijn opgenomen.
Stempas
Gepersonaliseerde kaart met echtheidskenmerken met behulp waarvan in een willekeurig stemlokaal de stem kan worden uitgebracht.
Evaluatie van het experiment SWS bij het referendum over de Europese grondwet op 1 juni 2005
3
2 Inleiding 2.1 Achtergrond project Kiezen op afstand (KOA) Ontstaansgeschiedenis Op 4 oktober 2000 hebben de toenmalige ministers van Binnenlandse Zaken en 1 Koninkrijksrelaties (BZK) en voor Grote Steden- en Integratiebeleid (GSI) plannen ontvouwd om het stemproces in Nederland op termijn plaatsonafhankelijk(er) te maken door de inzet van informatie- en communicatietechnologie. Centraal in deze plannen stond een grootschalig experiment, waarbij de uitgebrachte stemmen zouden meetellen voor de uitslag van de verkiezing voor Provinciale Staten van maart 2003. In deze proef zou een niet nader bepaald aantal kiezers de gelegenheid moeten krijgen om 2 elektronisch te stemmen vanaf stemzuilen, geplaatst in openbare ruimten . 3
In februari 2002 hebben de ministers van BZK en voor GSI de Tweede Kamer gemeld dat de in 2000 gepresenteerde voornemens met de in 2000 geschetste voorwaarden, haalbaar waren. De bewindslieden namen de tijd om een aantal vraagstukken te doordenken. Een half jaar later, in juni 2002, hebben de ministers van BZK en voor GSI een brief over de 4 uitkomsten van hun heroverweging aan de Tweede Kamer gezonden. Hierin komen de bewindslieden tot de conclusie dat er een goede basis is gevonden om het project Kiezen op afstand te continueren en middels een groeipad het stemproces plaatsonafhankelijker te maken. De beide bewindslieden concludeerden dat de eerste stap kon worden gezet bij de verkiezing van de leden van het Europees Parlement in juni 2004. Tijdens deze verkiezing zou geëxperimenteerd worden met zowel het stemmen in een stemlokaal van eigen keuze als met het stemmen per PC en/of telefoon door Nederlandse kiesgerechtigden in het buitenland.
Wetgeving Het experimenteren tijdens verkiezingen waar de Kieswet op van toepassing is, vergt een wettelijke voorziening. Hierin is voorzien in de Experimentenwet Kiezen op Afstand (verder te noemen Experimentenwet of wet) die op 11 december 2003 in werking is getreden. Deze wet is geldig tot 1 januari 2008. Deze wet onderscheidt (artikel 1, eerste lid) twee soorten experimenten: a. experimenten met het oog op nieuwe voorzieningen die de kiesgerechtigden in Nederland in staat stellen in een stemlokaal naar keuze te stemmen b. experimenten met het oog op nieuwe voorzieningen die de kiesgerechtigden in staat stellen hun stem uit te brengen met behulp van informatie- en communicatietechnologie vanuit een andere plaats dan een stemlokaal. Deze mogelijkheden zijn nader uitgewerkt in het Experimentenbesluit Kiezen op Afstand (hierna: Experimentenbesluit of besluit) en de Tijdelijke experimentenregeling Kiezen op Afstand (hierna: Regeling).
1
TK 27400 VII, nr. 6 Niet zijnde stemlokalen 3 TK 28000 VII, nr. 50 4 TK 28000 VII, nr. 63 2
Evaluatie van het experiment SWS bij het referendum over de Europese grondwet op 1 juni 2005
4
Experimenten 2004 De minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties (BVK) heeft op 16 juni 2003 gemeenten benaderd met de vraag of ze wilden participeren in het experiment ‘Stemmen in een Willekeurig Stemlokaal’. Veertig gemeenten hebben aan die oproep gevolg gegeven. Na een loting heeft de minister voor BVK de gemeenten Assen, Heerlen, Deventer en Nieuwegein aangewezen als experimenteergemeenten. Voor de experimenten bij de verkiezing van de leden van het Europees Parlement in juni 2004 kwamen alleen gemeenten met meer dan 30.000 en minder dan 100.000 inwoners in aanmerking. Deze keuze werd gemaakt vanwege de mogelijke belasting van het experiment voor de gemeenten. Het aantal experimenten is gelimiteerd tot 4 experimenten om de experimenten beheersbaar te houden.
Experimenten 2005 De experimenten in juni 2004 zijn zodanig succesvol gebleken dat deze vier gemeenten, in het voorjaar van 2005 de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties hebben verzocht om deze experimenten te mogen herhalen bij het referendum over de Europese Grondwet. Bij schrijven van 12 april 2005 heeft de minister hiertoe toestemming verleend.
2.2 Experiment stemmen in een willekeurig stemlokaal Het experiment ‘stemmen in een willekeurig stemlokaal’ houdt in dat de kiezer binnen zijn eigen gemeente op de dag van stemming zelf kan bepalen in welk stemlokaal hij gaat stemmen. Daartoe heeft iedere kiesgerechtigde in de experimenteergemeenten een stempas gekregen in plaats van een oproepingskaart. Deze stempas maakt het mogelijk dat de kiezer in een ander stemlokaal stemt, dan het stemlokaal die door de gemeente aan de kiezer normaliter wordt toegewezen. Een stempas is niet meer, zoals de gebruikelijke oproepingskaart, enkel de officiële oproep om aan de verkiezing deel te nemen: het is het exclusieve bewijs voor de kiesgerechtigdheid van de betreffende kiezer. Dat brengt met zich mee dat uitsluitend kiezers die in het bezit zijn van de stempas kunnen stemmen. Het doel van het experiment is vastgelegd in het Experimentbesluit en luidt: a) nagaan of het stemmen in een willekeurig stemlokaal het deelnemen aan de verkiezing toegankelijker maakt voor de kiezers b) vaststellen of de organisatorische consequenties en de financiële en administratieve lasten voor de overheid in redelijke verhouding staan tot de meerwaarde die het stemmen in een willekeurig stemlokaal heeft voor de kiezer.
2.3 Evaluatie experiment stemmen in een willekeurig stemlokaal In artikel 53 van het Experimentenbesluit is voorzien dat de experimenten die op grond van de Experimentenwet plaatsvinden, worden geëvalueerd. De evaluatie dient primair om uitsluitsel te geven op de vraag of het experiment aan het gestelde doel heeft voldaan. Daartoe wordt in de evaluatie antwoord gegeven op de volgende vragen: - hoe oordelen de kiesgerechtigden over het stemmen in een willekeurig stemlokaal - wat zijn de ervaringen van de leden van het stembureau - wat zijn de organisatorische consequenties en de financiële en administratieve lasten
Evaluatie van het experiment SWS bij het referendum over de Europese grondwet op 1 juni 2005
5
De minister voor BVK is verantwoordelijk voor de uitvoering van de evaluatie. De minister voor BVK heeft een commissie ingesteld om een oordeel te geven over de wijze waarop de evaluatie door het ministerie van BZK wordt uitgevoerd. Tevens heeft de commissie tot taak te adviseren over de voortzetting van experimenten, dan wel de invoering van de voorzieningen waarmee is geëxperimenteerd.
2.4 Opzet evaluatie De vier gemeenten waar het experiment is gehouden hebben (ieder afzonderlijk) een evaluatie van het experiment uitgevoerd. De uitkomsten van deze deelevaluaties vormen de basis voor deze samenvattende evaluatie die door het ministerie van BZK is opgesteld. Het ministerie van BZK heeft de deelevaluaties naast elkaar gelegd en geanalyseerd. Het ministerie van BZK heeft bij de aanwijzing van de experimenteergemeenten aangegeven welke (evaluatie)vragen minimaal door de gemeenten beantwoord zouden moeten worden. Deze vragen zijn opgenomen in het document ‘Experiment Stemmen in een willekeurig stemlokaal binnen de eigen gemeente; Handreiking aan de gemeente’ (bijlage 4). De gemeenten waren vrij in het kiezen van een evaluatieopzet. De deelevaluatie van de gemeente Assen is gebaseerd op basisgegevens vanuit de gemeente en vanuit de stembureaus. Daarnaast zijn bij 892 kiezers enquêtes afgenomen. De enquête onder de stembureauleden kende een responspercentage van 29,8% en bestond uit vijf vragen die achtereenvolgens betrekking hadden op (i) het oordeel van de leden over de nieuwe wijze van stemmen, (ii) het oordeel over de nieuwe procedures, (iii) de vraag of het RIS dan wel het kiezersregister het beste beviel, (iv) de echtheidskenmerken van de stempas en (v) opmerkingen van stembureauleden. Ook is op alle stembureaus in Assen een telling bijgehouden van de aantallen stemmers en hun stemdistrict. De deelevaluatie van Deventer is grotendeels uitgevoerd door de gemeentelijke afdeling Onderzoek & Statistiek. Op de verkiezingsdag zelf (1 juni 2005) hebben enquêteurs van deze afdeling bij vier stembureaus 348 korte face-t o-face interviews gehouden met kiezers. Tot slot hebben de leden van alle 44 stembureaus in Deventer op de dag van de verkiezing een telling uitgevoerd van stemmers uit andere stemdistricten. Heerlen heeft enquêtes gehouden onder stembureauleden en kiezers. Ook heeft Heerlen per stembureau bijgehouden hoeveel kiezers er gestemd hebben, op welke manier (stempas, volmacht of kiezerspas) en wat hun stemdistrict was. De deelevaluatie van Nieuwegein is deels door de gemeente zelf en deels door een extern bureau uitgevoerd. Het experiment is geëvalueerd aan de hand van de ervaringen van de gemeentelijke ambtenaren (van de afdeling Burgerzaken), de kiezers en de voorzitters en leden van de stembureaus. Voor het onderzoek onder de kiezers is uit het kiesgerechtigdenbestand van de gemeente een steekproef getrokken van 1.000 personen, waarvan er 616 telefonisch zijn benaderd. Aan de resterende 384 personen is een schriftelijke vragenlijst toegestuurd. Uiteindelijk hebben 374 kiesgerechtigden deelgenomen aan de telefonische enquête en 113 aan de schriftelijke enquête. De ervaringen van de voorzitters en leden van de 36 stembureaus zijn geëvalueerd via een schriftelijke enquête.
Evaluatie van het experiment SWS bij het referendum over de Europese grondwet op 1 juni 2005
6
3 Verloop van het experiment Dit hoofdstuk beschrijft de resultaten van het experiment. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan bod: organisatie en procesgang, informatieverstrekking aan het stembureau en de kiezers, de ervaringen van de kiezers en de kosten van het experiment.
3.1 Organisatie en procesgang In de vier experimenteergemeenten is voor de organisatie van het experiment een aparte projectgroep gevormd. Hoofden Burgerzaken en projectleiders Verkiezingen zijn doorgaans als coördinatoren van een dergelijke projectgroep benoemd. De gemeentelijke organisaties hebben de volgende activiteiten uitgevoerd: - het ontwikkelen en verzenden van de stempas - het ontwikkelen en beheren van het register van ingetrokken stempassen (RIS) - het inbedden van het experiment in bestaande procedures - het organiseren van een voorlichtingscampagne - het informeren van stembureauleden en betrokken gemeenteambtenaren - het uitreiken van (vervangende) stempassen - het inrichten van stembureaus - het beheren van stemmachines - het bijhouden van de financiën - het evalueren van het experiment. Bij het experiment in 2004 zijn voor bovengenoemde activiteiten nieuwe procedures ontwikkeld die inmiddels binnen de reguliere organisatie zijn ingepast. De experimentgemeenten hebben dan ook de in 2004 gehanteerde draaiboeken voor het referendum in 2005 grotendeels gebruikt.
3.1.1 Stempas In het ‘reguliere’ stemproces wordt gebruik gemaakt van een oproepingskaart. In de experimenteergemeenten is in plaats van deze oproepingskaart een stempas verspreid. Deze stempas is anders van karakter. Is de oproepingskaart een officiële oproep om aan de verkiezingen deel te nemen, een stempas is het exclusieve bewijs van de kiesgerechtigdheid van een kiezer. Dit brengt met zich mee dat uitsluitend kiezers die in het bezit zijn van een geldige stempas kunnen stemmen. In het ‘reguliere’ stemproces kan een kiezer die geen oproepingskaart heeft in het stemlokaal waar hij op de lijst van kiesgerechtigden staat zonodig een vervangende oproepingskaart verkrijgen. Dat is dus niet mogelijk bij het stemmen in een willekeurig stemlokaal. De stempas heeft een andere ‘waarde’ dan de reguliere oproepingskaart. Daarom heeft het ministerie van BZK een aantal eisen aan de stempas gesteld: - de stempas mag niet op een eenvoudige manier met eenvoudige hulpmiddelen na te maken zijn - de stempas zal per soort verkiezing en per jaar moeten verschillen - de stempas dient door leken (met name leden van het stembureau) te herkennen en te controleren te zijn - de stempas moet met één oogopslag door leken beoordeeld kunnen worden op mogelijke mechanische of chemische verwijdering of andere verandering van gegevens - de stempas dient deels beschrijfbaar te zijn - de stempas mag niet makkelijk te beschadigen zijn - de stempas moet een handzaam formaat hebben
Evaluatie van het experiment SWS bij het referendum over de Europese grondwet op 1 juni 2005
7
-
de stempas moet tussen andere poststukken opvallen de stempas is ook adresdrager en moet in een vensterenvelop verstuurd kunnen worden de stempas moet ruimte hebben voor gegevens die op grond van de wet- en regelgeving op de pas vermeld moeten staan de stempas moet met eenvoudige middelen onbruikbaar gemaakt kunnen worden.
Het ministerie van BZK heeft in 2003 op grond van deze eisen een aantal schetsontwerpen van stempassen laten maken. Drie van deze ontwerpen zijn aan de experimenteergemeenten voorgelegd. Het was voor de experimenteergemeenten niet verplicht om één van deze schetsontwerpen te kiezen. De drie prototypen zijn afkomstig van de volgende bedrijven: - SDU Uitgevers bv - Communisis Security Products - Joh. Enschedé BV. Assen en Deventer hebben van deze drie prototypen geen gebruik gemaakt. Beiden hebben in samenwerking met leverancier Procura een stempas ontworpen die sterk lijkt op het model van de oproepingskaart. Assen De stempas van 2005 heeft ten opzichte van het model van 2004 niet inhoudelijk of qua beveiligingskenmerken gewijzigd. De kleurstelling, geel/zwart, van de stempas was wel anders om verwarring met de stempas van 2004 te voorkomen. Voor het lezen van de microtekst op de stempas heeft Procura in 2004 loepen geleverd die ook in 2005 door stembureauleden zijn gebruikt. Het gehele drukproces als het personaliseren van de stempassen is geheel onder verantwoordelijkheid van Procura uitgevoerd. Deventer Deze pas heeft in 2005 evenmin inhoudelijke wijzigingen of aanpassingen in de beveiligingskenmerken ondergaan. De kleurstelling was wel anders, geel/zwart, om verwarring met de stempas van 2004 te voorkomen. Voor het lezen van de microtekst op de stempas is ook door de stembureauleden van Deventer in 2005 van loepen gebruik gemaakt. Het gehele drukproces als het personaliseren van de stempassen is geheel onder verantwoordelijkheid van Procura uitgevoerd. Heerlen heeft in 2004 gekozen voor het ontwerp van Joh. Enschedé. Ook in 2005 heeft Heerlen voor dit ontwerp gekozen. De stempas van 2005 week op twee punten af ten opzichte van het model van 2004. Het in 2004 in perforaat aangebrachte logo kon nu niet worden gebruikt. Gekozen is voor de Nederlandse leeuw als neutraal logo zodat dit ook voor de verkiezingen van 2006 kan worden gebruikt. Daarnaast is de ‘afscheurstrook’ waarmee de stembureauleden de pas onbruikbaar maken op een andere wijze aangebracht zodat deze gemakkelijk kon worden afgescheurd. Eén van de beveiligingskenmerken van de stempas is zichtbaar te maken met een UV-lamp. Evenals in 2004 was voor een beperkt aantal stembureaus een dergelijke lamp beschikbaar. Overwogen wordt voor de verkiezingen van 2006 voor alle stembureaus een UVlamp aan te kopen. Nieuwegein heeft, gelet op de positieve ervaringen van 2004, wederom gekozen voor het ontwerp van Communisis Security Products. De stempas is gepersonaliseerd door Cendris. Deze laatste leverancier personaliseert ook de oproepingskaarten voor de gemeente Nieuwegein. De stempassen van de experimenteergemeenten zijn als bijlage 3 bij dit rapport gevoegd.
Evaluatie van het experiment SWS bij het referendum over de Europese grondwet op 1 juni 2005
8
3.1.2 Het register van ingetrokken stempassen (RIS) Het register van ingetrokken stempassen (RIS) is noodzakelijk om te kunnen controleren of de in het stembureau aangeboden stempas ‘geldig’ is. Daartoe bevat het RIS de gegevens over alle stempassen die voorafgaand aan de stemming zijn ingetrokken of ongeldig zijn verklaard. Een kopie van het RIS is voorafgaand aan de opening van de verkiezing aan de stembureaus uitgereikt, zodat het stembureau bij iedere kiezer kon controleren of de stempas was ingetrokken. De gemeente Deventer heeft het RIS in het programma Excel gemaakt. In het RIS van de gemeente Deventer waren in totaal 190 passen opgenomen. 45 stempassen waren ingetrokken vanwege het uitreiken van een vervangende stempas, 38 passen waren ongeldig wegens overlijden van de kiezer, 77 stempassen waren ingetrokken wegens het verstrekken van een kiezerspas en 30 passen waren ingetrokken vanwege het afgeven van een schriftelijke volmacht. Heerlen heeft het RIS samengesteld uit de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Hierdoor waren geen extra maatregelen nodig op het gebied van beveiliging en autorisatie. Twee functionarissen waren geautoriseerd tot muteren in het RIS. Analoog aan de werkwijze in 2004 is het RIS op maandagmiddag vóór de datum van het referendum uitgeprint en op dinsdag aan de stembureaus uitgereikt. Het RIS bevatte op dat moment 144 ingetrokken stempassen. Tot en met 30 mei 2004 werden in Heerlen 79 vervangende stempassen uitgereikt. Verder bevatte het RIS 15 stempassen wegens het verstrekken van een volmacht, 11 stempassen wegens het verstrekken van een kiezerspas en 39 wegens overlijden van de kiezer. Assen heeft het bestand voor de productie van de stempas gebruikt voor het RIS. Het RIS had de vorm van een Excel-bestand. Een dag voor de verkiezing (31 mei 2005) is het RIS afgesloten, geprint en gereproduceerd ten behoeve van de stembureaus. Het RIS van Assen bevatte 253 ingetrokken stempassen. Hiervan waren 58 wegens het uitreiken van een vervangende stempas, 13 wegens het verstrekken van een volmacht, 113 stempassen wegens het verstrekken van een kiezerspas, 44 wegens overlijden en 25 stempassen wegens het vertrek van de kiezer uit deze gemeente. Ook de gemeente Nieuwegein heeft het RIS in de vorm van een Excel-bestand opgezet. Kiezers zijn tot en met 31 mei 2005 in de gelegenheid gesteld op het gemeentehuis een vervangende stempas aan te vragen. In het RIS van Nieuwegein zijn 136 stempassen geregistreerd, waarvan 92 wegens het uitgeven van een kiezerspas, 18 vanwege het verstrekken van een volmacht, 5 wegens het verstrekken van een vervangende stempas en 21 ongeldig verklaarde stempassen (vanwege overlijden, vastgestelde ontvreemding of een andere reden).
3.1.3 Knelpunten tijdens de uitvoering Bij alle gemeenten zijn de verkiezingen goed verlopen. Belangrijke incidenten of knelpunten hebben zich bij geen van de vier gemeenten voorgedaan.
3.2 Informatieverstrekking aan stembureauleden en aan gemeenteambtenaren De stembureauleden van de gemeenten Heerlen zijn in 2005 schriftelijk geïnstrueerd; voorzitters zijn een aantal dagen voor het referendum per brief geïnformeerd over de belangrijkste punten van het experiment.
Evaluatie van het experiment SWS bij het referendum over de Europese grondwet op 1 juni 2005
9
Conform de bestaande praktijk zijn de medewerkers van de afdeling Burgerzaken tijdens regulier werkoverleg ongeveer drie weken voor de verkiezingen geïnformeerd. De ervaringen van de stembureauleden van Heerlen waren, op een enkele uitzondering na, wederom positief. Men vroeg ook om voortzetting van het experiment. Nieuwegein heeft zijn stembureauleden geïnformeerd door middel van instructiebijeenkomsten en een schriftelijk informatiepakket. Vrijwel alle stembureauleden van de gemeente Nieuwegein vonden dat zij voldoende waren geïnformeerd over de werkwijze. Ook over de organisatie van het experiment in Nieuwegein was men vrijwel unaniem zeer positief gestemd. Deventer heeft zijn stembureauleden niet meer apart geïnformeerd. Deze stembureauleden hadden immers al in juni 2004 en in november 2004 (herindeling gemeenten) met deze werkwijze ervaring opgedaan. De ervaringen van de stembureauleden in Deventer zijn onverminderd positief. Het werken met het RIS wordt nog steeds als een verademing gezien ten opzichte van het werken met een kiezersregister. Ook geven de stembureauleden nog steeds aan dat de bezetting van drie personen wel naar twee personen zou kunnen en dat dit zeker zou kunnen/moeten op het moment dat er niet meer voor het experiment geturfd behoefd te worden. De gemeente Assen heeft de gewoonte om haar stembureauleden kort voor de dag van stemming uit te nodigen. Bij deze bijeenkomst wordt de werking van de stemmachine kort uitgelegd dan wel herhaald. Verder worden de stembureauleden kort bijgepraat over de laatste stand van zaken. 97,3% van de stembureauleden van de gemeente Assen was nog net zo positief over het experiment als in 2004. 2,7% van de stembureauleden kon de vraag niet beantwoorden omdat deze personen in 2004 niet als stembureaulid aan de verkiezingen hadden meegewerkt.
3.3 Informatieverstrekking aan de kiezers De vier gemeenten hebben op verschillende manieren de kiezers geïnformeerd over het experiment. Heerlen bericht zijn burgers via verschillende kanalen. Zowel via het informatiebulletin in de Stadskrant als via internet en met behulp van een voorlichtingsfolder die bij de stempas in de envelop was gevoegd. Deze folder week nauwelijks af van de folder zoals gebruikt in 2004. Uiteraard is ook in de Stadskrant een artikel aan het referendum gewijd. In afwijking van 2004 is bij de grotere werkgevers geen informatie verstrekt. De stempas van de gemeente Assen werd in een duidelijk herkenbare envelop verzonden met als doel deze duidelijk te onderscheiden van andere post/reclame. Bij de stempas was in de envelop ook een flyer gevoegd met daarop informatie over het experiment en de mogelijkheden met betrekking tot kiezersassen en volmachten. Verder heeft Assen vijf publicaties geplaatst op de gemeentepagina in de krant en is op de site van de gemeente Assen de nodige informatie geplaatst. Op deze site is onder andere met een overzicht van veelgestelde vragen en antwoorden gewerkt. Verder zijn nieuwe kiezers apart aangeschreven, is nadere informatie op de stempas geplaatst, is informatie gevoegd bij de samenvatting van de grondwet en heeft een ‘praatje’ via radio Drenthe plaatsgevonden. In de Deventer uitgave van de Stentor, in de Deventer Post en in de Nieuwe Bathmense Krant heeft een artikel gestaan over de stempas en het stemmen in een stemlokaal naar keuze. Tevens heeft informatie gestaan op de gemeentelijke website. Nieuwegein heeft de voorlichting ook in 2005 vooral gericht op het bekend maken van de kiezers met het experiment en minder op het ‘over de streep halen te gaan stemmen’.
Evaluatie van het experiment SWS bij het referendum over de Europese grondwet op 1 juni 2005
10
Op woensdag 11 mei 2005 is met de voorlichtingscampagne gestart door middel van een uitgebreide informatiepagina in het plaatselijke huis-aan-huisblad. Vanaf deze datum zijn verschillende communicatiemiddelen ingezet zoals de gemeentelijke website, een infocentrum in het gemeentehuis, de kabelkrant, persberichten aan lokale, regionale en landelijke pers. Bovendien ontvingen alle kiesgerechtigden op zaterdag 14 mei, tegelijkertijd met de door de rijksoverheid geproduceerde en verspreide folder over het referendum, hun persoonlijke stempas mét een folder over het experiment SWS. In deze folder was tevens informatie opgenomen over de geografische ligging en de adressen van de stembureaus. Tabel 3.1 Bekendheid van de kiezers met het experiment Bekendheid kiezer Assen Deventer . . . met Geen informatie Geen informatie referendum . . . met experiment Geen informatie 52% . . . met stempas 87,2% Geen informatie . . . dat zonder Geen informatie Geen informatie stempas stemmen niet mogelijk is
en de stempas Nieuwegein 95% 63% Geen informatie Geen informatie
Heerlen Geen informatie 71% Geen informatie Geen informatie
De bekendheid met het experiment is in Deventer het laagst. Op de verkiezingsdag wist 52% van de ondervraagde kiezers dat de oproepingskaart een stempas was en dat daarmee in een willekeurig stemlokaal gestemd kon worden. Deventer heeft in 2004 aangegeven dat zij van plan was de informatieverstrekking in de toekomst anders aan te pakken. Uit de gegevens van 2005 is echter gebleken dat Deventer dit in 2005 niet anders heeft gedaan.
3.4 Oordeel kiezers Opkomst Net als het landelijk gemiddelde is de opkomst in de experimenteergemeenten aanzienlijk hoger geweest dan bij de verkiezing van de leden van het Europees Parlement in 2004. De volgende tabel geeft de opkomstpercentages weer bij de verkiezing voor het Europees parlement in 2004 en bij het referendum. Tabel 3.2: opkomst (in %) Assen Verkiezing EP 2004 45,5 Referendum 2005 66,0
Deventer 40,2 64,6
Nieuwegein 35,7 65,7
Heerlen 32,3 61,9
Stemgedrag In onderstaande tabel is voor de vier gemeenten het aantal kiezers weergegeven. Tabel 3.3 Aantal kiesgerechtigden per gemeente Assen Deventer # kiesgerechtigden 43.420 70.197
Nieuwegein 47.037
Heerlen 71.573
Tabel 3.4 Aantal kiezers dat daadwerkelijk in een ander stemlokaal zijn stem heeft uitgebracht Assen Deventer Nieuwegein Heerlen % kiesgerechtigden 7,7 4 13 8,5 dat in een ander stemlokaal zijn stem heeft uitgebracht
Evaluatie van het experiment SWS bij het referendum over de Europese grondwet op 1 juni 2005
11
Kiezen zonder stempas Het aantal kiezers dat zonder stempas dacht te kunnen stemmen is zeer laag (0,08%). De volgende tabel geeft een overzicht. Tabel 3.5 Vervangende stempassen Assen Aantal kiesgerechtig43.420 den Totaal aantal stemmen 31.182 dat is uitgebracht Uitgegeven vervan58 gende stempassen Aantal personen dat 41 heeft geprobeerd te stemmen zonder stempas % kiezers dat heeft 0,09 geprobeerd te stemmen zonder stempas
Deventer 70.197
Nieuwegein 47.037
Heerlen 71.573
45.338
30.726
44.325
45
5
79
34
21
94
0,05
0,04
0,13
In tegenstelling tot de evaluatie van 2004 is door geen van de gemeenten gerapporteerd over het aantal mensen dat boos of teleurgesteld reageerde op de constatering dat ze zonder stempas niet konden stemmen.
Meerwaarde voor de kiezers De kiezers reageerden over het algemeen positief op het experiment. Met name de keuzevrijheid werd sterk gewaardeerd. 84% van de geënquêteerde Deventenaren heeft aangegeven dat zij ook gestemd zouden hebben als dat niet in een willekeurig stemlokaal had gekund. Daarbij moet worden opgemerkt dat deze keuzevrijheid een klein deel van de kiezers over de streep heeft geholpen om nu wel te gaan stemmen. In Nieuwegein gaf 2% van de kiezers aan dat ze door de stempas in de gelegenheid zijn gesteld om te gaan stemmen, terwijl ze dit anders niet gedaan zouden hebben. 8,4% van de geënquêteerde inwoners van Heerlen zou zijn/haar stem niet hebben uitgebracht zonder stempas. Tabel 3.6 Meerwaarde keuzevrijheid & drempelverlaging a.g.v. keuzevrijheid (in %) Assen Deventer Nieuwegein Heerlen Behoefte kiezers aan 85,5 75 80 74,1 keuzevrijheid Nu wel stemmen Geen Geen 2 8,4 vanwege keuzevrijheid informatie informatie
3.5 Gemeentelijke kosten van het experiment De gemeenten hebben van het ministerie van BZK een financiële bijdrage ontvangen van €0,10 per kiesgerechtigde als tegemoetkoming in de meerkosten die het experiment met zich meebrengt. Tabel 3.7 Financiële bijdrage (in euro’s) Assen Financiële bijdrage 4.342, -BZK
Deventer 7.019,70
Nieuwegein 4.703,60
Heerlen 7.157,30
Evaluatie van het experiment SWS bij het referendum over de Europese grondwet op 1 juni 2005
12
Tabel 3.8 Meerkosten experiment (in euro’s) Assen Deventer Alle kosten zijn excl. BTW
Meerkosten produceren stempas Meerkosten personaliseren stempas Meerkosten kandidatenlijsten/overi ge stembescheiden Meerkosten bezorging/verzenden Extra ambtelijke uren voorbereiding Meerkosten drukwerk informatie folder+enveloppe stembescheiden Voorlichting/instructies leden stembureau Publicaties/voorlichting
Nieuwegein
Heerlen
Alle kosten zijn excl. BTW
Alle kosten zijn incl. BTW
0,--
3.517,75
6.200, --
8.033.33
0,--
*
*
*
0,--
Geen informatie
*
3.790,15
120,--
Geen informatie Zie overige kosten Geen informatie
16.000,--
5.940,45
Geen informatie 2.550, --
Geen informatie Geen informatie
Geen meerkosten 1.000, --
Geen meerkosten Geen informatie Geen informatie
Geen meerkosten 1.779,05
4.500, -7.728, --
950,-2.000, --
36.987,--
22.492,53
Geen informatie 175,--
Geen informatie Geen informatie Geen informatie
Ontwikkeling Geen registratie ingetrokken informatie stempassen Overige kosten 0,-350,-Kosten uitvoering 800,-2.400, -evaluatie Totaal 1.095, -7.267,75 * meerkosten zijn in voorgaande bedrag inbegrepen.
Geen informatie
Meerkosten stempas Aan de experimenteergemeenten is gevraagd opgave te doen van de productiekosten van de stempas. Tevens is gevraagd om inzicht te geven in de kosten die bij eerdere verkiezingen zijn gemaakt voor de productie van de oproepingskaart. In onderstaande tabel zijn deze kosten weergegeven. Tabel 3.9 Productiekosten stempas (in euro’s) Assen Deventer
Nieuwegein
Heerlen Alle kosten zijn incl. BTW
Kosten productie + personaliseren stempas Kosten productie + personaliseren oproepingskaart Meerkosten stempas
3.247, --
6.475,15
Geen informatie
24621,00
3.247, --
2.900, --
Geen informatie
18.680,55
0,--
3.575,15
6.200, --
5.940,45
Kosten per inwoner/kiesgerechtigde In onderstaande tabel zijn de kosten van het experiment ‘omgeslagen’ over respectievelijk het aantal inwoners en het aantal kiesgerechtigden. Dezelfde berekening is gemaakt voor de kosten van het produceren en personaliseren van de stempas.
Evaluatie van het experiment SWS bij het referendum over de Europese grondwet op 1 juni 2005
13
Tabel 3.10 Kosten experiment en stempas per inwoner en per kiesgerechtigde (bedragen in euro’s) Assen Deventer Nieuwegein Aantal inwoners 63.285 95.620 61.449 Aantal kiesgerechtigden 43.420 70.197 47.036 Meerkosten 0,02 0,08 0,37 experiment/inwoner Meerkosten 0,03 0,10 0,52 experiment/kiesgerechtigde Meerkosten 0,005 0,05 0,33 experiment/inwoner excl. evaluatiekosten Meerkosten 0,007 0,07 0,44 experiment/kiesgerechtigde excl. evaluatiekosten Meerkosten produceren + Geen 0,04 0,10 personaliseren stempas /inwoner Meerkosten produceren + Geen 0,05 0,13 personaliseren stempas /kiesgerechtigde
Evaluatie van het experiment SWS bij het referendum over de Europese grondwet op 1 juni 2005
Heerlen 92.449 71.573 0,40 0,52 0,32
0,41
0,06
0,08
14
4 Conclusies en aanbevelingen Dit hoofdstuk bevat de conclusies die uit de deelevaluaties getrokken kunnen worden alsmede een aantal aanbevelingen over de continuering van de experimenten.
4.1 Conclusies Organisatorische aspecten Het experiment ‘stemmen in een willekeurig stemlokaal’ is succesvol verlopen. In de organisatie, voorbereiding en uitvoering hebben zich geen problemen voorgedaan en de tevredenheid bij kiezers, stembureauleden en gemeenten is groot. Alle experimenteergemeenten hebben de organisatie van het experiment binnen de bestaande organisatie kunnen uitvoeren. De door het ministerie van BZK ter beschikking gestelde financiële bijdrage was voor de meerkosten van de stempas kostendekkend. Deze bijdrage was niet voor alle gemeenten kostendekkend voor wat betreft meerkosten als extra voorlichting, het verzenden van de stempassen in enveloppen en de evaluatie. Die meerkosten zijn onderling zodanig gevarieerd dat hieruit nog geen conclusies kunnen worden getrokken. De kiezers oordelen overwegend positief over het experiment, zijn tevreden over de stempas en vinden dat de meerwaarde die de stempas biedt, namelijk het plaatsonafhankelijker maken van het stemmen, belangrijker is dan het feit dat zonder stempas niet gestemd kan worden. Ook blijkt uit de evaluatie dat de vrees, dat verschillende mensen op de dag van stemming zonder stempas proberen te stemmen, die bij sommigen leeft, niet wordt bewaarheid. Gebleken is dat het aantal kiezers dat heeft geprobeerd te stemmen zonder stempas vrijwel nihil is. De leden van het stembureau hebben hun taak zonder problemen kunnen uitoefenen. Zonder dat daar grote inspanningen voor nodig waren zijn de stembureauleden naar tevredenheid geïnformeerd over het experiment. Verder zijn de ervaringen met het RIS positief. De vraag of het stemmen in een willekeurig stemlokaal het deelnemen aan de verkiezing toegankelijker heeft gemaakt voor de kiezers, kan op basis van de uitkomsten van de evaluatie bevestigend beantwoord worden.
Stempas Over de stempas wordt overwegend positief geoordeeld. De ontwikkeling van de stempas, het opzetten van het RIS, de voorlichtingscampagne en het instrueren van stembureauleden zijn in alle vier experimenterende gemeenten naar tevredenheid verlopen. De gemeenten hebben het experiment zo veel mogelijk ingepast in de reguliere organisatie. Mede hierdoor hebben zich in geen van de gemeenten problemen voorgedaan bij het leveren van de verschillende prestaties.
Kosten Het stemmen in een willekeurig stemlokaal zoals dat heeft plaatsgevonden tijdens het experiment leidt tot meerkosten. De meerkosten zijn echter aanzienlijk lager dan door het ministerie van BZK in 2004 is voorzien. Daarom is voorafgaand aan het experiment van 1 juni 2005 besloten om de financiële bijdrage vanuit het ministerie te verminderen en in 2005 de experimenteergemeenten € 0,10 per kiesgerechtigde uit te keren. Het is gebleken dat de gemeenten door deze lagere bijdrage geen financiële problemen hebben ondervonden. De meerkosten zijn te onderscheiden in incidentele, eenmalige en structurele kosten. De incidentele kosten zijn de kosten van de evaluatie.
Evaluatie van het experiment SWS bij het referendum over de Europese grondwet op 1 juni 2005
15
De eenmalige kosten zijn de kosten van: - de aanschaf van de middelen voor het stembureau om de stempas te controleren - het voorlichtingsmateriaal - het ontwerp van de stempas - het ontwerp van het RIS. De structurele of blijvende kosten zijn de meerkosten van de productie van de stempas. Mogelijk heeft ook een deel van de organisatorische kosten een structureel karakter. De omvang daarvan is echter, als het stemmen in een willekeurig stemlokaal de reguliere wijze van stemmen wordt, te verwaarlozen.
4.2 Aanbevelingen Uit de evaluatie komt naar voren dat het experiment met het stemmen in een willekeurig stemlokaal binnen de eigen gemeente voortgezet zou moeten worden op een veel grotere schaal dan deze vier gemeenten. Voer dit experiment tevens uit in alle typen gemeenten die Nederland kent. Wanneer dat experiment eveneens succesvol is, overweeg dan om deze werkwijze landelijk in te voeren. Deze evaluatie is samengesteld op basis van vier deelevaluaties. Iedere deelevaluatie had een eigen opzet en indeling. Ook in de vraagstelling naar het publiek bleek variatie. Gelet op de beperkte schaal van dit experiment is deze variatie niet storend. Bij een volgend experiment verdient het aanbeveling de evaluatie eenduidig en centraal te organiseren.
Evaluatie van het experiment SWS bij het referendum over de Europese grondwet op 1 juni 2005
16
5 Bijlagen Bijlage 1: Paragraaf 4.7 van de circulaire Wet raadplegend referendum Europese grondwet Bijlage 2: Evaluatierapporten gemeenten Assen, Deventer, Nieuwegein en Heerlen Bijlage 3: Ontwerpen stempassen Bijlage 4: Checklist voor de interviews (bijlage bij brief van 13 mei 2005) Bijlage 5: Aanwijzingsbesluit gemeenten (brief 12 april 2005) Bijlage 6: Aanwijzingsbesluit begeleidingscommissie (november 2005)
Evaluatie van het experiment SWS bij het referendum over de Europese grondwet op 1 juni 2005
17