Open Vld Europees Programmacongres Een sterker Europa, in het belang van de burgers.
Zoals goedgekeurd op het Europees programmacongres 10 mei 2014
Gezien −
De verkiezingen van 25 mei 2014;
A. Overwegende dat de Europese Unie aanzienlijk bijdraagt tot de welvaart van onze burgers; B. Overwegende dat de Europese Unie in de eerste plaats een Unie van gemeenschappelijke waarden is, met als hoekstenen de fundamentele mensenrechten, de democratische rechtsstaat, en het vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal; C. Overwegende dat liberalen zich voluit engageren voor het Europees project; D. Overwegende dat liberalen resoluut pleiten voor een steviger Unie zowel op politiek, monetair als op economische vlak; E. Overwegende dat de economische, sociale en politieke uitdagingen zich steeds meer op wereldvlak afspelen terwijl regels, procedures en strategieën nog hoofdzakelijk op nationaal vlak worden uitgewerkt; F. Overwegende dat de Europese Unie hervormd moet worden om beter bij te dragen tot onze welvaart en tot de verdediging van onze belangen.
2
Een sterkere economie 1. Stelt dat bijkomende duurzame jobcreatie hoofdzakelijk het werk is van vrije ondernemers; dat ze daarbij moeten worden geholpen met een Europees actieplan tegen Europese en nationale "red tape" en het algemeen terug dringen van overdreven regelgeving. Stelt tevens dat de interne markt moet voltooid worden. 2. Stelt vast dat de start van de bankenunie en de versterking van de rol van de Europese Centrale Bank de financiële stabiliteit binnen de Unie heeft verbeterd. 3. Oordeelt dat bijkomende maatregelen nodig zijn om financiële instellingen in staat te stellen de reële economie en in het bijzonder KMO's beter te ondersteunen en te financieren. Regels moeten worden aangepast om privé-‐investeerders aan te trekken, en om spaargelden te activeren. Europese instellingen zoals de Europese Investeringsbank en het Europees Investeringsfonds moeten een Europese garantieregeling voor KMO financiering uitwerken om private krediet-‐ en investeringsverschaffing te ondersteunen. 4. Pleit voor een ambitieuze versterking van de eurozone, met een volwaardige bankenunie en een Europees fonds voor falende banken, fonds dat de banken zelf dienen te stijven naargelang hun risicoprofiel ( zodat de belastingbetaler er niet voor opdraait). 5. We wensen euro-‐obligaties in te voeren die zorgen voor gemeenschappelijke schuldfinanciering, om aldus de muntunie te stabiliseren, de intrestlasten voor alle lidstaten te doen dalen en budgettaire ademruimte te scheppen. De lidstaten die toetreden tot het systeem van gemeenschappelijke schuldfinanciering zullen onderworpen worden aan een strenge budgettaire en schuld discipline. 6. Benadrukt dat de basis voor een sterke economie een sterk innoverende industrie is, die jobs creëert en voor welvaart zorgt. 7. Onderstreept dat Europa een kader moet scheppen waarin de industrie kan heropleven en er opnieuw geïnvesteerd wordt. 8. Benadrukt dat transport een sterke motor is voor onze economie. 9. Benadrukt dat Europa haar transportinfrastructuur moet versterken en efficiënter maken, gerichte opleidingen en innovatie moet aanmoedigen, toegang tot krediet voor KMO's moet verbeteren, en een evenwichtig energie-‐ en klimaatbeleid voeren dat een veilig en zeker energieaanbod verzekert en de concurrentiekracht van de industrie vrijwaart. 10. Wijst erop dat België een knooppunt is voor transport binnen Europa( uitgebreid wegennetwerk,4 zeehavens, netwerk van binnenwateren en binnenhavens...) en dat de congestie een dringend probleem vormt dat enkel kan weggewerkt worden door in te zetten op alle transportmodi en voldoende te investeren in infrastructuur. 11. Onderstreept dat gemeenschappelijk vervoer van goederen en personen beter moet afgestemd worden op de behoeften van klanten om meer gebruikers aan te trekken, waarbij privé partners instaan voor de dienstverlening en prijsvorming terwijl de overheid kwaliteitsregels vastlegt in alle aanbestedingsprocedures. 12. Stelt vast dat onze economie beter kan groeien indien de bestaande energienetwerken beter met elkaar worden verbonden.
3
13. Pleit voor een sterkere Europese integratie van het energiebeleid met als prioriteit de ontwikkeling van productiecapaciteit, het ontwikkelen van zogeheten smart grids en een betere connectiviteit. 14. Onderstreept dat hernieuwbare energiebronnen een centrale plaats moeten innemen in dit Europese beleid met een volledig eengemaakte energiemarkt als beste instrument. 15. Herhaalt dat is gebleken dat echte concurrentie leidt tot lagere prijzen voor de consument. 16. Wenst dat Europa hierin een voortrekkersrol zou vervullen om aldus economische opportuniteiten te scheppen voor onze bedrijven en een wereldleider te worden in sectoren met een enorm groeipotentieel. 17. Benadrukt dat een succesvol energie-‐ en klimaatbeleid milieu-‐ , sociale-‐, strategische en commerciële doeleinden dient te verzoenen en gestoeld moet zijn op wetenschappelijke bevindingen. 18. Onderstreept dat de Europese Unie de interne markt voor diensten moet vervolledigen, in het bijzonder om een echte interne digitale markt tot stand te brengen. 19. Wijst erop dat het afschaffen van roaming toeslagen voor mobiel telefoneren een goed voorbeeld is van deze liberalisering. 20. Onderstreept dat de resterende obstakels in de eenheidsmarkt voor goederen moeten worden weggewerkt, onder meer door het invoeren van wederzijdse erkenningsclausules om intra-‐EU handel, factormobiliteit en grensoverschrijdende samenwerking te stimuleren. 21. Benadrukt overtuigd voorstander te zijn van de creatie van een heuse Europese vrije arbeidsmarkt , zodat Belgen actief kunnen zijn in heel Europa en jongeren uit landen met een torenhoge jeugdwerkloosheid een job kunnen vinden in landen waar er tekort is aan gekwalificeerde arbeidskrachten. 22. Wenst daarom dat de Europese Commissie de nog bestaande barrières opruimt en inzet op wederzijdse erkenning van diploma's en roept de lidstaten op hieraan mee te werken. 23. Dringt aan op meeneembaarheid van opgebouwde sociale rechten wanneer burgers naar een andere lidstaat verhuizen, maar vraagt tevens de uitbouw van een adequaat toezicht met uitwisseling van gegevens tussen lidstaten en het streng aanpakken van misbruiken tot sociale dumping. 24. Wenst bijzondere aandacht voor jongeren en ouderen op de Europese arbeidsmarkt. Zowel de ontwikkeling van vaardigheden als aanpassingen van de arbeidsmarkt kunnen daarbij helpen. Talenkennis moet meer aandacht krijgen en inspiratie moet worden gezocht in landen die beter scoren in het tewerk stellen van beide leeftijdsgroepen. 25. Wenst dat de Europese begroting meer ruimte voorziet voor wetenschap en innovatie, en roept de lidstaten op daaraan mee te werken. 26. Benadrukt dat, in het licht van de nakende vergrijzing, Europa een overkoepelend pact moet maken met de betrokken sectoren welke de beleidsdomeinen fiscaliteit, gezondheidszorg, economie en industrie omvat. 27. Benadrukt in het licht hiervan de noodzaak om een Europees weesziekteplatform op te richten dat vertegenwoordigers van de lidstaten, de Europese instellingen en de industrie samenbrengt.
4
28. Is van mening dat het Europees budget meer ruimte moet voorzien om innovatie te ondersteunen en voor het vermarkten van de in de labo's gecreëerde innovatieve toepassingen. 29. Dringt erop aan om discriminatie op de arbeidsmarkt ook op Europees niveau aan te pakken. Teveel talent blijft onbenut omdat werkzoekenden, ook jongeren, gediscrimineerd worden omwille van hun afkomst, geloof of sexuele geaardheid. Dergelijke discriminaties kweken daarenboven frustraties die bovenop de persoonlijke ellende ook maatschappelijke wanorde kunnen veroorzaken. Lidstaten hebben niet het recht mensen te discrimineren. Daarop moet beter worden toegezien. 30. Wenst dat Europa prioriteit geeft aan het afsluiten van vrijhandelsverdragen en zich efficiënter op de kaart plaatst als aantrekkelijk investeringscontinent. We vormen immers de grootste markt ter wereld met 500 miljoen veelal koopkrachtige en hoogopgeleide burgers. 31. Hecht het grootste belang aan de verdere ontwikkeling van de wereldhandel, en dringt aan op het tot stand brengen van een ambitieuze trans-‐Atlantische vrijhandels-‐ en investeringszone. 32. Dringt aan op de ontwikkeling van een kordaat maar billijk beleid jegens grondstofrijke landen: vrijhandelsakkoorden, strategische bondgenootschappen en indien nodig geschillenbeslechting binnen de Wereld Handels Organisatie moeten exportrestricties voorkomen.
5
Sterker op het thuisfront. 33. Onderstreept dat de Europese Unie ook intern een ruimte van vrijheid en veiligheid moet blijven. 34. Oordeelt dat beperkingen van burgerlijke vrijheden binnen en door sommige Europese lidstaten streng moet worden veroordeeld. 35. Benadrukt dat de Europese Unie een belangrijke rol heeft bij het bestrijden van alle grensoverschrijdende criminaliteit, cybercriminaliteit terrorisme en gewelddadig radicalisme. 36. Verlangt dat de unie streng waakt over het naleven van alle fundamentele vrijheden, waaronder het respect voor de privésfeer, wat ook geldt in de houding tegen spionage door buitenlandse inlichtingendiensten. 37. Beschouwt het afschaffen van identiteitscontroles aan de binnengrenzen van de Schengenzone als een positieve verworvenheid die niet mag worden teruggedraaid; wenst meer EU samenwerking voor migratie-‐ en asielbeleid. 38. Wil dat er beter werk wordt gemaakt van een genereus asielbeleid en een meer intelligent migratiebeleid, waarvoor alle lidstaten hun verantwoordelijkheid opnemen, onder meer door economische migratie mogelijk te maken, bijvoorbeeld door het invoeren van "blue cards".
6
Sterker in de wereld. 39. Benadrukt dat de Europese Unie een katalysator moet zijn voor vrede en veiligheid in de wereld. 40. Wenst dat de Unie de mensenrechten in de wereld onvoorwaardelijk verdedigt, gestoeld op de overtuiging dat gelijke rechten voor vrouwen, etnische en religieuze minderheden en homoseksuele koppels universeel zijn en niet mogen worden gerelativeerd als "westerse waarden". 41. Onderstreept de noodzaak om prioritair aandacht te schenken aan de relaties met de nabuurlanden in het Oosten en het Zuiden: Oost-‐Europa, de Balkan, Turkije, het Midden-‐Oosten en Noord-‐Afrika om de politieke transities en het proces van democratisering in deze landen te ondersteunen en meer slaagkansen te geven. 42. Onderstreept tevens dat we de economieën van deze landen moeten helpen versterken, wat zal zorgen voor vermindering van de migratiedruk mogelijkheden openen voor onze bedrijven. 43. Herhaalt dat de Unie een belangrijker rol moet spelen in de oplossing van het conflict tussen Israël en de Palestijnen, complementair met de Verenigde Staten en met strikte neutraliteit t.a.v. beide partijen, dat de Unie haar inspanningen om het Syrische drama te doen stoppen moet opvoeren, en haar humanitaire hulp moet verbeteren, onder meer door een Europees systeem van humanitaire visa in te stellen. 44. De politieke crisis in de landen van het Oostelijk Partnerschap, met name in OekraIne en Moldova , zijn het beste bewijs dat de Europese Unie zich niet aan zijn politieke verantwoordelijkejd kan of mag onttrekken. Verwelkomt de eenzijdige handelsvoordelen die de Europese Unie heeft beslist in het voordeel van Oekraïne , maar is evenzeer de mening toegedaan dat de voortdurende acties van Rusland om Oekraïne te destabiliseren op krachtdadige wijze moeten beatwoord worden door het instellen van strenge economische sancties jegens Rusland door de Europese Unie. 45. Verduidelijkt dat het buitenlands beleid van de Unie een mix dient te zijn van soft en hard power waarbij soft power stoelt op de waarden van de Unie en op de feit dat ze een ruimte van economische en culturele vrijheid is, hetgeen haar aantrekkelijke maakt, terwijl hard power indien nodig moet kunnen ingezet worden. Pleit daarom op korte termijn voor de versterking van de militaire interventiemiddelen van de Europese Unie en op lange termijn voor één Europees leger. 46. Onderstreept dat de Unie in haar buitenlandbeleid met één stem moet spreken. 47. Stipt aan dat het huidig systeem, waarbij elke lidstaat een vetorecht heeft, leidt tot een te laag ambitieniveau en slappe compromissen, terwijl het handelsbeleid, waar de Unie wel met één stem spreekt, aantoont dat het anders kan. 48. Pleit er daarom voor om ook op het vlak van buitenlands beleid de unanimiteitsregel af te zwakken door meer gebruik te maken van bijvoorbeeld de constructieve onthouding, en pleit ervoor dat de Unie een volwaardige rol zou spelen binnen de Verenigde Naties door één zetel in de Veiligheidsraad voor de ganse Europese Unie in plaats van de huidige Europese vertegenwoordiging die een achterhaalde politieke realiteit weerspiegelt. 49. Benadrukt de noodzaak voor structureel overleg tussen de Europese lidstaten voorafgaandelijk aan elke zitting aan de Veiligheidsraad.
7
50. Benadrukt dat energie en klimaat twee prioritaire aandachtspunten moeten zijn in het Europese buitenlandse beleid. 51. Om te vermijden dat energierijke landen de lidstaten tegen elkaar uitspelen, moet de EU als één geheel haar energievoorziening verzekeren en vrijwaren. 52. Benadrukt dat de EU ook een internationale voortrekkersrol moet blijven spelen inzake klimaat, waarbij we van onze belangrijkste partners eisen dat ze hun broeikasgassen meer verminderen en het onvoldoende reduceren van broeikasgassen in derde landen beschouwd wordt als onterechte steun aan hun bedrijven.
8
Sterke instellingen, die de burgers waar voor hun geld bieden. 53. Wil de Europese Unie ombouwen tot een echt federale Unie, waarin de huidige Commissie een echte regering wordt, haar President rechtstreeks wordt verkozen en de huidige Raad een tweede parlementaire kamer wordt. 54. Onderstreept dat een federale Unie meer daadkracht bezit-‐ het huidige confederale model is tegen zijn limieten aangebotst en is al te vaak " too little too late"-‐ en dat een echte federatie ook een groter democratische legitimiteit zou opleveren omdat de burgers rechtstreeks medezeggingskracht krijgen over hun Europese regering. 55. Benadrukt dat een dergelijke Unie ook moet beschikken over eigen middelen, evenwel zonder verhoging van het totale overheidsbeslag. Wel integendeel, een sterker Europa moet leiden tot meer efficiëntie en dus minder uitgaven. 56. Pleit daarom voor een ruimer toepassing van de communautaire methode die haar nut heeft verwezen. 57. Merkt op dat een federaal Europa geen centrale superstaat is. Wenst immers dat de liberale principes van subsidiariteit en smaller government ook voor het Europees niveau gelden zoals voor alle andere. 58. Wenst dat Europa op eenvoudiger en meer transparante wijze zou functioneren. 59. Wenst dat doelstellingen worden geformuleerd om de administratieve rompslomp en regelgeving te vereenvoudigen en te verminderen om deze transparanter en efficiënter te maken. 60. Wenst tevens dat bij nieuwe wetgevende initiatieven de impact op de concurrentiekracht en op de administratieve belasting van bedrijven, in het bijzonder van KMO's gemeten wordt. 61. Benadrukt ten slotte het belang van één enkele zetel voor het Europese Parlement, namelijk te Brussel. 62. Herinnert eraan dat de liberalen de voorbije vijf jaar in het parlement het voortouw hebben genomen van de "single seat" campagne en steeds hebben benadrukt dat de maandelijks verhuizing naar Straatsburg in deze tijden van budgettaire beperkingen en ecologische duurzaamheid onaanvaardbaar is geworden. 63. Verzoekt haar voorzitter deze resolutie te verspreiden bij alle kiesgerechtigde burgers.
9
Resolutie bij hoogdringendheid Open Vld sluit zich aan bij de wereldwijde afkeuring van de ontvoering van meisjes in een school in Nigeria. Dit gebruik van geweld is onaanvaardbaar. Het onderwijs voor meisjes is essentieel voor de toekomst van de wereld en voor de stabilisering van de situatie in Nigeria. Open Vld steunt daarom de oproep: bring back our girls.
10