Nu online www.vandaagindenhaag.nl
voor beslissers bij de overheid 2 april 2010 nr
5
zesde jaargang |
www.pm.nl
André Szász (ex-DNB) over de achilleshiel van de EMU
Euro wordt splijtzwam Rekeningrijden doe je zo! pagina 8
Het moedercomplex van Rijkswaterstaat
De sfinx van de Malietoren
pagina 11
pagina 20
Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar 2010 Wie maakt het verschil? De jury van de Verkiezing Overheidsmanager van het Jaar roept één ieder op kandidaten aan te melden, die voor deze prestigieuze titel in aanmerking komen.
kent u een manager, die het verschil maakt? Die toonzettend, origineel en innovatief is? Meld hem of haar dan aan via www.overheidsmanager.nl. Aanmelden kan tot 1 juni 2010. De verkiezing vindt plaats op woensdag 24 november 2010 in De Ridderzaal te Den Haag. erik heijdelberg: hij was verbijsterd, nadat zijn naam bekend werd gemaakt als winnaar 2009. “een overheidsmanager moet bijdragen aan het gezag van de overheid. maar dat kan alleen, als je in een kennisorganisatie van de overheid ruimte durft te geven aan onafhankelijke experts. intern moet je de medewerkers ervan doordringen dat ze een overheidstaak hebben - en daarna kun je zeggen: ga heen en vervul die taak in vrijheid”.
erik heijdelberg te midden van ministers Van middelkoop en hirsch Ballin
De Verkiezing OVerheiDsmanager Van het Jaar wOrDt meDe mOgeliJk gemaakt DOOr: ministerie Van algemene zaken, ministerie Van BinnenlanDse zaken en kOninkriJksrelaties, ministerie Van Defensie, ministerie Van Justitie, ministerie Van Verkeer en waterstaat, ministerie Van VrOm, BmC grOep, hanDVestgrOep puBliek VerantwOOrDen, het expertise Centrum (heC), granD hOtel huis ter Duin, kring Van prOVinCieseCretarissen, OrDina, VerDOnCk, klOOster & assOCiates (Vka), Vereniging Van gemeenteseCretarissen, BinnenlanDs Bestuur en pm, VOOr Beslissers BiJ De OVerheiD.
PM nummer 5 2 april 2010
Nieuws 8 t/m 13
8
Rekeningrijden doe je zo
Hoogste ambtenaar Singapore wijst Eurlings de weg
10
Diplomatieke dienst Europa teruggefloten
VVD’er Hans van Baalen spreekt van ‘wangedrocht’
11
De gestolde toekomst van Rijkswaterstaat
20
Agentschap worstelt met ministerieel moedercomplex
Coverstory
16
Profiel: de sfinx van de Malietoren Niek Jan van Kesteren (VNO-NCW) onderhandelt het liefst onzichtbaar
‘Politieke unie enige uitweg uit eurocrisis’ André Szász (ex-DNB) over de achilleshiel van de EMU
Spelers 28 t/m 29
29
Bernadette van Buchem terug bij EZ
Inspiratie 30 t/m 33
30 32
24
Bouwtoezicht privatiseren?
28
SG’s omarmen voorrangsbeleid Sybren Singelsma herinricht staat
Beau Monde
35
Rijksdienst 40 jaar in vernieuwing
De overstap
Jan van den Bos (IG SZW)
Jeroen van der Heijden (TU Delft) ziet kansen Cover: Welmer Keesmaat
Het Grote Wachten Op de aanslagen in Moskou na zijn het deze week vooral Nederlandse aangelegenheden die het nieuws domineren. Alsof de wereld hierbuiten niet bestaat. Politieke partijen presenteren hun conceptkandidatenlijsten en verkiezingsprogramma’s, lokale fracties onderhandelen [lees: ruziën] over te vormen colleges en donderdag zijn de uitkomsten van de heroverwegingswerkgroepen gepresenteerd. Maandenlang bogen ambtenaren zich over te nemen bezuinigingsmaatregelen die ertoe moeten leiden dat de overheidsfinanciën over een paar jaar weer op orde zijn. Bij het ter perse gaan van deze PM wachtten we nog met smart op de presentatie van de stukken, waarover we natuurlijk zullen berichten op onze website. Omdat de wereld groter is dan Nederland, haken we in deze editie aan bij de Europese Raad van vorige week. Vlak voor de start van de Voorjaarstop werd een compromis bereikt over steun
aan Griekenland, het land dat in een diepe financiële crisis verkeert. Volgens voormalig directielid André Szász van De Nederlandsche Bank moeten de Europese regeringsleiders nu eindelijk eens gaan inzien dat de oprichting van een politieke unie onontkoombaar is. Redacteur René Zwaap zocht Szász op in Amsterdam en filosofeerde met hem over de toekomst van de EMU (pagina 16). Verder in dit nummer twee bijdragen van externen. Voormalig IG van Verkeer en Waterstaat Ferdinand Mertens schreef een essay over de organisatie van Rijkswaterstaat naar aanleiding van het onlangs verschenen boek van Marcel Metze. Europees ambtenaar Sybren Singelsma pleit voor een nieuwe inrichting van het Nederlandse staatsbestel. De aankomende bezuinigingsoperatie biedt daartoe een unieke kans, vindt hij. Wilt u ook eens uw visie kwijt in PM, laat het ons weten via
[email protected]. Cindy Castricum
[email protected] 2 april 2010 PM
3
binnenkort in Den Haag Nu ook de Eerste Kamer overstag is, treedt de Crisis- en herstelwet deze week in werking. Op dinsdagmiddag 6 april staat er voor premier Balkenende een bezoek gepland aan een project in het kader van deze veelbesproken wet. De week hierop gaat de ministerpresident naar Washington, waar hij op 12 en 13 april op uitnodiging van president Obama de Nuclear Security Summit bezoekt. Obama wil op de top afspraken maken over betere beveiliging van nucleaire materialen om de dreiging zoals nucleair terrorisme tegen te gaan. Ook wil de VS mondiale samenwerking versterken om smokkel van nucleair materiaal op te sporen. In februari van dit jaar organi-
Algemene Zaken
seerde BZ-minister Verhagen al een voorbereidende bijeenkomst in Den Haag. Op 15 april gaat premier Balkenende op werkbezoek in de Haagse Schilderswijk. ’s Middags is hij in Pulchri Studio om het boek Wilt u niet aan mijn jasje trekken? in ontvangst te nemen uit handen van auteur Erik Vrijsen, journalist bij weekblad Elsevier. Het boek handelt volgens uitgever Balans over ‘populisme en politieke pers, valkuilen en verkiezingstrucs, spindoctors en seksuele intimidatie, de grappen van Balkenende en de gezelligheid van Wilders’. Minister Hirsch Ballin is woensdag 7 april in de Jaarbeurs van Utrecht waar hij de FNV-conferentie Agressie en geweld op het werk bijwoont. Staatssecretaris Bijleveld zal zondag 4 april spreken op een bijeenkomst in het kader van het herinneringsmonument Bevrijding in Delden. Op 14 april is ze in Enschede waar ze aanwezig zal zijn op een seminar over grensoverschrijdende rampenbestrijding, georganiseerd door BZK. Later op de dag is ze ook nog in Noordwijkerhout, waar ze een c ongres
BZK
Met het vaststellen van de lijst van controversiële onderwerpen zijn 46 van de 161 aanhangig gemaakte wetsvoorstellen controversieel verklaard. De Kamer kan dus gewoon met de overige 115 wetsvoorstellen aan de slag. Voor de komende week staat er weer een flink aantal spoeddebatten gepland. Op de agenda staan de kwaliteitseisen voor zorgboerderijen, het onder curatele stellen van politiekorpsen, babysterfte en het ondermaats presteren van het openbaar vervoer in de drie grote steden. Ook staat er een spoeddebat ingepland over een onafhankelijk onderzoek naar de rol van de Raad voor de Kinderbescherming in het kader van het seksueel misbruik binnen de katholieke kerk. Daarnaast wordt er plenair gesproken over het materieelbudget van Defensie en de afdracht van het bedrijfsleven aan de ontwikkeling van de JSF. Ook staan er debatten gepland over de mislukte aanslag op de vlucht van NorthWest Airlines van Amsterdam naar Detroit, falend toezicht in de jeugdzorg en het bericht dat Duitse regelgeving de Gasunie een half miljard euro zou kosten. Op 6 april staan AO’s gepland over telecommunicatie (EZ) en de samenvoeging van de zorgtoeslag met de aangifte van de inkomstenbelasting (Financiën). Een dag later gaan Kamerleden in gesprek met Sadik Harchaoui, voorzitter van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO). Centraal staat het adviesprogramma Sociale stabiliteit en maatschappelijke veer-
van de Nederlandse vereniging voor burgerzaken bijwoont. De staatssecretaris vertrekt op 15 april naar de Antillen voor een werkbezoek in het kader van de bestuurlijke herinrichting. Minister Verhagen woont de Matthäus-Passion bij in de Grote Kerk in Naarden. Dinsdag 6 april vertrekt hij naar Brazilië, waar collega Eurlings van Verkeer en Waterstaat op dat moment toevallig ook is. Vrijdag 9 april is Verhagen weer terug. Dinsdag 13 april neemt de bewindsman in de Openbare Bibliotheek van Den Haag het boek Beelden van Birma van reisfotograaf en schrijver Peter de Ruiter in ontvangst en woensdag 14 april
Buitenlandse Zaken
Tweede Kamer
4
PM2 april 2010
kracht. Daarnaast zijn er AO’s over ict bij de overheid (BZK), de bekostiging van de kapitaallasten van ziekenhuizen (VWS) en pensioenen (SZW). Donderdag 8 april staan AO’s ingepland over onder andere re-integratie (SZW), het consumentenbeleid (EZ), materieelexploitatie (Defensie), de uitvoering van de nota Ruimte (Vrom), de Belastingdienst (Financiën), de informele onderwijsraad die op 13 en 14 april plaatsvindt (OCW) en het veelbesproken communicatiesysteem C2000 (BZK). De Kamercommissie Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse zaken ontvangt een
binnenkort in Den Haag reikt hij de dapperheidsonderscheidingen uit. Vrijdag de 16e brengt Verhagen een werkbezoek aan Alkmaar en Petten. Ook minister Van Middelkoop woont vrijdag 2 april de Matthäus-Passion in Naarden bij. Donderdag 8 april wacht de minister en zijn staatssecretaris een AO over materieelexploitatie. Op 12 april neemt de minister het boek Tims papa is soldaat in ontvangst, geschreven voor kinderen van uitgezonden militairen. Op 14 april reikt Van Middelkoop in Den Haag onderscheidingen aan militairen uit wegens betoonde dapperheid op het strijdtoneel. De dag daarna verzorgt hij een lezing over ethiek en het krijgsbedrijf aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Staatssecretaris De Vries is vrijdag 16 april bij Kornwerderzand (Afsluitdijk) aanwezig bij de herdenking van de bevrijding van Friesland door Canadese troepen, 65 jaar geleden.
Defensie
in Breda het Topinstituut voor de Logistiek in Nederland. Dit nieuwe instituut moet kennis bundelen en genereren om te zorgen dat Nederland op logistiek terrein blijft meelopen. Van 12 tot en met 15 april brengt Van der Hoeven een bezoek aan Japan. Het consolideren van de traditioneel goede economische handelsrelatie tussen de landen staat centraal. Thema’s van gesprek zijn energie, innovatie en handelsklimaat voor Japanse bedrijven in Nederland en vice versa. Van der Hoeven zal gesprekken voeren met minister Masayuki Naoshima van Economie, Handel en Industrie en met minister Ryu Shionoya van Onderwijs, Cultuur, Sport, Wetenschap en Technologie. Ook bezoekt ze een aantal Japanse
Minister Van der Hoeven vergadert op 6 en 7 april met het Innovatieplatform. Eveneens op 7 april opent ze
Economische Zaken
delegatie uit Aruba. Dinsdag 13 april overhandigt de Stichting Inspraakorgaan Turken in Nederland (IOT) aan de Kamercommissie van WWI het boekje Gescheiden gezinnen over het Nederlandse beleid inzake gezinshereniging. Verder staan er AO’s over arbeidsmarktbeleid (SZW) en de evaluatie van de gemeenteraadsverkiezingen (BZK) op de agenda. Een dag later zijn er AO’s over de landbouw- en visserijraad die op 19 en 20 april gehouden wordt (LNV), de rapportage van de mbo-raad (OCW), de bodem (Vrom), het schatkistbankieren en de voortgang en voornemens met betrekking tot de hervormingen in de financiële sector (Financiën). Ook komt het diplomatenklasje van BZ op bezoek. Op 15 april staan er AO’s op de agenda over onder meer het IMF en de Wereldbank (Financiën), onderzoeksscholen en promovendi (OCW), het toezicht en de handhaving van de kwaliteit van kinderopvang (OCW) en het Kadaster (Vrom).
bedrijven, waaronder Mitsubishi, Canon en Panasonic. Bij de Japanse ruimtevaartorganisatie Jaxa zal de minister aanwezig zijn bij de ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst tussen Japan en Nederland op het gebied van ruimtevaart. Ook bezoekt ze het Japanse kernfusieinstituut NIFS. Minister De Jager heeft de komende weken veel interne besprekingen op het departement. Wat openbare optredens betreft heeft hij alleen een informele Ecofin op 16 april in Madrid op zijn agenda staan.
Financiën
Net als collega- minister en CDA-partijgenoot Donner staat minister Hirsch Ballin niet op de conceptkandidatenlijst van het CDA voor de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen. De komende weken staan er niet veel publieke optredens in zijn agenda. Op 9 april heeft de bewindsman een bespreking met de ambassadeur van Iran. Op 12 en 13 april is de demissionaire minister in Brussel voor enkele werkbezoeken.
Justitie
Op dinsdag 6 april wordt er niet plenair vergaderd in verband met Pasen. Een week later staat de herstructurering van de Raad van State op de agenda. In de nieuwe structuur bestaat de Raad van State uit leden, staatsraden en staatsraden in buitengewone dienst. De taken zullen verdeeld worden over een afdeling advisering en bestuursrechtspraak. De nieuwe raad zal, naast de vicepresident en de leden van het Koninklijk Huis, uit hooguit tien leden bestaan. Leden van deze zogenoemde volle raad zullen zowel lid zijn van de afdeling advisering als bestuursrechtspraak. Ook zullen de senatoren naar alle waarschijnlijkheid spreken over het initiatiefvoorstel van Krista van Velzen (SP) en Harm-Evert Waalkens (PvdA). Dit wetsvoorstel bevat een verbod op het houden en doden van dieren uitsluitend of in hoofdzaak voor het verkrijgen van hun pels.
Eerste Kamer
www.vandaagindenhaag.nl 2 april 2010 PM
5
binnenkort in Den Haag Op dinsdag 6 april is minister Verburg ’s ochtends in Nieuwspoort bij de perspresentatie van de brochure Varkansen, waarin wetenschappers van Wageningen UR voorstellen doen voor duurzame varkensstallen. Vervolgens opent ze in Scheveningen de zogeheten ‘Generatietuin’, die is aangelegd in het kader van het programma Lekker groen. Ter afsluiting van die dag begeeft de minister zich naar Rotterdam, waar het gaat om maatschappelijke stages bij het project Resto VanHarte. Op vrijdag 9 april is de minister aanwezig bij de overdracht van de Vishut in Scheveningen door het ministerie van Economische Zaken aan het Productschap. De Vishut is een informatiepunt voor vissers in hun
LNV
Symposia
contacten met instanties als de douane en is bedoeld om de administratieve lasten te beperken. Op zaterdag 10 april houdt Verburg een redevoering in Utrecht, waar dan de contactdag Visserijbeheer plaatsvindt. Maandag 12 april spreekt de minister tijdens de Sectordag Paarden in Arnhem. Woensdag 14 april reikt de minister certificaten uit aan de winnaars van een tender over duurzame stallen. Minister Rouvoet moet zijn krachten verdelen tussen Jeugd en Gezin, het vicepremierschap én OCW. Daarom legt hij de komende twee weken geen werkbezoeken af die in het teken staan van onderwijs, maar vinden de meeste activiteiten op dit dossier intern plaats. Staatssecretaris Van Bijsterveldt luistert vrijdag 2 april naar de MatthäusPassion in de Pieterskerk te Leiden. Donderdag 8 april woont ze de presentatie van de Laks Monitor bij in hotel Arena te A msterdam. Aansluitend is Van Bijsterveldt aanwezig bij een bijeenkomst van de Innovatie Impuls Onderwijs in de Westergasfabriek, eveneens in de hoofdstad. Zaterdag 10 april vindt in
OCW
Organiseert u ook een congres, seminar of symposium? Geef het aan ons door via
[email protected].
7 april
Wat Waar Tijd Sprekers Organisatie
6
PM2 april 2010
Conferentie ‘Beter Leefklimaat? Beter onderzoek <-> Beter Beleid Vergadercentrum 7 AM, Den Haag 13.30 – 18.00 uur Pieter Hooimeijer (UU), Wim Derksen (EUR en ministerie van Vrom), Herman Eijsackers (WUR en ministerie van LNV) en diverse andere hoogleraren Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)
Hardinxveld-Giessendam de jaarvergadering plaats van de Vereniging van Gereformeerde Scholen, waar de staatssecretaris ook haar gezicht laat zien. Een mazzeltje voor Van Bijsterveldt: nu Plasterk geen minister meer is, mag zij de galapremière bijwonen van Mary Poppins, zondag 11 april in het Scheveningse Circustheater. Op 12 april brengt ze nog een werkbezoek aan een school in Amersfoort, waarna ze in Leiden de meelfabriek bezoekt in het kader van de Modernisering Monumentenzorg. 13 april, tot slot, neemt Van Bijsterveldt in Nieuwspoort het eindrapport van de commissieVeerman over de toekomst van het hoger onderwijs in ontvangst.
13 en 14 april
Wat Waar Tijd Sprekers Organisatie
Congres ‘Diversity Works’ Passenger Terminal Amsterdam 10.00 – 17.00 uur Ruud Lubbers, Pvda-Europarlementariër Emine Bozkurt, TNO-bestuurslid Tini Hooymans e.a. Memory Events
14 april
Wat Waar Tijd Sprekers Organisatie
Lunchlezing ‘De overheid in Denemarken en Zweden’ Campus Den Haag 12.15 – 13.30 uur Roel Bekker Programma Vernieuwing Rijksdienst
binnenkort in Den Haag kort bezoek in Medisch Centrum Haaglanden. Minister Rouvoet spreekt op vrijdag 9 april op het symposium De jeugdverpleegkundige in het CJG: samenwerken of samen werken? Tijdens de bijeenkomst in de Reehorst te Ede komen verpleegkundigen werkzaam in de jeugdgezondheidszorg praten over het functioneren binnen de Centra voor Jeugd en Gezin. Op 14 april spreekt Rouvoet over ‘multi-probleem’ gezinnen op een conferentie in Utrecht georganiseerd door de MO-Groep.
Minister Donner, die net als zijn collega van Justitie Hirsch Ballin ontbreekt op de kandidatenlijst van het CDA bij de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen (hij wil ‘plaats maken voor de jongere generaties’) heeft donderdag 8 april een werkontbijt met de VNG en de sociale partners, in Den Haag.
SZW
In het paasweekend vertrekt minister Eurlings naar Brazilië voor een handelsmissie. Hij wordt vergezeld door een aantal ondernemers. Woensdag 14 april is hij ’s avonds weer terug in Nederland. De dag erna is de bewindsman aanwezig bij de start van het verkeersexamen van Veilig Verkeer Nederland in Den Bosch. Ook prinses Màxima geeft er acte de présence.
Verkeer en Waterstaat
Woensdag 7 april gaat minister Huizinga eerst naar West- Beemster waar ze te gast is bij CONO, een zuivelcoöperatie van duurzame boeren ter gelegenheid van de Koe-in-de-weidag. De minister onthult later op de dag ook een plaquette bij de Zellingwijk in
Vrom
Op 6 april nemen D66’er Alexander Pechtold en MKB-voorzitter Loek Hermans in de Haagse Malietoren het eerste exemplaar van het boek Ondernemende types in ontvangst. In deze uitgave van N=5 en onderzoeksbureau Motivaction staan zes typeringen van ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf beschreven. Een dag later wordt het boek Job Cohen – Burgemeester van Nederland gepresenteerd. Journalisten Hugo Logtenberg en Marcel Wiegman werkten ruim een jaar aan een reconstructie van Cohens roerige burgemeesterschap en geven, naar eigen zeggen, antwoord op de vraag wie Job Cohen nu echt is. In de Koninklijke foyer van de Amsterdamse Stadsschouwburg zal het eerste exemplaar aan zijn voorganger Ed
Gouderak, waar een bodemsaneringstraject is afgerond en begonnen wordt met nieuwbouw van een woningwijk op schone grond. Huizinga ondertekent op maandag 12 april samen met de Unie van Waterschappen het Klimaatconvenant. De bijeenkomst is in Apeldoorn bij de Zuivelinstallatie. Minister Klink bezoekt op 12 april het Herinneringscentrum van kamp Westerbork. Het museum en de herdenkingsplaats in Drenthe worden druk bezocht. Het aantal bezoekers bedroeg in 2009 zo’n 140.000, een stijging van 17 procent ten opzicht van het jaar daarvoor. Drie dagen later is de minister voor een
VWS
Foto: Duco de Vries
Overig
van Thijn worden uitgereikt. Prins Willem-Alexander spreekt op vrijdag 9 april op het symposium Voorbij de vanzelfsprekendheid in het Agoratheater in Lelystad. Deze bijeenkomst wordt gehouden ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van Waterschap Zuiderzeeland, de prins is daar dan ook in zijn hoedanigheid van voorzitter van de adviescommissie Water. Op 14 april houdt Vide, beroepsvereniging voor toezichthouders en handhavers, haar jaarlijkse congres. De burger als toezichthouder, handhaver, inspecteur en evaluator luidt dit jaar de titel. Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer en inspecteur-generaal van het onderwijs Annette Roeters zullen in de Amsterdamse Beurs van Berlage spreken over de relatie tussen burger en toezichthouder.
www.vandaagindenhaag.nl 2 april 2010 PM
7
nieuws Hoogste ambtenaar Peter Ho licht Singapore Model toe in Den Haag
Singapore dwong rekeningrijden af In Nederland wil het maar niet lukken, maar in Singapore functioneert ‘s werelds eerste systeem voor Electronic Road Pricing al sinds 1998 naar tevredenheid. Peter Ho, de hoogste ambtenaar van Singapore, was verleden week op uitnodiging van secretaris-generaal Roos van Erp van BZK in Den Haag om een lezing te houden over het spraakmakende ‘Singapore Model’. PM vroeg hem om tekst en uitleg. BZK/Financiën/VenW • Peter Ho trad in 2005 aan als Head of Civil Service (HCS) van Singapore, waarmee hij de hoogste ambtenaar van zijn land werd. Onder zijn leiding groeide scenarioplanning uit tot de hoeksteen van het beleid van de republiek, die met 683 km2 (net iets groter dan de Noordoostpolder) het kleinste land van Zuidoost-Azië vormt maar inmiddels wel al 4,6 miljoen inwoners telt en is uitgegroeid tot de grootste containerhaven ter wereld. Peter Ho: ‘Eind jaren tachtig rees er in Singapore al de zorg dat het wegenstelsel overbelast zou raken. Die zorg was met name ingegeven door de situatie in buitenlandse steden als Bangkok, waar de wegen geheel verstopt dreigden te raken als gevolg van het sterk toegenomen aantal auto’s. Om dat probleem voor te zijn ontwikkelden we ’s werelds eerste systeem voor rekeningrijden, het Electronic Road Pricing (ERP) systeem, waarmee het wegennet met succes werd ontlast op de plekken en de tijdstippen die het meest hadden te lijden onder filevorming. Daarnaast werd de groei van het aantal auto’s een halt toegeroepen door een verhoging van de belasting. Om de prijs te bepalen voor in eigendom hebben van een personenauto hielden we een zogeheten ‘Dutch auction’ [Nederlandse veiling, RZ], waarbij de prijs werd bepaald door middel van een openbare veiling. Het in hoogte honderdste bod werd de prijs die aan alle deelnemende gebruikers werd berekend.’ Om het rekeningrijden mogelijk te maken dienen alle autobezitters op het eiland de zogeheten ‘in-vehicle device’ achter hun voorruit te laten aanbrengen
8
PM 2 april 2010
(waar geen kosten aan zijn verbonden). Daarin past een chipcard. Bij het passeren van een meetpunt langs de weg, hoort de automobilist een piepje waarmee wordt aangegeven dat op dat moment een bedrag van zijn chipcard wordt afgeschreven. Het digitale scherm van het in-vehicle device geeft aan wat het nieuwe saldo op de chipcard bedraagt. Wie zonder chipcard over de ERP-wegen rijdt, kan rekenen op een forse boete.
Holistische aanpak Singapore heeft een snel groeiend aantal personenauto’s, inmiddels rijden er 850.000 auto’s rond. Tussen 1997 en 2004 groeide het nationale wagenpark met 10 procent, het aantal ritten steeg met 23 procent. Ho: ‘Om dat in goede banen te leiden was er een holistische aanpak nodig, met als onderdeel rekeningrijden, maar ook uitbreiding van het wegenstel-
De goodwill voor het rekeningrijden staat of valt met de kwaliteit van de aangeboden alternatieven
sel , een intensieve verbetering van het aanbod van openbaar vervoer en reductie van het aantal auto’s. Om met dat laatste te beginnen: het streven is de groei van het aantal personenauto’s, dat de afgelopen jaren op 3 procent per jaar zat, terug te brengen tot 1,5 procent. Daarnaast studeren we op mogelijkheden de kosten voor het rekeningrijden, die vanaf de start in
1998 constant zijn gebleven, te verhogen en de maximale snelheid waarmee op de wegen met het ERP-systeem mag worden gereden, aan te passen.’ Het Singapore Model is inmiddels door tal van grote steden overgenomen, zoals Hong Kong en Shanghai. In Engeland liep toenmalig burgemeester Ken Livingstone van Londen warm voor het ERP-systeem uit Singapore, dat hij met succes implementeerde. Dat rekeningrijden het toch niet redde in Engeland, kwam door toedoen van een brede protestbeweging (Driver’s Choice) die met succes campagne voerde tegen de introductie van het systeem in andere steden. In een ‘top down’ bestuurd land als Singapore kent men aan zulke factoren geen bijzonder belang toe. Volgens Ho staat of valt de goodwill voor het rekeningrijden met de kwaliteit van de aangeboden alternatieven, in het bijzonder het openbaar vervoer. Binnen de denktank PS21, waarin de beste denkers van de diverse departementen van Singapore verenigd zijn om te anticiperen op toekomstige ontwikkelingen, blijft mobiliteit in ieder geval punt van grote aandacht. • René Zwaap
nieuws Toekomstvisie krijgsmacht gepresenteerd
Een multifunctioneel Zwitsers zakmes Defensie • Verkenningen: houvast voor de krijgsmacht van de toekomst. Zo luidt de titel van het rapport dat de interdepartementale projectgroep Verkenningen afgelopen maandag in Nieuwspoort presenteerde. In deze langetermijnvisie blikt het ministerie van Defensie vooruit op de krijgsmacht na 2020. Ko Colijn, hoogleraar internationale betrekkingen en lid van de klankbordgroep van het project, hoopt dat de bevindingen niet ondersneeuwen in de discussie omtrent de uitkomsten van de brede heroverwegingen [bij het ter perse gaan van deze PM zijn de documenten nog niet openbaar gemaakt, RW]. ‘Het is niet toevallig dat we de Verkenningen drie dagen voor de uitkomsten van de heroverwegingswerkgroepen hebben gepresenteerd,’ aldus Colijn. ‘Het is van belang dat er een inhoudelijke discussie over de krijgsmacht wordt gevoerd, waarin niet alleen gefocust wordt op mogelijke
bezuinigingen.’ In het rapport worden vier beleidsopties geschetst aan de hand van vier toekomstscenario’s. In het kort komen deze opties neer op de bescherming van het eigen grondgebied (veilig blijven), handhaving van de internationale rechtsorde door kortstondige operaties over de grenzen (kort en krachtig), deelname aan stabiliteitsoperaties en militaire samenwerking (in veiligheid brengen) en een combinatie van deze drie strategische functies (veelzijdig inzetbaar). Colijn is, net als ministers Van Middelkoop en Verhagen, voorstander van de laatste variant. ‘De krijgsmacht als multifunctioneel Zwitsers zakmes, die onder uiteenlopende omstandigheden kan worden ingezet is de meest logische keuze.’ In de afgelopen twee jaar is er volop gediscussieerd over het toekomstperspectief voor het ministerie van Defensie. Tijdens de zestien bijeenkomsten van de klankbordgroep kwamen verschillende
alternatieven aan bod. ‘Een optie als de krijgsmacht “normaliseren” hebben we niet opgenomen. Een krijgsmacht die alleen maar conflictsituaties toedekt en lunchpakketten uitdeelt is geen reële optie, vonden sommigen,’ zegt Colijn. In het onderzoek is eveneens naar de budgetten gekeken. Zo is er rekening gehouden met een verruiming van het budget, maar ook met een eventuele bezuiniging van 20 procent oftewel 1,5 miljard euro. Tijdens de gesprekken rees de vraag of deze laatste mogelijkheid wel in het rapport opgenomen moest worden. De hoogleraar is blij dat dit uiteindelijk wel gebeurd is: ‘Laat maar eens zien hoe desastreus dat uitpakt. Een krijgsmacht waarop 20 procent bezuinigd wordt, kun je geen serieuze krijgsmacht meer noemen. Sterker nog, de krijgsmacht komt op dit moment al middelen tekort voor uitvoeren van haar huidige taak.’ • Rianne Waterval
Kroese enzo …
2 april 2010 PM
9
nieuws VVD: Plan diplomatieke dienst EU is ‘wangedrocht’
Ashton moet huiswerk overdoen Maar liefst 8.000 ambtenaren kunnen emplooi vinden bij de European External Action Service, de nieuw op te richten diplomatieke dienst van de Europese Unie. Het Europarlement is echter verre van enthousiast over het voorstel dat Hoge Vertegenwoordiger Catherine Ashton in dezen heeft gedaan. VVD-Europarlementariër Hans van Baalen spreekt van ‘een wangedrocht’.
Europa • Het plan voor een Europese diplomatieke dienst zoals vorige week gepresenteerd door Catherine Ashton, de Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid van de EU, is niet naar de zin van het Europarlement. Het is een ‘wangedrocht’ , zo zegt VVD’er Hans van Baalen. Hij vindt dat de nieuwe dienst ‘in het luchtledige’ hangt. Ashton dient eind deze maand terug te komen in het Europarlement met een aangepast plan. Van Baalen: ‘Ze moet duidelijk aangeven waar de politieke ver-
antwoordelijkheid ligt. Op deze manier kan het EP geen controle uitoefenen.’ Dat Ashton de nieuwe secretaris-generaal van de dienst politieke medeverantwoordelijkheid wil geven, vindt Van Baalen onbegrijpelijk. ‘Dat is raar. Het Europees Parlement kan een ambtenaar niet op het matje roepen of wegsturen.’ De oprichting van de European External Action Service, zoals de diplomatieke dienst formeel heet, is vastgelegd in het Verdrag van Lissabon, dat december vorig jaar in werking trad. Ashton is als
hoge vertegenwoordiger verantwoordelijk voor de dienst. Ze is benoemd door de Europese Raad en is tevens vicevoorzitter van de Europese Commissie. ‘Hierdoor is het moeilijk met haar samenwerken,’ zegt Van Baalen. ‘Bovendien is ze ook niet heel erg handig in het wekken van vertrouwen dat het allemaal wel goed komt.’ Europa heeft een diplomatieke dienst nodig, vindt Van Baalen. ‘Ik sta niet te dansen op het Luxemburgplein, maar het is logisch dat de EU haar buitenlandse belangen op het terrein van onder meer handel en klimaat door één organisatie laat behartigen. We moeten ons overigens wel afvragen hoe groot deze dienst gaat worden. Er wordt nu gesproken over een corps van 8.000 ambtenaren. Houd het beperkt, dan kun je het beter in de hand houden.’ • Cindy Castricum
Advertentie
Uw kans om nu dé ICT-beslissers bij de overheid te bereiken!
Sdu Select - Overheid & ICT 2010 de beste ICT-bedrijven voor de overheid
Sdu Select - Overheid & ICT, welke verschijnt op 7 juni, wordt gratis verspreid, in een oplage van maar liefst 65.000 exemplaren, met alle grote overheidtitels van Sdu Uitgevers, o.a.:
- PM - re.Public - VNG Magazine - Het Waterschap - Provincies - SC Spraakmakend onderzoek
Mis ’m niet
Dit unieke magazine brengt de huidige waardering over de ICT dienst-
Wilt u deze unieke kans om
verleners bij de lokale, regionale en landelijke overheid in kaart. Kortom,
onder de aandacht te komen
een speciaal magazine dat voor de lezer niet alleen interessant is, maar ook
bij ruim 65.000 overheids-
voor u als dienstverlener veel aandacht van uw doelgroep kan opleveren.
beslissers ook niet missen? Neem dan nu contact op met Hanneke Toorenent (
[email protected]) of Ferry Aaftink (ferry@ adformix.com) van Adformix, telefoon (0888) 77 78 88.
10
PM 2 april 2010
nieuws Agentschap bleef op afstand worstelen met ministerieel moedercomplex
De gestolde toekomst van Rijkswaterstaat Naar aanleiding van het boek Veranderend getij – Rijkswaterstaat in crisis van Marcel Metze schreef Ferdinand Mertens, oud-inspecteur-generaal van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, een prikkelend essay over de continuïteit en afbreekbaarheid van grote organisaties. Hoe de Paarse revolutie binnen VenW stukliep op de omnipotente ambities van Rijkswaterstaat. Tekst Ferdinand Mertens
R
ijkswaterstaat (RWS) is een organisatie met een aansprekende taak, een omvangrijk budget, een stevige positie wat betreft macht en kennis, vaak met een monopolie in het object van aandacht. RWS is zich bewust van haar historisch belang en doet er ook alles aan om dat niet in vergetelheid te doen raken: de dienst beschikt over een eigen huishistoricus en zorgde voor prachtige boeken over het eigen verleden. En nu worden er dus ook al boeken geschreven over het ‘heden’ – dat ligt altijd wat moeilijker, de beoordeling door een tijdgenoot leidt al snel tot spanningen, zoals blijkt uit het rumoer dat voorafging aan de publicatie van Marcel Metze. Metze beschrijft Rijkswaterstaat goed gedocumenteerd. De dienst ‘moet’ veranderen: meer grip krijgen op projecten, het publiek beter bedienen, niet alles zelf willen doen maar daar waar het kan de markt aanspreken en inzetten. Op zich geen ‘bijzondere’ vereisten: de afgelopen decennia maakten heel wat overheidsorganisaties met succes een dergelijke ontwikkeling door. RWS kwam vrij laat op het idee deze kant op te gaan en dat, zoals Metze laat zien, op een tijdstip dat ook de nadelen van zo’n aanpak in beeld begonnen te komen. Tragisch maakt het verhaal duidelijk dat de ‘strikt managerial benadering’ niet beklijft. Was die bevinding de reden van de leiding van RWS om met de studie minder gelukkig te zijn? Ik kan
me dat voorstellen, maar dat is natuurlijk ‘all in the game’ wanneer je met dergelijke veranderingsambities aan de slag gaat. Het interessantste in de studie van Metze vind ik de bevinding dat de RWS wel eigenstandig en zelfstandig van het ministerie van VenW zou willen werken, maar tegelijkertijd ook binnen het ministerie wil blijven opereren en zich nadrukkelijk met de beleidsvorming wil blijven bemoeien. Verder leven er binnen RWS klachten over de rol van het ministerie als opdrachtgever, terwijl dat juist de essentie van de agentschaprelatie is. Het
De leider van een agentschap moet niet voortdurend bij ‘alles’ betrokken willen zijn is dan ook niet goed te begrijpen waarom RWS zo graag agentschap wilde worden. De benadering van het agentschap impliceert een correcte betrokkenheid bij de beleidsvorming maar vanuit ‘de uitvoerende verantwoordelijkheid’. De leider van een agentschap moet niet voortdurend bij ‘alles’ betrokken willen zijn maar moet zijn ‘meer beperkte verantwoordelijkheid’ accepteren. Een DG van zo’n organisatie hoort ook niet in de leiding van een ministerie. Hij heeft een eigen relatie met de bewindslieden en de secretaris-generaal, vanuit de specifieke taak.
Wat ik mis in de studie is de samenhang met het ministerie van VenW. Mijn zienswijze, gevormd op basis van mijn werkervaring in dit ministerie als leider van een in 2000 gevormde uitvoerende dienst, is dat de veranderingen in het ministerie nooit systematisch zijn aangepakt en dat er nogal wat is blijven hangen. De kracht van RWS – vooral de hindermacht – was daarbij een belangrijke factor.
Breilap Tegen het einde van de vorige eeuw bestond er in Nederland het besef dat de overheid niet alleen omvangrijk was, maar dat er bovendien weinig ‘systeem’ in zat. De organisatie was in 200 jaar ontstaan als een breilap, waar voortdurend anderen aan zaten te breien. Het begrip ‘ministerie’ was de aanduiding van een verzameling van activiteiten die gemeenschappelijk hadden dat ze uit de rijksbegroting werden betaald. Zo’n organisatieconglomeraat is bijna per definitie ondoelmatig en er was niemand die het geheel overzag. Voor heel wat organisaties was het er goed schuilen! Door het werk van de commissie-Wiegel kwam daar in 1992 een kentering in. De decompositie van de overheidsorganisatie werd ingezet: activiteiten werden naar soort onderscheiden, ze werden onderzocht op hun noodzakelijke verbinding met de rijksbegroting en de minister. Nieuwe modaliteiten werden bedacht voor de inrichting van organisaties in de publieke sector met een 2 april 2010 PM
11
nieuws
Toenmalig directeur-generaal Rijkswaterstaat Bert Keijts, Bouwend Nederland-voorzitter Elco Brinkman, minister van Verkeer en Waterstaat Camiel Eurlings en VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes verrichten samen de starthandeling van het tweede Spoedaanpak-project: A9 Holendrecht-Diemen
samenhangend takenpakket. De scheiding tussen beleid en uitvoering werd vanzelfsprekend, later kwam daar het toezicht bij als afzonderlijk takendomein. Beweeglijkheid en professionaliteit waren belangrijke waarden in die verandering. Binnen de grote conglomeraten was er geen andere verantwoordelijkheid dan die van de minister. Met een duidelijker opdeling zouden ook verantwoordelijkheden van anderen meer zichtbaar worden. Deze beweging zou onvermijdelijk ook voor RWS betekenis krijgen. Toenmalig minister van VenW Tineke Netelenbos was zeker van plan dat te doen. Eerder had zij bij Onderwijs op basis van het regeerakkoord van 1994 heel efficiënt in een mum van tijd de hele onderwijsverzorgingsstructuur ‘uitgeplaatst’. Bij VenW zette zij die lijn door en belegde de beleidsverantwoordelijkheid voor de ‘natte en droge’ infrastructuur in beleidseenheden, de directoraten-generaal. Voor het ‘natte deel’ van VenW kwam er een afzonderlijk beleidsdirectoraat-generaal. In de beleving van de toenmalige leiding van RWS was de ontmanteling van ‘de Waterstaat’ begonnen. De directeur-generaal had het daar moeilijk mee. Hij had het gevoel er onvoldoende grip op te hebben en het initiatief
12
PM 2 april 2010
kwijt te zijn. Netelenbos nam ook het toezicht bij VenW op de schop. Dat zat tot dan toe verstopt in de directoraten-generaal, ze wilde het zichtbaar maken. Daar waren goede redenen voor: in de parlementaire enquête naar de vliegramp in de Bijlmermeer werd pijnlijk duidelijk dat onafhankelijkheid van toezicht een zeer relatief begrip was. Voor wat betreft de toezichttaken die bij de directoraten-generaal zaten, kwam de
Voor de ambtelijke organisaties is het nog steeds lekker schuilen onder de grote paraplu van de minister minister er met hulp van de SG en competente projectmanagers wel uit. Er was weliswaar sprake van enorme weerstand – geen der DG’s zag het zitten – maar dat was wel te ‘overrulen’. Er kwam een Inspectie van Verkeer en Waterstaat (de IVW), er zou een wet op het toezicht komen – is niet gebeurd – en die inspectie zou ‘op afstand’ van het ministerie worden ge-
plaatst. Bij de start van die inspectie bleef één probleem onopgelost: de toezicht- en handhavingstaken van RWS waren tot dan toe wel verkend, maar er was geen enkele vordering gemaakt met concrete voorstellen ter ontrafeling.
Kwetsbaar RWS verleende aan zichzelf vergunningen voor de uitvoering van ‘eigen werken’. Van een zekere onafhankelijke oordeelsvorming kon dus geen sprake zijn en iedereen zag wel in dat dit kwetsbaar was. Het ging om een in kwantiteit zeer beperkte taak en die werd dan ook snel en soepel aangeboden aan de nieuwe inspectie. Wat betreft de overige taken werd vooral het belang van ‘integraliteit’ bepleit. Dat is een trefwoord om de onwenselijkheid van opdelingen te benadrukken: er is integraal waterbeleid en dat betekent dat vergunningverlening en handhaving voor milieuwetgeving bij RWS dienen te blijven. Het ging hier om 1.100 medewerkers voor de uitvoering van de Wet op de oppervlaktewateren – een uitvoerende taak die bijvoorbeeld ook bij de provincies of de gemeenten kon worden ondergebracht. De milieunormen in Nederland behoren universeel te zijn, onafhankelijk van wie
nieuws ze toepast, en dus zou er geen bijzondere reden moeten zijn om een dergelijke taak bij RWS te laten. Maar kwantitatieve en kwalitatieve aspecten behoren in één hand te blijven, zo luidde het verhaal. De handhavingstaken overhevelen naar een organisatie als de IVW werd als een onbegaanbare weg gezien. Uiteindelijk werd na veel vijven en zessen een compromis uitgewerkt – overigens door Bert Keijts, toen nog geen DG RWS – om de IVW een metatoezicht te laten uitvoeren op de watertoezichttaken van RWS. Ineens was er 5 miljoen euro beschikbaar om zo’n metadienst mogelijk te maken! Aan geld nooit gebrek – als men wilde. In dezelfde tijd stond ook de positionering van RWS op de agenda. Wat zou de toekomstige positie van de dienst moeten worden? Intern werd gesproken over een zbo of over een agentschap. Een van de interessante punten was de vraag hoe de dienst zich zou moeten verhouden tot het beleid, de politiek in het bijzonder. De DG Rijkswaterstaat was lid van de bestuurs-
raad van het ministerie, zat wekelijks bij de ministerstaf en was gewend om over alles mee te praten. Zou dit zo moeten blijven of juist niet? Vanuit de nieuwe toezichtorganisatie werd hartstochtelijk bepleit dat een inspecteur-generaal niet in de bestuursraad van het ministerie thuishoort, evenmin in een ministerstaf, maar dat deze functionaris door de minister ter verantwoording geroepen wordt in een eigen ‘setting’. Voor de toenmalige DG Harry Prins was dit onvoorstelbaar. Het was voor hem onvoorstelbaar niet in de ambtelijke toporganen te zitten en niet van ‘meet af aan’ overal over mee te praten. In de periode-Netelenbos kwam dit dispuut niet meer tot een conclusie. Paars II kwam aan haar einde. Een nieuwe periode in de vaderlandse politiek brak aan. De LPF leverde in persoon van Roelf de Boer de nieuwe minister van VenW en mocht een nieuwe DG voor RWS uitzoeken. In lijn met de nieuwe regering moest De Boer niets hebben van discussies over verzelfstandiging. De uitvoering werd beleid. Als
directeur-generaal voor RWS wenste de minister zich een man die ‘met de poten in de klei gestaan had’. Toen die niet bleek te vinden werd Bert Keijts alsnog – en terecht – de nieuwe DG . De verdere ontwikkeling van het ministerie kwam tot stilstand. De structuren werden gestold. Aan het denken dat door de commissie-Wiegel was geïnitieerd kwam plotsklaps een einde. De minister is v erantwoordelijk en hoe publieksgeoriënteerd RWS i nmiddels ook geworden is, Bert Keijts heb ik er nooit over gehoord op de tv. RWS heeft geen ander gezicht dan dat van de minister. Voor de ambtelijke organisaties is het nog steeds lekker schuilen onder de grote p araplu van de minister. En daar verschijnen dan mooie boeken over. · Ferdinand Mertens (1946) is lid van de Onderzoeksraad voor Veiligheid en hoogleraar aan de Technische U niversiteit Delft. Van 2000 tot 2005 was hij inspecteur-generaal van het ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Advertentie
TOMORROW’S WORLD WON’T BE FAIR! BUT WE ORGANIZE OUR OWN HAPPINESS IN A MUCH BETTER WAY THAN WE USED TO IN THE PAST
Adjiedj Bakas Wilt u de crisis optimaal benutten voor nieuwe kansen? De drie Engelstalige boeken zijn nu gebundeld in een speciaal Crisispakket.
Van € 74,95, voor € 49,95 Beyond the Crisis € 19,95 In dit prikkelende boek, ingeleid door Prof Wang Jianmao, China’s topeconoom, wordt de huidige economische crisis in historisch perspectief geplaatst. Hoe verhoudt deze crisis zich tot de vorige? Waarom komt er altijd een periode van enorme technologische innovatie na een diepe economische crisis? Welke toekomstscenario’s zijn er? Hoelang duurt het en wat kunnen we nog verwachten? Wat voorspelden leidende astrologen jaren geleden al over deze crisis en wat voorspelden leidende economen? En wat voorspellen ze nu? Met bijdragen van Wim Kok, Nout Wellink en vele andere prominenten uit de hele wereld. World Megatrends € 27,50 De opvolger van het succesvolle Megatrends Europe is nu verbreed en geactualiseerd. Het voorwoord werd geschreven door de oudste kleinzonen van Churchill, Roosevelt en Stalin. In World Megatrends worden twaalf megatrends beschreven uit verschillende gebieden die de komende decennia de wereld radicaal zullen gaan veranderen. De huidige crises in termen van de wereldeconomie, energie, natuur, vers water en voedsel staan symbool voor de transitie van het ene tijdperk naar het andere. Velen vrezen de toekomst. Door naar deze ontwikkelingen te kijken zullen lezers, zowel ondernemingen als individuen, een overkoepelend beeld krijgen van de toekomst en zichzelf en de wereld opnieuw kunnen uitvinden. Living Without Oil € 27,50 In het boek Living Without Oil presenteren trendwatchers Adjiedj Bakas en Rob Creemers de zeven megatrends die tot een nieuwe energie-economie zullen leiden. In dit boek wordt antwoord gegeven op vragen over de energie en klimaattransitie als ‘welke vorm van energie zullen energiemaatschappijen ons leveren in detoekomst? Hoe zal zonne-energie, momenteel een ‘wild card’ in de opkomende nieuwe economie, zichzelf ontwikkelen? Op welke manieren kunnen we de klimaatverandering stoppen…en willen we dat wel?’ Living without Oil biedt de lezer inspiratie maar is ook confronterend: we zullen ons gedrag nu radicaal moeten veranderen op het gebied van energieopwekking en -consumptie en de natuur van de leg brengen, anders moeten we straks leven met extreem weer en rampspoed. We zullen moeten leren leven zonder olie en zo snel mogelijk moeten afkomen van onze verslaving aan olie.
www.
.com 2 april 2010 PM
13
opinie horen zien & schrijven
Recht, bestuurskunde en communicatie zijn de drie belangrijkste disciplines voor de moderne ambtenaar. In PM publiceren we elke twee weken drie columns waarop u via onze website kunt reageren.
Rosalie Koolhoven Voor je kiezen
j
e zal het maar voor je kiezen krijgen. Kom je na een tienjarige werkvakantie in een net iets te warm en regenachtig ski-resort terug naar Nederland. Kom je terug in het land waarin mensen denken dat Hugo de Groots Mare Liberum de oorzaak van de leeggeviste zeeën is. Kom je terug in een land met een rompkabinet. Nare associatie: een kabinet zonder armen en zonder benen en zonder hoofd. En dat in een tijd waarin mensen ook nog echt op Wilders – ‘der Flachland-Messias’ – stemmen! Wat een zorg. Met een beetje afstand bekeken lijkt Wilders te passen in de cadans van de golven die de Nederlandse kust aandoen. Voor 2002 voeren we af op een grote nederlaag voor de PvdA tijdens de gemeenteraadsverkiezingen, waarbij de Leefbaarpartijen grote winsten boekten. In 2006 waren ze verdwenen en dit jaar stonden ze er weer. Hetzelfde geldt voor de rode Bruynzeelpotloodjes. In 2006 waren ze afgeschaft om anno 2010 terug te keren. De stemcomputer maakte een omgekeerde beweging. Lunatieke verschijnselen. Aangetrokken en afgestoten door de maan. Wilders dankt zijn succes aan diezelfde wetmatige golfbeweging die ook voor denkbeelden en tijdgeest geldt. Wilders’ populariteit staat, met datzelfde beetje afstand bekeken, volgens mij eerder symbool voor onvrede en beklem-
ming dan voor moslimhaat. Wilders lijkt een stem tegen het truttige burgerservicenummer (wat is er mis met sofi!) en beangstigende ingrepen als het ‘elektronisch kinddossier’ en vingerafdrukpaspoorten, gevolgen van eerdere keuzes. Wilders staat in de perceptie voor de wens naar vrijheid, naar autonomie, en die autonomie is onlosmakelijk verbonden met de menselijke waarde. De schuld van de gevoelde inperking heeft echter niet een moslim, maar het blijkt niet zo ingewikkeld de kiezer het tegendeel aan te praten. De uitdaging voor de komende verkiezingsstrijd van alle andere p artijen ligt dan ook in het ontwortelen van ontevredenheid, in het ontkrachten van de waanidee van de moslim als oorzaak en in het afleiden van de angst voor de moslim als motivator om naar het rode potlood te grijpen. Want kiezen uit de door Wilders opgeroepen angst heeft niets meer met autonomie te maken. •
Ruben Maes Rosalie Koolhoven is publiciste en docent Nederlands recht aan de Universiteit Osnabrück in Duitsland
Meer op www.pm.nl
14
PM 2 april 2010
Recht
I
n mijn zoektocht naar het antwoord op maatschappelijk cynisme, ben ik gestuit op de helende werking van actief burgerschap. Tot voor kort was mijn kennis beperkt tot gemopper over de buurtbarbecues, waar de usual suspects gesubsidieerde worsten aan het bakken zijn. Jornt van Zuylen, aanjager burgerparticipatie van BZK, heeft mij geleerd dat dit old school burgerparticipatie is. We zijn al veel verder. Overal ontstaan nieuwe vormen van enthousiaste zelforganisatie op buurtniveau waarbij het initiatief niet meer bij de ambtenaar ligt maar bij de burger. Waar heb ik het dan over? Voorbeelden als de Brixton Pound,
opinie Jorrit de Jong Staatprostitutie
A
ls Nederlander in het buitenland krijg ik vaak lastige vragen. Over de opmars van Wilders: ‘Gaan jullie echt hoofddoekjesbelasting invoeren?’ Over paddo’s: ‘Klopt het dat jullie legale winkels hebben waarin harddrugs worden verkocht?’ Over militair ingrijpen in Irak en Afghanistan: ‘Waarom steunt jullie regering zonder goede onderbouwing de inval in het ene land en verlaat het zonder goede onderbouwing het andere?’ Ik antwoord meestal met een dubbel gevoel. Ik heb met sommige dingen veel moeite, maar wil toch graag dat mijn land in een goed daglicht staat. Het is misschien een raar land, maar het is mijn land. Vorige week was dat gevoel echter even weg. Ik was op een conferentie in Kaapstad waar innovatieve projecten uit de hele w ereld werden gepresenteerd. De gemeente Amsterdam presenteerde een project dat het publiek met stomheid sloeg. In de strijd tegen georganiseerde misdaad zijn tweehonderd ‘prostitutieramen’ op de Wallen gesloten. Om krakers tegen te gaan en de buurt een wat vrolijker aanzien te geven hebben ze modeontwerpers gevraagd de ramen te gebruiken als etalages voor designerkleding. Een sympathiek idee natuurlijk, als kunstproject. Maar wat heeft dit met het bestrijden van georganiseerde misdaad te maken, vroeg iemand uit het publiek. Een wollig verhaal volgde, want hard bewijs was er natuurlijk niet. Maar het kwam erop neer dat hoe
Burgerparticipatie 2.0 een alternatieve munteenheid waarmee bewoners lokale winkeliers ondersteunen. Of bewoners die aan hun gemeente vragen wat de kosten zijn voor het ophalen van huisvuil en vervolgens een goedkoper tegenbod doen. Met dit soort initiatieven heroveren burgers het publieke domein op bureaucratische instellingen en groeit het zelfvertrouwen in de maakbaarheid van de eigen leefomgeving. Essentieel is dat de positieve en nieuwsgierige motivatie achter deze initiatieven wordt vastgehouden. Dat valt of staat bij de aanpassingssnelheid van de ambtelijke organisaties. We hebben met elkaar een monster gecreëerd van duizenden professionals die diep in
hun hart willen moederen over de burger en de kooltjes van buurtbarbecues willen aanblazen. Als dat niet verandert, dan slaat de motivatie van burgerparticipatie om van positief enthousiasme, naar een verdieping van het cynisme. Dan is er geen sprake meer van herovering van de publieke ruimte, maar van een verdere terugtrekking door die mensen die het zich kunnen veroorloven. Maar laat ik niet te pessimistisch zijn. Vorige week was ik op een bijeenkomst met 150 ‘participatieprofessionals’ die hun hersens kraakten over de vraag wat de toekomt is van bewonersparticipatie. Het stemde gerust om uit hun monden termen te horen als
Bestuur
minder mogelijkheden er voor prostitutie zouden zijn, hoe minder de georganiseerde misdaad de ruimte kreeg. Amsterdam bleek ook overwogen te hebben zelf de prostitutie in te gaan. Als de gemeente eigenaar en uitbater is van bordelen kan ze immers de veiligheid in de gaten houden en tegelijk de misdaad uit de markt drijven. De werkgroep die het onderzocht had, was echter gestuit op praktische bezwaren: ze kon geen garantie krijgen dat vrouwen daadwerkelijk vrijwillig het beroep uitoefenden. Morele bezwaren tegen de overheid als pooier werden niet genoemd in de presentatie. De weinige conferentiegangers die niet totaal verbijsterd waren maakten flauwe grappen: ‘Als de overheid de prostitutie in gaat krijg je vast slow sex!’, ‘Wat moet je wettelijk als prostituee nog doen als je gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt verklaard?’, ‘Wordt een zakelijk bezoek aan een overheidsbordeel aftrekbaar?’ Staatprostitutie, hoe verzin je het? Hoe start je daar serieus een werkgroep over op? Dat kan alleen in Nederland. Een raar land. •
Jorrit de Jong is als onderzoeker en docent verbonden aan Harvard University’s Kennedy School of Government
Communicatie ‘actief achterover leunen’ of ‘de groene golf ambtenaar’. Het had er alle schijn van dat het hoofd zich al gewonnen gaf; nu het hart nog. •
Ruben Maes is partner van communicatiebureau Maes|Okhuijsen en werkzaam als strategisch adviseur en gespreksleider 2 april 2010 PM
15
coverstory André Szász (ex-Nederlandsche Bank) over de achilleshiel van de EMU
‘De euro is nu splijtzwam in plaats van bindmiddel’ In het kielzog van de Griekse crisis kunnen de Europese l eiders zich niet langer onttrekken aan een discussie over de o prichting van een politieke unie, zo meent André Szász, o ud-directeur Buitenland van De Nederlandsche Bank. ‘Te weinig leeft het besef dat de eurolanden monetair en financieel elkaars binnenland zijn geworden.’ Tekst René Zwaap
R
uim tien jaar geleden publiceerde André Szász, voormalig lid van de directie van De Nederlandsche Bank (1973-1994) en ex-hoogleraar Europese Studies aan de Universiteit van Amsterdam (1990-2000), een profetisch boek waarin hij waarschuwde voor de zwakke plekken in de Economische Monetaire Unie. In The Road to European Monetary Union (in het Nederlands vertaald als De euro, politieke achtergronden
‘De Europese weerstand tegen het IMF is wonderlijk’ van de wording van een munt) stelde Szász dat de EMU – en daarmee ook de euro – alleen maar tegen de tand des tijds bestand zou blijken indien de deelnemende landen ook politiek tot integratie overgaan. Als dat niet gebeurde, aldus Szász, was de duurzaamheid van de euro als een ‘munt zonder staat en draagvlak’ op den duur niet verzekerd. In feite, zo stelde Szász, is de euro prematuur ingevoerd: een gezamenlijke munt had beter het sluitstuk kunnen zijn van het Europese eenwordingsproces in plaats van halverwege de route te worden
16
PM 2 april 2010
geïntroduceerd, zoals gebeurd is. Het is die constatering die anno 2010 – met in het kielzog van de Griekse crisis nog altijd de dreiging van een desintegratie van de EMU – actueler dan ooit is geworden. In de ogen van Szász is het nu de hoogste tijd om te realiseren dat alleen inperking van de soevereiniteit van de afzonderlijke EU-landen van de euro een duurzaam succes kan maken. ‘Vechten tegen Brusselse windmolens in naam van de nationale identiteit’ – sinds het echec van het Nederlandse nee tegen de Europese Grondwet ook de politieke hoofdtoon in het Nederlandse discours – werkt in zijn ogen alleen maar contraproductief. Tegelijkertijd waarschuwt Szász voor ‘erosie’ van de Europese gemeenschap. Een bedenkelijk signaal achtte hij het verbale wapengekletter van de Grieken tegen de Duitsers, waarbij vanuit Athene opeens herstelbetalingen voor schade geleden tijdens de Tweede Wereldoorlog werd geëist. Maar ook het ‘powerplay’ tussen Duitsland en Frankrijk in de opmaat naar het akkoord dat eind verleden week in Brussel werd bereikt tussen de Europese regeringsleiders over noodmaatregelen ter afwending van de Griekse crisis, schept in zijn ogen een onzalig klimaat waar historische geesten uit de Europese fles dreigen te komen. Alleen door in het vervolg nauwgezet de Europese begrotingsregels van het Pact voor stabili-
Het powerplay tussen Duitsland en Frankrijk in de opmaat naar het akkoord dat eind verleden week in Brussel werd bereikt, schept volgens oud-DNB-directeur André Szász een onzalig klimaat
teit en groei te respecteren, kan verdere afbraak van het Europese huis worden voorkomen, aldus de oudbankier. ‘Een kunstmatige, niet historisch gegroeide munt zonder staat als de euro ontleent, anders dan nationale munten, haar legitimiteit en geloofwaardigheid alleen aan verdragverplichtingen,’ aldus Szász. ‘Wie deze stelselmatig negeert zodra zij gaan knellen zet de geloofwaardigheid van de munt op het spel.’ In de tijd van verschijning van zijn boek – nog voor de introductie van de euro als Europese eenheidsmunt in 2002 – kreeg Szász het verwijt veel te somber te zijn. De bomen groeiden tot aan de Europese hemel in de ‘roaring nineties’, en bijna iedereen in en rond De Nederlandsche Bank (DNB) verkeerde in hosannastemming. ‘De kritiek op mijn boek, als die er al was, was dat ik beren op de weg zag waar ze er niet waren,’ vertelt Szász. ‘Het is geen onverdeeld genoegen om het historische gelijk aan je zijde te krijgen, maar wel ben ik blij dat ik mijn zorgen indertijd aan het papier heb toevertrouwd’. Als lid van de directie van DNB maakte Szász de weg naar de euro in iedere fase mee. Hij hield zijn scepsis over het welslagen van de operatie nauwgezet bij in een dagboek, en na zijn pensionering besloot hij er, mede geïnspireerd door de colleges die hij gaf aan de Universiteit van Amsterdam, een boek aan te wijden. ‘De euro is er alleen gekomen door enorme
politieke druk, niet omdat het monetair zo verstandig was, en al helemaal niet vanwege de komst van de gemeenschappelijke Europese landbouwmarkt, zoals vroeger wel werd verwacht. In mijn boek wilde ik uitleggen wat de échte redenen en motieven waren voor de invoering van de euro. Die liggen besloten in de Ostpolitik van de Bondsrepubliek Duitsland, die de mark opofferde aan het kweken van goodwill in Europa, en de Franse wens tot monetaire medezeggenschap. Er is ook in Nederland eenvoudigweg niet
‘De euro is er alleen gekomen door enorme politieke druk’ diep genoeg nagedacht over de consequenties van de monetaire eenwording. Al helemaal is achterwege gelaten om aan de burger uit te leggen waarom die euro er eigenlijk moest komen. “Het is Europees, dus het is goed”, was het axioma, maar daar overtuig je het publiek niet mee. Nu dreigt de euro eerder splijtzwam in plaats van bindmiddel te worden.’
‘Omertà’ In de jaren dat Szász zitting had in de DNB-leiding, stond het hem niet vrij zijn zorgen kenbaar te 2 april 2010 PM
17
maken aan de buitenwereld: ‘Voor je het weet zou je een Szász-effect op de wisselkoersen hebben gehad, en dat is wel het laatste wat je je wenst als bankier.’ Ondanks de bancaire en politieke ‘omertà’ kon iedere econoom met voldoende common sense aanvoelen dat het jubelverhaal van de euro een beperkte houdbaarheidsdatum had, aldus Szász. ‘Iedereen wist dat Italië strikt genomen veel te grote gaten in de begroting had om te kunnen voldoen aan de verdragsverplichtingen, maar het was not done om dat hardop te zeggen. Hetzelfde gold voor Griekenland, ook met de kennis van toen: dat land werd binnen de EMU gedoogd, ook al wist iedereen aan de hand van de cijfers dat de begrotingsafspraken met voeten werden getreden. Portugal biedt een soortgelijk verhaal, Spanje legt met zijn huizencrisis en torenhoge werkloosheid nog veel meer gewicht in de schaal. Dat kan een tijdje goed
‘De euro kan pas slagen als men zich realiseert dat hij ook kan mislukken’ gaan, maar uiteindelijk heeft dat gevolgen voor de hele unie. In feite werd de EMU het eerst ondergraven door Frankrijk en Duitsland, toen die kenbaar maakten dat zij hun eigen economische groei belangrijker vonden dan de begrotingsregels van het Europese verdrag. Dat heeft een kwalijk precedent geschapen voor de kleinere EU-landen, met de Griekse crisis als tot nu toe meest dramatische gevolg. Het devies binnen de eurozone werd: “You can get away with it”. Te weinig leefde het besef dat de eurolanden monetair en financieel elkaars binnenland zijn geworden en dat hun lot op die manier met elkaar verknoopt is geraakt, ook economisch. Toen de kredietcrisis uitbrak, putte iedereen zich uit in lofzangen op de euro, omdat de gemeenschappelijke munt valutacrises had voorkomen. Dat was echter maar de halve waarheid. De andere helft van de waarheid is dat de economieën bin-
Econoom André Szász trad in 1960 in dienst van De Nederlandsche Bank. Van 1973 tot 1994 was hij daar lid van de directie, waar hij met name was gemoeid met internationale kwesties. In diezelfde periode was hij lid van het Monetair Comité van de Europese Gemeenschap. Szász was van 1990 tot 2000 als bijzonder hoogleraar Europese Studies verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Tot voor kort was hij lid van de Commissie Europese Integratie van de Adviesraad Internationale Vraagstukken. Binnenkort geeft hij een serie speciale colleges over Europees monetair beleid aan de Universiteit Leiden en de Universiteit van Amsterdam.
18
PM 2 april 2010
nen de EU inmiddels zo ver uit elkaar waren gegroeid dat pijnlijke ingrepen onafwendbaar zijn. Vroeger dwong valutaonrust eerder tot aanpassing en kon die voor een deel gebeuren door wisselkoerswijziging. Nu worden het grotere operaties zonder narcose. De euro kan pas slagen als men zich realiseert dat hij ook kan mislukken.’
Sancties Om verdere ontsporing van de euro te voorkomen, is het volgens Szász van essentieel belang dat er binnen de EMU sancties staan op buitensporige begrotingstekorten en dat die sancties ook worden uitgevoerd. Szász: ‘Een land kan niet failliet gaan, maar wel zodanige solvabiliteitsproblemen hebben dat het in feite onder curatele komt te staan. Denk dan aan een Nederlandse artikel 12-gemeente, die ook volledig aan banden wordt gelegd door het rijksbestuur.’ Szász toont zich verklaard tegenstander van een ‘bail out’ ten bate van met bankroet bedreigde EMU-landen. ‘Het Verdrag van Maastricht, dat aan de bakermat van de monetaire unie staat, verbiedt dat ook expliciet. In het akkoord dat de Europese regeringsleiders verleden week overeenkwamen, wordt weliswaar met de mogelijkheid van zo’n bail out geschermd, maar dat wordt bijzonder vaag gehouden, en of die echt komt blijft in het midden. Waar ik me over heb verbaasd, was dat er zoveel weerstand leefde binnen de unie tegen het betrekken van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) bij het saneren van de Griekse economie. Ik vind die aversie wonderlijk. Alle EMU-landen zijn aangesloten bij het IMF, en in het recente verleden maakte Hongarije ook al eens gebruik van het IMF om te ontsnappen aan de gevolgen van een miljardentekort. Het IMF heeft in ieder geval een aanzienlijk betere track record op het gebied van monetaire beheersing dan de EMU-landen zelf . Van de Grieken begrijp ik nog best dat ze niet stonden te trappelen voor het IMF, die hebben liever te maken met wat zachtere heelmeesters, omdat ze tot nu toe met alles zijn weggekomen. Andere EMUpartnerlanden – voorgegaan door Frankrijk en Italië – verzetten zich waarschijnlijk zo heftig tegen het IMF om zo een precedent voor zichzelf in het leven te roepen voor wanneer ze zelf aan de beurt komen.’ Szász wijst erop dat de Duitse voorkeur voor het IMF in feite werd afgedwongen door een groep Duitse hoogleraren. Merkel en haar minister van Financiën Schäuble stonden aanvankelijk ook niet te springen om een rol voor het IMF bij de reddingsactie ten bate van Griekenland. Maar een groep invloedrijke Duitse hoogleraren dreigde om een zaak aan te spannen in bij het Bundesverfassunggericht in Karlsruhe, het hoogste Duitse gerechtelijke orgaan dat wetten aan de Grondwet toetst, wegens strijdigheid met de verdragsbepaling die een bail out binnen de EMU uitsluit. Szász: ‘Onder druk daarvan koos Merkel voor het IMF, tegen de wil van de Fransen en de andere Zuid-Europese EU-landen. Het zou goed zijn als het Europees Hof van Justitie in Luxemburg in deze
coverstory
De DNB-directie bijeen ter ere van het afscheid van André Szász in 1994. Hij wordt geflankeerd door DNB-presidenten Wim Duisenberg (19821997) en Jelle Zijlstra (1967-1981). Helemaal rechts de huidige president Nout Wellink (sinds 1997)
aangelegenheden eenzelfde positie zou kunnen uitoefenen als het Bundesverfassungsgericht, maar dat Hof is daarvoor te “Europees” georiënteerd. Overigens speelde het Bundesverfassungsgericht ook al een rol toen Wim Duisenberg op het punt stond president te worden van de Europese Centrale Bank. De Fransen vonden dat zijn mandaat niet langer dan vier jaar mocht duren, terwijl in het Verdrag staat vastgelegd dat zo’n periode acht jaar is. Kohl wilde met dat compromis aanvankelijk akkoord gaan, maar bedacht zich toen zijn medewerkers hem erop wezen dat dit tot een klacht bij het Bundesverfassungsgericht kon leiden.’
Gecodeerde taal Aan de gememoreerde tegenstelling tussen Frankrijk en Duitsland binnen de EMU ligt een fundamenteel verschillende beleidsprioriteit ten grondslag, aldus Szász. ‘De Duitsers geven voorrang aan prijsstabiliteit, de Fransen leggen veel meer de nadruk op het stimuleren van de economie teneinde de werkgelegenheid te stimuleren. Daardoor lopen die economieën niet met elkaar in de pas en dat kan niet ongestraft eindeloos doorgaan. Het grote politieke probleem is hoe je komt tot een verdeling van de aanpassingslasten: moeten landen met een overschot op de betalingsbalans verruimen of moeten de landen met tekorten verkrappen? Dat is het grote vraagstuk van de EMU, maar die discussie wordt tot nog toe alleen maar in gecodeerde taal gevoerd.’ De grootste uitdaging van de EU ligt in de ogen
van Szász op het gebied van de politieke integratie. ‘Politieke integratie ter wille van de euro is even onwaarschijnlijk als monetaire integratie was ter wille van de gemeenschappelijke landbouwmarkt,’ meent hij. ‘Als politieke integratie ooit plaatsvindt, dan alleen op politieke gronden. De noodzaak van een gezamenlijk beleid tegenover Rusland en de Verenigde Staten zou zo’n grond kunnen zijn.’ Wat dat betreft, aldus Szász, zou de draad weer vanaf 1954 moeten worden opgepakt. Toen verwierp het Franse parlement het voorstel tot de oprichting van een Europese Defensie Gemeenschap (EDG) en kwam de discussie over een politieke unie voor meer dan vijftig jaar in de ijskast. Maar hoe zou zo’n politieke unie tot stand moeten komen anno 2010, in het hoogseizoen van heroplevend nationalisme en collectieve euroscepsis die steeds meer lijkt op eurofobie? Szász: ‘Een dergelijke ontwikkeling zou – als zij al optreedt – plaatsvinden in de tussensfeer tussen het intergouvernementele en het monetaire, zoals Luuk van Middelaar [het Nederlandse lid van het kabinet van de voorzitter van de Europese raad van regeringsleiders Herman van Rompuy, RZ] al aangeeft in zijn uitstekende proefschrift over de Europese integratie. In die tussensfeer ontwikkelde zich ook de monetaire samenwerking die in de euro uitmondde, dus mogelijkheden liggen daar zeker.’ • Volgende keer in PM: bieden Europese belastingen een uitweg uit de monetaire crisis? 2 april 2010 PM
19
profiel
20
PM 2 april 2010
Niek Jan van Kesteren, directeur VNO-NCW
De onzichtbare onderhandelaar Op het ministerie van Defensie kreeg Niek Jan van Kesteren de smaak van het polderen te pakken. Nu het kabinet gevallen is, zijn de sociale partners opnieuw weer aan zet. ‘Ik zou het geweldig vinden als we met de overlegpartners de toekomst en de betaalbaarheid van de pensioenen nog voor de formatiebesprekingen veilig weten te stellen.’
I
n november vorig jaar, nog ruim voor de val van het kabinet, waarschuwde hij al voor de ‘instabiliteit’ die zal volgen als de PVV tot het landsbestuur zal toetreden. Niek Jan van Kesteren, directeur van VNO-NCW en ook wel de sfinx van de Malietoren genoemd, spreekt zich niet vaak, en immer diplomatiek, over zaken uit. Des te opmerkelijker deze uitspraak dat Wilders ‘niet veel goeds’ brengt voor het Nederlandse bedrijfsleven. Van Kesteren maakt zich zorgen over de verdeeldheid in het land die de gemeenteraadsverkiezingen en de peilingen laten zien. ‘We moeten nu niet hebben dat een stroming boven komt drijven die de boel op slot gooit en met de rug naar de wereld gaat staan. Daarvoor staat er te veel op het spel: behalve de economische crisis, hebben we ook nog de problemen op het gebied van duurzaamheid en energie op te lossen,’ zegt de directeur van VNO-NCW die hoopt dat zich op 9 juni een meerderheid zal aftekenen van ‘partijen die de juiste vragen stellen’. Lobbyïst Niek Jan van Kesteren is geen bühnewerker. Die rol laat hij graag aan zijn voorzitter. Als Bernard Wientjes tijdens een persconferentie een onderhandelingsresultaat presenteert, zit hij achter in de zaal een glaasje te drinken met de collegaonderhandelaars. Van Kesteren is niet de man van commissies en werkgroepen, daar heeft hij helemaal geen geduld voor, zegt een Haagse bron. Hij verricht zijn werk liefst in de beslotenheid van zijn eigen werkkamer, waar hij vanuit zijn raam de Haagse vierkante kilometer overziet. Daar overlegt en lobbyt hij voor de werkgevers. Hij pusht eens een idee, bekokstooft een compromis of belt rechtstreeks de ministers op hun mobiel. Hij had een belangrijke rol in onderhandelingen met de sociale partners over het AOW-akkoord, dat er uiteindelijk niet kwam, maar een nieuwe regering zal
opnieuw uitkomen op het AOW-besluit dat het kabinet uiteindelijk nam, verwacht hij. Van Kesteren weet hoe de hazen lopen. Hij beijverde zich eerder voor het Flexakkoord, dat van grote betekenis was voor de flexibilisering van de arbeidsmarkt, had een belangrijke rol in de ontwikkelingen rond de WAO en de zorgverzekering en in het akkoord over het ontslagrecht en het Crisisakkoord. In het polderoverleg wist hij met de vakbonden voor opeenvolgende kabinetten vaak de angel te halen uit een politiek dossier en het van draagvlak te voorzien. Een belangrijke rol in het polderlandschap dus, maar door de aard van het werk vaak onzichtbaar. Wie is de man achter de stille diplomatie van Nederlands grootste lobbyclub en wat is de sleutel tot zijn succes? Zijn netwerk reikt ver. Van Kesteren, lid van het CDA, weet niet alleen de CDA-ministers makkelijk te vinden, maar staat met vrijwel elke politicus op goede voet. ‘Hij is reuzegoed in de gangen in Den Haag,’ zegt
Tekst Chris van de Wetering Foto Welmer Keesmaat
Rein Willems: ‘Hij bezit wat in de politiek node gemist wordt en dat is dienend leiderschap’ partijgenoot en oud-Shelltopman Rein Willems. ‘Zijn kracht ligt vooral in de goede persoonlijke contacten. Hij is aimabel, weet goed het issue boven personen te plaatsen en zal niet snel zijn persoonlijke ambitie of het politieke spel voorop zetten. Van Kesteren bezit wat in de politiek node gemist wordt en dat is dienend leiderschap: het gaat hem om de zaak, zo bedient hij zijn leden en de politiek.’ ‘Hij kent niet alleen iedereen, hij kent ook de temperamenten, de zwakheden, de hangijzers, de bedreigingen en kansen,’ zegt CDA-politicus Hans Hillen die een persoonlijke vriend is van Van Kesteren. ‘Als de FNV een positie inneemt moet je je afvragen 2 april 2010 PM
21
of het een positie betreft van de hele FNV of slechts van een deel van de FNV, of het een positie is die door kracht of door zwakte wordt ingegeven. Je moet weten hoe CNV en MHP erin staan, de positie benchmarken aan het klimaat in Nederland en de politieke verhoudingen kennen. Je moet de stem wegen. Die kunst beheerst Van Kesteren als de beste,’ weet Hillen. Van Kesteren heeft zich volgens Hillen het poldermodel goed eigen gemaakt. ‘Iedereen die op een dergelijke positie zit, heeft minstens tien jaar nodig om te begrijpen hoe Nederland werkt. Er zijn er weinig die deze kunst beheersen, nog geen 10 procent van de Tweede Kamerleden durf ik te zeggen.’ Niek Jan beheerst die kunst volgens de senator tot in de puntjes. ‘Hij kan wegen, verbinden en goed communiceren, waardoor hij de spin in het web van sociaaleconomisch Nederland is geworden,’ aldus Hillen. SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan ziet in Van Kesteren ‘de belichaming van het poldermodel op zijn best’. ‘Hij is buitengewoon intelligent, handig ook, een positieve doelbewuste onderhandelaar die door zijn stijl van onderhandelen veel gezag heeft in kringen van werkgevers en werknemers.’ Behalve door ‘een groot inlevingsvermogen, een helder inzicht in de belangen en een grote creativiteit om zaken aan elkaar te verbinden’, onderscheidt Van Kesteren zich volgens de SER-voorzitter door de vertrouwensrelatie die hij met de andere partijen weet op te bouwen. ‘Hierin toont zich de kracht van het poldermodel. Je moet daarin uiteindelijk op elkaar op kunnen rekenen,’ aldus Rinnooy Kan.
Averij Van Kesteren zou in de aanloop naar de formatieonderhandelingen het gesprek met de bonden over het verhogen van de pensioenleeftijd graag aangaan. ‘Het mooiste zou natuurlijk zijn als we er voor de kabinetsformatie samen uitkomen,’ zegt hij. Na het conflict met de bonden over de AOW-leeftijd is dat geen vanzelfsprekendheid. Van Kesteren maakte furore in de jaren negentig met voormalig FNV-voorman Lodewijk de Waal als zijn opponent-medestander. Samen slaagden ze erin het Flexakkoord erdoor te krijgen, waardoor
Alexander Rinnooy Kan: Van Kesteren is ‘de belichaming van het poldermodel op zijn best’ de uitzendconstructie een arbeidscontract als basis kreeg. ‘Het poldermodel was in die tijd weer eens in ongenade geraakt, memoreert De Waal. ‘Het CDA, de partij die ideologisch dicht bij het middenveld stond, was door Paars uitgeschakeld. De PvdA dacht in loonmaatregelen en VVD en D66 zagen de vakbonden sowieso niet zitten. Niek Jan en ik waren in de Stichting van de Arbeid al bezig met een zogenaamde zwemvestconstructie: omdat we dachten de komende tijd niet veel te doen te hebben, wilden we via bezuinigingen op personeel de organisatie terugbrengen tot
22
PM 2 april 2010
een rompstichting.’ ‘We hadden veel druk uitgeoefend op de toenmalige SG Hans Borstlap,’ vervolgt De Waal. ‘Maar daarmee kregen we Melkert, die minister van Sociale Zaken was, in eerste instantie niet mee. Toen ook voor Wijers, de minister van Economische Zaken, de flexibiliteit van de arbeidsmarkt een issue werd, gaf premier Kok ons drie maanden de tijd om met een akkoord te komen. Die gelegenheid hebben we met beide handen aangegrepen. Met veel simultaan schaken is daar toen het Flexakkoord uitgekomen. We hebben daarnaast ook veel zaken geregeld die ons niet gevraagd waren. Het ontslagrecht hebben we gepacificeerd, de proeftijd brachten we terug tot een maand en we sloten ook nog een cao af voor een paar jaar.’ Na die succesvolle jaren kwam de stagnatie in het poldermodel. Volgens De Waal maakte VNO-NCW in 2003 de fout ‘de steven naar rechts’ te wenden. ‘Door aan te sturen op de afschaffing van de VUT, liet Van Kesteren de vakbond in de steek,’ zegt De Waal. Een andere ‘fout’ die Van Kesteren maakte was volgens hem het voortdurend hameren op het ontslagrecht. Het ontslagakkoord, waarbij alleen de vertrekbonus werd afgetopt op 75.000 euro, was voor de werkgeverslobby een teleurstelling. Daarbovenop was er het AOW-akkoord dat er niet kwam. FNV-onderhandelaar Wilna Wind moest de lastige dossiers met Van Kesteren uitvechten. ‘De manier waarop de AOW-onderhandelingen zijn afgebroken had charmanter gekund,’ zegt ze. VNO-NCW stapte in september vorig jaar op het laatste moment uit het SER-overleg over de verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar. ‘Ik denk niet dat hij dit nogmaals zo zal doen,’ denkt Wind. ‘Van Kesteren heeft gedacht, dit gaat niet lukken: klaar. Misschien dat hij hoopte beter zaken met de regering te kunnen doen.’ De impact die het vastlopen van het SER-overleg had, heeft hij volgens haar niet ingeschat. ‘Het hele land viel nu heen over de anders zo keurige VNO-NCW-club.’ O ndanks de teleurstelling over de AOW-onderhandelingen heeft Wind veel waardering voor Van Kesteren als onderhandelaar. ‘Hij is straight en resultaatgericht, daarin vinden we elkaar,’ zegt ze. Ook zijn humor kan ze goed zetten. ‘Ik moet soms vreselijk lachen om zijn taalgebruik. Dan zegt hij: “We moeten niet blijven geloven dat een vis kan lopen” of “We kunnen beter aan de laatste dan aan de eerste galg hangen.” Ik ben er nog steeds niet achter of hij die zinnen zelf verzint of dat ze van zijn persvoorlichter Roelf van der Kooij afkomstig zijn.’ Wind vindt het ook ‘knap hoe Van Kesteren het imago heeft gekregen van het mysterieuze genie op de achtergrond, de stille kracht in het poldermodel, terwijl hij eigenlijk een heel gewoon mens is, wars van dikdoenerij’.
Glansrol Niek Jan van Kesteren is een geboren en getogen Katwijker. Als voorzitter van voetbalclub de FC Rijnvogels is hij nog steeds stevig verankerd in het dorp waar hij is blijven wonen. Katwijk doet er zijn
profiel voordeel mee. Sinds Van Kesteren er de scepter van de voetbalclub verwierf, heeft de sportvereniging er al twee velden, een nieuw clubhuis en een businessclub bij gekregen. En het is niet heel onwaarschijnlijk dat hij zijn contacten ook aanwendt om te verijdelen dat het mooie Katwijk wordt dichtgebouwd teneinde het Groene Hart en de Bollenstreek te ontlasten. Zelf beschouwt hij de kantine van de voetbalclub als de uitgelezen plek ‘om contact te houden met de stemming van hardwerkende vrachtwagenchauffeurs, bloementelers en andere heel gewone mensen’, zegt hij. Hij bespeurde er lang voordat Paul Scheffer Het multiculturele drama schreef, de ‘onvrede over buitenlanders die de boel verzieken’. Aanvankelijk was niet duidelijk dat hij het in zich had een glansrol te spelen in het sociaaleconomische bestel van Nederland. Een rommelige schoolperiode leidde niet direct tot een beroepsperspectief dat hem paste. Een arbeidspsycholoog die Van Kesteren een beroepskeuzetest afnam, adviseerde hem in wanhoop dan maar vertegenwoordiger te worden. Van Kesteren koos voor de journalistiek, later ging hij alsnog rechten in Leiden studeren. Hij trouwde, werd vader en kwam als referendaris op het ministerie van Defensie te werken, waar hij al snel opklom tot hoofd van het bureau arbeidsvoorwaarden. Hij moet daar de smaak van het polderen te pakken hebben gekregen. De stap naar de christelijke werkgeversorganisatie NCW die in 1996 fuseerde met VNO, was van daaruit niet groot meer. Van Kesteren had een belangrijk aandeel in de fusieonderhandelingen. Bij NCW legde hij het fundament van zijn netwerk. Hij had er regelmatig met Balkenende te maken, die toen nog voor het wetenschappelijk bureau van het CDA werkte. Hij werd ondertussen zelf ook lid van deze partij. ‘Je leert in deze functie de top van bedrijfsleven, vakbond en politiek vanzelf kennen,’ zegt hij bescheiden. Wel is het belangrijk je te realiseren dat mensen ook wat aan je moeten hebben. Als je alleen maar met een verzoek komt, werkt het niet. Het is altijd handel. Denken vanuit de ander is daarom de kunst. Als ik een minister wat vraag, probeer ik me altijd in te leven in zijn probleem en kijk of ik daarvoor een oplossing kan aanreiken. Dat doe ik ook met de vakbeweging.’ Kees Blokland, directeur P&O van de NS en voorzitter van de VNO-NCW-commissie over het arbeidsvoorwaardenbeleid, noemt Van Kesteren een ‘warme schaker’. ‘Hij denkt zetten vooruit, maar hij gunt je ook succes. Hij heeft niet de prominente egobehoefte en wanstaltige scoringsdrift die je vaak ziet aan de top. En hij heeft ook oog voor de onderkant van de samenleving. Hij kan heel strak zijn, maar als een ander in de knel komt, heeft hij ook compassie. Ik heb bewondering voor zijn onderhandelingskunst, terwijl ik er zelf toch ook wat van kan,’ zegt Blokland.
Voorjaarsoverleg Zou in deze tijden van crisis en bezuinigingen niet ook via het polderoverleg een oplossing te vinden zijn
voor de AOW en wellicht voor het probleem van de betaalbaarheid van de pensioenen dat zich aandient? Waarom niet de bonden de hand reiken door op het gebied van pensioenen meer ruimte te bieden zoals Lodewijk de Waal suggereert? De VNO-NCWdirecteur haalt de schouders op. ‘Natuurlijk proberen we weer om tafel te komen, maar op dit moment vind ik het belangrijker dat Nederland weer op koers komt. We zouden veel meer moeten durven kiezen voor optimisme,’ zegt hij. Nu ligt de nadruk ook in de heroverwegingswerkgroepen wel erg op bezuinigen
Kees Blokland: ‘Hij denkt zetten vooruit, maar hij gunt je ook succes’ en verschraling, maar met meer economische groei zouden we minder hoeven bezuinigen, denkt hij. We moeten veel meer profiteren van de globalisering, vindt Van Kesteren. ‘Onze havens en Schiphol lenen zich daar uitstekend voor en waarom zouden we niet kunnen proberen op het gebied van duurzame energie een belangrijke exporteur te worden?’ Of het nog van een Voorjaarsoverleg komt, durft hij niet te zeggen. Gelooft hij soms niet meer in het poldermodel? ‘Jawel, natuurlijk. Ik zou het geweldig vinden als we met de overlegpartners de toekomst en de betaalbaarheid van de pensioenen veilig weten te stellen.’ Hij gelooft in twee dingen, vervolgt Van Kesteren bedachtzaam. Dat is enerzijds de kracht van het gezonde verstand. Ook in de discussie over de hypotheekrente valt hem op dat de beginvraag – namelijk: waartoe moet dit eigenlijk leiden – door de meest eminente personen vaak niet wordt gesteld. Anderzijds gelooft hij in de deugd van de eenvoud. ‘Veel mensen aan de top hebben geen oog voor anderen. Ze zijn opgesloten in zichzelf. Ik vind dat je moet beseffen dat je het niet alleen weet. Het gaat ook niet om jou.’ Het is deze les die hij leerde van zijn familie van hardwerkende tuinders, aannemers en schilders. ‘En ook dat je sociaal gevoel moet hebben. De mensen die het goed hebben, moeten altijd oog hebben voor hen die het minder hebben getroffen.’ · Niek Jan van Kesteren (1952) groeide op in Katwijk. Na de hbs in Leiden en in Den Haag ging hij fulltime voor de toenmalige Leidse Courant werken. ‘s Ochtends om kwart over vijf op, ‘s avonds een biertje bij de Gouden Leeuw. Een interview met Joop Zoetemelk in het huis van diens vader is een van zijn wapenfeiten uit die tijd. Na zijn diensttijd als ‘klassieke VVDM’er [vakbondslid van dienstplichtigen, CvdW] met lang haar en een Leninbrilletje’, ging hij toch nog rechten studeren in Leiden. Onderwijl schreef hij voor het Leidsch Dagblad. Van Kesteren maakte de overstap naar NCW waar hij directeur Sociale Zaken en later algemeen directeur werd. Hij is inmiddels al tien jaar directeur van VNO-NCW, de grootste lobbyclub van Nederland. Hij is getrouwd, heeft twee kinderen en woont nog steeds in Katwijk. 2 april 2010 PM
23
achtergrond Jeroen van der Heijden (TU Delft) breekt lans voor privatisering bouwtoezicht
Systeemtoezicht kampt nog met aanloophobbel Met zijn voorstel om het bouwtoezicht te privatiseren, zwengelt onderzoeker Jeroen van der Heijden van de TU Delft de discussie over het uitbesteden van toezichtstaken opnieuw aan. Ervaringen in Canada en Australië leren dat er voor Nederland op dit gebied nog een wereld te winnen valt. Maar er kleven risico’s aan.
Tekst Simon Blok en Rutger van den Dikkenberg Foto’s Welmer Keesmaat
24
PM 2 april 2010
T
oezicht door private partijen is vooral bij lagere overheden in opkomst, omdat deze niet altijd de expertise en mankracht beschikbaar hebben om specialistische inspecties uit te v oeren. Een externe partij zou bovendien minder last hebben van gelaagde verantwoordingsmechanismen, die in de praktijk snel tot bureaucratische rompslomp leiden. De rijksoverheid onderzoekt in het programma Vernieuwing Toezicht naar een andere vorm om de toezichtsdruk te verminderen: grote bedrijven zijn door middel van systeemtoezicht best in staat zelf een deel op zich te nemen. Jeroen van der Heijden, universitair docent bestuurskunde aan de TU Delft, promoveerde begin 2009 op een onderzoek naar de mogelijkheden van privatisering voor de bouwsector. Zijn Engelstalige proefschrift verscheen onlangs in het Nederlands onder de titel De voor- en nadelen van privatisering van het bouwtoezicht. Uit het onderzoek komt naar voren dat privatisering de efficiëntie verhoogt. Van der Heijden: ‘Private partijen zijn beter in staat om zich te specialiseren. Stel, een aannemer krijgt de opdracht om een ziekenhuis te bouwen. Hij kan dan naar een private toezichthouder, die al ruim dertig jaar ervaring heeft, of naar een publieke toezichthouder die kennis en kunde ontbeert, omdat men zich vanwege een gebrek aan personeel niet kan specialiseren. In het merendeel van de Nederlandse gemeenten werken gemiddeld vier tot vijf mensen op de afdeling van het bouwtoezicht. Dan neem je als gemeente generalisten, en niet
specialisten, in dienst. Het is een makkelijke keuze voor de aannemer. Een specialist behaalt een dieper niveau van toetsing. Dat is het grote verschil in effectiviteit.’ Voor Van der Heijden zijn Canada en Australië ‘wetenschappelijk interessante landen’, en dat niet alleen vanwege de met Nederland vergelijkbare institutionele inrichting, regelgeving en bouwcultuur, maar ook door de regionale vrijheid om invulling te geven aan het toezicht. Van der Heijden: ‘Aanvankelijk was er angst. Privaat toezicht werd gezien als een vos die op het kippenhok past. Wat gebeurt er als de bouw wordt stilgelegd door de private toezichthouder en het bouwbedrijf meer geld biedt of naar een andere toezichthouder dreigt te gaan? Na ruim twintig jaar ervaring met privaat toezicht blijkt deze angst grotendeels ongegrond. Belangrijk hierin is de wijze waarop toezicht op de private toezichthouders gehouden wordt.’
Collegiaal toezicht In Canada deed Van der Heijden ‘een wijze les’ op: daar wordt niet incidenteel uitgehaald ‘met de grote hamer’, maar ‘veelvuldig zachtjes geprikkeld’ met behulp van sociale controle tussen private toezichthouders onderling. ‘Dit is te organiseren door ruimte in te bouwen voor collegiaal toezicht,’ zegt hij. ‘Kwaliteit en vertrouwen zijn belangrijke eigenschappen voor de hele sector. Er is gezocht naar een manier om deze eigenschappen zo belangrijk te maken dat de private toezichthouders ook zelf gaan waken dat niemand over de schreef gaat. In Canada bestaat een
sterke beroepsgroep die verantwoordelijk is voor het toezicht over haar eigen leden. Private toezichthouders krijgen alleen een licentie als zij zich aanmelden bij de beroepsgroep die criteria zoals opleidings- en verzekeringseisen mag stellen aan haar leden en disciplinaire maatregelen mag treffen. De zwaarste straf is uitschrijving, waardoor de toezichthouder zijn licentie en daarmee zijn werk verliest. Er bestaat weliswaar geen formele meldingsplicht, maar de acties van concullega’s raken ook de eigen belangen waardoor fouten wel degelijk worden gemeld.’ Het Canadese systeem is volgens Van der Heijden slim opgezet, omdat de individuele belangen van de private toezichthouders overeenkomen met de beroepsgroep als geheel. ‘Dit alles versterkt de betrouwbaarheid van het systeem.’ De angst om een deel van het toezicht in handen van een beroepsgroep te leggen, is volgens Van der Heijden ongegrond. ‘Dat zie je ook bij de APKkeuringen. Die staan weliswaar onder controle van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, maar belangrijker voor het vertrouwen in de kwaliteit van keuringen door garagebedrijven lijkt in dit geval aansluiting bij de Bovag. Die is in de loop der jaren uitgegroeid tot een breed geaccepteerd kwaliteitskeurmerk. Bedrijven die zich bij deze brancheorganisatie willen aansluiten, moeten voldoen aan kwaliteitseisen die regulier worden gecontroleerd. Het is een mooi voorbeeld van zachtjes prikkelen, waardoor bedrijven het gevoel hebben dat ze goed werk moeten afleveren.’ ‘Dat vierogenprincipe kan absoluut een meerwaarde hebben,’ erkent ook Patrick Meijers, account-
manager bij InterConcept, een adviesbureau dat zich op het gebied van omgevingsrecht bezighoudt met zowel vergunningverlening als toezicht, als hem gevraagd wordt naar het belang van certificering. Maar risico’s ziet hij ook: ‘We kennen al certificeringsystemen, maar je ziet soms dat certificaten door allerlei redenen niet de gewenste kwaliteit hebben. Met goede afspraken tussen uitvoerder en opdrachtgever kom je er vaak ook.’ Volgens Meijers biedt een commerciële partij grote schaalvoordelen, waar het gaat om kennis en efficiëntie. ‘Als commercieel bedrijf kan je makkelijker investeren in kennis dan een overheids-
‘Systeemtoezicht wordt een ritueel van verificatie’ organisatie. Dat heeft te maken met procedures, overheidsorganisaties kunnen minder efficiënt reageren op nieuwe wet- en regelgeving.’ Onderzoeker Van der Heijden ziet dat ook. ‘Private partijen zijn flexibel,’ stelt hij. ‘Als iemand haast heeft, willen ze best langer doorwerken, mits er meer wordt betaald. De overheid kan geen voorrang verlenen en handelt chronologisch op basis van moment van indiening. Uit de gesprekken voor mijn onderzoek bleek dat private partijen betere service verlenen en klantvriendelijker zijn.’
Onafhankelijkheid Hoogleraar interim-management Leo Witvliet, verbonden aan Nyenrode, zet vraagtekens bij de onafhankelijkheid van private partijen. Het gevaar bestaat 2 april 2010 PM
25
dat de onafhankelijke positie teniet wordt gedaan door economische afhankelijkheid ten opzichte van de opdrachtgever. ‘Want dan is het een economische relatie en gaat het om de centen, terwijl het moet gaan om inhoudelijke criteria,’ zegt hij. ‘De basisvraag is welke competenties je een externe toedicht die een intern iemand niet zou hebben,’ stelt Witvliet. Uitbesteden van werk aan een extern bureau kan te maken hebben met kwesties van onafhankelijkheid. Witvliet: ‘Elke organisatie kent bepaalde stiltegebieden, onderwerpen waar niet over gesproken wordt. Een buitenstaander kan die dingen bespreekbaar maken.’ Om een onafhankelijke positie te waarborgen, werkt een bedrijf als dat van Meijers alleen voor de overheid – gemeenten, provincies en op rijksniveau onder meer de Rijksgebouwendienst. De bedrijfstak die zich bezighoudt met vergunningverlening is gescheiden van die van de handhaving ervan; het kan voorkomen dat een overheid InterConcept inhuurt voor beide taken. ‘Het zijn twee strikt gescheiden componenten, de bakker keurt zijn eigen brood ook niet. Bij een gemeente werkt het ook zo, onze werkzaamheden zijn eigenlijk hetzelfde.’ Daarbij geeft het ‘kleine wereldje’ zelf een belangrijke impuls voor kwaliteit: schiet een externe toezichthouder tekort, dan kan bij een volgende opdracht naar een ander bedrijf worden omgekeken.
‘Er blijft altijd een essentieel aspect van traditioneel toezicht over’ Dan is er nog het juridische aspect. Begin deze eeuw liet de directie Juridische Zaken (DJZ) van Vrom in een interne nieuwsbrief weten dat alhoewel de inhuur van derden voor toezicht om redenen van flexibiliteit ‘praktisch’ kan zijn, er wel ‘terughoudend mee om dient te worden gesprongen’. Verwijzend naar Kamerdebatten over de Algemene wet bestuursrecht (Awb), stelde de directie in haar orgaan DJZNieuws: ‘Als algemene regel geldt dat naarmate de voorschriften waarop moet worden toegezien van groter maatschappelijk belang zijn, “particulier toezicht” minder in aanmerking komt.’ Die notitie is nog altijd actueel, aldus Witvliet. Het uitbesteden van toezichttaken aan derde partijen wordt vooral bij lagere overheden als antwoord op vraagstukken als lastenvermindering en kennistekort gebruikt. De rijksoverheid zoekt een andere oplossing. Programma’s als Vernieuwing Toezicht zien meer heil in systeemtoezicht, waarbij vooral grote bedrijven zelf controletaken uitvoeren en een inspecteur vervolgens naloopt of die taken juist zijn uitgevoerd. Van der Heijden is kritisch. ‘Het zegt niet zoveel, omdat een inhoudelijke toets ontbreekt. Systeemtoezicht wordt een ritueel van verificatie, terwijl het de bedoeling is om de rotte appel uit de mand te halen en de missers boven tafel te krijgen.’ Systeemtoezicht alleen is daarbij niet de oplossing, zegt Van der Heijden, verwijzend naar het Canadese
26
PM 2 april 2010
systeem, waarin beroepsgroepen zichzelf onder de loep nemen. Martin de Bree, directeur van adviesbureau Next Step Management, kan zich niet geheel vinden in de kritiek van Van der Heijden. Hij schreef in opdracht van de Vrom-inspectie namens het programma Vernieuwing Toezicht het rapport Inleiding systeemgericht toezicht milieu en veiligheid. ‘Ik verbaas me erover dat wetenschappers de neiging hebben om zich ongenuanceerd vóór of juist tegen systeemtoezicht uit te spreken. Systeemtoezicht wordt vaak afgedaan als het afvinken van een controlelijstje, maar het kan nooit alleen in zuivere vorm bestaan, omdat je ook de resultaten moet controleren. Er blijft altijd een essentieel aspect van traditioneel toezicht over.’ En bovendien, zo stelt De Bree, ‘systeemtoezicht is alleen in bepaalde gevallen zinvol.’ Elk bedrijf maakt gebruik van een managementsysteem, in de eerste plaats om de bedrijfsvoering te optimaliseren, zegt De Bree. ‘De naleving van wettelijke eisen, inclusief vergunningsvoorschriften, is niet altijd opgenomen in dit systeem.’ Als dat wel het geval is, kan men spreken van een compliance management of CM-systeem, een intern beheersingssysteem om onrechtmatig handelen binnen de organisatie te voorkomen. Hij ontwikkelde een meetinstrument om te achterhalen in hoeverre de naleving van wettelijke eisen is ingebouwd in een bestaand managementsysteem. ‘Als dat niet het geval is, kan door de toevoeging van procedures, protocollen en taakbeschrijvingen van functionarissen de naleving van wettelijke eisen structureel worden verbeterd. Systeemtoezicht heeft alleen zin als het gericht wordt toegepast op bedrijven die een dergelijk CM-systeem hebben. We hebben becijferd dat ruwweg zo’n vijfhonderd bedrijven in Nederland in potentie geschikt zijn voor systeemtoezicht, uitgaande van milieu- en veiligheidsregels.’ Uitgebreide zelfcontrole vraagt wel om een andere benadering vanuit de toezichthouder, zegt De Bree. ‘Bedrijven voelen zich kwetsbaar omdat zij hun vuile was op tafel leggen. Als ze dit actief doen en ook de problemen oplossen en zorgen dat herhaling wordt voorkomen, moet de overheid niet direct strafmaatregelen nemen, maar participerende bedrijven de ruimte geven om zelf hun problemen op te lossen.’
Lastenreductie Kees Huizinga is namens de Vrom-inspectie als projectleider Systeemgericht toezicht Chemie en Afval bij Vernieuwing Toezicht (VT) betrokken bij een aantal pilots met systeemtoezicht. Die moeten op den duur leiden tot een administratieve lastenreductie van 25 procent en een verbetering van de kwaliteit van het toezicht, zoals is vastgelegd in VT. ‘Systeemtoezicht is heel erg aan het opkomen, en er zijn al activiteiten waarbij vormen van systeemtoezicht waren, zonder dat het zo heette, zoals bij nucleaire installaties in Nederland. Als er iets belangrijk is om toezicht op te houden, dan is dat het wel.’ Het verschil met de klassieke vorm van toezicht, waarbij een
achtergrond inspecteur uit de honderden voorschriften waar een concern zich aan moet houden, er enkele uitpikt om de controleren, is dat samen met het bedrijf een risicoanalyse wordt gemaakt. ‘Je kijkt veel minder naar of het bedrijf aan alle individuele voorschriften voldoet, maar meer naar hoe de naleving van wet- en regelgeving is georganiseerd. Als dat goed is geregeld, krijg je een bredere en diepere kijk in het bedrijf en kan je de controle sneller uitvoeren en vooral beter richten op de belangrijkste risico’s.’ Het programma Vernieuwing Toezicht gaat uit van de wensen van de ‘klant’, het bedrijfsleven. ‘Toezichthouders trekken nu een eigen lijn, maar bedrijven hebben zelf al behoorlijk veel georganiseerd als het gaat om naleving. Dat zou veel meer het startpunt voor toezicht moeten zijn. Het gaat om de grootste risico’s, en grote bedrijven weten heel goed waar die liggen.’ Belangrijk uitgangspunt daarbij is de gedachte dat bij de grote risico’s op het gebied van veiligheid en milieu het belang van de inspecteur – en dus de samenleving – hetzelfde is als dat van bedrijven. Gaat het mis, zegt Huizinga, dan is het ook nog eens een fikse smet op de reputatie. ‘Een zware plof bij een chemisch bedrijf is ook voor het imago afschuwelijk.’ Alhoewel het systeemtoezicht – overigens spreekt Huizinga liever van systeemgericht toezicht omdat niet alleen de procedures worden nagekeken, maar er ook nog wel klassieke inspecties plaatsvinden – gericht is op verlaging van de lastendruk, is daar in de pilots nog niet veel van te merken. Omdat daar de oude en nieuwe manier van werken door elkaar lopen, is er sprake van een ‘aanloophobbel’, erkent Huizinga. ‘Je kan niet van de ene op de andere dag over op het nieuwe systeem. Maar ik zie de lastenvermindering zeker wel in het verschiet liggen.’ Voor grootbedrijven is het dé oplossing, zegt hij. Maar bij kleine bedrijven moet je er voorzichtig mee blijven, omdat zij vaak niet de capaciteit hebben om hun management aan de nieuwe eisen aan te passen. ‘Je moet je realiseren dat het niet voor alle bedrijven geschikt is.’ Van der Heijden onderstreept dit ‘toezicht op maat’. ‘In plaats van één generiek systeem van toezicht te introduceren, lijkt het raadzamer te kijken welke toezichtverantwoordelijkheid door welke partij gedragen kan worden,’ aldus Van der Heijden. ‘Daarnaast moeten we ons realiseren dat hét optimale model niet bestaat. Er zal altijd een uitruil blijven bestaan tussen efficiëntie, effectiviteit en betrouwbaarheid.’ Voor de rijksinspecties, maar ook de provinciale, is systeemgericht toezicht voor grote bedrijven de oplossing voor de toekomst. Huizinga ziet ook dat het bedrijfsleven kritisch is op het uitbesteden van toezicht aan particuliere bureaus. ‘Zij hebben ook weer hun eigen systematiek.’ Maar voor gemeenten ligt het toezicht ‘gefragmenteerder.’ De uitvoeringdiensten, waarmee gemeenten in 25 tot 30 regio’s samen met provincies zouden werken aan toezichttaken om zo de krachten te bundelen, zou een belangrijke oplossing zijn. Maar de behandeling daarvan in de Eerste Kamer is controversieel verklaard.· 2 april 2010 PM
27
spelers De overstap van …
Jan van den Bos
‘De vraag is redelijk, de oplossing complex’ Over een nieuwe functie valt vaak nog niet zoveel te zeggen, dus gaat PM op zoek naar de persoon achter de ambtenaar. Wie is Jan van den Bos, de nieuwe inspecteurgeneraal van het ministerie van SZW? Tekst Rutger van den Dikkenberg Foto Welmer Keesmaat
SZW/BZK • In het kantoor van Jan van den Bos, sinds 1 maart inspecteur-generaal bij SZW, ligt een voorzittershamer. Het is een afscheidscadeautje van zijn collega’s bij BZK. Van den Bos gaf er leiding aan de reorganisatie van de stafdiensten op het gebied van informatievoorziening. ‘Ik heb van drie diensten één gemaakt, maar wel op mijn manier. Je moet goed weten waar je heen wilt, maar niet eerst nadenken over een blauwdruk. Daar moet je niet op willen wachten, je moet onmiddellijk beter gaan werken en met de mensen zelf aan de slag gaan. De energie gaat dan in de goede dingen zitten,’ stelt hij. Hij kreeg te maken met de millenniumbug, destijds een bedreiging voor iedereen die zich met ict bezighield. Maar, zegt Van den Bos, ‘je kan dat natuurlijk allemaal gebruiken. De millenniumbug gaf extra aandacht aan ict, dat moet je benutten.’ Van den Bos werd geboren in Sint Annaland, op het Zeeuwse eiland Tholen. Een rustig dorp waar het ’s nachts gewoon donker werd. ‘Als ik als kleine jongen naar Rotterdam ging, waar ik nu woon, vond ik het altijd zo licht, ook ’s avonds,’ herinnert hij zich. Maar de stap van dorp naar stad was geen grote: ‘Zeeuwen zijn nuchtere mensen, Rotterdammers ook.’ In 2000 maakte hij de overstap van BZK naar SZW, waar destijds Willem Vermeend net Klaas de Vries had opgevolgd als minister, om er directeur Financieel-Economische Zaken (FEZ) te worden. Het
Hoofdpijndossier ‘Het ESF-dossier was lastig, maar wat ook nog wel ingewikkeld is, is dat we vanuit meer inspecties met dezelfde personen of bedrijven te maken hebben. Er wordt gekeken vanuit een regel in plaats van vanuit de persoon. Hoe kan je dat nou in een keer vanuit de overheid goed oplossen? Die vraag is redelijk, maar de oplossing is complexer dan je denkt.’
SZW
Vakantiebaantje ‘Ik heb twee of drie zomers tomaten geplukt
28
PM 2 april 2010
in de kassen op Tholen. Iedere keer een aantal weken, zodat ik daarna op vakantie kon. Ik deed er alles: plukken, bladtrekken en dieven – het verwijderen van stekjes in de oksels van de plant, zodat de tomatenplant omhoog bleef groeien. Ik zou het zo weer kunnen doen, dat zou ik helemaal niet vervelend vinden.’
Politiek actief ‘Snurkend. Ik ben wel lid van een politieke partij, maar niet actief. Het past niet om dat in mijn functie te zijn, je bent dienstbaar aan de minister. Of ik zou willen werken onder een PVV-minister? We cross that bridge when we get to it…’
Boek ‘De toren van Uwe Tellkamp. Het verhaal speelt zich af in de DDR in de jaren tachtig en beschrijft hoe een familie uit Dresden toeleeft naar die Wende. Ik houd er erg van om dingen te leren begrijpen en vond Ware vrijheid van Luc Panhuysen daarom ook een erg leuk boek. Het is fascinerend om te lezen hoe het bestuur er toen uitzag, met steden die een grote mate van zelfstandigheid hadden in verhouding tot het rijk. Dat is als thema nog steeds actueel.’
was de tijd van de opbouw van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Suwi) die ook de oude Arbeidsvoorziening zou gaan vervangen. Het was ook de tijd van de affaire rond de Europese ESF-gelden, een subsidieregeling om werklozen aan een baan te helpen. Brussel vond dat Nederland de regels niet goed had toegepast. ‘Dat gaf nogal gedoe,’ herinnert Van den Bos zich. ‘Er was de suggestie van fraude en er zijn mensen politiek verantwoordelijk voor. Maar Vermeend zat er net.’ Na vijf jaar DG Arbeidsmarkt en Bijstand was Van den Bos het laatste jaar DG Uitvoering, Handhaving en Bedrijfsvoering bij Sociale Zaken. Zijn taak was het in gang zetten van het omvormen van de Inspectie Werk en Inkomen (IWI), de Arbeidsinspectie en de SIOD tot één inspectie. Dat hij nu inspecteur-generaal is geworden, hangt daar nauw mee samen: IWI is samengevoegd met zijn DG. Van den Bos: ‘Dit is een logische stap.’
Wakker maken voor ‘Vroeger voor een potje voetbal, maar ik ben daar tegenwoordig te oud voor. Ik heb mijn hamstring gescheurd, dus moet er terughoudend in zijn. Voetbal vergt explosiviteit. Maar skiën vind ik ook erg leuk. We zijn een paar keer met collega’s gaan skiën in de Franse Alpen: ski mee met DG AMB. En ik houd van goede grappen.’ •
spelers Nieuwe directeur Consumentenautoriteit
Van Buchem keert terug bij EZ EZ • ‘Een organisatie die ertoe doet met een heldere missie en een concreet takenpakket.’ Zo omschrijft Bernadette van Buchem (49) haar nieuwe werkgever. Deze week begon de juriste als directeur van de Consumentenautoriteit, een dienst van het ministerie van Economische Zaken (EZ). Ze volgt Marije Hulshof op die begin dit jaar aan de slag ging als directeur Internationaal bij uitvoeringsorgaan Agentschap NL van hetzelfde ministerie. Er bestaat in Nederland veel regelgeving die gericht is op de bescherming van de consument, maar de uitvoering hiervan laat volgens Van Buchem nogal eens te wensen over. ‘Nog te vaak worden regels niet nageleefd. Het is daarom belangrijk om de kennis van de consument te versterken via ons informatieloket ConsuWijzer. De consument krijgt daar praktisch advies zodat hij weet of hij in zijn recht staat en het daarna zelf kan halen. Daarnaast heeft de Consumentenautoriteit een handhavende en toezichthoudende poot. Als een bedrijf structureel de regels overtreedt,
dan kunnen wij daartegen optreden en het bedrijf beboeten.’ De organisatie lanceerde vorige week nog een nieuwe campagne over colportage oftewel verkoop aan de deur. ‘Het is van belang dat we als overheid de consumenten op de juiste manier voorlichten,’ stelt Van Buchem. Niet alleen misleidende agressieve werving, ook oneerlijke handelspraktijken online en verbetering van kennis met betrekking tot garanties noemt ze als belangrijke aandachtspunten. ‘Binnen het consumentenbeleid draait het om aanzienlijke bedragen. De totale schade die Nederlanders lijden als gevolg van oneerlijke handelspraktijken komt neer op bijna 600 miljoen euro per jaar.’ Van Buchem keert met deze benoeming terug naar het ministerie van EZ, het departement waar ze in 1985 haar carrière begon. In bijna twintig jaar tijd bekleedde zij er een zestal functies, waaronder die van adjunct secretaris-generaal en directeur Interne Zaken. Na een sabbatical van een jaar waarin ze een wereldreis maakte,
VacatureSpot
ging Van Buchem aan de slag als interimmanager. ‘Ik kwam er tijdens het reizen achter dat ik wilde blijven werken voor de publieke zaak, maar ook andere organisaties van binnen wilde zien. Als interimmanager krijg je de kans om op verschillende plekken een kijkje in de keuken te nemen.’ Bij terugkomst sloot ze zich aan bij het twee jaar daarvoor opgerichte ABDInterim, de interim-managerspool van de Algemene Bestuursdienst. De afgelopen vier jaar werkte ze onder meer voor het ministerie van Justitie en de gemeente Den Haag. · Rianne Waterval
Hét overzicht voor banen in de publieke sector, schaal 12 en hoger
ZH
Adviseur HighTech Systemen Agentschap NL
www.agentschapnl.nl
ZH
Intern Interim Manager Gemeente Rijswijk
www.rijswijk.nl
UT
Informatiearchitect Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut
www.knmi.nl
OV
Plaatsvervangend Districtsmanager Uitkeren UWV
www.uwv.nl
UT
ZH
Senior SAP Solution Architect Ministerie van Verkeer en Waterstaat
www.verkeerenwaterstaat.nl
Controller (Business & Financial) Openbaar Ministerie
www.openbaarministerie.nl
DR
Directeur Bedrijfsvoering Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS) Ministerie van Verkeer en Waterstaat
www.algemenebestuursdienst.nl
Controller Waterschap Velt en Vecht
www.veltenvecht.nl
ZH
UT
Manager Projectbeheersing Rijkswaterstaat, Dienst Utrecht
www.rijkswaterstaat.nl
ZH
Directeur Bedrijfsvoering Dienst Verkeer en Scheepvaart Ministerie van Verkeer en Waterstaat
www.algemenebestuursdienst.nl
ZH
Programmacoördinator Monitor Financiële Sector Nederlandse Mededingingsautoriteit
www.nmanet.nl
ZH
Directeur Personeel en Organisatie Ministerie van Justitie
www.algemenebestuursdienst.nl
NA
www.minbzk.nl
ZH
Directeur Regionale Bereikbaarheid en Veilig Transport Ministerie van Verkeer en Waterstaat
www.algemenebestuursdienst.nl
Senior of Coördinerend Beleidsmedewerker Ministerie van BZK, College Financieel Toezicht
GE
Hoofd Secretariaat Openbaar Ministerie
www.openbaarministerie.nl
ZH
Directeur Spoorwegen Ministerie van Verkeer en Waterstaat
www.algemenebestuursdienst.nl
ZH
www.szw.nl
ZH
Directeur Strategie en Beleid Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
www.algemenebestuursdienst.nl
Beleidsmedewerker Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
ZH
Forensisch Onderzoeker Nederlands Forensisch Instituut
www.nfi.nl
ZH
Directeur Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
www.algemenebestuursdienst.nl
ZH
Senior Crisismanager Rijkswaterstaat
www.rijkswaterstaat.nl
NH
Hoofd Bestuurs- en Burgerzaken Oudenbosch
www.gemeentebanen.nl
Bureauhoofd HRM Specialismen Gemeente Haarlem
www.republic.nl
NB
2 april 2010 PM
29
inspiratie 30 Pleidooi voor keiharde quota 32 Sybren Singelsma herinricht de staat
Meer inspiratie op www.pm.nl
SG’s pleiten voor voorrangsbeleid voor vrouwen en minderheden
‘Gezonde mix’ nog ver weg op werkvloer rijk Diversiteit is er niet voor de gezelligheid. Volgens demissionair staatssecretaris Bijleveld kan en moet de samenstelling van het rijk meer divers. SG Koos van der Steenhoven en DG Renée Bergkamp pleiten voor de invoering van keiharde quota om het glazen plafond te doorbreken. Wat is de ideale mix? Tekst Rianne Waterval
H
erkent u zichzelf in krijgsgodin Athena en schaart u zich daarmee onder de Hillary Clintons en Margaret Thatchers van deze wereld? Of beschouwt u zichzelf meer als een Hera, de godin van het huwelijk, met Jacky Kennedy en Leontine Borsato als boegbeeld? In iedere vrouw schuilt wel een beetje van elke godin, zo luidt de boodschap op de rijksbrede bijeenkomst Mix It! op 8 maart jongstleden. Van de zorgzame Demeter tot de verleidelijke Aphrodite, tijdens de inspirerende godinnentraining komen de verschillende archetypes ruimschoots aan bod.
‘Diversiteit is er niet voor de gezelligheid’ Ambtelijk Den Haag viert internationale v rouwendag dit jaar in het Lucent Danstheater. Op uitnodiging van het ministerie van BZK en de A lgemene Bestuursdienst (ABD) komen de deelnemers op maandagmiddag bijeen in het Haagse theater. Zo’n 350 rijksambtenaren hebben zich aangemeld voor een gevarieerd programma, met onder meer speeddates en verschillende workshops. Dertigplussers kunnen terecht bij het kersverse Jonge RIJKe Vrouwennetwerk. Maar
30
PM 2 april 2010
uiteraard staat ook de discussie over het diversiteitsbeleid van de rijksoverheid prominent op de agenda. Staatssecretaris Ank Bijleveld bijt in de grote zaal van het theater het spits af. Door de val van het kabinet zijn een flink aantal onderwerpen ‘in de koelkast gezet’ maar diversiteit hoort daar beslist niet bij, verzekert Bijleveld de aanwezigen. ‘De samenstelling van het rijk kan en moet nog een stuk diverser. We maken geen pas op de plaats,’ roept ze strijdbaar. Variatie is, naast kwaliteit en kennis van zaken, volgens de staatssecretaris een essentiële voorwaarde voor succes. ‘Diversiteit is er niet voor de gezelligheid. De overheid moet altijd verschillende belangen tegen elkaar afwegen en dat kan alleen door verschillende gezichtspunten aan tafel te hebben.’ Het aandeel vrouwen onder topmanagers neemt gestaag toe, zo bleek onder meer uit de rapportage van voormalig BZK-minister Ter Horst begin dit jaar. In 2009 steeg het aandeel vrouwen in hogere managementfuncties bij het rijk naar 24,9 procent. De kabinetsdoelstelling van een kwart is daarmee zo goed als gehaald. Dit geldt echter niet voor de top van de rijksoverheid: het aantal vrouwelijke DG’s blijft achter en secretaris-generaal Roos van Erp (BZK) wordt in het SG-Overleg nog steeds vergezeld door uitsluitend mannelijke collega’s. Het werven van ‘biculturele’ leidinggevenden, oftewel managers waarvan minstens een ouder afkomstig is uit een niet-Europees land, blijkt een nog lastiger klus. Twee biculturele managers per departement per jaar, dat was de ambitie van Ter Horst. In 2009 is dit niet door alle ministeries gelukt en ook dit jaar wordt het, mede door de aangekondigde afslankingsoperatie, een moeilijke opgave.
Meerwaarde ‘Een goede mix van je team zorgt voor de beste ideeën en de grootste werknemerstevredenheid.’ Renée Bergkamp, DG Ondernemen en Innovatie op het ministerie van EZ, is overtuigd van de meerwaarde van ‘een gezonde mix’ op de werkvloer. De enige vrouwelijke DG op haar ministerie vindt dat er, met name als het
inspiratie
gaat om biculturele ambtenaren, op het departement nog ‘helemaal niet goed wordt gescoord’. Dit heeft vooral te maken met het beeld dat allochtonen hebben van het ministerie, legt de DG uit. ‘Een enkel keertje lukt het wel goed, zoals bij de Economische Voorlichtingsdienst (EVD). Bij het verkopen van Nederlandse producten in het buitenland is de meerwaarde van een divers team dan ook duidelijk zichtbaar. Bij afdelingen die wat verder van ondernemers af staan, bijvoorbeeld het CBS, is het voordeel naar buiten toe minder evident. Dit neemt niet weg dat het voor de werknemers wel leuk is om in een divers team te werken,’ aldus Bergkamp. Ook SG Koos van der Steenhoven pleit voor meer diversiteit op de werkvloer: ‘De rijksoverheid is een dienstverlenend instituut waar burgers zich zoveel mogelijk in moeten kunnen herkennen.’ ‘Dat klinkt heel logisch. Maar waarom gebeurt dit dan niet in de praktijk?’ vraagt presentatrice Anousha Nzume. Volgens de twee topambtenaren ‘komen we er niet met goede bedoelingen’ en is grof geschut noodzakelijk om het glazen plafond voor vrouwen en allochtonen te doorbreken. ‘We moeten keiharde middelen inzetten,’ stelt Van der Steenhoven. Het invoeren van quota is wat hem betreft een prima instrument: ‘Dat je bij gelijke geschiktheid kiest voor een vrouw of biculturele manager is een keuze die je moet opleggen. Anders gebeurt het simpelweg niet.’ Ook Bergkamp is voorstander van kwantificering: ‘Wij neigen ook naar een quotum. Op die manier maak je diversiteit een onderdeel van je bedrijfsvoering en dat is goed.’ De meningen in de zaal zijn verdeeld, een nipte meerderheid stemt voor de invoering van quota. Dat deze vorm van positieve discriminatie niet altijd in goede aarde valt, bleek vorige maand nog. In het AD deed de politietop haar beklag: ontevreden mannen vinden dat zij onterecht gepasseerd worden vanwege het beleid om meer vrouwen en allochtonen aan te nemen.
Mannen bluffen Ga uit van je eigen kracht, luidt het advies van de twee topambtenaren. Volgens DG Bergkamp is de eerste indruk van essentieel belang: ‘Kom binnen en neem de regie. Laat zien wie je bent en doe niet onder voor je collega’s,’ geeft ze de deelnemers mee. ‘Mannen bluffen zich overal doorheen. Maak zichtbaar wat je doet. Dit betekent dus dat je niet een presentatie voor je baas maakt, maar dat je aanbiedt deze presentatie te maken en ook zelf te geven.’ Van der Steenhoven is het roerend met haar eens: ‘Loop niet weg als er taken worden verdeeld, maar steek je vinger op en durf verantwoordelijkheid te nemen.’ Vrouwen mogen best profiteren van hun positie, stelt Bergkamp. ‘Maak van je nadeel een
voordeel. O.k., je valt op, maar daar kun je ook profijt van hebben. Mannen zijn soms niet voorbereid op dat directe antwoord, die kwinkslag of dat grapje dat je maakt. Uiteraard moet je wel altijd je dossiers op orde hebben.’ Het begrip diversiteit moet volgens Bergkamp overigens worden opgevat in de meest brede zin van
‘Ook blanke mannen van middelbare leeftijd horen thuis in een divers team’ het woord: ook blanke mannen van middelbare leeftijd horen thuis in een divers team. Zo constateerde ze eerder als DG op het ministerie van LNV dat het werk op het departement de laatste decennia erg was gefeminiseerd. ‘Men ging zich bezighouden met dierenwelzijn en voedselveiligheid in plaats van met stoere koeien. Dit had z’n uitwerking op de samenstelling van de teams. Voor een afdeling die reeds bestond uit vijf vegetarische moeders met een bakfiets zijn we toen bewust op zoek gegaan naar een blanke vleesetende man met Opel Corsa.’ · 2 april 2010 PM
31
inspiratie Grondwet wijzigen voor meer stabiliteit
Nieuw pact tussen burger en staat Europees ambtenaar Sybren Singelsma vindt de k omende bezuinigingsoperatie een goed moment om het s taatsbestel grondig te herzien. Economische Zaken, WWI en B uitenlandse Zaken k unnen weg, vindt hij. De historicus pleit voor herstel van de band van de staat met zijn burgers. Die band werd door de p acificatie van 1917 doorgesneden, waarna de politiek een verzuilde aangelegenheid werd. Nu de zuilen niet langer functioneren moet de Nederlandse staat worden aangepast aan de uitdagingen van de 21e eeuw.
Tekst Sybren Singelsma
D
e huidige crisis in het Nederlandse systeem is niet het gevolg van de opkomst van het populisme. De institutionele crisis gaat dieper en is uiteindelijk het gevolg van scheefgroei na de pacificatie van 1917. Het Nederlandse bestuurlijke systeem zoals wij dat nu kennen wortelt in het grote nationale compromis van 1917, waarin naast de financiering van de bijzondere scholen en het algemeen kiesrecht voor mannen werd geregeld dat geen minderheidspartij kon worden weggestemd die ten koste zou gaan van de zuilen.
Het primaat van de wet werd vervangen door het primaat van het politieke besluit Deze pacificatie was een goed antwoord op de problemen van de negentiende eeuw: opkomend socialisme en emancipatie van katholieken en gereformeerden binnen een liberaal staatssysteem. Door de pacificatie werd in feite de macht van de staat overgeheveld naar maatschappelijke groepen: de zuilen. De prijs voor het geven van een plek aan gereformeerden, socialisten en katholieken in de polder was
32
PM 2 april 2010
dat de individuele band van de burger met de staat en diens instellingen werd doorgesneden. De burger was alleen nog verbonden met de staat via de maatschappelijke groep waar hij deel van uitmaakte. Bestuurders van de zuilen kaapten de macht van het individu ten gunste van de macht van de groep en die van de politieke partijen, die samen de kauwgumlaag tussen burger en staat werden. Vanaf dat moment was het parlement niet langer de vertegenwoordiging van het volk maar een zo nauwkeurig mogelijke afspiegeling van de krachtsverhoudingen van de verschillende maatschappelijke groepen. Binnen de zuilen werd autonoom gehandeld, wel mét het geld maar zónder de controle van de staat. Het respecteren van de groep en de consensus die hier was bereikt, betekenden immers dat de staat en daarmee ook de wet op afstand moesten worden geplaatst. Het parlement depolitiseerde. Het politieke debat speelde zich veelal binnen de zuilen af waarna de overeenkomst met de andere partijen in het parlement werd beklonken. Zo ontstonden de Haagse achterkamertjespolitiek en de kaasstolp. De rol van de staat was daarmee overgenomen door de politieke partijen. Ook de autonomie in de regio of gemeente paste niet binnen deze op nationaal niveau beklonken deal. Door straffe centralisatie en opschaling tot rijkstaken veranderden gemeenten en provincies in uitvoeringsorganen van het rijk. Dat sinds Napoleon al de burgemeesters en de commissarissen door de Staat werden benoemd kwam de partijen zeer goed uit. De Eerste Kamer mocht ook zeker geen tegenmacht van de Tweede Kamer worden. Fouten verbeteren door een Herenclub prima, maar liever geen volwassen senaat. Het primaat van de wet werd vervangen door het primaat van het politieke besluit zoals ook in het Nederlandse gedoogbeleid nog goed te zien is. De emancipatie van gereformeerden, socialisten en katholieken is inmiddels vergevorderd, zo ver dat die groepen al bijna niet meer bestaan. De komst van de islam is door sommigen verwelkomd als een
inspiratie
De afkondiging van de huidige Grondwet in het Staatsblad op 29 november 1917
maatschappelijke inbedding. Dat is echter verleden tijd. Het wordt tijd het parlement weer onderdeel te maken van een evenwicht der machten om die stabiliteit voor de toekomst te waarborgen. Kortom, in een rechtstaat met universeel geldende wetten, wetgevende, uitvoerende en rechterlijke machten met een zelfstandige democratische legitimiteit, individueel burgerschap en een kiesstelsel waarbij iedere politicus een mandaat van de burger heeft, dat uitoefent en daar rekenschap over aflegt. Een democratie van burgers, niet van groepen. Een wijziging van de Grondwet in die zin gekoppeld aan het afstoten van taken aan provincies en gemeenten waarbij ook de geografisch bepaalde belangen van de burger worden gerespecteerd, kan de stabiliteit in het systeem terugbrengen. Het opheffen van de immuniteit van de overheid en het toestaan van toetsing van wetgeving aan de Grondwet is dan een logisch onderdeel van het hervormingspakket. In dat pakket dient vanzelfsprekend de verkiezing van burgemeesters en voorzitters van provincies te worden geregeld. Dan maken een nieuw kiesstelsel, verkiezing van de premier en het inrichten van een constitutioneel hof het plaatje compleet.
Decentraliseren van rijkstaken nieuwe zuil die dit proces kon keren, maar al snel bleek dat deze zuil de ongeschreven spelregels van de pacificatie niet noodzakelijkerwijs respecteerde en dat zij zich ontwikkelde tot een koekoeksjong dat het falen van het systeem alleen maar benadrukte.
Crisis Met het wegvallen van de zuilen, ooit de basis van het huidige bestel, belandde het systeem in een crisis, waarvan de opkomst van het populisme slechts een symptoom is. Nu de burger niet langer via de zuil gelieerd is aan de staat, blijkt hoe smal de basis is voor een democratie waarin de burger alleen nog maar op hoeft te draven voor verkiezingen. Populisten springen in die leemte door ‘issue politiek’ te bedrijven. Je kunt stemmen op de oplossingen voor maatschappelijke problemen die ze in de aanbieding hebben. D66 probeerde zo het bestel op te blazen, Fortuyn probeerde hetzelfde. Wilders maakt nu één enkel issue tot inzet. De klassieke volkspartijen hebben de crisis alleen maar verergerd. Ze liepen met open ogen in de val van de mediacratie. Wekelijkse opiniepeilingen zijn nu bepalend voor de daadkracht van een kabinet en de controle van het parlement. Een goed optreden bij Pauw en Witteman is voor de peilingen veel belangrijker dan een debat in de Kamer. De partijen zijn zelf verantwoordelijk voor het brengen van de waan van de dag in het hart van het systeem door zichzelf onder dit permanent cameratoezicht te stellen. Dat hart hoefde destijds niet ingebed te zijn in een sterke trias politica, omdat de partijen zelf die stabiliteit binnen dat parlement garandeerden door hun
Een grondwetswijziging kost tijd, algauw twaalf jaar. Op korte termijn kan daarom een quick win worden geboekt door alvast te beginnen met het decentraliseren van rijkstaken in het kader van het herdefiniëren van de staat. Wonen, Wijken en Integratie kan weg, dat kan veel beter op lokaal niveau geregeld wor-
De klassieke volkspartijen hebben de crisis alleen maar verergerd den. Taken waarvoor een helder EU-beleid is, zoals bijvoorbeeld het economische beleid, kunnen worden afgestoten. Voor EZ blijven dan wat taken over op het gebied van energie, regionale steun en innovatie, waarvan het DG Energie best onder Vrom ondergebracht kan worden. En als Verhagen roept dat de EUambassades Nederlandse paspoorten kunnen afgeven, dan kunnen de ambassades ook wel sluiten. Het verminderen van de greep van het rijk op de woningmarkt kan een goede opstap zijn naar het opheffen van zelfstandige bestuur- en uitvoeringsorganen die onder twijfelachtige democratische controle belastinggeld uitgeven. Het rijk kan zich dan concentreren op wetgeving, al dan niet binnen de kaders van de EU. Het geschetste hervormingspakket lijkt een noodzakelijk nieuw pact tussen burger en staat ter vervanging van de structuren uit 1917 die geen werkbaar kader voor de toekomst meer lijken te bieden. · Sybren Singelsma is historicus en werkzaam bij het Comité van de Regio’s van de Europese Unie. Hij schrijft dit artikel op persoonlijke titel. 2 april 2010 PM
33
Net uit Colofon PM is een uitgave van Sdu Uitgevers Titel Grote mensen gaan niet dood Auteur Pieter Winsemius Uitgeverij Balans Prijs € 17,95
De trotse opa Pieter Winsemius spreekt zijn klein kinderen Max en Lieve toe over de staat van Nederland in 2024. ‘Het is een mooie wereld,’ mailde de oud-minister zijn kleinkinderen op hun geboortedag, maar opa was eigenlijk ook wel ‘een beetje benauwd’. Want in wat voor wereld groeien zijn kleinkinderen op, en is de wereld mooier en beter geworden als Max en Lieve eindexamen doen? Winsemius neemt ze mee op een denkbeeldig werkbezoek, ergens in 2024.
Bestuurders en toezichthouders in de gezondheidszorg staan meer dan ooit in het middelpunt van de belangstelling. Marktwerking in de zorgsector resulteert niet alleen in nieuwe verantwoordelijkheden voor bestuurders, maar biedt ook nieuwe mogelijkheden, stellen de auteurs. In Governance en ondernemerschap in de zorg worden actuele ontwikkelingen op dit terrein besproken. Er is aandacht voor onder meer de beloning van bestuurders, disfunctionerende medisch specialisten, commerciële zorginstellingen en flexibele ondernemingsvormen.
Titel Governance en ndernemerschap in de o zorg. Nieuwe bestuurlijke verantwoordelijkheden in de gezondheidszorg Auteurs Louis Houwen, Pieter
Bergkamp en Luuk Arends (red.) Uitgeverij Kluwer Prijs € 37,50
Redactieadres Postbus 20025 2500 EA Den Haag tel 070 – 378 96 39 fax 070 – 385 55 05 www.pm.nl,
[email protected] Hoofdredactie Cindy Castricum Redactie Simon Blok, Rutger van den Dikkenberg, Rianne Waterval, Chris van de Wetering en René Zwaap (eindredactie) Medewerkers aan dit nummer Jorrit de Jong, Rosalie Koolhoven, Yvonne Kroese, Ruben Maes en Margriet Rutgers (correctie) Vormgeving Welmer Keesmaat Uitgever Esther van Doesburg Directeur Sdu Openbaar Bestuur Rob Veneboer Salesmanager Asha Narain Drukkerij Senefelder Misset, Doetinchem Verschijning PM komt 21 maal per jaar uit in een oplage van 7.500 exemplaren Advertenties Asha Narain, 070 – 378 95 11,
[email protected] Mediaservice Advertentiereserveringen:
[email protected] Advertentiemateriaal:
[email protected] Sdu Uitgevers, Afdeling Mediaservice PM, Postbus 34, 2501 AG Den Haag
Titel Voorbij de hypocratie.
Innovatiekans voor volksvertegenwoordigers en de mensen om hen heen Auteur Harrie Aardema Uitgeverij Kluwer Prijs € 30,00
Veel ambtenaren proberen te overleven door de indruk te wekken dat ze alles kunnen, terwijl ze zich terugtrekken in de eigen cultuur. Hoogleraar publiek management Harrie Aardema (Open Universiteit) noemt dit verschijnsel ‘hypocratie’. De balans t ussen bovenstromen – officiële teksten in nota’s en d ergelijke – en onderstromen – dat wat er daadwerkelijk gebeurt – is verstoord, stelt Aardema. In Voorbij de hypocratie probeert hij die cirkel te doorbreken.
Sociale netwerken worden steeds belangrijker, constateert leiderschapsexpert en nieuwe mediakenner Menno Lanting droogjes in zijn nieuwe boek Connect! Websites als LinkedIn en Facebook worden steeds belangrijker in het privéleven van mensen, maar grote o rganisaties dreigen de aansluiting te missen omdat ze werken met een strategie die stamt uit de vorige eeuw. Lanting beschrijft hoe managers en professionals 2.0 zouden kunnen toepassen.
34
PM 2 april 2010
Titel Connect!
Auteur Menno Lanting Uitgeverij Business Contact Prijs € 22,50
Abonnementen Het afsluiten van een abonnement (€ 149,- excl. btw per jaar) kan via www.pm.nl. Het doorgeven van een adreswijziging of annuleren van een abonnement kan alleen via www.sdu.nl/service. Voor vragen kunt u terecht bij Sdu K lantenservice 070 – 378 98 80 Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen in welke vorm dan ook zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever kan op generlei wijze aansprakelijk worden gesteld voor eventueel geleden schade door foutieve vermelding in het blad. © 2010 Sdu Uitgevers
beau monde Aan Hans Wiegel, die ooit, in een ver verleden, de ‘organisatie en het functioneren van de rijksdienst’ onder de loep nam, de eer de conferentie te o penen. ‘Nederland is geen land van visionaire vergezichten,’ aldus de VVD’er pessimistisch. ‘Of misschien houden we er wel van, maar het komt er in elk geval nooit van.’
Na de theepauze was er ruimte voor reflectie. VNGdirecteur Ralph Pans (o.a. oud-SG VenW) verwijst naar Alice in Wonderland: ‘Als je niet weet waar je naar toe moet, is elke weg goed. Zo zie ik de vernieuwing van de rijksdienst.’
‘Elke weg is goed’ Na afloop van de conferentie over 40 jaar vernieuwing van de rijksdienst kregen alle bezoekers een box mee met elf ‘Onderzoeken voor de toekomst’. Het team van SG Roel Bekker heeft in elk geval niet stilgezeten de afgelopen tijd. Deze middag werd vooral teruggeblikt: wat is er de afgelopen 40 jaar gebeurd en welke lessen vallen daaruit te trekken? PM vroeg een aantal bezoekers naar hun visie op de toekomst. ‘Ik ben een beetje kwaad op Pierre Heijnen (l)’, zegt Mark Frequin (r). ‘De rijksoverheid is potverdorie een geweldige organisatie. We mogen ons weleens wat stoerder opstellen richting de politiek.’
André Frijters (l) en Marc Hosemann van het ministerie van Verkeer en Waterstaat hebben ook een eensgezinde boodschap aan de hervormers van de toekomst: ‘Durf te kiezen!’
Wat Waar Wanneer
40 jaar Vernieuwing Rijksdienst Societeit De Witte, Den Haag Donderdag 18 maart 2010
Tekst Cindy Castricum Beeld Rutger van den Dikkenberg
Bekkers huisonderzoeker Mark van Twist was in 40 jaar reorganiseren gedoken. Hij merkte dat de toonzetting steeds cynischer werd. ‘Het is de tragiek van de goede bedoelingen,’ aldus Van Twist. ‘Een soort dynamisch conservatisme: veel bewegen, maar nauwelijks veranderen.’
(V.l.n.r.) Directeur Gerrit Arkesteijn (CIBG, VWS), Jan Hagens (RIVM) en regiodirecteur Pieter de Lezenne Coulander (VWA) zijn het roerend eens. Een toekomstvisie op de overheid? ‘Eerst bepalen welke taken we doen, dan snoeien.’
Het panel van deze middag (v.l.n.r.): Pierre Heijnen (PvdA), Hans Borstlap (voormalig DG SZW/OCW), Mark Frequin (DG WWI), Marleen de Pater-van der Meer (CDA), Frans Engering (voormalig DG EZ) en Joop van den Berg (oud-senator PvdA). De PvdA’ers in het gezelschap zijn wat pessimistisch. Heijnen heeft ‘niet zoveel geleerd’ deze middag. ‘Het was een waardevolle weergave van veertig jaar vernieuwing, maar wat heb je eraan voor de toekomst?’ Volgens Van den Berg is één cruciale vraag niet gesteld: ‘ Wie is er gelukkig van geworden?’
‘De kwantiteit moet niet leidend zijn, ‘ zegt Anke Buiteveld van OCW. ‘Er moet meer aandacht zijn voor de kwaliteit van het ambtenarenapparaat, dat kan altijd beter.’ Naast haar Remco Dolstra (directeur Voorlichting op het ministerie van Financiën), die instemmend knikt.
‘Hoopgevend,’ zo luidt de conclusie van SG Roel Bekker aan het eind van de dag. ‘Ik merk dat ook in de politiek de wens bestaat om te werken aan het verbeteren van de rijksdienst.’ Ai, dat zal ongetwijfeld blijken uit de verkiezingsprogramma’s die deze weken worden gepresenteerd. 2 april 2010 PM
35
Maandag 19 april 2010 Lange Voorhout Den Haag Meld u aan en discussieer mee! www.publicaffairscongres.nl
Nationaal Public Affairs Congres 2010
Ethiek of Mystiek? Met: Lea Bouwmeester PvdA Tweede Kamerlid Alex Brenninkmeijer Nationale Ombudsman Willem Lely Public affairs professional Chazia Mourali Presentatrice Cees van Woerkum Wageningen University Gabriël van den Brink Universiteit van Tilburg Boudewijn van Eenennaam Ministerie van Buitenlandse Zaken
Wat betekent public affairs voor de democratie? Hoe gaan lobbyisten om met ethische dilemma’s? Hoe kan public affairs bijdragen aan het succes van een organisatie? Deze vraagstukken worden besproken tijdens het ‘Nationaal Public Affairs Congres 2010: Ethiek of Mystiek?’ dat de Beroepsvereniging voor Public Affairs op maandag 19 april georganiseerd heeft ter gelegenheid van haar 10 jarig bestaan. Het programma is in drie thema’s verdeeld waarbij interessante sprekers hun visie op het public affairs vak geven. In het thema Ethiek worden de dilemma’s tussen macht en moraliteit behandeld. Tijdens het thema Accountability wordt de vraag beantwoord wat accountability voor public affairs betekent en in het thema Internationaal worden de culturele en internationale aspecten van het public affairs vak onder loep genomen.
Edward Grefe George Washington University Voor vragen kunt u contact opnemen met de BVPA via: 070-362 70 78 of
[email protected].