Euro’s Anders: kredietunies en buurt’banken’ Theo Konijn (Van Vieren) Frank Jan de Graaf (Hogeschool van Amsterdam) Mede op basis van presentatie Roland Lampe (Kredietunie Nederland) NIMB€, Amsterdam, 2 september 2013
Het Parool, maart 2013
2
Opzet • Het zijn bijzondere tijden: crisis, ruimte voor verandering, nieuwe initiatieven • Er is iets aan de hand in de markt voor (bedrijfs)financieringen • Twee voorbeelden initiatieven – –
Kredietunie Geldindebuurt
• Verbinding met NIMB€
Bijzondere tijden Trend ontwikkeling Bankfinanciering Boele Staal: • bedrijven zijn te afhankelijk van bankkredieten • alternatieve financieringen zijn noodzakelijk IMF: • Credit Crunch, MKB wordt dupe van Basel III en CRD IV, Minder en duurder bankkrediet •
Bron: Het Financieele Dagblad
Catch 22? -> Zitten we gevangen in het ABN AMRO bankmodel? (Eigen vermogen + krediet geldscheppende instelling = onderneming) Probleem: Hoge transactiekosten (door onder andere regelgeving/risk management systemen), extreme vorm van uniformering, geen betrokkenheid/relatie
Nieuwe Financieringsvormen • • • • •
Financieringscoöperaties Nieuwe dorps/stadscoöperaties Buurtkrediet coöperaties Kredietunies Crowdfunding, groeit exponentieel: – – –
2010: € 500.000,2011:€ 2.500.000,2012: € 14.000.000,- (570 projecten)
Trend = Near Banking • • • • •
IMF: Credit Crunch Basel III balans, < 4% Desintermediatie (S&P) Geen vastgoedfeest aan de Riviéra (FD) Geen lang geld naar vastgoedontwikkeling Traditionele alternatieven voor bankfinanciering: – – –
Factoring, leasing, Obligatie- en aandelenemissies Securitisatie
Between 2011 and 2012 crowdfunding increased globally with 81 percent. For 2013 it predicts that $5.1 billion will be raised, with a greater shift tofunding start-up businesses and small firms rather than social projects, which are currently the most popular category.
Copernicaanse Wending • Gebieds- en projectontwikkeling niet meer denkbaar vanuit factor kapitaal alleen • Toekomstige gebruikers bepalen steeds meer de kaders, vorm en inhoud van gebiedsgebruik • Belanghebbenden financieren ontwikkeling • Naast Financieel rendement is Maatschappelijk rendement een noodzakelijke factor voor succes • Overheid en ontwikkelaars begeleiden, ondersteunen, adviseren en scheppen ruimte om te ondernemen
Voorbeeld 1. Ruimte om te ondernemen
www.dekredietunie.nl
Wat zijn Kredietunies • Coöperatieve verenigingen zonder winstoogmerk; van, voor en door de leden • Leden zijn ondernemers, kredietgevers en kredietnemers; zij zijn en blijven eigenaren van de Kredietunie • Veel financiers voor veel kredietnemers • De leden kiezen het bestuur • De leden bepalen hoogte van rente en provisies en de verdeling van een batig saldo • Evenwicht tussen vrijwilligers en professionals • Voorbeeld: credit unions in Angelsaksische landen
Onderscheidend: ondernemen op relatie • • • •
Van, voor en door ondernemers die elkaar kennen Bevorderen sociaal weefsel en menselijke maat Leden zijn bereid om risico en rendement te delen; Coaching: – – –
• • • •
Geldbrengers voegen vakinhoudelijke kennis toe Beoordelen ondernemerschap, daarna zekerheden Coachen kredietnemers bij bedrijfsvoering
Relatienetwerk binnen kredietunie Toevoegen van een nieuwe financieringsbron Geld blijft binnen branche of regio Creëren extra werkgelegenheid
Voor plannen / contact: zie website www.dekredietunie.nl
Kredietunies in Buitenland (bron: WOCCU, World Council of Credit Unions, 2012)
Aantal Kredietunies Leden Landen
52,945 187,986,967 100
Activa
$1,459,605,561,772.-
Spaargeld
$ 1,229,389,373,992.-
Leningen
$ 960,089,324,653.-
Voorbeeld 2. Een bank van de buurt? Waarom?
14
Waartoe? • Versterken lokale economie • Ondernemingsfinanciering in de buurt, dicht bij de mensen • Vormen waarde creërende netwerken – –
Tussen bedrijven onderling Met bewoners en klanten in de buurt
• Financiering ondernemerskrediet < 250k • Verbonden met lokale community
Waarde propositie ❧ Geldvragers – – – – – –
Krediet beschikbaarheid < 250k Middellang lopend krediet tegen betaalbare rente Betrokkenheid klanten uit Oost Werk in de wijk, vaste ketenrelaties afnemers Deelnemer worden in lokaal kennis/diensten netwerk Coaching krijgen
❧ Geldbrengers – – – – –
Duurzaam investeren (lang + zeker + goed) Risicodekking bedrijfsoverdracht aan (jonge) opvolger Vitale economie, voorzieningen, sociaal weefsel in de wijk Betrokkenheid bij ondernemend Oost, kennis via coaching Reputatie, MVO
Mogelijke inrichting • Leden zijn de geldbrengers en geldvragers > vormen ALV • ALV kiest bestuur, bepaalt tarieven en verdeelt batig saldo • Bestuur verantwoordelijk voor organisatie en vormt gezicht naar de buurt • Mengvorm: – –
Perpetuele Ledencertificaten > microfinanciering Lokale crowdfunding
• Prototype per 1/3/14, 6 kredieten totaal 250k 17
Uitdagingen • Hoe schep je vertrouwen in een urbane samenleving? – –
Persoonlijk maken financiële relaties Verbinden aan betrouwbare communities
• Inzet vrijwilligers binnen professionele condities? – –
Professionals op sleutelposities Processen, kwaliteitsystemen 18
Waar staan we? • • • • • • •
Proeflokaal Jan Eef februari 2013 Ondernemerscafé’s Jan Eef t/m juli 2013 Makelpunt Oost oktober 2013 Bijdrage Stadsdeel, aanvraag andere fondsen Committment lokale partners Samenwerking met Kredietunie NL en HvA Adviseurs Nauta Dutilh en Nijenrode 19
Voorgenomen acties • Pilot in Oost eind gestart – – –
Initiatiefgroep investeerders Financiering ontwikkeling door (semi)publieke instellingen en fondsen Ideaal en praxis hand in hand
• Prototype gereed 1/3/2014 – –
Evaluatie met stakeholders, overheden, toezichthouders Indien positief: uitrol naar elders
20
Verbinding NIMB€ -voor de discussie• Kredietinitiatieven zijn onderdeel van een grotere beweging – – –
Burgers: voorbeelden De Meevaart, broodfondsen Instellingen: voorbeelden politie en wbc Overheden: kanteling WMO, gebiedsontwikkeling
• Kenmerken –
Eigen (burger)kracht, waarde creëren in netwerken of gemeenschappen (branche, regio, internet), meervoudig
• Vraagt van overheden / instellingen: – –
andere houding (volgend), regels (faciliterend), geldstromen (belonend) deze ontbreekt > spanning, spagaat (lees RMO)
21
Wat zie je en wat kan je? • Voorbeelden van – –
nieuwe initiatieven spanning met institutionele context
• Wat kun jij doen (c.q. je organisatie): – –
In: ‘mogen, willen, kunnen’ En in (echt) doen