Ervaringen met het project Opleiden in school binnen de Stichting Primair Onderwijs Utrecht
Opleiden in school
ERVARINGEN VAN HET OPENBAAR PRIMAIR ONDERWIJS UTRECHT De komst van de eerste zij-instromende leerkrachten eind 1999 vormde een directe aanleiding voor een nadere oriëntatie op opleiden in de school. De zij-instromers waren bijzonder welkom binnen onze organisatie. Wel was duidelijk dat een opleiding volgen allèèn, niet voldoende zou zijn om mensen zonder onderwijsachtergrond in staat te stellen hun werk goed te doen. Daarnaast was het schoolbestuur bezig met het vormgeven van integraal personeelsbeleid. Ook vanuit die invalshoek bestond belangstelling voor een grotere betrokkenheid van de werkgever bij de opleiding van leerkrachten. Samen met docenten van de Theo Thijssen Academie zochten betrokkenen uit de school naar antwoorden op vragen als: wat leer je het beste in de praktijk en waarvoor kun je het beste op de PABO terecht?, wat vinden wij, van-
Colofon Opleiden in school is een uitgave van de SPO-Utrecht SPO-Utrecht, Kaap Hoorndreef 36 3563 AT Utrecht tel: 030-2652640 Deze uitgave kwam tot stand onder verantwoordelijkheid van Arien Hartog, coördinator Opleiden in school van de SPO met medewerking van: Manet Verwey, Maartje Leenhouts, Eline Snoeks, Jaap Nelissen, Herman van Bekkum, Heidi Gennissen, Nanko Wierenga en Trieneke van Manen. Eindredactie en fotografie : Nijveld Teksten Utrecht Foto voorpagina: Cursusbijeenkomst opleidingsleerkrachten
2
uit de praktijk bekeken, nou het beste curriculum voor aankomende collega’s?, hoe realiseer je maatwerk en adaptief onderwijs voor PABOstudenten? Deelname aan het project ‘Opleiden in School’ van het Ministerie van OCW in 2002 betekende een volgende stap op de ingeslagen weg. Het enthousiasme groeide. Het kan dus echt: als school een structurele en substantiële bijdrage leveren aan het opleiden van nieuwe collega’s! Met deze uitgave wil de SPO Utrecht anderen deelgenoot maken van de
ervaringen die directeuren, teams, studenten en docenten van de Theo Thijssen Academie opdeden in de twee projectjaren. Daarmee hopen wij collega’s te informeren en te stimuleren, zodat ook zij als school zullen besluiten verantwoordelijkheid te nemen voor de opleiding van toekomstige collega’s. Graag wens ik u veel leesplezier! Namens alle betrokkenen, Thea Meijer Algemeen directeur SPO Utrecht
WERKPLEKLEREN VANUIT DE PRAKTIJK ONTSTAAN Opleiden op school is niet bedacht vanuit de studeerkamer maar krijgt vorm vanuit de praktijk en in het contact tussen basisschool en opleidingsinstituut. Een overzicht van wat vooraf ging. De eerste ervaringen met zij-instromers maakten duidelijk hoe belangrijk de begeleiding van deze groep is. Ook werd duidelijk dat begeleiding lastig vorm te geven is zonder inbedding in de schoolorganisatie. In eerste instantie werkte de SPO met twee speciaal daarvoor aangestelde leerkrachten (praktijkcoaches) die verantwoordelijk waren voor het totaal van alle zij-instomers binnen de SPO. Vanuit deze ervaring is bij de start van Opleiden in school nadrukkelijk gekozen voor het organiseren van de begeleiding op schoolniveau. Dit betekent dus dat er per school een opleidingsleerkracht aanwezig is om startende leerkrachten, zij-instromers, studenten en dergelijke te begeleiden. Profiel opleidingsleerkracht De eerste stap was het vaststellen van een profiel van de opleidingsleerkracht. Deze collega heeft de volgende kenmerken: - een excellente leerkracht, die het goede ook eventueel voor kan doen en die zelf als groepsleerkracht actief is; - communicatief en sociaal vaardig; - heeft ervaring met het begeleiden van collega’s of studenten; - bezit inlevingsvermogen en is flexibel; - is luistervaardig in gesprekken met anderen; - heeft kennis van pedagogische aanpak van kinderen en didactische aanpak bij verschillende vakgebieden; - is bereid zich verder te scholen en te investeren in persoonlijke groei. Ook de taken van de opleidingsleerkracht zijn beschreven:
WAAROM OPLEIDEN IN SCHOOL? In het jaar 2000 werd ook het primair onderwijs in Nederland geconfronteerd met een tekort aan leraren. Het begrip ‘zij-instromer’ beleefde haar introductie. Sinds die tijd benoemde de SPO ruim veertig van deze nieuwe collega’s. Op dit moment is de arbeidsmarkt weer wat tot rust gekomen en is het weer mogelijk bevoegd personeel aan te trekken. Uit alle prognoses blijkt echter dat dit een stilte voor de storm is: het onderwijs krijgt over enige tijd met een nog ernstiger lerarentekort te maken. De mogelijkheid tot betaald werkplekleren kan het basisonderwijs aantrekkelijk maken voor nieuwe doelgroepen op de arbeidsmarkt. Om die doelgroepen straks voldoende voorbereid te kunnen laten instromen, is het zaak de huidige periode van relatieve rust goed te gebruiken. Wat is nodig om zij-instromers in de school op te vangen en structureel te begeleiden? En hoe verhoudt deze begeleiding zich tot de tweejarige opleiding die deze mensen ontvangen? Tot voor kort beperkte de rol van de scholen bij het opleiden zich tot het beschikbaar stellen van stageplaatsen. Met het beleidsdocument integraal personeelsbeleid (IPB) sprak de SPO enige jaren geleden al de wens uit meer bemoeienis te willen hebben met het opleiden van personeel. Kwaliteitsbevordering is hierbij een belangrijke overweging. Personeel dat mede door basisscholen is opgeleid, voldoet sneller en beter aan onze kwaliteitsnormen. De ervaringen die de afgelopen jaren met de zij-instromers zijn opgedaan, hebben mede geleid tot de huidige opzet van Opleiden in school. Arien Hartog Coördinator Opleiden in school SPO Utrecht
- coördinatie intern en extern van de organisatie van stages, leerwerkplekken en contacten met de Theo Thijssen Academie; - zorgdragen voor een praktisch werkbaar scholings- en begeleidingsplan per student; - de student begeleiden bij uitvoering van activiteiten in de groep met verschillende begeleidingsrollen zoals coach, deskundige, reflector, instructeur, evaluator;
- de student begeleiden en adviseren bij het invullen van studiepraktijkopdrachten; - op termijn ontwikkelt de opleidingsleerkracht zich tot expert op het terrein van persoonlijke ontwikkeling en scholing en gaat voor alle medewerkers van een team als deskundige, adviseur en klankbord een rol spelen bij persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP);
3
- inwerken, begeleiden, coachen van startende leerkrachten, zijinstromers, herintreders en dergelijke. Binnen de deelnemende scholen, waar aan de hand van deze taakinhoud en het daarbij horende profiel werd geworven, bleek een brede belangstelling te bestaan voor de taak van opleidingsleerkracht. De geselecteerden worden geschoold door de Algemene Vereniging van Schoolleiders (AVS). Het gaat hier om een jaartraining die bestaat uit meerdaagse bijeenkomsten. De inhoud richt zich op de nieuwe rol en plek in de schoolorganisatie, communiceren en de kunst van feedback geven en competentiegericht coachen. Ook bestaat ruimte om te werken
Opleiden in school binnen de SPO bestaat momenteel uit: • een bovenschools coördinator voor 4 uur per week; • 18 opleidingsleerkrachten op 14 scholen; • op zes deelnemende scholen werken studenten van de dag avond variant van de Theo Thijssen Academie als leraar in opleiding; • de negen SPO scholen die vanaf het begin deelnemen en zitting hebben in de stuurgroep zijn obs Tuindorp, obs de Panda, Prinses Margrietschool, obs Overvecht Jenaplanschool Wittevrouwen, Rietendakschool, obs Oog in Al, obs de Kaleidoscoop en obs Voordorp.
in het tweede of derde jaar van de parttime opleiding zitten, kunnen solliciteren naar vacatures binnen SPO basisscholen. De praktijk was toch al dat studenten in de dagavond-variant veelal werken. Nu zouden zij dat werken dus op een school kunnen doen. Solliciteren kan
pas na screening door de academie gericht op studievoortgang en stagebeoordelingen. Geschikte studenten kunnen voor twee dagen in de week starten als leraar in opleiding, waarbij zij betaald worden volgens schaal 4 (onderwijsassistent). In combinatie met hun stagedag, zijn ze drie dagen op school aanwezig. De opleidingsleerkracht begeleidt de LIO aan de hand van een opgesteld persoonlijk studieplan. Optimaal afstemmen De Theo Thijssen Academie heeft hard gewerkt aan het omvormen van de bestaande dag-avond-variant naar werkplekleren. Naar aanleiding van de huidige praktijk komt momenteel het gesprek op gang tussen opleidingsleerkrachten van de scholen en studiebegeleiders van de academie. Doel is tot een optimale afstemming te komen: wie doet wat? De verwachting is in 2005 een opleidingsvorm gereed te hebben waarbij basisschool en opleiding elkaar naadloos aanvullen.
aan persoonlijke ontwikkelpunten. Naast deze scholing is een netwerk gevormd van opleidingsleerkrachten. Enerzijds voor informatie-uitwisseling, vooral met de Theo Thijssen Academie, anderzijds voor intervisie.
4
Werkplekleren. Bij de opzet, planning en inhoud van de opleiding van zij-instromers door de Theo Thijssen Academie waren ook collega’s uit de SPO betrokken. Opleiden in school leidde tot het zetten van een vervolgstap: er wordt geëxperimenteerd met werkplekleren. Studenten van de academie die
360 graden feedback Als onderdeel van hun opleiding hebben de opleidingsleerkrachten een zogenaamde 360 graden feedback ondergaan. Dit is een instrument waarmee zicht op de eigen ontwikkeling verkregen wordt: wat kan ik al en wat heb ik nog te leren? De associatie voor coaching heeft dit instrument speciaal voor deze doelgroep aangepast. De deelnemers doen een zelf-assessment aangevuld met observaties door de leidinggevende, een naaste collega en enkele door hen begeleide studenten of leerkrachten. De conclusies worden, naast de schriftelijke weergave, in een nagesprek met de opleidingsleerkracht besproken. Met de hieruit verkregen leerpunten en leervoornemens wordt in het vervolg van de opleiding gewerkt.
LEREN ZWEMMEN IN HET OPLEIDEN IN SCHOOLBAD Zwemmen moet je leren. Je begint heel voorzichtig, met je tenen in het water. Gelukkig voelt het lekker aan. Langzaam doe je een stap. Tot je knieën sta je nu. Je loopt schommelend verder en ineens is er geen grond meer onder je voeten. Even sla je wild om je heen, maar dan ontdek je dat je door je benen te bewegen je het hoofd in ieder geval boven water houdt. Gelukkig staat de badmeester aan de kant met een goede tip: als je je armen gebruikt, kom je ook nog vooruit. Zinken doe je niet meer. Na een tijdje oefenen merk je dat er meerdere manieren zijn om vooruit te komen. De vlinderslag en borstcrawl geven elk een ander resultaat. Wat voelt dat zwemmen goed! Al zwemmend overdacht ik hoe groot de overeenkomsten zijn tussen het hierboven beschreven leerproces en de afgelopen periode met de opstart van Opleiden in school. Terwijl ik mijn tweede baantje trok, overdacht ik hoe het Opleiden in school-water de eerste keer op mij over kwam: mooi, maar troebel. Toch durfde ik een onzekere stap te zetten. De grond onder mij voelde stevig aan; kennelijk hadden het schoolbestuur, de pabo en de stuurgroep goed over dit project nagedacht. Dat gaf zekerheid. Maar toen kwam het diepe! Het schooljaar was begonnen en na een sollicitatieronde stonden daar ineens twee dolenthousiaste pabostudentes, die zich net als ik in het diepe hadden gestort. Wat moest het voor hen een stap zijn om hun studie voort te zetten via een niet bewandeld pad! We moesten zelf een slag zien te vinden. En die vonden we. Via reflectieschriften gingen we in op de door de studenten gegeven lessen of georganiseerde activiteiten. De student gaf een les, ik observeerde en schreef mijn bevindingen zo concreet mogelijk op. Na de les verdween de student
om haar reflectie te schrijven. Tijdens de nabespreking legden we die overdenkingen naast elkaar en destilleerden we leerdoelen voor de komende week. De student observeerde, gericht op deze twee, soms drie leerpunten, eerst de groepsleerkracht. Daarna kon ze het zelf proberen. Ja, dit voelde oké! We zwommen met ons hoofd boven water, hand in hand door het iets helderder wordende Opleiden in schoolbad. Plons!!! Ik schrok op uit mijn gedachten door een perfect uitgevoerd bommetje, dat vlak naast mij ontplofte. Met een kletsnat gezicht zocht ik hulpeloos rond naar de badmeester, bommetjes zijn namelijk verboden in het sportbad. En daar was de hulp in de vorm van netwerkbijeenkomsten voor opleidingsleerkrachten en cursusdagen,
die in het teken stonden van leren coachen. Fijn! Ontploffende bommetjes konden hier van ons afgepraat worden en nieuwe zwemslagen werden ons bijgebracht. Nu staan we op het punt om de voor ons prettigste slag te vinden. Van alles hebben we uitgeprobeerd. We hebben geluisterd naar andere zwemmers van de Pabo, de SPO, collega’s opleidingsleerkrachten en natuurlijk de studenten. Nog steeds zwemmen we tegen onduidelijkheden aan en dat zal nog wel een tijdje zo blijven. Maar het water wordt nog steeds doorzichtiger en inmiddels durf ik te zeggen: wat voelt Opleiden in school goed! Manet Verwey Opleidingsleerkracht Rietendakschool
5
JUF IN OPLEIDING Na twee jaar in een bijrol leuke lesjes te hebben gegeven, was ik wel toe aan een meer vaste plek in het onderwijs. Opleiden in school kwam voor mij dan ook op het juiste moment! Werken op een formatieplaats van onderwijsassistent, maar toch duidelijk de rol van leerkracht in opleiding. Juf in opleiding noem ik mezelf. Een heel andere beleving dan stagelopen en student zijn. Ik maak onderdeel uit van het team en heb het gevoel een wezenlijke bijdrage te kunnen leveren aan het onderwijs.
6
Het echte werk Vol enthousiasme begon ik november 2003 aan mijn nieuwe baan als LIO aan de Prinses Margrietschool in Utrecht. Zonder precies te weten wat er van mij verwacht werd, deed ik mee aan het project Opleiden in school. Al snel bleek ik niet de enige die niet precies wist wat ons allemaal boven het hoofd hing, maar blijkbaar is dit inherent aan deelname aan een nieuw project. Ik besloot de eerste dagen goed te observeren in de klas en de kinderen te leren kennen. Dit was nuttig en nodig. Tot nu toe was ik gewend één dag in de week stage te lopen op witte scholen in Hilversum en Laren, mijn nieuwe klas is van een heel andere samenstelling. Ik heb mij dan ook verdiept in de buurt en veel gesproken met de klassenleerkracht. Wat is dat voor kind die deze school bezoekt? Wat zijn de gevolgen op het gedrag en het niveau van de sociaal-economische situatie waarin deze kinderen zich bevinden? Na die eerste periode van wennen en leren kennen, ben ik natuurlijk ook zelf voor de groep gaan staan. Het echte werk: lessen voorbereiden, proberen je dagprogramma af te krijgen, schuiven met lessen, nakijken, toetsen scoren, lessen aanpassen, extra rekenmateriaal verzamelen, nog éven de persoonsvorm of een tafel oefenen tussendoor en straf geven (dit laatste heb ik tijdens mijn stages nauwelijks of nooit hoeven doen). Voor ervaren leerkrachten zijn dit allemaal vanzelfsprekende zaken. Maar ik heb bij-
voorbeeld nooit toetsen hoeven scoren, terwijl dit toch een voorbeeld is van een belangrijke taak. Afstemming Het theoretische deel van de opleiding ligt bij de Theo Thijssen Academie waar ik de pabo volg. Doel is zoveel mogelijk theorie in de praktijk te brengen en te toetsen aan de dagelijkse werkelijkheid. De afstemming tussen opleiding en basisschool is misschien wel het moeilijkste onderdeel van dit project. Studenten en betrokken docenten werken er hard aan om hier op verantwoorde wijze invulling aan te geven. Wat is de vakinhoud, welke doelen stel je, op welke wijze kun je vakken bestuderen, toetsen en eventueel combineren. Het grote voordeel van deze werkwijze is dat de theorie dichter bij de praktijk komt en dus meer gaat leven. De stof wordt op een voor de student zinvolle manier gepresenteerd. Bovendien is meer variatie mogelijk en kan invulling gegeven worden aan individuele doelen. Voorwaarden Als leerkracht in opleiding draag je verantwoordelijkheid voor de prestaties van de kinderen en voor de sfeer in de groep. Juist door ‘alle kleine dingen eromheen’ en de praktijk van
alledag leer ik het vak echt kennen. Voorwaarden zijn wel dat je goed begeleid wordt, dat je voldoende kunt evalueren en dat ervaren leerkrachten gerichte observaties bij je doen. Aan al deze voorwaarden wordt in mijn geval ruimschoots voldaan. Scholen die aan dit project mee willen werken zullen zich goed moeten realiseren dat wij echt leerkrachten in opleiding zijn die gewoon begeleid moeten worden. Zie je een LIO’er als goedkope arbeidskracht dan gaat het fout. Mensen die zo van de reguliere pabo komen worden soms zonder begeleiding in het diepe gegooid. Het grote voordeel van dit leer- werktraject is, dat als ik straks mijn diploma heb, ik het gevoel heb ook echt klaar te zijn om voor de klas te gaan staan. Het is denk ik wel duidelijk dat ik positief sta tegenover Opleiden in school. Ik hoop dat het niet bij een pilot blijft maar dat meer gemotiveerde studenten de gelegenheid krijgen op deze manier het vak te leren! Maartje Leenhouts Derdejaars student (Dag-AvondVariant) aan de Theo Thijssen Academie en LIO Prinses Margrietschool
MISSIE GESLAAGD Voor de zomervakantie vroeg de directie van mijn school mij om deel te nemen aan het traject Opleiden in school. Na het lezen van het ‘startdocument’ waarin het project is omschreven, twijfelde ik niet om ja te zeggen. In de loop der jaren heb ik al heel wat stagiaires begeleid. Bij het afscheid zeiden zij vaak meer geleerd te hebben van hun stage dan tijdens de opleiding. Niets ten nadele overigens van de opleiding, want kennis en ideeën daar opgedaan, kunnen zij immers goed gebruiken tijdens de stage. Wèl geeft het misschien aan dat er studenten zijn die meer behoefte hebben aan extra stage dan aan veel uren op de pedagogische academie. Natuurlijk speelt daarbij ook de achtergrond van de betrokken persoon een rol. Heb je al enige pedagogische en didactische kennis opgedaan tijdens een vooropleiding –denk aan de klassenassistenten- dan is de insteek anders dan wanneer je rechtstreeks van een Havo of VWO komt. Na de zomervakantie bleek er helaas niet direct een student beschikbaar te zijn die met dit traject op onze school zou kunnen starten. Wel waren er twee startende leerkrachten. De directie vroeg mij om hen gedurende acht weken (of langer indien wenselijk) te begeleiden bij hun entree als leerkracht in school. In de periode voor het begin van het schooljaar voerde ik een startgesprek om allereerst te inventariseren welke vragen en welke verwachtingen deze nieuwe collega’s hadden. Allereerst waren daar natuurlijk de praktische vragen: waar liggen materialen, hoe zijn zaken geregeld met betrekking tot gymnastiek, overblijven, pleinwacht en noem maar op. Ook meer specifieke vragen gericht op registratie en schoolregels kwamen aan de orde. Wij spaken af dat ik in het begin iedere week minimaal een half uur bij hen in de klas zou zijn om onderwerpen te bespreken die zij zelf zouden aandragen. Daarnaast gaf ik ze de mogelijkheid
Eline Snoek (rechts): “Inhaken op de sterke kanten”
om bij mij of bij andere collega’s in de groep te komen kijken, bijvoorbeeld om een specifieke instructie of werkwijze te observeren. Bij de eerste bezoeken die ik aflegde, kwamen vragen naar voren gericht op de orde in de klas en het zelfstandig werken van de kinderen. Graag had ik daarbij met videointeractie gewerkt waarmee je heel goede feedback kunt geven, helaas heb ik het met geschreven observaties moeten doen. Tijdens de nabespreking merkte ik dat beide leerkrachten eerder geneigd waren negatieve aspecten te benoemen, dan de vele positieve. Samen hebben we geprobeerd juist in te haken op de sterke kanten en de minder sterke om te buigen. Dat werkte goed. Hèt knelpunt tijdens deze periode bleek om telkens weer tijd te vinden om zaken rustig met elkaar te bespreken.
Voor mij ligt een bedankkaartje van mijn nieuwe collega’s. “Wij kunnen nu zonder jou verder,” lees ik. Het kaartje vervolgt met: “Maar kom je snel weer eens langs?” Deze laatste zijn geeft mij het gevoel dat ik een goede relatie met beiden heb opgebouwd. Tegelijkertijd geeft het eventueel ook een valkuil weer. Je moet oppassen voor het ontstaan van een afhankelijkheidsrelatie. Liever houd ik mij daarom vast aan die eerste zin. Het doel van de begeleiding was deze nieuwe leerkrachten op weg te helpen bij het zelfstandig leiden van de groep en het vinden van een volwaardige plek als teamlid. Ik ga ervan uit dat de opzet van de begeleiding is geslaagd en wij ons doel hebben bereikt. Eline Snoek Opleidingsleerkracht obs Oog in Al
7
ONTDEKKEN DOOR TE DOEN De Kohnstammschool is deelnemer in het project Opleiden in school. Op dit moment hebben wij nog geen studenten die meelopen in het nieuwe LIO traject, een stukje schrijven over de ervaringen hiermee is dus nog niet mogelijk. Wel kan ik iets zeggen over mijn pogingen om als opleidingsleerkracht te ontdekken wat Opleiden in school precies inhoud en hoe ik daaraan binnen mijn school vorm probeer te geven. Om te beginnen de vaststelling dat ik veel steun heb aan de netwerkbijeenkomsten die eens in de zes weken plaatsvinden. Deze zijn erg leerzaam, ervaringen en eventuele problemen die je als opleidingsleerkracht kunt tegenkomen worden besproken. Dit maakt dat je een aantal beginnersfouten kunt vermijden. Bovendien krijg je zicht op hoe
Opleiden in school in de praktijk op andere scholen vorm krijgt. Ook het scholingstraject waaraan wij als opleidingsleerkrachten deelnemen biedt steun. Tijdens een aantal tweedaagse bijeenkomsten trachten wij onder deskundige begeleiding inhoud te geven aan onze coachende rol binnen Opleiden in school en aan de inhoud daarvan. Wat vinden wij als praktijkmensen belangrijk. Intussen ben ik binnen mijn eigen school begonnen om stages die plaatsvinden in een kader te plaatsen. Met elke stagiair, zowel van de PABO, het ROC en het conservatorium, voer ik een gesprek waarin wederzijdse verwachtingen ter sprake komen. Het komt nog regelmatig voor dat studenten geen idee hebben van wat ze tijdens hun stage komen leren. Als school verwachten
wij dat ze een aantal didactische en pedagogische stagedoelen opstellen en een aantal doelen omtrent hun persoonlijke ontwikkeling. Voor veel studenten blijkt dit moeilijk, vaak blijft het stil als naar dit soort zaken gevraagd wordt. In het vervolg van de stage probeer ik de studenten en hun stagebegeleiders zo goed mogelijk te volgen en te ondersteunen. Voor de toekomst is het mij nog niet helemaal duidelijk hoe wij als school met leerkrachten in opleiding willen gaan werken. Past het werken met LIO’ers nog wel in het aantal uren dat wij er als school aan kunnen besteden? Zodra daar meer duidelijkheid over is, kan ik het Opleiden in school verder vorm gaan geven. Herman van Bekkum Kohnstammschool.
INVESTEREN VOOR DE TOEKOMST Binnen obs Overvecht bestaat al sinds jaar en dag veel aandacht voor het intern begeleiden en coachen van personeel. Zo is één van de teamleden bijvoorbeeld een dagdeel in de week vrijgemaakt om als ‘peercoach’ te kunnen fungeren. Met behulp van video-interactie begeleiding helpt zij collega’s met vragen stappen te zetten in hun ontwikkeling. Ook werken wij al geruime tijd met een begeleider voor zijinstromers. Eén van de leerkrachten wordt momenteel opgeleid om interne trainingen te kunnen geven gericht op het Kaleidoscoop programma. Opleiden in school sluit dus naadloos aan bij de gedachte dat de school zelf in hoge mate verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de mensen voor de klas en dus voor de kwaliteit van de school.
8
Als locatieleider ben ik verantwoordelijk gemaakt om als vaste contactpersoon op te treden voor de stagiaires van de Theo Thijssen Academie. Wij juichen de nieuwe opzet met leerkrachten in opleiding
van harte toe. Als school hebben wij graag de vinger aan de pols bij het opleiden van toekomstige collega’s. Bovendien ontstaat meer binding met de school. Wij doen een investering die zich op termijn terugbetaalt. Het werken met deze groep gemotiveerde mensen is bijzonder leuk om te doen. Ik probeer wekelijks werkoverleg met ze te hebben. Waar loop je tegenaan, wat is moeilijk? En als zij willen dat ik kom, bijvoorbeeld om een les bij te wonen, dan kom ik. Aan de hand van het moduleboek met leer- en werkopdrachten die de studenten van de opleiding mee krijgen, bepalen we gezamenlijk welke opdrachten het best passen bij waar de vestigingen op dat moment mee bezig zijn. Binnen de obs Overvecht gebeurt heel veel, ook zijn er allerlei locatiespecifieke ontwikkelingen. Ik kan de studenten voor bepaalde opdrachten naar die locatie sturen waar zij op dat moment voor die opdracht het best terecht kunnen.
Met de start van Opleiden in school is ook de training van start gegaan voor de opleidingsleerkrachten. Een intensief programma met een aantal tweedaagse trainingen. Je leert allerlei coachings- en begeleidingsvaardigheden waarmee je als school je voordeel kunt doen. Daarnaast vindt afstemming plaats met de Theo Thijssen Academie over het programma. Prima ontwikkelingen allemaal. De studenten kunnen veel meer de regie nemen over hun studie, terwijl wij als mensen in de praktijk mee de inhoud van het programma bepalen. Uiteindelijk levert dit beter opgeleide leerkrachten op die direct inpasbaar zijn binnen onze organisatie. Zeker in een wijk als Overvecht is het een pré als je al een tijdje mee hebt kunnen draaien op één van de scholen. Het levert praktijkgerichte mensen op die sneller als volwaardig en zelfstandig collega kunnen gaan functioneren. Harmen van der Woude Locatieleider en opleidingsleerkracht obs Overvecht
THEORIE IN DE PRAKTIJK Het project Opleiden in school betekent voor mij de theorie in praktijk. Door mijn rol als leraar in opleiding ben ik zeer actief betrokken bij dit traject, de theorie wordt praktisch toepasbaar en beklijft daardoor beter. De intensieve begeleiding door middel van feedback is een groot voordeel. Je spreekt concrete leerdoelen af en werkt aan een persoonlijk studieplan. Bovendien verkort dit traject de studieduur en bereid je je in de praktijk, dus beter, voor op je vak. Direct aan de slag Twee jaar geleden besloot ik mijn carrière om te gooien. Ik werkte als consultant voor een arbeidsbemiddelingbureau, tot het moment dat ik ontdekte dat dit niet langer aansloot bij mijn wensen en bij de invulling die ik aan mijn leven wil geven. Na een afweging van alle mitsen en maren, besloot ik te kiezen voor het onderwijs. Vervolgens wilde ik graag ook direct aan de slag. Ondanks het grote lerarentekort bleek dit niet mogelijk. Persoonlijk vond ik dat ik voldoende te bieden had om naast een avondopleiding ook direct in de praktijk werkzaam te zijn. Maar waar ik ook aanklopte het antwoord was: sorry, we willen je graag hebben maar er is geen geld. Gelukkig vond ik uiteindelijk een betaalde baan als onderwijsassistent in IJsselstein. Daar heb ik een jaar met zeer veel plezier gewerkt. Al snel werd ik niet alleen als assistent ingezet maar ook als vervangingsleerkracht. Zelf vond ik dit fantastisch, want op deze manier deed ik veel ervaring op. Eind vorig schooljaar kwam het project Opleiden in school ter sprake en bezocht ik een informatiebijeenkomst. Eerst dacht ik dat dit hetzelfde zou zijn als wat ik al deed. Intussen weet ik beter. Volwaardig Wat is dan zo anders? In de eerste plaats de begeleiding door en de samenwerking met de Pabo. Binnen dit traject ben ik in de gelegenheid modules af te ronden in de praktijk, zonder dat ik hiervoor lessen volg op de Pabo. Daarnaast wordt mijn func-
Heidi Genissen (rechts) met opleidingsleerkracht Cindy Maas
ALLE BEGIN IS MOELIJK Natuurlijk, het is tenslotte een pilotproject, verliep niet alles vanaf het begin op rolletjes. Best lastig, vooral voor onze opleidingsleerkracht en voor de Leerkracht In Opleiding. Twijfels, vragen aan de opleiding. Wat was precies de bedoeling? De student wilde graag zo snel mogelijk met haar individuele leerprogramma aan de slag om volgend jaar af te kunnen studeren. Voor de opleidingsleerkracht was het belangrijk voldoende tijd te hebben voor begeleiding. Intussen zijn de nodige stappen gezet en kan ik stellen dat Opleiden in school goed draait. Er is structureel tijd vrijgemaakt waarmee wij hopen de onderwijsassistent zo optimaal mogelijk te kunnen begeleiden. Wel is gebleken hoe belangrijk het is de positie van de onderwijsassistent te verduidelijken binnen de school. Zij is geen onderwijsassistent in de oude zin van het woord, zij is geen stagiaire, geen LIO’er en ook geen groepsleerkracht. Maar wat is zij dan precies wel? Kan de term ‘assistent leerkracht’uitkomst bieden? Ook taken en functie van opleidingsleerkracht moeten beter omschreven worden. Deze leerkracht is niet alleen begeleider van de onderwijsassistent, maar coördineert ook de stages op de school en is vraagbaak bij de professionele ontwikkeling van collega's. Vragen over nascholing moeten in de toekomst gesteld worden aan de opleider in de school. OBS Tuindorp hoopt op voortzetting van dit project. Het biedt studenten de mogelijkheid om op een praktische manier opgeleid te worden tot groepsleerkracht. Nanko Wierenga, directeur obs Tuindorp tioneren regelmatig door mijn opleidingsleerkracht onder de loep genomen. Met haar tips en met mijn leervragen til ik mezelf elke keer naar een hoger niveau. Hierdoor hoop ik niet alleen volgend jaar klaar te zijn met mijn studie, maar op dat moment ook als volwaardige leerkracht te kunnen starten. Een leerkracht die doelen kan stellen voor
zowel zichzelf als de leerlingen, met een kritisch blik, iemand die weet wat er in de praktijk speelt en hoe de organisatie in elkaar steekt. Kortom een leerkracht die volwaardig mee kan tellen binnen een schoolorganisatie. Heidi Gennissen Leerkracht In Opleiding obs Tuindorp
9
Opleidingsleerkracht worden, is de moeite waard. En dat doen we door aan de slag te gaan, theorie onmiddellijk te verbinden met de eigen situatie van de deelnemers. Steeds opnieuw de vraag: gaat dat ook werken in jouw situatie en wat is jouw aandeel dan; wat ga jij inzetten om het te laten slagen? Wat zijn jouw sterke kanten, wat maakt dat jij succesvol kunt zijn? Men werkt met elkaar in diverse samenstellingen , probeert een nieuwe manier van probleem oplossen onder de knie te krijgen, door geconcentreerd te oefenen en tegen eigen belemmeringen aan te lopen. Soms is dat frustrerend, maar wel heel verhelderend en aanzettend tot vernieuwend leren. En opeens komt dan dat gevoel van “ik kan het”.
Valt er nog iets te leren, iets toe te voegen aan mijn professionaliteit? Twintig opleidingsleerkrachten gaan in het project ‘Opleiden in school’ op zoek naar de beantwoording van bovenstaande vraag! Is het echt wel de moeite waard, krijg ik nieuw gedachtegoed aan gedragen, waar ik zelf op door kan denken? Welke competenties moet ik aan mijn repertoire toevoegen of misschien wel verdiepen, verbreden om nieuwe collega’s te begeleiden in het verwerven van het vak? Zijn er ook andere vormen van leren, dan wat we al gewend zijn in dergelijke trajecten? Mogen de verschillen tussen ons als collega’s ook zichtbaar worden? En hoe gaat dat nou met die kennelijke broodnodige reflectie op eigen handelen? En het blijft toch niet alleen bij de theorie, het krijgt toch wel handen en voeten in mijn praktijk? En wordt ik nou opnieuw gebakken of door een patatsnijder gehaald, of kan ik zelf besluiten nemen over hoe ik die nieuwe rol wil en kan uitvoeren in mijn school? Allemaal vragen en verwachtingen bij de start van een dergelijk traject. En terechte vragen naar ons idee. Het gaat tenslotte over je eigen leren, je eigen ontwikkeling. En daar wil je natuurlijk wel zelf eigenaar van blijven.
10
Wij, Anita Burlet en Trieneke van Manen, senior adviseur/trainer bij het managementcentrum van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) horen die vragen en verwachtingen graag. Het geeft ons de kans om het opleidingsconcept waarin we geloven toe te passen, op maat te snijden en de lol te hebben van het individuele resultaat dat mensen zelf behalen. Wij gaan op vleugels naar huis als de deelnemers aan zo’n traject hun leren inderdaad in eigen hand heb-
ben genomen en gehouden en wij daar voorwaardenscheppend een bijdrage aan hebben geleverd. “Alles wat de menselijke geest zich kan voorstellen en kan geloven, kan hij bereiken.“ Napoleon Hill Kenmerken van ons werken zijn : • maatwerk • professionele ontwikkeling met respect voor de bagage die ieder al heeft • verantwoordelijkheid nemen voor het eigen leren • leren van en met elkaar • training on the job: gewoon doen, toepassen en het je eigen maken • actieonderzoek • reflectie op eigen handelen: met compassie en kritisch kijken naar jezelf in actie • organiseren van denkwerk binnen een lerende organisatie • intervisie • feedback • taalgebruik wat past bij de praktijk van de deelnemers en praktisch en direct is • werkvormen, die om actie en reflectie vragen
Vaak zijn dan opmerkingen als hieronder te horen: “doe ik het weer” “het werkt, ik kreeg het voor elkaar” “zoals jij dat doet, dat wil ik ook leren” “mijn eigen stukje hé, zit ik mezelf weer in de weg” “is dat nou mijn allergie of jouw valkuil” “poeh, stevig programma hoor, maar de tijd is omgevlogen en ik heb veel geleerd” “ik durfde meer dan ik gedacht had en dat komt door de prettige en veilige sfeer.” “De truc om mensen te ontwikkelen is hen te betrappen op momenten dat ze iets goed doen” Ken Blanchard en Spencer Johnson Je rol en je plek veroveren. Op een nieuwe plek in de organisatie je werk gaan doen gaat niet vanzelf. De school als organisatie stelt vragen en eisen aan deze nieuwe roluitvoering en biedt tegelijkertijd ook hulp, ondersteuning en faciliteiten aan om het werk mogelijk te maken. En de collega’s doen hetzelfde. Maar de verwachtingen van al deze spelers in het veld zijn vast niet
hetzelfde. Hoe onderzoek je dat, wat betekent het voor jou? Daarnaast probeert de ‘nieuwkomer’ zelf de school als organisatie te beïnvloeden om plezier te krijgen en te houden in deze nieuwe klus en om de eigen ideeën over doelen en resultaten van dat werk in praktijk te brengen. Je competent voelen en weten dus. Natuurlijk begint dat proces al voordat men daadwerkelijk aan de slag gaat. Het start bij de eerste informatie over het project ‘Opleiden in de school’ en de keuzes, die men dan als persoon maakt. En of het proces echt ooit ophoudt is zeer de vraag. Steeds opnieuw zullen er vragen en eisen van beide zijden zijn rondom het werk en de wijze waarop dat werk zo goed mogelijk bijdraagt aan zowel de doelen van de school als ook de doelen van de persoon, die de taak uitvoert. In een door ons begeleid traject ga
je daadwerkelijk, bewust op onderzoek uit! Eerst bij jezelf en dan in gesprek met de spelers in het veld. En je leert vooral ook van hoe anderen dat nou aanpakken. Waarom doen ze dat zo en wat is het succes? Zo leren werkt heel aanstekelijk, blijkt iedere keer weer. Soms bijna vanzelf, maar soms ook lastig. Het herkennen van je eigen blinde vlek, jouw vanzelfsprekende manier van doen. Ook al is deze niet succesvol, die eigen manier van kijken. Het kan jou behoorlijk in de weg zitten en het is zo spannend om dat te onderzoeken en op een andere manier te gaan doen. Je handelingsrepertoire zo uit te breiden en te merken dat je effectiever wordt, niet alleen in de nieuwe rol, maar ook je oorspronkelijke werk. De moeite waard is het zeker en plezierig ook. Je leert als persoon, maar zeker zo belangrijk je leert ook als groep. Je gaat samen dat proces aan
en dat maakt dat zo’n groep elkaar ook later weet te vinden, elkaar kan steunen en kan vieren. Trieneke van Manen senior adviseur managementcentrum AVS
HOE VERDER? In het najaar van 2003 heeft de Minister van Onderwijs op hoofdlijnen haar plannen met betrekking tot Opleiden in school bekend gemaakt. Opleiden in School heeft een hoge prioriteit, vooral omdat over enkele jaren een nog veel groter lerarentekort wordt verwacht. Als vervolg op het huidige project wordt toegewerkt naar een opleidingsfunctie bij ieder schoolbestuur en geaccrediteerde opleidingsscholen. Dat zijn basisscholen die aan vastgestelde criteria voldoen en als opleidingsschool mogen fungeren. Deze scholen krijgen een rol bij de beoordeling van nieuwe leerkrachten, waarvoor zij een vergoeding ontvangen uit een opleidingsfonds. De SPO Utrecht heeft de opleidingsfunctie op bovenschools niveau grotendeels al gerealiseerd. Op niveau van de basisscholen zijn de voorwaarden geschapen om in de komende periode: - rond het werkplekleren van studenten veel te ontwikkelen in de
afstemming tussen basisschool en Theo Thijssen Academie; heel concreet zullen opleidingsleerkrachten en studiebegeleiders kunnen bepalen wat de student op de basisschool leert en wat op de opleiding, wie wat beoordeeld en hoe de student afstudeert; - ervaringen op te doen rond de eisen waaraan een basisschool moet voldoen om een goede opleidingsschool te zijn (de accreditering); - ervaringen op te doen met een realistische financiering uit het toekomstige opleidingsfonds; voorwaarde is wel dat er een overbruggingssubsidie komt voor de periode afloop huidige project Opleiden in school en start werken met opleidingsscholen. De helft van de SPO scholen beschikt vanaf 2004 over een geschoolde opleidingsleerkracht. Deze coacht en begeleidt studenten, leerkrachten in opleiding, zijinstromers, startende leerkrachten, reïntegrerende leerkrachten en
leerkrachten met een begeleidingsvraag. Opleidingsleerkrachten zullen zich blijven professionaliseren, bovenschools wordt uitgekeken naar iemand die coacht en coördineert. Voor de scholen zonder opleidingsleerkracht, vaak de kleinere scholen, wordt nagedacht of het wenselijk en mogelijk is om een gezamenlijke opleidingsleerkracht te benoemen. Wanneer opnieuw sprake zal zijn van een nijpend lerarentekort, moeten alle scholen in staat zijn om zijinstromers en leraren in opleiding op en verantwoorde manier intern te begeleiden en in te zetten. Voor die tijd moet de afstemming tussen de Theo Thijssen Academie en de basisschool tot afronding gekomen zijn.
11
12