Panorama Expertmeeting 30 september 2015 “Als het niet bloedt, dan geneest het niet”
Zorg en technologie kunnen elkaar versterken, maar de combinatie zorgt ook voor spanning. Want gaat de computer de dokter vervangen? Welke rol blijft er voor ziekenhuizen als patiënten massaal met zelfhulp-apps aan de slag gaan? Wanneer komt de Uber van de zorg? Deze en andere vragen riepen een pittige discussie op tijdens het eerste Panorama Expertmeeting over zorg & technologie. Innovatie en disruptie zijn niet pijnloos, zoals een deelnemer het kernachtig samenvatte: “Als het niet bloedt, dan geneest het niet.”
Drie jaar geleden startte MSD Nederland samen met de Blommestein Groep de debatserie Panorama van de Zorg. In een aantal kleinschalige debatten en een afsluitend congres wordt op strategisch niveau een vraagstuk in de gezondheidszorg uitgediept. Tijdens deze derde editie is dat zorg & technologie: hoe beide zich tot elkaar verhouden en elkaar kunnen versterken voor meer kwaliteit en doelmatigheid in de zorg. “Wij vinden het belangrijk om trends te volgen en te verkennen, samen met bestuurders uit de cure en experts van buiten. We kijken bij de toepassing van medicatie graag naar het hele zorgproces, vandaar deze brede insteek,” zegt Einte Elsinga, associate director Health Insurance & Policy bij MSD Nederland, in zijn welkomstwoord.
Acceleren van zorginnovaties Maarten den Braber, digital health strategist bij Rockstart, doet de aftrap van de discussie met een inleiding over digitale innovatie in de zorg. Hij vertelt over zijn achtergrond in en met de zorg, zo deed hij onderzoek naar de waarde van businessmodellen voor ziekenhuizen. Bij Rockstart is hij eindverantwoordelijk voor het digital health programma. Rockstart ondersteunt bedrijven tijdens hun eerste fase: het zoekt naar levensvatbare ideeën voor een succesvolle business in de gezondheidszorg en ondersteunt de initiatiefnemers om binnen zes maanden een werkend product te realiseren. Het beschikt over een fonds om in deze ondernemingen te investeren en een breed netwerk van mentoren, specialisten die de ondernemers helpen bij het realiseren van hun business. De nadruk ligt op ondernemen, zegt hij: “Er zijn talloze zolderkamerideeën, wij zoeken teams die echt willen ondernemen.” Dit zal tijdens de discussie vaker ter sprake komen: met een goed idee alleen ben je er niet. Het gaat erom dat je een product of dienst maakt dat voldoende wordt gebruikt om levensvatbaar te zijn en dat wordt onderhouden. Dat vraagt veel van de ondernemers achter de zorginnovatie. Zoals Den Braber het zegt: “We zoeken ondernemers die pijn in hun buik krijgen als het niet lukt.” “Er zijn genoeg goede zolderkamerideeën, wij zoeken naar teams die echt willen ondernemen. Die pijn in hun buik krijgen als het niet lukt.” Maarten den Braber, digital health strategist bij Rockstart
Panorama Expertmeeting – 30 september 2015
Den Braber schetst een aantal innovaties in de zorg die al realiteit zijn of kunnen worden. Wat opvalt is dat de innovaties bijna allemaal van buiten de zorg komen. Zoals een ANWB die eerste hulp verleent en met een 3D-printer in de achterklep ter plekke een cast maakt voor laagcomplexe botbreuken, zodat de patiënt niet meer naar het ziekenhuis hoeft om het te laten gipsen. “De ANWB heeft een enorm netwerk, het kan zo maar gebeuren dat zij dit als kans zien.” Een ander voorbeeld dat al realiteit is: de laboratoriumtests van Theranos, die partnert met Wallgreens en deze tests in de winkels van deze drogisterijketen aanbiedt. “De essentie van deze ontwikkelingen is dat deze organisaties beschikken over een goede reputatie en een groot aanbodkanaal, dat ze ook voor zorg kunnen gebruiken.” “Grote bedrijven als IBM, Apple en Google investeren miljarden in health. Dat doen ze niet zomaar, de grote ontwikkelingen zullen uit die hoek komen,” voorspelt Bert-Arjan Millenaar, managing partner van NLC, een co-founden Healthtech Ventures samen met uitvinders, in beginnende zorginnovaties. Den Braber noemt als voorbeeld de Apple research kit, een platform waarop onderzoekers apps kunnen bouwen om mensen met een specifieke aandoening vanaf hun smartphone te laten meedoen aan medisch onderzoek. “Op die manier krijg je doorlopend informatie van een grote groep patiënten, veel meer dan je kunt verzamelen in een traditioneel onderzoek.”
Panorama mind map Welke mogelijkheden zien de aanwezigen in co-creatie voor innovatie in de zorg? Die vraag staat centraal tijdens dit onderdeel van het debat. Pit Janssen, apotheker en ontwikkelaar van MedApp, opent de discussie en vertelt over deze app, die moet uitgroeien tot een platform over medicatie. Janssen wil de farmacie moderner maken, zegt hij, daarom startte hij met een groepje bevriende ontwikkelaars MedApp. Hij wil zichzelf echter nog geen ondernemer noemen: “Dat kan pas als de app succesvol is. Tot die tijd ben ik een wantepreneur.” Hij noemt het bouwen van software een goede manier om te innoveren, “omdat je met weinig geld heel veel kunt maken”. Welke toekomst zien de aanwezigen in dit soort innovaties? Ben Crul, senior medisch adviseur bij Zilveren Kruis, zegt “heel veel kansen” te horen, maar wijst erop dat veel innovaties zich richten op een bepaalde aandoening of een bepaald proces binnen de zorg. “Dat is nog weinig patiëntgericht, want de patiënt heeft vaak te maken met meerdere aandoeningen en processen.” Millenaar wijst erop dat de computerkracht heel snel groeit en stelt de prikkelende vraag of de computer de dokter overbodig zal maken. Het maken van een goede diagnose heeft immers alles te maken met het verwerken van informatie en dat kunnen computers beter dan mensen. “Maar die computer neemt niet het persoonlijke aspect mee,” reageert Crul. “Dat doet de computer wel en misschien wel beter dan een mens,” antwoordt Den Braber. Hij noemt het voorbeeld van een patiënt die al anderhalf jaar lang met diverse klachten bij diverse specialisten kwam, totdat men erachter kwam dat deze vrouw te maken had met huiselijk geweld. Met die kennis is men de data van duizend patiënten in het ziekenhuis gaan onderzoeken en kwam men erachter dat in 86 van de gevallen de kans groot was dat het ook daar ging om huiselijk geweld. “Dat had geen dokter er zelf uitgehaald.”
Panorama Expertmeeting – 30 september 2015
Nicky Hekster, technical leader Healthcare & Lifesciences en Watsonambassadeur van IBM Benelux, vult aan dat Watson dit soort analyses doet voor diverse soorten kanker. “We hebben Watson getraind met de input van experts. Mensen blijven dus nodig.” Hij denkt niet dat de computer de dokter zal vervangen, maar ziet een toekomst waarin de computer de dokter ondersteunt in het stellen van de juiste diagnose of het maken van het meest geschikte behandelplan.
“De computer zal de dokter niet vervangen, maar ondersteunen bij het stellen van de juiste diagnose of maken van het meest geschikte behandelplan.” Nicky Hekster, technical leader Healthcare & Lifesciences en Watsonambassadeur, IBM Benelux
Marlies Schijven, chirurg en hoogleraar Simulation, Serious Gaming & Applied Mobile Health, AMC, kaart een belangrijk aspect aan dat tot nu in de discussie wordt vergeten: “Je kunt hele mooie innovaties ontwikkelen, maar je moet ook het vertrouwen van de beroepsgroep winnen. Anders worden deze innovaties niet voldoende gebruikt.” Zij pleit voor het veel beter kijken naar waar bepaalde technologische innovatie het beste past binnen de zorg, met de rol van de arts en de patiënt daarin meegenomen. Piet-Hein Buiting, voorzitter raad van bestuur Jeroen Bosch Ziekenhuis, pleit ook voor het zwaarder wegen van het patiëntperspectief: “Ik geloof zeker dat technologie dokters gaat helpen met kennismanagement. Het is echter de vraag in hoeverre de patiënt met innovaties geholpen is. Vergeet bijvoorbeeld niet dat meer dan 10% van de Nederlanders effectief analfabeet is. En die zijn nog eens oververtegenwoordigd in de patiëntengroepen van de ziekenhuizen.” Den Braber geeft een voorbeeld van de diabeteszorg vanuit het AMC: patiënten communiceren daar nu met de computer, in hun eigen taal. Ze begrijpen er nu meer van dan voorheen, “hier heeft het inzetten van een computer dus een voordeel juist voor mensen die het Nederlands niet goed beheersen”.
Tijdens de discussie wordt veel gesproken over de belofte van big data. Den Braber noemde al de Apple research kit, waarmee onderzoekers veel meer data over aandoeningen kunnen verzamelen dan in regulier onderzoek. Jan Vos van Marken, directeur Utrecht Holdings (UMCU en Universiteit Utrecht): “De big data boom begint nu pas. Ik ben er heilig van overtuigd dat big data heel veel geheimen gaat prijsgeven, omdat we meer, beter en continu kunnen gaan meten.” Hij wijst tegelijkertijd op het grote tekort aan mensen die goed data kunnen analyseren, wat waarschijnlijk remmend gaat werken op het echt benutten van de mogelijkheden van big data. De analyse van big data gaat helpen bij de diagnose, daarover zijn de aanwezigen het eens. Maar gaat het ook helpen bij een betere behandeling? Diverse aanwezigen wijzen erop dat het onderscheid tussen diagnose en behandeling zal verdwijnen, door de inzet van big data. Van Marken: “We gaan naar vergaand gepersonaliseerde diagnose en daarmee behandeling.” Den Braber wijst op de ontwikkeling in 3D-printing, waarmee gepersonaliseerde medicijnen zijn te maken: “Daarmee schuiven diagnose en behandeling in elkaar.” Panorama Expertmeeting – 30 september 2015
“De Uber die de zorg gaat opschudden komt er zeker. De vraag aan ons is wat we ermee doen.” Piet-Hein Buiting, voorzitter raad van bestuur Jeroen Bosch Ziekenhuis
Van Marken wijst op het grote belang van data-analyse (en het tekort aan mensen die dit kunnen), Schijven waarschuwt ervoor de resultaten van big data analyse lukraak te vertalen naar de zorg: “Meer data is niet per se beter. Significantie is iets anders dan klinische relevantie.” Big data analyse zal veel gaan betekenen voor de zorg, in zoverre is men het eens, maar het moet wel heel zorgvuldig worden gedaan. Buiting: “Ik proef in deze discussie een onnodige tegenstelling tussen technologie en zorg, tussen computer en dokter. Die tegenstelling is er volgens mij niet. De arts zal meegroeien met de mogelijkheden van de computer en deze gebruiken om zijn werk beter te doen.” Zijn optimisme wordt echter niet door iedereen aan tafel gedeeld. Den Braber: “Ik zie heel veel weerstand in de zorgsector. Dat begint al bij de opleidingen. Daar is nauwelijks aandacht voor technologie.” Hekster is het met hem eens: “Er hoort toch minstens een minor big data in de medische opleidingen. Er komt nu een generatie in de collegebanken die is opgegroeid met ICT en die daar niets van terugziet in de opleiding.”
Ook Eric Rikkert, directeur SJG Weert, ziet de weerbarstigheid van de dagelijkse praktijk: “Onze artsen zijn steeds meer tijd kwijt aan administratie, als we e-health willen inzetten dan zitten privacyregels ons in de weg en door het systeem van financiering komen innovaties die ons geld besparen nauwelijks van de grond.” Wie moet dit openbreken? Den Braber wijst op de rol die ziekenhuisbestuurders kunnen spelen, Crul zegt dat de verzekeraars initiatieven uit de zorgsector willen ondersteunen die ervoor zorgen dat behandelingen effectiever worden. Crul: “Wij willen toe naar personalised medicine, want dat is beter voor de patiënt en uiteindelijk ook goedkoper.” Hij wijst er echter ook op dat verzekeraars vaak door het bos de bomen niet meer zien, omdat er zo ontzettend veel apps en andere innovaties zijn. Daar hebben patiënten ook last van, zegt Heleen Post, programmamanager Kwaliteit van Zorg bij NPCF: “Wij willen de patiënt betrouwbare informatie geven en hebben daar verschillende initiatieven voor, maar het blijft ingewikkeld.” Er is een brede samenwerking nodig om het kaf van het koren te scheiden, bepleiten diverse aanwezigen. Samenwerking met één farmaceutische partij ligt soms gevoelig, maar samenwerking met de hele branche biedt dan vaak wel mogelijkheden, zegt Elsinga. Ook ziekenhuizen kunnen zo’n keurmerk afgeven, stelt Den Braber, “al zijn er in Nederland weinig partijen die hier groot genoeg voor zijn. Het is misschien een goed idee als er een participatiefonds komt waarin alle ziekenhuizen meedoen”. “Voor ons geldt het mantra man-plan-poen. Je hebt alledrie nodig voor succesvolle innovatie.” Jan Vos van Marken, directeur Utrecht Holdings (UMCU en Universiteit Utrecht)
Panorama Expertmeeting – 30 september 2015
Den Braber, Millenaar en Van Marken stellen dat zorginnovaties vragen om ondernemers, die er vol voor gaan om hun product succesvol te krijgen en te houden. Volgens hen is ondernemerschap onontbeerlijk voor succesvolle innovatie. Post noemt als voorbeeld een app die is ontwikkeld door de Nierstichting: “Dat zijn geen ondernemers, maar het is wel een mooie app.” Het oordeel van Den Braber is hard: “Die app is ten dode opgeschreven. Want het wordt als een project weggezet. Men denkt dat men nu klaar is, maar het begint pas. Je zult moeten blijven ontwikkelen en gebruikers moeten blijven vinden.” Van Marken: “Er zijn helaas veel innovaties die alleen maar bestaan, waar verder niets mee gebeurt. Wij werken met het mantra man-plan-poen. Het gaat om het plan en de kwaliteit van de mensen die het gaan doen, de ondernemers. Er moet een businessmodel zijn. In de zorg is dat businessmodeldenken afwezig. Er is nooit een aanleiding voor geweest, er is geen druk om het anders te doen.” Er komt echter een moment dat die druk er wel is, zeggen een aantal aanwezigen. Buiting: “De Uber die de zorg gaat opschudden komt er zeker. De vraag aan ons is wat we ermee doen en hoe we ons sterker positioneren op échte tweede lijns zorg.”
Samen ontwikkelen heeft de toekomst Voor zijn inleiding rijdt Van Marken een apparaat naar binnen: een vasculuminator. Het is een prikassistent om aderen beter te vinden, belangrijk voor het prikken van mensen met een donkere huidskleur. De ontwikkeling duurde zeven jaar, ook al is het een vrij eenvoudig te produceren apparaat, zegt Van Marken. Zeventig stuks zijn er inmiddels van verkocht, met 500 verkochten exemplaren “zijn we uit de kosten”. Maar de verkoop vlot niet. Waarom? “We boden ze zelfs gratis aan, maar de prikassistenten gebruiken het niet. Omdat ze, als ze dat wel doen, moeten erkennen dat ze niet goed kunnen prikken.” Van Marken heeft een inleiding voorbereid over de discrepantie tussen de kennis die wordt gegenereerd en de kennis die nodig is in de zorg, maar hij gooit het over een andere boeg om voort te gaan op het debat van deze avond. In de discussie over de vasculuminator worden nog een aantal zaken besproken, bijvoorbeeld of de doelgroep wel goed gekozen is (niet de prikassistenten, maar de ouders van kinderen die nu stelselmatig misgeprikt worden), en komt het al snel op een cruciaal element in het slagen van innovaties: gedragsverandering. Met daaraan gekoppeld: belangen.
“Als we als zorgsector willen overleven, dan moeten we innoveren. Daar moeten we niet te lang meer mee wachten.” Eric Rikkert, directeur SJG Weert
“We zullen de benodigde gedragsverandering veel eerder in overweging moeten meenemen, anders wordt de Valley of Death waarin innovaties sneuvelen wel heel diep en lang,” zegt Van Marken. Den Braber stelt “inertie” te zien in de zorg, waardoor veelbelovende innovaties niet van de grond komen. Dat gaat Buiting te ver: “We worden Panorama Expertmeeting – 30 september 2015
heus niet betaald om onzin uit te voeren. Maar er zit tijd tussen het moment dat een innovatie klaar is voor gebruik en het moment dat het daadwerkelijk ingevoerd is en ander werk kan vervangen. Die aanpassingstijd heeft de zorg nodig, net als elke branche.” Rikkert geeft de aanwezigen mee dat hij voordat hij ziekenhuisbestuurder werd actief was in de grafische industrie. Bij een groot concern, dat nu heel klein is omdat het niet op tijd inspeelde op de vele kansen en bedreigingen in de markt. “Wij dachten dat tijdschriften en boeken nog heel lang op papier zouden bestaan. We veranderden niet snel genoeg. Dat kan de zorgsector ook overkomen. Laten we niet te lang wachten, als we willen overleven dan zullen we moeten innoveren.” Hij stelt ook dat bij innovatie lang niet altijd sprake is van win-win en dat heel veel mensen niet willen veranderen: “Ze zien het niet en ze willen niet. En toch zullen we hen mee moeten krijgen.”
“Het is heel moeilijk om het zorgsysteem te veranderen, zeker als het bestaande posities aantast.” Pit Janssen, apotheker en ontwikkelaar MedApp
Buiting stelt dat er zeker “verbeterpotentieel” is in de zorg, maar dat de druk kennelijk niet hoog genoeg is om ingrijpend te veranderen. Hij stelt: “Je kunt ook niet verwachten dat het zorgsysteem van binnenuit disruptief gaat zijn. De echte disruptie komt van buiten.” Ligt er dan een rol voor verzekeraars en patiënten? “Realiseer je dat er een groot verschil is tussen premiebetalers en patiënten,” zegt Post. “Premiebetalers willen graag houdbare en betaalbare zorg, patiënten niet per se.” Consumenten kunnen wel meehelpen om innovaties van de grond te krijgen, “dat is de reden waarom wij bij onze investeringen altijd zoeken naar een business-to-consumer model. Ik denk echter dat de echte doorzettingsmacht in de zorg van de verzekeraars moet komen,” zegt Den Braber. Die zullen echter geen premiegeld inzetten om innovatie te stimuleren, antwoordt Crul, want dat is wettelijk niet toegestaan. Innovatie kan voor doorbraken zorgen als deze samen wordt ontwikkeld, zo is een conclusie. Samen met verzekeraars, zorgaanbieders, de farmaceutische branche als geheel, innovators van buitenaf…. “In een zakelijk traject van bouwen, toetsen, bijstellen, in de praktijk testen met patiënten en medici,” zegt Elsinga. “Laten we ophouden met vechten, maar de dilemma’s op tafel leggen en samen aan de slag gaan,” zegt Crul. Dit vraagt ook om zorgbestuurders die meer leiderschap vertonen als het gaat om innovatie, vult Den Braber aan: “Ik hoor te vaak ‘als het goed is, dan komt het er wel’. Ik zou graag willen dat bestuurders zeggen: ‘als het goed is, dan komt het er morgen’.”
Tot slot “Als het goed is, dan komt het er wel, hoorde ik zeggen. Maar wat is goed en voor wie? Wie bepaalt dat?” vraagt debatleider Wouter Haasloop Werner, oprichter F/ACT Management, bij de afsluiting van dit debat. Hij vraagt de deelnemers wat zij als belangrijkste inzicht meenemen. “Dat je het samen moet doen, met patiënten, artsen en
Panorama Expertmeeting – 30 september 2015
creators van innovatie,” zegt Post. Buiting: “De ontwikkelingen gaan altijd sneller dan je denkt. De grootste vraag voor ons als ziekenhuizen vind ik nu: er zijn zoveel innovaties, met welke moet ik aan de slag gaan?” Het debat was levendig en soms zelfs pittig, de kloof tussen het zorgsysteem en de innovatoren was af en toe duidelijk zichtbaar, zeggen Van Marken en Millenaar. Dat hoort bij verandering, concludeert Schijven: “Als het niet bloedt, dan geneest het niet.” “Als het niet bloedt, dan geneest het niet” Marlies Schijven, chirurg en hoogleraar Serious Gaming, Simulation en advanced Mobile Healthcare, UvA-AMC Rikkert stelt “grote kansen te zien om de zorg te verbeteren. Het is fijn als meer mensen dat zien.” Hij ziet zeker de urgentie om te innoveren: “Als we te lang wachten, dan overleven we dit niet als sector.” Petra Willems, Area Director bij MSD Nederland, heeft vooral geluisterd naar de discussie: “Als je innovatie heel groot wilt denken, dan heb je een gezamenlijke aanpak nodig en vertrouwen daarin, van alle partners. Daar staan wij als MSD zeker voor open.” Crul grijpt de kans aan om de rol van de verzekeraars nog eens te verduidelijken: “Wij zijn niet zo machtig als we lijken, ook wij zijn gebonden aan regels en belangen. Ik denk dat het helpt als we bij een innovatie de patiënt erbij bedenken, iemand die ons dierbaar is. Als we die leidend maken, dan kom je heel ver en verdwijnt gedoe. En degenen die dan nog steeds moeilijk doen, die schoppen we er gewoon uit.” Elsinga sluit het debat af met een vergelijking met een voetbalwedstrijd. “We speelden vanavond fel en dicht op de bal. Met twee teams: de zorg en de innovatoren. In de tweede helft ontstond verbinding en hadden we het over hoe we innovaties verder krijgen. Er is nog heel veel te doen, zoveel is duidelijk. We zijn nog lang niet uitgespeeld en dat is goed voor de komende bijeenkomsten in het Panorama van de Zorg.”
“We speelden vanavond fel en dicht op de bal. We zijn nog lang niet klaar.” Einte Elsinga, associate director Health Insurance & Policy bij MSD Nederland
Panorama Expertmeeting – 30 september 2015