ENQUÊTE: toetsing op maat Bezoekers van de website van de PO-Raad konden hun mening geven over toetsing op maat. Tussen 22 januari en 6 februari 2013 hebben 201 mensen de enquête volledig ingevuld. De ruime meerderheid van de respondenten (meer dan 80%) is werkzaam in het primair onderwijs (zie tabel 1). Tien procent van de respondenten betreft, schoolbestuurders (zie tabel 2). Ongeveer de helft van de respondenten is werkzaam in een school (schoolleider en leraar). De grootste groep respondenten geeft aan een andere functie te hebben. Deze groep betreft ouders, intern begeleiders, beleidsmedewerkers, adviseurs, onderzoekers en anderen. Sector Basisonderwijs Speciaal basisonderwijs (Voortgezet) speciaal onderwijs Voortgezet onderwijs Andere onderwijssector Andere sector (buiten het onderwijs) TOTAAL Tabel 1
Aantal 160 14 10
Percentage 80% 7% 5%
16 17 25
8% 8% 12%
242
100%
Functie Lid raad van toezicht Schoolbestuurder Schoolleider Leraar Ondersteunend personeel Anders TOTAAL Tabel 2
Aantal 7 21 54 46 7 66 201
Percentage 3% 10% 27% 24% 3% 33% 100%
Hieronder worden op basis van deze respons de resultaten van de vragenlijst gepresenteerd. Aangezien de enquête door iedere bezoeker kon worden ingevuld, gaat het niet om een representatieve steekproef. Toetsing op maat! De enquête laat zien dat een meerderheid van de respondenten voorstander is van toetsing op maat. 56% vindt het wenselijk dat Cito de eindtoets op twee niveaus aanbiedt. De meerderheid van de respondenten (58%) is van mening dat leerlingen meer zelfvertrouwen en motivatie krijgen door ze een toets op maat aan te bieden. Verder geeft 42% van de respondenten aan dat ze vinden dat leerlingen met een leerachterstand net als andere leerlingen moeten kunnen laten zien wat ze kunnen door een eindtoets te maken. Bijna 80% van deze groep geeft aan dat de zogenaamde Eindtoets Niveau daarvoor het meest geschikt is. Uit de antwoorden op de eerste vraag blijkt dat 1/3 van de respondenten van mening is dat leerlingen in het geheel geen eindtoets zou moeten maken. Dit is waarschijnlijk het gevolg van oproepen die via sociale media, zoals Twitter, zijn verspreid om de vragenlijst in te vullen als je tegenstander van het afnemen van een eindtoets bent. Hoewel deze groep geen
meerderheid vormt in de uitkomsten, ontstaat hierdoor wel een vertekend beeld. De enquête was er immers niet op gericht om in kaart te brengen of er überhaupt een eindtoets zou moeten worden afgenomen, maar of er bij het afnemen van een eindtoets behoefte is aan toetsing op maat. We zullen de antwoorden van de tegenstanders van de eindtoets (in deze rapportage verder aangeduid als de groep ‘geen eindtoets’) daarom apart analyseren om te kijken hoe hun mening zich verhoudt tot de gehele groep respondenten (aangeduid als ‘totaal’) en tot de overige respondenten (aangeduid als ‘overig’). Deze laatste groep is overigens niet zonder meer voorstander van een eindtoets. VRAGENLIJST 1 Zouden leerlingen met een leerachterstand volgens u een eindtoets moeten maken? Zoals eerder opgemerkt is op basis van de antwoorden op deze vraag een splitsing gemaakt in de totale groep respondenten in de groepen ‘geen eindtoets’ en ‘overig’. Respondenten die bij deze vraag de antwoordcategorie ‘Geen van onze leerlingen zou een eindtoets moeten maken’ hebben gekozen, zijn ingedeeld in de groep ‘geen eindtoets’. Van de totale groep respondenten is 42% van mening dat leerlingen met een leerachterstand ook een eindtoets zouden moeten (zie tabel 3). Dit percentage stijgt naar ruim 60% als we alleen de groep ‘overig’ bekijken. Bij de antwoordcategorie ‘anders’ wordt onder andere aangegeven dat het al dan niet afnemen van een eindtoets afhankelijk is van de mate van achterstand van de leerling. Antwoord
Aantal
Percentage totaal
Percentage ‘overig’
42%
Percentage ‘geen eindtoets’ 0%
Ja, zij moeten net als andere leerlingen kunnen laten zien wat ze wel kunnen Nee, zij raken vooral gefrustreerd van dergelijke toetsen Nee, geen van onze leerlingen zou een eindtoets moeten maken Anders TOTAAL Tabel 3
85
33
16%
0%
24%
64
32%
100%
0%
19 201
9% 100%
0% 100%
14% 100%
62%
Als we de functie van de respondent in beschouwing nemen, zien we kleine verschillen tussen de groepen(zie tabel 4). Bij de meeste functiegroepen is het percentage respondenten dat vindt dat leerlingen met een leerachterstand een eindtoets moeten maken, het hoogst. Alleen bij de schoolleiders is de groep die van mening is dat geen van de leerlingen een toets zou moeten maken, het grootst. Als we kijken naar de respondenten die direct in een school werken (schoolleider en leraar) dan zegt een derde dat alle leerlingen moeten kunnen laten zien wat ze kunnen en evenveel respondenten zijn van mening dat geen van de leerlingen een eindtoets zou moeten maken.
Antwoord Ja, zij moeten net als andere leerlingen kunnen laten zien wat ze wel kunnen Nee, zij raken vooral gefrustreerd van dergelijke toetsen Nee, geen van onze leerlingen zou een eindtoets moeten maken Anders TOTAAL Tabel 4
Raad van toezicht 57%
Schoolbestuur
Schoolleider
Leraar
OnderOverig steunend
48%
31%
37%
86%
47%
0%
24%
24%
24%
0%
6%
43%
24%
37%
30%
14%
32%
0% 100%
5% 100%
7% 100%
9% 100%
0% 100%
15% 100%
2 Welke eindtoets zouden leerlingen met een leerachterstand volgens u moeten maken? Deze vraag is alleen voorgelegd aan de respondenten die van mening zijn dat leerlingen met een leerachterstand een eindtoets zouden moeten maken. Een grote meerderheid van hen vindt dat deze leerlingen een aangepaste toets zouden moeten krijgen (zie tabel 5). Antwoord De reguliere eindtoets, Eindtoets Basis De aangepaste eindtoets, Eindtoets Niveau Anders Weet niet TOTAAL Tabel 5
Aantal 15
Percentage 18%
66
78%
4 0 85
5% 0% 100%
3 Wat vindt u van het feit dat Cito de eindtoets op twee niveaus aanbiedt? De meerderheid van de respondenten (56%) vindt het wenselijk dat Cito de eindtoets op twee niveaus aanbiedt (zie tabel 6). Als we alleen de groep ‘overig’ bekijken, gaat het zelfs om bijna 70%. Overigens is ook nog ruim een kwart van de groep ‘geen eindtoets’ van mening dat het wenselijk is dat Cito de eindtoets op twee niveaus aanbiedt. Antwoord
Aantal
Percentage totaal
Wenselijk Onwenselijk TOTAAL Tabel 6
112 89 201
56% 44% 100%
Percentage ’geen eindtoets’ 27% 73% 100%
Percentage ’overig’ 69% 31% 100%
Als we bij deze vraag de functie van de respondent in beschouwing nemen, zien we dat bij alle groepen een meerderheid het wenselijk vindt dat Cito de eindtoets op twee niveaus aanbiedt (zie tabel 7). Antwoord Wenselijk Onwenselijk TOTAAL Tabel 7
Raad van toezicht 57% 43% 100%
Schoolbestuur
Schoolleider
Leraar
OnderOverig steunend
67% 33% 100%
57% 43% 100%
52% 48% 100%
71% 29% 100%
52% 48% 100%
De respondenten die toetsing op maat wenselijk vinden, noemen als voordeel vooral dat het maken van een toets op niveau meer zelfvertrouwen geeft (zie tabel 8). De tegenstanders van toetsing op maat, zien vooral de tweedeling als nadeel (zie tabel 9). Daarnaast hebben veel respondenten bij de antwoordcategorie ‘anders’ van deze vraag aangegeven dat ze sowieso tegen het afnemen van een eindtoets zijn. 3a Waarom vindt u dit vooral wenselijk? Antwoord Omdat ik daarmee iedere leerling op een eigen niveau kan toetsen Omdat de leerlingen met een leerachterstand de niveautoets met meer zelfvertrouwen kunnen maken Anders TOTAAL Tabel 8
Aantal 31
Percentage 28%
68
61%
13 112
12% 100%
3b Waarom vindt u dit vooral onwenselijk? Antwoord Omdat ik daarmee geen overzicht meer heb op de prestaties van de verschillende groepen leerlingen Omdat er daardoor een tweedeling tussen leerlingen ontstaat Anders TOTAAL Tabel 9
Aantal 5
Percentage 6%
48
54%
36 89
40% 100%
4 Cito stelt dat leerlingen meer zelfvertrouwen en motivatie krijgen door ze een toets op maat aan te bieden. Wat vindt u daarvan? De meerderheid van de respondenten is het eens met de stelling van Cito dat leerlingen meer zelfvertrouwen en motivatie krijgen door ze een toets op maat aan te bieden (zie tabel 10). Opvallend is dat een derde van de groep ‘geen eindtoets’ het ook eens is met deze stelling. De uitsplitsing naar de verschillende functiegroepen geeft geen afwijkend beeld. Een meerderheid van alle groepen is het eens met de stelling. Antwoord
Aantal
Percentage totaal
Mee eens Mee oneens Weet niet TOTAAL Tabel 10
116 67 18 201
58% 33% 9% 100%
Percentage ‘geen eindtoets’ 34% 56% 9% 100%
Percentage ’overig’ 69% 23% 9% 100%
5 Onderwijssocioloog Jaap Dronkers vindt dat toetsing op maat de segregatie versterkt en sociale ongelijkheid bevordert. Wat vindt u daarvan? Een meerderheid van de respondenten is het niet eens met Dronkers. Zij denken dat toetsing op maat de segregatie niet versterkt en ook de sociale ongelijkheid niet bevordert (zie tabel 11). Ook van de groep ‘geen eindtoets’ is een derde het oneens met Dronkers. Opvallend bij deze vraag is dat relatief veel respondenten (meer dan 10%) het antwoord ‘weet niet’ hebben gekozen. Antwoord
Aantal
Percentage totaal
Mee eens Mee oneens Weet niet TOTAAL Tabel 11
73 106 22 201
36% 53% 11% 100%
Percentage ’geen eindtoets’ 56% 34% 9% 100%
Percentage ’overig’ 27% 61% 12% 100%
Als we de functie van de respondent in beschouwing nemen, dan zien we bij bijna alle groepen dat een meerderheid het niet eens is met de stelling (zie tabel 12). Alleen bij de functiegroep leraren vormt deze groep geen meerderheid. Antwoord Mee eens Mee oneens Weet niet TOTAAL Tabel 12
Raad van toezicht 43% 57% 0% 100%
Schoolbestuur
Schoolleider
Leraar
OnderOverig steunend
24% 52% 24% 100%
37% 57% 6% 100%
43% 46% 11% 100%
29% 71% 0% 100%
35% 52% 14% 100%
6 Moet er volgens u ook een aparte eindtoets komen voor excellente leerlingen, die meer aankunnen dan de reguliere eindtoets? Twee derde van de respondenten is tegen een aparte eindtoets voor excellente leerlingen (zie tabel 13). Dit geldt voor alle groepen. Natuurlijk is dit percentage het grootst bij de groep ‘geen eindtoets’, maar ook een meerderheid van de overige respondenten is tegen een dergelijke toets. De uitsplitsing naar de verschillende functiegroepen geeft geen afwijkend beeld. Antwoord
Aantal
Percentage totaal
Ja Nee TOTAAL Tabel 13
66 135 201
33% 67% 100%
Percentage ’geen eindtoets’ 16% 84% 100%
Percentage ’overig’ 41% 59% 100%
7 Wat vindt u de belangrijkste functie van een eindtoets? De respondenten geven een gevarieerd antwoord op de vraag wat de belangrijkste functie van een eindtoets is (zie tabel 14). Het meeste bijval (33%) krijgt het antwoord dat de eindtoets een beeld geeft van de prestaties van een leerling. Een groot deel van de groep ‘geen eindtoets’ geeft bij de antwoordcategorie ‘anders’ aan dat de eindtoets geen functie heeft, maar ook van deze groep noemt ruim een kwart het beeld van de prestaties van een leerling als belangrijkste functie. De uitsplitsing naar de verschillende functiegroepen geeft geen afwijkend beeld. Antwoord
Aantal
Percentage totaal
Percentage ’overig’
33%
Percentage ’geen eindtoets’ 28%
Geeft een beeld van de prestaties van een leerling Geeft een onafhankelijk advies voor het best passende type voortgezet onderwijs Geeft een beeld van de opbrengsten op schoolniveau Anders TOTAAL Tabel 14
67 37
18%
8%
23%
31
15%
6%
20%
66 201
33% 100%
58% 100%
21% 100%
36%
8 Welke informatie zou volgens u het voortgezet onderwijs moeten gebruiken voor het plaatsen van leerlingen (naast de wensen en voorkeuren van ouders en leerlingen)? De meeste respondenten (44%) vinden dat het voortgezet onderwijs zowel van het schooladvies als de eindtoets gebruik moet maken, waarbij het schooladvies leidend moet zijn (zie tabel 15). De groep ‘geen eindtoets’ vindt in meerderheid dat het schooladvies voldoende moet zijn voor het voortgezet onderwijs en ook bij de andere respondenten scoort deze mogelijkheid ruim een kwart van de antwoorden. Bij de antwoordcategorie ‘anders’ wordt het leerlingvolgsysteem vaak als informatiebron voor het voortgezet onderwijs genoemd. De uitsplitsing naar de verschillende functiegroepen geeft geen afwijkend beeld. Antwoord
Aantal
Percentage totaal
Percentage óverig’
37%
Percentage ’geen eindtoets’ 61%
Het schooladvies van de basisschool Het advies op basis van de eindtoets Het schooladvies en het advies op basis van de eindtoets, waarbij het schooladvies leidend is Het schooladvies en het advies op basis van de eindtoets, waarbij de eindtoets leidend is Het schooladvies en het advies op basis van de eindtoets, waarbij het hoogste advies leidend is Het schooladvies en het advies op basis van de eindtoets, waarbij het laagste advies leidend is Anders TOTAAL Tabel 15
74 0
0%
0%
0%
89
44%
14%
58%
1
0%
0%
1%
7
3%
2%
4%
0
0%
0%
0%
30 183
15% 100%
23% 100%
11% 100%
26%
9 De eindtoets wordt naar verwachting verplaatst naar een later afnamemoment (mei/april in plaats van februari). Wat vindt u daarvan? Een ruime meerderheid van de respondenten is voorstander van de verplaatsing van de Citoeindtoets naar een later moment (zie tabel 16). De uitsplitsing naar de verschillende functiegroepen geeft geen afwijkend beeld. Antwoord
Aantal
Percentage totaal
Wenselijk Onwenselijk TOTAAL Tabel 16
143 58 201
71% 29% 100%
Percentage ’geen eindtoets’ 64% 36% 100%
Percentage ‘overig’ 74% 26% 100%
De voorstanders van de verplaatsing van de eindtoets vinden het vooral belangrijk dat de onderwijstijd voor de leerlingen in groep 8 maximaal benut wordt (zie tabel 17). De tegenstanders van verplaatsing vrezen met name dat de toelating tot het voortgezet onderwijs daarmee onder druk komt te staan (zie tabel 18). Bij de tegenstanders kiest een derde de antwoordmogelijkheid ‘anders’. Zij geven aan dat ze sowieso tegen een eindtoets zijn of dat verplaatsing van de eindtoets de leerlingen extra onder druk zet. 9a Waarom vindt u dit vooral wenselijk? Antwoord Omdat het schooladvies daardoor een centrale plek krijgt bij de toelating tot het voortgezet onderwijs Omdat daarmee de onderwijstijd maximaal wordt benut Omdat dan de meest actuele gegevens van een leerling kunnen worden overgedragen aan het voortgezet onderwijs Anders TOTAAL Tabel 17
Aantal 45
Percentage 31%
61
43%
15
10%
22 143
15% 100%
9b Waarom vindt u dit vooral onwenselijk? Antwoord Omdat het onafhankelijke advies daarmee aan waarde verliest Omdat de toelating tot het voortgezet onderwijs daardoor onder druk komt te staan Omdat het voor het voortgezet onderwijs organisatorisch lastig zal zijn Anders TOTAAL Tabel 18
Aantal 15
Percentage 26%
20
34%
3
5%
20 58
34% 100%
10 Wat vindt u van het voornemen in het wetsvoorstel Toetsing in het PO om een centrale uniforme eindtoets voor het primair onderwijs (al dan niet op verschillende niveaus) in te voeren? Hoewel het onderzoek niet was gericht op de invoering van een centrale uniforme eindtoets hebben we hierover wel een vraag gesteld. Zoals eerder gemeld heeft juist deze vraag waarschijnlijk veel tegenstanders van het afnemen van een eindtoets gedreven tot het invullen van de vragenlijst. Feit is dat, ook als de totale groep respondenten gesplitst wordt in twee groepen, de respondenten behoorlijk verdeeld zijn over de invoering van een centrale
eindtoets en een aanzienlijk aantal respondenten zich nog geen mening heeft gevormd (antwoordcategorie ’weet niet’; zie tabel 19) . Toch zeg slechts een kwart van de totale groep respondenten dat de invoering van een centrale eindtoets onacceptabel is. Als we alleen de groep ‘overig’ bekijken, , vindt 12% van de respondenten de invoering van een centrale eindtoets onacceptabel. Het grootste deel van deze groep (36%) vindt invoering van een centrale eindtoets acceptabel en bijna een kwart vindt een centrale eindtoets wenselijk. De uitsplitsing naar de verschillende functiegroepen geeft geen afwijkend beeld. Antwoord
Aantal
Percentage totaal
Wenselijk Acceptabel Onverstandig Onacceptabel Weet niet TOTAAL Tabel 19
33 48 42 50 28 201
16% 24% 21% 25% 14% 100%
Percentage ’geen eindtoets’ 2% 6% 23% 53% 16% 100%
Percentage ’overig’ 23% 36% 16% 12% 13% 100%
De respondenten die een centrale eindtoets wenselijk vinden, noemen in de toelichting vooral voordelen als een uniform beeld van de leerlingen, vergelijkbaarheid en betrouwbaarheid. De respondenten die een centrale eindtoets acceptabel vinden, noemen de uniformiteit en efficiëntie van een centrale toets maar ze zien ook gevaren zoals: ‘teaching to the test’, het afnemen van de keuzevrijheid van scholen en de monopoliepositie van de toetsmaker. De respondenten die een centrale eindtoets onverstandig vinden, noemen het afnemen van de keuzevrijheid van scholen, de toenemende toetstrend in het onderwijs, de afhankelijkheid van één toets en de machtpositie van de toetsmaker als nadelen van een centrale toets. Verder vindt een deel van deze respondenten een eindtoets niet nodig, omdat de school gebruik kan maken van het leerlingvolgsysteem. De respondenten die een centrale eindtoets onacceptabel vinden, noemen verschillende argumenten. De belangrijkste zijn: - Er zijn betere toetsen - Eindtoets krijgt te veel waarde, ondermijnt deskundigheid leerkracht - Leerlingvolgsysteem is betrouwbaarder - Toetsen maakt de leerling niet beter - Toetsmaker krijgt te grote invloed - Afname keuzevrijheid van scholen (grondrecht) - Werkt toetsfraude in de hand - Bevordert segregatie - Te grote druk op de leerling. Een respondent die geen mening heeft gegeven over de centrale eindtoets geeft aan dat er eerst duidelijkheid moet komen over de functie van de eindtoets: is de toets in het belang van de leerling of gaat het om een score van de school?
11 In de eindtoets wordt nu een beperkt deel van de onderwijsinhoud getoetst (onderdelen taal, rekenen, studievaardigheden en facultatief wereldoriëntatie). Vindt u dat er ook andere competenties en/of vaardigheden in de eindtoets getoetst moeten worden? De respondenten hebben een lichte voorkeur om geen andere competenties en/of vaardigheden te meten in de eindtoets (zie tabel 20). Opvallend is dat binnen de groep ‘geen eindtoets’ meer dan 40% aangeeft voorstander te zijn van het meten van andere competenties en/of vaardigheden in een eindtoets. Antwoord
Aantal
Percentage totaal
Ja Nee TOTAAL Tabel 20
88 113 201
44% 56% 100%
Percentage ’geen eindtoets’ 41% 59% 100%
Percentage ’overig’ 45% 55% 100%
Als we de functie van de respondent beschouwen, dan zien we dat schoolbestuurders en ondersteunend personeel aangeven voorstander te zijn van het meten van andere competenties en/of vaardigheden in een eindtoets terwijl de overige functiegroepen hier geen voorstander van zijn (zie tabel 21). Antwoord Ja Nee TOTAAL Tabel 21
Raad van toezicht 43% 57% 100%
Schoolbestuur
Schoolleider
Leraar
OnderOverig steunend
52% 48% 100%
41% 59% 100%
46% 54% 100%
57% 43% 100%
41% 59% 100%
De voorstanders van het meten van andere competenties en/of vaardigheden, noemen vooral anders factoren, die getoetst zouden moeten worden, te weten: - Analytisch denken - Argumenteren, redeneren - Burgerschap - Cognitieve potentie - Communicatieve vaardigheden - Concentratievermogen - Creativiteit - Doorzettingsvermogen - Engels - Geordend werken - Ict- en digitale vaardigheden - Inlevingsvermogen - Intelligentie - Interesse - Leerhouding - Leerrendement - Motivatie - Natuuronderwijs - Oplossingsgericht werken - Opzoekvaardigheden - Samenwerking - Sociale vaardigheden
-
Verantwoordelijkheidsgevoel Welbevinden Wetenschap en techniek Zelfbeeld Zelfdiscipline Zelfredzaamheid Zelfsturing Zelfvertrouwen
De tegenstanders van het meten van andere competenties en/of vaardigheden, zijn tevreden met de huidige onderdelen, zien geen toegevoegde waarde van het meten van meer onderdelen of zijn helemaal tegen de eindtoets. 12 Heeft u verder nog opmerkingen of aanvullingen in relatie tot dit onderwerp of dit onderzoek? Veel mensen maakten gebruik van de mogelijkheid om aan het eind opmerkingen te maken. Deze opmerkingen zijn te verdelen in zeven onderwerpen, te weten: - Afschaffen eindtoets: eindtoets is overbodig en doet geen recht aan kinderen; - Trainen voor eindtoets beïnvloedt de uitkomst; - Onwenselijk dat een toetsmaker monopoliepositie krijgt; - Wensen over de eindtoets, zoals eindtoets veel duidelijker aan de referentieniveaus verbinden; - Suggesties over de afname van de eindtoets, zoals meer aandacht voor het gebruik van hulpmiddelen bij erkende leerstoornissen en het herzien van de regelgeving rond de eindtoets; - Doel van de eindtoets: eindtoets nooit gebruiken om scholen of leraren te beoordelen, geen koppeling met bekostiging, de systematiek van de inspectie is teveel geënt op opbrengsten; - Tevredenheid over toetsing op maat, zoals een ouder die blij is dat haar kind nu wel mee kan doen met de eindtoets.