3
ELEUSIS NAAR ELEUSIS
De wandeling van Athene naar Eleusis was in de oudheid haalbaar op één dag. Iets meer dan twintig kilometer stappen was het, langs de kust van Attica, in noordwestelijke richting. Vandaag de dag rijd je via de snelweg „Attische Baan‟ in een half uurtje naar Eleusis. Als het verkeer meezit. Veel redenen om Eleusis te bezoeken heb je eigenlijk niet meer: de stad is omringd door fabrieken en raffinaderijen. En archeologisch is er niet veel belangrijks overgebleven. Maar in de oudheid was Eleusis een heel belangrijke plek voor de Griekse godsdienst. Elke Griek wou minstens één keer in zijn leven op bedevaart gaan naar Eleusis. Zo belangrijk was die bedevaart, dat er elk jaar in de maand βοηδρομιών (september-oktober) een godsvrede van vijf weken werd uitgeroepen in heel Griekenland. Zo kon iedereen die dat wou in vrede naar Eleusis gaan. Het belang van die bedevaart blijkt ook uit de vele enthousiaste teksten over het feest. De „Homerische hymne‟, die niet écht door Homerus werd geschreven, de toneelstukken van Aeschylus en Euripides, de brieven van de Romein Cicero: allemaal zijn ze het erover eens dat er “nergens goddelijker, aangrijpender en lieflijker dingen” te horen en te zien waren dan in Eleusis. De centrale figuur van het feest in Eleusis was de godin Demeter. Haar naam betekent eigenlijk „Aardmoeder‟. Wat logisch is voor de godin van de landbouw en de graangewassen. Al in 1500 voor Christus werd ze in Eleusis bedankt en aanbeden om haar grote geschenken aan dit landbouwgebied. De landbouwers vonden haar veel belangrijker dan alle mannelijke goden. Daarom noemen we dit een matriarchale godsdienst, waarbij de vrouw, de bron van leven, centraal staat. Ook in de vijfde eeuw voor Christus, toen andere goden populairder waren geworden en Zeus de oppergod was in plaats van Demeter, bleef haar feest een echte topper. Daarom moeten we eerst wat meer lezen over Demeter. 3.1
HET VERHAAL VAN DEMETER
De Grieken konden zich nog oprecht verbazen over het feit dat planten en gewassen elke lente weer tot leven komen na de dorre winter. Ze vonden het prachtig, zoals het leven in een cyclus van leven (lente) en dood (winter) altijd maar bleef doorgaan. Maar hoe dat precies werkte, dat begrepen ze nog niet. Ze zochten een αἰτία, een verklaring, voor het fenomeen van de seizoenen en de plantencyclus. En ze kwamen daarom met een „aitiologische‟ of verklarende mythe af: de mythe van Demeter. Hier komt hij. Uit de relatie tussen Zeus en Demeter, god van de hemel en godin van de aarde, werd een mooi meisje geboren: Persephone. Hades, de god van de onderwereld en de oom van het meisje, werd verliefd op haar. Omdat Demeter geen toestemming gaf voor een relatie, ontvoerde Hades het meisje dan maar. Demeter zocht wanhopig naar haar dochter, totdat de zonnegod Helios haar alles vertelde over de ontvoering door Hades. Demeter was beledigd door die gewelddaad en weigerde nog voor het graan op de wereld te zorgen. De gewassen gingen verloren, de mensen vergingen van de honger, Zeus werd kwaad. Hij beval Hades het meisje terug te geven aan haar moeder. Dat kon, op voorwaarde dat het meisje niets had gegeten tijdens haar gevangenschap in de onderwereld. Een babbelzieke onderwereldnimf vertelde Hades dat Persephone tijdens die tijd in een granaatappel had gebeten en dat ze daarom aan de onderwereld moest verbonden blijven. Demeter veranderde de nimf woedend in een uil. Ze leek haar dochter Persephone nu voorgoed kwijt te zijn. Maar omdat het meisje uiteindelijk slechts enkele pitten van de granaatappel had ingeslikt, vond Zeus een compromis: Persephone moest enkele maanden, één per pit, bij Hades blijven. De rest van het jaar mocht ze naar haar moeder op aarde terugkeren. Daar kon iedereen mee leven. Demeter treurt wel nog steeds tijdens de maanden dat Persephone in de onderwereld is en daarom bestaat er een winter op aarde, zonder graan of planten. Als Persephone terugkeert naar haar moeder, is Demeter blij en samen met haar leven alle veldgewassen terug op. De mythe heeft nog een belangrijk extraatje: toen Demeter wanhopig naar haar dochter zocht, werd ze in Eleusis vriendelijk ontvangen door koning Celeus en koningin Metanira. Uit dank voor hun gastvrijheid wou ze hun zoon Demophon onsterfelijk maken, maar tijdens het ritueel werd Demeter gestoord door Metanira, zodat ze Demophon in een heilig vuur liet vallen. Om dit ongeluk weer goed te maken, openbaarde Demeter „het geheim van het koren‟ aan Triptolemus, de broer van Demophon. En zo ontstonden de Heilige Mysteriën van Eleusis.
Demeter, Triptolemus, Persephone, relief in het museum van Eleusis. (Foto: Chiron CC Images of the Classical World)
3.2
HET GROTE MYSTERIE
Mysteriën. Een moeilijk woord, afgeleid van het Griekse werkwoord μύειν, dat „zwijgen‟ betekent. Mysteriën moet je dus geheim houden: daarover praat je niet tegen iedereen. Wie iets wist, zweeg. Dat maakt het voor ons moeilijker om te weten wat de Mysteriën van Eleusis precies waren. Gelukkig was er af en toe een Griekse schrijver zo vriendelijk om een tipje van de sluier op te lichten, zodat we de feesten en het geheim erachter ongeveer kunnen beschrijven. Het feest begon eigenlijk in Athene, aan het Eleusinion 1, een tempel aan de voet van de Akropolis. Op 15 βοηδρομιών kwamen allen die het Mysterie van Eleusis wilden leren kennen, samen voor de officiële openingstoespraak van het feest. De dag erna was er controle van de kandidatenlijsten: “onzuivere en onverstaanbare mensen” werden van de lijsten geschrapt. Wie werd toegelaten, moest mee naar de oude haven van Phalerum om zich in zee te wassen. Dan volgden drie offerdagen: één om varkens te offeren, één om bokken te offeren en één om druiven te offeren. Op 20 βοηδρομιών vertrokken alle kandidaten, die vaak met duizenden waren, in processie naar Eleusis. Onderweg werd er af en toe gerust en werd er geplaagd en gelachen, ter herinnering aan de grappen die Dionysus verzon om Demeter op te vrolijken in haar treurige dagen. „s Avonds bereikte men Eleusis en gingen de kandidaten slapen rond het Telesterion, de enorme tempel van Demeter, die halfweg de vijfde eeuw was gebouwd door de beroemde architect Ictinus, in opdracht van Pericles. De 21ste verzamelden de kandidaten in het Telesterion, waar de „hiërofanten‟ hen het Mysterie van Eleusis openbaarden. Ze deden dat, voor zover we weten, door iedereen eerst schrik aan te jagen en dan het licht te tonen. Wat dat precies voorstelde, weten we niet. Speciale toneeleffecten? Lampen die door spiegels uitvergroot werden? Of was het allemaal een 2 illusie, onder invloed van de κυκεών die aan de gelovigen werd aangeboden? Wie zal het zeggen? Het blijft een Mysterie. Wat overblijft van het Telesterion in Eleusis. (Foto: Chiron CC Images of the Classical World) Na dit hoogtepunt werd er de hele nacht gevierd, met veel wijn en het offer van een stier. Ook de volgende dag vierden de meeste deelnemers door, al was er een kleine groep die een speciale extra inwijding kreeg. Die kerngroep kreeg „iets‟ te zien en „iets‟ te horen, waardoor ze het hemels huwelijk tussen Zeus en Demeter beter begrepen. Misschien namen ze daarbij ook wel een roesverwekkend middel in. Het feest eindigde op 23 βοηδρομιών met de terugtocht naar Athene. Aan het Eleusinion hing sedert 415 voor Christus een lijst met de aangeslagen bezittingen van generaal Alcibiades. Op de vooravond van een expeditie naar Sicilië zou deze Athener met enkele vrienden zo dronken geweest zijn dat ze het Eleusinion bezoedelden. Details ontbreken. Helaas. 1
Normaal gezien is κυκεών een dagelijks drankje, waarin gerst verwerkt was. Maar men neemt wel eens aan dat in de κυκεών van Eleusis gerst gebruikt werd met de schimmel ‘moederkoren’ op. Die is verwant aan LSD en kan hallucinaties veroorzaken. 2
3.3
Zo ging het eeuwen lang. Tot het christendom opkwam en populair werd. Vanaf toen ging het bergaf met de Griekse goden en dus ook met Eleusis. Keizer Marcus Aurelius liet in het jaar 170 (ja, na Christus) voor het laatst grote restauratiewerken uitvoeren in Eleusis. Maar in 218 staken fanatieke christenen de grote tempel van Demeter in brand. En die christenen moedigden in de jaren daarna ook plunderende Visigoten aan om de gebouwen in Eleusis tot de grond af te breken. In 395 werd het heiligdom definitief gesloten, op bevel van keizer Theodosius. Demeter is dood. Einde.
CREATIEVE OPDRACHT
Schrijf een toneeltje. Iemand is de mystagoog en vertelt de gelovigen het verhaal van Demeter. En maak natuurlijk ook een mooie tekening van de godin van het graan. Een beeldje is ook goed...
(Foto: Chiron CC Images of the Classical World)
3.4
HET VROUWELIJK EN ONZIJDIG LIDWOORD EN
τιμή en δῶρον
DE MODELLEN
1. DE MODELLEN
nom. acc. gen. dat. voc.
enk.
ἡ τὴν τῆς τῇ ὦ
τιμή τιμήν τιμῆς τιμῇ τιμή
mv.
αἱ τὰς τῶν ταῖς ὦ
τιμαί τιμάς τιμῶν τιμαῖς τιμαί
nom. acc. gen. dat. voc.
enk.
τὸ τὸ τοῦ τῷ ὦ
δῶρον δῶρον δώρου δώρῳ δῶρον
mv.
τὰ τὰ τῶν τοῖς ὦ
δῶρα δῶρα δώρων δώροις δῶρα
2. OPMERKINGEN BIJ HET LIDWOORD EN DE MODELLEN
2.1
In het Grieks is er een mannelijk, een vrouwelijk en een onzijdig genus. Het genus van een substantief zien we in de woordenlijst aan het lidwoord dat het substantief vergezelt. mannelijk: vrouwelijk: onzijdig:
ὁ ἡ τό
bv. ὁ ἄγγελος bv. ἡ ψυχή bv. τὸ ἔργον
2.2
We kennen nu van elk genus één model, en ook de volledige verbuiging van het lidwoord. Net als het model δοῦλος behoren de modellen τιμή en δῶρον tot de eerste klasse van de substantieven.
2.3
Bij de onzijdige woorden is de nominatief, accusatief en vocatief altijd gelijk. Bovendien is de uitgang van de nominatief, accusatief en vocatief meervoud altijd –α.
2.4
Als het onderwerp een onzijdig meervoud is, dan staat het werkwoord in het enkelvoud! bv.
Τὰ δῶρα καλά ἐστιν.
De geschenken zijn mooi.
3.5
DE ADJECTIEVEN: HET MODEL
ἀγαθός
1. ΗEΤ MODEL
nominatief accusatief genitief datief vocatief
enk. m. ἀγαθός ἀγαθόν ἀγαθοῦ ἀγαθῷ ἀγαθέ
v. ἀγαθή ἀγαθήν ἀγαθῆς ἀγαθῇ ἀγαθή
o. ἀγαθόν ἀγαθόν ἀγαθοῦ ἀγαθῷ ἀγαθόν
2. OPMERKINGEN BIJ HET MODEL 2.1
mv. m. ἀγαθοί ἀγαθούς ἀγαθῶν ἀγαθοῖς ἀγαθοί
v. ἀγαθαί ἀγαθάς ἀγαθῶν ἀγαθαῖς ἀγαθαί
o. ἀγαθά ἀγαθά ἀγαθῶν ἀγαθοῖς ἀγαθά
ἀγαθός
Duidelijkheidshalve is in de woordenlijst het paspoort van een adjectief altijd voluit geschreven. Maar elders zal je vaak een ingekorte schrijfwijze vinden. Na het grondwoord (de nom. m. enk.) vind je dan de uitgang van de nom. v. enk., en de uitgang van de nom. o. enk. : paspoort:
nom. m. enk. uitgang nom. v. enk. uitgang nom. o. enk.
voorbeeld:
ἀγαθός -η -ον
2.2
Het adjectief is een bijvoeglijke bepaling die congrueert (d.w.z. overeenkomt in naamval, geslacht, getal) met zijn kern.
2.3
Een adjectief kan op de volgende wijze bij een substantief aansluiten:
2.4
a)
Er staat een lidwoord voor het adjectief. bv. ὁ σοφὸς ἄνθρωπος ὁ ἄνθρωπος ὁ σοφός (nadrukkelijker) In dit geval is het adjectief een noodzakelijke bepaling om te weten over welke mens het gaat.
b)
Er staat geen lidwoord onmiddellijk voor het adjectief. bv. ὁ ἄνθρωπος σοφός σοφὸς ὁ ἄνθρωπος (nadrukkelijker) In dit geval geeft het adjectief alleen maar bijkomende informatie over een persoon die we al hebben leren kennen.
Een adjectief kan ook zonder substantief een lidwoord bij zich hebben. We spreken dan over een gesubstantiveerd adjectief. Dat bestaat trouwens ook in het Nederlands, bv. de wijze <mens>. Zoals je ziet, kun je dan meestal een substantief bijdenken. bv. οἱ ἀγαθοί οἱ ἀγαθοὶ ἄνθρωποι 3.6
PARTIKELS Partikels zijn kleine, onveranderlijke woorden die als signaalwoorden de gedachtegang verduidelijken of een nuance aanbrengen in de zin. We onderscheiden een aantal types:
ONTKENNENDE PARTIKELS οὐ / μή
:
niet
VRAGEND PARTIKEL ἦ
:
leidt een vraagzin in. Blijft onvertaald.
BINDPARTIKELS ἤ
:
of (scheidend)
καί / τε
:
en (verbindend) πατὴρ τε καὶ μήτηρ = καὶ πατὴρ καὶ μήτηρ Het partikel τε komt in het Grieks nà het woord te staan waar wij het voor verwachten, zoals bij het Latijnse voegwoord -que. De combinatie τε ... καί verbindt twee zinsdelen nauwer dan καί alleen, maar wordt in het Nederlands meestal gewoon met eenmaal ‘en’ weergegeven.
δέ
:
μέν ... δέ
:
en (verbindend) maar (tegenstellend, zwakker dan ἀλλά) Als louter verbindend partikel blijft δέ dikwijls beter onvertaald. Het partikel δέ staat na het eerste woord van de zin of het zinsdeel dat het inleidt. (onderscheidend of tegenstellend) enerzijds … anderzijds … is als vertaling van die kleine woordjes μέν... δέ... te nadrukkelijk. Het Nederlands kiest, afhankelijk van de context, een soberder formulering. Zoals δέ staat ook μέν nooit als eerste woord in de zin, maar pas na het eerste woord van de zin of het zinsdeel dat het inleidt.
ἀλλά / μέντοι: maar, echter (tegenstellend) γάρ
:
want (geeft een reden of verklaring)
ὅμως
:
toch (leidt een nuancering of een toegeving in)
οὖν
:
dus (brengt een conclusie of gevolg)
3.7
SUBSTANTIEVEN EN ADJECTIEVEN EERSTE KLASSE: OEFENINGEN 1
Zoek in deze zinnen de substantieven; geef telkens het grondwoord; geef naamval en getal.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Οἱ ξένοι σῖτον καὶ πολλὰ ἀγαθὰ εἰς τὸ πεδίον φέρουσιν. Οἱ πολέμιοι φεύγουσιν ἐκ τῶν ἄκρων. Οἱ σοφοὶ ἄγγελοι τὰ τῶν Ἀθηναίων ἔργα θαυμάζουσιν. Ἡ τῆς ψυχῆς ὀργὴ τοῖς ἀνθρώποις λύπην φέρει. Τῇ εἰρήνῃ τοῖς φίλοις ἔξεστιν εἰς τὸν τοῦ ἰατροῦ οἶκον βαίνειν. Ἡμεῖς τὰ τέκνα εὖ τρέφομεν καὶ παιδεύομεν. Πολλοὶ μὲν ἀγαθοί εἰσιν, ὀλίγοι δὲ σοφοί. Σπουδῇ καὶ τέχνῃ δυνατοί ἐσμεν μέγιστα θηρία ἀποκτείνειν. Ἀναβαίνειν μὲν χαλεπόν ἐστιν, καταβαίνειν δὲ οὐκ. Χρήσιμοί ἐστε τῷ δήμῳ ὅτε τοὺς πολεμίους οὐ φεύγετε. Ἐγὼ καὶ νῦν λέγω ὅτι οὐ καλόν ἐστι τοὺς κινδύνους φεύγειν. Ὦ φίλε, τὸν τῶν θεῶν οἶκον τοῖς νεανίσκοις φαῖνε. Οὐχ ἕκαστος ξένος καὶ πολέμιός ἐστιν. Ἐν καλῷ τόπῳ τὸν οἶνον πίνεις. Ὑμεῖς παρέχετε σῖτον τοῖς δούλοις. Ὁ ἥλιός ἐστι μέγιστος λίθος ἐν τῷ οὐρανῷ.
Op dezelfde manier kan je ook de substantieven van oef. 4 en 5 determineren. 2
Zoek in de zinnen van oef. 1 de adjectieven; geef telkens het grondwoord; geef naamval, genus en getal; markeer deze adjectieven én het substantief waarmee ze congrueren. Op dezelfde manier kan je ook de adjectieven van oef. 4 en 5 determineren.
3
We werken nog eens met de zinnen van oef. 1, nu in duo’s . de eerste
- splitst met een schuine streep de zinnen van oef. 1 in zinsdelen; - benoemt de zinsdelen (vergeet de rol niet bij een BWB zonder vz.); - markeert het gezegde en de noodzakelijke zinsdelen. de tweede probeert te vertalen. Vergelijk vervolgens jullie resultaat en kom tot een gezamenlijke oplossing.
3.8
4.
LEESTEKST: HOE DE STAD ATHENE AAN HAAR NAAM KWAM
- Schrijf eerst bij de onderstreepte bindpartikels de betekenis; - markeer de noodzakelijke zinsdelen; - vertaal de tekst.
Ἐν τῇ Ἀττικῇ1 οἱ ἄνθρωποι καλὸν τόπον εὑρίσκουσιν. Ἐθέλουσιν οὖν ἐκεῖ οἰκίζειν2. Οἱ δὲ θεοὶ ἐρίζουσιν3. Ἕκαστος γὰρ θεὸς ἕτοιμός ἐστι τὸν τόπον σῴζειν καὶ ἀντὶ τῆς φυλακῆς4 ἐκεῖ μέγιστον ἱερὸν ἔχειν. Δύο δὲ θεοὶ μάλιστα σπεύδουσιν περὶ τῆς τοῦ τόπου ἀρχῆς. Ὁ μέν ἐστι Ποσειδῶν5, ἡ δὲ Ἀθήνη6. Ὁ οὖν Ζεὺς7 λέγει· “ Ἡ δὲ ῥοπή8 ἐστι τοῖς ἀνθρώποις.” Οἱ οὖν δύο θεοὶ δώροις τοὺς ἀνθρώπους παράγουσιν9. Ἡ μὲν Ἀθήνη τὴν ἐλάαν10 παρέχει, ὁ δὲ Ποσειδῶν τὸν ἵππον. Οἱ δὲ ἄνθρωποι πολὺν χρόνον11 φροντίζουσιν. Ἔστι γὰρ δύο δῶρα χρήσιμα. Τέλος δὲ τὸ τῆς Ἀθήνης δῶρον περὶ πλείονος ἔχουσιν12. Ἐν οὖν τῇ τῆς Ἀττικῆς γῇ πολλὰ ἱερὰ κτίζουσι13 τῇ Ἀθήνῃ μετὰ χάριτος14 καὶ διότι τὸν τόπον Ἀθήνας15 ὀνομάζουσιν.
Dit beeld van Athena staat in het Louvre (Parijs). Het is een Romeinse kopie van een Grieks beeld.
ἡ Ἀττική, Ἀττικῆς: Attica οἰκίζειν: een stad stichten 3 ἐρίζειν: twisten 4 ἡ φυλακή, φυλακῆς: de bewaking 5 ὁ Ποσειδῶν, Ποσειδῶνος: (eigennaam) 6 ἡ Ἀθήνη, Ἀθήνης: (eigennaam) 7 ὁ Ζεύς, Διός: (eigennaam) 8 ἡ ῥοπή, ῥοπῆς: de keuze 9 παράγειν: verleiden 10 ἡ ἐλάα, ἐλάας: de olijfboom 11 πολὺν χρόνον: lange tijd (uitdrukking) 12 περὶ πλείονος ἔχειν: meer waard achten, hoger aanslaan 13 κτίζειν: stichten, bouwen 14 μετὰ χάρiτος: uit dankbaarheid 15 αἱ Ἀθῆναι, Ἀθηνῶν: (de stad) Athene 1
2
3.9
5.
LEESTEKST: HET OORDEEL VAN PARIS
- Markeer in de tekst de bindpartikels; - noteer erbij wat ze je leren over het tekstverband: is het partikel verbindend (‘en’), onderscheidend (‘enerzijds, anderzijds’), tegenstellend (‘maar’), concluderend of gevolgaanduidend (‘dus’), verklarend (‘want’), enz.? ; - vertaal de tekst. De Griekse godinnen waren Straffe Madammen. En ze stonden op hun strepen. Je kent wellicht het verhaal van de Gouden Appel, die op een huwelijksfeest beloofd werd aan de mooiste godin (τῇ καλλίστῃ). Nee? Wel dan: toen de held Peleus en de zeenimf Thetis trouwden, was Eris, de godin van de ruzie, niet welkom. Ze nam wraak door de genoemde Gouden Appel op het feest binnen te gooien. Zo begon een discussie tussen drie godinnen: wie IS de mooiste? Hera (godin van het huwelijk), Athena – die ken je al – en Aphrodite (godin van de liefde) lieten zich keuren door de goden. Maar die waren wel zo slim om geen oordeel te vellen: als ze één godin kozen, kregen ze er gratis twee boze godinnen bij. Wat je dus niet wil! Daarom lieten ze het oordeel aan een niet al te slimme sterveling, Paris van Troje. Hermes, boodschapper van de goden, bracht de godinnen naar die jonge prins, toen die zich bij een kudde schapen zat te vervelen. Toen Paris hoorde dat hij de godinnen naakt zou mogen zien, was hij natuurlijk direct bereid jury te spelen. En toen begon de omkoperij: elke godin had een mooi cadeau voor Paris, als hij haar koos... Lees maar.
Πρώτη ἡ Ἀθήνη εἰς τὸν νεανίσκον βαίνει καὶ λέγει· “Φρόντιζε. Τὶ ἐθέλεις; Ἦ σοφὸς εἶναι ἐθέλεις; Ἔξεστι γὰρ μάλιστα σοφὸς εἶναι.” 16 Μετὰ δὲ τὴν Ἀθήνην ἡ Ἥρα ἥκει καὶ λέγει· “Εἰ ἐθέλεις, ῥώμην17 θαυμαστὴν σοι18 παρέχω καὶ πολλὰς τιμὰς. Οὕτως οὖν τοῦς πολεμίους ἀποκτείνειν ἔξεστιν.” Τέλος δὲ ἡ Ἀφροδίτη λέγει· “Τῶν θεῶν μεγίστη οὔκ εἰμι. Ὅμως δὲ δῶρον καλὸν ἔχω. Ἐν γὰρ τῇ Σπάρτῃ ἡ Ἑλένη ἐστιν, ἡ καλλίστη19 γυνὴ20 τῆς γῆς. Εἰ παρέχεις μοι21 τὸ μῆλον22, παρέχω σοι τὴν Ἑλένην.” Οὐ μὲν πολὺ φροντίζει ὁ νεανίσκος, αὐτίκα δὲ παρέχει τὸ μῆλον καὶ τὴν νίκην τῇ Ἀφροδίτῃ.
En die ene appel is de oorzaak van veel ellende. Paris krijgt Helena, die echter al getrouwd is met de Griek Menelaos. De Griekse koningen willen zich wreken voor die Trojaanse diefstal. En zo zit je al bij de Trojaanse Oorlog ... Daarover lees je in de vijfdes. μετά (vz. + acc.): na ἡ ῥώμη, ῥώμης: de kracht 18 σοι: aan jou 19 κάλλιστος, η, ον: mooiste 20 ἡ γυνή, γυναικός: de vrouw 21 μοι: aan mij 22 τὸ μῆλον: de appel 16 17
3.10
Als extraatje nog dit. Kijk eens naar dit schilderij uit 1636. Het is van de bekende Antwerpenaar Pieter Paul Rubens en stel het Oordeel van Paris voor. - Kan je zien wie of wat er bij de getallen 1 tot 5 staat? - En kan je aan de hand daarvan zeggen hoe de personages A tot F heten?
3.11