e_kb464_84percent.book Page 0 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Fijn dat u hebt gekozen voor deze PENTAX e digitale camera. Lees deze handleiding voor gebruik door om de functies van de camera optimaal te kunnen benutten. De handleiding is een waardevol hulpmiddel om inzicht te krijgen in alle mogelijkheden van de camera. Bewaar hem daarom op een veilige plaats. Geschikte objectieven Voor deze camera zijn alle DA, DA L, D FA en FA J-objectieven en objectieven met een s-stand (automatisch) op de diafragmaring geschikt. Zie p.46 en p.240 als u een ander objectief of accessoire wilt gebruiken. Auteursrechten Met de e gemaakte opnamen die voor elk ander doel dan strikt persoonlijk gebruik zijn bestemd, mogen niet worden gebruikt zonder toestemming volgens de rechten zoals neergelegd in de auteursrechtwetgeving. Houd altijd rekening met het volgende: in sommige gevallen is zelfs het fotograferen voor persoonlijk gebruik aan beperkingen gebonden, zoals bij demonstraties, voorstellingen of presentaties. Opnamen die zijn gemaakt met het doel om auteursrechten te verkrijgen, kunnen ook niet worden gebruikt buiten het gebruiksbereik van het auteursrecht zoals beschreven in de auteursrechtwetgeving. Ook hiermee dient men rekening te houden. Handelsmerken PENTAX, K-m en smc PENTAX zijn handelsmerken van HOYA CORPORATION. PENTAX PHOTO Browser, PENTAX PHOTO Laboratory en SDM zijn handelsmerken van HOYA CORPORATION. Het SDHC-logo is een handelsmerk. Dit product maakt gebruik van DNG-technologie onder licentie van Adobe Systems Incorporated. Het DNG-logo is een wettig gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. Alle overige merk- of productnamen zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van de betreffende bedrijven. Aan de gebruikers van deze camera • De kans bestaat dat opgenomen gegevens worden gewist of dat de camera niet naar behoren functioneert bij gebruik in omgevingen met installaties die sterke elektromagnetische straling of magnetische velden opwekken. • Het paneel met vloeibare kristallen in de monitor is gemaakt met behulp van extreem hogeprecisietechnologie. Hoewel het percentage werkende pixels 99,99% of hoger is, dient u er rekening mee te houden dat 0,01% of minder van de pixels niet oplicht of juist wel oplicht wanneer dat niet zou moeten. Dit heeft echter geen effect op het opgenomen beeld. Dit product ondersteunt PRINT Image Matching III. Met digitale fotocamera’s, printers en software die PRINT Image Matching ondersteunen, kunnen fotografen opnamen produceren die hun bedoelingen beter benaderen. Sommige functies zijn niet beschikbaar op printers die PRINT Image Matching III niet ondersteunen. Copyright 2001 Seiko Epson Corporation. Alle rechten voorbehouden. PRINT Image Matching is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation. Het PRINT Image Matching-logo is een handelsmerk van Seiko Epson Corporation. Meer over PictBridge Met PictBridge kan de gebruiker de digitale camera rechtstreeks aansluiten op een printer, waarbij gebruik wordt gemaakt van de universele standaard voor de rechtstreekse uitvoer van opnamen. Met een paar eenvoudige handelingen kunt u opnamen rechtstreeks vanuit de camera afdrukken. • De illustraties en het weergavescherm van de monitor in deze handleiding kunnen afwijken van het feitelijke product.
e_kb464_84percent.book Page 1 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
1
VEILIG GEBRUIK VAN UW CAMERA We hebben de grootst mogelijke aandacht besteed aan de veiligheid van dit product. Bij gebruik van dit product vragen we om uw speciale aandacht voor zaken die zijn aangeduid met de volgende symbolen. Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze Waarschuwing waarschuwing ernstig persoonlijk letsel kan veroorzaken. Pas op
Dit symbool geeft aan dat het niet in acht nemen van deze waarschuwing minder ernstig tot gemiddeld persoonlijk letsel of materiële schade kan veroorzaken.
OVER DE CAMERA Waarschuwing • Probeer de camera niet uit elkaar te halen of te veranderen. De camera bevat onderdelen die onder hoogspanning staan, waardoor er gevaar voor elektrische schokken bestaat. • Mocht het binnenwerk van de camera open liggen, bijvoorbeeld doordat de camera valt of anderszins wordt beschadigd, raak dan nooit het vrijgekomen gedeelte aan, aangezien er gevaar is voor een elektrische schok. • Houd de SD-geheugenkaart buiten bereik van kleine kinderen om het risico te vermijden dat de kaart per ongeluk wordt ingeslikt. Mocht de kaart toch worden ingeslikt, ga dan onmiddellijk naar een arts. • De camerariem om uw nek wikkelen kan gevaarlijk zijn. Pas vooral op dat kinderen de riem niet om hun nek wikkelen. • Kijk niet rechtstreeks naar de zon door de camera als daar een teleobjectief op is gemonteerd, omdat uw ogen bij blootstelling aan direct zonlicht beschadiging kunnen oplopen. Kijk niet recht in de zon door een teleobjectief, aangezien dit kan leiden tot blindheid. • Berg de batterijen op buiten bereik van kinderen. Als de batterijen in de mond worden gestoken, kan dit leiden tot een elektrische schok. • Gebruik uitsluitend de exclusief voor dit product ontwikkelde netvoedingsadapter met het juiste vermogen en de juiste spanning. Gebruik van een netvoedingsadapter met andere specificaties dan voorgeschreven voor dit product, kan brand, elektrische schokken of schade aan de camera veroorzaken. • Als zich tijdens het gebruik onregelmatigheden voordoen, zoals rook of een vreemde geur, houd dan onmiddellijk op de camera te gebruiken. Verwijder de batterijen of de netvoedingsadapter en neem contact op met het dichtstbijzijnde PENTAX Service Center. Verder gebruik van de camera kan brand of elektrische schokken veroorzaken. • Schakel tijdens onweer de netvoedingsadapter uit en haal de stekker uit het stopcontact. Onweer kan storing in de apparatuur, brand of elektrische schokken veroorzaken.
e_kb464_84percent.book Page 2 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
2 Pas op • Probeer nooit de batterijen kort te sluiten of aan vuur bloot te stellen. Demonteer de batterijen nooit. De batterijen kunnen exploderen of vlam vatten. • Van de batterijen die u in deze camera kunt gebruiken (type AA, Ni-MH, lithium en alkaline), zijn alleen de Ni-MH-batterijen oplaadbaar. Het opladen van andere batterijen kan brand of een explosie veroorzaken. • Als de batterijen heet worden of beginnen te roken, moet u deze onmiddellijk uit de camera halen. Pas op dat u zichzelf niet brandt bij het verwijderen van de batterij. • Sommige delen van de camera worden tijdens het gebruik heet. Als dergelijke onderdelen lang worden vastgehouden, is er gevaar voor lichte verbrandingen. • Leg uw vingers of een kledingstuk niet over de flitser wanneer u deze gebruikt. Uw huid of kleding kan verbranden. • Verminder de kans op ongelukken: gebruik uitsluitend een stroomsnoer met CSA/ULcertificering, snoertype SPT-2 of zwaarder, minimaal AWG-koper NO.18, met aan het ene uiteinde een gegoten mannelijke stekker (met een gespecificeerde NEMAconfiguratie), en aan het andere uiteinde een gegoten vrouwelijke connector (met een gespecificeerde IEC-configuratie van een niet-industrieel type) of een gelijkwaardig stroomsnoer.
BATTERIJGEBRUIK • Gebruik alleen de aangegeven batterijen in deze camera. Het gebruik van andere batterijen kan brand of ontploffing veroorzaken. • Vervang alle batterijen tegelijk. Combineer geen batterijen van een verschillend merk of type, of oude met nieuwe. Exploderen of brand kan het gevolg zijn. • De batterijen dienen correct te worden geplaatst volgens de poolaanduidingen (+ en –) op de batterijen en in de camera. Onjuist plaatsen van batterijen kan een explosie of brand veroorzaken. • Demonteer de batterijen nooit. Van de batterijen die u in deze camera kunt gebruiken, zijn alleen de AA-Ni-MH-batterijen oplaadbaar. Het demonteren van batterijen of het proberen niet-oplaadbare batterijen op te laden, kan leiden tot een explosie of lekkage.
Aandachtspunten tijdens het gebruik • Neem, als u op reis gaat, het document Worldwide Service Network mee dat deel uitmaakt van het pakket. Dit komt van pas bij problemen in het buitenland.
e_kb464_84percent.book Page 3 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
• Wanneer de camera lange tijd niet is gebruikt, ga dan na of alles nog goed werkt, vooral als u er belangrijke opnamen mee wilt maken (bijvoorbeeld huwelijksfoto’s of opnamen op reis). Opnamen kunnen niet worden gegarandeerd als opnemen, weergeven of het overzetten van de gegevens naar een computer enz. niet mogelijk is als gevolg van een defect aan de camera of aan de opnamemedia (SD-geheugenkaart) enz. • Maak het product niet schoon met organische oplosmiddelen zoals verfverdunner, alcohol of wasbenzine. • Stel de camera niet bloot aan hoge temperaturen of hoge luchtvochtigheid. Laat de camera niet achter in een voertuig, omdat met name in auto’s de temperatuur zeer hoog kan oplopen. • Berg de camera niet op een plaats op met conserveermiddelen of chemicaliën. Opslag in ruimten met hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid kan schimmelvorming veroorzaken. Haal de camera uit de tas en berg hem op een droge en goed geventileerde plaats op. • Stel de camera niet bloot aan zware trillingen, schokken of druk. Gebruik een kussen om de camera te beschermen tegen trillingen van een motor, auto of schip. • Het temperatuurbereik voor gebruik van de camera is 0° tot 40° C (32°F tot 104°F). • De monitor kan zwart worden bij hoge temperaturen, maar wordt weer normaal bij een normale omgevingstemperatuur. • De reactiesnelheid van de monitor kan traag worden bij lage temperaturen. Dit ligt aan de eigenschappen van de vloeistofkristallen en is geen defect. • Laat de camera om de één tot twee jaar nakijken teneinde de prestaties van het product op peil te houden. • Plotselinge temperatuurschommelingen veroorzaken condensvorming aan de binnen- en buitenkant van de camera. Doe de camera in de draagtas of een plastic zak en haal hem er pas uit als het temperatuurverschil tussen de camera en de omgeving minimaal is geworden. • Vermijd contact met afval, modder, zand, stof, water, gifgassen of zouten, aangezien de camera hierdoor defect kan raken. Als er regen- of waterdruppels op de camera komt, veeg deze dan droog. • Zie “Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een SD-geheugenkaart” (p.43) voor meer informatie over de SD-geheugenkaart. • Verwijder stof dat zich op het objectief of de zoeker heeft verzameld met een lenskwastje. Gebruik nooit een spuitbus voor het schoonmaken, omdat het objectief hierdoor beschadigd kan raken. • Neem contact op met een PENTAX Service Center voor professionele reiniging van de CCD. (Hieraan zijn kosten verbonden.) • Druk niet met kracht op de monitor. De kans bestaat dat de monitor hierdoor breekt of niet meer naar behoren functioneert. • Sommige gebruikers kunnen last krijgen van huiduitslag of eczeem, afhankelijk van hun fysieke conditie. Als zich iets onverwachts voordoet, de camera niet langer gebruiken en een arts raadplegen. Informatie over registratie van uw product Wij willen u graag optimaal van dienst zijn. Daarom vragen wij u vriendelijk om uw product te registreren. Het formulier hiervoor kunt u vinden op de bijgeleverde CD-ROM of op de website van PENTAX. Bij voorbaat dank voor uw medewerking. Raadpleeg de Handleiding PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO Laboratory 3 voor meer informatie.
3
e_kb464_84percent.book Page 4 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
4
Memo
e_kb464_84percent.book Page 5 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
5
Inhoudstafel VEILIG GEBRUIK VAN UW CAMERA .............................................................. 1 OVER DE CAMERA .......................................................................................... 1 BATTERIJGEBRUIK.......................................................................................... 2 Aandachtspunten tijdens het gebruik................................................................. 2 INHOUDSTAFEL ............................................................................................... 5 Samenstelling van de handleiding ................................................................... 11
Voor u de camera gaat gebruiken
13
Kenmerken van de camera e .......................................................... 14 De inhoud van het pakket controleren................................................... 16 Namen en functies van de onderdelen .................................................. 17 Opnamestand .................................................................................................. 18 Weergavestand................................................................................................ 20
Weergave van indicaties ......................................................................... 22 Monitor ............................................................................................................. 22 Zoeker.............................................................................................................. 28
Functie-instellingen wijzigen .................................................................. 30 Richtingsknoppen gebruiken ........................................................................... 30 Het bedieningspaneel gebruiken ..................................................................... 31 De Menu’s gebruiken ....................................................................................... 32
De Help-functie gebruiken ...................................................................... 34
Voorbereidingen
35
Draagriem bevestigen ............................................................................. 36 Batterijen plaatsen................................................................................... 37 Indicatie batterijniveau ..................................................................................... 39 Geschatte opslagcapaciteit voor opnamen en Weergavetijd (nieuwe batterijen) ........................................................................................... 39 Gebruik van de netvoedingsadapter (optioneel) .............................................. 40
De SD-geheugenkaart plaatsen/uitnemen ............................................. 42 Opnamepixels en Kwaliteitsniveau .................................................................. 44
Het objectief bevestigen.......................................................................... 46 De zoekerdioptrie aanpassen ................................................................. 48 De camera aan- en uitzetten ................................................................... 49 Standaardinstellingen ............................................................................. 50 De weergavetaal instellen................................................................................ 50 Datum en tijd instellen ..................................................................................... 54
e_kb464_84percent.book Page 6 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
6
Basisbediening
57
Basishandelingen bij opnamen .............................................................. 58 De camera vasthouden.................................................................................... 58 De camera de optimale instellingen laten bepalen .......................................... 59
Werken met een zoomobjectief .............................................................. 64 De ingebouwde flitser gebruiken ........................................................... 65 De flitsinstelling selecteren .............................................................................. 65 Corrigeren van de flitsintensiteit....................................................................... 70 Opnamen maken terwijl de flitser nog bezig is met opladen............................ 71
Foto’s weergeven..................................................................................... 72 Opnamen weergeven ...................................................................................... 72 Opnamen wissen ............................................................................................. 73
Opnamefuncties
75
Werken met de opnamefuncties............................................................. 76 Items instellen met richtingsknoppen............................................................... 76 Onderdelen van het menu Opname ................................................................ 77 Onderdelen van het menu Pers.instelling ........................................................ 78
De juiste opnamestand kiezen................................................................ 80 Opnamefunctie ................................................................................................ 81 H-stand ........................................................................................................ 82 Belichtingsfunctie ............................................................................................. 84
Belichting instellen .................................................................................. 85 Effect van diafragma en sluitertijd.................................................................... 85 Gevoeligheid instellen...................................................................................... 87 De belichtingsfunctie wijzigen .......................................................................... 89 De lichtmeetmethode selecteren ................................................................... 101 Belichting corrigeren ...................................................................................... 104
Scherpstellen ......................................................................................... 109 Autofocus gebruiken ...................................................................................... 109 De AF-modus instellen .................................................................................. 111 Het scherpstelkader instellen (AF-punt)......................................................... 113 Scherpstelling vastzetten (Scherpstelvergrendeling)..................................... 114 Handmatig scherpstelling wijzigen (Handmatig scherpstellen)...................... 116
Compositie, belichting en scherpstellen beoordelen vóór opname (Digitaal voorbeeld)........................................................ 119
e_kb464_84percent.book Page 7 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De functie Shake Reduction gebruiken om het effect van camerabeweging te voorkomen .................................................... 121 Opnamen maken met de functie Shake Reduction ....................................... 121 Opnamen maken met de zelfontspanner....................................................... 125 De afstandbediening gebruiken (optioneel) ................................................... 128
Continuopnamen ................................................................................... 130 Opnamen maken met digitale filters .................................................... 132
De flitser gebruiken
135
Flitseigenschappen bij elke belichtingsfunctie .................................. 136 Lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken...................................................... 136
Afstand en diafragma bij gebruik van de ingebouwde flitser..................................................................... 138 Compatibiliteit objectief met de ingebouwde flitser........................... 139 Gebruik van een externe flitser (optioneel) ......................................... 140
Opname-instellingen
149
De bestandsindeling instellen .............................................................. 150 JPEG-opnamepixels instellen ........................................................................ 150 Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen .............................................................. 151 De bestandsindeling instellen ........................................................................ 152
De functie van de knop g instellen ..................................................... 154 De methode voor afwerking van de opname instellen (Aangepaste opname) ........................................................................... 157 Extra opname-instellingen .................................................................... 159 Witbalans instellen ......................................................................................... 159 Kleurruimte instellen ...................................................................................... 164
Weergave-functies
165
Bediening van weergave-functies ........................................................ 166 Onderdelen van het menu Weergeven .......................................................... 166
Opnamen uitvergroten .......................................................................... 167 Weergave van meerdere opnamen tegelijk ......................................... 169 Scherm voor weergave van meerdere opnamen........................................... 169 Kalenderweergave/Mapweergave ................................................................. 171 Opnamen samenvoegen (Index) ................................................................... 172
Opnamen roteren ................................................................................... 175 Opnamen vergelijken............................................................................. 176
7
e_kb464_84percent.book Page 8 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
8
Diavoorstelling ....................................................................................... 177 Instellingen voor de diavoorstelling opgeven ................................................. 177 De diavoorstelling starten .............................................................................. 178
Meerdere opnamen wissen ................................................................... 180 Geselecteerde opnamen wissen ................................................................... 180 Een map wissen ............................................................................................ 182 Alle opnamen wissen ..................................................................................... 183
Opnamen beveiligen tegen wissen (Beveiligen)................................. 184 Afzonderlijke opnamen beschermen.............................................................. 184 Alle opnamen beveiligen................................................................................ 185
De camera aansluiten op audiovisuele apparatuur ............................ 186
Opnamen verwerken
187
De opnamegrootte wijzigen .................................................................. 188 Het aantal opnamepixels en het kwaliteitsniveau wijzigen (Formaat wijzigen) ......................................................................................... 188 Uitsneden maken (Bijsnijden) ........................................................................ 190
Opnamen verwerken met digitale filters.............................................. 192 RAW-opnamen bewerken...................................................................... 195 RAW-opnamen bewerken.............................................................................. 195
Afdrukken vanaf de Camera
199
Afdrukservice instellen (DPOF) ............................................................ 200 Afzonderlijke opnamen afdrukken ................................................................. 200 Instellingen voor alle opnamen ...................................................................... 202
Afdrukken met PictBridge..................................................................... 203 USB-aansluiting instellen ............................................................................... 204 Camera op de printer aansluiten ................................................................... 205 Afzonderlijke opnamen afdrukken ................................................................. 206 Alle opnamen afdrukken ................................................................................ 208 Opnamen afdrukken op basis van DPOF-instellingen ................................... 209 De USB-kabel loskoppelen ............................................................................ 209
e_kb464_84percent.book Page 9 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Camera-instellingen
211
Werken met het menu Set-up ............................................................... 212 Onderdelen van menu Set-up........................................................................ 212
SD-geheugenkaart formatteren ............................................................ 214 Instellingen opgeven voor het geluidssignaal, de datum en tijd en de weergavetaal .................................................................... 215 Het geluidssignaal in- en uitschakelen........................................................... 215 Datum/tijd en weergavestijl wijzigen .............................................................. 216 Wereldtijd instellen......................................................................................... 216 Weergavetaal instellen .................................................................................. 219
Weergave van monitor en menu’s aanpassen .................................... 220 Tekstformaat instellen.................................................................................... 220 De tijd voor weergave van Hulpdisplay instellen............................................ 220 De Statusweergave instellen ......................................................................... 221 De helderheid van de monitor aanpassen ..................................................... 221 De kleur van de monitor aanpassen .............................................................. 222 De weergave voor Momentcontrole instellen................................................. 222
Conventies instellen voor bestands-/mapnamen ............................... 224 De mapnaam selecteren................................................................................ 224 Bestandsnummer instellen ............................................................................ 224
Het video-uitgangssignaal en voedingsinstellingen selecteren ....... 225 Het video-uitgangssignaal selecteren ............................................................ 225 Automatisch uitschakelen instellen ................................................................ 225 Het batterijtype instellen ................................................................................ 226 De felheid van het aan/uit-lampje instellen .................................................... 227
Pixeluitlijning.......................................................................................... 228 Instellingen voor de opnamestand selecteren om op te slaan in de camera ........................................................................................... 229
Standaardinstellingen herstellen (Reset)
231
De menu’s Opname/Weergeven/Set-up resetten ................................ 232 Menu Pers. inst. herstellen ................................................................... 233
9
e_kb464_84percent.book Page 10 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
10
Bijlage
235
Standaardinstellingen ........................................................................... 236 Beschikbare functies bij verschillende objectiefcombinaties........... 240 Opmerkingen over [19. Diafragmaring gebruiken] ......................................... 241
De CCD schoonmaken .......................................................................... 243 Stof verwijderen door de CCD te schudden (Sensor stofvrij) ........................ 243 Stof detecteren op de CCD (Stofalarm) ......................................................... 244 Stof verwijderen met een blaaskwastje.......................................................... 246
Optionele accessoires........................................................................... 248 Foutberichten ......................................................................................... 252 Problemen oplossen.............................................................................. 255 Belangrijkste technische gegevens ..................................................... 258 Verklarende woordenlijst ...................................................................... 262 Index........................................................................................................ 267 GARANTIEBEPALINGEN....................................................................... 272
e_kb464_84percent.book Page 11 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
11
Samenstelling van de handleiding Deze handleiding bevat de volgende hoofdstukken. 1 Voor u de camera gaat gebruiken Beschrijft de kenmerken van de camera, accessoires en de namen en functies van de verschillende onderdelen.
2 Voorbereidingen Beschrijft uw eerste stappen, van de aankoop van de camera tot het maken van opnamen. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op.
3 Basisbediening
1 2 3
Legt de procedures uit voor het maken en weergeven van opnamen.
4 Opnamefuncties
4
Legt de functies voor het maken van opnamen uit.
5 De flitser gebruiken Legt het gebruik van de ingebouwde en de externe flitser uit.
5
6 Opname-instellingen Legt de procedures uit voor het configureren van beeldbewerking en het instellen van de indeling voor opslaan.
7 Weergave-functies Legt de procedures uit voor het weergeven, verwijderen en beveiligen van opnamen.
8 Opnamen verwerken Legt de procedures uit voor het wijzigen van de afbeeldingsgrootte, het gebruik van filters en het verwerken van opnamen die zijn gemaakt in RAW-indeling.
9 Afdrukken vanaf de Camera Legt de procedures uit voor het opgeven van afdrukinstellingen en het afdrukken van opnamen bij een rechtstreekse verbinding met de printer.
10 Camera-instellingen
6 7 8 9 10
Legt de procedures uit voor het wijzigen van de camera-instellingen, bijvoorbeeld die voor de monitor en de conventies voor het benoemen van afbeeldingsbestanden.
11 Standaardinstellingen herstellen (Reset)
11
Legt de procedures uit voor het resetten van alle instellingen naar de standaardinstellingen.
12 Bijlage Behandelt het oplossen van problemen en geeft een overzicht van afzonderlijk verkrijgbare accessoires en verschillende informatiebronnen.
12
e_kb464_84percent.book Page 12 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
12
De betekenis van de in deze handleiding gebruikte symbolen wordt hierna uitgelegd.
1
Geeft het nummer aan van de pagina waarnaar wordt verwezen voor een uitleg van het betreffende bedieningsonderdeel. Geeft nuttige informatie weer. Geeft aandachtspunten aan voor de bediening van de camera.
e_kb464_84percent.book Page 13 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
1
Voor u de camera gaat gebruiken Controleer de inhoud van het pakket en de namen en functies van de diverse onderdelen voor het gebruik.
Kenmerken van de camera e ..............................14 De inhoud van het pakket controleren .......................16 Namen en functies van de onderdelen ......................17 Weergave van indicaties .............................................22 Functie-instellingen wijzigen ......................................30 De Help-functie gebruiken ..........................................34
e_kb464_84percent.book Page 14 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
14
1
Kenmerken van de camera e
Voor u de camera gaat gebruiken
• Voorzien van een CCD van 23,5×15,7 mm met effectief ca. 10,2 miljoen pixels, voor een zeer hoge precisie en een groot dynamisch bereik. • Voorzien van Shake Reduction (SR), een systeem voor het reduceren van onscherpte door het bewegen van de sensor. Daarmee kunt u scherpe opnamen maken die minimaal worden beïnvloed door het bewegen van de camera, ongeacht het gebruikte objectief. • Voorzien van een zoeker die vergelijkbaar is met die van een conventionele kleinbeeldcamera, met een vergroting van ong. 0,85× en een beeldveld van ong. 96% voor comfortabeler handmatig scherpstellen. • Voorzien van een grote monitor van 2,7 inch met ca. 230.000 pixels, een grote beeldhoek, en een helderheids- en kleurenregeling voor een zo nauwkeurig mogelijke weergave. • Werkt op AA-lithiumbatterijen, oplaadbare AA Ni-MH batterijen of AA-alkalinebatterijen. • Voorzien van een Help-functie die u kunt raadplegen terwijl u de camera gebruikt. Als u niet weet hoe u een bepaalde functie moet gebruiken, drukt u op de knop g (Help) om een uitleg van de functie weer te geven op de monitor. Als u al vertrouwd bent met het functioneren van de camera, kunt u vier andere functies toewijzen aan de knop g, zodat de camera gemakkelijker te bedienen is. • Er is een gebruiksvriendelijk ontwerp toegepast op verschillende delen van de camera. Grote tekst, de monitor met een hoog contrast en de gebruiksvriendelijke menu’s maken de bediening van de camera eenvoudiger. • Op de CCD is een speciale SP-coating aangebracht die stofwerend is. Bij toepassing van de functie Sensor stofvrij wordt de CCD geschud om stof te verwijderen. • Voorzien van digitale filters voor het bewerken van de opname in de camera. Tijdens het maken van opnamen kunt u digitale filters toepassen zoals het zwart-witfilter en het soft-filter, maar u kunt er opnamen ook achteraf mee bewerken. • Met de functie Aangepaste opname kunt instellingen aanpassen terwijl een voorbeeld van de te maken opname wordt weergegeven, zodat u meer greep krijgt op wat u met de opname wilt bereiken. • Opnamen worden opgeslagen in de flexibele indeling JPEG of de kwalitatief hoogwaardige maar 100 procent bewerkbare RAW-indeling. RAW-opnamen kunnen gemakkelijk intern door de camera worden verwerkt. • Voorzien van de Gevoeligheidsvoorkeuze K die automatisch het diafragma en de sluitertijd aanpast aan een ingestelde gevoeligheid.
e_kb464_84percent.book Page 15 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
15 Het gebied dat door de camera wordt vastgelegd (de beeldhoek) is bij de e en 35 mmkleinbeeldreflexcamera’s verschillend, zelfs wanneer hetzelfde objectief wordt gebruikt. Dit komt doordat het formaat van kleinbeeldfilm en de CCD verschillend is. Afmetingen van kleinbeeldfilm en CCD 35 mm-kleinbeeldfilm : 36×24 mm e CCD : 23,5×15,7 mm
Omgekeerd moet de brandpuntsafstand van het gebruikte objectief op de e worden vermenigvuldigd met 1,5 om de brandpuntsafstand voor een kleinbeeldcamera te bepalen. (Voorbeeld) Wanneer een 300 mm-objectief wordt gebruikt op de e 300×1,5=450 De brandpuntsafstand is gelijk aan een 450 mm-objectief op een kleinbeeldcamera.
Shake Reduction (SR) Shake Reduction (SR) op de e is een oorspronkelijk PENTAX-systeem waarbij met behulp van een magneet de beeldsensor met hoge snelheid wordt bewogen om camerabeweging te compenseren. De camera kan enig geluid veroorzaken als hij heen en weer wordt geschud, bijvoorbeeld bij het wijzigen van een compositie. Dat is geen defect.
Help-functie De aanwijzingen die voor de Help-functie van de e worden weergegeven, zijn ontwikkeld voor gebruik met een DA- of een DA L-objectief. Als u een ander objectief gebruikt, waarvan de diafragmaring niet in de stand s (Auto) is gezet, zullen sommige aanwijzingen niet overeenkomen met de werkelijke situatie.
1 Voor u de camera gaat gebruiken
Bij gelijke beeldhoeken moet de brandpuntsafstand van een objectief dat voor een 35 mmkleinbeeldcamera wordt gebruikt, ongeveer 1,5 keer langer zijn dan die voor de e. Om een beeldhoek te bereiken die hetzelfde gebied bestrijkt, deelt u de brandpuntsafstand van het kleinbeeldobjectief door 1,5. (Voorbeeld) Om een zelfde opname te maken als met een 150 mm-objectief op een kleinbeeldcamera 150÷1,5=100 Gebruikt u een 100 mm-objectief bij de e.
e_kb464_84percent.book Page 16 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
16
De inhoud van het pakket controleren Bij de camera worden de volgende accessoires geleverd. Controleer of alle accessoires zijn meegeleverd.
1 Voor u de camera gaat gebruiken
Flitsschoenbeschermer FK (op de camera bevestigd)
Oogschelp FQ (op de camera bevestigd)
Bodydop (op de camera bevestigd)
USB-kabel I-USB7
Draagriem O-ST84
Software (CD-ROM) S-SW84
Vier AA lithiumbatterijen
Handleiding (deze handleiding)
e_kb464_84percent.book Page 17 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Namen en functies van de onderdelen
Flitsschoen
Aan/uit-lampje
1 Riembevestiging Spiegel
Kaartklep Richtteken objectiefvatting (rode punt)
AF-koppeling MF
AF
Objectiefontgrendelknop
Objectiefinformatiecontacten
Ingebouwde flitser
Dioptriecorrectieknop
Zoeker
UP
Klepje voor aansluitingen
Statiefaansluiting
LED voor lezen van/ schrijven naar kaart
Monitor
Ontgrendelknop van de batterijklep Batterijklep
* In de tweede afbeelding wordt de camera weergegeven zonder oogschelp FQ.
Voor u de camera gaat gebruiken
Zelfontspanner-LED/ Afstandsbedieningssensor
USB/video-aansluiting
17
e_kb464_84percent.book Page 18 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
18
Opnamestand Hieronder vindt u uitleg van de functie van knoppen, instelwielen en hendels die bij het maken van opnamen worden gebruikt.
1 Voor u de camera gaat gebruiken
Hier worden de fabrieksinstellingen besproken. Afhankelijk van de knop kunnen instellingen worden gewijzigd.
1
5
2
6
3
MF
AF
4
7
9 0 8 UP
a b c d e
e_kb464_84percent.book Page 19 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
19 1
g Knop (Help)
0
Geeft een uitleg van een functie of bewerking weer op de monitor. (p.34) U kunt ook andere functies toewijzen aan deze knop. (p.154)
Ontspanknop Indrukken om opnamen te maken. (p.62)
3
Hoofdschakelaar Bewegen om de camera uit en aan te zetten. (p.49)
4
Ontgrendelknop voor het objectief Indrukken om het objectief los te maken. (p.47)
5
b
c
8
d
K-knop
9
e-knop De sluitertijd, het diafragma, de gevoeligheid en de belichtingscorrectie instellen.
4 knop Het bedieningspaneel weergeven (p.23). Als het bedieningspaneel of een schermmenu wordt weergegeven, drukt u op de knop om het geselecteerde item te bevestigen.
Knop scherpstelfunctie
Indrukken om de ingebouwde flitser uit te klappen. (p.65)
3-knop Het menu [A Opnamemodus 1] weergeven (p.77). Druk vervolgens op de vierwegbesturing (5) om submenu’s weer te geven.
Functiekiezer
Schakelen tussen automatisch (p.109) en handmatig scherpstellen (p.116).
M knop De weergave van het statusscherm op de monitor in- en uitschakelen. (p.23)
Opnamestand wijzigen. (p.80)
7
Q-knop De weergavefunctie activeren. (p.72, p.166)
mc-knop Waarden voor belichtingscorrectie en diafragma instellen. (p.91, p.98, p.104)
6
a
e
Vierwegbesturing (2345) Het menu voor het instellen van Transportstand/Flitsinstelling/ Witbalans/Gevoeligheid openen (p.76). Als het bedieningspaneel of een schermmenu wordt weergegeven, verplaatst u de cursor of wijzigt u een item met de vierwegbesturing.
1 Voor u de camera gaat gebruiken
2
=-knop U kunt voor deze knop kiezen uit de functies voor het scherpstellen op het onderwerp en het vasthouden van de belichtingswaarde. (p.100, p.105, p.110)
e_kb464_84percent.book Page 20 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
20
Weergavestand Hieronder vindt u uitleg van de functie van knoppen, instelwielen en hendels die bij het weergeven van opnamen worden gebruikt.
1
3
Voor u de camera gaat gebruiken
1 2
MF
AF
4
UP
5 6 7 8 9 0
e_kb464_84percent.book Page 21 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
21 1
Ontspanknop
6
Halverwege indrukken om over te gaan naar de opnamefunctie.
2
Hoofdschakelaar Bewegen om de camera uit en aan te zetten. (p.49)
e-knop Een opname uitvergroten (p.167) of meerdere opnamen tegelijkertijd weergeven (p.169).
5
Q-knop
3-knop Indrukken om het menu [Q Weergeven 1] weer te geven (p.166). Druk vervolgens op de vierwegbesturing (5) om submenu’s weer te geven.
g Knop (Help) Geeft een uitleg van een functie of bewerking weer op de monitor. (p.34)
4
7
8
4 knop De in het menu of het weergavescherm geselecteerde instelling bevestigen.
9
Indrukken om over te gaan naar de opnamefunctie.
Vierwegbesturing (2345) De cursor verplaatsen of items wijzigen in menu’s of het weergavescherm.
0
i-knop Indrukken om opnamen te verwijderen. (p.73)
Verwijzingen naar knoppen In deze bedieningshandleiding wordt op de volgende manier verwezen naar de knoppen van de vierwegbesturing.
1 Voor u de camera gaat gebruiken
3
M knop Indrukken om opnamegegevens weer te geven op de monitor. (p.24)
e_kb464_84percent.book Page 22 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
22
Weergave van indicaties
Monitor 1 Voor u de camera gaat gebruiken
Afhankelijk van de camerastatus kunnen de volgende indicaties op de monitor worden weergegeven. Monitor
De helderheid en de kleurinstelling van de monitor kunnen worden aangepast. (p.221, p.222)
Bij het inschakelen of gebruik van de functiekiezer Bedieningsaanwijzingen worden gedurende 3 seconden (standaardinstelling) weergegeven op de monitor als de camera wordt ingeschakeld of de functiekiezer wordt gebruikt. Selecteer Uit bij [Hulpdisplay] in het menu [R Instellen 1] om geen indicaties weer te geven. (p.220)
P Automatisch bel.
1
programma
P 07/07/2008
2 1 2
Opnamestand (p.80) Wereldtijd (p.216) (alleen wanneer ingesteld op Bestemmingstijd)
10:30AM
3 3
Actuele datum en tijd (p.54)
e_kb464_84percent.book Page 23 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
23 Opnamestand Tijdens het maken van opnamen wordt het statusscherm weergegeven met de opname-instellingen van dat moment. Druk op de knop 4 om het bedieningspaneel weer te geven en instellingen te wijzigen. Statusscherm/Bedieningspaneel
1/ 1 0 0 0 F 11 AWB 1.0 OK
12345 +1 . 3 ISO AUTO3200
5 7
AF.A OFF
JPEG 10M
3
2
1
4
6 9
8
11
13
14
12
15
16
17
18
19
20
21
22
11
13
14
12
15
16
17
18
19
20
21
22
23
10
M
4 Scène Nachtopname
24 7
AWB 1.0
3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
3200
AF.A OFF
1 2
ISO AUTO
JPEG 10M
Opnamestand (p.80) Pictogram belichtingsgeheugen (p.105) Wereldtijd (p.216) Batterijniveau (p.39) Sluitertijd (p.85) Aantal te maken opnamen H Scène (p.82) Diafragma (p.85) Belichtingscorrectie (p.104) ISO-gevoeligheid (p.87) Flitsinstelling (p.65) Flitsbelichtingscorrectie (p.70)
10
13 14
Transportstand (p.76) Witbalans (p.159)
15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
Aangepaste opname (p.157) Scherpstelstand (p.109) Autobelichting (p.101) Shake Reduction (p.121) Digitaal filter (p.132) Bestandsindeling (p.152) JPEG-opnamepixels (p.150) JPEG-kwaliteit (p.151) Sleutel hulpdisplay Uitleg van de geselecteerde functie
1 Voor u de camera gaat gebruiken
(De items worden hier voor uitlegdoeleinden weergegeven. In werkelijkheid kan er iets anders worden weergegeven.)
e_kb464_84percent.book Page 24 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
24
1
• Instellingen die niet gewijzigd kunnen worden bij de huidige configuratie van de camera, kunnen niet worden geselecteerd. • Het statusscherm verdwijnt weer na de tijd die is ingesteld voor [3. Bedrijftijd lichtmtr] in het menu [A Pers.instelling 1] (standaard 10 seconden). Druk op de knop M om het statusscherm opnieuw weer te geven. • Als [21. Weergave statusscherm] in het menu [A Pers.instelling 3] is uitgeschakeld, wordt het statusscherm alleen weergegeven als op de knop M wordt gedrukt. (p.221)
Voor u de camera gaat gebruiken
Weergavestand De camera schakelt over naar weergave van andere informatie als u tijdens weergave op de knop M drukt. Standaard
Opnamen en indicaties worden weergegeven.
Histogramweergave
Opnamen en histogram (Helderheid/RGB) worden weergegeven.
Weergave van detail-info
Details van de opname-instellingen en het tijdstip van de opname worden weergegeven.
Geen infoweergave
Alleen opnamen worden weergegeven.
100-0001
100-0001
M
1/2000 F2.8
RGB
Standaard
Histogramweergave
M
M
M
P
100-0001 AF.S 24mm
1/2000 - 0.5 +1.5 F2.8 G2 A1 ISO 200 JPEG 10 AdobeRGB 07 / 07 / 2008 10 : 39 AM
Geen infoweergave
±0 ±0 ±0 ±0
Weergave van detail-info
De informatie die aanvankelijk tijdens weergave wordt weergegeven is dezelfde die als laatste werd weergegeven bij een vorige sessie. Het scherm [Standaard] kan altijd als eerste worden weergegeven door [Weergavefunctie] in te stellen op P (Uit) bij [Geheugen] (p.229) in het menu [A Opnamemodus 3].
e_kb464_84percent.book Page 25 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
25
Weergave van detail-info
P
1
100-0001
2
AF.S
±0 ±0 ±0 ±0
Rotatie-informatie Gemaakte opname Beveiligingsinstelling Capture mode (Opnamefunctie) Lichtmeting bij automatische belichting Flitsinstelling Sluitertijd Shake Reduction Transportstand Belichtingsbracket Diafragma Belichtingscorrectie Flitsbelichtingscorrectie Mapnummer-bestandsnummer Scherpstelling AF-veld Brandpuntsafstand objectief
15
16 17 18 19 20 21 22
18 19 20 21 22 23 24 25
Beeldtint Kleurverzadiging/Filtereffect Tint/Kleur aanpassen Contrast Scherpte/Fijne scherpte Gevoeligheid Witbalans GM-correctie (Witbalans instellen)
26
BA-correctie (Witbalans instellen)
27 28 29 30 31
Bestandsindeling JPEG opnamepixels JPEG kwal niveau Kleurgebied Datum en tijd opname
* De indicaties 6 en 13 worden alleen weergegeven bij flitsopnamen.
1 Voor u de camera gaat gebruiken
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
14 4
5 6 9 10 7 8 11 12 13 23 24 25 26 27 28 29 30 31
24mm 1/2000 - 0.5 +1.5 F2.8 G2 A1 ISO 200 JPEG 10 AdobeRGB 07 / 07 / 2008 10 : 39 AM
3
e_kb464_84percent.book Page 26 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Histogramweergave De e is uitgerust met twee histogramfuncties. Het “Helderheidshistogram” toont de verdeling van helderheid en het “RGB-histogram” toont de verdeling van de kleurintensiteit. Druk op de vierwegbesturing (23) om te schakelen tussen “Helderheidshistogram” en “RGB-histogram”.
1
1
2
Voor u de camera gaat gebruiken
100-0001
1 3 4
4 3
2 100-0001
23
7 8
6 23
6
9
RGB
5
5
Helderheidshistogram
1 2 3 4 5
Bestandsindeling Mapnummer-bestandsnummer (p.224) Beveiligingsinstelling (p.184) DPOF-instellingen (p.200) Histogram (Helderheid) (p.26)
RGB-histogram
6
Schakelen tussen Helderheidshistogram/RGB-histogram
7 8 9
Histogram (R) Histogram (G) Histogram (B)
* Indicatie 3 wordt alleen weergegeven bij de beveiligingsinstelling en indicatie 4 wordt alleen weergegeven bij opnamen met DPOF-instellingen.
Over- of onderbelichte gebieden knipperen als de waarschuwing [Licht/donker geb] is ingesteld op O (Aan) bij [Weergavefunctie] in het menu [Q Weergeven 2]. (p.168)
Het histogram gebruiken Een histogram toont de helderheidsverdeling van een opname. De horizontale as vertegenwoordigt helderheid (donker aan de linkerzijde en licht aan de rechterzijde) en de verticale as vertegenwoordigt het aantal pixels.
Aantal pixels →
26
(Donker) ← Helderheid → (Licht) Donkere gedeelten
Lichte gedeelten
e_kb464_84percent.book Page 27 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De vorm en de verdeling van het histogram vóór en na de opname maakt duidelijk of de belichting en het contrast al dan niet goed zijn. Op basis hiervan bepaalt u of belichtingscorrectie nodig is en of u de foto opnieuw moet maken. 1 Belichting corrigeren (p.104)
27
Inzicht in helderheid
Donkere opname
Opname met weinig donkere en heldere gebieden
Lichte opname
Als de opname te donker is, wordt het gedeelte links afgesneden (donkere delen zonder details) en als de opname te licht is, wordt het gedeelte rechts afgesneden (lichte delen zonder details). Lichte delen knipperen rood op de monitor en donkere delen knipperen geel als [Licht/donker geb] is ingeschakeld. 1 Opnamen weergeven (p.72) 1 De weergave voor Momentcontrole instellen (p.222)
Inzicht in kleurbalans De verdeling van de kleurenintensiteit wordt voor elke kleur weergegeven in het RGB-histogram. De rechterkant van de grafieken ziet er hetzelfde uit voor opnamen waarvoor ook de witbalans wordt aangepast. Als één kleur links disproportioneel aanwezig is, is die kleur te intens. 1 Witbalans instellen (p.159)
1 Voor u de camera gaat gebruiken
Als de helderheid goed is en er geen duidelijke over- en onderbelichte gebieden zijn, vertoont de grafiek in het midden een piek. Als de opname te donker is, bevindt de piek zich links; als de opname te licht is, bevindt de piek zich rechts.
e_kb464_84percent.book Page 28 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
28
Zoeker De volgende informatie wordt weergegeven in de zoeker.
1
2
Voor u de camera gaat gebruiken
1
1
3
4
5
6
7
8
9
10
11 1 2 3
4
5 6
7
8
AF-kader (p.48) Spotmeetkader (p.101) Flitserstatus (p.65) Brandt: flitser is gereed. Knippert: gebruik van de flitser wordt aangeraden, maar deze is nog niet ingeschakeld of wordt opgeladen. Pictogram voor opnamefunctie (p.80) Het pictogram voor de geselecteerde opnamefunctie verschijnt. U (Normaal in I), = (Portret), s (Landschap), q (Macro), \ (Bewegend onderw.), . (Portret bij nacht) Shake Reduction (p.121) Wordt weergegeven als de functie Shake Reduction wordt geactiveerd. Sluitertijd (p.85) Sluitertijd bij opname of instelling. Onderstreept wanneer de sluitertijd kan worden gewijzigd met de e-knop. Diafragmawaarde (p.85) Diafragmawaarde bij opname of instelling. Onderstreept wanneer de diafragmawaarde kan worden gewijzigd met de e-knop. Scherpstelindicatie (p.60) Brandt: als het onderwerp is scherpgesteld. Knippert: er is niet scherpgesteld op het onderwerp.
e_kb464_84percent.book Page 29 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
29 9
11
[9999] is het maximale aantal opnamen dat kan worden weergegeven in de zoeker. Zelfs als meer dan 10.000 opnamen kunnen worden gemaakt, wordt [9999] weergegeven.
1 Voor u de camera gaat gebruiken
10
Beschikbaar aantal opnamen/Belichtingscorrectie/Gevoeligheid Geeft het beschikbare aantal opnamen weer bij de huidige instellingen voor kwaliteit en opnamepixels. Het verschil met de juiste belichtingswaarde wordt weergegeven wanneer de belichtingsfunctie is ingesteld op a. (p.99) De ISO-gevoeligheid wordt weergegeven als op de knop 4 wordt gedrukt. (p.88) m: Belichtingscorrectie (p.104) Onderstreept wanneer de belichting kan worden gecorrigeerd met de e-knop terwijl op de knop mc wordt gedrukt. o: Gevoeligheid Onderstreept wanneer de gevoeligheid kan worden gewijzigd met de e-knop. Scherpstelstand (p.109) Wordt weergegeven bij instelling op \. Belichtingsgeheugen (p.105) Wordt weergegeven bij inschakeling van het belichtingsgeheugen.
e_kb464_84percent.book Page 30 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Functie-instellingen wijzigen
30
1 Voor u de camera gaat gebruiken
U kunt functie-instellingen wijzigen met de richtingsknoppen van de vierwegbesturing, het bedieningspaneel en de menu’s. De meest gebruikte functies kunnen worden ingesteld met de richtingsknoppen of het bedieningspaneel; minder gebruikelijke functies stelt u in via een menu. Sommige functies kunnen op meerdere manieren worden ingesteld (richtingsknoppen en bedieningspaneel of bedieningspaneel en menu). In dit gedeelte worden de basishandelingen beschreven voor het wijzigen van functie-instellingen.
Richtingsknoppen gebruiken Door in de opnamestand op de vierwegbesturing (2345) te drukken, kunt u de Transportstand, Flitsinstelling, Witbalans en Gevoeligheid instellen. (p.76) Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld de Flitsinstelling uitgelegd.
1
Druk op de vierwegbesturing (3) in de opnamestand. Het scherm [Flitsinstelling] verschijnt.
2
Selecteer een flitsinstelling met de vierwegbesturing (45). Flitsinstelling Auto ontladen
0.0
3
Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 31 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
31
Het bedieningspaneel gebruiken Tijdens het maken van opnamen kunt u de dan geldende instellingen controleren in het statusscherm. U kunt ook overschakelen naar het bedieningspaneel en instellingen wijzigen. Hieronder wordt het instellen van JPEG-kwaliteit uitgelegd als voorbeeld.
Controleer het statusscherm en druk dan op de knop 4.
=s q\
1/ 2 0 F5.6
Het bedieningspaneel wordt weergegeven. Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
AWB
123 ISO AUTO
400
AF.S OK
2
Selecteer met de vierwegbesturing (2345) een item waarvoor u de instelling wilt wijzigen.
OFF
JPEG 10M
Flitsinstelling Auto ontladen
U kunt geen items selecteren waarvan u de instelling niet kunt wijzigen.
AWB
ISO AUTO
400
AF.A OFF
3
Druk op de knop 4. Het instellingenvenster van het geselecteerde item wordt weergegeven.
JPEG 10M
JPEG kwal niveau
AWB
ISO AUTO
AF.A OFF
JPEG 10M
400
Voor u de camera gaat gebruiken
1
1
e_kb464_84percent.book Page 32 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
32
4
Selecteer een instelling met de vierwegbesturing (45).
128
JPEG kwal niveau
1 Voor u de camera gaat gebruiken
OK
5
OK
Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname. Nadat u zoals in stap 2 op p.31 de instelling hebt geselecteerd die u wilt wijzigen, kunt u die wijziging ook doorvoeren door aan de e-knop te draaien. Druk bij gedetailleerde instellingen, bijvoorbeeld parameters, op de knop 4 en breng dan wijzigingen aan.
De Menu’s gebruiken In dit gedeelte worden bedieningsmethoden besproken voor de menu’s [A Opnamemodus], [Q Weergeven], [R Instellen] en [A Pers.instelling]. Hieronder wordt bij wijze van voorbeeld het opgeven van instellingen voor [Ander schrpstpnt] in het menu [A Opnamemodus 2] uitgelegd.
1
Druk op de knop 3 in de opnamefunctie. Het menu [A Opnamemodus 1] wordt weergegeven op de monitor. Als u in de weergavestand op de knop 3 drukt, wordt het menu [Q Weergeven 1] weergegeven. Als u de functiekiezer instelt op H (Scène), wordt het menu [H Scène] weergegeven.
e_kb464_84percent.book Page 33 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
2
33 Druk op de vierwegbesturing (5).
3
Kies een onderdeel met de vierwegbesturing (23).
1 2 3 Aangepaste opname Digitaal filter Bestandsindeling JPEG opnamepixels JPEG kwal niveau RAW-formaat Kleurruimte MENU Einde
10M
1
PEF sRGB
1 2 3 AF-modus AF.A Autom. lichtmeting Ander schrpstpnt Momentcontrole 1sec
MENU
4
OFF
JPEG
Voor u de camera gaat gebruiken
Steeds als u op de vierwegbesturing drukt, wordt in deze volgorde een ander menu geopend: [A Opnamemodus 2], [A Opnamemodus 3], [Q Weergeven 1], [Q Weergeven 2], [R Instellen 1] ··· [A Pers.instelling 4]. Met de e-knop kunt u schakelen tussen de menu’s.
Einde
Druk op de vierwegbesturing (5). Beschikbare instellingen worden weergegeven. Druk op de vierwegbesturing (5) om naar het keuzemenu te gaan als er sprake is van een keuzemenu.
5
Selecteer een instelling met de vierwegbesturing (23).
1 2 3 AF-modus AF.S Autom. lichtmeting Ander schrpstpnt Momentcontrole
MENU
6
Annul.
OK
OK
Druk op de knop 4. De camera keert terug naar het menuscherm. Stel vervolgens andere items in. Druk op de knop 3 om het menu te sluiten en terug te keren naar het eerder weergegeven scherm. Als u op de 3-knop drukt en het menuscherm sluit maar de camera wordt verkeerd uitgeschakeld (bijvoorbeeld doordat de batterij wordt uitgenomen terwijl de camera aan staat), worden de instellingen niet opgeslagen.
e_kb464_84percent.book Page 34 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De Help-functie gebruiken
34
1 Voor u de camera gaat gebruiken
Als u niet zeker weet hoe een bepaalde functie werkt, kunt u een uitleg weergeven van de huidige procedure en de status van de camera door op de knop g (Help) te drukken. Er zijn Help-schermen in de volgende gevallen. • Capture mode (Opnamefunctie) • Weergavestand (weergave van één opname, weergave van meerdere opnamen tegelijkertijd, kalenderweergave, mapweergave en uitvergrote weergave)
1
Druk op de knop g. Er wordt een scherm ter bevestiging van de huidige status van de camera weergegeven. Als u in de weergavestand op de knop g hebt gedrukt, gaat u verder bij stap 3.
2
Druk nogmaals op de knop g. Het scherm met knoppen wordt weergegeven.
3
Druk op de knop waarbij u uitleg wilt. Er wordt een uitleg van de knop weergegeven. Als u op de knop = of op de ontspanknop drukt, wordt geen uitleg weergegeven, maar keert u terug naar de opnamestand.
Uitleg knoppen Druk op de nkop waarover u meer info wilt
Einde
4
Druk op de knop g of de knop 4. Druk op de knop g om het Help-scherm te sluiten. Druk op de knop 4 om terug te keren naar het scherm met knoppen.
Auto Picture Evalueert onderwerp automatisch om optimale opnamemodus te bepalen
Uitleg knoppen
OK
Einde
Behalve de Help-functie kunt u in de opnamestand ook andere functies toewijzen aan de knop Help g. Het is handig om andere functie onder handbereik te hebben als u eenmaal vertrouwd bent met het bedienen van de camera. (p.154)
e_kb464_84percent.book Page 35 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
2
Voorbereidingen In dit hoofdstuk worden de eerste stappen, van de aankoop van de camera tot het maken van opnamen beschreven. Lees dit hoofdstuk aandachtig door en volg alle aanwijzingen op. Draagriem bevestigen .................................................36 Batterijen plaatsen .......................................................37 De SD-geheugenkaart plaatsen/uitnemen .................42 Het objectief bevestigen ..............................................46 De zoekerdioptrie aanpassen .....................................48 De camera aan- en uitzetten .......................................49 Standaardinstellingen .................................................50
e_kb464_84percent.book Page 36 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Draagriem bevestigen
36
1
Trek het uiteinde van de riem door de riembevestiging en maak de riem vast aan de binnenkant van de gesp.
2 Voorbereidingen
2
Haal het andere uiteinde van de riem door de andere riembevestiging van de camera en maak de riem vast aan de binnenkant van de gesp.
e_kb464_84percent.book Page 37 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Batterijen plaatsen
37
Plaats batterijen in de camera. Gebruik vier AA-lithiumbatterijen, AA Ni-MH oplaadbare batterijen of AA-alkalinebatterijen. Bij deze camera worden AA-lithiumbatterijen geleverd om te controleren of de camera naar behoren werkt, maar ook sommige andere typen batterijen zijn geschikt. Gebruik de compatibele batterijen overeenkomstig het doel waarvoor ze bestemd zijn.
2 Kenmerken
AA-lithiumbatterijen
Meegeleverd bij de camera. Aanbevolen in koude klimaten.
AA Ni-MH oplaadbare batterijen
Deze batterijen zijn oplaadbaar en voordelig. Voor het opladen is een in de handel verkrijgbare batterijoplader vereist die compatibel is met deze batterijen.
AA-alkalinebatterijen
U kunt dit type batterijen overal verkrijgen wanneer de batterijen die u normaal gebruikt leeg zijn. Ze ondersteunen echter mogelijk niet alle camerafuncties onder bepaalde omstandigheden. We raden het gebruik ervan dan ook af, uitgezonderd in noodgevallen en om te controleren of de camera naar behoren werkt.
• De spanningskenmerken van nikkelmangaan-batterijen kunnen storingen veroorzaken. Om die reden wordt het gebruik ervan afgeraden. • AA-lithiumbatterijen en AA-alkalinebatterijen, die in deze camera kunnen worden gebruikt, zijn niet oplaadbaar. • Open de klep van het batterijcompartiment niet en verwijder de batterijen niet terwijl de camera aan staat. • Verwijder de batterijen wanneer u de camera langere tijd niet gebruikt. De batterijen kunnen anders gaan lekken. • Als datum en tijd niet juist zijn wanneer u na langere tijd nieuwe batterijen in de camera plaatst, volgt u de procedure voor “Datum en tijd instellen” (p.54). • Plaats de batterijen op de juiste wijze. Als de batterijen verkeerd zijn geplaatst, kan de camera beschadigd raken. Veeg de contactpunten van de batterijen schoon alvorens ze te plaatsen. • Vervang alle batterijen tegelijk. Combineer geen batterijen van verschillend type of merk, of oude met nieuwe. Anders kunnen er storingen ontstaan, bijvoorbeeld een onjuiste weergave van het batterijvermogen.
Voorbereidingen
Geschikte batterijen
e_kb464_84percent.book Page 38 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
38
2
1
Voorbereidingen
2
3
Houd de ontgrendelknop van het batterijcompartiment ingedrukt zoals afgebeeld (1) en schuif de klep in de richting van het objectief (2). Maak dan de klep open.
1
2
Plaats de batterijen volgens de poolaanduidingen +/– in het batterijcompartiment.
Druk de klep (1) omlaag tegen de batterijen en schuif hem in de afgebeelde richting (2) dicht.
1
2
Zorg ervoor dat de batterijklep goed gesloten is. De camera werkt niet als de batterijklep open is.
• Gebruik bij langdurig cameragebruik de netvoedingsadapterset K-AC84 (optioneel). (p.40) • Werkt de camera niet naar behoren na vervanging van de batterijen, controleer dan of de batterijen correct zijn geplaatst.
e_kb464_84percent.book Page 39 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
39
Indicatie batterijniveau U kunt de resterende levensduur van de batterij aflezen aan het symbool { op het statusscherm. {
brandt
:
Batterij is vol.
brandt
:
Batterij raakt leeg.
brandt
:
Batterij is bijna leeg.
¶ }
2
?
Voorbereidingen
¶ ¶ De camera schakelt zichzelf na deze melding [Batterij leeg] uit.
} of ? kan ook worden weergegeven als de batterij nog voldoende voeding levert, terwijl de camera wordt gebruikt bij een lage temperatuur of als u meerdere continuopnamen maakt. Schakel dan de camera uit en weer in. Als { wordt weergegeven, kunt u de camera weer gebruiken.
Geschatte opslagcapaciteit voor opnamen en Weergavetijd (nieuwe batterijen) Batterijen AA lithiumbatterijen Oplaadbare AAbatterijen (NiMH 2700 mAh) AA alkalinebatterijen
(temperatuur)
(23°C)
Normale opnamen 1650
Flitsfotografie
Weergavetijd
50% gebruik 100% gebruik 1000
800
750 minuten
( 0°C)
1400
850
690
640 minuten
(23°C)
1100
640
500
510 minuten
( 0°C)
750
500
350
430 minuten
(23°C)
360
260
160
350 minuten
( 0°C)
Niet van toepassing
Niet van toepassing
Niet van toepassing
240 minuten
De opslagcapaciteit (normale opnamen en flitsergebruik 50%) is gebaseerd op meetomstandigheden die in overeenstemming zijn met CIPA-normen en de andere waarden zijn gebaseerd op onze meetomstandigheden. In de praktijk kunnen afwijkingen van deze waarden optreden, al naar gelang de opnamefunctie en opnameomstandigheden.
e_kb464_84percent.book Page 40 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
40 • De prestaties van de batterijen kunnen bij lage temperaturen tijdelijk afnemen. Houd bij gebruik van de camera in een koud klimaat extra batterijen bij de hand, die u warm houdt in uw zak. Bij het bereiken van kamertemperatuur worden de batterijprestaties weer normaal. • Zorg dat u extra batterijen bij u hebt als u een verre reis maakt, opnamen maakt in een koud klimaat of een groot aantal opnamen maakt.
Gebruik van de netvoedingsadapter (optioneel)
2 Voorbereidingen
We adviseren u gebruik te maken van de netvoedingsadapterset K-AC84 (optioneel) als u de monitor langdurig gebruikt of de camera aansluit op de pc.
1
Controleer of de camera is uitgezet. Als er batterijen in de camera aanwezig zijn, opent u de klep van het batterijcompartiment en neemt u de batterijen uit de camera. Zie stap 1 op p.38.
2
3
Open de klep van het batterijcompartiment en vervolgens de klep (1) op de doorvoer van de voedingskabel aan de rechterkant van het batterijcompartiment.
Schuif het gelijkstroomkoppelstuk in het batterijcompartiment.
e_kb464_84percent.book Page 41 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
4
Geleid de voedingskabel van het gelijkstroomkoppelstuk als weergegeven in de afbeelding.
2 Sluit de batterijklep. Zie stap 3 op p.38.
6
Sluit de gelijkstroomconnector van de netvoedingsadapter aan op het gelijkstroomkoppelstuk.
8 6 7
7 8
Sluit het netsnoer aan op de netvoedingsadapter. Sluit het netsnoer aan op een stopcontact. • Zorg dat de camera is uitgeschakeld alvorens de netvoedingsadapter aan te sluiten of los te maken. • Controleer de aansluiting bij beide connectoren. De SD-geheugenkaart en gegevens raken beschadigd als de verbinding wordt verbroken terwijl de camera opneemt of gegevens leest. • Sluit de klep van de doorvoer van de voedingskabel als u de netvoedingsadapter niet gebruikt.
Lees vóór gebruik de handleiding van de netvoedingsadapterset K-AC84.
Voorbereidingen
5
41
e_kb464_84percent.book Page 42 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De SD-geheugenkaart plaatsen/uitnemen
42
Opnamen worden opgeslagen op een SD-geheugenkaart of een SDHCgeheugenkaart. (Beide kaarten worden vanaf nu aangeduid als SD-geheugenkaart.) Zorg dat de camera uit staat alvorens de SD-geheugenkaart (in de handel verkrijgbaar) te plaatsen of uit te nemen. • Verwijder de SD-geheugenkaart niet wanneer de LED voor schrijven naar/lezen van de kaart brandt. • Gebruik deze camera om SD-kaarten te formatteren (initialiseren) die nog niet eerder zijn gebruikt, of die in andere camera’s of digitale apparaten zijn gebruikt. Raadpleeg “SD-geheugenkaart formatteren” (p.214) voor informatie over formatteren.
2 Voorbereidingen
1
Schuif de kaartklep in de richting van de pijl (1) en open vervolgens de klep (2).
1 2
2
Breng de kaart volledig in met het etiket van de SD-geheugenkaart naar de monitor gericht.
Duw de SD-geheugenkaart iets naar binnen om deze uit te nemen.
e_kb464_84percent.book Page 43 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
3
43 Sluit de kaartklep (1) en schuif hem dan in de richting van de pijl (2). 2 1
2
• De SD-geheugenkaart is voorzien van een schuifje voor schrijfbeveiliging. Wanneer u het schuifje van de schrijfbeveiliging op LOCK zet, kunnen geen nieuwe gegevens worden weggeschreven naar de kaart, bestaande Schrijfbeveiliging gegevens op de kaart kunnen niet worden gewist en de kaart kan niet worden geformatteerd door de camera of een computer. • Pas op wanneer u de SD-geheugenkaart meteen na gebruik van de camera uitneemt: de kaart kan dan heet zijn. • Neem de SD-geheugenkaart niet uit en zet de camera niet uit terwijl er gegevens op de kaart worden opgeslagen of opnamen of geluidsbestanden worden weergegeven, of wanneer de camera met een USB-kabel is aangesloten op een computer. Hierdoor kunnen de gegevens verloren gaan of kan de kaart beschadigd raken. • Buig de SD-geheugenkaart niet en stel hem niet bloot aan hevige schokken. Houd de kaart uit de buurt van water en bewaar hem niet op een plaats met een hoge temperatuur. • Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren. De kaart kan hierdoor beschadigd kan raken en onbruikbaar worden. • Onder de volgende omstandigheden kunnen gegevens op de SD-geheugenkaart worden verwijderd. Wij aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor verwijderde gegevens (1) als de SD-geheugenkaart verkeerd wordt gebruikt door de gebruiker. (2) als de SD-geheugenkaart wordt blootgesteld aan statische elektriciteit of elektrische storingen. (3) als de SD-geheugenkaart lange tijd niet is gebruikt. (4) wanneer de SD-geheugenkaart wordt uitgenomen of de batterij wordt uitgenomen terwijl er gegevens op de kaart worden opgeslagen of aangesproken. • Als de SD-geheugenkaart lange tijd niet wordt gebruikt, kunnen de gegevens op de kaart onleesbaar worden. Sla regelmatig een reservekopie van belangrijke gegevens op een computer op. • Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij aan statische elektriciteit of elektrische storingen kan worden blootgesteld. • Gebruik of bewaar de kaart niet op plaatsen waar hij wordt blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht of aan snelle temperatuurschommelingen of condensatie. • Wilt u informatie over compatibele SD-geheugenkaarten, bezoek dan de website van PENTAX.
Voorbereidingen
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van een SD-geheugenkaart
e_kb464_84percent.book Page 44 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
44
2
• Nieuwe SD-geheugenkaarten moeten worden geformatteerd. Dit geldt ook voor SD-geheugenkaarten die in andere camera’s zijn gebruikt. 1 SD-geheugenkaart formatteren (p.214) • Als u een SD-geheugenkaart weggooit, weggeeft of verkoopt, zorg dan dat de gegevens op de kaart volledig zijn gewist of dat de kaart zelf wordt vernietigd als deze persoonlijke of gevoelige informatie bevat. Bij formattering van een SD-geheugenkaart worden de gegevens niet noodzakelijkerwijs gewist, zodat ze kunnen worden hersteld met speciale software voor gegevensherstel. Er zijn speciale programma’s voor het wissen van gegevens verkrijgbaar die de gegevens wel volledig wissen. In alle gevallen geldt dat het beheer van de gegevens op uw SD-geheugenkaart volledig voor eigen risico is.
Voorbereidingen
Opnamepixels en Kwaliteitsniveau Als JPEG de bestandsindeling is Kies het aantal pixels (grootte) en het kwaliteitsniveau (JPEG-compressiefactor) van de opnamen die passen bij wat u met de opnamen wilt gaan doen. Opnamen met een groter aantal opnamepixels of meer sterren (E) worden scherper afgedrukt. Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt (het aantal opnamen dat op een SD-geheugenkaart past) wordt kleiner bij grotere bestanden. De kwaliteit van de opname of afdruk hangt af van het kwaliteitsniveau, de belichting, de resolutie van de printer en een aantal andere factoren. Dat betekent dat u nooit meer dan de daarvoor benodigde hoeveelheid pixels hoeft te kiezen. Wanneer u bijvoorbeeld op briefkaartformaat wilt afdrukken, is i (1824×1216) voldoende. Geef instellingen op voor opnamepixels en kwaliteitsniveau die tegemoetkomen aan het doel van de opname. Kies het gewenste aantal opnamepixels en het kwaliteitsniveau voor JPEG-opnamen in het bedieningspaneel. 1 JPEG-opnamepixels instellen (p.150) 1 Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen (p.151)
e_kb464_84percent.book Page 45 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
45
JPEG-opnamepixels, JPEG-kwaliteitsniveau en geschatte opslagcapaciteit voor opnamen JPEG kwal niveau JPEG opnamepixels
C Best
D Beter
E Goed
231
343
586
J
(3872×2592)
P
(3008×2000)
387
570
974
i
(1824×1216)
902
1549
2627
Als RAW de bestandsindeling is Met de e kunt u opnamen opslaan in de flexibele indeling JPEG of de kwalitatief hoogwaardige maar bewerkbare RAW-indeling. Als RAW-indeling kunt u kiezen voor de oorspronkelijke PEF-indeling van PENTAX of de voor algemene doeleinden bestemde DNG-indeling (Digital Negative), ontwikkeld door Adobe Systems. Op een SD-kaart met een capaciteit van 1 GB kunt u maximaal 59 opnamen opslaan in PEF-indeling of 58 in DNG-indeling. 1 De bestandsindeling instellen (p.152)
2 Voorbereidingen
• Bovenstaande tabel geeft de geschatte opslagcapaciteit en opnametijd aan bij gebruik van een SD-geheugenkaart van 1 GB. • Bovenstaande waarden kunnen variëren, al naar gelang het onderwerp, opnameomstandigheden, opnamefunctie en SD-geheugenkaart, e.d.
e_kb464_84percent.book Page 46 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Het objectief bevestigen
46
2
Bevestig een passend objectief op de body van de camera. Als u een van de volgende objectieven met de e gebruikt, zijn alle belichtingsstanden beschikbaar. (a) DA-, DA L-, D FA-, FA J-objectieven (b) Objectieven met een diafragma s-stand (Auto), als de stand s wordt gebruikt
Voorbereidingen
Zet de camera uit alvorens het objectief te bevestigen of te verwijderen om onverwachte bewegingen van het objectief te voorkomen.
• Als objectieven die bij (b) zijn beschreven, worden gebruikt in een stand anders dan s, zijn sommige functies beperkt bruikbaar. Zie “Opmerkingen over [19. Diafragmaring gebruiken]” (p.241). • Bij de fabrieksinstellingen werkt de camera niet met andere objectieven en accessoires. Stel [19. Diafragmaring gebruiken] in het menu [A Pers.instelling 3] in op [Toegestaan] om ze wel te kunnen gebruiken. (p.241)
1 2
Controleer of de camera is uitgezet. Verwijder de bodydop (1) en de achterlensdop van het objectief (2). Zet een los objectief altijd met de vatting omhoog neer om beschadiging van de objectiefvatting te voorkomen.
3
Zorg dat de richttekens objectiefvatting (de rode puntjes) op de camera en het objectief tegenover elkaar liggen. Draai vervolgens het objectief met de klok mee tot het vastklikt. Draai het objectief, nadat u het op de body hebt bevestigd, tegen de klok in om te controleren of u het goed hebt gemonteerd.
e_kb464_84percent.book Page 47 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
4
47 Haal de frontdop van het objectief door de aangegeven delen naar binnen te duwen.
2
• Pentax kan niet aansprakelijk worden gesteld voor ongelukken, problemen en defecten die het gevolg zijn van het gebruik van objectieven van een ander merk. • De camerabody en objectiefvatting zijn voorzien van informatiecontacten en een AF-koppeling. Vuil, stof of corrosie kunnen problemen met het elektrische systeem of een incorrecte werking veroorzaken. U kunt de contacten indien nodig reinigen met een zachte, droge doek.
De bodydop (1) is een dop die krassen en stof voorkomt tijdens het transport. “Bodydop K” wordt separaat verkocht en kan worden vergrendeld.
Voorbereidingen
Als u het objectief wilt loskoppelen, houdt u de ontgrendelknop voor het objectief (3) ingedrukt en draait u het objectief tegen de wijzers van de klok in.
e_kb464_84percent.book Page 48 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De zoekerdioptrie aanpassen
48
Pas de zoekerdioptrie aan uw gezichtsvermogen aan. Wanneer u de zoekerinformatie niet goed kunt zien, schuift u de hendel voor de dioptrieaanpassing opzij. U kunt de dioptrie aanpassen van ca. –2,5 tot +1,5m-1.
2
1
Voorbereidingen
Kijk door de zoeker en schuif de dioptriecorrectieknop naar links of naar rechts. Duw tegen de dioptriecorrectieknop tot het AF-kader in de zoeker zo scherp mogelijk zichtbaar is. Richt de camera op een witte muur of een ander effen en helder verlicht oppervlak.
UP
AF-kader
• De oogschelp FQ is op de zoeker bevestigd wanneer de camera vanuit de fabriek wordt verzonden. De dioptrie-instelling is beschikbaar met de oogschelp FQ bevestigd, maar is eenvoudiger wanneer u de oogschelp verwijdert. • Trek de oogschelp FQ in de richting van de pijl om hem te verwijderen. Om de oogschelp FQ op de camera te bevestigen schuift u hem langs de groef op de zoeker. • Wanneer u de zoekerinformatie niet goed kunt zien, zelfs als u de knop voor de dioptrieaanpassing hebt ingesteld, gebruikt u de optionele dioptriecorrectielensadapter M. U kunt die adapter echter alleen gebruiken als u de oogschelp FQ verwijdert. (p.250) UP
e_kb464_84percent.book Page 49 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De camera aan- en uitzetten
1
49
Zet de hoofdschakelaar op [ON]. De camera wordt ingeschakeld. Zet de hoofdschakelaar op de stand [OFF] om de camera uit te zetten.
2 Voorbereidingen
• Zet de camera altijd uit wanneer deze niet in gebruik is. • De camera wordt automatisch uitgeschakeld als u er gedurende bepaalde tijd geen handelingen mee verricht. Als de camera automatisch wordt uitgeschakeld, schakelt u die weer in of verricht u één van de volgende handelingen. • Druk de ontspanknop tot halverwege in. • Druk op de knop Q. • Druk op de knop M. • Standaard wordt de camera automatisch uitgeschakeld na 1 minuut inactiviteit. U kunt die instelling wijzigen met de optie [Auto Uitsch.] in het menu [R Instellen 2]. (p.225)
e_kb464_84percent.book Page 50 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Standaardinstellingen
50
2 Voorbereidingen
De eerste keer dat de camera na aanschaf wordt aangezet, verschijnt het scherm [Language/ ] op de monitor. Volg de onderstaande procedure om de taal die wordt weergegeven op de monitor, en de actuele datum en tijd in te stellen. Als deze instellingen eenmaal zijn verricht, hoeven ze niet opnieuw te worden uitgevoerd bij het aanzetten van de camera. Als bij inschakeling van de camera het scherm [Datum instellen] verschijnt, volgt u de procedure in “Datum en tijd instellen” (p.54) om de datum en tijd in te stellen.
MENU
Cancel
OK
OK
Datum instellen 24h
Datumnotatie
dd/mm/jj
Datum
01 / 01 / 2008
Tijd
00 : 00 instellingen voltooid
MENU
Annul.
OK
OK
De weergavetaal instellen U kunt de taal kiezen waarin menu’s, foutberichten, enz. worden weergegeven. U hebt de keuze uit: Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Italiaans, Nederlands, Deens, Zweeds, Fins, Pools, Tsjechisch, Hongaars, Turks, Grieks, Russisch, Koreaans, Chinees (traditioneel/vereenvoudigd) en Japans.
1
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om de gewenste taal te selecteren.
MENU
Annul.
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 51 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
2
51 Druk op de knop 4. Het scherm [Basisinstellingen] voor de geselecteerde taal verschijnt. Druk twee keer op de vierwegbesturing (3) en ga verder bij stap 10 van p.52 als u [Thuistijd] niet hoeft aan te passen.
Basisinstellingen Nederlands Amsterdam Tekstformaat
Stand.
instellingen voltooid MENU
2 Druk op de vierwegbesturing (3).
Voorbereidingen
3
Annul.
De cursor gaat naar W.
4
Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [W Thuistijd] wordt weergegeven.
5
Selecteer met de vierwegbesturing (45) een plaats.
Thuistijd
Amsterdam Zomertijd MENU Annul.
6
OK
OK 10:39AM
Druk op de vierwegbesturing (3). De cursor gaat naar [Zomertijd] (DST).
7 8
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45). Druk op de knop 4. Het scherm [Basisinstellingen] verschijnt weer.
9
Druk op de vierwegbesturing (3). De cursor gaat naar [Tekstformaat].
e_kb464_84percent.book Page 52 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
52
10
Druk op de vierwegbesturing (5) en selecteer [Stand.] of [Groot] met de vierwegbesturing (23). Als u [Groot] selecteert, wordt het geselecteerde menu-item uitvergroot.
Basisinstellingen Nederlands Amsterdam Stand. Groot instellingen voltooid
Tekstformaat
MENU
2 Voorbereidingen
11 12
Annul.
OK
OK
Druk op de knop 4. Selecteer [instellingen voltooid] met de vierwegbesturing (3).
Basisinstellingen Nederlands Amsterdam Tekstformaat
Stand.
instellingen voltooid MENU
13
Annul.
OK
OK
Druk op de knop 4. Het scherm [Datum instellen] verschijnt. In deze handleiding worden de menuschermen vanaf nu beschreven met [Tekstformaat] ingesteld op [Stand.].
e_kb464_84percent.book Page 53 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
53 Als er een verkeerde taal is ingesteld Als u per ongeluk in het scherm [Language/ ] een verkeerde taal selecteert en verder gaat naar het scherm [Datum instellen], kunt u met de volgende procedure de juiste taal instellen. Als u de opnamestand van de camera al hebt geactiveerd (en de camera gereed is voor het maken van een opname), voert u de volgende handelingen van stap 2 uit om de juiste taal in te stellen.
1
3 4 5 6
Het scherm rechts is een voorbeeld van de weergave van de Hulpdisplay. Wat precies wordt weergegeven is afhankelijk van de geselecteerde taal. Bedieningsaanwijzingen worden gedurende 3 seconden weergegeven op de monitor.
υΈ Έρθ P ίυ ু൲ ൲Ⴚ Ⴚ
P 2008/01/01
00:00
Druk één keer op de knop 3. [A 1] wordt weergegeven op de tab langs de bovenrand. H wordt weergegeven als de functiekiezer is ingesteld op H.
Druk vijf keer op de vierwegbesturing (5). [R 1] wordt weergegeven op de tab langs de bovenrand. Druk zes keer op de vierwegbesturing (5) als de functiekiezer is ingesteld op H.
Selecteer [Language/
] met de vierwegbesturing (3).
Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Language/
] verschijnt.
Kies de gewenste taal met de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4. Het menu [R Instellen 1] wordt weergegeven in de geselecteerde taal. Raadpleeg de volgende pagina’s om zo nodig de gewenste plaats voor [Thuistijd] en datum en tijd in te stellen. • Thuistijd wijzigen: “Wereldtijd instellen” (p.216) • Datum en tijd wijzigen: “Datum/tijd en weergavestijl wijzigen” (p.216)
2 Voorbereidingen
2
Druk één keer op de knop 3 om de Hulpdisplay weer te geven op de monitor.
e_kb464_84percent.book Page 54 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
54 • Als er geen instellingen zijn voor [Thuistijd] en de datum en tijd, zal het scherm [Basisinstellingen] of het scherm [Datum instellen] worden weergegeven wanneer de camera weer wordt ingeschakeld. • Als u nog niet bent verdergegaan naar het scherm [Datum instellen], kunt u in het scherm [Language/ ] opnieuw een taal kiezen met de vierwegbesturing (5).
Datum en tijd instellen 2 Voorbereidingen
Stel de actuele datum en tijd en de weergavestijl in.
1
Druk op de vierwegbesturing (5). Het kader wordt verplaatst naar [dd/mm/jj].
2
Gebruik de vierwegbesturing (23) om de datumstijl te kiezen.
Datum instellen 24h
Datumnotatie
dd/mm/jj
Datum
01 / 01 / 2008
Tijd
00 : 00 instellingen voltooid
MENU
3
Annul.
OK
OK
Druk op de vierwegbesturing (5). Het kader wordt verplaatst naar [24h].
4
Selecteer 24h (24-uurs weergave) of 12h (12-uurs weergave) met de vierwegbesturing (23).
Datum instellen Datumnotatie
24h
dd/mm/jj
Datum
01 / 01 / 2008
Tijd
00 : 00 instellingen voltooid
MENU
5
Druk op de vierwegbesturing (5). Het kader keert terug naar [Datumnotatie].
Annul.
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 55 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
6
55 Druk op de vierwegbesturing (3). Het kader wordt verplaatst naar [Datum].
7
Druk op de vierwegbesturing (5). Het kader gaat naar de maand.
8
Stel de maand in met de vierwegbesturing (23).
dd/mm/jj
Datum
01 / 01 / 2008
Tijd
00 : 00 instellingen voltooid
MENU
9
Selecteer [instellingen voltooid] met de vierwegbesturing (3).
24h
Datumnotatie
Annul.
OK
OK
Datum instellen Datumnotatie
24h
dd/mm/jj
Datum
01 / 01 / 2008
Tijd
00 : 00 instellingen voltooid
MENU
10
Annul.
OK
OK
Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname. Als u de datum en tijd hebt ingesteld met de menubesturing, gaat u terug naar het menu [R Instellen 1]. Klik in dat geval op de knop 3. Als u op de knop 3 drukt tijdens het aanpassen van de instelling voor tijd, worden de tot dan toe opgegeven instellingen geannuleerd en wordt de opnamefunctie geactiveerd. Als de camera wordt aangezet zonder dat instellingen zijn opgegeven voor datum en tijd, verschijnt het scherm [Datum instellen], mits de basisinstellingen zijn voltooid. U kunt de datum ook achteraf instellen met behulp van menubesturing. (p.216)
• Als u in stap 10 op de knop 4 drukt, wordt de klok van de camera teruggezet op 00 seconden. Om de exacte tijd in te stellen, drukt u op de knop 4 wanneer het tijdsignaal (op TV, radio, e.d.) precies 00 seconden aangeeft. • U kunt de taal-, datum- en tijdinstellingen wijzigen met de menubesturing. (p.216, p.219)
2 Voorbereidingen
Stel de dag en het jaar op dezelfde wijze in. Stel vervolgens de tijd in. Als u [12h] selecteert bij stap 4, verandert de aanduiding in am (vóór de middag) of pm (na de middag), al naar gelang het tijdstip.
Datum instellen
e_kb464_84percent.book Page 56 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
56
Memo
e_kb464_84percent.book Page 57 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
3
Basisbediening In dit hoofdstuk wordt de basisbediening uitgelegd voor het maken van opnamen als de functiekiezer op I (Autom. opname) is gezet om succesvol opnamen te maken. Raadpleeg de hoofdstukken vanaf hoofdstuk 4 voor informatie over geavanceerde functies en instellingen voor opnamen.
Basishandelingen bij opnamen ..................................58 Werken met een zoomobjectief ..................................64 De ingebouwde flitser gebruiken ...............................65 Foto’s weergeven .........................................................72
e_kb464_84percent.book Page 58 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
58
Basishandelingen bij opnamen
De camera vasthouden Hoe u de camera vasthoudt, is van belang bij het maken van opnamen. • Houd de camera stevig met beide handen vast. • Druk de ontspanknop voorzichtig helemaal in wanneer u een opname maakt.
3 Basisbediening Horizontale positie
Verticale positie
• Om te voorkomen dat de camera beweegt tijdens het maken van de opname, kunt u met de camera steun zoeken op of tegen een vast object (bijvoorbeeld een tafel, muur of boom). • Hoewel er individuele verschillen tussen fotografen bestaan, is de sluitertijd voor een camera die in de hand wordt gehouden in de regel 1/(brandpuntsafstand ×1,5). De sluitertijd is bijvoorbeeld 1/75 seconde bij een brandpuntsafstand van 50 mm en 1/150 seconde bij een brandpuntsafstand van 100 mm. Gebruik bij langere sluitertijden een statief of de functie Shake Reduction (p.121). • Door bij het maken van een opname met een teleobjectief een statief te gebruiken dat zwaarder is dan het totale gewicht van de camera en het objectief, voorkomt u dat de camera beweegt. • Gebruik de functie Shake Reduction niet als u een statief gebruikt. (p.122)
e_kb464_84percent.book Page 59 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
59
De camera de optimale instellingen laten bepalen De e is uitgerust met verschillende opnamefuncties, scherpstelfuncties en transportfuncties om tegemoet te komen aan al uw wensen op het gebied van fotografie. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u opnamen maakt door eenvoudigweg op de ontspanknop te drukken.
1
Zet de functiekiezer op I. De camera bepaalt de meest geschikte opnamefunctie voor het onderwerp. 1 De juiste opnamestand kiezen (p.80)
3 Basisbediening
2
Zet de scherpstelfunctieknop op =. De scherpstelfunctie verandert in = (Autofocus). Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt in de stand =, wordt automatisch scherpgesteld. (p.109)
MF
AF
e_kb464_84percent.book Page 60 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
60
3
Kijk door de zoeker voor een beeld van het onderwerp. U kunt een zoomlens gebruiken voor een andere grootte van het onderwerp in de zoeker. 1Werken met een zoomobjectief (p.64) MF AF
3
4
Basisbediening
Breng het onderwerp binnen het AF-kader en druk de ontspanknop tot halverwege in. Het autofocussysteem treedt in werking. De scherpstelindicatie ] verschijnt in de zoeker zodra het onderwerp binnen het scherpstelbereik komt. In de stand I (Autom. opname) wordt automatisch de optimale opnamestand geselecteerd uit de standen U (Standaard)/ = (Portret)/s (Landschap)/q (Macro)/\ (Bewegend onderw.)/. (Portret bij nacht). De flitser klapt automatisch uit wanneer dit nodig is. 1 De ontspanknop bedienen (p.62) 1 Onderwerpen waarop moeilijk automatisch kan worden scherpgesteld (p.63) 1 De ingebouwde flitser gebruiken (p.65) Flitserstatus Scherpstelindicatie
5
Druk de ontspanknop helemaal in. De opname wordt gemaakt.
e_kb464_84percent.book Page 61 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
6
61 Bekijk de opname op de monitor. Na de opname wordt deze gedurende één seconde op de monitor weergegeven (Momentcontrole). 1 De weergave voor Momentcontrole instellen (p.222) Tijdens de momentcontrole kunt u de opname uitvergroten door te drukken op de e-knop. (p.167) Tijdens de momentcontrole kunt u de opname wissen door te drukken op de knop i. (p.73)
3
• U kunt de camera ook zo instellen dat er automatisch wordt scherpgesteld als u op de knop = drukt, op dezelfde manier als bij het tot halverwege indrukken van de ontspanknop. (p.110) • U kunt een voorbeeld bekijken op de monitor, en de compositie, belichting en scherpstelling beoordelen voordat u opnamen maakt. (p.119) • De zoekerindicaties blijven aan terwijl u de ontspanknop tot halverwege indrukt en ze blijven nog circa 10 seconden (standaardinstelling) zichtbaar terwijl de timer voor de belichtingsmeting is ingeschakeld, zelfs nadat u de knop hebt losgelaten. (p.28, p.103)
Basisbediening
Wissen
e_kb464_84percent.book Page 62 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
62 De ontspanknop bedienen De ontspanknop heeft twee standen.
Niet ingedrukt
3
Half ingedrukt (eerste stand)
Helemaal ingedrukt (tweede stand)
Basisbediening
Als u de ontspanknop tot halverwege indrukt (eerste stand), worden de indicaties in de zoeker ingeschakeld en werkt het autofocussysteem. Als u de ontspanknop volledig indrukt (tweede stand), wordt de opname gemaakt. • Wanneer u een opname wilt maken, moet u de ontspanknop voorzichtig indrukken om camerabeweging te voorkomen. • Oefen het tot halverwege/helemaal indrukken van de ontspanknop goed in om te leren waar de eerste positie is.
e_kb464_84percent.book Page 63 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
63 Onderwerpen waarop moeilijk automatisch kan worden scherpgesteld Het autofocus-mechanisme is niet perfect. Scherpstellen kan moeilijk zijn bij het maken van opnamen onder de volgende omstandigheden. Deze zijn ook van toepassing op handmatig scherpstellen met de scherpstelindicatie ] in de zoeker.
Wanneer niet automatisch kan worden scherpgesteld op het onderwerp, stelt u de scherpstelfunctieknop in op \ en gebruikt u de handmatige scherpstelfunctie om via het matglas in de zoeker scherp te stellen op het onderwerp. (p.117) Wanneer (e) en (f) van toepassing zijn, is mogelijk niet scherpgesteld op het onderwerp, zelfs wanneer de ] (scherpstelindicatie) wordt weergegeven.
3 Basisbediening
(a) Onderwerpen met een uitzonderlijk laag contrast, zoals een witte muur, binnen het scherpstelkader. (b) Onderwerpen die weinig licht reflecteren binnen het scherpstelkader. (c) Onderwerpen die snel bewegen. (d) Sterk weerkaatst licht of sterk tegenlicht (lichte achtergrond). (e) Patronen met verticale of horizontale lijnen die binnen het scherpstelkader vallen. (f) Verscheidene onderwerpen op voor- en achtergrond binnen het scherpstelkader.
e_kb464_84percent.book Page 64 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Werken met een zoomobjectief
64
Vergroot het onderwerp (tele-opname) of leg een groter gebied vast (groothoek) met een zoomobjectief. Stel het onderwerp in op de gewenste grootte en maak de opname.
1 3
Draai de zoomring rechtsom of linksom. Draai de zoomring met de klok mee naar de telestand of tegen de klok in naar de groothoekstand.
Basisbediening
MF AF
Groothoek
Tele
• De beeldhoek wordt groter naarmate de brandpuntsafstand kleiner wordt. Hoe groter het getal, des te sterker het beeld wordt vergroot. • Power Zoom-functies (Image Size Tracking, Zoom Clip en Auto Zoom Effect) zijn niet compatibel met deze camera.
e_kb464_84percent.book Page 65 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De ingebouwde flitser gebruiken
65
Maak als volgt opnamen bij slecht licht of tegenlicht of wanneer u de ingebouwde flitser handmatig wilt gebruiken. De ingebouwde flitser werkt optimaal bij een afstand van circa 0,7 m tot 5 m tot het onderwerp. Bij een afstand van minder dan 0,7 m wordt de belichting niet juist ingesteld en kan er vignettering (de hoeken van de opname worden zwart vanwege een gebrek aan licht) optreden (deze afstand varieert enigszins, afhankelijk van het gebruikte objectief en de ingestelde gevoeligheid (p.138)).
Compatibiliteit van ingebouwde flitser en objectief
• Verwijder de zonnekap wanneer u de ingebouwde flitser gebruikt. • Bij objectieven die geen functie hebben voor het instellen van de diaframaring op het objectief op s (automatisch), flitst de ingebouwde flitser volledig.
De flitsinstelling selecteren Flitsinstelling
Functie
g
Auto ontladen
De camera meet automatisch het omgevingslicht en de ingebouwde flitser klapt uit. Indien nodig klapt de flitser automatisch uit en flitst hij automatisch, bijvoorbeeld als u een sluitertijd gebruikt waarbij de kans groot is dat de camera wordt bewogen of bij opnamen met tegenlicht (maar niet als s (Landschap), \ (Bewegend onderw.) of l (Nachtsnapshot) actief zijn in de stand H (Scène)). De flitser kan worden uitgeklapt zonder af te gaan als de camera constateert dat flitsen niet nodig is.
b
Flitser aan
Hiermee flitst u handmatig. De flitser werkt alleen wanneer deze is uitgeklapt.
i
Auto + Anti Rode Er wordt een voorflits gegeven (anti rode ogen) voordat de flitser Ogen automatisch afgaat. Flits aan + rode
Hiermee flitst u handmatig. Er wordt een voorflits gegeven (anti rode ogen) voordat de flitser afgaat.
Draadloze bediening
U kunt u speciale externe flitser synchroniseren (AF540FGZ of AF360FGZ) zonder synchronisatiesnoer.
D ogen r
3 Basisbediening
Afhankelijk van het gebruikte objectief en de opnamecondities kan vignettering optreden. Wij raden u aan een testopname te maken om dit te controleren. 1 Compatibiliteit objectief met de ingebouwde flitser (p.139)
e_kb464_84percent.book Page 66 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
66
1
Druk op de vierwegbesturing (3) in de opnamestand. Het scherm [Flitsinstelling] verschijnt.
2 3
Selecteer een flitsinstelling met de vierwegbesturing (45).
Basisbediening
Draai aan de e-knop voor flitsbelichtingscorrectie. (p.70) Wanneer de functiekiezer is ingesteld op e, K, b, c of a, worden g en i grijs weergegeven en kunt u ze niet selecteren.
Flitsinstelling Auto ontladen
0.0
3
Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 67 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
67 Automatisch flitsen gebruiken g, i (automatisch uitklappen van de flitser)
1
Zet de functiekiezer op H, I, =, q of .. De flitser wordt uitgeschakeld als u A (Nachtopname), K (Zonsondergang), n (Podiumbelichting), m (Kaarslicht) of E (Museum) selecteert in de stand H (Scène). De flitser klapt niet automatisch uit bij selectie van l (Nachtsnapshot) in de stand H (Scène).
2
Druk de ontspanknop tot halverwege in.
3
Druk de ontspanknop helemaal in. De opname wordt gemaakt.
4
Druk op het afgebeelde deel van de flitser om deze in te klappen.
U schakelt tussen automatisch flitsen en Flits Aan door te drukken op de knop K terwijl de ingebouwde flitser is uitgeklapt.
3 Basisbediening
De ingebouwde flitser klapt indien nodig uit en wordt opgeladen. Wanneer de flitser volledig is opgeladen, verschijnt b in de zoeker. (p.28)
e_kb464_84percent.book Page 68 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
68 De stand Flits Aan gebruiken b, D
1
Druk op de K knop.
De ingebouwde flitser klapt uit en wordt opgeladen. Flits Aan wordt gebruikt ongeacht de flitsinstelling. Wanneer de flitser volledig is opgeladen, wordt b weergegeven in de zoeker. (p.28)
3 Basisbediening
2
Druk de ontspanknop helemaal in. De flitser gaat af en de opname wordt gemaakt.
3
Duw de flitser omlaag om deze in te klappen. Als de functiekiezer is ingesteld op a (Filtser UIT), klapt de ingebouwde flitser niet open, zelfs niet als u op de knop K drukt.
e_kb464_84percent.book Page 69 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
69 Anti rode ogen gebruiken Flitser
3 Basisbediening
Wanneer in een donkere omgeving opnamen met de flitser worden gemaakt, kunnen de ogen van het onderwerp rood overkomen. Dit wordt veroorzaakt door de weerspiegeling van de elektronische flitser in het netvlies. Deze weerspiegeling treedt op doordat pupillen in het donker wijder zijn. U kunt rode ogen niet voorkomen, maar met de volgende maatregelen kunt u er wel iets tegen doen. • Maak de omgeving lichter voor de opname. • Stel in op een grote hoek en maak de opname van dichterbij wanneer u een zoomobjectief gebruikt. • Gebruik een flitser die anti rode ogen ondersteunt. • Wanneer u een externe flitser gebruikt, zet u deze zo ver mogelijk weg van de camera. De functie tegen rode ogen van deze camera vermindert het rode-ogeneffect door tweemaal te flitsen. Met anti rode ogen wordt er een voorflits gegeven net voordat de sluiter ontspant. Dit vermindert de verwijding van pupillen. De hoofdflits wordt vervolgens gegeven op het moment dat de pupillen kleiner zijn, waardoor het rode-ogeneffect afneemt. Als u de functie Anti rode ogen wilt gebruiken in de opnamefunctie of de stand H (Scène), selecteert u D of F. Stel de functie in andere standen in op F.
e_kb464_84percent.book Page 70 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
70 Opnamen met daglichtsynchronisatie Bij daglicht voorkomt de flitser schaduwen wanneer u een portretfoto maakt van iemand met schaduwen over het gezicht. Het gebruik van de flitser op deze manier wordt daglichtsynchronisatie genoemd. Bij daglichtsynchronisatie wordt de functie Flitser aan gebruikt. Opnamen maken 1 Klap de flitser handmatig uit en controleer of de flitsfunctie is ingesteld op E. (p.68) 2 Controleer of de flitser volledig is opgeladen. 3 Maak een opname.
3 Basisbediening
Zonder daglichtsynchronisatie
Met daglichtsynchronisatie
Als de achtergrond te helder is, kan de opname worden overbelicht.
Corrigeren van de flitsintensiteit U kunt de flits instellen in een bereik van –2.0 tot +1.0. De flitscorrectiewaarden zijn als volgt bij 1/2 LW en 1/3 LW. Trapinterval
Flitscorrectie
1/2LW
–2.0, –1.5, –1.0, –0.5, 0.0, +0.5, +1.0
1/3LW
–2.0, –1.7, –1.3, –1.0, –0.7, –0.3, 0.0, +0.3, +0.7, +1.0
Stel de trapinterval in bij [1. LW-stappen] (p.105) in het menu [A Pers.instelling 1].
e_kb464_84percent.book Page 71 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Stel de flitscorrectiewaarde in het scherm [Flitsinstelling] in met behulp van de e-knop.
71
Flitsinstelling Auto ontladen
0.0
OK
OK
Opnamen maken terwijl de flitser nog bezig is met opladen U kunt opnamen maken terwijl de flitser nog wordt opgeladen. Stel [Aan] in voor [14. Ontspant bij opladen] in het menu [A Pers.instelling 2] (p.78). Bij de standaardinstelling kunt u geen opnamen maken terwijl de flitser wordt opgeladen. 14.Ontspant bij opladen Uit Aan
Ontspannen mogelijk tijdens opladen van ingebouwde flitser
3 Basisbediening
• Wanneer de maximale flitsopbrengst wordt overschreden indien deze is gecorrigeerd in de plusrichting (+), wordt er geen correctie toegepast. • Corrigeren in de minrichting (–) heeft mogelijk geen effect wanneer het onderwerp te dichtbij is, het diafragma klein is of de gevoeligheid hoog is. • Flitscorrectie werkt ook bij gebruik van een externe flitsers die Automatisch P-DDL-flitsen ondersteunen.
e_kb464_84percent.book Page 72 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Foto’s weergeven
72
Opnamen weergeven U kunt opnamen weergeven op de camera. Met de meegeleverde software PENTAX PHOTO Browser 3 kunt u opnamen weergeven op een computer. Raadpleeg de “Handleiding PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO Laboratory 3” voor meer informatie.
3 Basisbediening
1
Druk na het maken van een opname op de Q knop. De laatst gemaakte opname (die met het hoogste bestandsnummer) wordt weergegeven op de monitor. Druk tijdens weergave op de knop M om informatie weer te geven, bijvoorbeeld opnamegegevens van de weergegeven opname. Zie p.24 en p.26 voor diverse informatie over weergave.
2
Druk op de vierwegbesturing (45). 4: De vorige opname wordt weergegeven. 5: De volgende opname wordt weergegeven.
Zie “Bediening van weergave-functies” (p.166) voor verdere bijzonderheden van de weergavefunctie.
e_kb464_84percent.book Page 73 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
73
Opnamen wissen U kunt één opname per keer wissen. • Gewiste opnamen kunnen niet meer worden teruggehaald. • Beveiligde opnamen kunnen niet worden gewist.
1 2
Druk op de Q knop en selecteer de opname die u wilt wissen met de vierwegbesturing (45). 3
Druk op de knop i.
3
Basisbediening
Het scherm Wissen verschijnt.
Selecteer [Wissen] met de vierwegbesturing (23).
100-0046
Selecteer een bestandstype dat u wilt wissen bij opnamen gemaakt in de indeling RAW+.
4
JPEG wissen
Alleen de JPEG-opname wordt gewist.
RAW wissen
Alleen de RAW-opname wordt gewist.
RAW+JPEG wissen
Beide bestandstypen worden gewist.
Wissen Annuleren OK
Druk op de knop 4. De opname wordt gewist. Zie “Meerdere opnamen wissen” (p.180) voor het wissen van meerdere opnamen in één keer.
OK
e_kb464_84percent.book Page 74 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
74
Memo
e_kb464_84percent.book Page 75 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
4
Opnamefuncties In dit hoofdstuk worden de elementaire en de geavanceerde opnamefuncties van de e besproken.
Werken met de opnamefuncties .................................76 De juiste opnamestand kiezen ....................................80 Belichting instellen ......................................................85 Scherpstellen .............................................................109 Compositie, belichting en scherpstellen beoordelen vóór opname (Digitaal voorbeeld) .......119 De functie Shake Reduction gebruiken om het effect van camerabeweging te voorkomen .......121 Continuopnamen .......................................................130 Opnamen maken met digitale filters ........................132
e_kb464_84percent.book Page 76 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
76
Werken met de opnamefuncties U kunt instellingen voor het maken van opnamen wijzigen met de richtingsknoppen, het bedieningspaneel en de menu’s [A Opnamemodus] en [A Pers.instelling]. Zie “De Menu’s gebruiken” (p.32) voor meer informatie over het werken met de menu’s.
Items instellen met richtingsknoppen
4
Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (2345) om de volgende instellingen op te geven.
Opnamefuncties Toets of knop
Onderdeel
Functie
Pagina p.106 p.125 p.128 p.130
2
Transportstand
Selecteert Continuopname, Zelfontspanner, Afstandsbediening of Auto Bracket.
3
Flitsinstelling
Wijzigt de flitsfunctie.
p.65
4
Witbalans
Wijzigt de kleurbalans in overeenstemming met de kleur van de lichtbron die het onderwerp verlicht.
p.159
5
Gevoeligheid
Hiermee stelt u de ISO-waarde in.
p.87
Alle functies die u kunt instellen met de richtingsknoppen kunt u ook wijzigen op het bedieningspaneel (p.31).
e_kb464_84percent.book Page 77 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
77
Onderdelen van het menu Opname In het menu [A Opnamemodus 1-3] geeft u de volgende instellingen op. Druk op de knop 3 in de opnamestand. Het [A Opnamemodus 1] wordt weergegeven. Menu
A2
A3
Functie
Pagina
Aangepaste opname*
Stelt de afwerking van de opname in met betrekking tot bijvoorbeeld kleur en contrast voordat de opname wordt gemaakt.
p.157
Digitaal filter*
Past filtereffecten toe bij het maken van opnamen.
p.132
Bestandsindeling*
Stelt de bestandsindeling in.
p.152
JPEG-opnamepixels*
Stelt de opnamegrootte in van JPEG-opnamen.
p.150
JPEG kwal niveau*
Stelt de opnamekwaliteit in van JPEG-opnamen.
p.151
Stelt de bestandsindeling in op RAW-formaat bij het maken van opnamen.
4
RAW-formaat
p.153
Kleurruimte
Stelt het te gebruiken kleurgebied in.
p.164
AF-modus*
Selecteert de autofocusstand.
p.111
Autom. lichtmeting*
Selecteert het gedeelte van het scherm dat moet worden gebruikt voor lichtmeting en het bepalen van de belichting.
p.101
Opnamefuncties
A1
Onderdeel
Ander schrpstpnt
Selecteert het gedeelte van het scherm waarop moet worden scherpgesteld.
p.113
Momentcontrole
Stelt in of Momentcontrole, histogram en de waarschuwing Licht/donker gebieden moet worden weergegeven.
p.222
Geheugen
Stelt in dat de instellingen worden opgeslagen wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
p.229
knop Help
Stelt in welke functie wordt geactiveerd als op de knop g (Help) wordt gedrukt.
p.154
Shake Reduction*
Schakelt de functie Shake Reduction in.
p.121
Inv brandp afstand
Stelt de Brandpuntafstand in bij het gebruik van een objectief dat niet automatisch objectiefinformatie kan doorgeven.
p.124
* Kan worden ingesteld op het bedieningspaneel.
e_kb464_84percent.book Page 78 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
78
Onderdelen van het menu Pers.instelling Bepalen van de instellingen in het menu [A Pers.instelling 1-4] om optimaal te profiteren van de functies van de spiegelreflexcamera. Menu
A1
4
Onderdeel
Functie
Pagina
1. LW-stappen
Stelt de aanpassingsstappen voor de belichting in.
p.105
2. Gevoeligheidsstappen
Stelt de aanpassingsstappen voor de ISOgevoeligheid in.
p.87
3. Bedrijftijd lichtmtr
Stelt de bedrijftijd voor de belichtingsmeter in.
p.103
4. AE-L met AF lock
Instelling voor het vastzetten van de belichtingswaarde wanneer er is scherpgesteld.
p.115
Opnamefuncties
Instelling voor het koppelen van de 5. Koppelt belicht.+ AF belichtingswaarde en het AF-punt in het scherpstelkader bij meervlaksmeting.
p.103
6. Volgorde A Bracketng
Stelt de volgorde in voor opnamen met bracketing.
p.106
7. Schaduwcorrectie
Corrigeert automatisch de gradaties van schaduwen in schaduwpartijen.
8. Witbalans instellen
Schakelt de fijnafstemming van de witbalans in.
p.162
9. Functie =-knop
Stelt de functie in die is toegewezen aan de knop =.
p.105 p.110
10. AF met afstandbed.
Stelt in of Autofocus moet worden gebruikt bij het maken van opnamen met de afstandsbediening. De sluiter kan worden ontspannen nadat de autofocus is geactiveerd, wanneer de ontspanknop wordt bediend vanaf de afstandsbediening als de functie in de stand [Aan] staat. De sluiter kan pas worden ontspannen wanneer is scherpgesteld. Autofocus wordt niet geactiveerd bij het ontspannen van de sluiter vanaf de afstandsbediening als de functie op [Uit] staat.
p.129
11. Ruisonderdr lange sltrtijd
Stelt in of ruisonderdrukking moet worden gebruikt bij opnamen met een lange sluitertijd.
p.89
12. Ruisonderdr hoge ISO-wrd
Stelt in of ruis moet worden onderdrukt bij hoge ISO-waarden. U kunt kiezen uit drie niveaus.
p.89
13. e-knop in Programma
Stelt in of [Prog. instellen] moet worden gebruikt voor de e-knop in de stand e (Programma).
p.92
14. Ontspant bij opladen
Stelt de mogelijkheid in om de sluiter te ontspannen terwijl de ingebouwde flitser nog bezig is met opladen.
p.71
A2
–
e_kb464_84percent.book Page 79 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
79 Menu
A3
Functie
Pagina
15. Draadloos flitsen
Stelt de functie in van de ingebouwde flitser bij draadloos flitsen.
p.144
16. Wtbalans ongewijzigd
Stelt in of witbalans moet worden ingesteld op [Flitser] als de flitser wordt gebruikt.
p.160
17. Gevoeligheid weergeven
Stelt in of in de zoeker het aantal beschikbare opnamen dan wel de gevoeligheid moet worden weergegeven.
–
18. Catch-in focus
Indien ingesteld op [Aan], terwijl de AF-modus is ingesteld op f of l en een handmatig objectief is gemonteerd, kunnen catch-in focus opnamen worden gemaakt en wordt de sluiter automatisch ontspannen op het moment dat is scherpgesteld op het onderwerp.
p.118
19. Diafragmaring gebruiken
Instelling voor het inschakelen van de ontspanknop wanneer de diafragmaring in een andere positie staat dan s.
p.241
20. Aan-/uitlampje
Wijzigt de helderheid van het aan-/uitlampje.
p.227
21. Weergave statusscherm
Stelt in of het statusscherm voortdurend moet worden weergegeven op de monitor.
p.221
Reset pers. instellingen
Herstelt alle standaardinstellingen van het menu [A Pers.instelling 1-3].
p.233
4 Opnamefuncties
A4
Onderdeel
e_kb464_84percent.book Page 80 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
80
De juiste opnamestand kiezen U kunt een opnamestand kiezen door een pictogram op de functiekiezer tegenover het indexstreepje te zetten.
4 Opnamefuncties
Functie-indicatie De e is uitgerust met verschillende opnamefuncties, zodat u opnamen kunt maken die helemaal passen binnen uw visie op fotografie. In deze handleiding wordt als volgt naar opnamestanden verwezen. Picture-functie
I (Autom. opname)/ = (Portret)/ s (Landschap)/ q (Macro)/ \ (Bewegend onderw.)/ . (Portret bij nacht)/ a (Filtser UIT)
H (Scène)
A (Nachtopname)/ Q (Strand & sneeuw)/ K (Eten & drinken)/ K (Zonsondergang)/ n (Podiumbelichting)/ R (Kinderen)/ Y (Huisdier)/ m (Kaarslicht)/ E (Museum)/ l (Nachtsnapshot)
Belichtingsfunctie
e (Programma)/ K (Gevoeligheidsvoorkeuze)/ b (Sluitertijdvoorkeuze)/ c (Diafragmavoorkeuze)/ a (Handmatig)
e_kb464_84percent.book Page 81 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
81
Opnamefunctie Selecteer = (Portret), s (Landschap), q (Macro), \ (Bewegend onderw.), . (Portret bij nacht) of a (Filtser UIT) met de functiekiezer als een opname niet naar wens wordt gemaakt in de stand I (Autom. opname). De standen hebben de volgende kenmerken. Stand
Kenmerken
= (Portret)
Optimaal voor het maken van portretfoto’s.
s (Landschap)
Verdiept het scherpstelbereik, benadrukt kleuren en verzadiging van bomen en lucht en zorgt voor scherpe opnamen.
q (Macro)
Hiermee kunt u levendige opnamen maken van bloemen en andere kleine onderwerpen op korte afstand.
\ (Bewegend onderw.)
Hiermee kunt u scherpe opnamen maken van een snel bewegend onderwerp, bijvoorbeeld bij een sportevenement.
. (Portret bij nacht)
Hiermee kunt u opnamen van mensen tegen een nachtelijke achtergrond of tijdens de schemering.
a (Filtser UIT)
De flitser is uitgeschakeld. Andere instellingen zijn gelijk aan Normaal in I.
In de stand . zal de camera, ook al wordt de flitser wel gebruikt, lange sluitertijden gebruiken zodat de achtergrond buiten het bereik van de flitser ook correct belicht op de opname komt (1 Lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken (p.136)). Gebruik de functie Shake Reduction of een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
4 Opnamefuncties
I (Autom. opname)
De optimale opnamestand wordt automatisch geselecteerd uit de standen Portret, Landschap, Macro, Bewegend onderwerp en Portret bij nacht, of Normaal (standaardinstellingen).
e_kb464_84percent.book Page 82 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
82
H-stand Als u de functiekiezer op de stand H (Scène) zet, kunt u kiezen uit de volgende tien opnamescènes. Stand
4
Kenmerken
Opnamefuncties
A (Nachtopname)
Voor nachtopnamen. Gebruik een statief o.i.d om beweging te voorkomen.
Q (Strand & sneeuw)
Voor opnamen van verblindende achtergronden, zoals besneeuwde bergen.
K (Eten & drinken)
Opnamen van voedsel. Hoge kleurverzadiging voor aantrekkelijke weergave.
K (Zonsondergang)
Voor opnamen van zonsopgang of zonsondergang in mooie kleuren.
n (Podiumbelichting)
Voor opnamen van bewegende onderwerpen onder slechte belichtingsomstandigheden.
R (Kinderen)
Voor spelende kinderen. Geeft de huidtint gezond en helder weer.
Y (Huisdier)
Voor opnamen van bewegende huisdieren.
m (Kaarslicht)
Voor opnamen bij kaarslicht.
E (Museum)
Voor opnamen op plaatsen waar flitsen verboden is.
l (Nachtsnapshot)
Voor opnamen onder slechte belichtingsomstandigheden.
De flitser wordt uitgeschakeld in de opnamestanden A, K, n, m en E. Gebruik de functie Shake Reduction of een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Een opnamescène selecteren
1
Zet de functiekiezer op H. Het statusscherm van de stand Scène wordt weergegeven.
e_kb464_84percent.book Page 83 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
2
83 Druk op de knop 4. Op het bedieningspaneel wordt het pictogram van de op dat moment geselecteerde opnamestand weergegeven.
1/ 1 5 F4.0 AWB
123 ISO AUTO
1600
AF.S OFF
OK
3
Druk op de knop 4. Het scherm voor selectie van een scène wordt weergegeven.
JPEG 10M
Scène Nachtopname
AWB
ISO AUTO
1600
OFF
4
Selecteer met de vierwegbesturing (2345) de gewenste scène.
SCN
R
JPEG 10M
Nachtopname
Q Z
l
Voor nachtopnamen Gebruik statief o.i.d om beweging te voorkomen OK OK MENU Annul.
5
Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname. • Als u op de knop 3 drukt terwijl de functiekiezer in de stand H (Scène) staat, wordt het menu [H Scène] weergegeven. U kunt de scène selecteren in het menu [H Scène]. • In de standen n en l is het aantal opnamepixels vast ingesteld op i en kan het langer duren om opnamen op te slaan.
Nachtopname Voor nachtopnamen Gebruik statief o.i.d om beweging te voorkomen MENU Einde
4 Opnamefuncties
AF.A
e_kb464_84percent.book Page 84 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
84
Belichtingsfunctie Gebruik de belichtingsfuncties om de gevoeligheid, de sluitertijd en het diafragma aan te passen, zodat u opnamen kunt maken die helemaal passen binnen uw visie op fotografie. Stand
Kenmerken
e (Programma)
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld in overeenstemming met Programmalijn voor het maken van opnamen met de juiste belichting.
K (Gevoeligheidsvoorkeuze)
Stelt de sluitertijd en de diafragmawaarde automatisch in voor de juiste belichting in overeenstemming met de ingestelde gevoeligheid.
b (Sluitertijdvoorkeuze)
Een sluitertijd kiezen voor het bevriezen of juist benadrukken van bewegingen van het onderwerp. Maak opnamen van snelbewegende onderwerpen die lijken stil te staan of onderwerpen die lijken te bewegen.
c (Diafragmavoorkeuze)
Instelling van het gewenste diafragma voor controle over de scherptediepte. Gebruik deze instelling voor een onscherpe of scherpe achtergrond.
a (Handmatig)
Instelling van sluitertijd en diafragma voor het maken van creatieve opnamen.
4
Pagina
Opnamefuncties
p.89
e_kb464_84percent.book Page 85 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Belichting instellen
85
Effect van diafragma en sluitertijd De juiste belichting is een kwestie van de juiste combinatie van sluitertijd en diafragma. Er zijn in elke situatie tal van correcte sluitertijd-diafragmacombinaties mogelijk, die telkens weer een ander resultaat opleveren.
Effect van sluitertijd
Een langere sluitertijd kiezen Als het onderwerp beweegt, wordt de opname onscherp omdat de sluiter langer open blijft. Het is mogelijk het effect van beweging (bijvoorbeeld een rivier, een waterval of golven) te verbeteren door met opzet een langere sluitertijd te kiezen. Een kortere sluitertijd kiezen Bij keuze van een kortere sluitertijd kan de actie van een bewegend onderwerp worden bevroren. Een kortere sluitertijd helpt camerabeweging te voorkomen.
Effect van diafragma Met het wijzigen van het diafragma bepaalt u de diepte van het gebied dat op een opname scherp wordt weergegeven (de scherptediepte). Door scherp te stellen op een punt dat u wilt benadrukken, of juist scherp te stellen op een groot gebied, kunt u grote invloed uitoefenen op de uitstraling van de opname. Gebruik van de functie c (Diafragmavoorkeuze).
4 Opnamefuncties
Met het wijzigen van de sluitertijd kunt u bepalen hoe tijd wordt uitgedrukt in de opnamen die u maakt. In tegenstelling tot het beeld dat het blote oog vangt, kan in een opname een fractie van een seconde, maar ook een heel tijdsverloop worden vastgelegd, zodat de opname een heel andere uitstraling krijgt. Gebruik van de functie b (Sluitertijdvoorkeuze).
e_kb464_84percent.book Page 86 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
86
4
Het diafragma openen (diafragmawaarde verlagen) Voorwerpen die dichterbij of verder weg zijn dan het onderwerp waarop is scherpgesteld, worden minder scherp. Als u bijvoorbeeld een opname maakt van een bloem tegen een landschapsachtergrond met een grote diafragmaopening, wordt het landschap voor en achter de bloem onscherp, waardoor alleen de bloem wordt geaccentueerd. Het diafragma sluiten (diafragmawaarde verhogen) Het scherptegebied neemt zowel dichtbij als veraf toe. Als u bijvoorbeeld een opname maakt van een bloem tegen een landschapsachtergrond met een kleine diafragmaopening, is ook het landschap voor en achter de bloem scherp.
Opnamefuncties
Diafragma en Scherptediepte De volgende tabel laat zien hoe de instelling voor diafragma van invloed is op de scherptediepte. De scherptediepte is ook afhankelijk van het gebruikte objectief en de afstand tot het onderwerp. Diafragma
Open (kleinere waarde)
Dicht (grotere waarde)
Scherptediepte
Klein
Groot
Scherptegebied
Smal
Groothoek
Langer (Tele-opname)
Korter (Groothoek)
Dichtbij
Veraf
Brandpuntsafstand objectief Afstand tot onderwerp
• De scherptediepte van de e is afhankelijk van het objectief. Maar vergeleken met een kleinbeeldcamera kunt u ongeveer één diafragmawaarde lager gebruiken (het scherpstelbereik wordt kleiner). • Hoe korter de brandpuntsafstand en hoe verder weg het onderwerp is, hoe groter de scherptediepte (sommige zoomobjectieven hebben geen schaal voor de scherptediepte vanwege hun bouwwijze).
e_kb464_84percent.book Page 87 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
87
Gevoeligheid instellen U kunt de gevoeligheid instellen op basis van het omgevingslicht. De gevoeligheid kan worden ingesteld op [AUTO] of tussen ISO 100 en 3200. De standaardinstelling is [AUTO].
1
Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Gevoeligheid] wordt weergegeven.
2
Selecteer de ISO-waarde voor gevoeligheid met de vierwegbesturing (23).
Gevoeligheid AUTO 100-800
3
OK
4 OK
Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname. • [Gevoeligheid] kan niet worden gebruikt om de gevoeligheid in te stellen als de belichtingsfunctie is ingesteld op K (Gevoeligheidsvoorkeuze). Draai bij weergave van het statusscherm aan de e-knop om de instelling op te geven. (p.92) • Bij selectie van de standen n (Podiumbelichting) of l (Nachtsnapshot) in de stand H (Scène), wordt de gevoeligheid ingesteld op AUTO (200-3200) en is Dynamisch bereik uitbreiden (p.88) altijd ingeschakeld. • Bij een hogere gevoeligheidsinstelling kunnen opnamen meer ruis vertonen. U kunt ruis terugdringen met het instellen van [12. Ruisonderdr hoge ISO-wrd] in het menu [A Pers.instelling 2]. (p.89) • U kunt instellen of de ISO-gevoeligheid moet worden vergrendeld met stappen van 1 LW of moet worden gecoördineerd met de LW-stappen (p.105) in [2 Gevoeligheidsstappen] in het menu [A Pers.instelling 1] (p.78).
Opnamefuncties
D-Range
AUTO 100 200 400 800 1600 3200
e_kb464_84percent.book Page 88 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
88 Het bereik voor automatische correctie instellen bij AUTO Stel het bereik in voor automatische correctie van de gevoeligheid wanneer Gevoeligheid is ingesteld op [AUTO]. De gevoeligheid wordt standaard automatisch gecorrigeerd binnen het bereik [ISO 100-800]. Draai aan de e-knop om de bovengrens in te stellen in het scherm [Gevoeligheid]. Wanneer de belichtingsfunctie is ingesteld op a (Handmatig), kan de gevoeligheid niet worden ingesteld op [AUTO].
De gevoeligheid controleren in de opnamestand
4
Druk op de knop 4 in de opnamestand. De ingestelde gevoeligheid wordt weergegeven in de zoeker.
Opnamefuncties
U kunt het aantal beschikbare opnamen weergeven door op de knop 4 te drukken als de belichtingsfunctie is ingesteld op K (Gevoeligheidsvoorkeuze).
Het dynamisch bereik uitbreiden Het dynamisch bereik is het getal waarmee het lichtniveau wordt aangeduid dat door de CCD-pixels wordt uitgedrukt van lichte tot donkere gebieden. Hoe groter het getal, des te beter wordt het hele bereik tussen licht en donker weergegeven op de opname. Met behulp van de functie Dynamisch bereik uitbreiden kunt u het lichtniveau dat door de CCD-pixels wordt uitgedrukt uitbreiden, zodat heldere gebieden minder gemakkelijk voorkomen op de opname. Druk op de knop mc in het scherm [Gevoeligheid] om de functie in en uit te schakelen. Bij inschakeling wordt het dynamisch bereik uitgebreid tot 200%. Het gevoeligheidsbereik wordt gereduceerd tot het bereik tussen ISO 200 en 3200. AUTO Gevoeligheid AUTO 200-800 D-Range 200% D-Range
200 400 800 1600 3200 OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 89 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
89 Ruisonderdrukking Als u met een digitale camera een opname maakt met een lange sluitertijd of bij een hoge gevoeligheid, ontstaat ruis (korrel of oneffenheid) op de afbeelding. U kunt ruis terugdringen met behulp van Ruisonderdrukking. Het duurt langer om opnamen op te slaan die worden gemaakt met ruisonderdrukking. Ruisonderdrukking bij lange sluitertijd Onderdrukt ruis bij lange belichtingstijden. Maak een keuze uit [Aan] of [Uit] voor [11. Ruisonderdr lange sltrtijd] in het menu [A Pers.instelling 2] (p.78). Ruisonderdrukking bij hoge ISO-waarde Onderdrukt ruis bij hoge (ISO-)waarden voor Gevoeligheid. Maak een keuze uit [Uit], [Minimaal], [Zwak] of [Sterk] voor [12. Ruisonderdr hoge ISO-wrd] in het menu [A Pers.instelling 2] (p.78).
4 Opnamefuncties
De belichtingsfunctie wijzigen Deze camera heeft de volgende vijf belichtingsfuncties. Bij elke belichtingsfunctie zijn de volgende instellingen mogelijk. Belichtingsfunctie
Beschrijving
Belichtings- Sluitertijd Diafragma correctie wijzigen wijzigen
Gevoeligheid wijzigen
P.
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld in e (Programma) overeenstemming met Programmalijn voor het maken van opnamen met de juiste belichting.
Ja
#*
#*
Ja
p.90
Stelt de sluitertijd en de diafragmawaarde automatisch in voor K (Gevoeligde juiste belichting in heidsvoorkeuze) overeenstemming met de ingestelde gevoeligheid.
Ja
Nee
Nee
Anders dan Auto
p.92
Ja
Ja
Nee
Ja
p.94
b (Sluitertijdvoorkeuze)
Instelling van de gewenste sluitertijd voor het vastleggen van bewegende onderwerpen.
e_kb464_84percent.book Page 90 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
90 Belichtingsfunctie
Beschrijving
c (Diafragmavoorkeuze)
Instelling van het diafragma voor controle over de scherptediepte.
a (Handmatig)
Instelling van sluitertijd en diafragma voor het maken van creatieve opnamen.
Belichtings- Sluitertijd Diafragma correctie wijzigen wijzigen
Gevoeligheid wijzigen
P.
Ja
Nee
Ja
Ja
p.96
Nee
Ja
Ja
Anders dan Auto
p.98
* Bij [13. e-knop in Programma] in het menu [A Pers.instelling 2] kunt u instellen dat sluitertijd en diafragma kunnen worden gewijzigd met de e-knop. (p.92)
4
Gebruik van de functie e (Programma)
Opnamefuncties
De sluitertijd en de diafragmawaarde worden automatisch ingesteld in overeenstemming met Programmalijn voor het maken van opnamen met de juiste belichting. Wijzig met de e-knop de sluitertijd en het diafragma onder handhaving van de juiste belichting (p.92).
1
Zet de functiekiezer op e.
e_kb464_84percent.book Page 91 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
2
91 Draai, terwijl u de knop mc indrukt, aan de e-knop om de belichting te wijzigen.
De belichtingscorrectie wordt weergegeven in de zoeker en op het statusscherm. De sluitertijd en diafragmawaarde worden ook weergegeven terwijl u de belichting wijzigt.
P
1/ 9 0 F4.0 E
AWB
123 + 1 .5 ISO AUTO 400
AF.A JPEG 10M
Belichtingscorrectie
• Stel de belichtingscorrectie in in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW. Instellen bij [1. LWstappen] in het menu [A Pers.instelling 1]. (p.105) • Wanneer de juiste belichting niet kan worden ingesteld op basis van de geselecteerde criteria, kunt u de gevoeligheid automatisch aanpassen. Stel [Gevoeligheid] in op [AUTO]. (p.87) • Zet het diafragma op de stand s terwijl u de knop voor automatische vergrendeling op het objectief ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief met een diafragmaring.
4 Opnamefuncties
OK
OFF
e_kb464_84percent.book Page 92 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
92 e-stand en e-knop U kunt instellen wat er gebeurt als u aan de e-knop draait in de stand e (Programma). Instellen bij [13. e-knop in Programma] in het menu [A Pers.instelling 2] (p.78). 1
Uit
2
Prog. instellen
Uitschakelen van bediening via e-knop als Programma Automatische belichting is ingesteld. Het diafragma en de sluitertijd worden automatisch aangepast voor een juiste belichting.
De K (Gevoeligheidsvoorkeuze) gebruiken 4
U kunt de gevoeligheid instellen op basis van de belichting van het onderwerp. Sluitertijd en diafragma worden automatisch ingesteld overeenkomstig de ingestelde gevoeligheid voor een juiste belichting.
Opnamefuncties
1
2
Zet de functiekiezer op K.
Draai aan de e-knop en pas de gevoeligheid aan.
e_kb464_84percent.book Page 93 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Sluitertijd, diafragmawaarde en gevoeligheid worden weergegeven in de zoeker en op het statusscherm.
93 Sv
1/ 3 0 F4.5 E
AWB
123 0 .0 ISO 100
AF.A OK
OFF
JPEG 10M
4 Opnamefuncties
• U kunt de gevoeligheid instellen op waarden die overeenkomen met ISO 100 tot ISO 3200. [AUTO] is niet beschikbaar. • Draai aan de e-knop terwijl u op de knop mc drukt om de belichtingscorrectiewaarde te wijzigen. (p.104) • Stel de gevoeligheid in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij [1. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling 1]. (p.105) • U kunt de gevoeligheid niet instellen in het scherm [Gevoeligheid]. • Zet het diafragma op de stand s terwijl u de knop voor automatische vergrendeling op het objectief ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief met een diafragmaring.
e_kb464_84percent.book Page 94 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
94 De b (Sluitertijdvoorkeuze) gebruiken Instelling van de gewenste sluitertijd voor het vastleggen van de beweging van bewegende onderwerpen. Bij het maken van opnamen van snel bewegende onderwerpen kunt u met een kortere sluitertijd het onderwerp bevriezen en met een langere sluitertijd de beweging van het onderwerp laten zien. Op basis van de sluitertijd wordt de diafragmawaarde automatisch ingesteld voor de juiste belichting. 1Effect van diafragma en sluitertijd (p.85)
1
Zet de functiekiezer op b.
4 Opnamefuncties
2
Draai aan de e-knop om de sluitertijd te wijzigen. U kunt een sluitertijd instellen in het bereik 1/4000 - 30 seconden.
Sluitertijd en diafragmawaarde worden weergegeven in de zoeker en op het statusscherm.
Tv
1/ 6 0 F5.6 E
AWB
ISO
123 0 .0 400
AF.A OK
OFF
JPEG 10M
e_kb464_84percent.book Page 95 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
95 • Draai aan de e-knop terwijl u op de knop mc drukt om de belichtingscorrectiewaarde te wijzigen. (p.104) • Stel de sluitertijd in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij [1. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling 1]. (p.105) • Wanneer de juiste belichting niet kan worden ingesteld op basis van de geselecteerde criteria, kunt u de gevoeligheid automatisch aanpassen. Stel [Gevoeligheid] in op [AUTO]. (p.87) • Zet het diafragma op de stand s terwijl u de knop voor automatische vergrendeling op het objectief ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief met een diafragmaring.
4 Als het onderwerp te licht of te donker is, begint de diafragmawaarde te knipperen in de zoeker. Is het onderwerp te licht, kies dan een kortere sluitertijd. Bij een te donker onderwerp kiest u een langere sluitertijd. Wanneer de diafragmawaarde ophoudt met knipperen, kunt u een opname maken met de juiste belichting. Gebruik een optioneel ND-fliter (Neutral Density) als het onderwerp te licht is. Gebruik een flitser als het onderwerp te donker is.
Opnamefuncties
Belichtingswaarschuwing
e_kb464_84percent.book Page 96 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
96 De c (Diafragmavoorkeuze) gebruiken Stel het diafragma in wanneer u de scherptediepte wilt aanpassen. De scherptediepte is groter (voorgrond en achtergrond zijn duidelijker) wanneer het diafragma op een hoge waarde wordt ingesteld. De scherptediepte is kleiner (voorgrond en achtergrond zijn vager) wanneer het diafragma op een lagere waarde wordt ingesteld. Aan de hand van de diafragmawaarde wordt de sluitertijd automatisch op de juiste belichting ingesteld. 1Effect van diafragma en sluitertijd (p.85)
1
Zet de functiekiezer op c.
4 Opnamefuncties
2
Draai aan de e-knop en pas de diafragmawaarde aan.
Sluitertijd en diafragmawaarde worden weergegeven in de zoeker en op het statusscherm.
Av
1/ 3 0 F4.5 E
AWB
ISO
123 0 .0 400
AF.A OK
OFF
JPEG 10M
e_kb464_84percent.book Page 97 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
97 • Draai aan de e-knop terwijl u op de knop mc drukt om de belichtingscorrectiewaarde te wijzigen. (p.104) • Stel het diafragma in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij [1. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling 1]. (p.105) • Wanneer de juiste belichting niet kan worden ingesteld op basis van de geselecteerde criteria, kunt u de gevoeligheid automatisch aanpassen. Stel [Gevoeligheid] in op [AUTO]. (p.87) • Zet het diafragma op de stand s terwijl u de knop voor automatische vergrendeling op het objectief ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief met een diafragmaring.
4
Als het onderwerp te licht of te donker is, knippert de sluitertijd in de zoeker. Is het onderwerp te licht, kies dan een kleiner diafragma (hogere waarde). Is het onderwerp te donker, kies dan een groter diafragma (lagere waarde). Zodra het knipperen ophoudt, kunt u de opname maken bij de juiste belichting. Gebruik een optioneel ND-fliter (Neutral Density) als het onderwerp te licht is. Gebruik een flitser als het onderwerp te donker is.
Opnamefuncties
Belichtingswaarschuwing
e_kb464_84percent.book Page 98 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
98 a (Handmatige belichting) gebruiken U kunt de sluitertijd en de diafragmawaarde instellen. Dit is een geschikte belichtingsfunctie wanneer u diverse opnamen met dezelfde instellingen voor sluitertijd en diafragma wilt maken of met opzet onderbelichte (donkerdere) of overbelichte (lichtere) foto’s wilt maken. 1 Effect van diafragma en sluitertijd (p.85)
1
Zet de functiekiezer op a.
4 Opnamefuncties
2
3
Draai aan de e-knop om de sluitertijd te wijzigen.
Draai aan de e-knop terwijl u de knop mc indrukt en wijzig het diafragma.
e_kb464_84percent.book Page 99 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Sluitertijd en diafragmawaarde worden weergegeven in de zoeker en op het statusscherm. Op het statusscherm wordt de e-knopindicator weergegeven naast de sluitertijd of het diafragma, afhankelijk van welke waarde wordt aangepast.
99 M
1/ 9 0 F4.0 E
AF.A OK
De waarde van sluitertijd en diafragma die wordt aangepast, is onderstreept in de zoeker. Terwijl u de sluitertijd of diafragmawaarde wijzigt, wordt het verschil met de juiste belichting (LW-waarde) in de zoeker weergegeven. De juiste belichting is ingesteld wanneer [0.0] verschijnt.
AWB
123 + 1 .5 ISO 200
OFF
JPEG 10M
Afwijking van de juiste belichting
4
Belichtingswaarschuwing Terwijl u de sluitertijd of diafragmawaarde wijzigt, wordt het verschil met de juiste belichting knipperend weergegeven als het verschil groter is dan ±3.0.
Opnamefuncties
• Wanneer de gevoeligheid is ingesteld op [AUTO] en de belichtingsfunctie op a (Handmatig), wordt de gevoeligheid ingesteld op een waarde die overeenkomt met ISO 100 als het dynamisch bereik is ingesteld op [Uit], en met ISO 200 als het dynamisch bereik is ingesteld op [Aan]. • Stel de sluitertijd en diafragma in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij [1. LWstappen] in het menu [A Pers.instelling 1]. (p.105) • Zet het diafragma op de stand s terwijl u de knop voor automatische vergrendeling op het objectief ingedrukt houdt bij gebruik van een objectief met een diafragmaring.
e_kb464_84percent.book Page 100 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
100 Belichtingsgeheugen gebruiken Als [9. Functie =-knop] in het menu [A Pers.instelling 2] is ingesteld op [Belichtingsgeheugen], kunt u op de knop = drukken voor het vasthouden van de belichtingswaarde. (p.105) Voorbeeld: als een sluitertijd van 1/125 sec en een diafragmawaarde van F5.6 zijn vastgelegd met de = knop, en de sluitertijd wordt vervolgens gewijzigd naar 1/30 sec met behulp van de e-knop, zal de diafragmawaarde automatisch worden gewijzigd in F11.
Tijdopname gebruiken
4
De tijdopnamefunctie gebruikt u voor lange belichtingstijden, bijvoorbeeld om ’s nachts te fotograferen of om opnamen van vuurwerk te maken. De sluiter blijft open zo lang de ontspanknop wordt ingedrukt.
Opnamefuncties
1
2
Zet de functiekiezer op a.
Draai aan de e-knop om de sluitertijd in te stellen op h.
M
h
h wordt weergegeven na de langste sluitertijd (30 sec).
F 11
E
AWB
123 0 .0 ISO 1600
AF.A OK
OFF
JPEG 10M
Belichtingscorrectie, Continuopname en Belichtingsbracket zijn niet beschikbaar bij tijdopnamen.
e_kb464_84percent.book Page 101 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
101 • Draai aan de e-knop terwijl u op de knop mc drukt om het diafragma te wijzigen. (p.104) • Stel het diafragma in stappen van 1/2 LW of 1/3 LW in. Instellen bij [1. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling 1]. (p.105) • De functie Shake Reduction wordt automatisch uitgeschakeld bij het maken van tijdopnamen. • Gebruik een stevig statief om camerabeweging te voorkomen bij het maken van tijdopnamen. • Tijdopname is beschikbaar bij de afstandsbedieningsfunctie (p.128). De sluiter blijft geopend zolang de ontspanknop van de optionele afstandsbediening ingedrukt wordt gehouden. • Ruisonderdrukking is een functie voor het verminderen van ruis (ruwheid of onregelmatigheid in opnamen), veroorzaakt door een lange sluitertijd. Instellen bij [11. Ruisonderdr lange sltrtijd] in het menu [A Pers.instelling 2]. (p.89) • Wanneer de gevoeligheid is ingesteld op [AUTO] en de sluitertijd op h, wordt de gevoeligheid ingesteld op een waarde die overeenkomt met ISO 100 als het dynamisch bereik is ingesteld op [Uit], en met ISO 200 als het dynamisch bereik is ingesteld op [Aan]. • De bovengrens voor gevoeligheid ligt bij tijdopnamen bij ISO 1600.
4
Selecteer het gedeelte van het scherm dat moet worden gebruikt voor lichtmeting en het bepalen van de belichting. U kunt kiezen uit de volgende drie methoden. De standaardinstelling is L (meervlaks meting).
L M N
1
Meervlaks
De zoeker wordt verdeeld in 16 delen, elk deel wordt gemeten en de juiste belichting wordt bepaald.
Meten met nadruk De hele zoeker wordt gemeten met nadruk op het midden, op midden en de belichting wordt bepaald. Spotmeting
Alleen het middelste deel van de zoeker wordt gemeten, en de belichting wordt bepaald.
Druk op de knop 4 in het statusscherm. Het bedieningspaneel wordt weergegeven. Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
Opnamefuncties
De lichtmeetmethode selecteren
e_kb464_84percent.book Page 102 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
102
2
Kies [Autom. lichtmeting] met de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4.
Autom. lichtmeting Meervlaks
Het scherm [Autom. lichtmeting] verschijnt. AWB
ISO AUTO
400
AF.A OFF
3
Selecteer een lichtmeetmethode met de vierwegbesturing (45).
JPEG 10M
Autom. lichtmeting Meervlaks
4 Opnamefuncties
OK
4
OK
Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
Meervlaks lichtmeting gebruiken Bij meervlaks lichtmeting wordt het beeld in de zoeker gemeten in 16 verschillende zones, zoals de afbeelding laat zien. Zelfs bij opnamen met tegenlicht wordt bij deze functie automatisch bepaald welk helderheidsniveau elk gedeelte van het beeld heeft en wordt de belichting dienovereenkomstig aangepast.
De methode voor meervlaks meting is niet beschikbaar bij het gebruik van andere objectieven dan DA-, DA L-, D FA-, FA J-, FA-, F of A-objectieven, of als de diafragmaring in een andere positie staat dan s.
e_kb464_84percent.book Page 103 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
103 AF-punt koppelen aan de automatische belichting tijdens meervlaksmeting Bij [5. Koppelt belicht.+ AF] in het menu [A Pers.instelling 1] (p.78) kunt u de belichting koppelen aan het scherpstelpunt tijdens meervlaks lichtmeting. De standaardinstelling is [Uit]. 1
Uit
De belichting wordt onafhankelijk van het AF-punt ingesteld.
2
Aan
De belichting wordt op basis van het AF-punt ingesteld.
Lichtmeting met nadruk op het midden gebruiken
Spotmeting gebruiken Bij spotmeting wordt het licht slechts in een klein vak in het midden van het matglas gemeten, zoals de afbeelding laat zien. U kunt deze functie combineren met het belichtingsgeheugen (p.105) wanneer het onderwerp uitzonderlijk klein is en een correcte belichting moeilijk te realiseren is.
Meettijd instellen U kunt de tijd voor lichtmeting instellen op 3 sec, 10 sec of 30 sec bij [3. Bedrijftijd lichtmtr] in het menu [A Pers.instelling 1] (p.78). De standaardinstelling is [10 sec].
4 Opnamefuncties
De meting legt de nadruk op het midden van het matglas. Gebruik deze meting wanneer u de belichting wilt corrigeren op basis van ervaring, in plaats van dit over te laten aan de camera. In de afbeelding ziet u dat de gevoeligheid groter wordt wanneer het patroon hoger wordt (midden). Deze functie corrigeert niet automatisch opnamen met tegenlicht.
e_kb464_84percent.book Page 104 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
104
Belichting corrigeren Hiermee kunt u met opzet overbelichte (lichte) of onderbelichte (donkere) opnamen maken. Selecteer 1/2 LW of 1/3 LW bij [1. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling 1]. U kunt de belichtingscorrectie instellen tussen –2 en +2 (LW).
1
Stel de correctie in met de e-knop terwijl u de knop mc indrukt.
mc knop
4 Opnamefuncties
m wordt tijdens de correctie weergegeven in het statusscherm en in de zoeker.
Av
1/ 9 0 F4.0 E
AWB
123 + 1 .5 ISO 400
AF.A OK
OFF
JPEG 10M
Correctiewaarde
• Belichtingscompensatie is niet beschikbaar wanneer de belichtingsfunctie is ingesteld op a (Handmatig). • De belichtingscorrectie kan niet worden geannuleerd door de camera uit te zetten of door een andere belichtingsfunctie in te stellen.
e_kb464_84percent.book Page 105 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
105 De belichtingsstappen wijzigen Stel de belichtingsstappen in bij [1. LW-stappen] in het menu [A Pers.instelling 1] (p.78) met stappen van 1/2 LW of 1/3 LW. 1. LW-stappen 1/2 LW Stap 1/3 LW Stap
Stappen belichting ingesteld op 1/2 LW
Het belichtingsgeheugen is een functie die de belichting vasthoudt zoals die is vóór het maken van een opname. Gebruik deze functie wanneer het onderwerp te klein is of wanneer er sprake is van tegenlicht, waardoor een correcte belichting niet mogelijk is.
1
Selecteer [Belichtingsgeheugen] bij [9. Functie =-knop] in het menu [A Pers.instelling 2].
9. Functie AF-knop AF1 inschakelen AF2 inschakelen AF uitschakelen Belichtingsgeheugen Belichtingsgeheugen wordt toegewezen aan AF-knop
2
Druk op de knop =. De camera houdt de belichting (helderheid) van dat moment vast in het geheugen. @ staat aangegeven in het statusscherm en de zoeker wanneer het belichtingsgeheugen is geactiveerd. Druk de knop nogmaals in om te ontgrendelen.
4 Opnamefuncties
Belichting vastleggen alvorens een opname te maken (Belichtingsgeheugen)
e_kb464_84percent.book Page 106 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
106 • De belichting wordt zo lang in het geheugen vastgehouden als op de knop = wordt gedrukt of de ontspanknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. De belichting wordt in het geheugen vastgehouden gedurende een periode van 0,5× tot 2× de lichtmeettijd, zelfs nadat u uw vinger van de knop = haalt. • Er klinkt een geluidssignaal wanneer de =-knop wordt ingedrukt. Het geluidssignaal kan worden uitgeschakeld. (p.215) • Belichtingsgeheugen is niet beschikbaar als de sluitertijd is ingesteld op h. • Als de maximale diafragmawaarde van een zoomobjectief afhankelijk is van de brandpuntsafstand, is de combinatie van sluitertijd en diafragmawaarde zelfs bij een werkend belichtingsgeheugen afhankelijk van de zoompositie. De belichtingswaarde is echter stabiel, zodat opnamen worden gemaakt met het belichtingsniveau dat is ingesteld in het belichtingsgeheugen. • De belichtingswaarde kan worden vergrendeld wanneer er is scherpgesteld. Instellen bij [4. AE-L met AF lock] in het menu [A Pers.instelling 1]. (p.115)
4
Automatisch belichting wijzigen tijdens het maken van opnamen (Auto Bracket)
Opnamefuncties
U kunt continuopnamen maken met een verschillende belichting wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt. De eerste opname wordt belicht zonder correctie, de tweede wordt onderbelicht (negatieve correctie) en de derde wordt overbelicht (positieve correctie).
Normale belichting
Onderbelichting
Overbelichting
U kunt [6. Volgorde A Bracketng] instellen in het menu [A Pers.instelling 1] (p.78). Volgorde A Bracketng
1
0 ´ – ´ +, – ´ 0 ´ +, + ´ 0 ´ –, 0 ´ + ´ –
Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (2). Het scherm [Transportstand] verschijnt.
e_kb464_84percent.book Page 107 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
2
107 Gebruik de vierwegbesturing (5) om l (Auto Bracket) te kiezen. Transportstand Auto Bracket
±0.5 ±0.5EV 0.5EV EV
3
OK
OK
Draai aan de e-knop om de waarde voor belichtingscorrectie in te stellen. U kunt de volgende LW-compensatiewaarden instellen overeenkomstig de stappen die u hebt ingesteld bij [1. LW-stappen] (p.105) in het menu [A Pers.instelling 1].
4
LW-compensatiewaarde
1/2LW
±0.5, ±1.0, ±1.5, ±2.0
1/3LW
±0.3, ±0.7, ±1.0, ±1.3, ±1.7, ±2.0
Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
5
Druk de ontspanknop tot halverwege in. De scherpstelindicatie ] en de LW-compensatiewaarde worden weergegeven in het statusscherm en de zoeker op het moment dat is scherpgesteld.
6
Druk de ontspanknop helemaal in. Er worden achtereenvolgens drie opnamen gemaakt met de instellingen van [6. Volgorde A Bracketng] in het menu [A Pers.instelling 1].
4 Opnamefuncties
Trapinterval
e_kb464_84percent.book Page 108 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
108 • Wanneer Autofocus op l (Eén opname) staat, wordt de scherpstelling vergrendeld bij de eerste opname en wordt deze gebruikt voor de volgende opnamen uit de reeks. • Als u uw vinger van de ontspanknop haalt tijdens Auto Bracket, blijft de instelling voor Auto Bracket twee keer zo lang actief als de timer-instelling voor de lichtmeting (de standaardinstelling is 20 seconden) (p.103) en kunt u de volgende opname maken met de volgende correctiestap. In dit geval werkt de autofocus voor elke opname. Na een tijdsduur van circa twee keer die van de timer-instelling gaat de camera terug naar de instellingen voor de eerste opname. • U kunt Auto Bracket combineren met de ingebouwde flitser of een externe flitser (alleen automatische P-DDL-flitsers) om alleen de hoeveelheid flitslicht doorlopend te wijzigen. Bij gebruik van een externe flitser bestaat echter de kans dat bij het ingedrukt houden van de ontspanknop voor het maken van drie opeenvolgende opnamen, de tweede en derde opname worden gemaakt voordat de flitser volledig is opgeladen. Maak altijd één opname tegelijk nadat u hebt gecontroleerd of de flitser is opgeladen. • Belichtingsbracket is niet beschikbaar als de sluitertijd is ingesteld op h.
4
Alleen overbelichte of onderbelichte opnamen maken
Opnamefuncties
U kunt de functie Auto Bracket combineren met de belichtingscorrectie (p.104) om alleen onderbelichte of overbelichte opnamen te maken. In beide gevallen wordt de opgegeven belichtingscorrectiewaarde gebruikt voor Auto Bracket.
e_kb464_84percent.book Page 109 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Scherpstellen
109
U kunt op de volgende manieren scherpstellen. De camera stelt automatisch scherp op het onderwerp wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt.
=
Autofocus
\
Handmatig scherpstellen Stel handmatig scherp.
Autofocus gebruiken
1
Zet de scherpstelfunctieknop op =.
MF
AF
4 Opnamefuncties
U kunt ook kiezen uit twee autofocusfuncties: l (Eén opname), waarbij de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt om scherp te stellen op het onderwerp en de scherpstelling op die stand wordt vastgehouden, en k (Continu), waarbij continu wordt scherpgesteld op het onderwerp zolang de ontspanknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. De optie f (Auto) schakelt automatisch tussen l en k. De standaardinstelling is f. 1 De AF-modus instellen (p.111)
e_kb464_84percent.book Page 110 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
110
2
Kijk door de zoeker en druk de ontspanknop tot halverwege in.
Wanneer op het onderwerp is scherpgesteld, verschijnt de scherpstelindicatie ] en klinkt er een geluidssignaal. (Als de indicatie knippert, is er niet scherpgesteld op het onderwerp.) 1 Onderwerpen waarop moeilijk automatisch kan worden scherpgesteld (p.63)
4 Opnamefuncties
Scherpstelindicatie
De knop = gebruiken om op het onderwerp scherp te stellen U kunt de camera zo instellen dat er wordt scherpgesteld wanneer u op de knop = drukt. Gebruik deze instelling als u geen behoefte hebt aan automatisch scherpstellen bij het tot halverwege indrukken van de ontspanknop.
1
Selecteer [AF1 inschakelen] of [AF2 inschakelen] bij [9. Functie =-knop] in het menu [A Pers.instelling 2].
9. Functie AF-knop AF1 inschakelen AF2 inschakelen AF uitschakelen Belichtingsgeheugen
AF1 inschakelen : Er wordt automatisch scherpgesteld met behulp van de knop = of AF wordt uitgevoerd de ontspanknop. als op de knop wordt AF2 inschakelen : gedrukt Er wordt alleen automatisch scherpgesteld wanneer u op de knop = drukt, en niet wanneer u de ontspanknop tot halverwege indrukt.
e_kb464_84percent.book Page 111 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
2
111 Druk op de knop =. Er wordt automatisch scherpgesteld.
Als [AF uitschakelen] is ingesteld, wordt \ weergegeven in de zoeker terwijl u op de knop = drukt. Automatisch scherpstellen wordt niet geactiveerd als u de ontspanknop tot halverwege indrukt (laat de knop = los om meteen terug te keren naar de normale AF-modus).
4
U kunt kiezen uit de volgende drie autofocusfuncties. De standaardinstelling is f (Auto).
f
Auto
l
Eén opname
k
1 2
Continu
Schakelt automatisch tussen de standen l en k, afhankelijk van het onderwerp. Wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, wordt de scherpstelling in die stand vastgehouden. Er wordt continu scherpgesteld op het onderwerp zolang de ontspanknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden. Zelfs als niet is scherpgesteld op het onderwerp, kan de sluiter ontspannen wanneer de ontspanknop helemaal wordt ingedrukt.
Zet de scherpstelfunctieknop op =. Druk op de knop 4 in het statusscherm. Het bedieningspaneel wordt weergegeven. Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
Opnamefuncties
De AF-modus instellen
e_kb464_84percent.book Page 112 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
112
3
Kies [AF-modus] met de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4.
AF-modus AF.A
Het scherm [AF-modus] verschijnt. AWB
ISO AUTO
400
AF.A OFF
4
Selecteer een autofocusfunctie met de vierwegbesturing (45).
JPEG 10M
AF-modus AF.A AF.A
AF.S
AF.C
4 Opnamefuncties
OK
5
OK
Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname. • AF-modus kan niet worden gewijzigd in de Picture-functie en de standen H (Scène). • k kan worden ingesteld wanneer de functiekiezer op e, K, b, c of a staat. De autofocus wordt ingesteld op k in \ (Bewegend onderw.) van de Picture-functie of n (Podiumbelichting), R (Kinderen), Y (Huisdier) of l (Nachtsnapshot) van de stand H (Scène). • In k wordt continu scherpgesteld bij het volgen van het onderwerp zolang de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt. • Bij l is de scherpstelling vergrendeld terwijl de scherpstelindicatie ] wordt weergegeven in de zoeker (scherpstelvergrendeling). Om scherp te stellen op een ander onderwerp, haalt u eerst uw vinger van de ontspanknop. • De sluiter kan pas ontspannen als er is scherpgesteld op het onderwerp in l. Als het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt, gaat u achteruit en maakt u een opname. Stel de scherpstelling handmatig in als er moeilijk op het onderwerp kan worden scherpgesteld (p.63). (p.116) • Druk in de stand l de ontspanknop tot halverwege in. Wanneer de ingebouwde flitser beschikbaar is, gaat deze automatisch verschillende keren af, zodat de autofocus makkelijker kan scherpstellen op een onderwerp in een donkere omgeving. • Als de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt, of als de knop = wordt gebruikt om de scherpstelling aan te passen in de standen f en k, volgt de camera het onderwerp automatisch als is vastgesteld dat het een bewegend onderwerp is. • Stel de camera altijd in l als u gebruik maakt van het Quick-Shift Focussysteem van een DA-objectief.
e_kb464_84percent.book Page 113 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
113
Het scherpstelkader instellen (AF-punt) Het gedeelte van de zoeker selecteren waarop moet worden scherpgesteld. De standaardinstelling is i (Groothoek).
i
Groothoek
O
Spotmeting Het scherpstelkader wordt ingesteld op het midden van de zoeker.
De camera selecteert automatisch het optimale scherpstelpunt.
Instellen bij [Ander schrpstpnt] in het menu [A Opnamemodus 2] (p.77). 1 2 3 AF-modus AF.S Autom. lichtmeting Ander schrpstpnt Momentcontrole
Annul.
OK
OK
Het AF-punt wordt ongeacht de instelling vergrendeld op de O (Spotmeting) bij het gebruik van objectieven anders dan de typen DA, DA L, D FA, FA J, FA of F.
Opnamefuncties
MENU
4
e_kb464_84percent.book Page 114 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
114
Scherpstelling vastzetten (Scherpstelvergrendeling) Als het onderwerp buiten het bereik van het scherpstelveld valt, kan de camera niet automatisch scherpstellen op het onderwerp. In deze situatie zet u de [AF-modus] op l (Eén opname). U kunt het scherpstelveld op het onderwerp richten, de scherpstelvergrendeling gebruiken en het onderwerp opnieuw uitkaderen.
1
Kader het onderwerp in de zoeker uit.
4 Opnamefuncties
(Voorbeeld) Er wordt scherpgesteld op de achtergrond in plaats van op de persoon.
2
Centreer het onderwerp in de zoeker en druk de ontspanknop tot halverwege in. Wanneer op het onderwerp is scherpgesteld, verschijnt de scherpstelindicatie ] en klinkt er een geluidssignaal. (Als de indicatie knippert, is er niet scherpgesteld op het onderwerp).
3
Vergrendel de scherpstelling. Houd de ontspanknop tot halverwege ingedrukt. De scherpstelling wordt vastgehouden.
e_kb464_84percent.book Page 115 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
115
4
Houd de ontspanknop tot halverwege ingedrukt en kader het onderwerp opnieuw in.
Belichting vergrendelen wanneer scherpstelling is vergrendeld Stel [4. AE-L met AF lock] in het menu [A Pers.instelling 1] in (p.78) om de waarde voor belichting te vergrendelen wanneer de scherpstelling is vergrendeld. De belichting wordt standaard niet vergrendeld wanneer de scherpstelling is vergrendeld. 1
Uit
De belichting is niet vergrendeld wanneer de scherpstelling is vergrendeld.
2
Aan
De belichting is vergrendeld wanneer de scherpstelling is vergrendeld.
4. AE-L met AF lock Uit Aan
Auto belichting niet vergrendeld als de AF is vergrendeld
4 Opnamefuncties
• De scherpstelling is vergrendeld zolang de scherpstelindicatie ] wordt weergegeven. • Als u de zoomring van het objectief draait terwijl de scherpstelvergrendeling actief is, bestaat de kans dat het onderwerp niet meer scherp is. • U kunt het geluidssignaal dat klinkt als is scherpgesteld, uitschakelen. (p.215) • U kunt de scherpstelling niet vergrendelen wanneer [AF-modus] is ingesteld op k (Continu), de opnamefunctie is ingesteld op \ (Bewegend onderw.) of H (Scène) is ingesteld op n (Podiumbelichting), R (Kinderen), Y (Huisdier) of l (Nachtsnapshot). In die gevallen zal de autofocus blijven scherpstellen op het onderwerp totdat op de ontspanknop wordt gedrukt (Continu autofocus).
e_kb464_84percent.book Page 116 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
116
Handmatig scherpstelling wijzigen (Handmatig scherpstellen) Bij handmatige aanpassing van de scherpstelling kunt u aan de hand van de scherpstelindicatie of het matglas in de zoeker vaststellen of op het onderwerp is scherpgesteld.
De scherpstelindicatie gebruiken De scherpstelindicatie []] verschijnt in de zoeker wanneer op het onderwerp is scherpgesteld, zelfs bij handmatig scherpstellen. Met de scherpstelindicatie kunt u de scherpstelling handmatig aanpassen ].
4
1
Zet de scherpstelfunctieknop op \.
Opnamefuncties
2
Kijk door de zoeker, druk de ontspanknop tot halverwege in en draai aan de scherpstelring.
MF AF
Wanneer op het onderwerp is scherpgesteld, gaat de scherpstelindicatie ] branden en klinkt er een geluidssignaal.
Scherpstelindicatie
e_kb464_84percent.book Page 117 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
117 • Als er moeilijk op het onderwerp kan worden scherpgesteld (p.63) en de scherpstelindicatie niet wordt weergegeven, stelt u handmatig scherp met behulp van het matglas in de zoeker. • U kunt het geluidssignaal dat klinkt als is scherpgesteld, uitschakelen. (p.215)
Het matglas in de zoeker gebruiken U kunt handmatig scherpstellen met behulp van het matglas in de zoeker.
1
Zet de scherpstelfunctieknop op \.
4 Opnamefuncties
2
Kijk door de zoeker en draai de scherpstelring tot het onderwerp scherp is op het matglas.
MF AF
e_kb464_84percent.book Page 118 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
118 Opnamen maken in de stand Catch-in Focus Als [18. Catch-in focus] is ingeschakeld in het menu [A Pers.instelling 3] (p.79) en de scherpstelstand is ingesteld op f of l en één van de volgende objectieven wordt gebruikt, is het maken van catch-in focus opnamen mogelijk en wordt de sluiter automatisch ontspannen op het moment dat is scherpgesteld op het onderwerp. • Objectief met handmatige scherpstelling • DA- of FA-objectief met een = en een \ instelling op het objectief (het objectief moet zijn ingesteld op \ voor het maken van de opname)
4 Opnamefuncties
Ga als volgt te werk om opnamen te maken 1 Bevestig een geschikt objectief op de camera. 2 Zet de scherpstelfunctieknop op =. 3 Zet Autofocus op f of l. 4 Stel scherp op een punt waar het onderwerp langs zal komen. 5 Druk de ontspanknop helemaal in. De sluiter wordt automatisch ontspannen als het onderwerp het punt bereikt waarop is scherpgesteld.
e_kb464_84percent.book Page 119 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Compositie, belichting en scherpstellen beoordelen vóór opname (Digitaal voorbeeld)
119
U kunt met de voorbeeldfunctie de scherptediepte, de compositie, de belichting en de scherpstelling controleren voordat u een opname maakt. Wijs om te beginnen de functie Digitaal voorbeeld toe aan de knop g (Help).
1
Kies [knop Help] in het menu [A Opnamemodus 3] en druk op de vierwegbesturing (5).
1 2 3 Geheugen knop Help Shake Reduction Inv brandp afstand
Aan
4
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Einde
Opnamefuncties
MENU
knop Help Help-functie
MENU
3
Kies [Digitaal voorbeeld] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4.
knop Help Help-functie Digitaal voorbeeld Aangepaste opname Digitaal filter functie RAW-knop MENU
Annul.
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 120 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
120
4
Selecteer [Histogram] met de vierwegbesturing (23).
knop Help Digitaal voorbeeld Histogram Licht/donker geb
MENU
4 Opnamefuncties
5 6 7 8
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45). Selecteer [Licht/donker geb] met de vierwegbesturing (23). Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45). Druk twee keer op de knop 3. De functie Digitaal voorbeeld wordt toegewezen aan de knop g. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
9
Stel scherp op het onderwerp, kader het beeld uit in de zoeker en zet de hoofdschakelaar op de stand g button. Het pictogram (|) wordt op de monitor weergegeven gedurende de weergave van het voorbeeld en u kunt compositie, belichting en scherpstelling beoordelen. Druk de ontspanknop tot halverwege in om de weergave van het digitale voorbeeld af te sluiten en te beginnen met scherpstellen.
• De maximale duur van de weergave van het digitale voorbeeld is 60 seconden. • Tijdens het digitale voorbeeld kunt u de opname uitvergroten met de e-knop. (p.167)
e_kb464_84percent.book Page 121 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De functie Shake Reduction gebruiken om het effect van camerabeweging te voorkomen
121
Opnamen maken met de functie Shake Reduction U kunt eenvoudig scherpe opnamen maken met behulp van de functie Shake Reduction.
Shake Reduction
Onscherpe opname
Opname gemaakt met de functie Shake Reduction
• De functie Shake Reduction compenseert geen onscherpte die het gevolg is van een bewegend onderwerp. Als u opnamen wilt maken van bewegende onderwerpen, verhoogt u de sluitertijd. • De functie Shake Reduction kan het bewegen van de camera niet altijd volledig compenseren bij het maken van close-ups. In dat geval raden we u aan de functie Shake Reduction uit te schakelen en een statief te gebruiken. • De functie Shake Reduction zal niet goed werken bij het maken van opnamen met een erg lange sluitertijd, bijvoorbeeld opnamen van een bewegend onderwerp of nachtopnamen. In dat geval raden we u aan de functie Shake Reduction uit te schakelen en een statief te gebruiken.
4 Opnamefuncties
De functie Shake Reduction reduceert het bewegen van de camera, wat gemakkelijk kan voorkomen als de ontspanknop wordt ingedrukt. Dat is handig bij situaties waarin grote kans bestaat dat de camera wordt bewogen. Als de functie Shake Reduction is geactiveerd, kunt u opnamen maken met een sluitertijd die met ongeveer 4 stappen is vertraagd zonder risico op onscherpte door camerabeweging. De functie Shake Reduction is ideaal voor het maken van opnamen onder de volgende omstandigheden. • Bij het maken van opnamen op slecht verlichte locaties, bijvoorbeeld binnenshuis, bij nacht, op bewolkte dagen en in de schaduw • Bij het maken van tele-opnamen
e_kb464_84percent.book Page 122 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
122 De functie Shake Reduction en brandpuntsafstand De functie Shake Reduction is voor zijn functioneren afhankelijk van informatie over bijvoorbeeld de brandpuntsafstand die door het objectief wordt doorgegeven. Als op de camera een objectief DA, DA L, D FA, FA J, FA of F is bevestigd, wordt die informatie automatisch doorgegeven als de functie Shake Reduction wordt geactiveerd. Als u een ander type objectief gebruikt, wordt de objectiefinformatie niet automatisch doorgegeven, ook niet als de functie Shake Reduction wordt geactiveerd. In dat geval verschijnt het menu [Inv brandp afstand]. Stel de [Brandpuntafstand] handmatig in in het menu. 1 De brandpuntsafstand instellen (p.124)
4
De functie Shake Reduction inschakelen
Opnamefuncties
1
Druk op de knop 4 in het statusscherm. Het bedieningspaneel wordt weergegeven. Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Kies [Shake Reduction] met de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4.
Shake Reduction Aan
Het scherm [Shake Reduction] wordt weergegeven.
AWB
ISO AUTO
400
AF.A OFF
3
Selecteer [Aan] met de vierwegbesturing (45).
JPEG 10M
Shake Reduction Aan
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 123 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
4
123 Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
5
Richt de camera op het onderwerp en druk de ontspanknop tot halverwege in. k wordt weergegeven in de zoeker en de functie Shake Reduction wordt ingeschakeld. • Schakel de functie Shake Reduction uit als u een statief gebruikt. • De functie Shake Reduction wordt automatisch uitgeschakeld onder de volgende omstandigheden: • Zelfontspanner • Opnamen via afstandsbediening • Tijdopnamen • Draadloze bediening met een externe flitser
Opnamefuncties
• Als u een type objectief gebruikt dat niet automatisch objectiefinformatie als bijvoorbeeld de brandpuntsafstand kan doorgeven (p.122), wordt het menu [Inv brandp afstand] weergegeven. Stel de brandpuntsafstand handmatig in in het menu [Inv brandp afstand]. • Schakel de functie Shake Reduction uit als u de functie Shake Reduction niet wilt gebruiken. • De functie Shake Reduction zal de eerste twee seconden na het inschakelen van de camera of na activering uit de stand Automatisch uitschakelen, niet goed werken. Wacht tot de functie Shake Reduction is gestabiliseerd voordat u de ontspanknop voorzichtig indrukt om een opname te maken. Druk de ontspanknop tot halverwege in. De camera is gereed voor het maken van een opname als k wordt weergegeven in de zoeker. • Shake Reduction is beschikbaar bij elk PENTAX-objectief dat compatibel is met de e. Als de diafragmaring echter anders is ingesteld dan s (Auto) of als een objectief zonder s stand wordt gebruikt, zal de camera niet werken, tenzij [19. Diafragmaring gebruiken] is ingesteld op [Toegestaan] in het menu [A Pers.instelling 3]. Stel dat van tevoren in. Sommige functies zijn dan echter beperkt beschikbaar. Zie “Opmerkingen over [19. Diafragmaring gebruiken]” (p.241) voor meer informatie.
4
e_kb464_84percent.book Page 124 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
124 De brandpuntsafstand instellen Het menu voor het instellen van [Inv brandp afstand] wordt weergegeven als de camera wordt ingeschakeld terwijl de functie Shake Reduction is ingeschakeld en er een objectief is bevestigd dat niet automatisch objectiefinformatie zoals de brandpuntsafstand doorgeeft (p.122). Stel de brandpuntsafstand handmatig in in het menu [Inv brandp afstand]. • Het menu [Inv brandp afstand] verschijnt niet als u een objectief gebruikt dat het automatisch doorgeven van objectiefinformatie zoals de brandpuntsafstand ondersteunt. • Als u een objectief gebruikt zonder een positie s op de diafragmaring, of als de diafragmaring is ingesteld op een andere positie dan s, stelt u [19. Diafragmaring gebruiken] in het menu [A Pers.instelling 3] in op [Toegestaan]. (p.241)
4
1
Opnamefuncties
Stel [Brandpuntafstand] in met de vierwegbesturing (45) of de e-knop.
Inv brandp afstand Brandpuntafstand
U kunt kiezen uit de volgende 34 waarden voor brandpuntsafstand. (De standaardinstelling is [35].) 8
10
12
15
18
20
24
28
40
45
50
55
65
70
75
85 100 120
30
35
100
MENU
Annul.
120
135
OK
OK
135 150 180 200 250 300 350 400 450 500 550 600 700 800
• Als de brandpuntsafstand van uw objectief hierboven niet wordt genoemd, kiest u de waarde die het dichtst ligt bij de werkelijke brandpuntsafstand (bijvoorbeeld: [18] voor 17 mm en [100] voor 105 mm). • Als u een zoomlens gebruikt, kiest u de eigenlijke brandpuntsafstand bij de zoominstelling op dezelfde manier. • Het effect van Shake Reduction is afhankelijk van de opnameafstand en de informatie over de brandpuntsafstand. De functie Shake Reduction werkt wellicht minder effectief dan verwacht bij het maken van opnamen op korte afstand.
2
Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname. Kies [Inv brandp afstand] in het menu [A Opnamemodus 3] om de instelling voor brandpuntsafstand te wijzigen (p.77).
e_kb464_84percent.book Page 125 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
125
Opnamen maken met de zelfontspanner Deze camera heeft twee zelfontspannerfuncties: g en Z.
1
g
De sluiter ontspant na circa 12 seconden. Gebruik deze functie om als fotograaf ook op de foto te komen.
Z
Onmiddellijk nadat de ontspanknop is ingedrukt, wordt de spiegel opgeklapt. De sluiter ontspant na circa 2 seconden. Gebruik deze functie om te voorkomen dat de camera beweegt wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
Bevestig de camera op een statief.
4 Opnamefuncties
2
Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (2). Het scherm [Transportstand] verschijnt.
3
Selecteer g met de vierwegbesturing (45). Transportstand Enkelbeeld opname
OK
4
OK
Druk op de vierwegbesturing (3) en selecteer g of Z met de vierwegbesturing (45). Transportstand Zelfontspanner (12sec)
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 126 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
126
5
Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
6
Kijk in de zoeker of het onderwerp goed is ingekaderd en druk de ontspanknop tot halverwege in. De scherpstelindicatie ] verschijnt in de zoeker zodra het onderwerp is scherpgesteld.
4
7
Druk de ontspanknop helemaal in.
Opnamefuncties
Bij g begint de de zelfontspanner-LED op de voorzijde langzaam te knipperen; de laatste twee seconden voordat de sluiter ontspant, knippert de LED snel. Het geluidssignaal is hard en de frequentie neemt toe. Ongeveer 12 seconden nadat de ontspanknop helemaal is ingedrukt, wordt de opname gemaakt. Bij Z wordt de opname ongeveer 2 seconden nadat de ontspanknop helemaal is ingedrukt, gemaakt.
• U kunt de camera zo instellen dat het geluidssignaal niet wordt gegeven. (p.215) • Als er licht binnendringt in de zoeker, kan dit de belichting beïnvloeden. Gebruik de belichtingsgeheugenfunctie (p.105). Het licht dat door de zoeker binnendringt heeft geen effect als de belichtingsfunctie is ingesteld op a (Handmatig) (p.98). • Kies een andere instelling dan g of Z in het scherm [Transportstand] om het maken van opnamen met de zelfontspanner te annuleren. De instelling wordt geannuleerd als de camera wordt uitgezet terwijl [Transportstand] bij [Geheugen] (p.229) in het menu [A Opnamemodus 3] is ingesteld op P (Uit). • De functie Shake Reduction wordt automatisch uitgeschakeld als g of Z is ingesteld.
e_kb464_84percent.book Page 127 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
127 De functie Spiegel omhoog gebruiken Gebruik de functie Spiegel omhoog wanneer de camera duidelijk beweegt, ook wanneer de afstandsbediening (optioneel) wordt gebruikt in combinatie met een statief. Bij gebruik van de zelfontspanner (2 sec) klapt de spiegel op en wordt de sluiter ontspannen twee seconden nadat u op de ontspanknop drukt, zodat trillen van de spiegel wordt voorkomen. Volg de onderstaande procedure om een opname te maken met de functie Spiegel omhoog.
1 2
Bevestig de camera op een statief. Selecteer Z in de transportstand. Zie de stappen 1 tot en met 5 op p.125 voor meer informatie.
Druk de ontspanknop tot halverwege in. Het autofocussysteem treedt in werking. De scherpstelindicatie ] verschijnt in de zoeker zodra is scherpgesteld.
4
Druk de ontspanknop helemaal in. De spiegel klapt op en twee seconden later wordt een opname gemaakt. Het belichtingsgeheugen is ingeschakeld met de belichtingswaarde die onmiddellijk voorafgaand aan het opklappen van de spiegel is ingesteld.
Opnamefuncties
3
4
e_kb464_84percent.book Page 128 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
128
De afstandbediening gebruiken (optioneel) De ontspanknop kan ook worden bediend via de optionele afstandsbediening. U kunt kiezen uit h (direct ontspannen van de sluiter) en i (drie seconden vertraging) bij opnamen via de afstandsbediening.
h
De sluiter wordt onmiddellijk ontspannen nadat de ontspanknop op de afstandsbediening is ingedrukt.
i
De sluiter wordt circa drie seconden nadat de ontspanknop op de afstandsbediening is ingedrukt, ontspannen.
1
Bevestig de camera op een statief.
2
Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (2).
4 Opnamefuncties
Het scherm [Transportstand] verschijnt.
3 4
Selecteer h met de vierwegbesturing (45). Druk op de vierwegbesturing (3) en selecteer hof i met de vierwegbesturing (45). De zelfontspanner-LED knippert, ten teken dat de camera zich in de wachtstand voor de afstandsbediening bevindt.
Transportstand Afstandsbediening
OK
5
Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
OK
e_kb464_84percent.book Page 129 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
6
129 Druk de ontspanknop tot halverwege in. Het autofocussysteem treedt in werking. De scherpstelindicatie ] verschijnt in de zoeker zodra is scherpgesteld.
7
Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor op de voorzijde van de camera en druk de ontspanknop van de afstandsbediening in.
5m
• U kunt bij standaardinstellingen niet scherpstellen via de afstandsbediening. Stel eerst met de camera scherp op het onderwerp voordat u de afstandsbediening gebruikt. U kunt ook [10. AF met afstandbed.] op [Aan] zetten in het menu [A Pers.instelling 2] (p.78). • Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, klapt de flitser niet automatisch uit, zelfs wanneer de camera is ingesteld op g (Auto ontladen). Klap eerst handmatig de flitser uit. (p.68) • Als er licht binnendringt in de zoeker, kan dit de belichting beïnvloeden. Gebruik de belichtingsgeheugenfunctie (p.105). Het licht dat door de zoeker binnendringt heeft geen effect als de belichtingsfunctie is ingesteld op a (Handmatig) (p.98). • Kies een andere instelling dan hof i in het scherm [Transportstand] om de bediening met de afstandsbediening te annuleren nadat die is geactiveerd. De instelling wordt geannuleerd als de camera wordt uitgezet terwijl [Transportstand] bij [Geheugen] (p.229) in het menu [A Opnamemodus 3] is ingesteld op P (Uit). • De functie Shake Reduction wordt automatisch uitgeschakeld wanneer hof i is ingesteld. • De afstandsbediening werkt mogelijk niet bij tegenlicht. • De batterij van de afstandsbediening heeft capaciteit voor het verzenden van ongeveer 30.000 afstandsbedieningssignalen. Neem contact op met een PENTAX Service Center om de batterij te vervangen (hieraan zijn kosten verbonden).
4 Opnamefuncties
De afstandsbediening kan gebruikt worden tot een afstand van circa 5 m vanaf de voorzijde van de camera. Bij h wordt de opname onmiddellijk nadat de ontspanknop helemaal is ingedrukt, gemaakt. Bij i wordt de opname ongeveer 3 seconden nadat de ontspanknop helemaal is ingedrukt, gemaakt. Wanneer de opname is gemaakt, brandt het lampje van de zelfontspanner twee seconden en gaat dan weer knipperen.
e_kb464_84percent.book Page 130 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Continuopnamen
130
U kunt diverse opnamen achter elkaar maken door de ontspanknop ingedrukt te houden. Er zijn twee typen continuopnamen. Bij g (Continuopname (snel)) worden continu met de hoogste beeldsnelheid opnamen gemaakt totdat het buffergeheugen van de camera vol is. Bij h (Continuopname (langzaam)) worden continu opnamen gemaakt met een opgegeven interval.
4
g Continuopname (snel)
Als JPEG-kwaliteit is ingesteld op J (kwaliteitsniveau C), worden continu 5 opnamen gemaakt met een snelheid van ca. 3,5 fps. Het opname-interval wordt langer als het buffergeheugen vol raakt.
h Continuopname (langzaam)
Als JPEG-kwaliteit is ingesteld op J (kwaliteitsniveau C), worden continu opnamen gemaakt met een snelheid van ca. 1,1 fps, net zo lang tot de SD-geheugenkaart vol is.
Opnamefuncties
Als voor bestandsindeling RAW is geselecteerd, kunnen maximaal 4 opnamen bij g (Continuopname (snel)), of 7 opnamen bij h (Continuopname (langzaam)) continu worden gemaakt.
1
Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (2). Het scherm [Transportstand] verschijnt.
2
Selecteer g met de vierwegbesturing (45). Transportstand Enkelbeeld opname
OK
3
OK
Druk op de vierwegbesturing (3) en selecteer g of h met de vierwegbesturing (45). Transportstand Continuopname (snel)
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 131 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
4
131 Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het continu maken van opnamen.
5
Druk de ontspanknop tot halverwege in. Het autofocussysteem treedt in werking. De scherpstelindicatie ] verschijnt in de zoeker zodra is scherpgesteld.
6
Druk de ontspanknop helemaal in. Zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, worden er achter elkaar opnamen gemaakt. Haal uw vinger van de ontspanknop om de continuopname te stoppen.
4 Opnamefuncties
• Als de scherpstelstand is ingesteld op l (Eén opname), wordt de scherpstelling vergrendeld bij de eerste opname en worden opnamen met een ingesteld interval gemaakt. • Bij gebruik van de ingebouwde flitser kan pas een opname worden gemaakt wanneer de flitser volledig is opgeladen. U kunt opgeven dat de sluiter ook moet ontspannen voordat de ingebouwde flitser gereed is bij [14. Ontspant bij opladen] in het menu [A Pers.instelling 2]. (p.71) • Kies een andere instelling dan g of h in het scherm [Transportstand] om het maken van continuopnamen te annuleren. De instelling wordt geannuleerd als de camera wordt uitgezet terwijl [Transportstand] bij [Geheugen] (p.229) in het menu [A Opnamemodus 3] is ingesteld op P (Uit).
e_kb464_84percent.book Page 132 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Opnamen maken met digitale filters
132
In de opnamestand kunt u bij het maken van opnamen digitale filters toepassen. De volgende filters zijn beschikbaar. Filternaam
Effect Voor het maken van opnamen die met een speelgoedcamera lijken te zijn gemaakt.
Speels
Parameter Niveau schaduwwerking: +1/+2/+3 Onscherpte: +1/+2/+3 Kleurbreuk: Rood/Groen/Blauw
Sterk contrast
Voor het maken van opnamen met sterke contrasten.
+1/+2/+3
Soft
Voor het maken van opnamen met een soft focus over het hele beeld.
+1/+2/+3 Aantal lichtbronnen: Klein/ Gemiddeld/Groot
Sterren
Voor het maken van nachtopnamen of door water gereflecteerd licht met een extra schittering die wordt bereikt door aan de hoge lichten kruisachtige effecten toe te voegen.
Retro
Voor het maken van ouderwets uitziende opnamen.
Blauw/Oranje: -2/-1/Off/+1/+2
Kleurextractie
Voor het extraheren van een Rood/Magenta/Cyaan/Blauw/ bepaalde kleur en het maken van Groen/Geel de rest van de opname in zwart-wit.
4 Opnamefuncties
Grootte: Kort/Gemiddeld/Lang Hoek: 0°/30°/45°/60°
Witte rand: Dun/Gemiddeld/Dik
• Bij het gebruik van digitale filters wordt altijd de bestandsindeling JPEG gebruikt. • Afhankelijk van het toegepaste filter kan het opslaan van opnamen langer duren. • Continuopnamen en opnamen met bracketing in de transportstand zijn niet mogelijk bij toepassing van digitale filters.
1
Druk op de knop 4 in het statusscherm. Het bedieningspaneel wordt weergegeven. Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
e_kb464_84percent.book Page 133 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
2
133 Kies [Digitaal filter] met de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4.
Digitaal filter Geen toepassing van filters
Het scherm voor selectie van het filter verschijnt.
AWB
ISO AUTO
400
AF.A OFF
3
Gebruik de vierwegbesturing (45) om een filter te kiezen.
OFF
JPEG 10M
SOFT
Sterren
4
4
Selecteer met de vierwegbesturing (23) de parameter, en pas met de vierwegbesturing (45) de waarde van de parameter aan.
Aantal lichtbronnen
Voorbeeld OK OK
5
Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname. • Selecteer [Geen toepassing van filters] in stap 3 als u het maken van opnamen met digitale filters wilt beëindigen. • U kunt ook in de weergavestand digitale filters toepassen op opnamen, nadat u de opnamen hebt gemaakt (p.192).
Opnamefuncties
Voorbeeld OK OK
e_kb464_84percent.book Page 134 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
134
Memo
e_kb464_84percent.book Page 135 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
5
De flitser gebruiken In dit hoofdstuk worden het gebruik van de ingebouwde flitser van de e en het maken van opnamen met een externe flitser besproken.
Flitseigenschappen bij elke belichtingsfunctie ......136 Afstand en diafragma bij gebruik van de ingebouwde flitser .........................................138 Compatibiliteit objectief met de ingebouwde flitser ................................................139 Gebruik van een externe flitser (optioneel) .............140
e_kb464_84percent.book Page 136 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
136
Flitseigenschappen bij elke belichtingsfunctie Gebruik van de flitser in b bij sluitertijdvoorkeuze • Bij het fotograferen van een bewegend onderwerp kunt u de flitser gebruiken om het onscherpte-effect te veranderen. • Voor het maken van flitsfoto’s kunt u een sluitertijd van 1/180 seconde of langer instellen. • Het diafragma wordt automatisch aangepast aan het omgevingslicht. • De sluitertijd staat vast op 1/180 s wanneer een ander objectief dan DA, DA L, D FA, FA J, FA, F of A wordt gebruikt.
De flitser gebruiken in de stand c (Diafragmavoorkeuze)
5 De flitser gebruiken
• Wanneer u de scherptediepte wilt wijzigen of een opname van grote afstand wilt maken, kunt u het gewenste diafragma instellen om een flitsfoto te maken. • De sluitertijd wordt automatisch aangepast aan het omgevingslicht. • De sluitertijd wordt automatisch aangepast tot 1/180 s of langer (p.58) waarbij minder camerabeweging wordt veroorzaakt. De langst mogelijke sluitertijd hangt af van de brandpuntsafstand van het gebruikte objectief. • De sluitertijd staat vast op 1/180 s wanneer een ander objectief dan DA, DA L, D FA, FA J, FA of F wordt gebruikt.
Lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken U kunt lange-sluitertijdsynchronisatie gebruiken in de standen . (Portret bij nacht) en b (Sluitertijdvoorkeuze) wanneer u portretopnamen maakt met een zonsondergang op de achtergrond. Zowel het portret als de achtergrond worden prachtig vastgelegd. • Een lange-sluitertijdsynchronisatie verlengt de sluitertijd. Gebruik de functie Shake Reduction of schakel de functie Shake Reduction uit en gebruik een statief om camerabeweging te voorkomen. De opname wordt ook onscherp wanneer het onderwerp beweegt. • Lange-sluitertijdsynchronisatie is ook mogelijk met een externe flitser.
e_kb464_84percent.book Page 137 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
137 Gebruik van de functie b (Sluitertijdvoorkeuze)
1
Zet de functiekiezer op b. De functie b (Sluitertijdvoorkeuze) wordt ingesteld.
2
Gebruik de e-knop om de sluitertijd in te stellen. De achtergrond wordt niet juist belicht wanneer de diafragmawaarde knippert tijdens het instellen van de sluitertijd. Wijzig de sluitertijd zo, dat de diafragmawaarde niet meer knippert.
3
Druk op de K knop. De flitser wordt uitgeklapt.
4
Maak een opname.
Gebruik van de functie a (Handmatig) Zet de functiekiezer op a. a (Handmatig) wordt ingesteld.
2
Stel de sluitertijd en de diafragmawaarde in voor een correcte belichting. Stel de sluitertijd in op 1/180 seconde of langer.
3
Druk op de K knop. De flitser wordt uitgeklapt. In de functie a (Handmatig) kunt u de flitser op elk gewenst moment vóór het maken van de opname uitklappen.
4
Maak een opname.
De flitser gebruiken
1
5
e_kb464_84percent.book Page 138 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
138
Afstand en diafragma bij gebruik van de ingebouwde flitser Wanneer u opnamen maakt met de flitser, moeten richtgetal, diafragma en afstand op elkaar zijn afgestemd voor een juiste belichting. Bereken de opnamecondities en pas deze aan wanneer de flitsintensiteit onvoldoende is. ISO-gevoeligheid ISO 100 ISO 200 ISO 400 ISO 800 ISO 1600 ISO 3200
5
Richtgetal ingebouwde flitser Ca. 11 Ca. 15,6 Ca. 22 Ca. 31,1 Ca. 44 Ca. 62,2
Berekenen van de opnameafstand op basis van de diafragmawaarde
De flitser gebruiken
Met de volgende formule berekent u de flitsafstand voor diafragmawaarden. Maximale flitsafstand L1 = richtgetal ÷ gekozen diafragmawaarde Minimale flitsafstand L2 = maximale flitsafstand ÷ 5* * De waarde 5 in de bovenstaande formule is een vaste waarde die alleen geldt bij gebruik van de ingebouwde flitser.
Voorbeeld Bij een gevoeligheid van [ISO 100] en een diafragmawaarde van F2.8 L1 = 11 ÷ 2.8 = ca. 3,9 (m) L2 = 3,9 ÷ 5 = ca. 0,8 (m) De flitser kan dus worden gebruikt op een afstand van ca. 0,8 tot 3,9 m. Wanneer de afstand tot het onderwerp 0,7 meter of minder bedraagt, kan de flitser niet worden gebruikt. Gebruik van de flitser binnen deze afstand veroorzaakt vignettering in de hoeken van de opname, onevenwichtige lichtverdeling en mogelijk overbelichting.
Berekenen van de diafragmawaarde op basis van opnameafstand Met de volgende formule berekent u de diafragmawaarde voor de opnameafstand. Gebruikte diafragmawaarde F = richtgetal ÷ opnameafstand Voorbeeld Bij een gevoeligheid van [ISO 100] en een opnameafstand van 3,5 m is de diafragmawaarde: F = 11 ÷ 3,5 = 3.1 Wanneer de uitkomst (in bovenstaand voorbeeld 3.1) niet beschikbaar is als diafragmawaarde, wordt meestal het dichtstbijzijnde lagere getal (in bovenstaand voorbeeld 2.8) gebruikt.
e_kb464_84percent.book Page 139 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Compatibiliteit objectief met de ingebouwde flitser
139
Afhankelijk van het objectief dat met de e wordt gebruikt, kan de flitser mogelijk niet worden gebruikt of slechts beperkt worden gebruikt wegens vignettering, zelfs niet als een objectief met een zonnekap wordt gebruikt. DA, DA L, D FA, FA J, en FA objectieven die hieronder niet worden genoemd kunnen zonder problemen worden gebruikt. * De volgende waarden zijn geldig zonder gebruik van een zonnekap. Niet beschikbaar vanwege vignettering Type objectief
DA Fish-eye 10-17 mm F3.5-4.5ED (IF) DA12-24 mm F4ED AL DA14 mm F2.8ED (IF) FA300 mm F2.8ED (IF) FA600 mm F4ED (IF) FA250-600 mm F5.6ED (IF)
5
Type objectief
Beperkingen
F Fish-eye 17-28 mm F3.5-4.5
Als de brandpuntsafstand minder is dan 20 mm, kan vignettering optreden.
DA16-45 mm F4ED AL
Als de brandpuntsafstand minder is dan 28 mm of als de brandpuntsafstand 28 mm is en de opnameafstand kleiner dan 1 m, kan vignettering optreden.
DA16-50 mm F2.8ED AL (IF) SDM
Als de brandpuntsafstand minder is dan 20 mm of als de brandpuntsafstand 35 mm is en de opnameafstand kleiner dan 1,5 m, kan vignettering optreden.
DA17-70 mm F4AL (IF) SDM
Als de brandpuntsafstand minder is dan 24 mm of als de brandpuntsafstand 24 mm is en de opnameafstand kleiner dan 1 m, kan vignettering optreden.
DA18-250 mm F3.5-6.3ED AL (IF)
Als de brandpuntsafstand minder is dan 35 mm, kan vignettering optreden.
FA28-70 mm F2.8AL
Als de brandpuntsafstand minder is dan 28 mm en de opnameafstand kleiner dan 1 m, kan vignettering optreden.
FA Soft 28 mm F2.8
De ingebouwde flitser ontlaadt altijd volledig.
FA Soft 85 mm F2.8
De ingebouwde flitser ontlaadt altijd volledig.
De flitser gebruiken
Beschikbaar afhankelijk van andere factoren
e_kb464_84percent.book Page 140 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
140
Gebruik van een externe flitser (optioneel) De optionele externe flitsers AF540FGZ, AF360FGZ, AF200FG of AF160FC ondersteunen een aantal flitsfuncties, zoals automatisch P-DDL-flitsen, afhankelijk van welke externe flitser wordt gebruikt. Zie de onderstaande tabel voor meer informatie. (Ja: beschikbaar #: Beperkt Nee: niet beschikbaar)
Camerafunctie
5
Flitser Ingebouwde flitser
AF540FGZ AF360FGZ
AF200FG AF160FC
De flitser gebruiken
Flitsen met anti rode ogen
Ja
Ja
Ja
Automatisch flitsen
Ja
Ja
Ja
Na het opladen wordt automatisch de flitssynchronisatietijd ingesteld.
Ja
Ja
Ja
Het diafragma wordt automatisch ingesteld in de functie e (programma) en de functie b (Sluitertijdvoorkeuze).
Ja
Ja
Ja
Automatisch controleren in de zoeker
Nee
Nee
Nee
Automatische P-DDL-flitser (geschikte gevoeligheid: ISO 100-3200)
Ja*1
Ja*1
Ja*1
Lange-sluitertijdsync
Ja
Ja
Ja
Flitsbelichtingscorrectie
Ja
Ja
Ja
AF-hulplicht
Ja
Ja
Nee
2e sluitergordijn-synchronisatie*2
Ja
Ja
Nee
Flitsen met contrastregelingssynchronisatie
#*3
Ja
#*4
Slave-flitser
Nee
Ja
Nee
Stroboscoopflitsen
Nee
Nee
Nee
Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie
Nee
Ja
Nee
Draadloos flitsen
#*4
Ja*5
Nee
*1 Alleen beschikbaar bij gebruik van een DA, DA L, D FA, FA J, FA, F of A objectief. *2 Sluitertijd van 1/90 s of langer. *3 Bij combinatie met de AF540FGZ of de AF360FGZ kan 1/3 van het flitslicht worden geproduceerd door de ingebouwde flitser en 2/3 door de externe flitser. *4 Alleen beschikbaar in combinatie met de flitsers AF540FGZ en AF360FGZ. *5 Meerdere AF540FGZ- of AF360FGZ-flitsers of een combinatie van AF540FGZ/AF360FGZ-flitsers en de ingebouwde flitser is vereist.
e_kb464_84percent.book Page 141 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
141 Weergave op het LCD van de AF360FGZ De AF360FGZ heeft zelf geen functie voor het instellen van het filmformaat op [DIGITAAL]. Als het objectief echter wordt gebruikt bij een digitale spiegelreflexcamera, wordt het verschil in brandpuntsafstand tussen de kleinbeeldcamera en de e automatisch berekend op basis van het verschil in beeldhoek (bij gebruik van een DA, DA L, D FA, FA J, FA of F objectief). De conversie-indicatie wordt weergegeven en de formaatindicatie verdwijnt wanneer de timer van de belichtingsmeting van de e aan is. (Deze keert terug naar kleinbeeldweergave wanneer de timer van de belichtingsmeting wordt uitgeschakeld.) Brandpuntsafstand objectief
85mm 77mm 50mm 35mm 28mm 24mm 20mm 18mm
LCD Timer van de AF360FGZ belichtingsmeting uitgeschakeld
85mm
70mm 50mm
35mm
28mm 24 mm*
Timer van de belichtingsmeting ingeschakeld
58mm
48mm 34mm
24mm
19mm 16 mm*
* Bij gebruik van groothoekpaneel
U kunt [Automatisch P-DDL-flitsen] gebruiken met de flitsers AF540FGZ, AF360FGZ, AF200FG en AF160FC. De flitser geeft een voorflits voor de eigenlijk flits en bevestigt de kenmerken van het onderwerp (afstand, helderheid, contrast, eventueel tegenlicht, enz.) met behulp van de sensor voor 16-segmentsmeting van de camera. De flitsintensiteit van de eigenlijke flits wordt berekend op basis van de met de voorflits verzamelde gegevens, zodat het mogelijk wordt flitsopnamen te maken met een betere belichting dan normaal bij DDL-Auto mogelijk is. 1 2 3 4
Verwijder de flitsschoenbeschermer en bevestig de externe flitser. Zet de camera en de externe flitser aan. Stel de externe flitsinstelling in op [Automatisch P-DDL-flitsen]. Controleer of de externe flitser volledig is opgeladen en maak een opname.
De flitser gebruiken
Gebruik van de functie Automatisch P-DDL-flitsen
5
e_kb464_84percent.book Page 142 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
142 • Automatisch P-DDL-flitsen is alleen beschikbaar voor de flitsers AF540FGZ, AF360FGZ, AF200FG en AF160FC. • Wanneer de ingebouwde flitser gereed is (volledig opgeladen), brandt b in de zoeker. • Gedetailleerde gegevens, zoals de bedieningsmethode en de effectieve flitsafstand zijn te vinden in de handleiding bij de externe flitser. • Wanneer flitsfunctie g of i is geselecteerd, gaat de flitser niet af wanneer het onderwerp licht genoeg is. Daarom kan de flitser in sommige gevallen ongeschikt zijn voor opnamen met daglichtsynchronisatie. • Druk nooit op de knop K wanneer er een externe flitser is bevestigd op de camera. De ingebouwde flitser botst dan tegen de externe flitser. Als u beide flitsers tegelijk wilt gebruiken, zie dan p.146 voor de aansluitingsmethode.
Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie Met de AF540FGZ of de AF360FGZ kunt u de flitser activeren om een opname te maken met een sluitertijd die korter is dan 1/180 s.
De AF540FGZ of de AF360FGZ op de camera aansluiten en gebruiken
5 De flitser gebruiken
1 Verwijder de flitsschoenbeschermer en bevestig de externe flitser (AF540FGZ of AF360FGZ) op de camera. 2 Stel de belichtingsfunctie in op b (Sluitertijdvoorkeuze) of a (Handmatig). 3 Zet de camera en de externe flitser aan. 4 Stel de synchronisatiefunctie van de externe flitser in op HSb (Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie). 5 Controleer of de externe flitser volledig is opgeladen en maak een opname. • Wanneer de ingebouwde flitser gereed is (volledig opgeladen), brandt b in de zoeker. • Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie is alleen beschikbaar bij een sluitertijd die korter is dan 1/180 s. • Flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie is niet beschikbaar wanneer de sluitertijd is ingesteld op h.
Draadloos flitsen Door gebruik te maken van twee externe flitsers (AF540FGZ of AF360FGZ) of wanneer de ingebouwde flitser wordt gebruikt in combinatie met een externe flitser, kunt u P-DDL-flitsen zonder de flitsers aan te sluiten met een draadverbinding.
e_kb464_84percent.book Page 143 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
143 • Zet de aan/uit-knop van de externe flitser in de stand WIRELESS (draadloos). • Er zijn twee of meer externe flitsers AF540FGZ/AF360FGZ vereist voor draadloos flitsen met korte-sluitertijdsynchronisatie. Deze functie kan niet worden gebruikt samen met de ingebouwde flitser. • Zet de functie voor draadloos flitsen van de externe flitser die niet rechtstreeks is aangesloten op de camera in de stand SLAVE.
Het kanaal voor de externe flitser instellen op de camera Stel eerst het kanaal voor de externe flitser in op de camera. 1 Stel het kanaal voor de externe flitser in. 2 Zet de externe flitser op de flitsschoen van de camera. 3 Schakel de camera en de externe flitser in en druk de ontspanknop tot halverwege in. De ingebouwde flitser wordt ingesteld op hetzelfde kanaal als de externe flitser.
De ingebouwde flitser draadloos gebruiken Activeer de draadloze flitsfunctie van de camera als u een externe flitser gebruikt in combinatie met de ingebouwde flitser. 1 Druk op de vierwegbesturing (3). Het scherm [Flitsinstelling] wordt weergegeven. 2 Selecteer r met de vierwegbesturing (45). Flitsinstelling Druk op de knop 4 om terug te gaan naar Draadloze bediening de opnamestand.
0.0
OK
Als de transportfunctie is ingesteld op i of als het diafragma van het objectief niet is ingesteld op s, wordt r grijs weergegeven en is de functie niet beschikbaar.
OK
5 De flitser gebruiken
• In de stand r wordt het huidige kanaal waarop de ingebouwde flitser is ingesteld, gedurende 10 seconden weergegeven in de zoeker. • Stel alle flitsers in op hetzelfde kanaal. Raadpleeg de handleiding van de AF540FGZ of de AF360FGZ voor informatie over het instellen van het kanaal op die flitsers.
e_kb464_84percent.book Page 144 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
144
De flitsfunctie van de ingebouwde flitser wijzigen U kunt de flitsfunctie van de ingebouwde flitser bij draadloos flitsen wijzigen. Instellen bij [15. Draadloos flitsen] in het menu [A Pers.instelling 3] (p.79). 1
Aan
De ingebouwde flitser flitst.
2
Uit
De ingebouwde flitser geeft een stuurflits.
HSb (Korte-sluitertijdsynchronisatie) is niet beschikbaar voor de ingebouwde flitser.
Draadloos flitsen
5
Met een combinatie van de ingebouwde flitser en een externe flitser 1 Verwijder de externe flitser nadat het kanaal is ingesteld op de camera en plaats de flitser op de gewenste plek. 2 Stel de flitsfunctie van de camera in op r en klap de ingebouwde flitser uit. 3 Controleer of de externe flitser en de ingebouwde flitser volledig zijn opgeladen en maak een opname.
De flitser gebruiken
Met een combinatie van externe flitsers 1 Zet de functie voor draadloos flitsen van de externe flitser op de camera in de stand [MASTER] of [STUUR]. MASTER
Zowel de flitser die direct is aangesloten op de camera als de draadloze flitser gaan af.
STUUR
De flitser die direct is aangesloten op de camera geeft alleen een stuurflits en gaat niet af als hoofdflits.
2 Stel de draadloze flitser in de stand [SLAVE] en stel het kanaal in op hetzelfde kanaal als op de flitser die op de camera is aangesloten. Plaats de flitser dan op de gewenste plek. 3 Controleer of de externe flitser en de ingebouwde flitser volledig zijn opgeladen en maak een opname. Shake Reduction is niet beschikbaar bij draadloos flitsen.
e_kb464_84percent.book Page 145 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
145 Draadloze bediening van de flitser (P-DDL flitsfunctie) De volgende gegevens worden uitgewisseld tussen de flitsers voordat de flits afgaat, als u externe flitsers (AF540FGZ of AF360FGZ) draadloos gebruikt. Druk de ontspanknop helemaal in. È 1 De direct op de camera bevestigde flitser geeft een stuurflits (geeft de flitsstand van de camera door). 2 De externe draadloze flitser geeft een proefflits (geeft bevestiging van het onderwerp door). 3 De direct op de camera bevestigde flitser geeft een stuurflits (geeft flitsintensiteit door aan de externe draadloze flitser). * De op de camera bevestigde flitser straalt hierna nog één keer een stuurflits uit om de duur van de flits door te geven als is ingesteld op HSb (Kortesluitertijdsynchronisatie).
4 De externe draadloze flitser flitst op hetzelfde moment als de hoofdflits. Als de externe flitser op de camera voor draadloos flitsen is ingesteld op [MASTER] of als [15. Draadloos flitsen] (p.144) is ingesteld op [Aan] voor de ingebouwde flitser, geven alle flitsers tegelijkertijd een flits.
Net als bij de ingebouwde flitser is ook voor een externe flitser anti rode ogen beschikbaar. Voor sommige flitsers is deze functie mogelijk niet beschikbaar en er kunnen beperkingen gelden voor de gebruiksomstandigheden. Zie het schema op p.140. • De functie voor anti rode ogen werkt ook wanneer alleen een externe flitser wordt gebruikt. (p.69) • Als de rode-ogenreductie van de ingebouwde flitser wordt gebruikt terwijl de externe flitser is ingesteld als slave-flitser of draadloze flitser, zorgt de voorflits voor de rode-ogenreductie ervoor dat de externe flitser afgaat. Stel daarom bij gebruik van een slave-flitser geen rode-ogenreductie in.
De flitser gebruiken
Rode-ogenreductie
5
e_kb464_84percent.book Page 146 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
146 2e sluitergordijn-synchronisatie Wanneer de ingebouwde flitser wordt gebruikt in combinatie met een externe flitser (AF540FGZ of AF360FGZ) die is ingesteld op 2e-sluitergordijnsynchronisatie, dan gebruikt ook de ingebouwde flitser deze functie. Controleer of beide flitsers volledig zijn opgeladen alvorens de opname te maken.
Gebruik van de ingebouwde flitser samen met de externe flitser Bij gebruik van de ingebouwde flitser in combinatie met een externe flitser die geen functie voor draadloos flitsen heeft, bijvoorbeeld de AF200FG, bevestigt u de optionele flitsschoenadapter FG op de flitsschoen van de camera en een optionele flitsschoenadapter F onder op de externe flitser. Vervolgens verbindt u beide met elkaar met behulp van het optionele verlengsnoer F5P, zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding. De flitsschoenadapter F kan met een statiefschroef op een statief worden bevestigd. Alleen de automatische P-DDL flitser kan worden gebruikt samen met de ingebouwde flitser.
5
Combinatie met de ingebouwde flitser
De flitser gebruiken
e_kb464_84percent.book Page 147 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
147 Meerdere flitsers tegelijk gebruiken U kunt twee of meer externe flitsers combineren (AF540FGZ, AF360FGZ en AF200FG) of u kunt twee of meer externe flitsers gebruiken in combinatie met de ingebouwde flitser. U kunt de aansluiting voor het verlengsnoer op de flitser gebruiken om de AF540FGZ aan te sluiten. U kunt AF360FGZ of de AF200FG flitsers aansluiten zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding. Sluit een externe flitser en de optionele flitsschoenadapter F aan op de optionele schoenadapter F en sluit dan nog een schoenadapter F met een externe flitser aan met behulp van het optionele verlengsnoer F5P. Raadpleeg de bedieningshandleiding van de flitser voor details. • Combineer geen accessoires met een afwijkend aantal contacten zoals een flitshandgreep, omdat hierdoor storingen kunnen optreden. • Als u PENTAX flitsers combineert met flitsers van andere fabrikanten, kan dit de apparatuur beschadigen. We adviseren u alleen de flitsers F540FGZ, AF360FGZ en AF200FG te gebruiken.
Twee of meer externe flitsers combineren
5 De flitser gebruiken
Wanneer u diverse externe flitsers of een externe flitser gebruikt samen met de ingebouwde flitser, wordt P-DDL gebruikt voor de flitserbesturing.
e_kb464_84percent.book Page 148 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
148 Flitsen met contrastregelingssynchronisatie Als u twee of meer externe flitsers combineert (AF540FGZ, AF360FGZ of AF200FG) of een externe flitser gebruikt in combinatie met de ingebouwde flitser, kunt u opnamen maken met meerdere flitsers (Flitsfotografie met contrastregelingssynchronisatie). Flitsfotografie met contrastregelingssynchronisatie is gebaseerd op het verschil in de hoeveelheid licht die de flitsers opbrengen. • De AF200FG moet worden gecombineerd met de AF540FGZ of de AF360FGZ. • Combineer geen accessoires met een afwijkend aantal contacten zoals een flitshandgreep, omdat hierdoor storingen kunnen optreden. • Als u PENTAX flitsers combineert met flitsers van andere fabrikanten, kan dit de apparatuur beschadigen. We adviseren u alleen automatische flitsers van PENTAX te gebruiken.
5
1 Sluit de externe flitser indirect aan op de camera. (p.146) 2 Stel de synchronisatiefunctie voor de externe flitser in op contrastregelingssynchronisatie. 3 Stel de belichtingsfunctie in op e, b, c of a. 4 Controleer of de externe flitser en de ingebouwde flitser volledig zijn opgeladen en maak een opname.
De flitser gebruiken
• Als u twee of meer externe flitsers gebruikt en de functie Flitsen met contrastregelingssynchronisatie instelt op de externe master-flitser, is de verhouding van de flitsintensiteit 2 (master-flitser) : 1 (slave-flitser). Als u de externe flitser gebruikt in combinatie met de ingebouwde flitser, is de verhouding van de flitsintensiteit 2 (externe flitser) : 1 (ingebouwde flitser). • Wanneer u diverse externe flitsers of een externe flitser gebruikt samen met de ingebouwde flitser, wordt P-DDL gebruikt voor de flitserbesturing.
e_kb464_84percent.book Page 149 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
6
Opname-instellingen In dit hoofdstuk worden allerlei instellingen besproken, onder andere hoe u de indeling voor het opslaan kunt instellen.
De bestandsindeling instellen ..................................150 De functie van de knop g instellen .........................154 De methode voor afwerking van de opname instellen (Aangepaste opname).................................157 Extra opname-instellingen ........................................159
e_kb464_84percent.book Page 150 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De bestandsindeling instellen
150
JPEG-opnamepixels instellen U kunt het aantal opnamepixels kiezen uit J, P en i. Hoe meer pixels, hoe groter de opname en hoe groter het bestand. De bestandsgrootte is ook afhankelijk van de instelling voor [JPEG kwal niveau]. De standaardinstelling is J. Opnamepixels
Pixels
Papierafm.
J
3872×2592
297×420 mm / A3-papier
P
3008×2000
210×297 mm / A4-papier
i
1824×1216
148×210 mm / A5-papier
De papierformaten hierboven zijn de formaten voor optimale afdrukken bij het ingestelde aantal opnamepixels. De kwaliteit van de opname of afdruk hangt af van het kwaliteitsniveau, de belichting, de resolutie van de printer en een aantal andere factoren.
6 Opname-instellingen
1
Druk op de knop 4 in het statusscherm. Het bedieningspaneel wordt weergegeven. Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Kies [JPEG opnamepixels] met de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4.
JPEG opnamepixels 10M
Het scherm [JPEG opnamepixels] wordt weergegeven.
AWB
ISO AUTO
AF.A OFF
JPEG 10M
400
e_kb464_84percent.book Page 151 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
151
3
Wijzig het aantal opnamepixels met de vierwegbesturing (45). Als u de instelling voor opnamepixels wijzigt, wordt het beschikbare aantal opnamen bij die instelling rechts boven in het scherm weergegeven.
128
JPEG opnamepixels 10M
10M
6M
2M
OK
4
OK
Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
Het JPEG-kwaliteitsniveau instellen U kunt het kwaliteitsniveau van de opname instellen. De bestandsgrootte is ook afhankelijk van de instelling voor [JPEG opnamepixels]. De standaardinstelling is C (Best). Best
D
Beter
E
Goed
1
De opnamen zijn scherper, maar de bestandsgrootte neemt toe.
De opnamen zijn korreliger, maar de bestanden zijn kleiner.
Druk op de knop 4 in het statusscherm. Het bedieningspaneel wordt weergegeven. Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Kies [JPEG kwal niveau] met de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4.
JPEG kwal niveau
Het scherm [JPEG kwal niveau] wordt weergegeven.
AWB
ISO AUTO
AF.A OFF
JPEG 10M
400
6 Opname-instellingen
C
e_kb464_84percent.book Page 152 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
152
3
Selecteer met de vierwegbesturing (45) een kwaliteitsniveau.
128
JPEG kwal niveau
Als u het kwaliteitsniveau wijzigt, wordt het beschikbare aantal opnamen bij die instelling voor kwaliteit rechts boven in het scherm weergegeven. OK
4
OK
Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
De bestandsindeling instellen U kunt een bestandsindeling opgeven voor opnamen. De standaardinstelling is JPEG.
6
Opnamen worden opgeslagen in JPEG-indeling. Kies het gewenste aantal opnamepixels bij [JPEG opnamepixels], en het kwaliteitsniveau bij [JPEG kwal niveau]. De bestandsgrootte is afhankelijk van de instellingen.
RAW
RAW-gegevens zijn CCD-uitvoergegevens die worden opgeslagen zonder verdere bewerking. Effecten zoals Witbalans, Aangepaste opname en Kleurruimte worden niet op de opname toegepast, maar deze informatie wordt wel opgeslagen. Gebruik RAWontwikkeling (p.195) of breng de opnamen over naar een computer, pas effecten toe via de meegeleverde software PENTAX PHOTO Laboratory 3 en maak hiermee JPEG- en TIFF-bestanden.
RAW+
Opnamen worden opgeslagen in zowel RAW- als JPEG-indeling. Als de functie RAW-knop wordt toegewezen aan de knop g (Help), kunt u op de knop g drukken om de bestandsindeling tijdelijk te wijzigen en de opname in beide bestandsindelingen op te slaan.
Opname-instellingen
JPEG
1
Druk op de knop 4 in het statusscherm. Het bedieningspaneel wordt weergegeven. Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
e_kb464_84percent.book Page 153 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
2
153 Kies [Bestandsindeling] met de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4.
Bestandsindeling JPEG
Het scherm [Bestandsindeling] wordt weergegeven.
AWB
ISO AUTO
400
AF.A OFF
3
Selecteer een bestandsindeling met de vierwegbesturing (45). Als u de bestandsindeling wijzigt, wordt het beschikbare aantal opnamen rechts boven in het scherm weergegeven.
JPEG 10M
12345
Bestandsindeling
JPEG
RAW
RAW+
OK
4
OK
Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
Als u RAW-opnamen maakt, kunt u kiezen uit de bestandsindelingen PEF en DNG bij [RAW-formaat] in het menu [A Opnamemodus 1] (p.77). De standaardinstelling is [PEF]. PEF
De oorspronkelijke RAW-indeling van PENTAX
DNG
Een voor algemene doeleinden bestemde, publiekelijk beschikbare RAWbestandsindeling, ontwikkeld door Adobe Systems
1 2 3 Aangepaste opname OFF Digitaal filter Bestandsindeling JPEG JPEG opnamepixels 10M JPEG kwal niveau PEF PEF RAW-formaat DNG sRGB Kleurruimte OK OK MENU Annul.
Opname-instellingen
De RAW-bestandsindeling instellen
6
e_kb464_84percent.book Page 154 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De functie van de knop g instellen
154
De volgende functies kunnen worden toegewezen aan de knop g (Help): Help, Digitaal voorbeeld, Aangepaste opname, Digitaal filter en RAW-knop. Bij het maken van opnamen beschikt u over de toegewezen functie door op de knop te drukken. Help-functie
Weergave van een uitleg van de huidige procedure. (p.34)
Digitaal voorbeeld
Weergave van het digitale voorbeeld. U kunt instellen of in het digitale voorbeeld de waarschuwing Licht/donker geb of een histogram wordt weergeven. (p.119)
Aangepaste opname Instellingen opgeven voor Aangepaste opname. (p.157)
6
Digitaal filter
Instelling van het digitale filter. (p.132)
functie RAW-knop
Gelijktijdig opslaan van opnamen in zowel RAW- als JPEG-indeling, ongeacht de instelling bij [Bestandsindeling]. U kunt kiezen of de instelling alleen van toepassing is op één opname en de bestandsindeling als u op de knop drukt. (p.155)
1
Opname-instellingen
Kies [knop Help] in het menu [A Opnamemodus 3] en druk op de vierwegbesturing (5).
1 2 3 Geheugen knop Help Shake Reduction Inv brandp afstand
MENU
2
Druk op de vierwegbesturing (5).
Einde
knop Help Help-functie
MENU
Aan
e_kb464_84percent.book Page 155 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
3
155 Selecteer met de vierwegbesturing (23) een functie die u wilt toewijzen aan de knop g (Help) en druk op de knop 4.
knop Help Help-functie Digitaal voorbeeld Aangepaste opname Digitaal filter functie RAW-knop MENU
4
Annul.
OK
OK
Druk twee keer op de knop 3. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven.
De functie van de RAW-knop instellen Als de [functie RAW-knop] wordt toegewezen aan de knop g (Help), kunt u de instellingen aanpassen. De volgende instellingen zijn beschikbaar. O (Aan)/P (Uit)
Bestandsindeling
Bestandsindeling die wordt geselecteerd als op de knop g wordt gedrukt.
1 2
Selecteer [functie RAW-knop] in stap 3 op p.155. Selecteer [Elke keer stoppen] met de vierwegbesturing (23).
6 Opname-instellingen
Elke keer stoppen
e_kb464_84percent.book Page 156 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
156
3
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45). Wanneer ingesteld op O (Aan), keert de opname-indeling na elke opname terug naar de instelling voor [Bestandsindeling]. De standaardinstelling is O (Aan). Als u [Elke keer stoppen] instelt op P (Uit), worden de instellingen van de knop g onder de volgende omstandigheden geannuleerd. • u drukt nogmaals op de knop g. • u zet de camera wordt uit • u draait aan de functiekiezer • u geeft een menu weer • de camera staat in de weergavestand
4
knop Help functie RAW-knop Elke keer stoppen JPEG RAW RAW+
RAW+ RAW+ RAW+
MENU
Kies met de vierwegbesturing (23) een bestandindeling. Links staat de instelling voor [Bestandsindeling] en rechts de bestandsindeling wanneer op de knop g wordt gedrukt.
5 6 Opname-instellingen
6 7
Druk op de vierwegbesturing (5) en selecteer een bestandsindeling met de vierwegbesturing (23) terwijl u op de knop g drukt. Druk op de knop 4. Druk twee keer op de knop 3. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven.
e_kb464_84percent.book Page 157 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De methode voor afwerking van de opname instellen (Aangepaste opname)
157
U kunt de afwerking van de opname instellen voor het maken van de opname als de belichtingsfunctie is ingesteld op e (Programma), K (Gevoeligheidsvoorkeuze), b (Sluitertijdvoorkeuze), c (Diafragmavoorkeuze) of a (Handmatig). U kunt één van de volgende zes standen kiezen voor [Beeldtint]: Helder, Natuurlijk, Portret, Landschap, Levendig en Monochroom. De standaardinstelling is [Helder]. U kunt de volgende eigenschappen van Beeldtint instellen. Kleurverzadiging*1 Instelling van de kleurverzadiging. (Beschikbare instellingen: –4 tot +4) Tint*1
Instelling van de kleur. (Beschikbare instellingen: –4 tot +4)
Contrast
Instelling van het contrast (Beschikbare instellingen: –4 tot +4)
Scherpte*2
Instelling van de scherpte van de contouren van de afbeelding. (Beschikbare instellingen: –4 tot +4)
Filtereffect*3
Aanpassing van het contrast zodat het lijkt alsof een zwart-wit-kleurenfilter is gebruikt. Instelling van filterkleur. (Beschikbare instellingen: [Geen], [Groen], [Geel], [Oranje], [Rood], [Magenta], [Blauw], [Cyaan], [Infrarood])
Kleur aanpassen*3
Instelling van het aanpassingsniveau voor koude kleurtinten (- richting) en warme kleurtinten (+ richting). (Beschikbare instellingen: -4 tot +4)
1
Druk op de knop 4 in het statusscherm. Het bedieningspaneel wordt weergegeven. Druk op de knop M als het statusscherm niet wordt weergegeven.
2
Kies een aangepaste opname met de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4. Het scherm [Aangepaste opname] wordt weergegeven. Nadat de voeding is ingeschakeld, wordt de laatst gemaakte opname weergegeven als achtergrond.
Aangepaste opname Helder
AWB
ISO AUTO
AF.A OFF
JPEG 10M
400
6 Opname-instellingen
*1 Instelling mogelijk bij elke andere selectie dan [Monochroom]. *2 U kunt de instelling ook wijzigen in [Fijne scherpte], waarmee u de contouren van de afbeelding nog dunner en scherper maakt. *3 Instelling mogelijk bij selectie van [Monochroom].
e_kb464_84percent.book Page 158 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
158
3
Selecteer met de vierwegbesturing (45) de Beeldtint.
R
Helder
Y
M
B
G C
Voorbeeld OK OK
4
Gebruik de vierwegbesturing (23) om een item te kiezen dat u wilt wijzigen (Kleurverzadiging, Tint, Contrast of Scherpte).
BW R
Portret
Als Beeldtint is ingesteld op Monochrome, kunt u instellingen wijzigen voor Filtereffect, Tint, Contrast en Scherpte.
6
5
Y
M
B
G C
Voorbeeld OK OK
Wijzig de instelling met de vierwegbesturing (45).
Opname-instellingen
De achtergrondopname verandert overeenkomstig de instelling. U kunt kleurverzadiging en tint controleren met behulp van het diagram. Draai voor Scherpte de e-knop naar Fijne scherpte. De contouren van de afbeelding worden bij Fijne scherpte nog scherper en dunner, wat de functie heel geschikt maakt voor opnamen met bijvoorbeeld haar.
6
Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname. Als Beeldtint is ingesteld op Monochrome, wordt het diagram niet weergegeven.
e_kb464_84percent.book Page 159 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Extra opname-instellingen
159
Witbalans instellen Witbalans is een functie voor het aanpassen van kleuren van een opname zodat witte onderwerpen ook werkelijk wit zijn. Stel de witbalans in als u niet tevreden bent met de kleurbalans van opnamen die zijn genomen met de instelling F (Auto), of als u uw opnamen een creatief tintje wilt geven. De standaardinstelling is F (Auto). Auto
Past de witbalans automatisch aan. (Circa 4000 tot 8000K)
G
Daglicht
Voor het maken van opnamen bij zonlicht. (Circa 5200K)
H
Schaduw
Voor het maken van opnamen in de schaduw. Hierdoor worden blauwe kleurzwemen in een opname verminderd. (Circa 8000K)
^
Bewolkt
Voor het maken van opnamen op bewolkte dagen. (Circa 6000K)
J
Neonlicht
Voor het maken van opnamen bij neonlicht. U kunt kiezen uit D (daglicht) (circa 6500K), N (neutraal wit) (circa 5000K) en W (wit) (circa 4200K).
I
Lamplicht
Voor het maken van opnamen bij elektrisch licht of ander lamplicht. Hierdoor worden rode kleurzwemen in een opname verminderd. (Circa 2850K)
L
Flitser
K
Handmatig
Voor het maken van opnamen met de ingebouwde flitser. (Circa 5400K) Gebruik deze functie om de witbalans handmatig aan te passen op basis van het omgevingslicht, zodat witte voorwerpen natuurlijk wit overkomen.
* De kleurtemperatuur (K) is een benadering en vormt geen indicatie van de exacte kleuren.
1 2
Zet de functiekiezer op e, K, b, c of a. Druk in de opnamestand op de vierwegbesturing (4). Het scherm [Witbalans] verschijnt.
6 Opname-instellingen
F
e_kb464_84percent.book Page 160 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
160
3
Druk op de vierwegbesturing (23) en stel de witbalans in.
Witbalans Auto
Druk op de knop mc om het digitale voorbeeld weer te geven bij de instelling voor witbalans. Fijnafstemming van witbalans is gemakkelijker in het digitale voorbeeld. WB
Voorbeeld OK OK
4
Druk op de knop 4. U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname. • De witbalans kan niet worden gewijzigd in de Picture-functie en de stand H (Scène). • Omdat de lichtbron verandert als de flitser afgaat, kunt u de witbalans daar op instellen. Selecteer [Flitser] of [bij gebruik flitser] bij [16. Wtbalans ongewijzigd] in het menu [A Pers.instelling 3] (p.79).
6
Kleurtemperatuur
Opname-instellingen
De kleur van het licht krijgt een blauwachtige kleurzweem naarmate de kleurtemperatuur hoger wordt en een roodachtige kleurzweem naarmate de kleurtemperatuur lager wordt. De kleurtemperatuur beschrijft deze verandering in lichtkleur in termen van absolute temperatuur (K: Kelvin). Bij deze camera kan de witbalans zodanig worden ingesteld dat u onder een groot aantal verschillende lichtomstandigheden opnamen met natuurlijke kleuren kunt maken. Blauwe tint Blue tint
Rodetint tint Red
2000
3000
4000
5000 6000
8000
10000 12000 [ K ] Heldere lucht Clear sky
Schaduw Shade
Daglicht Daylight(Neonlicht) (Fluorescent light)
Bewolkt Cloudy
Flitser Flash Daglicht DaylightNeutraal wit (Neonlicht) Neutral white (Fluorescent light)
Wit (Neonlicht) White (Fluorescent light)
Halogeenlamp Halogen light bulb
Lamplicht Tungsten light
Olielamp Oil lamp
Kaarslicht Candle flame
e_kb464_84percent.book Page 161 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
161 Witbalans handmatig aanpassen U kunt de witbalans aanpassen aan de lichtbron die aanwezig is tijdens het maken van opnamen. Met de handmatige witbalans kan de camera delicate kleurnuances vastleggen die niet precies kunnen worden ingesteld met de vooraf ingestelde waarden voor de witbalans van de camera zelf. Hierdoor stelt u de optimale witbalans in voor uw omgeving.
1
Selecteer K (Handmatig) in stap 3 op p.160.
Witbalans Handmatig
WB SHUTTER
2
Voorbeeld OK OK
Richt de zoeker bij het juiste omgevingslicht voor het meten van de witbalans beeldvullend op een vel wit papier of op een wit oppervlak. Druk de ontspanknop helemaal in. Schuif de scherpstelfunctieknop naar \ wanneer de sluiter niet kan worden ontspannen. Het scherm voor het selecteren van het meetbereik wordt weergegeven. OK
4 5
OK
Selecteer met de e-knop het hele scherm of een spotgebied als meetbereik. Als u een spotgebied selecteert, gebruikt u de vierwegbesturing (2345) om het kader over het gebied te plaatsen dat u wilt meten.
OK
OK
6 Opname-instellingen
3
Instellen
e_kb464_84percent.book Page 162 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
162
6
Druk op de knop 4.
Witbalans Handmatig
U keert terug naar het scherm [Witbalans]. Voer de stappen van “Fijnafstemming van de witbalans” uit als fijnafstemming noodzakelijk is.
SHUTTER
7
Instellen
Voorbeeld OK OK
Druk op de knop 4. De camera is gereed voor het maken van een opname bij de ingestelde witbalans. • Wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt ter aanpassing van de witbalans, wordt er geen opname gemaakt. • [NG] verschijnt als de meting is mislukt. Druk tijdens de weergave van die melding op de knop 4 om terug te gaan naar het scherm [Witbalans instellen] om de meting opnieuw uit te voeren. • Als een opname extreem over- of onderbelicht is, kan de witbalans mogelijk niet worden aangepast. Pas in dat geval de belichting aan en vervolgens de witbalans.
6
Fijnafstemming van de witbalans
Opname-instellingen
U kunt de instelling voor witbalans heel fijn afstemmen.
1
Stel [8. Witbalans instellen] in het menu [A Pers.instelling 2] in op [Aan].
8. Witbalans instellen Uit Aan
Instellen ingeschakeld voor witbalansinstellingen
2
Geef de instellingen op van de stappen 1 tot en met 3 op p.159.
e_kb464_84percent.book Page 163 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
3
163 Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Witbalans instellen] verschijnt.
4
Gebruik de vierwegbesturing (2345) voor fijnafstemming van de witbalans.
Schaduw WB± G
Langs de GM- en de BA-assen zijn zeven niveaus en 225 patronen beschikbaar. G1
±0
A
B M
MENU
5
Annul.
OK
OK
G-M
Aanpassing van de kleurtinten tussen groen en magenta.
23
B-A
Aanpassing van de kleurtinten tussen blauw en amber.
45
Druk op de knop 4. U keert terug naar het scherm [Witbalans].
6
Druk op de knop 4.
• Als [8. Witbalans instellen] in het menu [A Pers.instelling 2] is ingesteld op [Uit] nadat de witbalans is ingesteld, worden de ingestelde waarden ongeldig. Stel [8. Witbalans instellen] opnieuw in op [Aan] om de eerder gebruikte waarden te herstellen. • Indien ingesteld op K (Handmatig), kan de witbalans ook worden gemeten in het scherm [Witbalans instellen] door de ontspanknop helemaal in te drukken.
6 Opname-instellingen
U keert terug naar het statusscherm; de camera is gereed voor het maken van een opname.
e_kb464_84percent.book Page 164 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
164
Kleurruimte instellen U kunt de kleurruimte instellen. De standaardinstelling is [sRGB]. 1
sRGB
2
AdobeRGB
Instellen op sRGB-kleurgebied. Instellen op kleurgebied AdobeRGB.
Instellen bij [Kleurruimte] in het menu [A Opnamemodus 1] (p.77). 1 2 3 Aangepaste opname OFF Digitaal filter Bestandsindeling JPEG JPEG opnamepixels 10M JPEG kwal niveau sRGB PEF RAW-formaat AdobeRGB sRGB Kleurruimte OK OK MENU Annul.
6 Opname-instellingen
Bestandsnamen verschillen afhankelijk van de instelling voor kleurgebied, zie hieronder. Voor sRGB : IMGPxxxx.JPG Voor AdobeRGB : _IGPxxxx.JPG [xxxx] is het bestandsnummer. Dat is een viercijferig volgnummer. (p.224)
Kleurruimte Kleurbereiken voor verschillende invoer-/uitvoerapparaten, zoals digitale camera’s, monitoren en printers kunnen verschillen. Dit kleurbereik wordt het kleurgebied (of kleurruimte) genoemd. Om de verschillen in kleurgebieden tussen verschillende apparaten te overbruggen zijn er standaard kleurgebieden bepaald. Deze camera ondersteunt sRGB en AdobeRGB. sRGB wordt vooral gebruikt voor apparaten zoals computers. AdobeRGB bestrijkt een groter gebied dan sRGB en wordt gebruikt voor beroepsmatig gebruik zoals industrieel drukwerk. Een opname die is gemaakt in AdobeRGB kan er lichter uitzien dan een opname die is gemaakt in sRGB wanneer deze wordt uitgevoerd via een apparaat dat compatibel is met sRGB.
e_kb464_84percent.book Page 165 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
7
Weergave-functies In dit hoofdstuk worden de verschillende weergavefuncties in de weergavestand besproken.
Bediening van weergave-functies ............................166 Opnamen uitvergroten ..............................................167 Weergave van meerdere opnamen tegelijk .............169 Opnamen roteren .......................................................175 Opnamen vergelijken .................................................176 Diavoorstelling ...........................................................177 Meerdere opnamen wissen .......................................180 Opnamen beveiligen tegen wissen (Beveiligen) .....184 De camera aansluiten op audiovisuele apparatuur ...................................................................186
e_kb464_84percent.book Page 166 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
166
Bediening van weergave-functies Instellingen voor weergave van opnamen maakt u in het menu [Q Weergeven]. Zie “De Menu’s gebruiken” (p.32) voor meer informatie over het werken met de menu’s.
Onderdelen van het menu Weergeven U kunt de volgende instellingen opgeven in het menu [Q Weergeven 1-2]. Druk op de knop 3 in de weergavestand. Het menu [Q Weergeven 1] wordt weergegeven. Menu
Q1
Onderdeel
Pagina
Geeft opgeslagen opnamen doorlopend weer.
p.177
Opnamen vergelijken
U kunt twee opnamen naast elkaar weergeven.
p.176
Digitaal filter
Wijzigt de kleurtint van opnamen, past de filters Soft en Vlak toe, of past de helderheid aan.
p.192
Formaat wijzigen
Wijzigt het aantal opnamepixels en het kwaliteitsniveau en maakt zodoende een opname met een kleiner bestand.
p.188
Bijsnijden
Maakt van de gewenste uitsnede van een opname een nieuw opnamebestand.
p.190
Beveiligen
Beschermt opnamen tegen abusievelijk wissen.
p.184
DPOF
Stelt de DPOF-instellingen in.
p.200
RAW-ontwikkeling Converteert RAW-opnamen naar JPEG-indeling.
p.195
7 Weergave-functies Q2
Functie
Diavoorstelling
Index
Voegt een aantal opgeslagen opnamen samen tot een nieuwe opname.
p.172
Weergavefunctie
Stelt in of de waarschuwing Licht/donker geb moet worden weergegeven in de weergavestand, en stelt de beginwaarde in bij het vergroten van beelden.
p.168
Stelt het aantal opnamen in dat tegelijkertijd moet Inst weerg v mr opn worden weergegeven in een scherm voor weergave van meerdere opnamen in op 4, 9 of 16.
p.170
Alles wissen
p.183
U kunt alle opgeslagen opnamen in één keer wissen.
e_kb464_84percent.book Page 167 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Opnamen uitvergroten
167
U kunt opnamen in de weergavestand tot maximaal 16 keer vergroten.
1
Druk op de Q knop en selecteer een opname met de vierwegbesturing (45).
100-0046
1/2000 F5.6
2
Draai de e-knop naar rechts (in de richting van y).
× ×2 2
De opname wordt bij elke slag vergroot (1,2 keer tot 16 keer).
Bedieningsmogelijkheden bij uitvergrote weergave Verplaatst het uit te vergroten gebied
e-knop (naar rechts)
Vergroot opname (tot maximaal 16 keer)
e-knop (naar links)
Verkleint opname (tot maximaal 1,2 keer*)
Knop 4
Keert terug naar de oorspronkelijke grootte
M knop
Schakelt de weergave van informatie in of uit
* De standaardinstelling voor de eerste klik (minimale uitvergroting) op de e-knop (naar rechts) is 1,2 keer. U kunt dit wijzigen bij [Weergavefunctie] in het menu [Q Weergeven 2].
• U kunt de opname uitvergroten met behulp van dezelfde procedure die u daarvoor gebruikt bij de Momentcontrole (p.61) en het Digitaal voorbeeld (p.119). • De oorspronkelijke volledige weergave van verticale opnamen is 0,75 keer die van horizontale opnamen, zodat de vergroting bij de eerste klik in dat geval een vergroting is van 1,0 keer.
Weergave-functies
vierwegbesturing (2345)
7
e_kb464_84percent.book Page 168 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
168 Weergavestijlmethode bij Weergeven instellen U kunt instellen of de waarschuwing Licht/donker geb bij het weergeven moet worden ingeschakeld, en wat de beginfactor is bij het uitvergroten.
1
Selecteer [Weergavefunctie] in het menu [Q Weergeven 2].
1 2 RAW-ontwikkeling Index Weergavefunctie Inst weerg v mr opn Alles wissen
MENU
2 3
9 opn.
Einde
Druk op de vierwegbesturing (5). Selecteer O (Aan) of P (Uit) voor [Licht/donker geb] met de vierwegbesturing (45).
Weergavefunctie Licht/donker geb Snel zoomen
Uit
7 MENU
Weergave-functies
4 5
Selecteer [Snel zoomen] met de vierwegbesturing (3). Druk op de vierwegbesturing (5) en selecteer de vergroting met de vierwegbesturing (23). Kies uit [Uit], [×2], [×4], [×8] of [×16].
Weergavefunctie Licht/donker geb Snel zoomen
MENU
6 7
Annul.
Druk op de knop 4. Druk twee keer op de knop 3. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven.
Uit x2 x4 x8 x16 OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 169 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Weergave van meerdere opnamen tegelijk
169
Scherm voor weergave van meerdere opnamen U kunt 4, 9 of 16 opnamen tegelijk weergeven op de monitor. De standaardinstelling is weergave van 9 opnamen. U kunt het aantal opnamen voor weergave wijzigen, maar de weergave van 9 opnamen wordt hier uitgelegd.
1
Druk op de Q knop.
100-0046
1/2000 F5.6
2
Draai de e-knop naar links (in de richting van f).
7
Kiezen&wissen 100-0046 Schuifbalk
Weergave-functies
Het scherm voor weergave van verscheidene opnamen tegelijkertijd wordt weergegeven. Er kunnen maximaal negen miniatuuropnamen worden weergegeven. Selecteer een opname met de vierwegbesturing (2345) Er verschijnt rechts op het scherm een schuifbalk. Als er een opname is geselecteerd op de onderste rij, worden bij een druk op de vierwegbesturing (3) de volgende negen opnamen weergegeven. Wanneer een opname niet kan worden weergegeven, verschijnt er een [?].
Kader
e_kb464_84percent.book Page 170 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
170
3
Draai de e-knop naar rechts (in de richting van y) of druk op de 4 knop.
100-0046
Er verschijnt een volledige schermweergave van de geselecteerde opname. 1/2000 F5.6
Het aantal opnamen voor weergave selecteren
1
Selecteer [Inst weerg v mr opn] in het menu [Q Weergeven 2].
1 2 RAW-ontwikkeling Index Weergavefunctie Inst weerg v mr opn Alles wissen
MENU
7
2
Weergave-functies
Druk op de vierwegbesturing (5), selecteer met de vierwegbesturing (23) het aantal opnamen dat u tegelijkertijd op een scherm wilt weergeven en druk op de knop 4.
3
Einde
1 2 RAW-ontwikkeling Index Weergavefunctie Inst weerg v mr opn Alles wissen
MENU
9 opn.
Annul.
Druk op de knop 3. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven.
4 opn. 9 opn. 16 opn. OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 171 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
171
Kalenderweergave/Mapweergave U kunt opnamen weergeven aan de hand van de opnamedatum en de mapnaam.
Opnamen weergeven aan de hand van de opnamedatum Opnamen worden gegroepeerd en weergegeven op opnamedatum.
1
Draai de e-knop naar links (naar f) in de weergavestand voor weergave van meerdere opnamen tegelijkertijd. Het scherm Kalenderweergave wordt weergegeven. Alleen datums waarop opnamen zijn gemaakt worden weergegeven.
Aantal opnamen op deze datum gemaakt
Opnamedatum
INFO
Miniatuur
Selecteer de opnamedatum met de vierwegbesturing (23). Selecteer een opname met de vierwegbesturing (45). Druk op de knop 4 om de geselecteerde opname in de weergave van één opname weer te geven.
Opnamen weergeven aan de hand van de mapnaam Opnamen worden gegroepeerd en weergegeven op de map waarin ze zijn opgeslagen.
1
Draai de e-knop naar links (naar f) in de weergavestand voor weergave van meerdere opnamen tegelijkertijd. Het scherm Kalenderweergave wordt weergegeven.
7 Weergave-functies
2 3
2/15
2008. 7 WED 9 TEU 10 2008. 8 MON 11 TUE 12 2008. 9 SAT 6 SUN 7
e_kb464_84percent.book Page 172 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
172
2
Druk op de knop M. Het scherm Mapweergave wordt weergegeven.
3
Kies een map met de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4.
10
Het scherm voor weergave van meerdere opnamen tegelijkertijd uit de geselecteerde map wordt weergegeven.
100
101
102
103
104
105
Wissen
100PENTX
• Als u op de knop i drukt, wordt de geselecteerde map samen met de erin opgeslagen opnamen gewist. (p.182) • Druk op de knop M om te schakelen tussen de mapweergave en de kalenderweergave. De eerstvolgende keer dat u de kalenderweergave/mapweergave activeert, wordt de weergave actief die als laatste actief was bij de vorige sessie.
Opnamen samenvoegen (Index)
7
U kunt een aantal opgeslagen opnamen samenvoegen en afdrukken als index. U kunt de weergegeven index ook opslaan als nieuwe opname. U kunt de opnamen voor een index selecteren en naar wens indelen.
Weergave-functies
1
Selecteer [Index] in het menu [Q Weergeven 2].
1 2 RAW-ontwikkeling Index Weergavefunctie Inst weerg v mr opn Alles wissen
MENU
2
Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Index] wordt weergegeven.
3
Druk op de vierwegbesturing (5).
Einde
9 opn.
e_kb464_84percent.book Page 173 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
4
173 Kies een lay-out met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4.
Index Lay-out Kopieën Achtrgrd. Selecteer
U kunt voor de index kiezen uit 5 lay-outs: Miniaturen/Vierkant/Willekeurig 1/Willekeurig 2/Willekeurig 3.
Een indexbeeld maken MENU
5 6
Annul.
OK
OK
Selecteer [Kopieën] met de vierwegbesturing (23) en druk op de vierwegbesturing (5). Selecteer het aantal opnamen met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4.
Index Lay-out Kopieën Achtrgrd. Selecteer
U kunt 12, 24 of 36 opnamen selecteren.
12 24 36
Een indexbeeld maken MENU
7
OK
OK
Selecteer [Achtrgrd.] met de vierwegbesturing (23) en druk op de vierwegbesturing (5). Kies een achtergrond met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4.
Index Lay-out Kopieën Achtrgrd. Selecteer
U kunt kiezen uit een witte en een zwarte achtergrond.
12
Een indexbeeld maken MENU
9
Annul.
OK
OK
Selecteer [Selecteer] met de vierwegbesturing (23) en druk op de vierwegbesturing (5).
7 Weergave-functies
8
Annul.
e_kb464_84percent.book Page 174 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
174
10
Selecteer het selectietype voor opnamen met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4.
Index Lay-out Kopieën Achtrgrd. Selecteer
12
u (Alle Beelden): Neemt automatisch opnamen op uit alle opgeslagen opnamen. Een indexbeeld maken w (Handmatig): OK OK MENU Annul. Laat u de opnamen selecteren die u in de index wilt opnemen. x (Mapnaam): Neemt automatisch opnamen op uit de geselecteerde map. Als u w hebt gekozen, selecteert u vervolgens [Selec. opname(n)] en daarna alle afzonderlijke opnamen. Als u x hebt gekozen, selecteert u vervolgens [Een map select.] en daarna een map.
11
Selecteer [Een indexbeeld maken] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4.
Index Lay-out Kopieën Achtrgrd. Selecteer
De index wordt gemaakt en er wordt een bevestigingsscherm weergegeven.
12
Een indexbeeld maken MENU
7 Weergave-functies
12
OK
OK
Selecteer [Opslaan] of [Opnieuw sorteren] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. Opslaan Opslaan: Opnieuw sorteren De indexopname wordt opgeslagen Annuleren als P-bestand. Opnieuw sorteren: OK OK MENU Selecteert opnieuw opnamen voor de index en geeft de nieuwe indexopname weer. Nadat de index is opgeslagen, keert u terug naar de weergavestand en wordt de index weergegeven. • Het maken van een index kan enige tijd in beslag nemen. • Als het aantal opgeslagen opnamen kleiner is dan het aantal dat is ingesteld bij [Kopieën], zullen in de lay-out [Miniaturen] lege plekken verschijnen, en worden sommige opnamen mogelijk twee keer weergegeven in andere lay-outs. • De opnamen worden geplaatst in een volgorde van laag naar hoog bestandsnummer bij de lay-outs voor miniaturen en Vierkant.
e_kb464_84percent.book Page 175 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Opnamen roteren
175
U kunt een opname die wordt weergegeven, 90° tegen de wijzers van de klok in roteren, voordat de opname wordt opgeslagen. De rotatiegegevens van de opname worden bewaard bij de opname en bij weergave wordt de opname staand weergegeven. U kunt de rotatiegegevens voor beschermde opnamen niet opslaan.
1 2
Druk op de knop Q en selecteer de opname die u wilt roteren met de vierwegbesturing (45). Druk op de vierwegbesturing (3). Bij elke druk op de knop wordt de opname 90° tegen de klok in gedraaid. 100-0001
3
1/250 F2.8
OK
OK
OK
OK
Druk op de knop 4.
7
De rotatiegegevens van de opname worden opgeslagen.
Weergave-functies
3
3
e_kb464_84percent.book Page 176 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Opnamen vergelijken
176
U kunt twee opnamen naast elkaar weergeven.
1
2
Selecteer [Opnamen vergelijken] in het menu [Q Weergeven 1].
1 2 Diavoorstelling Opnamen vergelijken Digitaal filter Formaat wijzigen Bijsnijden Beveiligen DPOF MENU Einde
Druk op de vierwegbesturing (5). De laatst gemaakte/weergegeven opname wordt twee keer zij aan zij weergegeven.
3
Draai aan de e-knop om een opname voor vergelijking te selecteren.
100-0046
100-0046
U kunt de weergave met de volgende procedures aanpassen.
7
MENU
OK
Weergave-functies
Einde
Knop 4
Het selectiekader verspringt naar de rechter opname, naar beide opnamen, en naar de linker opname, steeds als u op de knop drukt.
vierwegbesturing Verplaatst het selectiekader voor vergroting. Als met het (2345) selectiekader beide opnamen worden geselecteerd, kunt u beide opnamen tegelijkertijd bewerken.
4
e-knop
Als met het selectiekader de linker- of de rechteropname wordt geselecteerd, wordt daar de vorige/volgende opname weergegeven. Als met het selectiekader beide opnamen worden geselecteerd, kunt u beide opnamen tegelijkertijd uitvergroten of verkleinen met dezelfde factor.
M knop
Schakelt de weergave van informatie in of uit.
Knop i
Als met het selectiekader de linker- of de rechteropname wordt geselecteerd, wordt de geselecteerde opname gewist.
Druk op de knop 3. De camera keert terug naar de normale weergavestand.
e_kb464_84percent.book Page 177 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Diavoorstelling
177
U kunt alle opnamen op de SD-geheugenkaart achter elkaar weergeven.
Instellingen voor de diavoorstelling opgeven Stelt in hoe opnamen worden weergegeven tijdens een diavoorstelling.
1
2 3
Selecteer [Diavoorstelling] in het menu [Q Weergeven 1].
1 2 Diavoorstelling Opnamen vergelijken Digitaal filter Formaat wijzigen Bijsnijden Beveiligen DPOF MENU Einde
Druk op de vierwegbesturing (5). Selecteer met de vierwegbesturing (23) de instelling die u wilt wijzigen.
Starten Interval Schermeffect Weergeven herhalen MENU
Onderdeel
Functie
OK
3sec Uit
Starten
Instelling
Interval
Het weergave-interval selecteren.
3/5/10/30 seconden (Standaardinstelling: 3 sec.)
Schermeffect
Stelt het overgangseffect in van de ene naar de andere opname.
Uit/Vervagen/Vegen/Zoomen (Standaardinstelling: Uit)
Weergeven herhalen
Stelt in of de diavoorstelling opnieuw begint nadat de laatste opname is weergegeven.
P (Uit)/ O (Aan) (Standaardinstelling: P (Uit))
7 Weergave-functies
U kunt de volgende instellingen wijzigen.
Diavoorstelling start
e_kb464_84percent.book Page 178 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
178
4
Druk op de vierwegbesturing (5) en wijzig de instellingen met de vierwegbesturing (23).
Starten Interval 3sec 5sec Schermeffect OFF Weergeven herhalen 10sec 30sec OK OK MENU Annul.
De diavoorstelling starten
1
Selecteer [Starten] in stap 3 van p.177 en druk op de knop 4. Het startscherm wordt weergegeven en de diavoorstelling begint. OK
7
Bedieningsmogelijkheden bij een diavoorstelling
Weergave-functies
Knop 4 Vierwegbesturing (4) Vierwegbesturing (5) Vierwegbesturing (3)
Onderbreken Geeft de vorige opname weer Geeft de volgende opname weer Stoppen
Bedieningsmogelijkheden tijdens onderbreking Knop 4 Vierwegbesturing (4) Vierwegbesturing (5) Vierwegbesturing (3)
Weergave hervatten (Opnieuw starten) Geeft de vorige opname weer Geeft de volgende opname weer Stoppen
e_kb464_84percent.book Page 179 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
2
179 De diavoorstelling afbreken. De diavoorstelling wordt afgebroken als u een van de volgende handelingen uitvoert tijdens weergave of onderbreking van de diavoorstelling. • U drukt op de vierwegbesturing (3) *1 • U drukt op de knop Q *1 • U drukt op de knop 3 *1 • U drukt de ontspanknop tot halverwege of helemaal in *2 • U draait aan de functiekiezer *2 *1 Als de diavoorstelling is beëindigd, keert de camera terug naar de normale weergavestand. *2 Als de diavoorstelling is beëindigd, keert de camera terug naar de opnamestand.
7 Weergave-functies
e_kb464_84percent.book Page 180 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Meerdere opnamen wissen
180
Geselecteerde opnamen wissen U kunt verscheidene opnamen tegelijk wissen in de weergave met meerdere opnamen tegelijk. Gewiste opnamen kunnen niet meer worden teruggehaald.
• Beveiligde opnamen kunnen niet worden gewist. • U kunt maximaal 100 opnamen tegelijkertijd selecteren.
1
Druk op de knop Q. De weergavestand wordt geactiveerd en het scherm voor weergave van één opname wordt weergegeven.
2
Draai de e-knop naar links (in de richting van f).
7 Weergave-functies
Het scherm voor weergave van verscheidene opnamen tegelijkertijd wordt weergegeven.
Kiezen&wissen 100-0046
e_kb464_84percent.book Page 181 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
3
181 Druk op de knop i. 9 verschijnt op de opnamen.
4
Kies de te wissen opnamen met de vierwegbesturing (2345) en druk op de 4 knop. De opname wordt geselecteerd en O verschijnt. Draai na het selecteren van de opname aan de e-knop om over te schakelen naar de weergave van één opname en bekijk de opname. U kunt geen beveiligde opnamen selecteren.
5
Wissen
MENU
OK
Druk op de knop i. Het scherm voor bevestiging van het wissen verschijnt.
6
Selecteer [Kiezen&wissen] met de vierwegbesturing (23).
7
Kiezen&wissen Annuleren MENU
7
Druk op de knop 4. De geselecteerde opnamen worden gewist.
OK
OK
Weergave-functies
Alle geselecteerde beelden zijn gewist
e_kb464_84percent.book Page 182 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
182
Een map wissen U kunt de geselecteerde map samen met de erin opgeslagen opnamen wissen.
1
Draai in de weergavestand de e-knop twee klikken naar links (naar f). Het scherm Kalenderweergave/Mapweergave wordt weergegeven. Als de kalenderweergave verschijnt, drukt u op de knop M.
2
Druk op de vierwegbesturing (2345) om een map te selecteren die u wilt wissen en druk op de knop i.
100
101
102
Het scherm voor bevestiging van het wissen van de map verschijnt.
103
104
105
10
100PENTX
Wissen
3
Selecteer [Wissen] met de vierwegbesturing (23).
100PENTX Alle beelden in de geselecteerde map worden gewist
7 Weergave-functies
Wissen Annuleren OK
4
OK
Druk op de knop 4. De geselecteerde map wordt gewist met alle er in opgeslagen opnamen. Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven als er beveiligde opnamen zijn. Selecteer [Alles wissen] of [Alles handhaven] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. Als u [Alles wissen] selecteert, worden ook beveiligde opnamen gewist.
3 opname(n) Beveiligde opnamen gevonden Alles wissen Alles handhaven OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 183 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
183
Alle opnamen wissen U kunt alle opgeslagen opnamen in één keer wissen. Gewiste opnamen kunnen niet meer worden teruggehaald.
1
Selecteer [Alles wissen] in het menu [Q Weergeven 2].
1 2 RAW-ontwikkeling Index Weergavefunctie Inst weerg v mr opn Alles wissen
MENU
2 3
9 opn.
Einde
Druk op de vierwegbesturing (5). Selecteer [Alles wissen] met de vierwegbesturing (23). Alle beelden van geheugenkaart wissen?
7
OK
MENU
4
OK
Druk op de knop 4. Alle opnamen worden gewist. Er wordt een bevestigingsscherm weergegeven als er beveiligde opnamen zijn. Selecteer [Alles wissen] of [Alles handhaven] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. Als u [Alles wissen] selecteert, worden ook beveiligde opnamen gewist.
3 opname(n) Beveiligde opnamen gevonden Alles wissen Alles handhaven OK
OK
Weergave-functies
Alles wissen Wissen
e_kb464_84percent.book Page 184 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Opnamen beveiligen tegen wissen (Beveiligen)
184
U kunt opnamen beveiligen zodat ze niet per ongeluk kunnen worden gewist. Zelfs beveiligde opnamen worden gewist wanneer de SD-geheugenkaart wordt geformatteerd.
Afzonderlijke opnamen beschermen
1
7
2 3
Selecteer [Beveiligen] in het menu [Q Weergeven 1].
1 2 Diavoorstelling Opnamen vergelijken Digitaal filter Formaat wijzigen Bijsnijden Beveiligen DPOF MENU Einde
Druk op de vierwegbesturing (5).
Weergave-functies
Selecteer [Enkel beeld] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. Enkel beeld Alle Beelden MENU
4
Selecteer een opname om te beschermen met de vierwegbesturing (45).
OK
OK
100-0046
Beveiligen Beveiliging opheffen MENU
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 185 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
5
185 Selecteer [Beveiligen] met de vierwegbesturing (23). Selecteer [Beveiliging opheffen] als u de beveiliging wilt opheffen.
6
Druk op de knop 4. De opname wordt beveiligd en het pictogram Y wordt rechts boven in het scherm weergegeven. (p.25) Herhaal de stappen 4 tot en met 6 als u nog meer opnamen wilt beschermen.
Alle opnamen beveiligen
1 2
Selecteer [Alle Beelden] in stap 3 van p.184 en druk op de knop 4. Druk op de vierwegbesturing (23) om [Beveiligen] te selecteren en druk op de knop 4. Alle opnamen op de SD-geheugenkaart worden beveiligd. Als u de beveiligingsinstelling voor alle opnamen wilt annuleren, selecteert u [Beveiliging opheffen].
Alle beelden beveiligen
Beveiligen Beveiliging opheffen MENU
OK
OK
7 Weergave-functies
e_kb464_84percent.book Page 186 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De camera aansluiten op audiovisuele apparatuur
186
Via de optionele videokabel (l-VC28) kunt u opnamen weergeven met een tv of andere apparatuur met een video-IN-aansluiting als monitor.
1 2
Zet het audiovisuele apparaat en de camera uit. Open het klepje voor aansluitingen, richt de pijl op de meegeleverde videokabel op de markering S op de camera en sluit de videokabel aan op de USB/video-uitgang.
UP
7
3
Weergave-functies
4
Sluit het andere uiteinde van de videokabel aan op de video-INaansluiting van het audiovisuele apparaat. Zet het audiovisuele apparaat en de camera aan. • Als u van plan bent de camera langdurig continu te gebruiken, wordt gebruik van de (optionele) netvoedingsadapterset K-AC84 aanbevolen. (p.40) • Bij AV-apparatuur met meerdere video-IN-aansluitingen raadpleegt u de handleiding bij het AV-apparaat en selecteert u de video-IN-aansluiting waarop de camera wordt aangesloten. • Afhankelijk van het land of de regio bestaat de kans dat opnamen en geluidsbestanden niet kunnen worden weergegeven als het ingestelde videosignaal afwijkt van het aldaar gebruikte signaal. Als dit het geval is, wijzigt u de instelling van het videosignaal. (p.225) • De monitor van de camera wordt uitgeschakeld terwijl de camera op het audiovisuele apparaat is aangesloten.
e_kb464_84percent.book Page 187 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
8
Opnamen verwerken In dit hoofdstuk wordt besproken hoe u gemaakte opnamen verwerkt en RAW-opnamen bewerkt.
De opnamegrootte wijzigen ......................................188 Opnamen verwerken met digitale filters ..................192 RAW-opnamen bewerken ..........................................195
e_kb464_84percent.book Page 188 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De opnamegrootte wijzigen
188
U kunt de grootte van een opname reduceren door het aantal opnamepixels en/of het kwaliteitsniveau te wijzigen of alleen een uitsnede van een opname op te slaan.
Het aantal opnamepixels en het kwaliteitsniveau wijzigen (Formaat wijzigen) Wijzigt het aantal opnamepixels en het kwaliteitsniveau en maakt zodoende een opname met een kleiner bestand. • U kunt alleen de grootte van JPEG-opnamen wijzigen die zijn gemaakt met deze camera. • U kunt geen groter aantal opnamepixels of een beter kwaliteitsniveau selecteren dan dat van de oorspronkelijke opname.
1
8 Opnamen verwerken
2 3
Selecteer [Formaat wijzigen] in het menu [Q Weergeven 1].
1 2 Diavoorstelling Opnamen vergelijken Digitaal filter Formaat wijzigen Bijsnijden Beveiligen DPOF MENU Einde
Druk op de vierwegbesturing (5). Selecteer met de vierwegbesturing (45) een opname waarvan u de grootte wilt wijzigen en druk op de knop 4.
100-0046 Formaat van deze opname wijzigen
Het scherm voor het selecteren van het aantal opnamepixels en het kwaliteitsniveau wordt weergegeven. MENU
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 189 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
4
189 Selecteer [JPEG opnamepixels] met de vierwegbesturing (23), en vervolgens een grootte met de vierwegbesturing (45). U kunt kiezen uit J, P, i en m (640×416).
5
JPEG opnamepixels JPEG kwal niveau
10M
MENU
OK
OK
Selecteer [JPEG kwal niveau] met de vierwegbesturing (23), en vervolgens een kwaliteitsniveau met de vierwegbesturing (45). U kunt kiezen uit C, D en E.
6
Druk op de knop 4. Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
7
Selecteer [Opslaan als] met de vierwegbesturing (23). Beeld opslaan als nieuw bestand Opslaan als Annuleren MENU
OK
8 Druk op de knop 4. De bijgesneden afbeelding wordt als afzonderlijk bestand opgeslagen.
Opnamen verwerken
8
OK
e_kb464_84percent.book Page 190 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
190
Uitsneden maken (Bijsnijden) Maakt van de gewenste uitsnede van een opname een nieuw opnamebestand. • U kunt alleen JPEG-opnamen bijsnijden die zijn gemaakt met deze camera. • U kunt geen gebied kiezen dat groter is dan het op de oorspronkelijke opname weergegeven gebied.
1
2 3
Selecteer [Bijsnijden] in het menu [Q Weergeven 1].
1 2 Diavoorstelling Opnamen vergelijken Digitaal filter Formaat wijzigen Bijsnijden Beveiligen DPOF MENU Einde
Druk op de vierwegbesturing (5). Selecteer met de vierwegbesturing (45) een opname die u wilt bijsnijden en druk op de knop 4.
100-0046 Deze opname bijsnijden
Het scherm voor het maken van een uitsnede wordt weergegeven.
8 Opnamen verwerken
OK
MENU
4
OK
Selecteer het formaat en de positie van het uitsnedekader. Volg de onderstaande procedure bij het instellen van het formaat en de positie van het uitsnedekader. MENU
INFO
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 191 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
191 e-knop
Vierwegbesturing (2345) M knop
5
Het formaat van het uitsnedekader instellen. Maak een keuze uit k (3680×2448), a (3456×2320), a (3264×2160), P (3008×2000), g (2464×1632), i (1824×1216) of j (1248×832). Het uitsnedekader verplaatsen. De stand van het uitsnedekader wijzigen. Alleen beschikbaar als de grootte van het uitsnedekader roteren toestaat.
Druk op de knop 4. Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
6
Selecteer [Opslaan als] met de vierwegbesturing (23). Beeld opslaan als nieuw bestand Opslaan als Annuleren MENU
7
OK
OK
Druk op de knop 4. De bijgesneden afbeelding wordt als afzonderlijk bestand opgeslagen.
8 Opnamen verwerken
e_kb464_84percent.book Page 192 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
192
Opnamen verwerken met digitale filters U kunt opnamen achteraf bewerken met digitale filters. De bewerkte opname wordt als nieuw bestand opgeslagen. De volgende filters zijn beschikbaar. Filternaam
Speels
Effect Voor het maken van opnamen die met een speelgoedcamera lijken te zijn gemaakt.
Parameter Niveau schaduwwerking: +1/+2/+3 Onscherpte: +1/+2/+3 Kleurbreuk: Rood/Groen/Blauw
Voor het maken van opnamen met sterke Sterk contrast +1/+2/+3 contrasten. Soft
Voor het maken van opnamen met een soft focus over het hele beeld.
Sterren
Voor het maken van nachtopnamen of door water gereflecteerd licht met een extra schittering die wordt bereikt door aan de hoge lichten kruisachtige effecten toe te voegen.
Retro
8
+1/+2/+3 Aantal lichtbronnen: Klein/ Gemiddeld/Groot Grootte: Kort/Gemiddeld/Lang Hoek: 0°/30°/45°/60°
Voor het maken van ouderwets uitziende Blauw/Oranje: -2/-1/Uit/+1/+2 opnamen. Witte rand: Dun/Gemiddeld/Dik
Voor het extraheren van een bepaalde Kleurextractie kleur en het maken van de rest van de opname in zwart-wit.
Rood/Magenta/Cyaan/Blauw/ Groen/Geel
Opnamen verwerken
Voorbeeld
Voor het maken van opnamen die eruit zien alsof ze zijn geaquarelleerd of getekend met krijt.
Pastel/Aquarel
HDR
Voor het maken van een opname die eruit ziet als een opname met een groot dynamisch bereik.
Zwak/Gemiddeld/Sterk
Zwart-wit
Converteert naar zwart-witopname.
Zwart-wit/Rood/Groen/Blauw
Sepia
Geeft uw foto’s een antiek uiterlijk door ze te converteren naar een sepiakleur.
Zwak/Gemiddeld/Sterk Kleur: Rood/Magenta/Cyaan/ Blauw/Groen/Geel
Kleur
Legt een kleurfilter over de opname.
Vlak
Wijzigt de horizontale en verticale verhouding van opnamen.
±8 niveaus
Helderheid
Wijzigt de helderheid van opnamen.
±8 niveaus
Kleurtint: Bleek/Gemiddeld/ Donker
e_kb464_84percent.book Page 193 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
193 Filternaam
Effect
Parameter Kleurenintensiteit: Uit/+1/+2/+3 Kleur: Rood/Magenta/Cyaan/ Blauw/Groen/Geel Sterk contrast: Uit/+1/+2/+3
Aangepast
Voor het maken en opslaan van naar eigen wens gemaakte filters.
Soft focus: Uit/+1/+2/+3 Nadruk op contour: -3 tot +3 Kleurbreuk: Uit/Rood/Groen/ Blauw Niveau schaduwwerking: -3 to +3 Schaduwtype: 6 typen
Alleen JPEG-bestanden en RAW-bestanden van opnamen die zijn gemaakt met deze camera kunnen worden bewerkt met digitale filters.
1 2
Selecteer [Digitaal filter] in het menu [Q Weergeven 1].
Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm voor selectie van het filter verschijnt.
1 2 Diavoorstelling Opnamen vergelijken Digitaal filter Formaat wijzigen Bijsnijden Beveiligen DPOF MENU Einde
8 Opnamen verwerken
3
Selecteer een opname in de weergavestand.
e_kb464_84percent.book Page 194 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
194
4
Kies een filter met de vierwegbesturing (2345) en druk op de knop 4.
100-0001 HDR
Speels
Selecteer een filter en bekijk het effect op de scherm. U kunt een andere opname kiezen door aan de e-knop te draaien. OK
MENU
5
Selecteer met de vierwegbesturing (23) de parameter en pas met de vierwegbesturing (45) de waarde van de parameter aan. 100-0001
100-0001
Rood
Vlak-niveau
OK MENU
OK MENU
Kleurfilter
6
OK
-8
OFF
+8
Vlak-filter
Druk op de knop 4. Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
8
7
Opnamen verwerken
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Combinatie van filters] of [Opslaan als] te selecteren. Selecteer [Combinatie van filters] als u nog meer filters wilt toepassen op dezelfde opname.
Verder met filters selecteren Combinatie van filters Opslaan als Annuleren MENU
8
Druk op de knop 4. Als u [Combinatie van filters] selecteert, keert u terug naar stap 4. Als u [Opslaan als] selecteert, wordt de met een filter bewerkte opname opgeslagen als nieuwe opname. U kunt maximaal 20 filters gecombineerd toepassen op dezelfde opname.
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 195 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
RAW-opnamen bewerken
195
U kunt RAW-bestanden omzetten in JPEG-bestanden. U kunt alleen RAW-opnamen bewerken die zijn gemaakt met deze camera. RAW-opnamen en JPEG-opnamen gemaakt met andere camera’s, kunnen met deze camera niet worden bewerkt.
RAW-opnamen bewerken
1
Selecteer [RAW-ontwikkeling] in het menu [Q Weergeven 2].
1 2 RAW-ontwikkeling Index Weergavefunctie Inst weerg v mr opn Alles wissen
MENU
2 3
Einde
Druk op de vierwegbesturing (5). Selecteer een opname om te bewerken met de vierwegbesturing (45).
100-0011 Deze opname ontwikkelen
Druk op de 4 knop. De in het opnamebestand opgenomen parameters worden weergegeven. Zie “Parameters opgeven” voor het opgeven van parameters.
Opnamepixels
OK
10
ISO NR
sRGB Aan MENU
OK
8 Opnamen verwerken
OK
MENU
4
9 opn.
e_kb464_84percent.book Page 196 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
196
5
Druk op de knop 4. Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
6
Selecteer [Opslaan als] met de vierwegbesturing (23). Beeld opslaan als nieuw bestand Opslaan als Annuleren OK
MENU
7
OK
Druk op de knop 4. De gewijzigde opname wordt opgeslagen onder een andere naam.
8
Kies [Stoppen] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. Selecteer [Doorgaan] als u nog meer opnamen wilt bewerken.
Opslaan opnamen voltooid Doorgaan met ontwikkelen? Doorgaan Einde OK
8
OK
Opnamen verwerken
e_kb464_84percent.book Page 197 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
197 Parameters opgeven Opgeven van parameters voor het bewerken van RAW-opnamen. U kunt de volgende parameters wijzigen. Parameter
Waarde
Opnamepixels
J (3872×2592)/P (3008×2000)/ i (1824×1216)
Kwaliteitsniveau
C (Best)/D (Beter)/E (Goed)
Aangepaste opname
Helder/Natuurlijk/Portret/Landschap/Levendig/ Monochroom (p.157)
Witbalans
F (Auto), G (Daglicht), H (Schaduw), ^ (Bewolkt), JD (Daglicht kleuren neonlicht), JN (Daglicht wit neonlicht), JW (Wit licht neonlicht), I (Lamplicht), L (Flitser), K (Handmatig) (p.159)
Gevoeligheid
–2.0 tot +2.0
Ruisonderdr hoge ISO-wrd
Uit/Zwakst/Zwak/Sterk
Kleurruimte
sRGB/AdobeRGB
Schaduwcorrectie
Aan/Uit
1
Druk in stap 4 van p.195 op de vierwegbesturing (23) om de parameter te kiezen die u wilt wijzigen.
Opnamepixels
10
ISO NR
MENU
2 3
Wijzig de waarde met de vierwegbesturing (45). Druk op de knop 4. Het bevestigingsscherm voor opslaan verschijnt.
OK
8 Opnamen verwerken
sRGB Aan
e_kb464_84percent.book Page 198 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
198
4
Selecteer [Opslaan als] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. De RAW-opname wordt bewerkt en opgeslagen als nieuw bestand. Als de witbalans is ingesteld op [Handmatig], drukt u op de knop mc om het scherm voor meting weer te geven. Alleen het spotgebied is beschikbaar als meetbereik.
8 Opnamen verwerken
e_kb464_84percent.book Page 199 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
9
Afdrukken vanaf de Camera In dit hoofdstuk wordt het opgeven van afdrukinstellingen besproken.
Afdrukservice instellen (DPOF) ................................200 Afdrukken met PictBridge .........................................203
e_kb464_84percent.book Page 200 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Afdrukservice instellen (DPOF)
200
U kunt conventionele foto-afdrukken bestellen door de SD-geheugenkaart met opgeslagen opnamen naar een zaak te brengen die foto’s afdrukt. Met de DPOF-instellingen (Digital Print Order Format) kunt u het aantal exemplaren opgeven en eventueel de datumgegevens laten afdrukken. • Op RAW-opnamen kunnen geen DPOF-instellingen worden toegepast. • U kunt DPOF-instellingen opgeven voor maximaal 999 opnamen.
Afzonderlijke opnamen afdrukken
1
2 3 9
Selecteer [DPOF] in het menu [Q Weergeven 1].
1 2 Diavoorstelling Opnamen vergelijken Digitaal filter Formaat wijzigen Bijsnijden Beveiligen DPOF MENU Einde
Druk op de vierwegbesturing (5). Selecteer [Enkel beeld] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4.
Afdrukken vanaf de Camera
Enkel beeld Alle Beelden MENU
OK
OK
e_kb464_84percent.book Page 201 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
4
201 Selecteer met de vierwegbesturing (45) een opname waarvoor u DPOF-instellingen wilt opgeven.
100-0046
Kopieën MENU
5
00
Datum
Datum
OK
OK
Selecteer het aantal exemplaren met de vierwegbesturing (23). U kunt maximaal 99 afdrukken maken.
6
Draai aan de e-knop om te bepalen of de datum al dan niet moet worden afgedrukt (O) of niet (P). O: De datum wordt afgedrukt. P : De datum wordt niet afgedrukt. Herhaal de stappen 4 tot en met 6 om instellingen op te geven voor andere opnamen (tot maximaal 999).
7
100-0046
Kopieën MENU
01
Datum
Datum
OK
OK
Druk op de knop 4. De DPOF-instelling voor de geselecteerde opname wordt opgeslagen en u keert terug naar de weergavestand. Afhankelijk van de printer of de afdrukapparatuur van het fotolab bestaat de kans dat de datum niet wordt afgedrukt op de opnamen, zelfs als de DPOF-instelling hiervoor is gekozen.
9 Afdrukken vanaf de Camera
Als u de DPOF-instellingen wilt annuleren, stelt u het aantal exemplaren in stap 5 in op [00] en drukt u op de knop 4.
e_kb464_84percent.book Page 202 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
202
Instellingen voor alle opnamen
1
Selecteer [Alle Beelden] in stap 3 op p.200. Er verschijnt een scherm waar u voor alle opnamen DPOF-instellingen kunt invoeren.
Enkel beeld Alle Beelden OK
MENU
2
Kies het aantal kopieën en geef aan of de datum al dan niet moet worden afgedrukt.
DPOF-instelling voor alle beelden
Zie stap 5 en 6 van p.201 voor nadere informatie over de instellingen.
Kopieën MENU
3
OK
00
Datum
Datum
OK
OK
Druk op de knop 4. De DPOF-instelling voor alle opnamen wordt opgeslagen en u keert terug naar het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde. Het aantal kopieën dat u opgeeft bij de instellingen voor alle opnamen, geldt voor alle opnamen en de instellingen voor afzonderlijke opnamen worden geannuleerd. Controleer of het aantal correct is alvorens de opnamen af te drukken.
9 Afdrukken vanaf de Camera
e_kb464_84percent.book Page 203 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Afdrukken met PictBridge
203
Met deze functie kunt u opnamen direct vanaf de camera afdrukken, zonder dat u daarvoor een pc nodig hebt (Rechtstreeks afdrukken). Sluit de camera aan op een PictBridge-compatibele printer met de meegeleverde USB-kabel (I-USB7) als u rechtstreeks wilt afdrukken. Nadat u de camera op de printer hebt aangesloten, selecteert u de opnamen die u wilt afdrukken, het aantal kopieën en of de datum moet worden afgedrukt. Rechtstreeks afdrukken vindt als volgt plaats. 1 Stel de USB-aansluiting op de camera in op [PictBridge] (p.204) 2 Sluit de camera aan op de printer (p.205) 3 Stel de afdrukopties in Afzonderlijke opnamen afdrukken (p.206) Alle opnamen afdrukken (p.208) Afdrukken met DPOF-instellingen (p.209) • Wanneer u de camera aansluit op een printer, raden wij u aan de netvoedingsadapter K-AC84 (optioneel) te gebruiken. De printer werkt mogelijk niet goed, of de opnamegegevens kunnen verloren gaan wanneer de batterijen leeg raken terwijl de camera op de printer is aangesloten. • Maak de USB-kabel niet los tijdens de overdracht van gegevens. • Al naar gelang het type printer zijn mogelijk niet alle op de camera gemaakte instellingen (zoals de afdruk- of DPOF-instellingen) geldig. • Er kan een afdrukfout optreden als u meer dan 500 exemplaren probeert af te drukken. • Het afdrukken van een index met opnamen, waarbij verscheidene opnamen op één vel worden afgedrukt, is misschien niet mogelijk tenzij de printer het afdrukken van een index ondersteunt. Mogelijk hebt u een pc nodig om een index af te drukken. • U kunt RAW-opnamen niet rechtstreeks vanaf de camera afdrukken. Converteer de opname met [RAW-ontwikkeling] (p.195) naar een JPEG-opname of breng de opname over naar een computer en druk de RAW-opname af met PENTAX PHOTO Browser 3. • Raadpleeg de “Handleiding PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO Laboratory 3” wanneer u de camera aansluit op een pc.
9 Afdrukken vanaf de Camera
e_kb464_84percent.book Page 204 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
204
USB-aansluiting instellen
1 2
Selecteer [USB-aansluiting] in het menu [R Instellen 2]. Druk op de vierwegbesturing (5). Er verschijnt een keuzemenu.
3
4
Selecteer [PictBridge] met de vierwegbesturing (23).
1 2 3 Helderheid ±0 LCD-kleur instellen Videosignaal NTSC PC USB-aansluiting PictBridge Auto Uitsch. AUTO Batterij kiezen Reset OK OK MENU Annul.
Druk op de knop 4. De instelling wordt gewijzigd.
5
Druk op de knop 3. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven.
9 Afdrukken vanaf de Camera
e_kb464_84percent.book Page 205 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
205
Camera op de printer aansluiten
1 2
Zet de camera uit. Open het klepje voor aansluitingen, richt de pijl op de meegeleverde USB-kabel op de markering S op de camera en sluit de USB-kabel aan op de USB/video-uitgang.
UP
3
Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op een PictBridge-compatibele printer. Op printers die compatibel zijn met PictBridge, is het PictBridge-logo afgedrukt.
4 5
Zet de printer aan. Zet de camera aan nadat de printer is opgestart. Het PictBridge-menu verschijnt.
9
Kies afdrukmodus
OK
OK
Het PictBridge-menu wordt niet weergegeven wanneer [USB-aansluiting] is ingesteld op [PC].
Afdrukken vanaf de Camera
Enkel beeld Alle Beelden DPOF AUTOPRINT
e_kb464_84percent.book Page 206 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
206
Afzonderlijke opnamen afdrukken
1
Selecteer [Enkel beeld] in het menu Pictbridge met de vierwegbesturing (23).
Kies afdrukmodus Enkel beeld Alle Beelden DPOF AUTOPRINT OK
OK
2
Druk op de knop 4. Het scherm Eén opname afdrukken verschijnt.
3
Kies met de vierwegbesturing (45) een opname die u wilt afdrukken.
100-0046 Deze opname afdrukken
Kopieën MENU
4
1 Datum
Datum OK
OK
Kies het aantal exemplaren met de vierwegbesturing (23). U kunt maximaal 99 afdrukken maken.
9
5
Draai aan de e-knop om te bepalen of de datum al dan niet moet worden afgedrukt (O) of niet (P).
Afdrukken vanaf de Camera
O: De datum wordt afgedrukt. P : De datum wordt niet afgedrukt.
6
Druk op de knop 4. Het bevestigingsscherm voor de afdrukinstellingen wordt weergegeven. Ga verder bij stap 11 om de opnamen met behulp van de standaardinstellingen af te drukken. Ga naar stap 7 om de afdrukinstellingen te wijzigen.
e_kb464_84percent.book Page 207 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
7
207 Selecteer [Papierafm.] met de vierwegbesturing (23) en druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Papierafm.] verschijnt.
Alle opnamen afdrukken Afdrukken wordt gestart Papierafm. Papiertype Kwaliteit Randinstelling OK
MENU
8
Kies een papierformaat met de vierwegbesturing (2345). U kunt alleen een papierformaat kiezen dat door uw printer wordt ondersteund. Als [_Instell.] wordt gekozen, worden opnamen afgedrukt op basis van de printerinstellingen.
Papierafm. _Instell. Visitekaart L 100×150 Briefkaart 4 ″×6 ″ MENU
9 10
Instell. Instell. Instell. Instell. Afdrukken
2L 8 ″×10 ″ A4 Brief 11 ″× 1 7 ″ A3
Annul.
OK
OK
Druk op de knop 4. Herhaal stap 7 tot en met 9 voor [Papiertype], [Kwaliteit] en [Randinstelling]. Als voor deze afdrukinstellingen [_Instell.] wordt gekozen, worden opnamen afgedrukt op basis van de printerinstellingen. [Papiertype] met meer sterren (E) duidt op een betere kwaliteit papier. Meer sterren (E) bij [Kwaliteit] geeft een hogere afdrukkwaliteit aan.
11
Selecteer [Afdrukken wordt gestart] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4.
9 Afdrukken vanaf de Camera
De opname wordt afgedrukt op basis van de gekozen instellingen. Druk op de knop 3 om het afdrukken te annuleren.
e_kb464_84percent.book Page 208 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
208
Alle opnamen afdrukken
1
Selecteer met de vierwegbesturing (23) in het menu Pictbridge de optie [Alle Beelden].
Kies afdrukmodus Enkel beeld Alle Beelden DPOF AUTOPRINT OK
2
OK
Druk op de knop 4. Het scherm Alle opnamen afdrukken wordt weergegeven.
3
Kies het aantal kopieën en geef aan of de datum al dan niet moet worden afgedrukt. Het aantal kopieën en het al dan niet afdrukken van de datum zijn van toepassing op alle opnamen. Zie stap 4 en 5 van p.206 voor nadere informatie over de instellingen. Controleer de opnamen met de vierwegbesturing (45) en vergewis u ervan dat u ze allemaal wilt afdrukken.
4
100-0046 Alle opnamen afdrukken
Kopieën Totaal MENU
1 28
Datum
Datum
OK
OK
Druk op de knop 4. Het bevestigingsscherm voor de afdrukinstellingen wordt weergegeven. Zie de stappen 7 tot en met 10 van p.207 voor nadere informatie over het wijzigen van de instellingen.
9 Afdrukken vanaf de Camera
5
Selecteer [Afdrukken wordt gestart] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. Alle opnamen worden afgedrukt op basis van de gekozen instellingen. Druk op de knop 3 om het afdrukken te annuleren.
e_kb464_84percent.book Page 209 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
209
Opnamen afdrukken op basis van DPOF-instellingen
1 2
Selecteer met de vierwegbesturing (23) in het PictBridgemenu de optie [DPOF AUTOPRINT]. Druk op de knop 4. Het scherm Afdrukken met DPOF-instellingen verschijnt. Geef met behulp van de vierwegbesturing (45) op hoeveel exemplaren van elke opname moeten worden afgedrukt, of de datum wel of niet moet worden afgedrukt, en het totale aantal exemplaren.
3
100-0046 Afdrukken met DPOF-instellingen Kopieën Totaal MENU
1 10 OK
Datum
Afdrukken
Druk op de knop 4. Het bevestigingsscherm voor de afdrukinstellingen wordt weergegeven. Zie de stappen 7 tot en met 10 van p.207 voor nadere informatie over het wijzigen van de instellingen.
4
Selecteer [Afdrukken wordt gestart] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. De opnamen worden afgedrukt op basis van de gekozen instellingen. Druk op de knop 3 om het afdrukken te annuleren.
De USB-kabel loskoppelen
1 2
Zet de camera uit. Maak de USB-kabel los van de camera en de printer.
9 Afdrukken vanaf de Camera
Maak de USB-kabel los van de camera en de printer wanneer u klaar bent met afdrukken.
e_kb464_84percent.book Page 210 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
210
Memo
e_kb464_84percent.book Page 211 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
10Camera-instellingen In dit hoofdstuk wordt het wijzigen van camera-instellingen besproken.
Werken met het menu Set-up ...................................212 SD-geheugenkaart formatteren ................................214 Instellingen opgeven voor het geluidssignaal, de datum en tijd en de weergavetaal .......................215 Weergave van monitor en menu’s aanpassen ........220 Conventies instellen voor bestands-/mapnamen ...224 Het video-uitgangssignaal en voedingsinstellingen selecteren ..............................225 Pixeluitlijning ..............................................................228 Instellingen voor de opnamestand selecteren om op te slaan in de camera .....................................229
e_kb464_84percent.book Page 212 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
212
Werken met het menu Set-up Instellingen voor de camera geeft u op in het menu [R Instellen]. Zie “De Menu’s gebruiken” (p.32) voor meer informatie over het werken met de menu’s.
Onderdelen van menu Set-up In het menu [R Instellen 1-3] geeft u de volgende instellingen op. Druk op de knop 3 in de opname-/weergavestand en selecteer met de vierwegbesturing (45) het menu [R Instellen 1-3]. Menu
Onderdeel
Functie
Pagina
Language/
Wijzigen van de taal waarin menu’s en berichten worden weergegeven.
p.219
Datum instellen
Stelt de datumindeling en de tijd in.
p.216
Wereldtijd
Stelt bij reizen naar het buitenland de weergave in op de monitor van een lokale datum en tijd van een stad in aanvulling op die van de huidige locatie.
p.216
Tekstformaat
Stelt de grootte in van de tekst die in de menu’s wordt geselecteerd.
p.220
Hulpdisplay
Geeft indicaties al dan niet weer op de monitor.
p.220
Mapnaam
Stelt de methode in die wordt gebruikt voor het toewijzen van mapnamen voor het opslaan van opnamen.
p.224
Signaal
Schakelt het geluidssignaal in/uit.
p.215
Helderheid
Wijzigt de helderheid van de monitor.
p.221
LCD-kleur instellen
Wijzigt de kleur van de monitor.
p.222
Videosignaal
Stelt het uitgangssignaal in voor weergave op het audiovisuele apparaat.
p.225
USB-aansluiting
Stelt de USB-kabelverbinding in (computer of printer).
p.204
Auto Uitsch.
Stelt de tijd in waarna de camera automatisch wordt uitgeschakeld.
p.225
Batterij kiezen
Selecteert het type batterijen dat in de camera wordt geplaatst.
p.226
Reset
Reset van alle instellingen.
p.232
R1
10 Camera-instellingen
R2
e_kb464_84percent.book Page 213 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
213 Menu
R3
Onderdeel
Functie
Pagina
Pixeluitlijning
Brengt de pixels van de CCD die defect zijn in kaart en compenseert die.
Stofalarm
Detecteert stof op de CCD.
p.244
Sensor stofvrij
Reinigt de CCD door die te schudden.
p.243
Sensor reinigen
Zet de spiegel vast in de omhooggeklapte stand om de CCD te kunnen reinigen.
p.246
Formatteren
Formatteert de SD-geheugenkaart.
p.214
Menu [R Instellen 1] 1 2 3 Nederlands Datum instellen Wereldtijd Tekstformaat Hulpdisplay Mapnaam Signaal MENU Einde
Stand. 3sec Datum
p.228
Menu [R Instellen 2] 1 2 3 Helderheid LCD-kleur instellen Videosignaal USB-aansluiting Auto Uitsch. Batterij kiezen Reset MENU Einde
±0 NTSC PC 1min AUTO
Menu [R Instellen 3] 1 2 3 Pixeluitlijning Stofalarm Sensor stofvrij Sensor reinigen Formatteren
MENU
Einde
10 Camera-instellingen
e_kb464_84percent.book Page 214 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
SD-geheugenkaart formatteren
214
Gebruik deze camera om een SD-kaart te formatteren (initialiseren) die nog niet eerder is gebruikt, of die is gebruikt in andere camera’s of digitale apparaten. Bij formatteren worden alle gegevens van de SD-geheugenkaart verwijderd. • Neem de SD-geheugenkaart niet uit tijdens het formatteren. De kaart kan hierdoor beschadigd raken en onbruikbaar worden. • Bij formatteren worden alle gegevens verwijderd, beveiligde en onbeveiligde. Wees dus voorzichtig.
1 2
Selecteer [Formatteren] in het menu [R Instellen 3]. Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Formatteren] verschijnt.
3
Selecteer [Formatteren] met de vierwegbesturing (23).
Formatteren Alle gegevens worden gewist Formatteren Annuleren OK
4
Druk op de knop 4. Het formatteren begint. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven als het formatteren is voltooid.
10
Formatteren
OK
Camera-instellingen
e_kb464_84percent.book Page 215 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Instellingen opgeven voor het geluidssignaal, de datum en tijd en de weergavetaal
215
Het geluidssignaal in- en uitschakelen U kunt het geluidssignaal van de camera in of uitschakelen. De standaardinstelling is O (Aan) voor alle geluidssignalen. Er zijn vijf items die u kunt instellen: scherpgesteld, AE-L (bedieningsgeluid knop belichtingsgeheugen), RAW (bedieningsgeluid RAW-knop), zelfontspanner en afstandsbediening.
1 2
Selecteer [Signaal] in het menu [R Instellen 1]. Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Signaal] verschijnt.
3
Selecteer een item met de vierwegbesturing (23) en selecteer vervolgens Aan O of Uit P met de vierwegbesturing (45). U kunt alle geluidssignalen uitschakelen door eerst [Instell.] te selecteren, en dan Uit (P) te selecteren met de vierwegbesturing (45).
Signaal Instelling Scherpgesteld AE-L RAW Zelfontspanner Afstandbediening MENU
4
Druk twee keer op de knop 3. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven.
10 Camera-instellingen
e_kb464_84percent.book Page 216 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
216
Datum/tijd en weergavestijl wijzigen U kunt de datum- en tijdinstellingen wijzigen. U kunt ook de weergavestijl instellen. Kies [mm/dd/jj], [dd/mm/jj] of [jj/mm/dd]. Selecteer [12h] (12-uurs) of [24h] (24-uurs) voor de tijdweergave. Instellen bij [Datum instellen] in het menu [R Instellen 1] (p.212). Datum instellen 24h
Datumnotatie
dd/mm/jj
Datum
01 / 01 / 2008
Tijd
00 : 00 instellingen voltooid
MENU
Annul.
OK
OK
1 Datum en tijd instellen (p.54)
Wereldtijd instellen De datum en tijd die u selecteert bij “Standaardinstellingen” (p.50) zijn de datum en tijd van uw huidige locatie. Door de bestemming bij [Wereldtijd] in te stellen kunt u de lokale datum en tijd weergeven op de monitor wanneer u in het buitenland bent.
1 2
Selecteer [Wereldtijd] in het menu [R Instellen 1]. Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Wereldtijd] verschijnt.
10
3
Camera-instellingen
Selecteer X (Bestemmingstijd) of W (Thuistijd) met de vierwegbesturing (45).
De tijd instellen
Deze instelling wijzigt datum en tijd op het aanwijzingenscherm.
X Bestemmingstijd 10 : 00 Londen
Wereldtijd
WThuistijd Amsterdam MENU
X
10 : 00
e_kb464_84percent.book Page 217 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
4
217 Druk op de vierwegbesturing (3). Het selectiekader wordt verplaatst naar X (De instelling voor Bestemmingstijd).
5
Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm voor het opgeven van de plaats van bestemming wordt weergegeven.
6
Selecteer met de vierwegbesturing (45) een plaats van bestemming. Draai aan de e-knop om een andere regio te selecteren. Het huidige tijdstip, de plaats en het tijdsverschil van de gekozen stad verschijnt.
7 8
X Bestemmingstijd
Londen Zomertijd MENU Annul.
OK
OK
00:00 10:00
Selecteer [Zomertijd] met de vierwegbesturing (3). Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45). Selecteer O (Aan) als de plaats van bestemming de zomertijd hanteert (DST).
9
Druk op de knop 4. De instelling voor bestemming wordt opgeslagen.
10
Druk twee keer op de knop 3. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven.
10 Camera-instellingen
• Zie “Lijst met steden voor wereldtijd Steden” (p.218) voor steden die als bestemming kunnen worden opgegeven. • Selecteer W (Thuistijd) in stap 4 om de plaats en de zomertijdinstelling in te stellen. • X verschijnt op het aanwijzingenscherm en het statusscherm wanneer de wereldtijd is ingesteld op X (Bestemmingstijd). (p.22) • Als u de wereldtijd wijzigt in X (Bestemmingstijd),verandert de instelling voor het videosignaal (p.225) in de standaardinstelling van die stad.
e_kb464_84percent.book Page 218 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
218 Lijst met steden voor wereldtijd Steden Regio
Stad
Noord-Amerika Honolulu Anchorage
Midden- en Zuid-Amerika
Stad Dakkar Algiers
Vancouver
Johannesburg
San Francisco
Istanboel
Los Angeles
Caïro
Calgary
Jeruzalem
Denver
Nairobi
Chicago
Jeddah
Miami
Teheran
Toronto
Dubai
New York
Karachi
Halifax
Kaboel
Mexico-City
Male
Lima
Delhi
Santiago
Colombo
Caracas
Kathmandu
Buenos Aires
Dacca
Sao Paulo Rio de Janeiro Europa
Regio Afrika/ West-Azië
Oost-Azië
Yangon Bangkok
Lissabon
Kuala Lumpur
Madrid
Vientiane
Londen
Singapore
Parijs
Phnom-Penh
Amsterdam
Ho Chi Minhstad
Milaan
Jakarta
10
Rome
Hongkong
Camera-instellingen
Kopenhagen
Peking
Berlijn
Shanghai
Praag
Manilla
Stockholm
Taipei
Boedapest
Seoul
Warschau
Tokio
Athene
Guam
Helsinki Moskou
e_kb464_84percent.book Page 219 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
219 Regio Oceanië
Stad Perth Adelaide Sydney Nouméa Wellington Auckland Pago Pago
Weergavetaal instellen U kunt de taal wijzigen waarin de menu’s, foutberichten, e.d. worden weergegeven. U kunt kiezen uit 19 talen: Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Italiaans, Nederlands, Deens, Zweeds, Fins, Pools, Tsjechisch, Hongaars, Turks, Grieks, Russisch, Koreaans, Chinees [traditioneel en vereenvoudigd] en Japans. Instellen bij [Language/
MENU
Cancel
OK
] in het menu [R Instellen 1] (p.212).
OK
1 De weergavetaal instellen (p.50)
10 Camera-instellingen
e_kb464_84percent.book Page 220 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
220
Weergave van monitor en menu’s aanpassen Tekstformaat instellen U kunt instellen hoe groot de tekst moet worden weergegeven in menu’s: [Stand.] (normale weergave) of [Groot] (vergrote weergave). Instellen bij [Tekstformaat] in het menu [R Instellen 1] (p.212). 1 2 3 Nederlands Datum instellen Wereldtijd Tekstformaat Hulpdisplay Mapnaam Signaal MENU Annul.
Stand. Groot Datum OK
OK
De tijd voor weergave van Hulpdisplay instellen Geef de tijdsduur op dat bedieningsaanwijzingen moeten worden weergegeven op de monitor als de camera wordt aangezet of als een andere opnamestand wordt geselecteerd. (p.22) Maak een keuze uit [Uit], [3sec], [10sec] en [30sec]. De standaardinstelling is [3sec]. Instellen bij [Hulpdisplay] in het menu [R Instellen 1] (p.212). 1 2 3 Nederlands
10 Camera-instellingen
Datum instellen Wereldtijd Tekstformaat Hulpdisplay Mapnaam Signaal MENU Annul.
Uit 3sec 10sec 30sec OK OK
e_kb464_84percent.book Page 221 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
221
De Statusweergave instellen Stelt in of het statusscherm voortdurend moet worden weergegeven op de monitor. De standaardinstelling is [Aan]. Instellen bij [21. Weergave statusscherm] in het menu [A Pers.instelling 3] (p.78). 21.Weergave statusscherm Aan Uit
Het statusscherm wordt voortdurend weergegeven
De helderheid van de monitor aanpassen U kunt de helderheid van de monitor aanpassen. Wijzig de instellingen wanneer de monitor moeilijk leesbaar is. Instellen bij [Helderheid] in het menu [R Instellen 2] (p.212). 1 2 3 Helderheid
0
Annul.
OK
MENU
OK
10 Camera-instellingen
e_kb464_84percent.book Page 222 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
222
De kleur van de monitor aanpassen U kunt de kleur van de monitor aanpassen.
1 2
Selecteer [LCD-kleur instellen] in het menu [R Instellen 2]. Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [LCD-kleur instellen] wordt weergegeven.
3
Gebruik de vierwegbesturing (2345) om de kleur aan te passen.
LCD-kleur instellen G
U kunt de instelling in vijftien niveaus aanpassen. G1
±0
MENU
Annul.
A
B M
4 5
OK
OK
G-M
Aanpassing van de kleurtinten tussen groen en magenta.
23
B-A
Aanpassing van de kleurtinten tussen blauw en amber.
45
Druk op de knop 4. Druk op de knop 3. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven.
De weergave voor Momentcontrole instellen 10 Camera-instellingen
U kunt een weergavetijd voor momentcontrole opgeven en instellen of het histogram en de waarschuwing Licht/donker geb moeten worden weergegeven. De standaardinstellingen zijn [1sec] voor de weergavetijd en [Uit] voor het histogram en de waarschuwing Licht/donker geb.
1
Selecteer [Momentcontrole] in het menu [A Opnamemodus 2].
e_kb464_84percent.book Page 223 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
2
223 Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Momentcontrole] verschijnt.
Momentcontrole Weergavetijd Histogram Licht/donker geb
1sec
MENU
3
Druk op de vierwegbesturing (5) en selecteer een weergavetijd met de vierwegbesturing (23) en druk dan op de knop 4.
Momentcontrole Weergavetijd Histogram Licht/donker geb
MENU
4 5 6 7 8
Annul.
1sec 3sec 5sec Uit
OK
OK
Selecteer [Histogram] met de vierwegbesturing (23). Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45). Selecteer [Licht/donker geb] met de vierwegbesturing (23). Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45). Druk twee keer op de knop 3. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven.
10 Camera-instellingen
e_kb464_84percent.book Page 224 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
224
Conventies instellen voor bestands-/ mapnamen De mapnaam selecteren U kunt een methode kiezen voor het toewijzen van mapnamen voor het opslaan van opnamen. De standaardinstelling is [Datum].
Datum
De twee cijfers van de [maand] en [dag] waarop de opname is gemaakt, worden in de mapnaam opgenomen in de notatie [xxx_MMDD]. [xxx] is een rangnummer van 100 tot 999. [MMDD] (maand en dag) wordt weergegeven in de notatie ingesteld bij [Datum instellen] (p.216). (voorbeeld) 101_0125: voor mappen met opnamen die zijn gemaakt op 25 januari
PENTX
De mapnaam wordt toegewezen in de notatie [xxxPENTX]. (voorbeeld) 101PENTX
Instellen bij [Mapnaam] in het menu [R Instellen 1] (p.212). 1 2 3 Nederlands Datum instellen Wereldtijd Tekstformaat Hulpdisplay Mapnaam Signaal MENU Annul.
Stand. 3sec Datum PENTX OK OK
Bestandsnummer instellen
10
U kunt een methode opgeven voor het toewijzen van een bestandsnummer aan een opname als die in een nieuwe map wordt opgeslagen. Selecteer O (Aan) of P (Uit) voor [Bestandsnummer] bij [Geheugen] (p.229) in het menu [A Opnamemodus 3].
Camera-instellingen
O (Aan)
P (Uit)
Het bestandnummer van de opname die als laatste is opgeslagen in de vorige map wordt opgeslagen, en zelfs als een nieuwe map wordt gemaakt, krijgen opnamen die daarin worden opgeslagen een op dat nummer volgend bestandsnummer. De eerste opname die in een nieuwe map wordt opgeslagen, krijgt steeds het nummer 0001.
Als het aantal opnamen dat kan worden opgeslagen, groter is dan 500, worden opnamen opgeslagen in mappen met steeds 500 opnamen. Als de functie Auto Bracket echter actief is, worden de opnamen in dezelfde map opgeslagen totdat het maken van opnamen gereed is, zelfs als daardoor meer dan 500 opnamen in één map terechtkomen.
e_kb464_84percent.book Page 225 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Het video-uitgangssignaal en voedingsinstellingen selecteren
225
Het video-uitgangssignaal selecteren Wanneer u de camera aansluit op audiovisuele apparatuur zoals een televisie, kies dan het juiste video-uitgangssignaal (NTSC of PAL) voor het weergeven van opnamen. Instellen bij [Videosignaal] in het menu [R Instellen 2] (p.212). 1 2 3 Helderheid LCD-kleur instellen Videosignaal USB-aansluiting Auto Uitsch. Batterij kiezen Reset MENU Annul.
±0 NTSC NTSC PC PAL 1min AUTO OK
OK
1 De camera aansluiten op audiovisuele apparatuur (p.186) Het standaard video-uitgangssignaal verschilt per regio. Als u een andere wereldtijd instelt bij X (Bestemmingstijd), verandert de instelling voor het videosignaal in de standaardinstelling van die stad.
Automatisch uitschakelen instellen U kunt de camera zo instellen dat deze automatisch uitschakelt wanneer hij gedurende bepaalde tijd niet is gebruikt. Selecteer [1min], [3min], [5min], [10min], [30min] of [Uit]. De standaardinstelling is [1min]. Instellen bij [Auto Uitsch.] in het menu [R Instellen 2] (p.212).
Camera-instellingen
1 2 3 Helderheid ±0 LCD-kleur instellen 1min 3min Videosignaal USB-aansluiting 5min Auto Uitsch. 10min 30min Batterij kiezen Reset Uit OK OK MENU Annul.
10
e_kb464_84percent.book Page 226 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
226 Automatisch uitschakelen werkt niet tijdens de weergave van diavoorstellingen en wanneer er een USB-verbinding bestaat.
Het batterijtype instellen Selecteert het type batterijen dat in de camera wordt geplaatst. De standaardinstelling is [Autodetect].
1 2
Selecteer [Batterij kiezen] in het menu [R Instellen 2]. Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Batterij kiezen] verschijnt.
3
Selecteer het type batterijen met de vierwegbesturing (23). Indien ingesteld op [Autodetect], zal de camera automatisch het type batterijen herkennen dat u gebruikt.
4 5
1 2 3 Helderheid Batterij kiezen
±0 AUTO
AUTO Autodetect Ni-MH Nikkelmetaalhydride AL Alkaline Li Lithium Reset OK OK MENU Annul.
Druk op de knop 4. Druk twee keer op de knop 3. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven.
10 Camera-instellingen
Als u een batterijtype gebruikt anders dan wat u hebt opgegeven, wordt het batterijniveau niet correct bepaald. Stel dus het juiste batterijtype in. Meestal werkt de automatisch herkenning van het batterijtype probleemloos. Bij lage temperaturen echter en bij het gebruik van batterijen die lang zijn bewaard, stelt u zelf het batterijtype in, zodat de camera het juiste batterijniveau kan bepalen.
e_kb464_84percent.book Page 227 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
227
De felheid van het aan/uit-lampje instellen Stelt de felheid van branden in voor het aan/uit-lampje: [Stand.], [Zwak] of [Uit]. De standaardinstelling is [Stand.]. Instellen bij [20. Aan-/uitlampje] in het menu [A Pers.instelling 3] (p.78). 20.Aan-/uitlampje Stand. Zwak Uit Het aan-/uitlampje brandt als de camera wordt ingeschakeld
Zelfs als het aan/uit-lampje is ingesteld op [Uit], zal het lampje oplichten als de camera gegevens overbrengt naar een computer of printer via de USB-kabel.
10 Camera-instellingen
e_kb464_84percent.book Page 228 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Pixeluitlijning
228
Pixeluitlijning is een functie voor het in kaart brengen en compenseren van CCD-pixels die defect zijn.
1 2
Selecteer [Pixeluitlijning] in het menu [R Instellen 3]. Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Pixeluitlijning] wordt weergegeven.
3
Selecteer [Pixeluitlijning] met de vierwegbesturing (23) en druk op de knop 4. Pixels die defect zijn, worden geregistreerd en gecompenseerd. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven.
Pixeluitlijning Voor controle van de beeldsensoreenheid voor aanpassingen Pixeluitlijning Annuleren OK
OK
Als de batterij bijna leeg is, wordt het bericht [Onvoldoende batterij vermogen voor het activeren van pixeluitlijning] weergegeven op de monitor. Gebruik in dat geval de optionele netvoedingsadapter K-AC84 of batterijen met voldoende resterend vermogen.
10 Camera-instellingen
e_kb464_84percent.book Page 229 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Instellingen voor de opnamestand selecteren om op te slaan in de camera
229
U kunt opgeven welke instellingen moeten worden opgeslagen als de camera wordt uitgezet. U kunt de volgende instellingen opslaan: flitsfunctie, transportfunctie, witbalans, gevoeligheid, belichtingscorrectie, Belichtingscomp., weergavestijl en bestandsnr. De standaardinstelling is O (Aan) voor alle functies.
1 2
Selecteer [Geheugen] in het menu [A Opnamemodus 3]. Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Geheugen] verschijnt.
3
Kies een onderdeel met de vierwegbesturing (23).
Geheugen Flitsinstelling Tr a n s p o r t s t a n d Witbalans Gevoeligheid Belichtingscorrectie Belichtingscomp. We e r g a v e f u n c t i e MENU
4 5
Selecteer O (Aan) of P (Uit) met de vierwegbesturing (45). Druk twee keer op de knop 3. Het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven. Stel [Bestandsnummer] in op O (Aan) om de bestandsnamen doorlopend te nummeren, ook als er een nieuwe map wordt gemaakt. Zie “Bestandsnummer instellen” (p.224).
10 Camera-instellingen
e_kb464_84percent.book Page 230 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
230
Memo
e_kb464_84percent.book Page 231 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
11 Standaardinstellingen herstellen (Reset)
De basisinstellingen van de camera herstellen.
De menu’s Opname/Weergeven/Set-up resetten ....232 Menu Pers. inst. herstellen .......................................233
e_kb464_84percent.book Page 232 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De menu’s Opname/Weergeven/Set-up resetten
232
De fabrieksinstellingen in de menu’s [A Opnamemodus], [Q Weergeven] en [R Instellen] kunnen worden hersteld. Instellingen voor Language/ , Datum, Plaats voor wereldtijd, Tekstgrootte, Videosignaal en die in het menu [A Pers.instelling] worden niet hersteld.
1 2
Selecteer [Reset] in het menu [R Instellen 2]. Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Reset] verschijnt.
3
Selecteer [Reset] met de vierwegbesturing (23).
Reset Terug naar fabrieks instellingen Reset Annuleren OK
4
OK
Druk op de knop 4. De fabrieksinstellingen worden hersteld en het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven.
11 Standaardinstellingen herstellen (Reset)
e_kb464_84percent.book Page 233 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Menu Pers. inst. herstellen
233
Alle fabrieksinstellingen in het menu [A Pers.instelling] herstellen.
1 2
Selecteer [Reset pers.instellingen] in het menu [A Pers.instelling 4]. Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Reset pers.instellingen] wordt weergegeven.
3
Selecteer [Reset] met de vierwegbesturing (23).
Reset pers.instellingen Van persoonlijke instellingen terug naar fabrieksinstellingen Reset Annuleren OK
4
OK
Druk op de knop 4. De fabrieksinstellingen worden hersteld en het scherm dat werd weergegeven voordat u het menu selecteerde, wordt opnieuw weergegeven.
11 Standaardinstellingen herstellen (Reset)
e_kb464_84percent.book Page 234 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
234
Memo
e_kb464_84percent.book Page 235 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
12 Bijlage Standaardinstellingen ...............................................236 Beschikbare functies bij verschillende objectiefcombinaties .................................................240 De CCD schoonmaken ..............................................243 Optionele accessoires ...............................................248 Foutberichten .............................................................252 Problemen oplossen ..................................................255 Belangrijkste technische gegevens .........................258 Verklarende woordenlijst ..........................................262 Index ............................................................................267 GARANTIEBEPALINGEN ...........................................272
e_kb464_84percent.book Page 236 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
236
Standaardinstellingen In onderstaande tabel staan de fabrieksinstellingen. De actieve instelling (laatste geheugen) wordt bewaard wanneer de camera wordt uitgezet. Reset instelling
Ja
: De instelling gaat terug naar de standaard instelling met de reset-functie (p.231). Nee : De instelling wordt bewaard, zelfs als de camera wordt gereset.
Richtingsknoppen Onderdeel
Transportstand
Flitsinstelling Witbalans Gevoeligheid
Reset instelling
Pagina
9 (enkelbeeldopnamen)
Ja
p.106 p.125 p.128 p.130
Afhankelijk van opnamestand
Ja
p.65
F (Auto)
Ja
p.159
Automatisch (ISO 100-800)
Ja
p.87
Standaardinstelling
Menu [A Opnamemodus] Onderdeel Aangepaste opname Digitaal filter Bestandsindeling JPEG-opnamepixels JPEG kwal niveau RAW-formaat Kleurruimte AF-modus
12
Standaardinstelling
Reset instelling
Pagina
Helderheid
Ja
p.157
Geen toepassing van filters
Ja
p.132
JPEG
Ja
p.152
J (3872×2592)
Ja
p.150
C (best)
Ja
p.151
PEF
Ja
p.153
sRGB
Ja
p.164
Bijlage
f
Ja
p.111
Autom. lichtmeting
L (meervlaks)
Ja
p.101
Ander schrpstpnt
i (Groothoek)
Ja
p.113
Weergavetijd
1 sec
Ja
Histogram
P (Uit)
Ja
Licht/donker geb
P (Uit)
Ja
Moment controle
p.222
e_kb464_84percent.book Page 237 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
237 Onderdeel Geheugen (Selecteer functie) Digitaal voorbeeld knop Help functie RAWknop
Standaardinstelling
Reset instelling
Pagina
Alle O (Aan)
Ja
p.229
Help-functie
Ja
Histogram
P (Uit)
Ja
Licht/donker geb
P (Uit)
Ja
O (Aan)
Ja
RAW+ voor alle
Ja
O (Aan)
Ja
p.122
35
Ja
p.124
Standaardinstelling
Reset instelling
Pagina
3 sec
Ja
Uit
Ja
P (Uit)
Ja
Elke keer stoppen JPEG/RAW/ RAW+indeling
Shake Reduction
p.154
Inv brandp afstand Menu [Q Weergeven] Onderdeel Interval Diavoorstelling
Schermeffect Weergeven herhalen
Opnamen vergelijken
p.177
—
p.176
Ja
p.192
Formaat wijzigen
Maximale grootte overeenkomstig instelling
—
p.188
Bijsnijden
Maximale grootte overeenkomstig instelling
—
p.190
Beveiligen
—
Nee
p.184
DPOF
—
Nee
p.200
Opnamepixels: J Kwaliteitsniveau: C Gevoeligheid: ±0
Ja
p.195 p.172
RAW-ontwikkeling Index Weergavefunctie Inst weerg v mr opn
Licht/donker geb Snel zoomen
—
—
P (Uit) P (Uit)
Ja
9 opnamen
Ja
p.170
12
—
—
p.183
Bijlage
— Zwart-wit
Digitaal filter*
Alles wissen * De filterinstellingen kunnen worden opgeslagen en hersteld.
Ja
p.168
e_kb464_84percent.book Page 238 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
238
Menu [R Instellen] Standaardinstelling
Reset instelling
Pagina
Language/
Gelijk aan standaardinstelling
Nee
p.219
Datum instellen
Gelijk aan standaardinstelling
Nee
p.216
W (Thuistijd)
Ja
Thuistijd (Plaats)
Gelijk aan standaardinstelling
Nee
Thuistijd (Zomertijd)
Gelijk aan standaardinstelling
Nee
Bestemmingstijd (Plaats)
Gelijk aan Thuistijd
Nee
Bestemmingstijd (Zomertijd)
Gelijk aan Thuistijd
Nee
Gelijk aan standaardinstelling
Nee
Onderdeel
Wereldtijdinstelling
Wereldtijd
Tekstformaat
p.220
Hulpdisplay
3 sec
Ja
p.220
Mapnaam
Datum
Ja
p.224
Alle O (Aan)
Ja
p.215
Helderheid
±0
Ja
p.221
LCD-kleur instellen
±0
Ja
p.222
Gelijk aan standaardinstelling
Nee
p.225
PC
Ja
p.204
Signaal
Videosignaal USB-aansluiting Auto Uitsch.
1 min
Ja
p.225
Autodetect
Ja
p.226
Reset
—
—
p.232
Pixeluitlijning
—
—
p.228
—
p.244
Batterij kiezen
Stofalarm
— Sensor stofvrij
—
—
Bij inschakelen
P (Uit)
Ja
Sensor reinigen
—
—
p.246
Formatteren
—
—
p.214
Sensor stofvrij
12
p.216
p.243
Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 239 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
239
Menu [A Pers.instelling] Onderdeel 1. LW-stappen 2. Gevoeligheidsstappen
Standaardinstelling
Reset instelling
Pagina
1/2 LW Stap
Ja
p.105
Stappen van 1 LW
Ja
p.87
3. Bedrijftijd lichtmtr
10 sec
Ja
p.103
4. AE-L met AF lock
Uit
Ja
p.115
5. Koppelt belicht.+ AF
Uit
Ja
p.103
6. Volgorde A Bracketng
0-+
Ja
p.106
7. Schaduwcorrectie
Aan
Ja
–
8. Witbalans instellen
Uit
Ja
p.162
9. Functie = -knop
AF1 inschakelen
Ja
p.105 p.110
10. AF met afstandbed.
Uit
Ja
p.129
11. Ruisonderdr lange sltrtijd
Aan
Ja
p.89
12. Ruisonderdr hoge ISO-wrd
Uit
Ja
p.89
13. e-knop in Programma
Uit
Ja
p.92
14. Ontspant bij opladen
Uit
Ja
p.71
15. Draadloos flitsen 16. Wtbalans ongewijzigd 17. Gevoeligheid weergeven 18. Catch-in focus 19. Diafragmaring gebruiken 20. Aan-/uitlampje 21. Weergave statusscherm Reset pers.instellingen
Aan
Ja
p.144
Flitser
Ja
p.160
Uit
Ja
–
Uit
Ja
p.118
Niet toegestaan
Ja
p.241
Stand.
Ja
p.227
Aan
Ja
p.221
—
—
p.233
12 Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 240 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Beschikbare functies bij verschillende objectiefcombinaties
240
Compatibele objectieven
Bij de fabrieksinstellingen kunnen alleen DA, DA L en FA J-objectieven en D FA/ FA/F/A-objectieven met een positie s (Auto) op de diafragmaring worden gebruikt. Zie “Opmerkingen over [19. Diafragmaring gebruiken]” (p.241) voor andere objectieven en D FA/FA/F/A-objectieven met de diafragmaring ingesteld op een andere positie dan s. Ja : Functies zijn beschikbaar wanneer de diafragmaring is ingesteld op positie s. Nee : Functies zijn niet beschikbaar. DA/DA L/D FA/ FA J/FA-objectief [KAF, KAF2] *4
F-objectief [KAF]*4
A-objectief [KA]
Ja
Ja
—
—
—
Ja*5
Handmatig scherpstellen (Met de scherpstelindicatie)*2
Ja
Ja
Ja
(met het matglas)
Ja
Ja
Ja
Vijf AF-punten
Ja
Ja
Nee*5
Objectief [type vatting] Functie Autofocus (alleen objectief) (met AF-adapter 1,7×)
*1
Power zoom
Nee
—
—
Automatische belichting met diafragmavoorkeuze
Ja
Ja
Ja
Sl.tijd voorkeuze Auto belichting
Ja
Ja
Ja
Handm. belichting
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Meervlaks lichtmeting (16 segmenten)
Ja
Ja
Ja
Automatisch doorgeven van de brandpuntsafstand van het objectief bij activering van de functie Shake Reduction
Ja
Ja
Nee
Automatisch P-DDL-flitsen
*1 *2 *3 *4
12
*3
Bijlage
Objectieven met een maximaal diafragma van f/2.8 of groter. Alleen beschikbaar bij positie s. Objectieven met een maximaal diafragma van f/5.6 of groter. Bij gebruik van de ingebouwde flitser en een AF540FGZ, AF360FGZ, AF200FG of AF160FC. Als u een F/FA soft 85 mm f/2.8 objectief of een FA soft 28 mm f/2.8 objectief wilt gebruiken, stelt u [19. Diafragmaring gebruiken] in op [Toegestaan] in het menu [A Pers.instelling 3]. Er kunnen opnamen worden gemaakt met de ingestelde diafragmawaarde, maar alleen binnen het bereik voor handmatige instelling van het diafragma. *5 Het AF-punt wordt O (Midden).
e_kb464_84percent.book Page 241 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Objectieven en vattingen
241
DA objectieven met een ultrasone motor en FA zoomobjectieven met powerzoom hebben de KAF2-vatting. Bij DA-objectieven met een ultrasone motor, maar zonder AF-koppeling kan de KAF3-vatting worden gebruikt. FA-objectieven met een vaste brandpuntsafstand (objectieven zonder zoom), DA- of DA L-objectieven zonder ultrasone motor en D FA, FA J en F-objectieven hebben de KAF-vatting. Raadpleeg de handleiding bij het objectief voor verdere gegevens. Deze camera heeft geen powerzoom-functie. Objectieven en toebehoren die niet geschikt zijn voor deze camera
Wanneer de diafragmaring is ingesteld op een andere positie dan s (Auto) of wanneer er een objectief zonder positie s, of accessoires zoals een autotussenringenset of autobalg worden gebruikt, werkt de camera niet, behalve wanneer [19. Diafragmaring gebruiken] is ingesteld op [Toegestaan] in het menu [A Pers.instelling 3]. Zie “Opmerkingen over [19. Diafragmaring gebruiken]” (p.241) voor beperkingen die gelden. Alle belichtingsfuncties van de camera zijn beschikbaar bij het gebruik van DA/DA L/FA J-objectieven of objectieven met een diafragmastand s die op de positie s zijn ingesteld. Objectief en ingebouwde flitser
De ingebouwde flitser kan niet worden geregeld en ontlaadt zich volledig wanneer A-objectieven, waarvan de diafragmaring niet in de stand s (Auto) is gezet, pre A-objectieven of soft-focusobjectieven worden gebruikt. Let op: de ingebouwde flitser kan niet als automatische flitser worden gebruikt.
Opmerkingen over [19. Diafragmaring gebruiken] Wanneer [19. Diafragmaring gebruiken] is ingesteld op [Toegestaan] in het menu [A Pers.instelling 3], kan de sluiter ontspannen worden, zelfs wanneer de diafragmaring van het D FA, FA, F of A-objectief niet op de positie s (Auto) staat of wanneer er een objectief zonder positie s wordt bevestigd. De functies zijn dan echter beperkt, zoals in onderstaande tabel weergegeven. 19. Diafragmaring gebruiken Niet toegestaan Toegestaan
12 Bijlage
Opname maken mogelijk bij andere stand dan A voor diafragmaring
e_kb464_84percent.book Page 242 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
242
Beperkingen voor het gebruik van een objectief met de diafragmaring ingesteld op een andere positie dan s Gebruikt objectief D FA, FA, F, A, M (alleen objectieven of accessoires met automatisch diafragma zoals autotussenringenset K)
Belichtingsfunctie
Beperking
Het diafragma blijft open, onafhankelijk van de positie van de diafragmaring. De sluitertijd wordt gewijzigd op basis van de c (Diafragmavoorkeuze) diafragma-opening, maar er kan een belichtingsfout optreden. Bij de diafragma-indicatie in de zoeker verschijnt [F--].
D FA, FA, F, A, M, S (met accessoires met c (Diafragmavoorkeuze) Er kunnen opnamen worden gemaakt automatisch diafragma met de opgegeven diafragmawaarde, zoals tussenringenset K) maar er kan een belichtingsfout Handmatig diafragmaoptreden. Bij de diafragma-indicatie objectief zoals een c (Diafragmavoorkeuze) in de zoeker verschijnt [F--]. reflexobjectief (alleen objectieven) In het handmatige diafragmabereik FA, F soft 85 mm FA soft kunnen opnamen worden gemaakt 28 mm (alleen c (Diafragmavoorkeuze) met de opgegeven diafragmawaarde. objectieven) Bij de diafragma-indicatie in de zoeker verschijnt [F--].
Alle objectieven
a (Handmatig)
Er kunnen opnamen worden gemaakt met de ingestelde diafragmawaarde en sluitertijd. Bij de diafragmaindicatie in de zoeker verschijnt [F--]. Als op de knop mc wordt gedrukt, wordt stop-down metering uitgevoerd en wordt de sluitertijd ingesteld op de juiste belichting voor het handmatig ingestelde diafragma.
De camera werkt in de functie c (diafragmavoorkeuze), ongeacht een stand van de functiekiezer anders dan a (Handmatig), als het diafragma is ingesteld op een waarde anders dan de positie s.
12 Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 243 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
De CCD schoonmaken
243
Wanneer de CCD vuil of stoffig wordt, kunnen er schaduwen ontstaan in de opname bij witte achtergronden of andere opnameomstandigheden. Dit wijst erop dat de CCD moet worden schoongemaakt.
Stof verwijderen door de CCD te schudden (Sensor stofvrij) Bij toepassing van de functie Sensor stofvrij wordt de CCD geschud om stof te verwijderen.
1 2
Selecteer [Sensor stofvrij] in het menu [R Instellen 3] menu. Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Sensor stofvrij] verschijnt.
3
Druk op de knop 4. De functie Sensor stofvrij wordt geactiveerd voor het schudden van de CCD. Selecteer [Bij inschakelen] en druk op de vierwegbesturing (45) om O (Aan) te selecteren, zodat de functie Sensor stofvrij steeds bij het inschakelen van de camera wordt geactiveerd. Als de procedure is voltooid, wordt het menu [R Instellen 3] weer geactiveerd.
Sensor stofvrij Sensor stofvrij Bij inschakelen
MENU
OK
Starten
12 Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 244 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
244
Stof detecteren op de CCD (Stofalarm) Stofalarm is een functie voor het detecteren van stof dat zich heeft verzameld op de CCD en het weergeven van de locatie waar het stof zich heeft vastgezet. U kunt de detectie-opname opslaan en weergeven op het moment dat u de sensor schoonmaakt (p.246). De functie Stofalarm werkt alleen als aan de volgende voorwaarden is voldaan: • Een A DA, DA L, FA J-objectief of een D FA, FA en F-objectief met een s-stand (auto) wordt gebruikt. • Het diafragma is op de stand s gezet bij gebruik van een objectief met een diafragmaring. • De scherpstelfunctieknop is ingesteld op =.
1 2
Selecteer [Stofalarm] in het menu [R Instellen 3] menu. Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Stofalarm] verschijnt.
3
Richt de zoeker beeldvullend op een witte muur of gelijkmatig helder verlicht onderwerp en druk de ontspanknop volledig in. Nadat het verwerken van de opname is voltooid, wordt het beeld van Stofalarm weergegeven. Als [NG] wordt weergegeven, drukt u op de knop 4 en maakt u nog een opname.
4
Stofalarm Voor controle van stof op de sensor. Druk op de ontspanknop
MENU
SHUTTER
Voorbeeld
Druk op de knop 4. De opname wordt opgeslagen en u keert terug naar het menu [R Instellen 3].
x1
12
OK
Einde
Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 245 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
245 • De belichtingstijd kan bij gebruik van de functie Stofalarm extreem lang zijn. Als gedurende die tijd het objectief op iets anders wordt gericht, kan stof niet goed worden gedetecteerd. • Of stof correct wordt gedetecteerd is afhankelijk van het onderwerp en de temperatuur. • De opname die met Stofalarm wordt gemaakt, wordt na 30 minuten gewist. Als er 30 minuten verstreken zijn, maakt u een nieuwe opname en voert u het schoonmaken van de sensor opnieuw uit. • De opname die met Stofalarm wordt gemaakt, kan niet in de weergavestand worden weergegeven. • De opname die met Stofalarm wordt gemaakt, kan niet worden opgeslagen als er geen SD-geheugenkaart is geplaatst.
• Ongeacht de camera-instellingen wordt de opname gemaakt met speciale opnameomstandigheden. • Druk op de knop M of draai aan de e-knop bij weergave van de opname die met Stofalarm wordt gemaakt, om de opname schermvullend weer te geven.
12 Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 246 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
246
Stof verwijderen met een blaaskwastje Klap de spiegel omhoog en open de sluiter om schoon te maken met een blaaskwastje. Neem contact op met een PENTAX Service Center voor professionele reiniging, aangezien de CCD een precisie-onderdeel is. Aan het schoonmaken zijn kosten verbonden. Voor het schoonmaken van de CCD kunt u de optionele sensorschoonmaakset O-ICK1 gebruiken. • Gebruik nooit een spuitbus. • Maak de sensor niet schoon als de sluitertijd is ingesteld op h. • Bevestig altijd een bodydop op de camera wanneer er geen objectief zit om te voorkomen dat zich vuil en stof verzamelt op de CCD. • Wanneer de batterijen weinig stroom bevatten, verschijnt het bericht [Onvoldoende batterij vermogen om Sensor te reinigen] op de monitor. • Het verdient aanbeveling de optionele netvoedingsadapter K-AC84 te gebruiken bij het schoonmaken van de sensor. Als u de netvoedingsadapter K-AC84 niet gebruikt, zorg dan voor batterijen met voldoende capaciteit. Als de batterijcapaciteit te laag wordt tijdens het reinigen, klinkt er een waarschuwingssignaal. Onderbreek in dat geval het schoonmaken onmiddellijk. • Kom niet met de punt van het blaasbalgje binnen het gebied van de objectiefvatting. Als de camera wordt uitgeschakeld, kan hierdoor de sluiter, de CCD of de spiegel beschadigd raken.
• Het lampje van de zelfontspanner knippert tijdens het schoonmaken van de sensor. • Deze camera is uitgerust met een systeem voor shake reduction van de CCD, dat enig vibratiegeluid kan veroorzaken bij het schoonmaken van de CCD. Dat is geen defect.
1 2 3
12
Zet de camera uit en verwijder het objectief. Zet de camera aan. Selecteer [Sensor reinigen] in het menu [R Instellen 3].
Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 247 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
4
247 Druk op de vierwegbesturing (5). Het scherm [Sensor reinigen] verschijnt.
5
Gebruik de vierwegbesturing (23) om [Spiegel omhoog].
Sensor reinigen Vergrendelt omhooggeklapte spiegel voor sensorreiniging. Schakel camera uit en ga door. Spiegel omhoog Annuleren OK
6
OK
Druk op de knop 4. De spiegel wordt vastgezet in de opgeklapte stand. Als u in de afgelopen 30 minuten de functie Stofalarm hebt gebruikt om stof te detecteren, wordt de opname die daarbij is gemaakt op de monitor weergegeven. Reinig de sensor terwijl u de plaats waar het stof zich heeft vastgezet in het oog houdt.
7
Reinig de CCD. Gebruik een blaasbalgje zonder kwastje om vuil en stof van de CCD te verwijderen. Bij gebruik van een blaaskwastje kan het kwastje krassen veroorzaken op de CCD. Veeg de CCD nooit af met een doek.
8 9
Zet de camera uit. Bevestig het objectief nadat de spiegel weer op zijn uitgangspositie is gezet.
12 Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 248 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
248
Optionele accessoires Voor deze camera zijn verschillende speciale accessoires verkrijgbaar. Neem contact op met een PENTAX Service Center voor nadere informatie over accessoires. Producten met een sterretje (*) zijn producten die ook bij de camera worden geleverd.
Accessoires voor netvoeding Netvoedingsadapterset K-AC84
(Set met netvoedingsadapter D-AC76, gelijkstroomkoppelstuk D-DC84 en netsnoer(*).) Voor het aansluiten van de camera op netspanning met behulp van het netsnoer.
Flitsertoebehoren Automatische flitser AF540FGZ Automatische flitser AF360FGZ
De AF540FGZ en de AF360FGZ zijn flitsers met functionaliteit voor Automatisch P-DDLflitsen met een maximaal richtgetal van respectievelijk 54 en 36 (ISO 100/m). Bovendien hebben ze functionaliteit voor slave-flitsen, flitsen met contrastregelingssynchronisatie, automatisch flitsen, flitsen met kortesluitertijdsynchronisatie, draadloos flitsen, en flitsen met lange-sluitertijdsynchronisatie en 2e sluitergordijn-synchronisatie.
AF540FGZ
AF360FGZ
Automatische flitser AF200FG
12 Bijlage
De AF200FG is een automatische flitser voor P-DDL-flitsen met een maximaal richtgetal van 20 (ISO 100/m). Hij heeft functionaliteit voor flitsen met contrastregelingssynchronisatie en flitsen met lange-sluitertijdsynchronisatie als hij wordt gecombineerd met een AF540FGZ of een AF360FGZ.
AF200FG
e_kb464_84percent.book Page 249 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
249 Auto Macroflitser AF160FC
De AF160FC is een flitser die speciaal is ontwikkeld voor macrofotografie, voor het maken van opnamen van korte afstand, zonder schaduw, van kleine voorwerpen. Hij is compatibel met bestaande functies voor Automatisch DDL-flitsen en kan worden gebruikt met een groot aantal PENTAXcamera’s dankzij de meegeleverde adapterring.
AF160FC
Flitsschoenadapter FG Verlengsnoer F5P
Flitsschoenadapter FG
Flitsschoenadapter F
Gebruik de adapters en snoeren om de externe flitser op afstand van de camera te gebruiken. Flitsschoenadapter F
Flitsschoenklem CL-10
Als u de AF540FGZ of de AF360FGZ gebruikt als draadloze flitser, wordt deze grote klem gebruikt om de flitser op een tafel of een bureau te bevestigen.
Flitsschoenklem CL-10
12 Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 250 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
250 Voor de zoeker Zoekerloep FB
Zoekeraccessoire waarmee het centrale gebied van de zoeker 2× wordt vergroot. De zoekerloep scharniert, zodat u het gehele beeld gemakkelijk kunt weergeven in de zoeker door de zoekerloep omhoog te klappen.
Zoekerloep FB
Hoekzoeker A
Accessoire waarmee het zoekerbeeld onder een hoek kan worden bekeken. Klikt in met stappen van 90°.De zoekervergroting kan worden ingesteld op 1× of 2×.
Hoekzoeker A
Dioptriecorrectielens M
Dit accessoire past de dioptrie aan en wordt op de zoeker bevestigd. Als u moeite hebt om het beeld in de zoeker duidelijk te zien, hebt u de keus uit acht correctielensadapters M van –5 tot +3 m-1 (per meter). Oogschelp FQ (*)
Afstandsbediening F U kunt opnamen maken binnen 5 m vanaf de voorzijde van de camera.
12
Dioptriecorrectielens M
Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 251 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
251 Cameratas/-riem Cameratas O-CC84 Camerariem O-ST84 (*)
Sensorschoonmaakset Kit O-ICK1 Voor het schoonmaken van de optische onderdelen van de camera, bijvoorbeeld de CCD en het objectief.
Overige Bodydop K Flitsschoenbeschermer FK (*) USB-kabel I-USB7 (*) Videokabel I-VC28
12 Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 252 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
252
Foutberichten
Foutbericht
Beschrijving
Geheugenkaart vol
De SD-geheugenkaart is vol en er kunnen geen opnamen meer worden opgeslagen. Plaats een nieuwe SD-geheugenkaart of verwijder niet-benodigde opnamen. (p.42, p.73) Bij de volgende bewerkingen kunnen gegevens worden opgeslagen. • Het bestandsformaat wijzigen in JPEG. (p.150) • JPEG-opnamepixels of JPEG-kwaliteit wijzigen. (p.151)
Geen beeld
Deze opname kan niet worden weergegeven
U probeert een opname weer te geven met een indeling die niet wordt ondersteund door deze camera. Mogelijk kunt u de opname wel weergeven op een camera van een ander merk of op uw computer.
Geen geheugenkaart in de camera
Er is geen SD-geheugenkaart in de camera geplaatst. (p.42)
Geheugenkaartfout
Er is een probleem met de SD-geheugenkaart, waardoor het maken en weergeven van opnamen onmogelijk is. De opnamen kunnen mogelijk worden weergegeven op een computer, maar niet met deze camera.
Geheugenkaart is niet geformatteerd
De SD-geheugenkaart die u gebruikt, is niet geformatteerd of geformatteerd op een ander apparaat en is niet compatibel met deze camera. Formatteer de kaart met deze camera alvorens deze te gebruiken in de camera. (p.214)
Geheugenkaart beveiligd
Er is een vergrendelde SD-geheugenkaart in de camera geplaatst. Ontgrendel de SD-geheugenkaart. (p.43)
De kaart is elektronisch vergrendeld Deze opname kan niet worden uitvergroot
12
Er zijn geen opnamen opgeslagen op de SDgeheugenkaart.
De gegevens worden beschermd met de beveiligingsfunctie van de SD-kaart. U probeert een opname uit te vergroten die niet kan worden uitvergroot.
Bijlage
Deze opname is beveiligd
U probeert een beveiligde opname te wissen. Maak eerst de beveiliging van de opname ongedaan. (p.184)
Batterij leeg
De batterijen zijn uitgeput. Plaats nieuwe batterijen in de camera. (p.37)
Onvoldoende batterij vermogen om Sensor te reinigen
Dit bericht verschijnt tijdens het schoonmaken van de sensor wanneer de batterij onvoldoende stroom heeft. Vervang de batterij of gebruik een netvoedingsadapter K-AC84 (optioneel). (p.40)
e_kb464_84percent.book Page 253 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
253 Foutbericht
Beschrijving
Onvoldoende batterij vermogen voor het activeren van pixeluitlijning
Dit bericht verschijnt tijdens pixeluitlijning wanneer de batterij onvoldoende stroom heeft. Vervang de batterij of gebruik een netvoedingsadapter K-AC84 (optioneel). (p.40)
Beeldmap kon niet gemaakt worden
Het hoogste mapnummer (999) en bestandsnummer (9999) zijn gebruikt, er kunnen geen opnamen meer worden opgeslagen. Plaats een nieuwe SDgeheugenkaart of formatteer de kaart. (p.214)
De opname is niet opgeslagen
De opname kan niet worden opgeslagen vanwege een fout met de SD-geheugenkaart.
Instellingen niet opgeslagen
Het DPOF-instellingenbestand of de rotatiegegevens konden niet worden opgeslagen omdat de SDgeheugenkaart vol is. Verwijder niet gewenste opnamen en stel DPOF opnieuw in of roteer de opname opnieuw. (p.73)
NG
Het is niet gelukt om de witbalans handmatig te meten of stof te detecteren op de sensor. Probeer het opnieuw. (p.161, p.244)
Er kunnen geen nieuwe beelden worden geselecteerd
U kunt niet 100 of meer opnamen selecteren voor gelijktijdig wissen. (p.180)
Dit RAW-bestand kan niet worden RAW-bestanden die zijn gemaakt met een andere ontwikkeld camera kunnen op deze camera niet worden bewerkt. Deze opname kan niet worden gefilterd
Deze melding verschijnt wanneer een digitaal filter wordt geactiveerd voor opnamen die zijn gemaakt met een ander soort camera.
De camera heeft geen opname gemaakt
Het is niet gelukt een indexafdruk te maken. (p.172)
Geen DPOF-bestanden
Geen bestand ingesteld met DPOF. Stel DPOF in en druk dan af. (p.200)
Printerfout
Geen papier in de Printer
De printer meldt een fout en het bestand kan niet worden afgedrukt. Herstel alle fouten en probeer opnieuw af te drukken. Het papier in de printer is op. Plaats papier in de printer en druk dan af. De camera heeft een bericht ontvangen dat de printerstatus is gewijzigd. Druk op de knop 4 om opnieuw verbinding te maken met de printer.
Het papier in de printer is bijna op
Het papier in de printer is bijna op; het foutbericht verschijnt als dit signaal wordt ontvangen van de printer. Na twee seconden hervat de printer het afdrukken.
12 Bijlage
Printerinstellingen gewijzigd
e_kb464_84percent.book Page 254 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
254 Foutbericht
Inktniveau van de printer is laag
Geen inkt in de printer Papier in printer vastgelopen Gegevensfout Schakel camera uit
12
Beschrijving De inkt in de printer is bijna op; het foutbericht verschijnt als dit signaal wordt ontvangen van de printer. Na twee seconden hervat de printer het afdrukken. De inkt in de printer is op. Vervang inkt en druk af. Er is papier in de printer vastgelopen. Verwijder het vastgelopen papier en druk af. Er is een gegevensfout opgetreden tijdens het afdrukken. Dit bericht verschijnt bij het afsluiten van de PictBridge-modus. Zet de camera uit.
Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 255 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Problemen oplossen
255
We adviseren u te controleren of u het probleem aan de hand van de volgende tabel kunt oplossen voordat u contact opneemt met een servicecentrum. Probleem
De camera schakelt niet in
De sluiter kan niet worden ontspannen
Oorzaak
Oplossing Controleer of de batterijen geplaatst zijn. Is dat niet het geval, plaats dan opgeladen batterijen.
Batterijen zijn niet juist geplaatst
Controleer of batterijen correct zijn geplaatst. Plaats batterijen opnieuw volgens de poolaanduidingen +- in het batterijcompartiment. (p.37)
De batterijen zijn bijna leeg
Vervang ze door opgeladen batterijen of gebruik de netvoedingsadapter K-AC84 (optioneel). (p.40)
De diafragmaring van het objectief staat op een andere stand dan s
Zet de diafragmaring op positie s (p.91) of selecteer [Toegestaan] bij [19. Diafragmaring gebruiken] in het menu [A Pers.instelling 3]. (p.241)
De flitser wordt opgeladen
Wacht tot het opladen gereed is.
Er is geen vrije ruimte op de SDgeheugenkaart
Plaats een SD-geheugenkaart met voldoende vrije ruimte of verwijder overbodige opnamen. (p.42, p.73)
Opnemen
Wacht tot opslaan gereed is.
Er kan moeilijk worden scherpgesteld op het onderwerp
De autofocus kan niet goed scherpstellen op onderwerpen met een laag contrast (lucht, witte muren), donkere kleuren, ingewikkelde patronen, onderwerpen die snel bewegen of landschappen die door een raam of netpatroon worden gefotografeerd. Stel scherp op een ander onderwerp op dezelfde afstand, richt vervolgens op het onderwerp en druk de ontspanknop helemaal in. Gebruik anders de handmatige scherpstelling. (p.116)
Het onderwerp bevindt zich niet in scherpstelveld
Plaats het onderwerp in het scherpstelkader in het midden van de zoeker. Valt het onderwerp buiten het scherpstelkader, richt de camera dan op het onderwerp, stel scherp en vergrendel de scherpstelling (houd de ontspanknop tot halverwege ingedrukt), kader het beeld opnieuw uit en druk de ontspanknop helemaal in. (p.114)
Het onderwerp is te dichtbij
Neem meer afstand tot het onderwerp en maak een opname.
Scherpstelfunctie is ingesteld op \
Zet de scherpstelfunctieknop op =. (p.109)
De autofocus werkt niet
12 Bijlage
Batterijen niet geplaatst
e_kb464_84percent.book Page 256 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
256 Probleem
Er is niet scherpgesteld op het onderwerp
Het belichtingsge heugen werkt niet
Oorzaak
Oplossing
Autofocus staat op k
Autofocus is niet vergrendeld (scherpstelvergrendeling) als de Autofocus is ingesteld op k (ook wanneer de instelling automatisch is gekozen in f). De camera blijft scherpstellen op het onderwerp wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt. Als er een onderwerp is waarop u wilt scherpstellen, stelt u Autofocus op l (Eén opname) en gebruikt u de scherpstelvergrendeling. (p.111)
De opnamefunctie is ingesteld op \ in de opnamefunctie of de stand n, R, Y of l in de stand H.
Stel de opnamefunctie in op een andere stand dan \ (Bewegend onderw.) in de opnamefunctie of de stand n (Podiumbelichting), R (Kinderen), Y (Huisdier) of l (Nachtsnapshot) in de stand H (Scène). (p.80)
De belichtingsfunctie is Stel de belichtingsfunctie in op een andere stand ingesteld op a of de dan a (Handmatig), of stel de sluitertijd op elke sluitertijd is ingesteld andere stand in dan h. (p.98, 100) op h Wanneer de flitser is ingesteld op g of C, Zet de flitser op b (Flitser aan) gaat de flitser niet af als of D (Flits aan + rode ogen). (p.65) het onderwerp licht is
De flitser gaat De functiekiezer is ingesteld op a niet af
Zet de functiekiezer op een andere stand dan a (Filtser UIT). (p.80)
Stel H (Scène) in op iets anders dan H is ingesteld op A, A (Nachtopname), K (Zonsondergang), K, n, m of E n (Podiumbelichting), m (Kaarslicht) of E (Museum). (p.82)
12
Het powerzoomDe camera heeft geen systeem werkt powerzoom-functie. niet
Zoom handmatig. (p.64)
De USBaansluiting met een computer werkt niet naar behoren
De USB-aansluiting is ingesteld op [PictBridge]
Stel [USB-aansluiting] in het menu [R Instellen 2] in op [PC]. (p.204) Raadpleeg p. 11 van de “Handleiding PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO Laboratory 3” voor informatie over aansluiting van de camera op een computer.
De USBaansluiting met een printer werkt niet naar behoren
De USB-aansluiting is ingesteld op [PC]
Stel [USB-aansluiting] in het menu [R Instellen 2] in op [PictBridge]. (p.204)
Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 257 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
257 Probleem
Shake Reduction werkt niet
Oorzaak
Oplossing
De functie Shake Reduction is uitgeschakeld
Schakel de functie Shake Reduction in. (p.122)
De functie Shake Reduction function is niet correct ingesteld
Stel de [Brandpuntafstand] in in het menu [Inv brandp afstand] bij het gebruik van een objectief dat niet automatisch objectiefinformatie kan doorgeven. (p.124)
De sluitertijd is bij het uitzoomen of het maken van nachtopnamen te Schakel de functie Shake Reduction uit traag, zodat de functie en gebruik een statief. Shake Reduction niet effectief is Het onderwerp is te dichtbij
Beweeg weg van het onderwerp of schakel de functie Shake Reduction uit en gebruik een statief.
In zeldzame gevallen werkt de camera mogelijk niet naar behoren door statische elektriciteit. Dit kan worden opgelost door de batterijen uit te nemen en opnieuw te plaatsen. Wanneer de spiegel in de opgeklapte stand blijft staan, neemt u de batterijen uit en plaatst u ze opnieuw. Zet vervolgens de camera aan en schakel deze weer uit terwijl u de ontspanknop ingedrukt houdt. De spiegel gaat dan terug naar zijn uitgangspositie. Als de camera hierna weer naar behoren werkt, is reparatie niet nodig.
12 Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 258 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
258
Belangrijkste technische gegevens
Digitale spiegelreflexcamera met DDL-autofocus, automatische belichting en ingebouwde, uitklapbare P-DDL-flitser
Type Effectief aantal pixels
Ca. 10,2 megapixels
Sensor
Totaal aantal pixels 10,75 megapixels, primair kleurenfilter, interline / interlace scan CCD
Opnamepixels
J (RAW: 3872×2592 pixels), J (JPEG: 3872×2592 pixels), P (3008×2000 pixels), i (1824×1216 pixels)
Gevoeligheid (standaardgevoeligheid)
Auto, Handmatig (ISO 100 tot 3200 (instelbaar in stappen van 1 LW, 1/2 LW of 1/3 LW))
Bestandsindeling
RAW (PEF/DNG), JPEG (Exif 2.21), conform DCF 2.0, compatibel met DPOF en Print Image Matching III, geschikt voor gelijktijdig opslaan van opnamen in RAW+JPEG-indeling
JPEG kwal niveau
C (Best), D (Beter) en E (Goed)
Opslagmedium
SD-geheugenkaart, SDHC-geheugenkaart
Aantal opnamen Opnamepixels J 3872×2592
Bestandsindeling/ JPEG-kwaliteit
Voor opnamen 4 GB
2 GB
1 GB
512 MB
256 MB
128 MB
| (PEF)
Ca. 236
Ca. 120
Ca. 59
Ca. 29
Ca. 14
Ca. 7
| (DNG)
Ca. 235
Ca. 119
Ca. 58
Ca. 29
Ca. 14
Ca. 7
C
Ca. 921
Ca. 469
Ca. 231
Ca. 115
Ca. 58
Ca. 29
D
Ca. 1371
Ca. 698
Ca. 343
Ca. 171
Ca. 86
Ca. 44
E
Ca. 2320
Ca. 1181
Ca. 586
Ca. 293
Ca. 147
Ca. 75
C
Ca. 1547
Ca. 787
Ca. 387
Ca. 193
Ca. 97
Ca. 50
D
Ca. 2277
Ca. 1159
Ca. 570
Ca. 284
Ca. 143
Ca. 73 Ca. 125
J 3872×2592
P 3008×2000
i 1824×1216
E
Ca. 3893
Ca. 1982
Ca. 974
Ca. 487
Ca. 245
C
Ca. 3549
Ca. 1807
Ca. 902
Ca. 450
Ca. 227
Ca. 116
D
Ca. 6034
Ca. 3073
Ca. 1549
Ca. 774
Ca. 390
Ca. 200
Ca. 10057 Ca. 5121
Ca. 2627
Ca. 1313
Ca. 662
Ca. 339
E
JPEG-kwaliteit (Compressie): C (Best) = 1/4.5, D (Beter) = 1/8, E (Goed) = 1/16
Witbalans
Auto, Daglicht, Schaduw, Bewolkt, Neonlicht (D: Daglicht, N: Neutraal wit, W: Wit), Lamplicht, Flitser, Handmatig, fijnafstemming
Monitor
2,7 inch TFT kleuren-LCD met circa 230.000 pixels, helderheidsregeling en kleurregeling
Weergavefuncties
Eén opname, vier opnamen tegelijk, negen opnamen tegelijk, zestien opnamen tegelijk, zoomweergave (max. 16 keer, schuiven mogelijk), opnamen vergelijken, roteren, kalenderweergave, mapweergave, diavoorstelling, histogram, licht/donker geb, formaat wijzigen, bijsnijden, index (miniaturen/vierkant/willekeurig 1/willekeurig 2/willekeurig 3)
12 Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 259 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
259
Sluiter
Elektronische, verticaal aflopende spleetsluiter. Sluitertijden:(1) automatisch: 1/4000-30 s (traploos); (2) handbediening: 1/4000-30 s (stappen van 1/2 LW of 1/3 LW); (3) tijdopname, elektromagnetische ontspanknop, sluitervergrendeling wanneer hoofdschakelaar uit staat
Objectiefvatting
PENTAX KAF2-bajonetvatting (AF-koppeling, objectiefinformatiecontacten, K-vatting met voedingscoontacten)
Gebruikt objectief
PENTAX objectieven met KAF3-vatting, KAF2-vatting (niet compatibel met powerzoom), KAF-vatting en KA-vatting.
Autofocussysteem
Fasevergelijkend DDL-autofocussysteem, SAFOX (5-punts AF), Groothoek-/Spotoverschakeling, Effectief instelbereik: LW –1 tot +18 (bij ISO100 en f/1.4-objectief), Scherpstelvergrendeling beschikbaar. Scherpstelfuncties: f (Auto)/l (Eén opname)/k (Continu)/\
Zoeker
Pentaspiegelzoeker, Natural-Bright-Matte II matglas, beeldveld: ca. 96%; vergroting ca. 0,85× (met 50 mm f/1.4-objectief op ∞), zoekerdioptrie: ca. –2,5m tot +1,5m-1 (per meter)
Indicaties in de zoeker
Focusinformatie: ] wordt weergegeven indien scherpgesteld en knippert als scherpstelling niet mogelijk is, b brandt = Ingebouwde flitser gereed, b knippert = gebruik van flitser nodig, sluitertijd, gevoeligheid bevestigen, diafragmawaarde, indicatie e-knop ingeschakeld, @ = belichtingsgeheugen, resterende capaciteit, m = belichtingscorrectie, \ = handmatig scherpstellen, Pictogram voor opnamefunctie, Shake Reduction-weergave
Voorbeeldfunctie
Digitaal voorbeeld : controle van compositie, belichting, scherpstelling en bevestiging witbalans
Continuopname (Snel/Langzaam)
Ca. 3,5 fps (JPEG (J, C, Hoog): max. 5 opnamen, RAW: max. 4 opnamen) Ca. 1,1 fps (JPEG (J, C, Laag): tot SD-geheugenkaart vol is, RAW: max. 7 opnamen)
Zelfontspanner
Elektronisch gestuurd met een vertraging van 12 s/2 s (met de functie Spiegel omhoog). Begint nadat op de ontspanknop is gedrukt. Bevestiging werking: mogelijkheid om geluidssignaal in te stellen. Annuleerbaar na activering.
Afstandbediening
PENTAX afstandsbediening F (optioneel) De sluiter wordt onmiddellijk of circa drie seconden nadat de ontspanknop op de afstandsbediening is ingedrukt ontspannen.
Spiegel
Vlug-terug-spiegel, functie Spiegel omhoog (beschikbaar bij zelfontspanner met vertragingstijd van 2 s)
Digitaal filter
Speels, Sterk contrast, Soft, Sterren, Retro, Kleurextractie, Voorbeeld, HDR, Zwart-wit, Sepia, Kleur, Vlak, Helderheid, Aangepast
12 Bijlage
Belichtingsfunctie
e Programma, K Gevoeligheidsvoorkeuze, b Sluitertijdvoorkeuze, c Diafragmavoorkeuze, a Handmatig Picture-functie : I Automatische opname, = Portret, s Landschap, q Macro, \ Bewegend onderwerp, . Nachtportret, a Flits Uit Scène : A Nachtopname, Q Strand & sneeuw, K Eten & drinken, K Zonsondergang, n Podiumbelichting, R Kinderen, Y Huisdier, m kaarslicht, E Museum, l Nachtsnapshot
e_kb464_84percent.book Page 260 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
260 Aangepaste opname
Beeldtint (6 typen), Kleurverzadiging/Filtereffect, Tint/Kleur aanpassen, Contrast, Scherpte/Fijne scherpte
Belichtingsbracket
Bij belichtingsbracketing worden steeds drie opnamen gemaakt (onderbelicht, juist belicht, overbelicht) (trappen voor de belichting instelbaar op 1/2 LW of 1/3 LW)
Lichtmeter/ lichtmeetbereik
DDL meervlaks lichtmeting (16 segmenten). lichtmeetbereik: LW 0 tot 21 bij ISO 100 met 50 mm f/1.4-objectief. Lichtmeting met nadruk op midden en spotmeting beschikbaar.
Belichtingscorrectie
±3 LW (1/2 LW-stappen), ±2 LW (1/3 LW-stappen), LW-stappen selecteerbaar
Belichtingsgeheugen
Kan worden toegewezen aan de knop = met de aangepaste knopfuncties (timertype: Twee keer de bij Pers.instelling ingestelde Bedrijftijd lichtmeter) continu zolang ontspanknop tot halverwege ingedrukt wordt gehouden.
Ingebouwde flitser
Ingebouwde P-DDL-flitser met seriebesturing, GN Ca. 11 (ISO 100), flitsbereik: beeldhoek van 28 mm-objectief (komt overeen met kleinbeeldformaat). Flitssynchronisatie mogelijk bij een sluitertijd van 1/180 s of langer, flitsen met daglichtsynchronisatie, flitsen met langesluitertijdsynchronisatie, ISO-bereik = P-DDL: 100-3200, functie voor automatisch uitklappen
Synchronisatie met externe flitser
Flitsschoen met M-contact voor koppeling met PENTAX systeemflitsers. ISO-bereik = P-DDL: 100-1600. Automatisch flitsen, flitsen met anti rode ogen, met PENTAX systeemflitsers is flitsen met kortesluitertijdsynchronisatie en draadloos flitsen mogelijk.
Persoonlijke instellingen Er kunnen 21 functies worden ingesteld
12
Tijdfunctie
Instelling wereldtijd voor 75 steden (28 tijdzones)
Functie Shake Reduction
CCD-beeldsensorbeweging, effectief correctiebereik = max. 4 LW (afhankelijk van het gebruikte objectief en de opnameomstandigheden)
Sensor stofvrij
SP-coating en CCD-activering om stof te verwijderen. Automatische activering bij het inschakelen van de camera kan worden ingesteld.
Voeding
Vier AA-lithiumbatterijen, vier oplaadbare AA Ni-MH-batterijen of vier AA-alkalinebatterijen
Uitgeputte batterijen
Indicatie voor uitgeputte batterijen ? brandt. (De sluiter wordt vergrendeld als ? begint te knipperen.)
In-/uitgangen
USB/video-aansluiting (USB 2.0 (compatibel voor hoge snelheid))
Videosignaal
NTSC, PAL
PictBridge
Compatibele printer:PictBridge-compatibele printer Afdrukfuncties:Eén opname, Alle opnamen, DPOF AUTOPRINT
Afmetingen en gewicht
Ca. 122,5 mm (B) × 91,5 mm (H) × 67,5 mm (D) (exclusief uitstekende delen), ca. 525 g (alleen body), ca. 590 g (met vier AA-lithiumbatterijen en SD-geheugenkaart), ca. 625 g (met vier AA-alkalinebatterijen en SD-geheugenkaart)
Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 261 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
261 Accessoires
Flitsschoenbeschermer FK, oogschelp FQ, bodydop, USB-kabel I-USB7, software (cd-rom) S-SW84 (PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO Laboratory 3), draagriem O-ST84, AA lithiumbatterijen (vier), handleiding (dit boekje), Gids Snel aan de slag, PENTAX PHOTO Browser 3/PENTAX PHOTO Laboratory 3 Handleiding
Talen
Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Italiaans, Nederlands, Deens, Zweeds, Fins, Pools, Tsjechisch, Hongaars, Turks, Grieks, Russisch, Koreaans, Chinees (traditioneel en vereenvoudigd) en Japans
12 Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 262 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
262
Verklarende woordenlijst
AdobeRGB Kleurruimte aanbevolen door Adobe Systems, Inc. voor commercieel afdrukken. Breder bereik van kleurreproductie dan sRGB. Dekt het grootste kleurbereik zodat kleuren die alleen beschikbaar zijn tijdens afdrukken niet verloren gaan wanneer opnamen op een computer worden bewerkt. Wanneer opnamen worden geopend in niet-compatibele software, lijken de kleuren lichter. Auto Bracket Voor het automatisch wijzigen van de belichting. Wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, worden er drie opnamen gemaakt. De eerste zonder correctie, de tweede wordt onderbelicht en de derde overbelicht. Autom. lichtmeting De helderheid van het onderwerp wordt gemeten om de belichting te bepalen. Kies op deze camera uit [Meervlaksmeting], [Lichtmeting met nadruk op het midden] en [Spotmeting]. Belichtingscorrectie Proces van het instellen van de opnamehelderheid door de sluitertijd en/of diafragmawaarde te wijzigen. Camerabeweging (waas/onscherpte) Wanneer de camera beweegt terwijl de sluiter open is, ziet de gehele opname er vervloeid uit. Dit komt vaker voor bij een lange sluitertijd. Voorkom het bewegen van de camera door de gevoeligheid te verhogen, de flitser te gebruiken of te werken met een kortere sluitertijd. U kunt de camera ook op een statief monteren. Omdat de kans dat de camera wordt bewogen, het grootst is wanneer op de ontspanknop wordt gedrukt, kunt u het bewegen ook voorkomen met de functie Shake Reduction, de zelfontspanner en de afstandsbediening. CCD (Charge Coupled Device) Fotografisch element dat het licht dat door het objectief binnenkomt omzet in elektrische signalen waarmee het beeld wordt opgebouwd. DCF (Design Rule for Camera File System) Standaard voor bestandssystemen op digitale camera’s, vastgelegd door de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association).
12 Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 263 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
263 Diafragma Het diafragma vergroot of verkleint de lichtstraal (doorsnede) die het objectief passeert op weg naar de CCD. DNG RAW-bestand DNG (Digital Negative) RAW is een voor algemene doeleinden bestemde RAWbestandsindeling, ontwikkeld door Adobe Systems. Na conversie van opnamen die zijn gemaakt met eigen RAW-bestandsindelingen naar de DNG-bestandsindeling, neemt de ondersteuning en compatibiliteit enorm toe. Donker gedeelte Het onderbelichte deel van de opname verliest contrast en lijkt zwart. DPOF (digital print order format) Regels voor het schrijven van informatie op een kaart met opgeslagen opnamen, met betrekking tot de specifieke opnamen die moeten worden afgedrukt en het aantal af te drukken exemplaren. U kunt heel eenvoudig afdrukken laten maken door de kaart naar een fotozaak te brengen die DPOF-afdrukken maakt. Dynamisch bereik (D-Range) Wordt aangeduid met een waarde die uitdrukking geeft aan het lichtniveau dat op een opname kan worden gereproduceerd. Dit heeft dezelfde betekenis als de Engelse term “latitude” waarmee bij analoge fotografie het bereik wordt bedoeld waarin zinvol gebruik kan worden gemaakt van over- en onderbelichting. Over het algemeen zullen heldere en donkere gebieden moeilijk een plekje vinden op opnamen met een groot dynamisch bereik, en kan bij een klein dynamisch bereik een scherp beeld worden geproduceerd. Exif (exchangeable image file format voor digitale fotocamera‘s) Standaard voor bestandssystemen op digitale camera’s, vastgelegd door de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association). Helderheid Het overbelichte deel van de opname verliest contrast en lijkt wit.
12 Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 264 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
264 Histogram Weergave in grafiekvorm van een gradatiereeks van het donkerste tot het lichtste punt in een opname. De horizontale as vertegenwoordigt de helderheid en de verticale as het aantal pixels. Een histogram is handig wanneer u de belichtingsstatus van een opname wilt controleren. ISO-gevoeligheid Het gevoeligheidsniveau voor licht. Met een hoge gevoeligheid kunnen opnamen zelfs op donkere plaatsen worden gemaakt met een korte sluitertijd, waardoor camerabewegingen worden verminderd. Opnamen met een hoge gevoeligheid zijn echter vatbaarder voor ruis. JPEG Een compressiemethode voor afbeeldingen. Selecteer bij deze camera uit C (Best), D (Beter) en E (Goed) Opnamen die zijn opgeslagen als JPEG, zijn geschikt voor weergave op een computer of om als bijlage bij een e-mailbericht te worden verstuurd. Kleurruimte Een bepaald kleurbereik uit het spectrum. Bij digitale camera’s wordt [sRGB] gedefinieerd als de standaard van Exif. Deze camera maakt ook gebruik van [AdobeRGB], omdat deze een rijkere kleuruitdrukking heeft dan sRGB. Kleurtemperatuur Beschrijving in getalswaarden van de kleur van de lichtbron die het onderwerp verlicht. Aangegeven als absolute temperatuur in Kelvin (K). De kleur van het licht krijgt een blauwachtige kleurzweem naarmate de kleurtemperatuur hoger wordt, en een roodachtige kleurzweem naarmate de kleurtemperatuur lager wordt. Kwaliteitsniveau Heeft betrekking op de mate van compressie van een opname. Hoe minder compressie, des te gedetailleerder de opname wordt. De opname wordt grover naarmate de compressie toeneemt. LW (belichtingswaarde) De belichtingswaarde wordt bepaald door de combinatie van diafragmawaarde en sluitertijd. ND-filter (Neutral Density) Filter met veel verzadigingsniveaus, dat de helderheid aanpast zonder dat dit invloed heeft op de kleurtint van de opname.
12 Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 265 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
265 NTSC, PAL Dit zijn video-uitgangssignalen. NTSC wordt voornamelijk gebruikt in Japan, NoordAmerika en Zuid-Korea. PAL wordt voornamelijk gebruikt in Europa en China. Opnamepixels Drukt de grootte van de opname uit in het aantal pixels. Hoe hoger het aantal pixels waaruit de opname is opgebouwd, des te groter de opname wordt. RAW-gegevens Onbewerkte opnamegegevens vanuit de CCD. RAW-gegevens zijn nog niet intern door de camera verwerkt. Na het fotograferen kunnen voor iedere opname individuele instellingen worden gekozen voor witbalans, contrast, verzadiging en scherpte. RAW-gegevens zijn 12bits gegevens met 16 keer zoveel informatie als 8-bits JPEG-gegevens. Daardoor zijn rijke kleurschakeringen mogelijk. Breng RAW-gegevens over naar uw computer en gebruik de meegeleverde software om de beelden om te zetten naar een andere bestandsindeling, bijvoorbeeld JPEG. Ruisonderdrukking Ruisonderdrukking is een functie voor het verminderen van ruis (ruwheid of onregelmatigheid in opnamen), veroorzaakt door een lange sluitertijd of een hoge gevoeligheid. Scherpstelpunt Een punt in de zoeker dat bepaalt waarop wordt scherpgesteld. Bij deze camera kunt u kiezen uit [Groothoek] en [Spotmeting]. Scherptediepte Scherpstelgebied. Dit hangt af van het diafragma, de brandpuntsafstand van het objectief en de afstand tot het onderwerp. U kunt een kleiner diafragma (een hogere waarde) kiezen voor meer scherptediepte, of een groter diafragma (een lagere waarde) voor minder scherptediepte. Sluitertijd De tijd dat de sluiter open staat en er licht valt op de CCD. De hoeveelheid licht die op de CCD valt kan worden gewijzigd door de sluitertijd aan te passen. sRGB (standaard RGB) Internationale standaard voor kleurruimte, vastgesteld door het IEC (International Electrotechnical Commission). Deze definieert kleurruimte voor computerbeeldschermen en wordt ook gebruikt als standaard kleurruimte voor Exif. Vignettering De randen van opnamen worden zwart omdat het door het onderwerp gereflecteerde licht gedeeltelijk wordt geblokkeerd door de zonnekap of een filter of wanneer de flitsbundel gedeeltelijk wordt geblokkeerd door het objectief. Witbalans Tijdens opnamen wordt de kleurtemperatuur aangepast, zodat die overeenkomt met de lichtbron, om het onderwerp de juiste kleur te geven.
12 Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 266 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
266
Memo
e_kb464_84percent.book Page 267 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Index Symbolen [A Pers.instelling] Menu ...... 78, 239 Q (Weergeven) knop ..... 19, 21, 72 [Q Weergeven] Menu ...... 166, 237 [A Opname] Menu .............. 77, 236 i (Wissen) knop ................... 21, 73 [R Instellen] Menu ............. 212, 238 g (Help) knop ......... 19, 21, 34, 154 K (Flitser uitklappen) knop ............................... 19, 65 mc (Belichtingscorrectie) knop ............................. 19, 104 I Automatische opname ........ 81 = Portret ...................................... 81 s Landschap ............................... 81 q Macro ....................................... 81 \ Bewegend onderwerp ............. 81 . Portretopname bij nacht .......... 81 a Flitser UIT ................................ 81 A Nachtopname ......................... 82 Q Strand & sneeuw .................... 82 K Eten & drinken ......................... 82 K Zonsondergang ..................... 82 n Podiumbelichting .................... 82 R Kinderen ................................... 82 Y Huisdier ................................... 82 U Kaarslicht ................................ 82 E Museum .................................. 82 l Nachtsnapshot ........................ 82
Codering 2e sluitergordijnsynchronisatie .................... 146
A
AF200FG ................................... 140 AF360FGZ ................................. 140 AF540FGZ ................................. 140 Afdrukservice ............................. 200 =-knop .............................. 19, 110 AF-modus .................................. 111 AF-punt ...................................... 113 Afstandbediening ....................... 128 Alkalinebatterijen ......................... 37 Alle opnamen afdrukken ............ 208 Alle opnamen wissen ................. 183 Anti rode ogen ............................. 69 Audiovisuele apparatuur ............ 186 Auto Bracket .............................. 106 Autofocus = ............................ 109 Automatisch flitsen ....................... 67 Automatisch uitschakelen .......... 225 Automatische Gevoeligheidscorrectie ............................... 88 Automatische opname I ....... 81 c (Diafragmavoorkeuze) ............ 96
B Batterij selecteren ...................... 226 Batterijen .............................. 37, 226 Bedieningspaneel .................. 23, 31 Beeldtint ..................................... 157 Belichting vergrendelen ............. 115 Belichtingscorrectie .................... 104 mc (Belichtingscorrectie) knop ............................. 19, 104 Belichtingsfunctie ......................... 89 Belichtingsgeheugen ......... 105, 115 Belichtingsstappen ..................... 105 Belichtingswaarschuwing . 95, 97, 99 Bestandsindeling ....................... 152 Bestandsnummer ....................... 224 Beveiligen .................................. 184 Bewegend onderwerp \ ............. 81 Bewolkt (Witbalans) ................... 159 Bijsnijden ................................... 190 Brandpuntsafstand ..................... 124
12 Bijlage
Aan/uit-lampje ...................... 17, 227 Aangepast (Digitaal filter) ........... 193 Aangepaste opname .................. 157 Accessories ................................ 248 AdobeRGB ................................. 164 Automatische belichting ............. 101 = (Autofocus) .......................... 109 AF160FC .................................... 140
267
e_kb464_84percent.book Page 268 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
268
C Camerabeweging ....................... 121 Catch-in focus ............................ 118 CCD schoonmaken .................... 243 Continu autofocus ...................... 115 Continuopnamen ........................ 130 Continustand k ............ 109, 111 Contrast ..................................... 157
D Daglicht (Witbalans) ................... 159 Datum aanpassen ........................ 54 Datum wijzigen ........................... 216 Datumafdruk ...................... 201, 206 Diafragma .................................... 85 Diafragmaring gebruiken ............ 241 Diafragmavoorkeuze c .............. 96 Diavoorstelling ........................... 177 Digitaal filter ....................... 132, 192 Digitaal voorbeeld ...................... 119 Dioptrie aanpassen ...................... 48 DPOF AUTOPRINT ................... 209 DPOF-instellingen ...................... 200 Draadloos (Flitsen) ..................... 142 Dynamisch bereik uitbreiden ........ 88
E Eén opname afdrukken .............. 206 Eén opname l ............. 109, 111 Eén opname wissen ..................... 73 e-knop .................................... 19, 21 e-knop in Programma .................. 92 Eten & drinken K ......................... 82 Exposure ...................................... 85 Externe flitser ............................. 140
F
12 Bijlage
Filter ................................... 132, 192 Filtereffect .................................. 157 Flits Aan ....................................... 68 Flitsbelichting correctie ................ 70 Flitsen met contrastregelings synchronisatie .................... 148
Flitsen met korte-sluitertijd synchronisatie .................... 142 Flitser ................................... 65, 135 Flitser (Witbalans) ...................... 159 Flitser UIT a ................................ 81 K (Flitser uitklappen) knop ..... 65 Formaat wijzigen ........................ 188 Formatteren ............................... 214 Foutbericht ................................. 252 Functiekiezer ................... 19, 80, 81 Functiepalet ................................. 83
G Geheugen .................................. 229 Geluidssignaal ........................... 215 Gevoeligheid ................................ 87 Gevoeligheidsvoorkeuze K ....... 92
H Half indrukken .............................. 62 Handmatig scherpstellen \ .... 116 Handmatige belichting a ............. 98 Handmatige witbalans ............... 161 HDR (Digitaal filter) .................... 192 Helderheid ................................. 221 Helderheid (Digitaal filter) .......... 192 Helderheid van de monitor ......... 221 Helemaal indrukken ..................... 62 Help-functie .................................. 34 Histogram .................................... 26 Hoofdschakelaar .............. 19, 21, 49 Huisdier Y ................................... 82 Hulpdisplay .......................... 22, 220
I Index .......................................... 172 M knop ................ 19, 21, 23, 72 Ingebouwde flitser ........................ 65 Invoer brandpuntsafstand .......... 124 ISO-gevoeligheid ......................... 87
J JPEG-kwaliteit ..................... 44, 151 JPEG-opnamepixels ............ 44, 150 Juiste belichting ........................... 85
e_kb464_84percent.book Page 269 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
K Kaarslicht U ................................ 82 Kalenderweergave ..................... 171 Kinderen R ................................... 82 Kiezen&wissen ........................... 180 Kleur (Digitaal filter) ................... 192 Kleur aanpassen ........................ 157 Kleur van de monitor .................. 222 Kleurextractie (Digitaal filter) ............. 132, 192 Kleurruimte ................................. 164 Kleurtemperatuur ....................... 160 Kleurverzadiging ........................ 157 K (Flitser uitklappen) knop ..... 19 Knop scherpstelfunctie ................. 19 Kunst (Digitaal filter) ................... 192 Kwaliteitsniveau ................... 44, 151
L Lamplicht (Witbalans) ................ 159 Landschap s ............................... 81 Lange-sluitertijdsynchronisatie ......136 LCD-kleur instellen ..................... 222 LED voor lezen van/schrijven naar kaart ............................. 17 Lens ............................................. 46 Lichtmeetmethode ..................... 101 Lithiumbatterijen ........................... 37
M
269
N Nachtopname (Tijdopname) ...... 100 Nachtsnapshot l ........................ 82 Nadruk op het midden ............... 103 Namen van steden ..................... 218 Neonlicht (Witbalans) ................. 159 Netvoedingsadapter ..................... 40 Nachtopname A ......................... 82 Ni-MH ........................................... 37 Ni-MH oplaadbare batterijen ........ 37 NTSC ......................................... 225
O Objectief ..................................... 240 Objectiefontgrendelknop .............. 47 4 knop ................................ 19, 21 Ontgrendelknop objectief ............. 19 Ontspan knop .................. 19, 21, 62 Oogschelp .................................... 48 Opnamefunctie ............................ 81 Opnamegegevens ................. 23, 24 Opnamen met daglichtsynchronisatie ......... 70 Opnamen vergelijken ................. 176 Opnamepixels ...................... 44, 150 Opnamestand .............................. 80 Optionele accessoires ............... 248
P e (Programma) ........................... 90 PAL ............................................ 225 P-DDL (flitser) ............................ 145 P-DDL Auto (Flitsen) .................. 141 Persoonlijke instellingen .............. 78 PictBridge .................................. 203 Pixels ......................................... 150 Pixeluitlijning .............................. 228
12 Bijlage
a (Handmatige belichting) ........... 98 Macro q ....................................... 81 Map wissen ................................ 182 Mapnaam ................................... 224 Mapweergave ............................ 171 Matglas ...................................... 117 Meerdere flitsers ........................ 147 Meervlaks ................................... 102 Meettijd ...................................... 103 3 knop ................................. 30 [A Opname] Menu .............. 77, 236 [A Pers. instelling] Menu ............................ 78, 239 [R Instellen] Menu ............. 238, 212 [Q Weergeven] Menu ...... 166, 237
Menubediening ...................... 30, 32 3-knop .................... 19, 21, 32 \ (Handmatig scherpstellen) .................... 116 Momentcontrole ................... 61, 222 Monitor ......................................... 22 Museum E ................................. 82
e_kb464_84percent.book Page 270 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
270
Podiumbelichting n .................... 82 Portret = ...................................... 81 Portretopname bij nacht . .......... 81 Power ........................................... 49 Printeraansluiting ....................... 205 Programma e .............................. 90
R RAW ........................................... 152 RAW Development .................... 195 RAW-bestandsindeling .............. 153 Rechtstreeks afdrukken ............. 203 Reset .......................................... 231 Resterende opslagcapaciteit opnamen .............................. 39 Retro (Digitaal filter) ........... 132, 192 Richtingsknoppen .......... 30, 76, 236 Rode-ogenreductie .................... 145 Rotate ........................................ 175 Ruisonderdrukking ....................... 89 Ruisonderdrukking bij hoge ISO-waarde .......................... 89 Ruisonderdrukking bij lange sluitertijd ............................... 89
12
Spiegel omhoog ................. 127, 247 Spotmeting ................................. 103 sRGB ......................................... 164 Standaardinstellingen .......... 50, 236 Statusscherm ............................... 23 Statusweergave ......................... 221 Sterk contrast (Digitaal filter) ............. 132, 192 Sterren (Digitaal filter) ........ 132, 192 Stofalarm ................................... 244 Strap ............................................ 36 Strand & sneeuw Q .................... 82 K (Gevoeligheidsvoorkeuze) .......................... 92
T Taalinstelling ................................ 50 Tekstformaat .............................. 220 Tijdopname ................................ 100 Timer belichtingsmeter .............. 108 Tint ............................................. 157 Transportfunctie ........................... 76 TV .............................................. 186 b (Sluitertijdvoorkeuze) .............. 94
Bijlage
S
U
Schaduw (Witbalans) ................. 159 Schaduwcorrectie ...................... 239 Scherpstelfunctieknop ................ 109 Scherpstelindicatie ..................... 116 Scherpstellen ............................. 109 Scherpstelling vastzetten ........... 114 Scherpstelstand ......................... 109 Scherpstelvergrendeling ............ 114 Scherpte ..................................... 157 Scherptediepte ............................. 86 H (Scène) ................................. 82 SD-geheugenkaart ....................... 42 Sensor reinigen .......................... 246 Sensor stofvrij ............................ 243 Sepia (Digitaal filter) ................... 192 Shake Reduction ........................ 121 Sluitertijd ...................................... 85 Sluitertijdvoorkeuze b ................ 94 Soft (Digitaal filter) ............. 132, 192 Speels (Digitaal filter) ......... 132, 192
USB-aansluiting ......................... 204 USB-kabel .................................. 205
V Videokabel ................................. 186 Video-uitgangssignaal ............... 225 Vierwegbesturing (2345) ...................... 19, 21 Vignettering ................................ 265 Vlak (Digitaal filter) ..................... 192 Vuurwerk .................................... 100
W Weergave .................................... 24 Weergave van meerdere opnamen ............................ 169 Weergave van negen opnamen tegelijk ................................ 169 Q (Weergave) knop ............. 21, 72 Weergavestijlmethode ............... 168 Weergavetaal ............................. 219
e_kb464_84percent.book Page 271 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Weergavetijd ................................ 39 Weergeven ................................... 72 Q (Weergeven) knop ................. 19 Wereldtijd ................................... 216 i (Wissen) knop ................... 21, 73 Wissen ................................. 73, 180 F (Witbalans) ...................... 159 Witbalans ................................... 159 Witbalans instellen ..................... 162
271
Z Zelfontspanner ........................... 125 Zoeker .................................... 28, 48 Zonsondergang K ..................... 82 Zoomobjectief .............................. 64 Zoomweergave .......................... 167 Zwart-wit (Digitaal filter) ............. 192
12 Bijlage
e_kb464_84percent.book Page 272 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
272
GARANTIEBEPALINGEN Alle PENTAX-camera’s die via de erkende kanalen door de officiële importeur zijn ingevoerd en via de erkende handel worden gekocht, zijn tegen materiaalen/of fabricagefouten gegarandeerd voor een tijdsduur van twaalf maanden na aankoopdatum. Tijdens die periode worden onderhoud en reparaties kosteloos uitgevoerd, op voorwaarde dat de apparatuur niet beschadigd is door vallen of stoten, ruwe behandeling, inwerking van zand of vloeistoffen, corrosie van batterijen of door chemische inwerking, gebruik in strijd met de bedieningsvoorschriften, of wijzigingen aangebracht door een niet-erkende reparateur. De fabrikant of zijn officiële vertegenwoordiger is niet aansprakelijk voor enige reparatie of verandering waarvoor geen schriftelijke toestemming is verleend en aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade als gevolg van vertraging en gederfd gebruik voortvloeiend uit indirecte schade van welke aard dan ook, of deze nu veroorzaakt wordt door ondeugdelijk materiaal, slecht vakmanschap of enige andere oorzaak. Uitdrukkelijk wordt gesteld dat de verantwoordelijkheid van de fabrikant of zijn officiële vertegenwoordiger onder alle omstandigheden beperkt blijft tot het vervangen van onderdelen als hierboven beschreven. Kosten voortvloeiend uit reparaties die niet door een officieel PENTAX-servicecentrum zijn uitgevoerd, worden niet vergoed.
12 Bijlage
Handelwijze tijdens de garantieperiode Een PENTAX-apparaat dat defect raakt gedurende de garantieperiode van 12 maanden, moet worden geretourneerd aan de handelaar waar het toestel is gekocht, of aan de fabrikant. Als in uw land geen vertegenwoordiger van de fabrikant gevestigd is, zendt u het apparaat naar de fabriek met een internationale antwoordcoupon voor de kosten van de retourzending. In dit geval zal het vrij lang duren voordat het apparaat aan u kan worden geretourneerd, als gevolg van de ingewikkelde douaneformaliteiten. Wanneer de garantie op het apparaat nog van kracht is, zal de reparatie kosteloos worden uitgevoerd en zullen de onderdelen gratis worden vervangen, waarna het apparaat aan u wordt teruggezonden. Indien de garantie verlopen is, wordt het normale reparatietarief in rekening gebracht. De verzendkosten zijn voor rekening van de eigenaar. Indien uw PENTAX gekocht is in een ander land dan waarin u tijdens de garantieperiode de reparatie wilt laten verrichten, kunnen de normale kosten in rekening worden gebracht door de vertegenwoordigers van de fabrikant in dat land. Indien u uw PENTAX in dat geval aan de fabriek terugzendt, wordt de reparatie desalniettemin uitgevoerd volgens de garantiebepalingen. De verzend- en inklaringskosten zijn echter altijd voor rekening van de eigenaar. Om de aankoopdatum indien nodig te kunnen bewijzen, dient u het garantiebewijs en de aankoopnota van uw camera gedurende ten minste één jaar te bewaren. Voordat u uw camera voor reparatie opstuurt, dient u zich ervan te vergewissen dat u de zending inderdaad heeft geadresseerd aan de fabrikant. Vraag altijd eerst een prijsopgave. Pas nadat u zich hiermee akkoord hebt verklaard, geeft u het servicecentrum toestemming de reparatie uit te voeren.
e_kb464_84percent.book Page 273 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
• Deze garantiebepalingen zijn niet van invloed op de wettelijke rechten van de klant. • De plaatselijke garantiebepalingen van PENTAX-distributeurs in sommige landen kunnen afwijken van deze garantiebepalingen. Wij adviseren u daarom kennis te nemen van de garantiekaart die u hebt ontvangen bij uw product ten tijde van de aankoop, of contact op te nemen met de PENTAXdistributeur in uw land voor meer informatie en voor een kopie van de garantiebepalingen.
273
12 Bijlage
Het CE-keurmerk is een keurmerk voor conformiteit met richtlijnen van de Europese Unie.
e_kb464_84percent.book Page 274 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Informatie voor gebruikers over inzameling en verwerking van afgedankte apparatuur en gebruikte batterijen 1. In de Europese Unie Deze symbolen op de verpakking en in bijgevoegde documenten duiden erop dat gebruikte elektrische en elektronische apparatuur en batterijen niet bij het gewone huisvuil mogen worden verwerkt. Gebruikte elektrische/elektronische apparatuur en batterijen moeten afzonderlijk en in overeenstemming met de bestaande wetgeving worden behandeld. Deze wetgeving vereist dat deze producten op de voorgeschreven wijze worden ingezameld en hergebruikt. Huishoudens binnen de EU kunnen hun gebruikte elektrische/elektronische producten en batterijen kosteloos inleveren bij inzamelpunten*. In sommige landen nemen ook winkeliers uw oude product in als u een vergelijkbaar nieuw product koopt. *Please contact your local authority for further details. Als u zich op de juiste wijze van dit product ontdoet, dan draagt u ertoe bij dat het afval op de juiste wijze wordt behandeld en hergebruikt en dat geen schade optreedt aan het milieu of de gezondheid. 2. In andere landen buiten de EU Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Als u deze items wilt afdanken, neemt u contact op met de lokale overheid of een dealer om te vragen naar de juiste methode voor afvalverwerking. In Zwitserland kan gebruikte elektrische/elektronische apparatuur gratis teruggebracht worden naar de detaillist, zelfs wanneer u geen nieuw product koopt. Andere verzamelpunten vindt u op de website www.swico.ch of www.sens.ch. Opmerking over het batterijsymbool (onderste twee symboolvoorbeelden): Dit symbool kan zijn gebruikt in combinatie met een aanduiding voor het gebruikte chemische element of de chemische samenstelling. In dat geval dient u de regeling van de richtlijn voor de betrokken chemische stoffen na te leven.
e_kb464_84percent.book Page 275 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Memo
e_kb464_84percent.book Page 276 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Memo
e_kb464_84percent.book Page 277 Wednesday, October 15, 2008 11:38 AM
Memo
AP027705/NL