Eindhoven Gasthuisstraat 821 Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek Cultuurhistorisch Bureau Hüsken en Zoon Hulstbosakker 7, 5625 VR Eindhoven tel: 040 – 7851609
[email protected]
Eindhoven Gasthuisstraat 821 Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Opdrachtgever: Gemeente Eindhoven Uitvoering: Cultuurhistorisch Bureau Hüsken en Zoon Jos en Bauke Hüsken december 2015 / februari 2016
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
4
1
Inhoud
4 5 6 6 7 9 11 13 14 14 20 21 28 29 35 36 36 39 40 40 41 42 42 42 44 44 46 50
1 2 3
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Inhoud Voorwoord Geschiedenis van de plek 3.1 De geschiedenis in de 19e eeuw 3.2 Middenstandswoningen 3.3 De Gasthuisstraat 3.4 Kadastrale gegevens 4 Beschrijving van het complex Gasthuisstraat 821 4.1 Inleiding woonhuis Gasthuisstraat 4.1a Volume A - Beschrijving van de buitengevels 4.2 De binnenruimtes van het woonhuis 4.2a Volume A - begane grond beschrijving binnenruimtes 4.3 De binnenruimtes van het woonhuis: zolderverdieping 4.3a Volume A zolderverdieping: beschrijving binnenruimtes 4.3b Volume A vliering: beschrijving binnenruimtes 4.4 Beschrijving van de vaste achterbouw tegen de achterzijde van het woonhuis 4.4a Volume B: algemene beschrijving buitenmuren 4.4b Volume B: beschrijving van de binnenruimte 4.5 Beschrijving van de vaste achterbouw tegen de achterzijde van volume B 4.5a Volume C: algemene beschrijving buitenmuren 4.5b Volume C: beschrijving van de binnenruimte 4.6 Beschrijving van de schansmuur en de hekpijler 4.6a Inleiding 4.6b Beschrijving schansmuur en hekpijler 5 Ontdekkingen 6 Waardestelling 6.a Waardestellingstekeningen 7 Bronnen, literatuur en internet
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
2
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Voorwoord
In opdracht van de gemeente Eindhoven, Sector Maatschappelijk Vastgoed en Sport, Afdeling Bouw en Onderhoud, is dit onderzoek naar de bouw- en cultuurgeschiedenis van deze woning aan de Gasthuisstraat 821 uitgevoerd door het Cultuurhistorisch Bureau Hüsken en Zoon. Het pand staat op de gemeentelijke monumentenlijst. De gemeente is voornemens deze woning op korte termijn te verkopen en heeft derhalve behoefte aan een gedegen onderzoek naar de culturele en bouwhistorische waarden van deze woning. Het volledige onderzoek bevat een aantal onderdelen. Archiefonderzoek is gedaan bij het RHCe (Regionaal Historisch Centrum Eindhoven), bij het BHIC (Brabants Historisch InformatieCentrum) in ’s-Hertogenbosch, het bouwvergunningenarchief van de gemeente Eindhoven en op diverse websites, zoals die van Eindhoven in Beeld. De opname ter plaatse is gedaan op 22 december 2015. Daar bleek, zoals reeds was besproken met de opdrachtgever, de woning volledig te zijn bewoond. Met de opdrachtgever werd daarom vooraf afgesproken, dat het onderzoek niet destructief zou zijn en alleen zou plaatsvinden naar de waarneembare toestand. Omdat veel ruimtes voorzien zijn van voorzetwanden en verlaagde plafonds, kon dus slechts een deel van de bouwhistorische waarde worden geconstateerd. Daarom bestaat de mogelijkheid dat in een later stadium aanvullende waarden worden aangetroffen. Dit onderzoek is mede tot stand gekomen dankzij de medewerking van de huidige bewoonster en haar broer, dochter en zoon van de heer J.W. van de Putten en de heer R. Claessens van het gemeentelijk archief bouwvergunningen. Voor de representatiewaardestellingstekeningen hebben wij gebruikgemaakt van de tekeningen die door het bureau ASBO BV uit Rosmalen zijn vervaardigd. Eindhoven, februari 2016 Jos en Bauke Hüsken
5
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
3
Geschiedenis van de plek
3.1
Stratum in de negentiende eeuw
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
De Gasthuisstraat is gelegen in het noordelijke deel van de oude gemeente Stratum. Deze zelfstandige gemeente werd per 1 januari 1920 met een viertal andere dorpen door de stad Eindhoven geannexeerd. Tot ongeveer het jaar 1800 schommelden de bevolkingsaantallen rond de 400. Pas in de 19e eeuw volgde er een geleidelijke toename van de bevolking. In 1830 had Stratum volgens de officiële tellingen 1.078 inwoners. In 1865 was dat aantal gegroeid tot 1.475, in 1920 waren er dat al 7.589. Het merendeel van de bevolking van Stratum woonde in het noordelijke deel van het dorp. Dat werd begrensd door de driehoek Stratumsedijk, Geldropseweg en de latere Rondweg. Pas in de eerste decennia van de twintigste eeuw werden andere gebieden met woningen bebouwd: Den Elzent en de BloemenbuurtZuid. De toename van de bevolking was gedeeltelijk te danken aan de industrie, die in de negentiende eeuw ook in Stratum werd ingevoerd. De voornaamste bron van inkomsten in de negentiende eeuw in Stratum werd lange tijd gevormd door de landbouw en de veehouderij. Burgers die niet afhankelijk waren van hun grond of vee, woonden voornamelijk in het centrale deel van het dorp, dus in de nabijheid van de kerk. In 1810 werden in het patentregister de beroepen vastgelegd van de personen die een bepaald beroep uitoefenden en daarover patent (belasting) dienden te betalen. Een groot aantal beroepen wordt in het genoemde patentregister slechts één keer genoemd, zoals een bierbrouwer, een schoolmeester, een metselaarsknecht en een slachter. 17 fabrieksarbeiders, 12 tappers (herbergiers) en 8 winkeliers worden in dit register geteld. Daarnaast ook één linnen- en één katoenfabrikant. Dat waren de linnenfabrikant Jan van Dijk en de wollen- en katoenstoffenfabrikantenfamilie Willem Lodewijk Joost Spoor en zijn zoons. In die fabrieken werkten in 1810 al ongeveer 400 arbeiders. Het grootste deel kwam echter uit Eindhoven of een van de andere dorpen, slechts 17 kwamen er toen uit Stratum zelf.
Het Eindhovensch Kanaal, aangelegd tussen 1843 en 1846, heeft de industrie in Stratum een grote impuls gegeven. Links aan het kanaal de bierbrouwerij van Van Zeeland.
6
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Ook was er nog een bierbrouwerij in Stratum, waar 3 arbeiders werkten. Door de eerste opname van de kadastrale gegevens over de bevolking in Stratum weten we bovendien, dat rond 1830 de meeste inwoners van Stratum hun boodschappen deden in de stad Eindhoven. Halverwege de 19e eeuw werd in de Bleek, vlakbij de Dommel en het Eindhovensch Kanaal, de fabriek van linnen- en servetgoed van Corstiaan van den Briel geopend. Die zorgde opnieuw voor De blauwververij van J. van Bergeijk uit het derde kwart van de negentiende eeuw staat aan de noordzijde van de Sint-Jorislaan in de Rochusbuurt.
werkgelegenheid. De blauwververij van J. van Bergeijk aan de St. Jorislaan, in de Rochusbuurt, werd in het derde kwart van de 19e eeuw in gebruik genomen. Het gebouw, staande achter enkele gerenoveerde arbeiderswoninkjes uit de periode 1843-1880, staat sinds 2008 op de gemeentelijke monumentenlijst.
3.2
Middenstandswoningen
De toename van de bevolking in Stratum zorgde ook voor de bouw van veel nieuwe woningen. De eisen die in de 19e eeuw aan het wonen werden gesteld, waren nog vrij gering. De woningen die in snel tempo werden gebouwd in grote delen van noordelijk Stratum, verrezen met name aan de radialen. Dat waren hier de doorgaande wegen naar Aalst, Geldrop, Heeze en Leende en in de buurt van het Eindhovensch Kanaal.
Arbeiderswoningen en het bekende café Strauss aan de Sint-Jorislaan
7
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Arbeiderswoningen aan de Gasthuisstraat
De woningen voor de gewone man hadden één woonlaag op de begane grond en enkele kamers onder het dak. De huizen werden gewoonlijk in een rij aan de straten gebouwd (lintbebouwing). Omdat de grondprijs nog relatief laag was, en om de bewoners de mogelijkheid te geven om een eigen groentetuintje te onderhouden, hadden deze zogenaamde “arbeiderswoningen” meestal een diepe tuin achter het huis. Het woord “arbeiderswoning” is overigens een benaming die de lading niet goed dekt. Uiteraard werden deze woningen gebouwd voor de vele (fabrieks)arbeiders, die in laatste jaren van de negentiende eeuw woonruimte zochten. Maar ook de meeste middenstanders en zelfstandigen, opzichters en werkbazen uit de fabrieken woonden in zo’n arbeiderswoning. De meest vermogenden van het dorp, waaronder fabrieksdirecteuren, artsen, bankdirecteuren en de burgemeesters woonden in vrijstaande woningen en villa’s. Slagers, bakkers, kruideniers en manufacturenwinkels voerden hun bedrijf vaak ook in ruime woningen, die uiterlijk sterk op arbeiderswoningen leken.
Een klein deel uit de kaart van Eindhoven uit circa 1560, getekend door Jacob van Deventer. De weg die noord-zuid loopt, is de huidige Stratumsedijk/Leenderweg. West-oost loopt de huidige Sint-Jorislaan, waar de kerk, tussen de Schalmstraat en de Gasthuisstraat, duidelijk is ingetekend.
8
De kaart van Kuyper uit 1865 van de gemeente Stratum. Ook hier is de oude kerk duidelijk aangeduid met een opvallend plus-teken.
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
De tekening van de driebeukige basiliek van Sint-Georgius uit 1732, vervaardigd door Hendrik Spilman (1721-1784).
3.3
De prent van Hendrik Verhees (1744-1813) van de kerk, gezien vanuit een andere hoek, getekend in 1790.
De Gasthuisstraat De Gasthuisstraat behoort, samen met de Schalmstraat, tot een van de oudste straten van de oude gemeente Stratum. Op de afbeelding van Jacob van Deventer uit circa 1560 (zie pagina links) zijn de beide straten duidelijk te zien. De oude Sint-Georgiuskerk staat daar, midden tussen die straten, eveneens op afgebeeld. In 1664 is sprake van een Kerkstraat. Dat betreft, volgens onderzoek van Jan Spoorenberg, oudarchivaris van het RHCe, de Gasthuisstraat. Op de kadastrale minuut uit 1828 zijn deze straten als paden herkenbaar. De naam Gasthuisstraat werd uiteindelijk in 1910 officieel door de gemeente Stratum vastgesteld.
De Stratumse parochie kreeg al in 1489 een zelfstandige parochiekerk. De kerk was een driebeukige basiliek van vier traveeën, met een lager en smaller koor. Een toren was niet aanwezig maar daarvoor in de plaats stond aan de noordwestzijde een luihuis (uit: H. Strijbos, Kerken van heren en boeren). Hendrik Spilman en Hendrik Verhees tekenden deze kerk in verschillende perioden (1732 en 1790). In 18861887 werd deze oude kerk gesloopt. De zojuist gerestaureerde Sint-Joriskerk, die pas in 1911 met Inmiddels was in 1884 een aanvang gemaakt met de bouw de bouw van de toren is voltooid. van een nieuwe Sint-Joriskerk. Die werd gebouwd aan de overzijde van de Gasthuisstraat, dus iets meer in de richting van de Stratumsedijk. De kerk werd in 1885 in gebruik genomen. Architect is H.J. van Tulder uit Tilburg. De toren van de kerk en een aantal zijkapellen werden in 1910-1911 gebouwd onder architectuur van Jac. van Gils. Toen kon ook het oude luihuis gesloopt worden. 9
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven De Gasthuisstraat dankt zijn naam aan het gasthuis, dat hier jarenlang heeft gestaan. Het SintJozefgesticht was op initiatief van de Zusters van Liefde uit Tilburg opgericht in 1868. De bekende monseigneur Zwijssen heeft zich persoonlijk ingezet voor de stichting van de Orde van de Zusters van Liefde. Hij trachtte door middel van sociaal werk de godsdienstbeleving van de bevolking te verhogen. De kloosterzusters zorgden voor opvang in het Sint-Jozefgesticht voor ouderen en gebrekkigen. Daarnaast gaven zij les in de kleuter- en lagere school die ernaast stonden. Het klooster van de zusters vormde (althans visueel) een geheel met de overige gebouwen. In 1972 verlieten de laatste zusters het klooster en daarna werden de gebouwen afgebroken. Op deze plaats verscheen bejaardencentrum Wilgenhof. De schansmuur, die direct naast de woning Gasthuisstraat 821 staat, vormde de afscheiding tussen de woning en de school die hier voorheen stond. Hiernaast afbeeldingen van het Sint-Jozefgesticht, het gasthuis van de Zusters van Liefde. Boven: links het gasthuis en rechts het SintJozefgesticht circa 1900. Midden: Luchtopname van het complex. Duidelijk is de omvangrijkheid van de gebouwen te zien. Rechtsonder op de foto staan de kleuter- en lagere school. Onderste foto: ansichtkaart met de tekst: Eindhoven, Stratum, Gasthuis met H. Hartmonument. De afbeelding is in de eerste decennia van de twintigste eeuw gemaakt. (alle afbeeldingen uit de website eindhoveninbeeld.com).
10
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek 3.4
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Kadastrale gegevens
De kadastrale minuut van 1828 tekent de Sint-Georgiuskerk duidelijk in. Ten zuiden van de kerk staan enkele huizen. De lijnen naast de kerk links en rechts, die naar het zuiden doorlopen, geven de plaatsen aan van de Gasthuisstraat (links) en de Schalmstraat (rechts). Gasthuisstrat 821 is nog niet gebouwd, het bouwland staat niet op deze kaart.
De situatie in 1881: De kerk is niet ingetekend, maar wel twee huizen in de Gasthuisstraat die toen al waren gebouwd. Daaronder het nieuw ingetekende huis Gasthuisstraat 821. (Zwart: bestaand, rood: nieuw). Duidelijk is de achterbouw van het huis zichtbaar. De rode en zwarte lijnen van perceel A2086 (met sterretje) zijn door ons ter verduidelijking overgetrokken.
Kadastraal is de woning aan Gasthuisstraat 821 tegenwoordig bekend onder: Stratum, sectie E, perceelnummer 126. Vanaf de bouwdatum van deze woning is de geschiedenis van het pand te volgen aan de hand van de eigenaren. Daarnaast is op veldwerktekeningen en hulpkaarten te zien hoe het perceel en de bebouwing in de loop van de tijd van vorm veranderd zijn. Op een stuk bouwland achter de oude Sint-Georgiuskerk in de Wilakkers laten metselaar Martinus Rooyakkers en zijn vrouw Maria Jansen uit Stratum in 1881 een pand bouwen. Een straatnaam was destijds nog niet gebruikelijk, maar in de volksmond werd deze straat Kerkstraat genoemd. Het huis had een rechthoekig oppervlak. Aan de achterzijde was een achterhuis (of bijkeuken) gebouwd. In 1903 wordt het huis verkocht aan Hermanus van Rooij, een postbeambte in Stratum. In 1918 koopt de Rooms-Katholieke Gemeente van Stratum, de parochie van St. Joris, het pand. Moge-lijk waren er in deze tijd plannen om hier een uit-breiding van het klooster, het gasthuis en de scholen te bouwen. De RK Kerk verkoopt het pand in 1922 aan de Ver-eniging der Zusters van Liefde uit Tilburg, die het pand echter in datzelfde jaar alweer doorverkopen aan slager Petrus de Rooij en consorten uit Eindhoven. Op tekeningen uit 1922/1923 is te zien dat slager 1911: Perceelnummer A3403 heeft nog het oppervlak met achterbouw/ De Rooij de achterbouw heeft laten slopen. De bijkeuken zoals in 1881. Tussen het gasthuis en Gasthuisstraat 821 (op de hoeken in de achtergevel zijn daarna recht getroktekening boven het pand) staan nog zes andere woningen, die er in 1881 ook ken. Bovendien werd het pand aan de zuidzijde (de al stonden. Een rooilijn, zoals we die tegenwoordig kennen, was nog niet van belang. De rode, blauwe en zwarte lijnen van perceel A3403 (met sterretje) rechterzijde aan de straatkant) verlengd. Het grenst dan exact aan het perceel van de buurman. zijn door ons ter verduidelijking overgetrokken. 11
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
1922/1923: De achterbouw/bijkeuken die in 1881 aan het pand was gebouwd, is gesloopt. Blauwe lijnen geven aan waar gesloopte panden voorheen hebben gestaan. De rode lijnen aan de achterzijde en ook aan de noordzijde van het perceel worden de nieuwe perceelsgrens. Goed is ook te zien dat voor de bouw van de school aan de straatzijde een zestal panden (blauw omlijnd) moest sneuvelen.
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
1925: Perceelnummer A4481 heeft op deze tekening nog een trapeziumvormig oppervlak. De (in 1922 vernieuwde) achterbouw ontbreekt. Deze omissie werd pas in 1934/1935 gecorrigeerd. In 1925 werd een deeltje grond met het gasthuis geruild, hetgeen duidelijk gemaakt is met de rode lijn, de nieuwe perceelsgrens. Op die scheiding tussen het woonhuis en het terrein van de school is een schansmuur met hekpijlers gebouwd.
De voorgevel werd verlengd en staat vanaf die tijd tegen het huis van de buurman. Door die vergroting van het pand aan de voorzijde is op tekeningen aan de achterzijde een smalle “taartpunt” ontstaan tussen beide panden. In 1925 vindt er een uitbreiding van het schoolgebouw plaats. Omdat de zusters een nieuwe ingang wens-ten, heeft er een ruiling van een klein stukje grond plaatsgevonden met de slager. De grens tussen beide percelen werd rechtgetrokken en daarop bouwde men een nieuwe schansmuur. Aan de straat kwam een poort met twee hekpijlers te staan, die toegang gaven tot het schoolcomplex. In 1932 is het pand verkocht aan Catharina Maria de Rooij en winkelierster Christina Bernardina Maria de Rooij, de weduwe van Lambert Cornelis Tiels. Elisabeth de Rooij, de weduwe van Petrus van den Heuvel, die eveneens als winkelierster wordt aangeduid, is vruchtgebruikster en zal dus het pand bewoond hebben en dagelijks in de winkel aanwezig geweest zijn. In 1934/1935 zien we voor het eerst een nieuwe uitbouw, een schuur, tegen het zuidelijke deel (rechts) staan. Na raadpleging van een bouwvergunning uit 1923 blijkt deze uitbouw al in dat jaar te zijn gebouwd. De taartpunt aan de rechterzijde, tot aan het belendende pand, heeft dus nooit bestaan. De leggers en tekeningen uit het kadaster zijn dus niet accuraat. De kaart van 1934/1935 is de meest recente hulpkaart die het kadaster van het pand bezit. In 1947 is het pand verkocht aan slager Antonius Josephus Daamen uit Eindhoven. Die verkocht het pand in 1952 door aan slager Petrus Christiaan Beeks uit Valkenswaard. Vervolgens worden in 1956 nog twee vrijstaande garages gebouwd op het erf achter het pand. We weten echter dat er na de laatste uitbreiding van de achterbouw in 1923 nog een kleine uitbreiding achter deze achterbouw heeft plaatsgevonden. Uit het feit dat hierbij asbest gebruikt is, bestaat de mogelijkheid dat deze uitbreiding pas na de oorlog tot stand gekomen is (mogelijk eveneens in 1956). Wij beschrijven deze achterbouw in ons rapport als volume C. Tenslotte werden het pand en de garages in 1972 verkocht aan de gemeente Eindhoven. Rond de millenniumwisseling is een van de garages gesloopt en vervangen door de huidige losse achterbouw, hier genoemd volume D. De gemeente Eindhoven is tot op dit moment (2016) de eigenaar van het pand en de overige bebouwing. 12
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
4
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Beschrijving van het complex Gasthuisstraat 821
Het complex Gasthuisstraat 821 kan in vijf bouwkundige onderdelen worden onderscheiden, te weten: 1) een hoofdvolume aan de Gasthuisstraat (het woonhuis), hier genoemd volume A, 2) een vaste achterbouw tegen de achterzijde van het woonhuis, hier genoemd volume B, 3) een vaste achterbouw tegen de achterzijde van volume B, hier genoemd volume C, 4) een losse achterbouw, (niet op de tekening) hier genoemd volume D en 5) een schansmuur met hekpijler (niet op de tekening). Het pand aan de Gasthuisstraat (volume A) en de beide achterbouwen B en C zijn onderzocht op basis van de opdracht die de gemeente heeft meegegeven. Dit onderzoek betreft de bouw- en cultuurhistorische inspectie en beoordeling van zowel de buitenzijde, de gevels en het dak, als de diverse ruimtes van het interieur. In dit hoofdstuk 4 zullen wij onze waarnemingen vastleggen. Dit gebeurt zowel in woord als in beeld. Onze bevindingen worden, waar nodig, voorzien van een waardering met daaraan verbonden een argumentatie. Daarmee kunnen de tekeningen die zich uitspreken over de waardestelling, en die in hoofdstuk 6 en 6a worden behandeld, beter worden gelezen. Volume D betreft een grote vrijstaande container, die geen gemeentelijk eigendom is. De gemeente Eindhoven heeft expliciet aangegeven dat dit object niet in het onderzoek hoeft te worden betrokken, omdat het dateert van ca. 1998 en geen bijzondere waarde heeft. Dit volume wordt dus in dit bouwhistorische rapport buiten beschouwing gelaten. De schansmuur, die in hoofdstuk 4.6 zal worden beschreven, is door ons bewust in dit onderzoek betrokken. Deze muur is in 1925 gemetseld als afscheiding tussen het woonhuis Gasthuisstraat 821 en de kleuter- en lagere school ten noorden daarvan. Bouwhistorisch is de muur niet écht bijzonder, maar vooral door het cultuurhistorische verhaal is het een interessant object, dat aandacht verdient. 13
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
4.1 Inleiding woonhuis Gasthuisstraat Volume A betreft een langwerpig dwarshuis, waarvan de hoofdopzet dateert van 1881 met een latere uitbreiding van 1922. Het pand is gebouwd als woonhuis, heeft een groot aantal jaren (van 1922 tot 1972) gediend als woonhuis annex slagerswinkel, maar dient tegenwoordig uitsluitend nog als woonhuis. Het betreft een eenlaags gebouw met zolderverdieping en vliering onder een zadeldak met een wolfseind aan de noordelijke zijde. Het pand heeft, dankzij de wit-groene combinaties van muren, vensters en deuren een zeer verzorgd uiterlijk. Alle vensters hebben een bovenlicht en een ongedeelde onderruit. Enkele vensters zijn al in 1881 geplaatst, Vermoedelijk stammen alle onderramen uit 1922/1923. Alle gevels van het pand zijn wit gepleisterd. Dit is zeker niet in 1881 gebeurd, omdat wij een deel van de oorspronkelijke buiten-zijgevel hebben aangetroffen, die uit ongepleisterde bakstenen was opgebouwd. In 1922 is het pand aan de zuidzijde (rechts) verlengd met enkele meters. Het is welhaast zeker dat bij die verbouwing het pand gepleisterd is, om bouwnaden, minder verzorgd metselwerk en de verschillen in grootte van de bakstenen te maskeren. Die methode was zeer gebruikelijk. De gevels zijn gepleisterd en versierd met dikke pseudo-natuursteenlagen. Dat gaf het pand extra uitstraling. 4.1a Volume A - Beschrijving van de buitengevels Volume A - westelijke gevel (voorgevel) Eenlaagse lijstgevel, uitgevoerd in wit geschilderd pleisterwerk met schijnvoegen, in een pseudo halfsteens verband. Grijze gepleisterde plint met daarin drie kleine roostertjes die dienen ter ontluchting van de kruipruimte onder het pand. Uiterst links in de gevel een groen geschilderde regenpijp, waarvan de onderste delen van metaal en de bovenste delen van kunststof zijn. Links in de gevel een groen geschilderd, geprofileerd, houten raamkozijn met een verdiept enkelruits onderraam en een drieruits bovenraam dat zich presenteert als een voorzetraam en de suggestie van een schuifvenster wekt. Het bovenraam is van hout, wit geschilderd en de stijlen lopen aan de onderzijde iets door met een getrapte versiering. De ruiten van het bovenraam bevatten kathedraalglas. Het middelste raam heeft eigen regels en stijlen en een houten lekdorpeltje. Dit raampje kan aan de
14
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
binnenzijde opengeklapt worden. Aan de buitenzijde een zevental horizontaal geplaatste ijzeren spijlen. Onder het venster een grijs geschilderde betonnen lekdorpel met oren. Boven het venster een langwerpige gepleisterde pseudo-latei met sierlijke inscriptie. Dit venster was in 1923 reeds in deze vorm aanwezig. Rechts van dit venster een metalen luikvastzetter en bovenaan een kunststof vlaggenstokhouder.
Verder naar rechts een groen geschilderde glas-paneeldeur boven een betonnen drempel van twee treden. De bovenste trede is afgedekt met een hardstenen plaat met deurneuten. Glaspanelen van kathedraalglas. Wit geschilderd drieruits bovenlicht. Ook boven de deur een langwerpige gepleisterde pseudo-latei met sierlijke inscriptie. Vanaf de bouw in 1881 zal dit de voordeur van het woonhuis geweest zijn. Sinds 1922 was het de entree van de slagerij. Tegenwoordig heeft de deur geen functie meer, hij kan niet meer geopend worden. De ruimte achter de deur is in gebruik als logeerkamer. De deur zelf is modern. Rechts van de deur twee huisnummerbordjes en een monumentenschildje. Zowel het huisnummer 721 als 821 zijn aan de gevel bevestigd. Het bordje met nummer 821 is ogenschijnlijk nieuwer. Verder naar rechts in de gevel een venster, gelijk aan het linkervenster. Onder het venster een grijs geschilderde betonnen lekdorpel met oren. Boven het venster weer een langwerpige gepleisterde pseudo-latei met sierlijke inscriptie. Midden-rechts in de gevel twee vensters, die in hoofdopzet vergelijkbaar zijn met de vensters links. Deze twee vensters
(rechts) zijn echter iets minder breed en de bovenramen hebben hier enkele ruiten met gekleurd glas-in-lood. Deze (smalle) vensters zijn mogelijk in 1881 aangebracht. De vensters aan beide zijden van de voordeur (de winkeldeur) kunnen zijn aangebracht, toen het huis als slagerswinkel in gebruik werd genomen. De vensters kregen toen een functie als etalageramen. Onder de vensters grijs geschilderde betonnen lekdorpels met oren. Boven de vensters langwerpige gepleisterde pseudo-lateien met sierlijke inscriptie. 15
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Geheel rechts in de gevel een enkelruits venster uit 1922 dat sterke overeenkomsten vertoont met de vensters links en rechts van de voordeur. Dit venster is echter breder en heeft een groen geschilderde, geprofileerde, houten tussendorpel. Het houten bovenraam is wit geschilderd en bestaat -evenals de vensters linksuit drie ruiten. De ruiten in het rechtervenster zijn voorzien van normaal glas en vóór het middelste venster is, in tegenstelling tot de vensters links, geen traliewerk bevestigd. Het betreft een vast bovenraam. Onder het venster een grijs geschilderde betonnen lekdorpel met oren. Boven het venster de bekende pseudo-latei met sierlijke inscriptie. Dit venster is een vervanging van een deur die nog niet heel lang op deze plaats heeft gestaan. Het kadaster laat immers zien dat dit rechterdeel van het pand in 1922 werd toegevoegd. De vervanging van de deur is op een bouwtekening uit 1923 vastgelegd (foto onder). Aanvankelijk had het raam een stolpvenster. Uiterst rechts in de gevel een groen geschilderde regenpijp, waarvan de onderste delen van metaal en de bovenste delen van kunststof zijn. Over de gehele breedte van de voorgevel een cordonlijst onder een witte, gepleisterde fries. Daarboven een groen geschilderde houten bakgoot met zinken kraal op sierlijke consoles.
16
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Volume A - noordelijke gevel (linkerzijgevel) Afgeknotte gevel, uitgevoerd in wit geschilderd pleisterwerk met schijnvoegen, in een pseudo halfsteens verband. Grijze gepleisterde plint. Begane grond met rechts een etalageraam uit 1923 dat identiek is aan de linkervensters in de voorgevel. Tot 1922 stonden enkele huizen links naast en bijna tegen Gasthuisstraat 821. Die huizen werden in dat jaar afgebroken en daarna was het zinvol om dit venster in de zijgevel te plaatsen (zie tekening bouwaanvraag). Ook hier een vergelijkbare lekdorpel en pseudo-latei. Gepleisterd, getrapt schoudertje aan de rechterzijde van de gevel, ter hoogte van de balklaag. Dit getrapte schoudertje is in esthetisch opzicht vergelijkbaar met de onderzijden van de stijlen van de bovenramen van een aantal vensters in het pand. Aan de linkerzijde eveneens een klein schoudertje, echter hier afgerond. Centraal in de zolderverdieping een houten stolpvenster, bestaande uit twee langwerpige, verticale ramen. Dit venster was in 1923 nog niet in de gevel getekend en is tussen 1923 en 1972 geplaatst. Groen geschilderde houten kozijnen. Eenvoudige, grijs geschilderde betonnen lekdorpel. Groen geschilderde gepleisterde windveer met een inkeping ter hoogte van het zoldervenster. De schuine zijden van de windveer zijn afgetopt met houten planken. De afgeknotte gevel wordt beëindigd met een groen geschilderde houten wolfseindgoot met zinken kraal. 17
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Volume A - zuidelijke gevel (rechterzijgevel) Eenlaagse, blinde, wit geschilderde, gepleisterde topgevel uit 1922. Grijs geschilderde plint. Groen geschilderde houten windveer op kleine klosjes.
Volume A - oostelijke gevel (achtergevel) Het onbebouwde en zichtbare rechterdeel van de achtergevel bestaat uit een wit geschilderde, gepleisterde lijstgevel met een grijze plint. Links in deze gevel een vrij fors venster met groen geschilderde houten kozijnen, een terug gelegen enkelruits onderraam en een enkelruits bovenraam dat zich presenteert als een voorzetraam en de suggestie van een schuifvenster wekt, terwijl het dat niet is. Wit geschilderde houten regels en stijlen van onder- en bovenraam. Grijs geschilderde betonnen lekdorpel. Verderop naar rechts in de gevel een klein metalen rooster voor afzuiging, een regenpijp met vergaarbak en twee kleine ronde lucht-afvoergaten. Vervolgens een venster dat vergelijkbaar is met het linkervenster, echter iets kleiner en met groen geschilderde houten onderdorpel. Deze ligt iets dieper dan de stijlen, waardoor de stijlen aan de onderzijden schuin afgevlakt zijn. Groen geschilderde metalen duimen ten behoeve van luiken die hier ooit gezeten moeten hebben. De lekdorpel is modern en bestaat uit grijsgeschilderde tegeltjes. 18
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Rechts van het middelste venster een groen geschilderde houten deur, bestaande uit verticale planken, gevat in een groen geschilderd, houten deurkozijn met kraalprofiel. Hardstenen drempel en hardstenen neuten. Groen geschilderd, houten deurkalf met ojiefprofiel. Enkelruits bovenlicht met wit geschilderde houten stijlen en regels.
Rechts in de gevel een klein metalen ventilatierooster en geheel rechts een enkelruits klepraam met wit geschilderde houten regels en stijlen, gevat in een groen geschilderd houten kozijn met onderdorpel. De bovenste regel van het raam is met scharnieren aan de bovendorpel bevestigd, waardoor het aan de onderzijde naar buiten kan openklappen. Onder het venster een groen geschilderde betonnen lekdorpel.
Ter hoogte van de balklaag, achter de verf- en pleisterlaag, twee eenvoudige staafankers. Boven het rechterdeel van de zichtbare achtergevel is tussen de bakgoot en de gevel een schuin aflopende, wit geschilderde cementen bakgootconsole aangebracht, die de ruimte tussen de groen geschilderde houten bakgoot met zinken kraal en de muur opvult. 19
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Volume A - dak Het zadeldak is belegd met vlakke, rode muldenpannen. Muldenpannen worden pas sinds ongeveer 1900 in Nederland gefabriceerd. Foto’s uit de jaren ‘60/’70 laten zien dat er dan nog oude holle pannen op het dak liggen. De muldenpannen zijn tussen 1980 en 1985 op het dak gelegd, toen dit werd vernieuwd en de zolderverdieping een woonbestemming kreeg. Boven de noordelijke gevel een wolfseind (te zien op de foto links). Voorste dakschild (foto rechts) met drie vierkante dakramen, die boven de dakpannen uitsteken. In het rechterdeel boven het rookkanaal een ronde schoorsteenpijp. Achterste dakschild (foto links) met twee vierkante dakramen, zoals aan de voorzijde en twee ronde schoorsteenpijpen links en een ontluchtingspijp ter hoogte van de geiser rechts.
4.2 De binnenruimtes van het woonhuis De begane grond van volume A bestaat uit 6 verschillende ruimtes; -de vroegere slagerswinkel, tegenwoordig in gebruik als logeerkamer (ruimte 0.1a), -een L-vormige douche- en toiletruimte (ruimte 0.1b), -een halletje (ruimte 0.1c), -een keuken met een oorspronkelijke stookruimte (ruimte 0.1d), -de L-vormige woonkamer (ruimte 0.1e) en -een opslagruimte (ruimte 0.1f) De ruimtes 0.1a t/m 0.1e behoren tot de oorspronkelijke opzet uit 1881. Hierbij moet worden aangetekend, dat ruimte 0.1b in 1881 als kelder en opkamer werd gebouwd. Zoals op een bouwtekening uit 1988 (tekening hierboven) te zien is, zijn deze kelder en opkamer gewijzigd in een doucheruimte. De kelder is met zand volgestort. Ruimte 0.1f dateert uit 1922 en had toen een functie als machineruimte/opslagruimte. 20
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
4.2a Volume A - begane grond beschrijving binnenruimtes Ruimte 0.1a De vroegere slagerswinkel, ruimte 0.1a, is na 1972 in gebruik genomen als logeerkamer. De oorspronkelijke voordeur van het complex gaf toegang tot deze ruimte, maar is al jaren niet meer functioneel. Vóór de deur in de logeerkamer hangt een gordijn. De logeerkamer kan worden betreden via een deur vanuit het halletje achter deze kamer. De kozijnen van deze toegangsdeur zijn licht geprofileerd en dateren mogelijk uit 1922/1923, toen ruimte 0.1a werd ingericht als slagerswinkel. De deur is van recente datum. Verder bevindt zich in de scheidingswand met de woonkamer een brede tussendeur met een rijk geprofileerde architraaflijst. De lijst dateert hoogstwaarschijnlijk van de oorspronkelijke opzet uit 1881. De deur is mogelijk van recentere datum, maar was gesloten. De deur is afgesloten door middel van een klein, vierkant oplegschuifslot. Dit wat merkwaardige slotje komt doorgaans vaker voor bij toiletten of badkamers. Mogelijk dateren de deur en het slot uit de jaren twintig. De vloer is bedekt met een linoleum afdeklaag. Hieronder bevindt zich nog de oorspronkelijke vloer van de slagerswinkel, bestaande uit rode en zwarte plavuizen. Deze vloer dateert van 1922/1923, toen de ruimte als slagerswinkel ingericht werd.
De onderzijden van de muren hebben lage houten plinten. Daarachter bevinden zich nog oudere en hogere zwarte plinten. Het is niet duidelijk waarneembaar van welk materiaal deze plinten zijn gemaakt. De wanden zijn voorzien van papieren behangsel. Hieronder zijn op sommige delen de witte tegels zichtbaar, die ooit de slagerswinkel gesierd hebben. Ook door het papier heen is op enkele plaatsen de vierkante structuur van de tegels zichtbaar. Het plafond van ruimte 0.1a is gepleisterd. Onder de vensters zijn houten vensterbanken met oren aangebracht. 21
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Ruimte 0.1b Ruimte 0.1b is tegenwoordig een L-vormige douche- en toiletruimte. Bij een verbouwing in 1988 is deze ruimte gecreëerd, door de balklaag tussen de oorspronkelijke kelder en opkamer te verwijderen. De kelder werd met zand volgestort. De ruimte wordt ontsloten door een relatief moderne deur en kozijnen, uitkomend in het halletje, ruimte 0.1c. Deze deuropening bestond in 1881 al. Daarmee kon via een trapje de kelder worden bereikt. Bij binnenkomst van de ruimte 0.1b bevindt zich direct rechts een deur naar een kleine bergruimte onder de trap (foto links). Het relatief hoog gelegen venster in ruimte 0.1b (foto rechts) verraadt dat hier vroeger een opkamer gezeten heeft. Maar wellicht is het venster pas in 1988 geplaatst. De douche- en toiletruimte heeft een moderne interieurafwerking, bestaande uit badkamertegels en stucwerk.
Trappenhuis Tussen de ruimtes 0.1b en 0.1c loopt een houten trap naar boven. De traptreden zijn bekleed met vloerbedekking, de wanden zijn behangen. Aanvankelijk was de opkamer van het pand via een deur in de knik van de trap bereikbaar. De rechterstijl van het kozijn van deze deur gaat nog schuil achter het behang (foto rechts). Ruimte 0.1c Het halletje, ruimte 0.1c, (links) vormt een verbinding voor de ruimtes 0.1a, 0.1b, de trap, ruimte 0.1d en de deur naar de tuin. Het halletje heeft een moderne interieurafwerking met een moderne tegelvloer, gestucte wanden en een schrotenlaag op het plafond. De wand tussen keuken en halletje en de kozijnen van de toegangsdeur naar ruimte 0.1a dateren mogelijk uit het midden van de 20ste eeuw. 22
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Ruimte 0.1d Ruimte 0.1d is de keuken. Deze heeft een deels oorspronkelijke, deels moderne interieurafwerking. De keuken wordt ontsloten door een moderne deur en kozijnen, leidend naar het halletje, ruimte 0.1c (foto linksboven). Tussen deze twee ruimtes een dunne scheidingswand, die van latere datum is. Tussen de huiskamer, ruimte 0.1e en de keuken bevindt zich een wand met een brede gevelopening met geprofileerde kozijnen (foto midden en rechtsboven). De wand waarin zich deze deuropening bevindt, behoort tot de oorspronkelijke opzet. Op basis van de zware profilering kan gesteld worden dat de laatstgenoemde omlijsting hoogstwaarschijnlijk uit de oorspronkelijke bouwperiode (1881) stamt. De profilering van de omlijsting tussen keuken en halletje is eenvoudiger en vermoedelijk in de jaren ‘20 gemaakt.
De westelijke wand van de keuken is eveneens oorspronkelijk. Aan de linkerzijde van deze wand een schouw, waaronder gekookt wordt. De ondiepe, rechte boezem boven de schouw is grotendeels gestuct. Aan de onderzijde een grijsbruin geschilderde houten kroonlijst op consoles (foto midden) en een houten fries. De kroonlijst wordt aan de rechterzijde ondersteund door een gestucte schorende steen (foto rechts). 23
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Rechts van de schouw een grijsbruin geschilderde houten lambrisering, bestaande uit verticale kraaldelen. De lambrisering loopt geheel rechts in deze gevel in een hoek, ter plaatse van een vaste houten kast met twee boven elkaar geplaatste paneeldeuren. Ook deze kast is grijsbruin geschilderd. Het geheel van lambrisering en kast heeft een uitstraling van de eerste helft van de 20ste eeuw.
Op de vloer van de keuken moderne mozaïek siertegels met een motief van 5 x 5 kinderkopjes. Deze tegels zijn eveneens in de gevels onder de schouw en links en rechts van de doorgang naar de huiskamer manshoog aangebracht. De geveldelen boven de tegels en lambrisering zijn gestuct. Het plafond is voorzien van houten schroten. De buitengevel en het venster in die gevel dateren van 1922/1923. In die periode werd de oorspronkelijke achterbouw gesloopt en ontstond de huidige buitengevel. Onder het venster een vensterbank, vervaardigd van dezelfde natuursteen als de wand achter het aanrecht. Deze is recent aangebracht. 24
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Ruimte 0.1e De woonkamer, ruimte 0.1e, heeft een L-vormige plattegrond. De ruimte staat met een breed, geprofileerd kozijn in open verbinding met de keuken, ruimte 0.1d. Verder is er nog de gesloten toegangsdeur naar ruimte 0.1a. In ruimte 0.1a waren deze deur en de deurlijsten zichtbaar. Een zware houten kast belet het zicht op deze deur in de woonkamer (foto rechts). Beide deurkozijnen en -openingen lijken te behoren tot de oorspronkelijke opzet (1881). Op de bouwtekening uit 1923 (tekening rechtsboven) ontbreekt de toegang tot de keuken vanuit de woonkamer. Daarentegen zien we een deur in een tussenmuur, die later afgebroken is. We gaan ervan uit, dat de kozijnen verplaatst zijn, en wel rond 1972. Op de vloer ligt een houten parketvloer en het plafond is voorzien van houten schroten. Midden in de oorspronkelijke zuidelijke buitengevel uit 1881 bevindt zich een trapsgewijs opgebouwde bakstenen sierschouw met rookkanaal. Dit rookkanaal kon op de verdieping boven de huiskamer gevolgd worden en heeft in het verleden mogelijk gediend om de rook uit de open haard of kolenkachel af te voeren. De afvoer heeft later nog een tijd gediend als afvoer voor een gas- of houtkachel. Momenteel is de schouw met rode bakstenen in schoon metselwerk uitsluitend een versierend element. De getrapte delen van de schouw zijn belegd met hardhouten afdekplaten. Het rookkanaal is pas na 1922 aangelegd, de huidige sierschouw dateert uit circa 1972, toen de tussenmuur in de woonkamer afgebroken werd. 25
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven Het rookkanaal dat naar boven leidt, wordt op dit moment niet meer gebruikt. Tegen het plafond boven de schouw lijkt een ouderwetse moerbalk te lopen. Wat we zien, zijn echter houten planken als omhulsel van een (stalen?) balk tussen de keukenmuur en de muur boven de sierschouw. Aanvankelijk stond hier een dragende tussenmuur. Ter verfraaiing is aan beide uiteinden van de balk een sierlijk pseudosleutelstuk met ojiefprofiel aangebracht. De wanden van deze woonkamer zijn gestuct en hebben houten plinten aan boven- en onderzijden. Eenvoudige houten vensterbanken onder de vensters.
Ruimte 0.1f Ruimte 0.1f is in 1922 aangebouwd tegen het huis en heeft ten tijde van de slagerij, naar verluidt, gediend als ruimte waar machines stonden. Op de kadastrale hulpkaart uit 1922/1923 (zie hiernaast) is duidelijk waarneembaar dat de oorspronkelijke achterbouw is gesloopt. De blauwe lijnen geven dat weer. De achtergevel van het woonhuis is sedert die tijd kaarsrecht; de tussengevels zijn aan elkaar verbonden. Uit de leggers weten we, dat de ruimte tussen het zuidelijke buurpand en de slagerij in 1922 is gekocht, bebouwd en sinds dat jaar dus bij dit perceel hoort. Daarna is de bijbouw 0.1f toegevoegd. Op de kaart uit 1925 staan de zijgevels niet tegen elkaar en is er nog geen sprake van een vernieuwde achterbouw. Pas in 1934/1935 wordt de situatie weer juist ingetekend. Toen de (laatste) slager het pand in 1972 verkocht aan de gemeente is de functie van machineruimte vervallen. Tegenwoordig dient de ruimte als opslagruimte/werkplaats. De ruimte wordt ontsloten via een opgeklampte dubbele houten deur, die leidt naar ruimte 0.2a in de achterbouw en oorspronkelijk (tot 1922/1923) gediend heeft als buitendeur. Getuige hiervan is het drieruits bovenlicht. Dit bovenlicht is hier afgedekt met een hardboard beplating. De deuren worden afgesloten met een sierlijke gietijzeren deurkruk. 26
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
De wanden van ruimte 0.1f zijn groteneels gepleisterd en bruin geschilderd. Aan de bovenzijde van de wanden zijn wit geschilderde bakstenen zichtbaar, die in halfsteens verband gemetseld zijn (foto boven). De zuidelijke muur is opgebouwd uit een halfsteense binnenwand, waarachter vermoedelijk een spouw en een halfsteense buitenmuur. Deze wand was tegen de bestaande gevel van het buurpand gezet. De zuidelijke buitengevel wordt op beganegrondniveau met een halfsteense rollaag beëindigd. Daartussen liggen de balken voor het plafond daarboven. Omdat de muur aan de buitenzijde gepleisterd is, zijn eventuele bouwsporen niet herkenbaar. In de noordelijke gevel, de oude buitengevel uit 1881, is ongeveer centraal in de gevel een ca. 150 cm brede halfsteense rollaag zichtbaar (foto midden), waaruit geconcludeerd mag worden dat hier vroeger een dubbelvenster of dubbele buitendeur gezeten moet hebben. Omdat de muur verder gepleisterd is, kan niet worden geconstateerd of het een deur of een raam betrof. De aanwezigheid van deze rollaag toont aan dat het rookkanaal, precies aan de andere kant van de muur, pas gemaakt is toen de deur of het raam hier verdween. Het plafond bestaat uit een enkelvoudige grenen balklaag met daarop grenen planken. In totaal gaat het om dertien balken, inclusief de twee balken die tegen de voor- en achtergevel bevestigd zijn. Hierdoor kan een hart-op-hartafstand tussen de balken gemeten worden, die exact één meter bedraagt. Aan de onderzijde van de balken bevindt zich een stelsel van grenen latten, waaruit opgemaakt kan worden dat hier ooit een verlaagd plafond gezeten moet hebben. Dat verklaart meteen waarom aan de bovenzijde van de muur wit geschilderde bakstenen zichtbaar zijn, terwijl daaronder een bruine pleisterlaag is aangebracht.
In de westelijke gevel aan de straatzijde is het brede venster uit 1922 zichtbaar, dat van buitenaf opvalt door zijn afwijkende breedte. Dit venster is in de plaats gekomen van een deur, die vanaf de straatzijde toegankelijk was. Toen ruimte aan de linkerzijde van het pand ontstond, om daar makkelijk te kunnen passeren met materialen en machines, was de functie van een extra deur aan de straatzijde vervallen. 27
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
4.3 De binnenruimtes van het woonhuis: zolderverdieping De zolderverdieping van volume A bestaat tegenwoordig uit een grote L-vormige ruimte, in gebruik als logeerkamer annex opslagruimte (ruimte z.1), twee kleinere kamers (ruimtes z.1a en z.1b) en een zolderkamer (ruimte z.2). Tot 1922 bestond de zolder uit één grote, ongedeelde ruimte. In 1922 werd het pand aan de zuidzijde uitgebreid, waardoor toen de latere zolderkamer (ruimte z.2) ontstond. Ondanks de onduidelijkheid in de tekeningen van het kadaster weten we dat de zuidelijke muur al in 1922 tegen de muur van het buurpand werd gebouwd, toen de oude achterbouw was gesloopt en de achtergevel recht was getrokken. Pas in de eerste helft van de jaren ‘80 werd de grote ruimte z.1 opgesplitst in een algemene ruimte en twee afsluitbare kamers. Met dunne, houten wanden zijn die ruimtes z.1a en z.1b gecreëerd. Ruimte z.1 kreeg daardoor de L-vorm, bestaande uit een kamerdeel aan de noordelijke zijde van de ruimte en een halletje tegen een schuin dak, ter hoogte van de oostelijke gevel (zie bouwtekening). De ruimtes z.1, z.1a en z.1b hebben een grotendeels moderne interieurafwerking, daterend uit de jaren ‘80. De noordelijke buitengevel, de schuine dakdelen en de balklaag tussen de zolder en de vliering zijn voorzien van houten of hardboard voorzetwanden en een verlaagd plafond, bestaande uit een beplating van hout of hardboard. De schuine dakhelling is in deze ruimtes ingekort. Ook hier zijn voorzetwanden geplaatst, die een forse borstwering suggereren. Achter deze voorzetwanden zullen kruipruimtes liggen, die niet toegankelijk zijn en hier dan ook verder niet beschreven worden. Ruimte z.2 is in veel mindere mate bewerkt, waardoor er daar veel originele elementen zichtbaar zijn. Alle ruimtes zijn met vloerbedekking afgewerkt. Het was niet mogelijk om de plankenvloer of de balklaag daaronder te zien. Die kan daarom niet beschreven worden, maar verdient het uiteraard, voor een pand uit de negentiende eeuw, om respectvol te worden behandeld.
28
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
4.3a Volume A zolderverdieping: beschrijving binnenruimtes Ruimte z.1 Ruimte z.1 kan bereikt worden via de houten trap. De trap komt ongeveer halverwege het centrale noordelijke deel van de ruimte uit. Het trapgat wordt op de zolderverdieping afgescheiden door twee houten balustrades. Het noordelijke deel van de balustrade bestaat uit 2 delen die met scharnieren aan elkaar zijn verbonden. Wanneer het wendbare deel vóór het trapgat wordt geplaatst, is de trap beveiligd en kan zo afgeschermd worden voor bijvoorbeeld kinderen of huisdieren. Via ruimte z.1 kunnen de ruimtes z.1a, z.1b en z.2 bereikt worden door middel van moderne deuren, gevat in moderne houten kozijnen. Deze zijn tussen 1980 en 1985 geplaatst, toen de hele zolder opnieuw werd ingericht. Op de vloer zijn tegen de wanden houten plinten bevestigd. Op de vloer van ruimte z.1 ligt een vaste vloerbedekking. De planken vloer en de balklaag eronder zijn niet zichtbaar. De wanden zijn behangen en beschilderd of direct geschilderd op houten plaatwerk. Tegen de wanden en op het plafond zijn ter verfraaiing houten latjes aangebracht als afscheiding tussen roze en groene gedeelten en tussen de wanden en het plafond. Centraal in de noordelijke gevel bevindt zich een vrij diep venster, bestaande uit twee langwerpige, openslaande ramen met spanjoletsluiting. Dit venster stond niet op bouwtekeningen uit 1923, en is mogelijk halverwege de twintigste eeuw geplaatst. Eenvoudige houten vensterbank en dagkanten.
29
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
De kap van het pand heeft twee spanten. Meer exact: verbeterde Hollandse spanten. De spantbenen zijn schuin geplaatst en worden met elkaar verbonden door trekplaten (foto linksboven). Dat zijn twee evenwijdige planken die aan de buitenzijde van de spantbenen lopen en de functie van de dekbalk overnemen. Een “kreupele stijl” aan de onderzijde van de spantbenen (foto’s rechtsboven en linksonder) neemt een deel van de neerwaartse druk over. Een blokkeel verbindt de muur en muurplaat met de stijl. (teke-ning uit: Houten kappen in Nederland, 1000-1940, H. Janse, Delft 1989, pag. 299). Ruimte z.1 wordt overspannen door twee grenenhouten verbeterde Hollandse spanten. Deze zijn gedeeltelijk verborgen achter de voorzetwanden en het verlaagde zolderplafond. Gedeeltelijk zichtbaar zijn de kreupele stijlen en delen van de blokkeels. Ter hoogte van de dekbalk worden de spanten bedekt met houten planken. Tussen de spanten zijn de in de lengterichting van de kap gordingen opgenomen. Veel delen van de spanten en gordingen zijn afgedekt of opgenomen in de tussenwandjes van de ruimtes z.1a en z.1b. In de noordelijke gevel van ruimte z.1 zijn links en rechts aan de bovenzijden delen van de grenenhouten hoekkepers te zien, die ter hoogte van de vliering het wolfseind vormen (foto rechtsonder).
30
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Ruimte z.1a De meest noordelijk gelegen binnenkamer. Ter hoogte van de buitengevel en het dakschild is een gording zichtbaar. Ook deze gording is geheel afgetimmerd met houten beschot. In ruimte z.1 is geen gording aangetroffen, maar deze bevindt zich vermoedelijk achter de voorzetwanden en het voorzetbeschot van het dak. Boven de gording in ruimte z.1a is een verdiept dakraam zichtbaar. Er bestaat een redelijke ruimte tussen de ruit en de afdekplaten aan de binnenzijde. Alle wanden en het verlaagde plafond zijn geschilderd. Tegen de oostwand van ruimte z.1a is achter voorzetwanden duidelijk het brede rookkanaal van de schouw uit de keuken zichtbaar.
Ruimte z.1b Ook in ruimte z.1b is de gording zichtbaar en bevindt er zich een dakvenster, vergelijkbaar met dat van ruimte z.1a. Alle wanden en het verlaagde plafond zijn geschilderd. In de zuidoostelijke hoek van ruimte z.1b is het rookkanaal van de schouw uit de woonkamer zichtbaar. Dat rookkanaal is smaller, maar deze brede constructie, zonder hoeken, was eenvoudiger uit te voeren.
31
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Ruimte z.2 Ruimte z.2 kan bereikt worden via een smalle deur met een moderne omlijsting op het einde van het ‘halletje’ in ruimte z.1 (zie foto linksboven). De kap van Gasthuisstraat 821 werd in 1881 gebouwd met een wolfseind aan beide uiteinden van het pand. Aan de noordzijde is het wolfseind nog steeds aanwezig. Het zuidelijke deel van het pand is in 1922 met een extra ruimte verbreed, zowel op de begane grond (ruimte 0.1f), als op de bovenverdieping (ruimte z.2). Daarmee is het zuidelijke wolfseind verdwenen. Ofschoon er geen tekeningen of foto’s van dit pand vóór 1922 bekend zijn, kan de aanwezigheid van het wolfseind aan de zuidzijde toch worden aangetoond. De steense muur tussen ruimte z.2 enerzijds en de ruimtes z.1 en z.1b anderzijds is opgebouwd in schoon metselwerk van drie verschillende soorten rode bakstenen in verschillende verbanden (foto rechtsboven). Het metselwerk vanaf een hoogte van ongeveer 1.50 meter tot aan de top van de muur en ook de muurdelen aan de rechterzijde van deze topgevel zijn in een wild verband gemetseld. Omdat deze muur onder het dak stond en een binnenmuur was, vond men het niet nodig hier een mooie muur te metselen. Een brede horizontale cementlaag aan de westzijde (straatkant) laat de scheiding zien tussen de originele afgeknotte gevel en de nieuwe muurdelen daarboven (zie foto volgende pagina, onder). Aan de rechterzijde is die scheiding niet aanwezig, omdat daar enkele gevelopeningen zijn gemaakt en omdat de oude zijgevel rechts korter was. Al deze delen van de muur zijn opgebouwd uit rode bakstenen in een wild verband van overwegend koppen. Rechts in de gevel een smalle deur met houten kozijnen. Enkele forse, lichtrode bakstenen, drie koppen groot, dienen als latei. De bakstenen aan weerszijden van de opening zijn keurig om de deurlijst gemetseld. Hieruit blijkt dat deze baksteeopvulling en de deuropening gelijktijdig gemaakt zijn. Even rechts van het midden in de top van de topgevel een 32
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
vierkante gevelopening met een grenenhouten latei. Die opening biedt toegang tot de vliering van het pand. Links achter deze opening zien we de bakstenen van de schoorsteen. In deze tussenmuur zijn twee opvallende muurdelen te zien, die qua kleur en formaat bakstenen een sterke afwijking vertonen met het al beschreven muurdeel. Het westelijke deel van de gevel (de straatzijde) wordt gevormd door de oorspronkelijke steense buitenmuur van het pand, daterend uit 1881. Dit muurdeel is opgebouwd uit rode bakstenen in een kruisverband met een tienlagenmaat van 63 cm. Aan de schuine zijde is een deel van de boerenvlechting in het metselwerk zichtbaar, hetgeen een direct bewijs is dat we hier met de oorspronkelijke buitenmuur te maken hebben. Ook is nog een muuranker uit 1881 zichtbaar, die de muur en de balklaag verbindt. Direct rechts van het oudste muurdeel uit 1881 zien we nóg een afwijkend muurdeel. Het is een rechthoek van rode bakstenen in een staand verband. Enkele bakstenen vertonen kalk-, rook- en roetsporen. We gaan ervan uit dat hier oorspronkelijk een venster gezeten heeft en dat dit zijn functie verloor bij de uitbreiding van 1922. Omdat de ruimte toegankelijk moest worden, is deze opening vermoedelijk als doorgang gaan dienen. Maar voordat het eerder beschreven deel van de muur werd gebouwd, is deze doorgang reeds dichtgemetseld. Daarna, in de periode 19801985, is er een nieuwe doorgang aan de rechterzijde gecreëerd en zijn alle onbruikbare delen van de gevel vernieuwd. De nieuwe bakstenen zijn om het rechthoe-kige vlak gemetseld en in een enkel geval zelfs op zijn kant geplaatst, om het geheel passend te maken. Concluderend mag worden aangenomen, dat het pand in 1881 aan beide zijden een wolfseind gehad moet hebben. Dit blijkt ook uit het feit dat de nokbalk niet tot aan deze muur doorloopt. (zie ook pagina 35) De oorspronkelijke afgeknotte gevel tussen de huidige ruimte z.2 en de ruimtes z.1 en z.1b is in 1922 vermoedelijk grotendeels gehandhaafd. De vensteropening bleef bestaan. 33
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek In elk van de twee schuine dakdelen in ruimte z.2 zijn twee grenenhouten gordingen zichtbaar (foto rechts). In de nok van ruimte z.2 is een nokbalk zichtbaar, die samengesteld werd uit twee grenenhouten balken die elkaar in een hoek van 90 graden raken en met de vlakke zijden tegen de dakhelling bevestigd zijn (2e foto rechts). Deze balken raken de zuidelijke muur en liggen op de noordelijke topgevel. De schuine dakdelen zijn voorzien van grenenhouten afdeklatten en een hardboard beplating als dakbeschot. In het westelijke dakschild is een modern dakraam aangebracht (3e foto rechts). Aan de onderzijde is een lage bakstenen borstwering zichtbaar (foto linksonder). Die is onderdeel van de voorgevel uit 1881. Zo weten we dat de voorgevel is opgebouwd uit schoon metselwerk van donkerrode bakstenen in een kruisverband. De borstwering wordt verlengd met een brede houten plaat die tot tegen het dakbeschot doorloopt. Aan de andere kant (oostzijde) is aan de onderzijde een gelijksoortige, maar smallere houten plaat aangebracht. De stenen borstwering is aan die zijde niet aanwezig omdat de muur daaronder, gebouwd in 1922, minder hoog is. Daar zat in het verleden een dakkapel met een doorgang naar buiten. De zuidelijke achtergevel is een blinde topgevel, opgebouwd in schoon metselwerk van lichtrode bakstenen in een kruisverband. De gevel heeft een tienlagenmaat van 65 cm. In de top wordt het geheel van nokbalken ondersteund door een grenenhouten nokstijl en een dekbalk daaronder, die met schroeven in de muur bevestigd zijn (foto rechtsonder). Op de vloer ligt een vaste vloerbedekking. De planken en de balklaag eronder kon niet worden bekeken.
34
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
3b Volume A vliering: beschrijving binnenruimtes Door de vierkante gevelopening in de top van de tussengevel in ruimte z.2 is de vliering van het pand zichtbaar. Ook hier zijn de oorspronkelijke kap-onderdelen afgedekt met een extra laag van afdeklatten en houten of hardboard platen als dakbeschot. Tussen de zolder en de vliering ligt een dunne houten balklaag, gecreëerd in de periode tussen 1980 en 1985.
De twee spantbenen zijn in de top aan elkaar bevestigd. Eén standbeen is een weinig langer dan de andere. Twee nokschoren komen vanuit de liggende planken van het A-spant en gaan schuin omhoog naar de nok van de kap. Het nokgebint bestaat in het zichtbare deel uit twee horizontaal liggende grenenhouten balken, die in een hoek van 90 graden aan elkaar bevestigd zijn, zoals ook het geval is in ruimte z.2. Ze worden ondersteund door de langste van de spantbenen en door de nokschoren. De nok wordt bij elk spant ondersteund door middel van twee schoren. De noordelijke schoor loopt door tot in het nokpunt van het wolfseind. De nokbalk loopt in het zuidelijke deel niet door tot de tussenmuur, maar heeft een duidelijke beëindiging. Op dat punt is ook de nokschoor bevestigd. Ook dát is dus een aanwijzing voor het feit, dat het pand in 1881 aan beide zijden een wolfseind gehad moet hebben. 35
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
4.4 Beschrijving van de vaste achterbouw tegen de achterzijde van het woonhuis Volume B betreft een vaste, eenlaagse achterbouw met platdak, gesitueerd tegen het zuidelijke deel van de achtergevel van het woonhuis. Deze achterbouw dateert van 1923. In dat jaar werd een vergunning verleend voor het bouwen van een WC en “slagersrookerij” voor P. de Rooij-van den Heuvel. Totale kosten: ƒ500,- Voor het eerst werd deze uitbouw pas op de kadastertekening van januari 1935 op perceel E126 ingetekend met rode lijnen. Volume B is ingedeeld in drie ruimtes.Voor het juiste overzicht hebben wij ze onderscheiden in ruimte 0.2a, 0.2b en 0.2c. De ruimtes 0.2a en 0.2b zijn in gebruik als opslagruimtes. Ruimte 0.2c was niet toegankelijk en wordt hier derhalve niet beschreven. 4.4a Volume B: algemene beschrijving buitenmuren Volume B - noordelijke gevel (voorgevel) Eenlaagse lijstgevel, opgebouwd uit witte, geschilderde bakstenen in een kruisverband. Tienlagenmaat van 66,5 cm. Grijze, geschilderde plint. Links in de gevel een moderne, geschilderde, houten glas-paneeldeur boven een ongeschilderde bakstenen drempel. Boven de deur een steense rollaag. Midden en rechts in de gevel een gekoppelde pui met geschilderde houten kozijnen. Deze pui bestaat uit drie segmenten. In het linker- en middendeel wit geschilderde vierruits vensters met daarboven tweeruits valramen die naar binnen kunnen kantelen. Tussen het middelste en rechtersegment een dubbele groen geschilderde, houten tussenstijl.
36
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Het rechterdeel van de pui heeft een moderne, groen geschilderde, houten glas-paneeldeur boven een ongeschilderde bakstenen drempel. Boven de deur een wit geschilderd tweeruits valraam. Onder het venstergedeelte van de pui een lekdorpel, bestaande uit geschilderde bakstenen. Boven de pui een halfsteense rollaag die naar rechts toe doorloopt tot aan de achtergevel van volume A. In deze rollaag, centraal boven de pui steekt een geschilderde balk uit de gevel. Die heeft ooit als ondersteuning van een bakgoot gediend (foto rechts midden). In de bovenste baksteenlaag van het linkergedeelte zijn bakstenen zichtbaar ter grootte van klezoren. Waarschijnlijk zijn dit strekken die op hun kant gelegd zijn en verder naar boven liggen achter een houten boeiboord dat zich over de gehele breedte van de gevel uitstrekt. Het boeiboord is afgetopt met een aluminium lijst. Volume B - oostelijke gevel (linkerzijgevel) Eenlaagse lijstgevel, opgebouwd uit witte, geschilderde bakstenen in een kruisverband. Tienlagenmaat van 66,5 cm. Grijze, geschilderde plint. Geheel rechts in de gevel een groen geschilderde regenpijp. Links een klein, rechthoekig venster met witte, geschilderde regels en stijlen, gevat in een groen geschilderd houten kozijn, zonder onderdorpel. De ruit van het venster bestaat uit kathedraalglas. Dit deeltje van de achterbouw was lange tijd als toilet ingericht. Onder het venster een geschilderde betonnen lekdorpel. Ter hoogte van de fries van de gevel loopt een horizontale vertakking van de regenpijp tot over het dak van volume C. Groen geschilderd houten boeiboord met aluminium rand. Volume B - zuidelijke gevel (achtergevel) Eenlaagse, blinde, wit geschilderde, gepleisterde lijstgevel met geschilderd houten boeiboord met aluminium rand rondom. Volume B - dak Platdak, bedekt met bitumen. Halverwege, tegen de zuidelijke zijgevel een vierkante ongeschilderde bakstenen schoorsteen. 37
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
4.4b Volume B: beschrijving van de binnenruimte Ruimte 0.2a Ruimte 0.2a kan bereikt worden via een dubbele houten deur, komende vanuit ruimte 0.1f. Ook kan de ruimte bereikt worden via de tuin. De vloer is van afgestreken beton met een rode cementlaag. De bakstenen gevels zijn gepleisterd en paars/roze geschilderd. Op diverse plaatsen heeft de pleistering losgelaten en zijn de bakstenen zichtbaar. Het stelsel van deur- en vensterkozijnen in de noordelijke buitengevel heeft aan de binnenzijde ter hoogte van de valramen houten tochtwangen. De dubbele houten deur naar ruimte 0.1f is geschilderd en heeft een fors kantelbaar drieruits bovenlicht (foto linksboven). In ruimte 0.1f is dit bovenlicht afgedekt met een hardboard beplating. In ruimte 0.2a zijn de kozijnen en roeden zichtbaar. Met name moet hierbij op het zware, geprofileerde deurkalf gewezen worden, dat onder andere met een ojiefprofiel is versierd (foto hierboven). Deze dubbele deuren en bovenlicht dateren van 1922 en hebben slechts tussen 1922 en 1923 als buitendeur gediend. In de uiterste zuidoostelijke hoek van ruimte 0.2a bevindt zich aan de bovenzijde een vierkante opbouw met een aanzet tot een schoorsteen met rookkanaal. Dit rookkanaal loopt niet door naar de vloer, maar is slechts zo’n 40 cm lang. Aan de onderzijde een metalen vierkante plaat waarin de schoorsteenpijp is opgenomen. Hieronder heeft een rookinrichting gestaan, die met een pijp verbonden was met de schoorsteen. 38
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
In de achtergevel (oostelijk) was in het verleden een deur geplaatst die deze ruimte verbond met een klein kamertje achter de toiletruimte 0.2b. De opening is niet gesignaleerd, maar wellicht is deze ruimte 0.2c nog te betreden. Het plafond van ruimte 0.2a bestaat uit houten planken met daaronder een enkelvoudige grenen balklaag met een hart-op-hartafstand van 60 cm (foto rechts). Ruimte 0.2b Ruimte 0.2b betreft een kleine ruimte in volume B, die middels een deur in de tuin bereikt kan worden. Dit betreft de voormalige toiletruimte, die evenals ruimte 0.2a al in 1923 gebouwd werd. Deze ruimte heeft gefunctioneerd tot 1988, toen in het woonhuis een douche- en toiletruimte werd gebouwd op de plaats van de opkamer en kelder. Het achterste deel van deze ruimte, ruimte 0.2c, is afgescheiden van deze toiletruimte en kon via ruimte 0.2a bereikt worden. De binnengevels van de voormalige toiletruimte zijn grijs gecementeerd. Het wc-raampje is, zoals ook aan de buitenzijde was geconstateerd, voorzien van kathedraalglas. De toiletruimte is evenals de schuur ernaast, als opslagruimte in gebruik (foto rechts).
De vloer van de ruimte was aan het zicht onttrokken door de vele voorwerpen die de ruimte vullen (foto rechtsonder). Het platdak bestaat uit een houten beplating en een samengesteld kapje daaronder, bestaande uit twee houten balkjes en een dwarsbalkje (foto hierboven). 39
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
4.5 Beschrijving van de vaste achterbouw tegen de achterzijde van volume B Volume C dateert hoogstwaarschijnlijk van 1956. De bronnen omtrent het bouwjaar van dit volume spreken elkaar echter tegen. De tienlagenmaat van de achterbouw volume A bedraagt 66,5 cm, terwijl dit gebouwtje een tienlagenmaat heeft van 65,5 cm. De voegen waren in beide gevallen even dik. Het betreft een vaste, eenlaagse achterbouw met platdak, gesitueerd tegen de oostelijke achtergevel van volume B. Volume C is een fractie lager en iets minder diep dan volume B. 4.5a Volume C: algemene beschrijving buitenmuren Volume C - noordelijke gevel (voorgevel) Eenlaagse lijstgevel, waarvan de zichtbare delen zijn opgebouwd uit witte, geschilderde bakstenen in een halfsteensverband. Tienlagenmaat van 65,5 cm. Grijze, geschilderde plint. Volume C is sterk bouwvallig (foto rechts), de gevel staat vrij bol naar buiten toe en wordt ondersteund door een aantal houten platen en een houten plank. Hierdoor is het grootste deel van de noordelijke gevel aan het oog onttrokken. Uit bestaande geveltekeningen weten we dat er links in de gevel een klein rechthoekig venster zit. Rechts een moderne, groen geschilderde houten deur, bestaande uit verticaal geplaatste planken. Boven de deur een halfsteense of steense strek, die deels aan het zicht onttrokken is door een groen geschilderd houten boeiboord. Ter versteviging zijn aan de bovenzijde van het boeiboord nog een ongeschilderde houten balk en plank bevestigd. Volume C - oostelijke gevel (zijgevel) Eenlaagse, wit geschilderde, gepleisterde lijstgevel. Centraal in de gevel een rechthoekige gevelopening, die is dicht gezet met wit geschilderde, verticale planken. Boven deze dicht gezette gevelopening steekt een deel van een balk iets uit de gevel. Dit balkdeel is wit geschilderd.
40
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Volume C - zuidelijke gevel (achtergevel) Eenlaagse, blinde, wit geschilderde, gepleisterde lijstgevel. Op de foto hierboven is de zuidelijke gevel van het woonhuis en de achterbouwen B en C zichtbaar. Volume C - dak Dak belegd met asbest golfplaten.
4.5b Volume C: beschrijving van de binnenruimte Volume C - Ruimte 0.3 Volume C bestaat uit één ongedeelde ruimte, hier ruimte 0.3 genoemd. Ook deze ruimte is volledig gevuld met materialen, waardoor de binnenruimte slechts deels te zien was. De wanden van deze ruimte zijn paarsrood geschilderd en grijs gecementeerd. Het dak van ruimte 0.3 bestaat uit een hardboard beplating. Daaronder een forse grenen balk. Aan de zijkanten links en rechts een grenen balkje ter ondersteuning van de beplating. De beplating heeft deels losgelaten, waardoor de asbest golfplaten zichtbaar zijn, die het dak bedekken.
41
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
4.6 Beschrijving van de schansmuur en de hekpijler 4.6a Inleiding De schansmuur en de hekpijler ten noorden van het perceel Gasthuisstraat 821 dateren hoofdzakelijk van 1925 (voorste gedeelte) en gedeeltelijk van ca. 2015 (achterste gedeelte). Op de kadastrale hulpkaart uit 1925 wordt een nieuwe begrenzing ingetekend tussen het erf van slager De Rooij en het terrein waarop de kleuter- en lagere school staan. Op de kaart is de nieuwe grens rood gekleurd. Op de erfgrens is toen een schansmuur gebouwd. Het schoolterrein was daarna van de straat afgescheiden door deze muur en twee hekpijlers. Eén ervan staat nu nog op de grens tussen Gashuisstraat 821 en bejaardencentrum Wilgenhof. 4.6b Beschrijving schansmuur en hekpijler Ten noorden van het hoofdgebouw, volume A, staat een rechthoekige hekpijler, uitgevoerd in schoon metselwerk van rode bakstenen en opgebouwd in een metselverband van drie koppenlagen, waarboven een laag met een strek en twee drieklezoren. De hekpijler heeft een trasraam waarin als versiering ook een blok met strekken op hun kanten is aangebracht. In de bovenste lagen van de hekpijler twee uitstekende baksteenlagen. De noordoostelijke hoek van de hekpijler heeft een inkeping. Tegen de zuidelijke zijde van de hekpijler staat een lange schansmuur, die tot aan het einde van het perceel doorloopt. Het voorste deel van deze muur, staand tegen de hekpijler, heeft ook baksteenversieringen in de vorm van strekken op zijn kant en kleine uitspringende steenlagen.
42
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
De muur bestaat uit muurdelen en daartussen muurpijlers. De voorste zeven muurdelen en (de hekpijler meegerekend) acht pijlers zijn in 1925 gemetseld. De achterste drie muurdelen zijn recent, ca. 2015, aangebracht. De muur is uitgevoerd in metselwerk van rode baksteen, opgebouwd in een Vlaams verband. De muurpijlers bestaan uit afwisselend een koppenlaag en een laag met een kop en twee drieklezoren. Muur en pijlers worden beëindigd met een uitstekende strekkenlaag, afgetopt met een halfsteense rollaag. De metselverbanden van de muur en pijlers zijn gelijk aan de nieuwe muurdelen. De oude muur die aan de zijde van het bejaardenhuis te zien is, vertoont nog de originele ongeverfde bakstenen. De buitenzijde van de muur is ongeschilderd. Hier is in de onderste lagen een trasraam zichtbaar, uitgevoerd in donkerrode baksteen. De eerste zeven muurdelen aan de binnenzijde zijn geschilderd. De hekpijler en de schansmuur dateren van begin 1925. Ze zijn gebouwd in verband met een uitbreiding van het schoolgebouw, dat ten noorden van het pand lag, en de daarmee gepaard gaande perceelsverandering. Circa 1972 is deze school afgebroken, toen zal de linkerhekpijler verdwenen zijn.
43
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
5
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Ontdekkingen
Door het onderzoek zijn de volgende zaken aan het licht gekomen: 1: Gasthuisstraat 821 is gebouwd in 1881, zoals uit de kadastrale gegevens blijkt. Het pand had destijds een wolfseind aan beide zijden. 2: In 1922 werd aan de zuidzijde van het pand een extra segment toegevoegd, die het pand verbreedde. Tegelijk werd toen de oude zijmuur inpandig en het wolfsdak verwijderd. Een klein deel van de oude muur en een muuranker van 1881 bestaan nog. De pleistering van alle gevels van volume A zijn in 1922/1923 aangebracht. 3: In 1988 zijn de opkamer en kelder verbouwd tot douche- en toiletruimte. De kelder is met zand opgevuld. 4: De huidige achterbouw is in 1923 gebouwd als slagersrokerij. In een afzonderlijk deel van die achterbouw was een WC-ruimte ingericht. 5: Tot circa 1982 was het dak bedekt met oude holle pannen. Daarna zijn deze vervangen door de rode muldenpannen. 6: De hekpijler en de schansmuur dateren van 1925, toen er een grondruiling met de belendende school plaatsvond.
6
Waardestelling
Het pand Gasthuisstraat 821 is sinds 2008 opgenomen op de gemeentelijke lijst van monumenten van de gemeente Eindhoven. In de redengevende omschrijving wordt vermeld: “Het woonhuis is een voorbeeld van een eenvoudige doch harmonieuze bouwstijl van omstreeks 1900. Vooral de voorgevel met schuifvensters met gedeelde bovenramen en figuratief glas in lood en de inscripties in de gepleisterde lateien dragen daar in bij. De woning en met name de voorgevel en linker zijgevel zijn in hoofdzaak gaaf bewaard gebleven. De woning maakt onderdeel uit van de nog resterende historische bebouwing langs de Gasthuisstraat en bezit in die hoedanigheid een ensemblewaarde en een ruimtelijke waarde. De woning heeft een cultuurhistorische waarde als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de kleinschalige dorpswoning rond 1900. De gebruikersgeschiedenis met de functie als slagerij, alhoewel deze thans niet meer herkenbaar is, draagt bij aan de sociale ontwikkeling van de afwisselende bebouwing aan de Gasthuisstraat. De woning draagt bij aan de herkenbaarheid van de historische kern van Stratum.”1 noot 1: Deze redengevende omschrijving is opgenomen in het gemeentelijk monumentendossier van Gasthuisstraat 821.
De woning kan op basis van ons onderzoek als een monumentaal pand worden beschouwd. Daarvoor is een groot aantal argumenten op te sommen. Hieronder volgen de belangrijkste. 1 - De Gasthuisstraat is samen met de Sint-Jorislaan en de Schalmstraat een van de oudste straten van het oude dorp Stratum. De aanwezigheid van de kerk bij deze straten bewijst dit. De oude kern van Stratum is in deze buurt nog herkenbaar door meerdere oude gebouwen en industriële panden. Dit pand staat in die oude kern en kan tot een van de oudste panden in deze omgeving beschouwd worden. 2 - De gepleisterde gevels van het dwarshuis in de Gasthuisstraat, zorgen voor een opvallende verschijning. Hoewel in het verleden veel enkellaagse woningen met een zadeldak in de bebouwing, zowel in de binnenstad als in de oude dorpen hebben gestaan, slinkt dit aantal nog steeds. Ondanks de wit gepleisterde schijnblokken, de versieringen boven de vensters en deuren en de glas-in-loodvensters is het (typologische) beeld van een eenvoudige dorpswoning volledig herkenbaar. De vensters zijn in 1881 respectievelijk in 1922/1923 geplaatst en hebben allemaal dezelfde indeling met een grote onderruit en een gedeeld bovenraam. Vensters, deuren en regenpijpen zijn geverfd in de kleuren 44
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
wit en groen en uiterlijk verkeert het pand in een goede staat. 3 - De logeerkamer aan de straatzijde was in het verleden ingericht als slagerswinkel. Een aantal onderdelen, zoals de witte muurtegeltjes en de plavuizenvloer, is nog aanwezig. De oude keuken, met een schouw, is bewaard gebleven. Een aantal deurkozijnen uit de bouwperiode (1881) is nog steeds in het pand opgenomen. In één geval is geconstateerd, dat de deuropening, inclusief een oud deurkozijn, verplaatst is naar een andere wand. 4 - De bouwkundige indeling die het pand bij de bouw in 1881 kreeg, is in 1922/1923 aangepast, omdat een deel van het pand als slagerij werd ingericht. De oorspronkelijke achterbouw uit 1881 werd in 1922/1923 gesloopt en vervangen door een bijbouw aan de noordelijke grens van het pand. Die werd als rokerij ingericht ten behoeve van de slagerij. De bestaande deur aan de straatzijde heeft lange tijd gediend als toegang tot de winkel. Zoals gebruikelijk was bij de meeste dorpswoningen, werd -in 1922- in de achtergevel een achterdeur geplaatst, waardoor de keuken (later via een halletje) kon worden betreden. Het halletje naast de keuken is na 1923 toegevoegd ten koste van een deel van de keuken. De huiskamer aan de straatzijde werd vergroot door de voorkamer aan de straatzijde samen te voegen met een kleinere kamer (slaapkamer?) aan de achterzijde. De opkamer en kelder zijn pas in 1988 vervangen door een moderne toiletruimte met douche. Het toilet bevond zich tot die tijd in de achterbouw, buiten de woning. Hier blijkt dat het hebben van een (verwarmde) douche- en toiletruimte voor de gewone burger tot ver in de twintigste eeuw geen standaard-luxe was. Ondanks deze verbouwwingen is de typologie van deze woning, de eenvoudige dorpswoning uit de laatste helft van de negentiende eeuw, nog steeds herkenbaar. 5 - De spanten van het pand hebben een hoge monumentwaarde. Zij zijn in 1881 door een plaatselijke timmerman gebouwd. De zolderruimte is tegenwoordig volledig ingedeeld in aparte ruimtes met veel voorzetwanden, maar is ondanks die ingrepen nog herkenbaar als een ongedeelde zolder met houten vloer en enkelvoudige balklaag. De kap heeft niet meer de redelijk zware balkenconstructie, die rond 1880 nog veelvuldig werd toegepast. Hier is een lichte, modernere constructie van het A-spant toegepast, dat nu het nieuwe verbeterde Hollandse spant wordt genoemd. Dat betekent, dat deze vrij nieuwe manier van bouwen toen ook al in Stratum werd toegepast. De nokbalk is een typisch plaatselijk product, mogelijk uit een latere tijd. Het wolfseind aan de noordelijke zijde is representatief voor dorpse (boeren-) woningen. Op de bovenverdieping is de ruimte in het zuidelijke deel niet oorspronkelijk, maar in 1922 toegevoegd, ten koste van een wolfseind in het dak op die plaats. De sporen van deze verbouwing in 1922 zijn qua architectuur nog duidelijk af te lezen. Een deeltje van de oorspronkelijke zijgevel met boerenvlechting en een oud muuranker uit 1881 zijn bewaard. 6 - De achterbouw uit 1923 is een voorbeeld van kleinschalige ondernemersactiviteiten. In dit gebouwtje met schoorsteen werd het bedrijfsproces ondersteund door zijn inrichting als eenvoudige rokerij voor de slagerij. Samen met de nog aanwezige sporen van de slagerij in de voorkamer zijn deze ruimtes typerend voor de slager, die zijn bedrijf aan huis had. 7 - De grote tuin aan de achterzijde is nu voornamelijk als bedrijfsterrein in gebruik. Cultuurhistorisch is de omvang van die tuin een mooi voorbeeld van het belang van een grote tuin, die bij voorkeur gebruikt werd om in de voedselvoorziening van de bewoners te voorzien. 8 - De hekpijler en schansmuur aan de zijkant van het terrein herinneren aan de geschiedenis van de directe omgeving van dit pand. Het oude gasthuis is jaren geleden reeds gesloopt. Bejaardenhuis Wilgenhof contrasteert ook in hoge mate met dit historische pand. Dat wil zeggen, dat hier naast elkaar het oorspronkelijke (kleine) bouwvolume van een oude woning naast de moderne hoge (volumneuze) bebouwing van het bejaardenhuis staan. Dit verhoogt de belevingswaarde van het woonhuis. 45
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
6.a Waardestellingstekeningen In de vervaardigde tekeningen van plattegronden en gevelaanzichten, die op de volgende pagina’s weergegeven worden, geven wij aan welke onderdelen van de binnen- en buitengevels en van de plafonds een bepaalde monumentwaarde vertegenwoordigen. Het pand Gasthuisstraat 821 bezit een status van gemeentelijk monument. In die waardestelling, die door de gemeente is gemaakt, zijn de waarden van het pand en van de gebouw-onderdelen slechts globaal benoemd. Wij hebben hier een interne waardenstelling toegepast, conform de “Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek” (Den Haag, 2009). Bij een interne waardenstelling worden de monumentwaarden van een pand in onderlinge samenhang vergeleken. Op basis daarvan vindt een classificatie plaats in drie categorieën. Hoewel in de genoemde “Richtlijnen” alleen de waardering in kleuren van de plafonds (elk plafond is de vloer van de bovenliggende ruimte) wordt geadviseerd, zijn wij van mening, dat ook de inkleuring van gevels en daken verhelderend kan werken. Dit zal vooral het geval zijn, als delen van wanden in het verleden in sterke mate zijn verbouwd. Bij dit pand is dat overigens nauwelijks te constateren, omdat de meeste muren gepleisterd zijn. Bovendien hebben bijna alle ruimtes een verlaagd plafond. De categorieën die worden aangeduid, zijn: • hoge monumentwaarde (van groot belang voor de structuur en/of de betekenis van het object of gebied); • positieve monumentwaarde (van belang voor de structuur en/of de betekenis van het object of gebied), en; • indifferente waarde (van geen of relatief weinig belang voor de structuur en/of de betekenis van het object of gebied). N.B.: Conform de richtlijnen hebben wij ons uitsluitend gebaseerd op de bouwhistorische, de architectuuren de cultuurhistorische belangen van het complex, zonder rekening te houden met de bouwtechnische toestand.
46
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
47
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
48
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek
Gasthuisstraat 821 Eindhoven
49
7 Bronnen en literatuur Literatuur: - Bergeijk van F., De Sint-Jorisparochie in Eindhoven viert feest: De kerkrestauratie voltooid, 19, 20 en 21 januari 2007, Eindhoven 2007. - Bot P., Vademecum historische bouwmaterialen, installaties en infrastructuur, Alphen aan de Maas 2009. - Bosma K. e.a., Bouwen in Nederland 600-2000, Zwolle 2007. - Blijdenstijn R. en R. Stenvert, Bouwstijlen in Nederland 1040-1940, Nijmegen 2000. - Govers J. en W. van der Sommen, Eindhoven in oude ansichten, een wandeling door Stratum, Eindhoven 2001. - Hulsman B. en L. Kramer, Het rijtjeshuis, de geschiedenis van een oer-Hollands fenomeen, Amsterdam 2013. - Janse H., Houten kappen in Nederland 1000-1940, Amsterdam 1989. - Korthorst L., De opgraving bij de St. Joriskerk te Eindhoven. Op zoek naar overblijfselen van de mideleeuwse kerk van Stratum. In rapport 23 van het Archeologisch Centrum Eindhoven, Eindhoven 2008. - Melssen J.Th.M., tekst bij de verschijning van de facsimile van de kaart van Jacob Van Deventer uit 1560, Uitgave Drukkerij Vrijdag, Eindhoven 1982. - Mombers H., Dakpannengids, z.p., maart 2000. - Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed, Stichting Bouwhistorie Nederland, Vereniging Nederlandse Gemeenten, Atelier Rijksbouwmeester en Rijksgebouwendienst, Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek, lezen en analyseren van cultuurhistorisch erfgoed, Den Haag 2009. - Spoorenberg J., Bronnen van inkomsten in de dorpen tussen 1800 en 1850. In: ‘t Gruun Buukske van de Heemkundige Studiekring Kempenland, Eindhoven 1981. - Spoorenberg J., De Stratumse textielindustrie in de eerste helft van de 19e eeuw. In: ‘t Gruun Buukske van de Heemkundige Studiekring Kempenland, Eindhoven 1981. - Strijbos H., Kerken van heren en boeren, ‘s-Hertogenbosch 1995. - Stokroos M., Alles wat je altijd al wilde weten over monumenten en bouwstijlen, Bussum 2006. Archieven: - BHIC (Brabants Historisch Informatie Centrum), ‘s-Hertogenbosch - Gemeente Eindhoven, archief bouwvergunningen - RHCe (Regionaal Historisch Centrum Eindhoven): beeldbank (foto’s en ansichten) - RHCe: bouwvergunningen Eindhoven Websites: - nl.wikipedia.org - pdokviewer.pdok.nl - www.bhic.nl - www.bing.com/maps - www.eindhoven.nl - www.eindhoven-encyclopedie.nl - www.eindhoveninbeeld.com - www.eindhoven-in-beeld.nl
50