EINDEJAARSTIPS BTW 2010 INHOUDSOPGAVE
Eindejaarstips btw 2010
Pagina 1
INHOUDSOPGAVE
1
MELD VERBREKING/WIJZIGING FISCALE EENHEID BTW
3
ONROEREND GOED
4
BELASTE LEVERING
4
BELASTE VERHUUR
4
HERZIENING AFTREK BIJ LEEGSTAND
4
AFTREK VOORBELASTING
6
VOLLEDIGE AFTREK GEMENGD GEBRUIKTE ONROEREND GOED
6
HEFFING OVER PRIVEGEBRUIK INVESTERINGSGOED
6
HEFFING OVER PRIVEGEBRUIK INTERNE DIENSTEN
7
HERZIENING JAAR INGBRUIKNAME
7
HERZIENING INVESTERINGSGOEDEREN
7
PRIVEGEBRUIK AUTO ONDERNEMER
8
PRIVËGEBRUIK AUTO PERSONEEL
8
KANTINEREGELING
9
TERUGGAAF BTW
10
BTW DUBIEUZE DEBITEUREN
10
AMBTSHALVE TERUGGAAF BTW
10
BIJZONDERE REGELINGEN
11
KLEINE ONDERNEMERSREGELING
11
BTW BUITENLAND
12
AFSTANDSVERKOPEN
12
TERUGGAAFVERZOEK BUITENLANDSE BTW
13
AANGIFTE
14
KWARTAALAANGIFTE
14
Eindejaarstips btw 2010
Pagina 2
SUPPLETIEAANGIFTE
14
ADMINISTRATIE
15
OUDE ADMINISTRATIE
15
BTW-ONDERNEMER
MELD VERBREKING/W IJZIGING FISCALE EENHEID BTW Ondernemers die zijn opgenomen in een fiscale eenheid voor de btw zijn hoofdelijk aansprakelijk voor elkaars btw-schulden. Indien een onderdeel van de fiscale eenheid niet langer economische activiteiten verricht of aan één van de andere voorwaarden (financiële, organisatorische en economische verwevenheid) niet langer wordt voldaan, verdient het aanbeveling om de inspecteur hiervan op de hoogte te stellen en de fiscale eenheid te verbreken of te wijzigen.
Eindejaarstips btw 2010
Pagina 3
ONROEREND GOED
BELASTE LEVERING Levering van gebouwen die meer dan twee jaar in gebruik zijn met het erbij behorende terrein is in principe vrijgesteld van btw-heffing. Partijen kunnen echter opteren voor een belaste levering, mits de koper het gekochte in het boekjaar van levering en het daaropvolgende boekjaar en voor minimaal 90% (sommige branches 70%) gebruikt voor belaste activiteiten. De koper is verplicht om na afloop van het boekjaar dat volgt op het boekjaar van levering een verklaring naar de verkoper en de inspecteur te sturen waarin de koper verklaart of al dan niet voldaan is aan het 90%- (of 70%-) criterium. Het opteren voor een belaste levering is onterecht indien de koper de gekochte onroerende zaak niet in het boekjaar dat volgt op het boekjaar van levering in gebruik heeft genomen. Door het vervallen van de optie wordt de (eventuele) herzienings-btw die de verkoper alsnog verschuldigd is, nageheven bij de koper. In de rechtspraak bestaat er op dit moment onduidelijkheid of de wettelijke bepaling die de verschuldigdheid van deze herzienings-btw naar de koper verlegd verbindend is.
BELASTE VERHUUR Verhuur van onroerende zaken is in principe vrijgesteld van btw-heffing. Partijen kunnen echter opteren voor belaste verhuur, mits de huurder het gehuurde voor minimaal 90% (sommige branches 70%) gebruikt voor belaste activiteiten. Blijkt de huurder in enig jaar niet langer te voldoen aan deze voorwaarde dan zal de verhuur vrijgesteld zijn. Dit kan gevolgen hebben voor de eerder afgetrokken voorbelasting (zie herziening). Hierop bestaat een uitzondering indien het niet voldoende aftrekgerechtigde gebruik voor de huurder redelijkerwijs niet voorzienbaar en incidenteel is.
Eindejaarstips
Advies: - Ga na of de huurder nog voldoet aan de voorwaarden. - Ga de huurcontracten na of de risico’s voor het niet voldoen aan de voorwaarden afgewenteld zijn op de huurder en pas indien nodig de contracten aan.
btw 2010
HERZIENING AFTREK BIJ LEEGSTAND De staatssecretaris heeft een goedkeuringsregeling opgenomen voor die gevallen waarin de eigenaar van een pand reeds een belast verhuurcontract heeft gesloten met een huurder, terwijl de huurder het pand nog niet in gebruik genomen heeft.
Pagina 4
In principe geldt dat niet voldaan is aan het 90%-criterium wanneer de huurder het onroerend goed nog niet in gebruik genomen heeft op 31 december van het jaar waarin het huurcontract is ingegaan. Dit zou aan de zijde van de verhuurder leiden tot herziening van alle in aftrek gebrachte btw ten aanzien van het verhuurde onroerend goed. De goedkeuringsregeling houdt in dat aan leegstand geen gevolgen worden toegekend wanneer uiterlijk in gebruik is genomen vóór het einde van het jaar na het boekjaar van de ingang van het huurcontract. Bij een huurcontract wat is ingegaan in
2009, moet het onroerend goed dus uiterlijk in gebruik genomen zijn op 31 december 2010. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: de huurder gebruikt de onroerende zaak tenminste 6 maanden achter elkaar; de huurder voldoet in het jaar van feitelijke ingebruikname aan de 90%- (of 70%-) norm; en de verhuurder geeft een schriftelijke verklaring aan de inspecteur. De verhuurder moet instemmen dat de naheffingstermijn en de herzieningstermijn van de aftrek door de verhuurder start in het boekjaar van feitelijke ingebruikname door de huurder.
Eindejaarstips btw 2010
Pagina 5
AFTREK VOORBELASTING
VOLLEDIGE AFTREK GEMENGD GEBRUIKTE ONROEREND GOED Tot 2011 kan een ondernemer de btw ter zake van een onroerende goed dat zowel voor (btw-belaste) bedrijfsdoeleinden als voor privédoeleinden gebruikt wordt, volledig in aftrek te brengen. Vervolgens moet de btw op het privégebruik in termijnen terugbetaald worden. Met ingang van 1 januari 2011 komt aan deze mogelijkheid een einde. Vanaf die datum s slechts aftrek mogelijk indien en voor zover de ondernemer het onroerend goed voor zijn btw-belaste bedrijfsactiviteiten gebruikt. Voor onroerende goederen in aanbouw die pas in 2011 in gebruik genomen worden, gelden de “oude” regels indien de ondernemer in 2010 een eerste termijnfactuur heeft ontvangen en de hierop in rekening gebrachte btw volledig in aftrek heeft gebracht.
HEFFING OVER PRIVEGEBRUIK INVESTERINGSGOED Een belast presterende btw-ondernemer die een gemengd (privé en zakelijk) te gebruiken investeringsgoed aanschaft en volledig tot zijn btw-ondernemingsvermogen rekent, heeft recht op volledige aftrek van de in rekening gebrachte btw. Hier staat tegenover dat de ondernemer gedurende vijf (roerende investeringsgoederen) of tien jaren (onroerende goederen), ieder jaar een heffing over het privégebruik verschuldigd is in het laatste tijdvak van het kalenderjaar. Dit verschuldigde bedrag moet worden opgenomen in post 1d van de btw-aangifte. De maatstaf van heffing voor het privégebruik wordt gevormd door de voor de dienst gemaakte uitgaven. Er bestaat een onderscheid tussen kosten voor: 1. de verwerving of vervaardiging van het goed; en 2. onderhoud, verbetering en dergelijke van het goed.
Eindejaarstips btw 2010
Ad 1 De kosten die toerekenbaar zijn aan het privégebruik van het verworven of vervaardigde investeringsgoed, moeten worden bepaald op basis van het werkelijk privégebruik. De kosten worden uitgesmeerd over vijf (roerende investeringsgoed) of tien jaren (onroerende goed). Het is aan de ondernemer om een methode te bedenken die het werkelijk privégebruik aannemelijk maakt. Dit kan zijn op basis van oppervlakten (m²) of op basis van tijdsaanduidingen (dagen). De ondernemer is gehouden te kiezen voor de methode die het meest aansluit bij het werkelijk privégebruik. Bij investeringsgoederen waarbij gemengd gebruik tegelijkertijd plaatsvindt, bijvoorbeeld in een (woonwerk)pand, kan het privégebruik meestal het beste aannemelijk gemaakt worden op basis van oppervlakten. Een tijdsevenredige berekening is daarentegen een goede methode voor een vakantiehuis dat zowel verhuurd wordt als voor privédoeleinden gebruikt wordt.
Pagina 6 Ad 2 Ook de kosten die toerekenbaar zijn aan het privégebruik van de kosten voor het onderhoud, de verbetering en dergelijke moet worden toegerekend op basis van het werkelijk privégebruik. Hiervoor gelden dezelfde regels als voor de berekening bij het
verwerven en vervaardigen van het goed. Het privégebruik van de kosten voor onderhoud, verbetering, e.d. wordt volledig belast in het jaar van gebruik.
HEFFING OVER PRIVEGEBRUIK INTERNE DIENSTEN Extern met btw ingekochte diensten vallen niet onder de heffing over het privégebruik van interne diensten. Deze heffing is volgens de staatssecretaris alleen aan de orde bij het zonder vergoeding, intern door de ondernemer zelf verrichte diensten ten behoeve van zijn privédoeleinden, privédoeleinden van zijn personeel of andere dan bedrijfsdoeleinden. Een voorbeeld hiervan is de ondernemer met een schoonmaakbedrijf die zijn personeel zijn privéwoning en/of woningen van zijn personeel laat schoonmaken.
HERZIENING JAAR INGEBRUIKNAME Een ondernemer die door hem aangekochte goederen en/of diensten gebruikt voor zowel btw-vrijgestelde als btw-belaste activiteiten, kan in principe slechts een deel van de btw aftrekken. Bij ingebruikname van de goederen en/of diensten moet de in aftrek gebrachte btw herzien worden aan de hand van de gegevens van het tijdvak van ingebruikname (omzetverhouding of werkelijk gebruik). Aan het eind van het jaar moet de aftrek van btw nogmaals herzien worden aan de hand van de gegevens die gelden voor het gehele boekjaar. Te weinig in aftrek gebrachte btw kan in post 5b van de laatste btw-aangifte van het jaar alsnog geclaimd worden. Te veel afgetrokken btw moet in post 5b als negatief bedrag worden opgenomen en terugbetaald worden.
HERZIENING INVESTERINGSGOEDEREN
Eindejaarstips btw 2010
Pagina 7
De aftrek van btw op aangeschafte goederen en diensten is in beginsel definitief na de herziening aan het eind van het jaar van ingebruikname. Voor investeringsgoederen gaat vanaf de ingebruikname ervan een herzieningstermijn van negen (onroerende goederen) of vier (roerende investeringsgoederen) jaren lopen. Aan het eind van het jaar van ingebruikname moet wel alle in aftrek gebrachte btw herzien worden. Daarna geldt een herzieningstermijn van 9 jaar (volgend op het jaar van ingebruikname) en voor roerende zaken een termijn van 4 jaar (volgend op het jaar van ingebruikname). Met roerende zaken wordt in dit kader bedoeld: roerende zaken waarop voor de IB of VPB wordt afgeschreven. Bij herziening wordt ook de aftrek in verhouding tot het gebruik bekeken. Anders dan bij de herziening die aan het einde van het jaar van ingebruikname wordt verricht, wordt bij afwijking in latere jaren echter niet het hele bedrag van de eerder afgetrokken voorbelasting gecorrigeerd, maar slechts dat deel e e wat toerekenbaar is aan het betreffende jaar (1/10 deel bij onroerende zaken, 1/5 bij roerende zaken). Wijzigt het gebruik van een onroerende zaak in jaar 5 dus van volledig belast naar volledig vrijgesteld, dan betekent dit dat vanaf jaar 5 steeds e jaarlijks 1/10 deel van de vroeger afgetrokken voorbelasting gecorrigeerd moet worden. Herziening blijft achterwege indien het bedrag dat op basis van de herzieningsregels voor aftrek in aanmerking komt niet meer dan 10% verschilt met het bedrag dat in aftrek is gebracht.
PRIVÉGEBRUIK AUTO ONDERNEMER Het privégebruik van een auto van de zaak door een eenmansondernemer leidt tot een correctie van de aftrek voor de kosten van aanschaf, gebruik en onderhoud. De hoogte van de aftrekcorrectie bedraagt: 12% x IB-bijtelling. De aftrekcorrectie moet in post 1d van de btw-aangifte worden opgenomen. Wanneer de ondernemer een auto zonder btw heeft aangeschaft en deze auto mede voor privédoeleinden gebruikt, is goedgekeurd dat de ondernemer 75% van de btw op de kosten van gebruik en onderhoud in aftrek brengt. Dit percentage mag verhoogd of verlaagd worden indien de ondernemer een sluitende kilometeradministratie kan overleggen. De Hoge Raad heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de EU over de (on)houdbaarheid van deze aftrek-correctie. Indien het Hof van Justitie oordeelt dat de aftrekcorrectie in het geheel of deels in strijd is met de btw-richtlijn heeft dit als gevolg dat geen (de kans hierop achten wij echter klein) dan wel een lagere aftrekcorrectie (de kans hierop achten wij gezien de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU reëel) verschuldigd is. Het verdient daarom aanbeveling om ter behoud van rechten bezwaar te maken tegen de afdracht van de aftrekcorrectie en te verzoeken om aanhouding van dit bezwaar totdat de Hoge Raad met inachtneming van het arrest van het Hof van Justitie van de EU een beslissing heeft genomen.
PRIVÉGEBRUIK AUTO PERSONEEL De btw op de kosten van aanschaf, gebruik en onderhoud zijn niet aftrekbaar indien en voor zover het personeel van de ondernemer een auto voor privédoeleinden gebruikt. Omdat het in de praktijk lastig is om het werkelijke privégebruik te bepalen, keurt de staatssecretaris goed dat voor de hoogte van de aftrekcorrectie aangesloten wordt bij de IB/LB-bijtelling. Dit betekent het volgende: Eindejaarstips Btw 2010
Pagina 8
de ondernemer de aftrek van een met btw aangekochte auto die aan een personeelslid mede voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld, moet corrigeren met de uitkomst van de formule: 12%* IB-bijtelling. Indien alleen sprake is van woon-werkverkeer een aftrekcorrectie achterwege blijft; wanneer de werknemer per jaar minder dan 500 kilometer privékilometers rijdt, blijft een correctie van de aftrek achterwege; indien een bestelauto doorlopend wisselend gebruik wordt door twee of meer werknemers bedraagt de aftrekcorrectie 12% * € 300 per bestelauto. Wanneer een auto zonder btw wordt aangeschaft en door het personeel van de ondernemer mede voor privédoeleinden wordt gebruikt, is goedgekeurd dat de ondernemer 75% van de btw op de kosten van gebruik en onderhoud van de auto in aftrek brengt. Dit percentage mag verhoogd of verlaagd worden indien de ondernemer een sluitende kilometeradministratie kan overleggen.
KANTINEREGELING Het verstrekken van spijzen en dranken aan personeel leidt tot een aftrekcorrectie indien de kosten van de personeelsvoorzieningen (inclusief het verstrekken van spijzen en dranken) meer bedragen dan € 227. Indien de kosten van de personeelsverstrekkingen exclusief het verstrekken van spijzen en dranken minder bedragen dan € 227 bedragen, wordt uitsluitend de aftrek ten aanzien van de kantineverstrekkingen gecorrigeerd. Het totaal van de kosten van het verstrekken van spijzen en dranken wordt berekend aan de hand van de volgende formule: Kostprijs spijzen/dranken (ex. btw) Opslag 25% Theoretische omzet Werkelijke omzet (incl. btw) Verschil Aantal personeelsleden Bevoordeling per personeelslid
€ € € € € €
.... ....+ .... ........ …/ …
Het verschil tussen de theoretische omzet en de werkelijke omzet (de vergoedingen die aan het personeel in rekening zijn gebracht), is het bedrag wat uitgegeven is voor het personeel ten behoeve van het verstrekken van spijzen en dranken. Dit bedrag wordt gedeeld door het aantal personeelsleden zodat de verstrekking per personeelslid bekend is. Dit bedrag wordt opgeteld bij de eventuele overige personeelsverstrekkingen en vervolgens getoetst aan de grens van € 227. Blijft het totaal van de personeelsverstrekkingen (inclusief het verstrekken van spijzen en dranken) vervolgens onder deze grens, dan blijft een aftrekcorrectie achterwege.
Eindejaarstips btw 2010
Pagina 9
Als het totaal van de personeelsverstrekkingen in een jaar per werknemer € 280 bedraagt en hiervan € 80 voor het verstrekken van spijzen en dranken is geweest, moet over deze € 80 6% btw worden afgedragen. De aftrek ten aanzien van de overige personeelsverstrekkingen blijft in stand omdat deze zelfstandig bezien lager is dan € 227. Overigens moet uit de werkelijke kantineomzet altijd 6% btw worden afgedragen.
TERUGGAAF BTW
BTW DUBIEUZE DEBITEUREN Het verdient aanbeveling om na te gaan of er in 2010 nog btw teruggevraagd kan worden op vorderingen op dubieuze debiteuren die niet betaald hebben en dat ook niet meer zullen doen (bijv. door faillissement). In die situatie kan de reeds afgedragen btw middels een afzonderlijk verzoek teruggevraagd worden bij de inspecteur.
AMBTSHALVE TERUGGAAF BTW Indien in het verleden ten onrechte of teveel btw op aangifte is afgedragen of te weinig btw in aftrek is gebracht, kan de ondernemer middels een afzonderlijk verzoek aan de inspecteur vragen om deze btw ambtshalve terug te geven. Ten aanzien van ten onrechte of teveel afgedragen btw die de ondernemer op facturen is vermeld (en die door de afnemer in aftrek kan zijn gebracht), kan de inspecteur nadere voorwaarden stellen, zoals het uitreiken van een herstelfactuur, terugbetaling van de btw en uitschakeling van het verlies van gevaar van belastinginkomsten (aftrek ten onrechte of te veel gefactureerde btw door afnemer).
Eindejaarstips btw 2010
Pagina 10
BIJZONDERE REGELINGEN
KLEINE ONDERNEMERSREGELLING De eenmansondernemer, vennootschap onder firma en de maatschap kunnen gebruik maken van de zogenaamde kleine ondernemers-regeling. De kleine ondernemersregeling geldt per ondernemer. Het is dus niet van belang hoeveel ondernemingen deze ondernemer drijft. De regeling kent een tweetal uitwerkingen: 1. vermindering van de verschuldigde btw; en 2. ontheffing van administratieve verplichtingen.
Ad 1 Vermindering De vermindering van btw wordt als volgt berekend: het over het hele jaar verschuldigde bedrag aan btw (afdracht minus voorbelasting) moet lager zijn dan € 1.883. Vervolgens wordt het verschil berekend tussen € 1.883 en de verschuldigde btw. Dit verschil wordt vermenigvuldigd met 2,5. Het bedrag wat hieruit komt is de vermindering. Bij een totaal aan verschuldigde btw van € 1.345 of minder, is de vermindering gelijk aan de verschuldigde btw. Niet alle ‘af te dragen’ btw telt mee in de bovenstaande berekening. De volgende posten tellen niet mee: naar de ondernemer verlegde btw; btw in verband met een intracommunautaire verwerving; en verlegde btw bij invoer De aftrek van deze verschuldigde btw wordt wel meegenomen in de verminderingsberekening. De btw ter zake van die door de ondernemer in binnenlandse verhoudingen verlegd is naar zijn afnemer moet hij in de verminderingsberekening meenemen als door hem verschuldigde btw. Eindejaarstips btw 2010
Pagina 11
Ad 2 Ontheffing Als een ondernemer op grond van de kleine ondernemersregeling geen btw verschuldigd is, kan om ontheffing van administratieve verplichtingen worden verzocht bij de inspecteur. Feitelijk betekent dit dat geen aangiftebiljetten meer uitgereikt zullen worden, dat er geen btw meer in rekening gebracht mag worden aan de afnemers en dat er geen recht meer bestaat op aftrek van voorbelasting. De aanvraag voor ontheffing van administratieve verplichtingen moet voor het einde van het jaar ingediend zijn.
BTW BUITENLAND
AFSTANDSVERKOPEN Een ondernemer die goederen (bijv. via internet) verkoopt aan particulieren en nietaftrekgerechtigde ondernemers of rechtspersonen zonder buitenlands btwidentificatienummer in andere lidstaten kan te maken krijgen met een registratieverplichting voor btw-doeleinden in het buitenland. Hiervan is sprake indien de ondernemer zorg draagt voor het vervoer en de verzending en het door de lidstaat van bestemming vastgestelde drempelbedrag is overschreden. De grensbedragen in 2010 zijn als volgt:
Eindejaarstips btw 2010
Pagina 12
EU-lidstaat België: Bulgarije: Cyprus: Denemarken: Duitsland Estland Finland Frankrijk Griekenland Hongarije Ierland Italië Letland Litouwen Luxemburg Malta Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Slowakije Spanje Tsjechië Zweden Verenigd Koninkrijk
Valuta EURO BGN EURO DKK EURO EEK EURO EURO EURO EURO EURO EURO LVL LTL EURO EURO EURO PLN EURO EURO EURO EURO EURO CZK SEK GBP
Drempelbedrag 35.000 70.000 35.000 280.000 100.000 550.000 35.000 100.000 35.000 35.000 35.000 27.888,67 24.000 125.000 100.000 35.000 100.000 160.000 35.000 35.000 35.000 35.000 35.000 1.140.000 320.000 70.000
Hoewel de euro in Hongarije en Roemenië niet de nationale munteenheid is, kennen deze landen wel een drempelbedrag in euro’s. Neem bij overschrijding van één of meerdere drempelbedragen contact met ons op. Wij kunnen u informeren over de risico’s en de mogelijkheden om ten aanzien van 2010 alsnog aan de btwverplichtingen te voldoen. Tevens kunnen wij zorg dragen voor de benodigde registratie evenals het indienen van de periodieke buitenlandse btw-aangiften.
TERUGGAAFVERZOEK BUITENLANDSE BTW
Buitenlandse btw die de ondernemer in 2009 in een andere EU-lidstaat heeft betaald, kan tot en met 31 maart 2011 worden teruggevraagd via de elektronische portaalsite van de Belastingdienst. Buitenlandse btw die in 2010 in rekening is gebracht, dient uiterlijk 30 september 2011 worden teruggevraagd. De Nederlandse Belastingdienst stuurt dit verzoek door naar het land dat de teruggaaf moet verlenen. Het berekenen van de btw die voor teruggaaf in aanmerking komt, vergt kennis van de lokale btwregels in de lidstaat van teruggaaf. Het indienen van te hoge teruggaafverzoeken kan leiden tot nadere vragen van de lidstaat van teruggaaf. Hierdoor kan de terugbetaling van de buitenlandse btw aanzienlijk vertraagd worden. Teneinde dit te voorkomen, kunnen wij zorg dragen voor het indienen en het afhandelen van de teruggaafverzoeken. Neem contact op voor een offerte en de voorwaarden.
Eindejaarstips btw 2010
Pagina 13
AANGIFTE
KW ARTAALAANGIFTE Een ondernemer die in 2010 maandelijks aangifte heeft gedaan en btw moet betalen, kan een financieringsvoordeel behalen door ervoor te kiezen om in 2011 per kwartaal aangifte te gaan doen.
SUPPLETIEAANGIFTE Indien aan het eind van het jaar blijkt dat er te weinig btw is afgedragen kan de btwondernemer door middel van een suppletieaangifte de onjuist ingediende btwaangifte(n) herstellen. Het suppletieaangifte-formulier is te downloaden op de website van de Belastingdienst. Het indienen van een suppletieaangifte kan leiden tot een verzuimboete wanneer de suppletieaangifte bedoeld is voor het herstel van eerder te laag berekende en op aangifte voldane en betaalde btw. Wanneer de suppletieaangifte vrijwillig wordt ingediend legt de inspecteur geen vergrijpboete op. De inspecteur legt ook geen verzuimboete op indien de verschuldigde btw € 20.000 is of minder of minder is dan 10% van het eerder in het tijdvak waarop de suppletieaangiften betrekking heeft, betaalde bedrag. In andere gevallen bedraagt de verzuimboete 5% van het verschuldigde bedrag met een maximumbedrag van € 4.920.
Eindejaarstips btw 2010
Pagina 14
ADMINISTRATIE
OUDE ADMINISTRATIE Boeken, bescheiden en andere gegevensdragers moeten normaal gesproken zeven jaar bewaard worden. De wettelijke bewaarplicht geldt voor het grootboek, de facturen van debiteuren en crediteuren, voorraadgegevens, in- en verkoopadministratie, etc. Voor gegevensdragers met betrekking tot onroerende goederen geldt een bewaarplicht van negen jaren na het jaar van ingebruikname. Het maakt voor de bewaarplicht niet uit of het papieren of elektronische gegevensdragers zijn. Het verdient daarom aanbeveling om de oude administratie waarvoor de bewaartermijn verstreken is te vernietigen.
Eindejaarstips btw 2010 is een uitgave van Van Driel Fruijtier btw-specialisten. De informatie in deze uitgave heeft een signalerend karakter en is niet bedoeld als beroepsmatig advies. Hoewel de uiterste zorg is besteed aan deze uitgave draagt Van Driel Fruijtier btw-specialisten geen verantwoordelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden. Indien u prijs stelt op meer informatie op het gebied van btw, neem dan contact op met Van Driel Fruijtier btw-specialisten via het telefoonnummer: 0786225452 of per e-mail:
[email protected].
.
Eindejaarstips btw 2010
Pagina 15