Eindadvies Tafel Infrastructuur & Connectiviteit
18 juli 2014
Inhoudsopgave 1
INLEIDING ................................................................................................................................................. 3 1.1 ERVAREN PROBLEMATIEK ............................................................................................................................... 3 1.1.1 Complexiteit en expertise ................................................................................................................ 3 1.1.2 Transparantie en ontzorgen ............................................................................................................ 3 1.2 GEKOZEN AFBAKENING EN DEFINITIES ............................................................................................................... 4
2
MODEL TER VERSTERKING VRAAGARTICULATIE ICT INFRASTRUCTUUR .................................................... 5
3
AANBEVELINGEN VOOR EERSTE BETEKENISVOLLE ACTIES ........................................................................ 8
BIJLAGE A:
LIJST VAN DEELNEMERS ............................................................................................................. 9
BIJLAGE B:
GEÏNVENTARISEERDE VOORBEELDEN ...................................................................................... 10
BIJLAGE C:
ISSUES GEADRESSEERD BIJ ANDERE TAFELS............................................................................. 12
Pagina 2 van 12
1
Inleiding
Aan de tafel Infrastructuur & Connectiviteit is in een aantal sessies nagedacht over wat er in het kader van de beoogde doorbraak op het gebied van gepersonaliseerd onderwijs en ICT moet gebeuren ten aanzien van ervaren knelpunten in ICT infrastructuur en connectiviteit. Nut en noodzaak van een goede ICT infrastructuur in het onderwijs wordt alom onderkend aan deze tafel. Het is een randvoorwaarde om ICT een goede plek te geven in het leren. Maar wel een belangrijke randvoorwaarde, die tot op heden niet overal vanzelf tot de gewenste prijs/kwaliteit leidt. In dit document worden de belangrijkste inzichten weergegeven en de eerste betekenisvolle stappen beschreven.
1.1
Ervaren problematiek
In de sessies is uitgebreid ingegaan op de afbakening en probleemverkenning. Er is een duidelijke relatie met onderwerpen die ook in andere tafels aan bod komen. Vanuit die discussie is een aantal kernvraagstukken naar boven gekomen binnen deze tafel, welke hieronder worden geschetst. 1.1.1
Complexiteit en expertise
Het vraagstuk van ICT in het onderwijs wordt steeds complexer. Het is omvangrijk, grotere investeringen zijn gemoeid en de roep om het onderwijs met ICT een kwaliteitsimpuls te geven wordt groter, terwijl er nog weinig pasklare antwoorden zijn. Beschikbare leermiddelen worden steeds interactiever, maar leggen daarmee ook een steeds zwaardere druk op de IT infrastructuur. Ook staan scholen voor de vraag hoe aan te sluiten bij individuele leerroutes. In de praktijk blijkt dat de combinatie van verschillende operating systemen, devices en standaarden zorgt dat er veel diversiteit in gebruik ontstaat met dientengevolge grote onzekerheid over wat een leerling op het scherm te zien krijgt. Scholen moeten zich afvragen of Bring Your Own Device toegestaan is en welke consequenties dit heeft, waaronder voor het beslag dat dit legt op de IT infrastructuur en ondersteuning. In die complexiteit ervaart de schoolleiding momenteel erg veel moeite om de juiste doorvertaling te maken naar eisen en wensen ten aanzien van de IT infrastructuur. De aanbodzijde ervaart vervolgens problemen door een niet helder gedefinieerde vraag. Vraag en aanbod komen daardoor niet altijd even snel bij elkaar of op een mindere rendabele, efficiënte manier. Het expertiseniveau van bestuurders en managers van onderwijsinstellingen op het gebied van IT- infrastructuur moet worden verhoogd. 1.1.2
Transparantie en ontzorgen
Het aanbod in beschikbare infrastructurele oplossingen wordt, vanuit de complexiteit en gebrek aan expertise, als ondoorzichtig ervaren. Een bepaalde mate van ontzorgen is gewenst. In ieder geval op het vlak van connectiviteit. Connectiviteit moet een basis nutsvoorziening zijn. Scholen moeten hierin worden ontzorgd daar waar er nog geen gelijkwaardige positie is (bv. vrije marktkeuze voor toegang tot glasvezelnetwerk, in combinatie met aantrekkelijk diensten aanbod van één provider of concurrerende aanbiedingen van meerdere dienstenproviders). Op het gebied van ICT-infrastructuur helpt het om vraagarticulatie op peil te krijgen.
Pagina 3 van 12
1.2
Gekozen afbakening en definities
Er is gekozen om het in deze tafel over drie kernbegrippen te hebben, te weten ICT infrastructuur, connectiviteit en services. Daar wordt onder verstaan: Connectiviteit: Het gaat hier om het soort netwerk dat wordt gebruikt, zoals draadloos (wifi), mobiel (3G/4G) of een fysiek netwerk (koper, glasvezel), met name van/naar de school. ICT infrastructuur: Het gaat hier om de ‘netwerkcomponenten’. Dit gaat om de kabels etc. in de school, de hubs, maar ook de switches, routers etc. Kortom: het verbinden van de computers en andere apparaten met elkaar in een netwerk. Services: Het gaat hier om welke aard en type van dienstverlening nodig is om de infrastructuur en connectiviteit op het gewenste beschikbaarheids- en kwaliteitsniveau te krijgen en te behouden.
Pagina 4 van 12
2
Model ter versterking vraagarticulatie ICT infrastructuur
Om het onderwijs bij deze problematiek handvatten te bieden is het voorstel om de aspecten die op het bordje van scholen liggen en waar scholen in versterkt kunnen worden te vatten in een eenvoudig model. Dit model maakt – zij het schematisch – de relatie tussen vraag- en aanbodzijde transparanter en richt zich daarmee in eerste instantie op het versterken van de vraagarticulatie. Het model kan op verschillende niveaus worden gebruikt, zowel voor het bepalen van de “ist” als de “soll” en kan daarmee scholen ondersteunen bij het vormen van een visie en het uitzetten van acties op basis van die visie. In dit advies wordt een eerste voorzet hiervoor gedaan. Nadere uitwerking van dit model kan in fase 3 van het doorbraakproject worden gedaan, ook in nauwe relatie met de andere adviezen en aanpakken die uit andere tafels komen. Uitgangspunten bij dit model: Het model veronderstelt dat er op bestuurs- en schoolniveau een visie is geformuleerd op de ontwikkeling van gepersonaliseerd leren met gebruikmaking van digitale leermiddelen. Zonder deze kunnen geen verantwoorde beslissingen over verschillende technologische oplossingen worden gekozen. Het model helpt het bestuur en zijn school/scholen om te bepalen waar ze staan (“ist”) en waar ze naartoe willen en biedt ondersteuning om daarvoor aan de markt de juiste vragen te stellen. Er zit geen ideale route in, het is waardevrij, zolang de gekozen positie maar past bij de ambitie en competenties van de instelling. Er is geen einddoel waar alle scholen naar toe moeten gaan. De markt zal het model kunnen gebruiken om de vraag beter te plaatsen en om op een andere manier na te denken over onderwijs en ict, startpunt voor het model is en blijft de school. Door deze expliciete visie en juiste vragen wordt het voor de aanbodzijde (en voor adviseurs) eenvoudiger hun aanbod te in te richten op de levering van een betaalbare, passende en toekomstvaste ict infrastructuur en connectiviteit en bijbehorend diensten. Het model biedt de gelegenheid om geanonimiseerd te achterhalen waar de meeste scholen in Nederland zich bevinden en kan inzicht geven in waar de scholen hun ambities leggen. Hiermee geeft het, indien een dergelijke inventarisatie gewenst is, de overheid en bedrijfsleven inzicht in de ontwikkeling en de snelheid van die ontwikkeling. Het model is opgesteld langs twee assen: een as waarin de mate van intensiteit van het gebruik wordt weergegeven. De intensiteit wordt weergegeven door de mate waarin gebruik wordt gemaakt van ict in het primaire en secundaire proces. Een eenvoudiger en beperkter gebruik van digitaal leermateriaal en ict toepassingen stelt minder stringente eisen dan een scenario waarin veel, frequent en op variërende tijdstippen toegang wordt gezocht tot digitaal leermateriaal en ict toepassingen. De andere as wordt gevormd door de mate van ontzorging. Bij weinig behoefte tot ontzorging zal er veel activiteit binnen het bestuur/school plaatsvinden. Naarmate de behoefte aan ontzorging toeneemt zal er steeds meer sprake zijn van uitbesteding van diensten. De blokken zelf worden gevuld door een beschrijving van de situatie zoals die zich in de school voordoet. Het geeft kenmerken van de gekozen oplossing en het geeft weer welke expertise in de school aanwezig is. Deze oplossing wordt beschreven volgens de componenten zoals we die in de sessie hebben gedefinieerd: Connectiviteit (deze is echter randvoorwaardelijk, ligt buiten het model)
Pagina 5 van 12
ICT infrastructuur Services.
Het model kan vervolgens als volgt worden toegepast in de praktijk:
Pagina 6 van 12
In de figuur is een aantal uitwerkingen gedaan. In de doorontwikkeling van het model zouden hierbij de vragen geformuleerd kunnen worden die scholen zichzelf moeten stellen. Die vragen helpen om de school te positioneren in het hier en nu, maar ook te bepalen welke toekomstige beweging men wenst te maken. Met de tafel Schoolcontext is reeds gesproken over het gemeenschappelijk formuleren van deze vragen en gebruikmaken van dit gemeenschappelijke kader. Door middel van nadere beschrijvingen bij de verschillende blokken in het model worden scholen hierin ondersteund (voorbeelden en scenario’s helpen om de visie expliciet te maken). Andere effecten van het gebruik van dit model kunnen zijn dat er meer gemeenschappelijke taal ontwikkeld wordt en dat vraagbundeling makkelijker tot stand kan komen.
Pagina 7 van 12
3
Aanbevelingen voor eerste betekenisvolle acties
De tafel adviseert de stuurgroep van het doorbraakproject de volgende eerste betekenisvolle acties te ondernemen: 1.
Overheid: Beschouw connectiviteit als een nutsvoorziening voor de onderwijssector. Zorg dat de sector geen belemmeringen ondervindt bij het toegang krijgen tot goede breedbandverbindingen. Onderzoek welke scholen hier hinder van ondervinden en los knelpunten op, ofwel in de toegang zelf dan wel in het bereiken van een evenwichtig prijspeil in de voorziening (de prijs past bij de ambitie van een school).
2.
PO raad en VO Raad: onderzoek of vraagbundeling hier mogelijk is. Inrichting in de school is verantwoordelijkheid voor de scholen zelf. Meer concreet houdt dit in dat de overheid bevordert dat uiterlijk 2017 het volgende is gerealiseerd: a. 100 % van de scholen heeft een toekomstvaste, toereikende breedbandverbinding voor de deur. Actie: Stel vast welke scholen glasvezelverbinding hebben liggen en aangesloten zijn. b. Op deze connectiviteit (onderste laag) is een multi-service provider model aanwezig, zodat concurrentie op dienstverlening kan plaats vinden, waardoor keuzevrijheid en aantrekkelijke prijzen voor scholen beschikbaar is. Actie: onderzoek hoe de structuur van de abonnementen er uit ziet en wat er wordt aangeboden, tegen welke prijs en servicelevels. Ga vervolgens na op welke gewenst aanbod vraagarticulatie kan plaatsvinden (bijvoorbeeld een light, medium of een zwaar ictondersteund pakket), waarop de markt aanbiedingen en servicepakketten kan maken. c. Alle scholen hebben / krijgen expliciet voldoende beschikbare financiële middelen om ook daadwerkelijk de in-school infrastructuur (“draadloos netwerk”) aan te laten leggen en te beheren.
3.
Doorbraakproject: Een visie op de ontwikkeling van gepersonaliseerd leren en onderwijs, ondersteund door digitale leermiddelen onderwijs en ict is essentieel bij het maken van keuzen ten aanzien van de infrastructuur. De visie dient eerst geformuleerd te zijn teneinde goed afgewogen keuzen te kunnen maken ten aanzien van ict infrastructuur. Zorg derhalve dat bij de totale inrichting van de vervolgfase van het doorbraakproject dat visievorming een nadrukkelijke plek krijgt. Voorgesteld wordt om een checklist te ontwikkelen die helpt de schakel tussen visie en beleid te koppelen, zodat ict integraal in beleid wordt vormgegeven.
4.
Doorbraakproject, sector(raden) en marktpartijen: Versterk scholen in het articuleren van de juiste vragen ten aanzien van infrastructuur en connectiviteit. Drie concrete adviezen hiervoor zijn: Werk – nog in 2014 - het bovenstaande model uit, ga samen met het veld en experts na welke vragen gesteld moeten worden en welke type diensten/infrastructuur en connectiviteit beschikbaar zijn in de markt. Inventariseer voorbeelden van tooling en bepaal een gewenste vorm. In de bijlage is een aantal voorbeelden vermeld die als startpunt kunnen dienen. Verzamel en analyseer bestaande good practices en voorbeelden die beschikbaar zijn bij besturen/scholen en maak die kennis beschikbaar voor alle partijen, zowel aanbod- als vraagzijde. Stel expertise beschikbaar over dit onderwerp.
Daarnaast is een aantal zaken geadresseerd bij andere tafels, in de bijlage wordt een opsomming hiervan gegeven.
Pagina 8 van 12
Bijlage A: Lijst van deelnemers De volgende mensen hebben in een of meerdere sessies geparticipeerd: Jeroen Borgsteede (SLBdiensten) Michiel Dijkman (Samsung Electronics Benelux B.V.) Ludger Dusseldorp (Switch IT Solutions) Heino Wichers (IBM Nederland B.V.) Karel Helsen (eSociety Platform Nederland) Floor Klein (Vodafone) Jacqueline Leenhouts (Vodafone) Marc Mittelmeijer (CvB, Quadraam) Ed Mos (TNO) Serge Nolet (Ordina) Huig Ouwehand (Cloudwise) Ivo Poulissen (Nederland ICT) Daniël Rense (Skool Automatisering) Pieter Ruempol (GEU) Aad van den Bos (KPN) Jeroen Barends (KPN) José Verouden (Simac) Kees Hoefnagel (SOML) Maurits Huigsloot (PO-Raad) Marion Sterenberg (Ministerie van OCW) Ronald Slomp (Ministerie van OCW) René van der Assem (Advies in vertrouwen / Tafel Toegang) Kayleigh van Oorschot (Stichting Schoolinfo) Roel van Kessel (UPC) Klaas Terlage (CvB, Pontes Lyceum) Leendert-Jan Veldhuyzen (Esprit Scholengroep) Ron de Mos (CGI Nederland, voorzitter) Marianne Herbert (CGI Nederland, vice-voorzitter) Sandra ter Horst (Stichting Kennisnet, tafelsecretaris)
Pagina 9 van 12
Bijlage B: Geïnventariseerde voorbeelden Een Amerikaans consortium (CosN) dat schoolleiders handvatten geeft op het gebied van IT strategie. http://www.cosn.org/focus-areas/it-management/send-smart-education-networks-design. Een van de producten is een beschrijving van een wijze waarop scholen ontwerpbeslissingen kunnen nemen ten aanzien van schoolnetwerken. Kennisnet heeft scenario’s ontwikkeld, afhankelijk van visie op onderwijs, die laten zien welke keuzen te maken zijn ten aanzien van de it infrastructuur. Zie hier: http://www.kennisnet.nl/themas/ictinfrastructuur/scenarios/ IT Score van Gartner (http://www.gartner.com). Het wereldwijde onderzoeksbureau Gartner heeft een tool waarmee de volwassenheid van it in een organisatie kan worden gemeten. Dit betreft een vragenlijst die door verschillende mensen in de organisatie ingevuld kan worden. De uitkomsten worden gescoord en geven een beeld van de volwassenheid. Instellingen kunnen dit als betaalde dienst afnamen, is in het HO door een aantal instellingen gedaan en in het MBO op heel beperkte schaal. Kennisnet heeft begin dit jaar gesproken met Gartner over gebruik van deze tool. Momenteel is de tool niet direct toepasbaar en aansluitend op de VO en PO context. Gekeken zou kunnen worden naar een meer behapbare versie hiervan. In onderstaand plaatje worden de hoofdfasen geschetst die ook in de terugkoppeling terugkomen.
De Visieversneller is een workshopformat waarmee een schoolteam vanuit de visie op onderwijs naar praktisch haalbare ict-doelstellingen toewerkt. Alle betrokkenen (directie, ict-coördinator en het team van leraren) gaan op een actieve manier aan de slag met stellingen die leiden tot een concreet actieplan.
Pagina 10 van 12
Pagina 11 van 12
Bijlage C: Issues geadresseerd bij andere tafels Bekostiging van devices en basisinfrastructuur (Tafel prijsmodellen) Behoefte aan flexibeler vormen van prijsmodellen (bijvoorbeeld betalen per gebruiker of flexibel uitbreiden of verminderen) (Tafel prijsmodellen) Visieontwikkeling op ict gebruik en bijbehorende professionalisering (Tafel schoolcontext in samenhang met tafel Infrastructuur en Connectiviteit) Noodzaak tot betrekken van leerkrachten en docenten in bredere zin van het doorbraakproject (generiek aandachtspunt)
Pagina 12 van 12