EHBO BHV
tel. 888 tel. 789
02-07-13
2 / 37
Woord vooraf Veiligheid, gezondheid en milieu hebben een grote prioriteit in onze onderneming en vragen bij voortduring onze aandacht. Binnen het kader van de Arbowet hebben we allemaal specifieke taken en verantwoordelijkheden. Deze zijn samengevat in hoofdstuk 1. Wij proberen gevaarlijke situaties zoveel mogelijk te vermijden, maar arbeid totaal risicovrij maken is onmogelijk. Er zijn altijd wel (nieuwe) risico’s. Ook aan het milieu hechten wij grote waarde, de bescherming van het milieu komt niet alleen u, maar ook ons nageslacht ten goede. Om risico’s tot een minimum te beperken is een aantal milieu- en veiligheidsregels getroffen die in dit boekje beschreven zijn als aanvulling op ons bedrijfsreglement. De milieu- en veiligheidsregels gelden voor iedereen op ons terrein, zowel voor onze eigen werknemers, als voor bezoekers en inleenkrachten (uitzendbureau’s, stagiaires, buitenfirma’s) De bedrijfsleiding moet ervoor zorgdragen dat iedere medewerker en inleenkracht over dit boekje beschikt. Met de milieu- en veiligheidsregels schijnen wij ‘open deuren’ in te trappen, maar in de praktijk blijkt helaas nog steeds dat de meeste ongevallen en andere problemen worden veroorzaakt door futiliteiten, zaken die als ‘normaal’ worden beschouwd.
02-07-13
3 / 37
02-07-13
4 / 37
Milieu-, Gezondheids- en Veiligheidsbeleid VDL Steelweld B.V. VDL Steelweld B.V. zet zich in om te waarborgen dat, voor zover dit redelijkerwijs uitvoerbaar is, een milieu-, gezondheids- en veiligheidsbeleid wordt gevoerd dat gericht is op: Nakoming van de milieu- gezondheids- en veiligheidsvoorschriften, inclusief het anticiperen op toekomstige wet- en regelgeving. Het in acht nemen van de nodige maatschappelijke zorgvuldigheid door het zoveel mogelijk voorkomen en beperken van milieu- gezondheids- en veiligheidsrisico’s welke voortvloeien uit haar ondernemingsactiviteiten. De zorg voor een veilige en gezonde werkomgeving met voldoende welzijnsvoorzieningen. Het treffen van afdoende maatregelen voor een veilig gebruik, handling, opslag en transport van producten waaraan mogelijk gevaren verbonden zijn. De zorg voor veilige en risicovrije arbeidsplaatsen en het verschaffen van middelen voor het veilig bereiken en verlaten van de werkplek. Een goede onderlinge communicatie, door adequaat in te spelen op klachten en wensen van personeel, klanten en omgeving. De directie van VDL Steelweld B.V. beschouwt dit beleid als een geïntegreerd onderdeel van haar totale ondernemingsbeleid. Het doel is het beleid door te voeren in de gehele onderneming. Dit wordt op een zodanige wijze uitgevoerd dat in de besluitvorming ten aanzien van de organisatie, processen en technologie de mogelijke milieu-, gezondheids- en veiligheidsaspecten als vanzelf hierin betrokken worden. De medewerkers van VDL Steelweld B.V. zijn verplicht op de hoogte te zijn van de milieu-, gezondheids- en veiligheidsrichtlijnen en deze strikt na te leven. Medewerkers welke op site werkzaam zijn dienen zich te houden aan de milieu-, gezondheids- en veiligheidsrichtlijnen van VDL Steelweld B.V. of, als dit door de klant wordt verlangd, aan zijn richtlijnen. VDL Steelweld B.V. zal er zoveel mogelijk voor zorgdragen dat het personeel de nodige opleidingen, instructies en informatie ontvangt om gezond en veilig werken te kunnen waarborgen. Alleen samen kunnen we veilig, gezond en milieubewust werken. Dus, Let’s do it together! Breda, 27 juni 2013 VDL Steelweld bv De directie
02-07-13
5 / 37
02-07-13
6 / 37
Inhoudsopgave
1
Arbeidsomstandighedenwet .................................................................................. 9
1.1 1.2
Veiligheidsvoorschriften ....................................................................................................... 9 Verantwoordelijkheden......................................................................................................... 9
2
Orde, netheid en hygiëne ..................................................................................... 11
3
Machines en gereedschappen ............................................................................. 12
4
Elektriciteit …. Een onzichtbaar gevaar .............................................................. 13
4.1 4.2
Wat te doen ....................................................................................................................... 13 Wat niet te doen ................................................................................................................. 13
5
Robotveiligheid ..................................................................................................... 14
6
Werken met gevaarlijke stoffen ........................................................................... 15
7
Kleding en persoonlijke beschermingsmiddelen ............................................... 16
8
Werken in ‘speciale’ omstandigheden ................................................................ 17
8.1 8.2
Alleen werken .................................................................................................................... 17 Werken in besloten ruimten................................................................................................ 17
9
Een rug voor het leven. ........................................................................................ 18
9.1
Tilinstructie:........................................................................................................................ 18
10
Beeldschermwerk ................................................................................................. 18
11
Veilig werken op hoogte ....................................................................................... 20
12
Veilig werken met hijs- en hef-werktuigen .......................................................... 20
13
Veiligheid op kantoren.......................................................................................... 21
14
Hulpmiddelen ........................................................................................................ 21
15
Ontvangst van bezoekers..................................................................................... 22
16
Brandpreventie ...................................................................................................... 23
17
Bedrijfsnoodplan................................................................................................... 24
17.1 17.2
Brand ................................................................................................................................. 24 Een ongeval ....................................................................................................................... 24
18
Agressie en geweld............................................................................................... 26
19
Gebruik van alcohol, drugs en medicijnen ......................................................... 26
19.1 19.2
Alcohol en drugs ................................................................................................................ 26 Medicijnen.......................................................................................................................... 26
20
Veiligheidsborden en Pictogrammen .................................................................. 27
20.1 20.2
Verbodsborden .................................................................................................................. 28 Waarschuwingsborden....................................................................................................... 29
02-07-13
7 / 37
20.3 20.4
Gebodsborden ................................................................................................................... 31 Aanwijzingsborden ............................................................................................................. 32
21
TOP 10 - Veilig, gezond en milieubewust werken .............................................. 33
22
Instructie en voorlichting personeel ................................................................... 34
22.1 22.2
Algemeen........................................................................................................................... 34 Technische voorzieningen ................................................................................................. 34
23
Milieuzorg .............................................................................................................. 35
23.1 23.2 23.3 23.4 23.5
Milieubeleid ........................................................................................................................ 35 Handboek Milieumanagement............................................................................................ 35 Productveiligheidsbladen ................................................................................................... 35 Opslag gevaarlijke stoffen .................................................................................................. 35 Afvalafvoersysteem ............................................................................................................ 35
24
Aantekeningen ...................................................................................................... 36
02-07-13
8 / 37
1
Arbeidsomstandighedenwet De Arbowet is de opvolger van de vroegere Arbeidswet en Veiligheidswet. De huidige Arbeidsomstandighedenwet verplicht de werkgever, de veiligheid van de werknemer bij zijn werkzaamheden zo goed mogelijk te waarborgen. Zo moet hij er ondermeer voor zorgdragen, dat machines en gereedschappen, alsmede de gebouwen waarin de arbeid wordt verricht, in goede staat van onderhoud verkeren.
1.1
Veiligheidsvoorschriften Er zijn in afzonderlijke wetten regelingen opgenomen met dwingende veiligheidsvoorschriften ten aanzien van technische installaties (zoals een liftinstallatie). Voor zowel werktuigen en technische installaties, als voor de omstandigheden waarin de arbeid wordt verricht, zijn vele bepalingen van kracht. Lawaai van het productieproces mag een wettelijk voorgeschreven aantal decibels niet overschrijden. Als dat niet mogelijk is, moet de werkgever afdoende gehoorbeschermingsmiddelen ter beschikking stellen. Bij de productie vrijkomende gassen en giftige dampen mogen een bepaalde concentratie niet overschrijden. Mede daarom zijn er specifieke voorschriften voor de aan te brengen afzuig- en verversingsinstallaties. In vele afzonderlijke Koninklijke Besluiten zijn gedetailleerde veiligheidsvoorschriften verplicht gesteld. Het zou te ver voeren een gedetailleerde opsomming en behandeling van deze vele wettelijke regelingen te geven. Via de arbeidsomstandighedenwetgeving zijn reeds vele regelingen tot stand gekomen. Door technologische vooruitgang zijn echter steeds weer nieuwe voorschriften en bepalingen nodig om het gestelde doel te bereiken: Het creëren en handhaven van zo veilig en zo gezond mogelijke arbeidsomstandigheden voor met name de werknemer.
1.2
Verantwoordelijkheden Binnen onze onderneming is een VGWM-commissie (Veiligheid, Gezondheid, Welzijn en Milieu) aangesteld, waarin vertegenwoordigers van werkgever en werknemers (OR) zitten. Zij hebben de taak om de directie te ondersteunen in het voorbereiden en mede-uitvoeren van het Arbobeleid van onze onderneming. In overleg met Directie en Ondernemingsraad (OR) zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor de medewerkers vastgesteld. Informeer hierover bij de bedrijfleiding. Aangaande veilig en gezond werken zijn hierna enkele verplichtingen genoemd voor werkgever en werknemer die voortvloeien uit de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet).
02-07-13
9 / 37
De werkgever moet:
In het algemeen zorgen voor veiligheid, gezondheid en welzijn van het personeel tijdens het werk; Rekening houden met veiligheid, gevarenbronnen, gevaarlijke machines, schadelijke stoffen en ergonomie bij het inrichten van de werkplek; Voorlichting, onderricht en instructie geven; Een arbo- en milieubeleid voeren, dit vastleggen in een jaarplan en jaarlijks evalueren
De werknemer moet:
02-07-13
Machines en gereedschappen gebruiken volgens de voorschriften; Beschermingsmiddelen op de juiste wijze gebruiken; Geen beveiligingen weghalen of wijzigen; Meewerken aan voorlichting, onderricht en instructie; Opgemerkte gevaren direct melden aan de bedrijfsleiding.
10 / 37
2
Orde, netheid en hygiëne Een ongeluk zit vaak in een klein hoekje. Arbeidsongevallen kunnen vaak voorkomen worden door orde en netheid.
Geef alles een vaste plaats. Laat niets slingeren. Sla materiaal op binnen de aangegeven gebieden. Houd transportroutes vrij. Ruim gemorste olie of vet onmiddellijk op. Bestrooi de vloer met een olieabsorberend middel en dweil het vervolgens op. Voer het afval op de juiste wijze af.
Houd de doorgangen en nooduitgangen vrij. Laat geen slangen en elektrische snoeren of kabels los op de vloer liggen. Sluit elke lade na gebruik Een goede hygiëne kan veel narigheid besparen. Was handen regelmatig zoals voor het eten, voor en na toiletgebruik en na werktijd. Een bureau is geen eettafel. Daar hebben we een kantine voor. Op afdelingen waar met chemicaliën gewerkt wordt, is eten en/of (koffie) drinken verboden. Houd de toiletten netjes. Draag geen sterk vervuilde werkkleding. Deponeer afval in de daarvoor bestemde afvalbakken: Rode afvalbak - Huishoudelijk afval Gele afvalbak - Oliehoudend afval Blauwe afvalbak - Papier en karton afval
02-07-13
11 / 37
3
Machines en gereedschappen Bij het werken aan of in de nabijheid van toestellen, machines of installaties met draaiende onderdelen, moet een nauwsluitend werkpak gedragen worden. Het is verboden handschoenen, ringen en armbanden te dragen als het gevaar bestaat dat deze gegrepen worden door draaiende gereedschappen of andere machinedelen. Denk daarbij aan bijvoorbeeld boren, frezen en draaien. Machines met snijdende of bewegende onderdelen hebben een extra beveiliging. Een scherm bijvoorbeeld, heeft alleen effect als het op de juiste wijze gebruikt wordt. Maak gebruik van beschermingsmiddelen in plaats van ze te proberen uit te schakelen of te omzeilen. Controleer regelmatig of alle beveiligingen (de noodstop) intact zijn en goed werken, zeker na een herstelmelding of onderhoudsbeurt. Pas op voor machines zonder nulspanningsbeveiliging; zij zullen namelijk na een spanningsuitval automatisch starten bij het opnieuw inschakelen van de spanning. Het onderhouden en herstellen van machines vergt specifieke vaardigheden en kennis. Begin nooit zelf te sleutelen. Haal er een vakkundige bij. Vraag bij twijfel over juist gebruik raad aan de bedrijfsleiding!
02-07-13
12 / 37
4
Elektriciteit …. Een onzichtbaar gevaar Om de risico’s van elektriciteit te beperken, volgt hier een aantal richtlijnen.
4.1
Wat te doen
4.2
Controleer machines en gereedschap vóór gebruik op beschadigingen en abnormale opwarming. Meld iedere abnormale opwarming, stroomverlies of defect van apparatuur direct aan de afdeling onderhoud. Geleid (aansluit-) kabels ordelijk via bevestigingsbeugels of op een andere veilige wijze van contactdoos naar elektrisch apparaat. Bij het werken aan openstaande kasten met onder spanning staande onderdelen dient het (gele) bord met vermelding “400V hoogspanning” opgehangen te worden.
Wat niet te doen
Open geen elektriciteitskasten en betreed geen elektriciteitsruimten; dit is alleen toegestaan voor bevoegd personeel Schakel een installatie, toestel of machine niet aan of uit zonder kennis te hebben van de betreffende apparatuur. Vermijd overbelasting van een stopcontact. Gebruik geen meerwegstekkers. Laat aansluitkabels zo min mogelijk over de vloer lopen en steek er in geen geval gangpaden mee over. Probeer bij brand niet te blussen met water. Dit is Levensgevaarlijk!
De laatste, maar zeker niet de minst belangrijke aanwijzing: Voer zelf nooit reparaties uit, maar haal de elektricien erbij. Deze is bevoegd en beschikt over de aangepaste uitrusting om de defecten op te sporen en op deskundige wijze te herstellen.
02-07-13
13 / 37
5
Robotveiligheid Een van de belangrijkste activiteiten binnen VDL Steelweld is het assembleren van bewegende werktuigen, waaronder het programmeren en testen van robots. Bij het werken met deze robots hebben we te maken met specifieke veiligheids-risico’s. Robots bewegen namelijk vrij in de ruimte en kunnen een gebied bestrijken dat groter is dan de robot zelf. De geprogrammeerde (snelle) bewegingen kunnen zeer complex en moeilijk voorspelbaar zijn. Fouten in de apparatuur kunnen dit effect nog versterken. Voor degenen die aan of met robots werken is er een instructie opgesteld ‘Veilig werken met (semi)automatische machines’. Algemeen geldt: Zodra een productiecel is afgebakend met een rood/wit lint of met hekwerk, is betreden van deze cel verboden. Indien er toch moet worden gewerkt in deze cel, vraag dan toestemming aan de PLC-programmeur. Deze is verantwoordelijk voor de algehele veiligheid in de betreffende cel.
02-07-13
14 / 37
6
Werken met gevaarlijke stoffen Om in contact te komen met gevaarlijke producten hoeven we echt niet in een chemisch bedrijf te werken. In elke onderneming, ook thuis, maken we er gebruik van. Wie heeft er thuis bijvoorbeeld geen wasbenzine of een ontstoppingsmiddel staan? Bij het werken met die gevaarlijke stoffen dienen we steeds een aantal regels in acht te nemen, regels die altijd en overal opgaan:
Alleen bij VDL Steelweld geregistreerde stoffen mogen worden gebruikt Controleer de verpakking en lees aandachtig het etiket. Volg de veiligheidsvoorschriften betreffende behandeling, gebruik en transport van de producten. Voorkom lekken, morsen of stofvorming. Bewaar chemische stoffen uitsluitend in de daarvoor bestemde verpakking en controleer het etiket. Schenk stoffen nooit over in flessen van voedingsen genotmiddelen (bijvoorbeeld limonade- of bierfles). Ieder jaar gebeuren hierdoor ernstige ongevallen. Beperk de hoeveelheid gevaarlijke stoffen op de werkplek tot de strikt noodzakelijke werkvoorraad. De gevaarlijke stoffen staan centraal opgeslagen in daarvoor bestemde veiligheidskasten. Meng nooit producten waarvan niet zeker is of ze gemengd mogen worden. Vermijd inademing en voorkom contact via de mond. Eet, drink en rook niet op plaatsen waar chemische stoffen zijn. Voorkom ook huidcontact. Draag zonodig geschikte beschermingsmiddelen zoals bril, handschoenen en werkkleding. Neem de regels van hygiëne strikt in acht: was de handen, doe voor het eten en voor toiletbezoek vervuilde werkkleding uit. Verzorg wonden direct, zelfs de kleinste. Om te voorkomen dat er ongewenste chemicaliën in het bedrijf of op het bedrijfsterrein komen, dient bij aanschaf de interne inkoopprocedure (kwaliteitshandboek) opgevolgd te worden. Een milieucalamiteit dient onmiddellijk bij de bedrijfleiding of milieucoördinator gemeld te worden. Weet voordat je met gevaarlijke stoffen gaat werken dat je op de hoogte bent van wat te doen bij een ongeval of incident met die bepaalde stof.
Bedenk steeds: Een onbekende stof kan een gevaarlijke stof zijn.
02-07-13
15 / 37
7
Kleding en persoonlijke beschermingsmiddelen Het is niet altijd mogelijk afdoende technische veiligheidsvoorzieningen te treffen. Daarom zijn voor bedrijfskleding en persoonlijke beschermingsmiddelen de volgende voorschriften opgesteld:
02-07-13
Algemeen: zie de matrix in procedure “Beheersing van werkzaamheden” van het Handboek Milieumanagementsysteem om te bepalen welke beschermingsmiddelen bij welke werkzaamheden dienen te worden toegepast. Overalls, werkjassen en andere kleding goed gesloten houden. Geen wijde mouwen of loshangende stropdassen dragen. Polshorloges, ringen, armbanden, kettingen enz. kunnen gemakkelijk gegrepen worden door bewegende machinedelen en kunnen elektrische sluitingen maken. Het wordt aanbevolen ze niet te dragen tijdens het werk. Veiligheidsschoenen moeten gedragen worden door de medewerkers die werkzaam zijn in productiehallen, werkplaatsen en magazijnen. Een veiligheidsbril moet gedragen worden bij verspanende bewerkingen, boren, slijpen, schuren, lassen, afbikken en bij het werken met chemicaliën. Een gelaatscherm of stofbril moet gedragen worden bij stoffig werk of bij het aanmaken en bijvullen van agressieve chemicaliën. Gehoorbescherming moet gedragen worden in een lawaaiige omgeving. Ademhalingsbescherming moet gebruikt worden bij het mogelijk vrijkomen van schadelijke gassen, dampen, nevels of stof. Gebruik bij lang haar een haarnet. Lang haar is vooral gevaarlijk bij draaiende machinedelen.
16 / 37
8
Werken in ‘speciale’ omstandigheden
8.1
Alleen werken Met “alleen werkers” bedoelen we medewerkers die afgezonderd van anderen werken (bijv. in een aparte ruimte). Het alleen werken buiten de normale werktijd mag uitsluitend na goedkeuring van de bedrijfsleiding. Afhankelijk van het soort werkzaamheden zullen voorzorgsmaatregelen genomen dienen te worden om er voor te zorgen dat bij ongeval of ziekte de hulpverlening zo snel mogelijk op gang kan komen. Alleen werken is niet toegestaan voor risicovolle werkzaamheden als:
8.2
Werken met gevaarlijke werktuigen. Werken met gevaarlijke chemicaliën. Werken op een hoogte van meer dan 2 meter.
Werken in besloten ruimten Een besloten ruimte is een ruimte die aan alle zijden gesloten is, één of meer betrekkelijk kleine toegangen heeft en waarin geen of weinig natuurlijke ventilatie plaatsvindt. Voorbeelden zijn tanks, kruipruimte onder vloer, etc. Het betreden van besloten ruimten brengt extra risico’s met zich mee. In overleg met de bedrijfsleiding dienen vooraf voorzorgsmaatregelen te worden getroffen.
02-07-13
17 / 37
9
Een rug voor het leven. Een rug is voor het leven. Wees er dan ook zuinig op. Een goede houding bij het tillen van lasten is zeker geen overbodige luxe. Een aantal vuistregels:
9.1
Tilinstructie:
10
Ga steeds na of het voorwerp niet te zwaar of te onhandig is voor u alleen. Bij de minste twijfel: vraag hulp! Twee paar handen kunnen meer dan één. Maak zoveel mogelijk gebruik van tilhulpmiddelen zoals handhefwagen, heftruck of takel (zie verderop).
Ga vlak voor en zo dicht mogelijk bij het voorwerp staan, zet beide voeten stevig op de grond, licht gespreid, links en rechts van de last. Hurk neer en houd de benen steeds goed gespreid: houd ook de rug recht en buig door de benen. Pak het voorwerp stevig vast, zodat het niet uit de handen kan glijden. Adem in: goed gevulde longen geven extra steun aan de ruggengraat. Til het voorwerp op door langzaam de benen te strekken tot u weer volledig rechtop staat. Houd het voorwerp goed en stevig tegen het lichaam aangedrukt (hoe meer de armen gestrekt zijn hoe meer de rug belast wordt).
Beeldschermwerk Het toetsenbord en het beeldscherm dwingt mensen een bepaalde houding aan te nemen. Daarom is het belangrijk voor mensen die veel aan het beeldscherm werken een ergonomisch goed ingerichte werkplek te hebben. Sinds 1 januari 1993 is het Besluit Beeldschermwerk van kracht. Dit besluit valt onder de Arbo-wet. In dit besluit staan richtlijnen voor het inrichten van een werkplek voor mensen die meer dan 2 uur per dag achter een beeldscherm zitten. In de richtlijn staan vooral minimumeisen (bijvoorbeeld afmetingen) waaraan de verschillende onderdelen van de werkplek moeten voldoen. Van belang is een goede werkhouding. Hierbij is vooral van belang: rechte rug, goed gebruik makend van instelbare rugleuning; zitdiepte goed instelbar; bovenarm langs het lichaam; onderarm minstens haaks op de bovenarm, desnoods iets naar beneden gericht, goed gebruik makend van de instelbare armsteunen; onderbeen minstens haaks op het bovenbeen, de voeten rustend op de vloer of een op de juiste hoogte ingestelde voetensteun; recht voor het toetsenbord en beeldscherm zitten, met een oogafstand van minstens 50 cm (de oogafstand tot toetsenbord en (aan te bevelen ) documenthouder moeten ongeveer gelijk zijn);
02-07-13
18 / 37
de kijkhoek (α) moet bij blindtypen tussen de 6 en 9 graden liggen (dat wil zeggen: het midden van het scherm ongeveer 10 cm onder de ooghoogte). Wanneer veel naar het toetsenbord wordt gekeken, moet deze hoek tussen de 15 en 35 graden liggen.
Organisatie van het werk Na uiterlijk 2 uur moet beeldschermwerk worden afgewisseld met ander werk of moet tenminste 10 minuten worden gepauzeerd. Per dag mag men ten hoogste 6 uur aan het beeldscherm worden gewerkt. Het is omwille van de aantrekkelijkheid van de taakinhoud van de betrokkenen verstandig om te kijken welke additionele taken door hen kunnen worden uitgevoerd. Aanvullende bepalingen Stoel: Zitting, rugleuning en armsteun moeten in hoogte verstelbaar zijn. Voetensteun: Er moet, afhankelijk van de lengte van de medewerker, een voetensteun zijn die zowel in hoogte als in hellingshoek verstelbaar is. Verlichting: Het beeldscherm moet zo worden geplaatst, dat er geen hinderlijke spiegelingen plaatsvindt van buitenlicht en/of kunstlicht. Er zijn ook voorzetschermen verkrijgbaar tegen hinderlijke spiegelingen.
02-07-13
19 / 37
11
Veilig werken op hoogte Op hoogte werken is gevaarlijk. Op zich is de kans op vallen even groot als bij werkzaamheden op de grond, alleen de consequenties zijn veel zwaarder. Daarmee is ook het risico groter. Dit geldt evenzeer voor een boormachine of hamer die iemand laat vallen. Werken boven 2½ meter is aan regels gebonden. Het is dan wettelijk verplicht om veiligheidsmaatregelen te treffen. Dit houdt in dat er steigers of bordessen moeten zijn om op te werken. Steigers of bordessen moeten veilig zijn en voorzien van leuningen of hekken. Met behulp van steigers en bordessen wordt de werksituatie aangepast aan het werken op hoogte. Daarnaast is het ook van belang de risico’s van het werken op hoogte te minimaliseren met behulp van persoonsgerichte aanpassingen: valbeveiliging. Een valbeveiliging wordt toegepast als andere voorzieningen (bordes, afzetting met hekken) ontoereikend zijn of niet getroffen kunnen worden. Personen jonger dan 18 jaar mogen niet op hoogte werken als er gevaar voor vallen met ernstig letsel bestaat. Om op hoogte te komen wordt gebruik gemaakt van klimmateriaal, zoals ladders, liften en hoogwerkers. Klimmateriaal moet veilig zijn. Van de gebruiker wordt verwacht dat hij voor gebruik controleert of het materiaal niet kapot of versleten is. Gezien het belang van goed materiaal heeft VDL Steelweld hiervoor een beheerder aangewezen. Als u regelmatig op hoogte dient te werken laat u dan door uw baas voorlichten (voorlichtingsmateriaal is aanwezig).
12
Veilig werken met hijs- en hef-werktuigen In ons bedrijf worden vaak lasten verplaatst door middel van hijsen of heffen. Hiervoor worden hulpmiddelen als kranen, takels en heftrucks gebruikt. Het gebruik hiervan is niet zonder gevaar, voor de bediener maar zeker ook voor de omstanders. Het belangrijkst bij het gebruik van kranen en takels is dat in het hefbereik nooit een persoon aanwezig mag zijn. Verder moet altijd gekeurd en deugdelijk materiaal worden gebruikt. Een heftruck mag alleen worden gebruikt door iemand die hiervoor opgeleid is, deze persoon moet in het bezit zijn van een heftruck-certificaat of -rijbewijs. Als u regelmatig te maken heeft met hijs- en hef-werk, laat u dan door uw baas voorlichten of opleiden.
02-07-13
20 / 37
13
Veiligheid op kantoren Ook op kantoren, tekenkamers e.d. kunnen zich onveilige situaties voordoen. Enkele richtlijnen: Voorkom struikelen over of stoten aan openstaande laden, losliggende snoeren, ordners op de vloer e.d. Geef gebreken aan snoeren, stekkers en apparatuur direct door aan de afdeling onderhoud. Let op orde en netheid; ruim afvalpapier steeds op en verzamel het gescheiden van overig afval. Houd trappen en deuren steeds vrij. Schakel de stroom uit bij het schoonmaken van een machine. Klim niet op een stoel of tafel, maar gebruik een trap. Voorkom dat ladenkasten omvallen: vul eerst de onderste lade. Schakel alle apparatuur uit wanneer de werkplek voor langere tijd verlaten wordt.
14
Hulpmiddelen Wanneer men werkzaamheden moet uitvoeren waarbij hulpmiddelen het werk verlichten, de arbeidsveiligheid verhogen of de ergonomie ten goede komen, kunnen deze hulpmiddelen na overleg met de leidinggevende ter beschikking worden gesteld. Voorbeelden van hulpmiddelen kunnen zijn: Gehoorbescherming vanaf 80dB Kniestukken wanneer veel werk op de knieën wordt verricht Opstapjes bij montage Ergonomische muis Middelen bij beeldschermwerkzaamheden Tilhulpen, zoals steekwagens Sta-mat bij bewerkingsmachines
02-07-13
21 / 37
15
Ontvangst van bezoekers Stel bezoekers, die rondgeleid worden door de fabriek, op de hoogte van de veiligheidsrisico’s. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen om deze risico’s te beperken:
02-07-13
Laat de bezoeker het document: “Gedragsregels voor derden” lezen en ondertekenen. Laat een bezoeker niet zonder begeleiding van een medewerker door de fabriek lopen. Blijf met de handen uit de buurt van machines en machineonderdelen. Wees voorzichtig met loshangende kledingstukken en lang haar bij bewegende machineonderdelen. Loop zoveel mogelijk op de gemarkeerde looppaden. Volg de instructies op van de begeleider(s). Betreed geen afgebakende zones. Houd bezoekers tijdens de rondleiding in de gaten en zorg ervoor dat ze niet in gevaarlijke situaties terecht komen. Begeleid bezoekers bij een calamiteit en/of ontruiming.
22 / 37
16
Brandpreventie Brand is voor ieder bedrijf een permanent risico. Bedenk dat brand niet alleen gebouwen, installaties en machines kan vernietigen, maar ook belangrijke gegevens en documenten. Bovendien kan brand nadelige gevolgen hebben voor het milieu. Materiële verliezen zijn te dekken, dingen zijn te herstellen of te vervangen. Wat mensen bij brand kan overkomen is echter niet te vergoeden. Brandpreventie begint met het naleven van bepaalde regels bij het dagelijks werk, die natuurlijk ook thuis baat hebben. Enkele voorzorgsmaatregelen zijn:
02-07-13
Blusmiddelen moeten goed bereikbaar zijn. Meld het gebruik en de gebreken van blusmiddelen direct aan de bedrijfsleiding. Houd deuren en nooduitgangen vrij van obstakels. Rook niet op plaatsen waar dat verboden is. Wees voorzichtig met vuur en vlam. Zorg dat ontvlambare of brandbare stoffen voldoende verwijderd zijn van iedere warmtebron en apart worden opgeslagen. Ledig geen asbakken in de papiermand. Vermijd het opstapelen van papier, karton en ander makkelijk brandbaar materiaal op niet daarvoor voorziene plaatsen in het bedrijf. Schakel, indien mogelijk, elektrische machines en apparaten na gebruik uit en zeker na werktijd. Koppel defecte of beschadigde snoeren of leidingen onmiddellijk af en licht de bedrijfsleiding in. Beperk brandgevaarlijke (vloei-)stoffen tot een dagvoorraad.
23 / 37
17
Bedrijfsnoodplan In het bedrijfsnoodplan wordt beschreven hoe men dient te handelen bij ongevallen, brand, bommelding, milieucalamiteiten en andere noodsituaties. De eerste belangrijke stap in dergelijke situaties is het waarschuwen van de bedrijfshulpverlening (BHV tel. 789).
17.1
Brand De meeste branden beginnen klein. Door snel en doeltreffend te handelen kan de brand wellicht in de kiem gesmoord worden. Daartoe zijn op heel wat plaatsen in het bedrijf blusmiddelen beschikbaar. Blusmiddelen hebben alleen nut als ze op het gepaste ogenblik worden gebruikt. Weet waar de dichtstbijzijnde brandblusser te vinden is en hoe die werkt. Er zijn verschillende soorten blusapparaten voor verschillende soorten branden; lees daarom vooraf de gebruiksaanwijzing. Het is zeer belangrijk te weten aan wie de brand gemeld moet worden. Het kan zelfs noodzakelijk zijn dat iedereen het gebouw zo snel mogelijk moet verlaten. Een vlotte evacuatie is dan van levensbelang. Mensen die geïnformeerd en getraind zijn, raken minder snel in paniek; zorg er dus voor dat u de mogelijke vluchtwegen kent. Houd in de gaten dat bij brand vrijkomende gassen levensgevaarlijk kunnen zijn!
17.2
Een ongeval Ondanks de beste voorzorgsmaatregelen kan er toch iets verkeerd gaan. Een ongeval is snel gebeurd en verwondingen zijn vaak het gevolg. Gelukkig hebben niet alle ongevallen even zware gevolgen. Wees er echter van bewust dat zelfs het kleinste letsel, hoe onbeduidend het ook lijkt, onmiddellijk moet worden verzorgd. Bij ernstige verwondingen, aantasting van de luchtwegen, hartaanval etc., komt het erop aan zo vlug mogelijk medische hulp in te roepen. Even belangrijk is het om de gewonde(n) eerste hulp te geven, in afwachting van de komst van een medisch deskundige. Deze hulp wordt bij voorkeur gegeven door de EHBO’er . Heeft u zelf geen cursus gevolgd, weet dan wie onze EHBO’ers zijn en hoe u ze kunt bereiken.
02-07-13
24 / 37
Een niet-EHBO’er kan de volgende basishandelingen verrichten:
02-07-13
Sla direct alarm (EHBO tel. 888), zorg voor deskundige hulp en eventueel vervoer naar het ziekenhuis. Verplaats het slachtoffer niet, tenzij er direct gevaar dreigt (brand, ontploffing, instorting etc.) Voorkom een tweede ongeval. Voorkom verergering van de situatie door bijvoorbeeld machines of elektriciteit uit te schakelen. Houd toegangswegen vrij. Blijf bij het slachtoffer en stel deze gerust.
25 / 37
18
Agressie en geweld Net zoals in de maatschappij, worden agressie en geweld in ons bedrijf niet toegestaan. Wanneer dit binnen VDL Steelweld geconstateerd wordt, zal de aanpak via de normale hiërarchische weg verlopen. Dit betekent dat de direct leidinggevenden van slachtoffer en/of dader, actie ondernemen. Gezien de ernst hiervan zullen zij dit in overleg doen met de naast hogere leiding. Agressie en geweld vinden wij dermate ernstig dat dit serieus aangepakt wordt. Naar aanleiding van gesprekken met dader, slachtoffer en eventuele getuigen, zullen passende maatregelen genomen worden. Ontslag is hierbij niet uitgesloten!
19
Gebruik van alcohol, drugs en medicijnen
19.1
Alcohol en drugs Om binnen ons bedrijf geen onnodige risico’s te lopen, verwachten wij van onze medewerkers dat zij nuchter op het werk verschijnen en blijven. Als de leiding constateert dat een medewerker gedurende het werk onder invloed van alcohol of drugs verkeert, wordt de medewerker direct naar huis gestuurd (verlof op eigen rekening) en volgt een schriftelijke waarschuwing. Tevens zal de medewerker geadviseerd worden contact te zoeken met huisarts of bedrijfsarts. Wanneer werken onder invloed een tweede keer geconstateerd wordt, zal de directie in overleg met personeelszaken en de bedrijfsarts, passende maatregelen nemen. Ontslag is hierbij niet uitgesloten! Mocht je constateren dat een medewerker of een derde gedurende het werk onder invloed van alcohol of drugs verkeert, meldt dit dan direct bij je leidinggevende of een QA-medewerker.
19.2
Medicijnen Wanneer men medicijnen gebruikt die de reactiesnelheid beïnvloeden, wordt van de medewerker verwacht dat hij/zij dit opneemt met de direct leidinggevende. Indien nodig wordt dit besproken met de bedrijfarts. Afhankelijk van de situatie kan mogelijke werkaanpassing plaatsvinden. Voor een aantal situaties is het verstandig dat de EHBO van bepaald medicijngebruik op de hoogte is (bijv. suikerpatiënten). Dit om zo goed mogelijk te kunnen acteren.
02-07-13
26 / 37
20
Veiligheidsborden en Pictogrammen Veiligheidsborden in een productieomgeving en Pictogrammen op verpakkingen (chemische stoffen) worden gebruikt om iets duidelijk te maken, bijvoorbeeld om een gevaarlijke situatie aan te geven.
De veiligheidstekens kunnen een verbod, een waarschuwing, een gebod of een aanwijzing inhouden. Zorg dat u de betekenis kent en volg ze steeds op. Het kan immers van vitaal belang zijn om bij brand onmiddellijk te weten waar nooduitgangen zijn. Rood vlak = Geel vlak = Blauw vlak = Groen vlak =
02-07-13
27 / 37
verbod waarschuwing gebod aanwijzing
20.1
Verbodsborden
Verboden te roken
Vuur, open vlam en roken verboden
Verboden voor voetgangers
Verboden met water te blussen
Geen drinkwater
Geen doorgang voor onbevoegden
Verboden voor transportvoertuigen
Niet aanraken
02-07-13
28 / 37
20.2
Waarschuwingsborden
Gevaar voor open vuur (Ontvlambare stoffen of hoge temperatuur)
Explosieve stoffen
Giftige stoffen
Bijtende stoffen
Radioactieve stoffen
Hangende lasten
Transportvoertuigen
Gevaar voor elektrische spanning
Gevaar
02-07-13
29 / 37
Laserstraal
Oxiderende stoffen
Niet-ioniserende straling
Belangrijk magnetisch veld
Struikelen
Vallen door hoogteverschil
Biologisch gevaar
Lage temperatuur
Schadelijk of irriterende stoffen
02-07-13
30 / 37
20.3
Gebodsborden
Oogbescherming verplicht
Veiligheidshelm verplicht
Gehoorbescherming verplicht
Adembescherming verplicht
Veiligheidsschoenen verplicht
Veiligheidshandschoenen verplicht
Veiligheidspak verplicht
Gelaatsbescherming verplicht
Individueel veiligheidsharnas verplicht
02-07-13
31 / 37
Verplichte oversteekplaats
Algemeen gebod
20.4
Aanwijzingsborden
Eerste Hulppost
Weg naar een hulppost of reddingsmiddel; weet in tijd van nood wat bedoeld wordt.
Plaats en richting van een uitgang
Richting van een nooduitgang
Vluchtweg
02-07-13
32 / 37
21
TOP 10 - Veilig, gezond en milieubewust werken 1. Gebruik machines en gereedschappen volgens de voorschriften 2. Werk mee aan voorlichting, onderricht en instructie 3. Meld opgemerkte gevaren direct aan de bedrijfsleiding 4. Handhaaf orde, netheid en hygiëne 5. Maak gebruik van tilhulp- en beschermingsmiddelen 6. Controleer machines en gereedschappen voor gebruik 7. Volg veiligheidsvoorschriften 8. Informeer bezoekers over veiligheidsrisico’s 9. Houd deuren en nooduitgangen vrij van obstakels 10. Neem de voorgeschreven rusttijden in acht
02-07-13
33 / 37
22
Instructie en voorlichting personeel
22.1
Algemeen Zorg ervoor dat u ten tijde van een brand of andere calamiteit terzake kunt handelen! Dat wil zeggen: Blijf kalm. Zorg voor uw eigen veiligheid. Ken de voorschriften. Ken de telefoonnummers en het alarmnummer om brand of andere calamiteiten te kunnen melden. Ken de vluchtwegen. Raadpleeg de afdelingsplattegrond. Houd vluchtwegen te allen tijde vrij. Ken de plaats en de werking van brandblussers en brandslangen. Blus de brand indien mogelijk. Spuit nooit met water op door elektriciteit of vloeistof veroorzaakte branden!!! Volg de instructies van de BHV’er / bedrijfsleiding en/of de bevelvoerder van de brandweer op. Als u het gebouw moet ontvluchten: Loop snel naar de dichtstbijzijnde uitgang of nooduitgang. Niet rennen! In geval van dikke rook: over de vloer kruipen met het hoofd zo laag mogelijk. Doe de deuren achter u dicht Maak geen (onnodig) gebruik van de telefoon. Inlichtingen over de brand naar buiten worden alleen door de directie, of door haar aangewezen personen gegeven.
22.2
Technische voorzieningen In het gebouw zijn de volgende voorzieningen aangebracht om brand te kunnen melden. Telefoon: Bij het uitbreken van brand moet, ongeacht de grootte van de brand en ongeacht het resultaat van de eigen bluspoging, ONMIDDELLIJK de BHV worden gewaarschuwd via telefoonnummer 789 Blusmiddelen: De gebouwen zijn voorzien van brandslanghaspels en brandblussers (voor plaats zie ook plattegronden). Alle personeelsleden moeten de bedieningsvoorschriften van deze blusmiddelen kennen. De keuze van het soort blusmiddel is afhankelijk van de soort brandbare stoffen. Zo kunnen vaste stoffen over het algemeen het beste geblust worden met water of poeder, vloeistoffen het beste met een poeder of CO2 en computerapparatuur alléén met CO2. Blustoestellen zijn gemaakt om door een leek te worden bediend. Overtuig u daarom van de werking van de apparaten die in de werkomgeving zijn geplaatst. Op elk blustoestel is een duidelijke gebruiksaanwijzing aangegeven.
Weet waar u zich dient te verzamelen in geval van een ontruiming. Als u dit nog moet lezen als er brand is uitgebroken, kunt u te laat zijn!
02-07-13
34 / 37
23
Milieuzorg
23.1
Milieubeleid Het milieubeleid van VDL Steelweld is er op gericht om zo weinig mogelijk stoffen te verkwisten, zo min mogelijk het milieu te belasten en gezondheidsrisico’s te voorkomen.
23.2
Handboek Milieumanagement VDL Steelweld heeft het Milieumanagementsysteem in een handboek vastgelegd. In dit handboek zijn alle activiteiten met betrekking tot het milieu in procedures, werkinstructies etc. beschreven. Van iedere medewerker wordt verwacht dat hij/zij zich aan deze procedures houdt. Geconstateerde tekortkomingen en klachten, maar ook verbeteringsvoorstellen dient men bij zijn/haar chef of de milieucoördinator te melden. Hierop kunnen corrigerende maatregelen worden getroffen.
23.3
Productveiligheidsbladen Van alle gevaarlijke stoffen zijn productveiligheidsbladen aanwezig. Deze bevinden zich bij de milieu coördinator. De relevante informatie is verwerkt in een overzicht dat beschikbaar is op de plaatsen waar met deze stoffen gewerkt wordt en in de EHBOkamer.
23.4
Opslag gevaarlijke stoffen De voorraad gevaarlijke (licht ontvlambare) stoffen worden opgeslagen in het magazijn en in de verfspuiterij in brand- en explosieveilige kasten. Oliën en niet-ontvlambare stoffen worden opgeslagen in het oliehok.
23.5
Afvalafvoersysteem Het inzamelen, transporteren en opslaan van (gevaarlijke) afvalstoffen is vastgelegd in het AfvalAfvoerSysteem (als procedure & werkinstructies, onderdeel van het Handboek Milieumanagementsysteem). Het AAS bevat beschrijvingen van de verschillende afvalstoffen, werkinstructies en de van toepassing zijnde bijlagen. Bij twijfel betreffende een bepaalde stof of welke stof waar in moet, dient afdeling onderhoud of de milieucoördinator gewaarschuwd te worden.
Bijbehorende documentatie ter inzage / opvraagbaar bij afdelingsleiding 1. Veilig werken met (semi)automatische machines 2. Bedrijfsnoodplan
02-07-13
35 / 37
24
02-07-13
Aantekeningen
36 / 37
VDL Steelweld bv P.O. Box 3339 4800 DH Breda Terheijdenseweg 169 4825 BJ Breda The Netherlands 3082 Phone Fax E-mail Internet
© 2013 VDL Steelweld B.V., Breda, Nederland
+ 31 (0)76 579 2700 + 31 (0)76 587 4754
[email protected]
www.vdlsteelweld.com