Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2001–2002

1

Nr. 212

Raming der voor de Eerste Kamer in 2003 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten

Den Haag, 26 februari 2002 Ter voldoening aan artikel 16 van het Reglement van Orde biedt de Huishoudelijke Commissie hierbij de Kamer de raming aan van de in 2003 voor haar benodigde uitgaven, alsmede die van de in dat jaar te verkrijgen ontvangsten en van de meerjarencijfers. De ramingen zijn bestemd om, na door de Kamer te zijn vastgesteld, bij de regering te worden ingezonden ten behoeve van de Rijksbegroting voor het jaar 2003. De Huishoudelijke Commissie, Braks (Voorzitter) Van Eekelen Jurgens Baljé, Griffier

KST59658 ISSN 0921 - 7363 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2002

Eerste Kamer, vergaderjaar 2001–2002, nr. 212

1

INLEIDING Taak van de Eerste Kamer De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft door haar grondwettelijke bevoegdheden en samenstelling een eigen plaats en taak in het staatsbestel. De Eerste Kamer heeft een wetgevende en beleidscontrolerende taak. Zij toetst de door de Tweede Kamer aanvaarde voorstellen van wet (inclusief de begrotingen). Bij deze toetsing pleegt zij in het bijzonder aandacht te schenken aan algemene beginselen van behoorlijke wetgeving, en wel met inachtneming van de volgende normen: de Grondwet, internationale overeenkomsten en besluiten van volkenrechtelijke organisaties, het rechtssysteem met inbegrip van de mogelijkheid beroep te doen op rechtsmiddelen, vormvereisten voor de wetgevingsprocedure, het draagvlak voor en de handhaafbaarheid van het wetsvoorstel zelf en de financiële gevolgen ervan. Om invulling te geven aan haar beleidscontrolerende taak heeft de Eerste Kamer een aantal specifieke rechten, te weten: het recht vragen te stellen aan de regering, het recht van interpellatie en het recht van onderzoek (enquête). De beleidscontrolerende taak beslaat ook de (implementatie van de) Europese regelgeving, de Europese integratie en belangrijke regeringsnota’s. Tenslotte heeft de Eerste Kamer – gelijktijdig met de Tweede Kamer – het zelfstandig recht in te stemmen met, of instemming te onthouden aan voorgenomen besluiten in het kader van de derde pijler van de Europese Unie die een het Koninkrijk bindend karakter hebben. Het doel van de ambtelijke diensten van de Eerste Kamer De ambtelijke diensten van de Eerste Kamer hebben ten doel de leden van de Eerste Kamer in staat te stellen hun wetgevende en beleidscontrolerende taak naar behoren te vervullen. De wijze waarop deze doeleinden worden bereikt, vloeit voort uit het werkaanbod voor de Eerste Kamer en de wensen van haar leden bij het vervullen van hun taken. Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal De wetgevende taak van de Verenigde Vergadering van de StatenGeneraal is beperkt van omvang. Hetgeen hiervoor is opgemerkt over de wetgevende taak van de Eerste Kamer, is op de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de te behandelen voorstellen van wet door de regering worden voorgesteld en niet door de Tweede Kamer worden aangeboden. De Grondwet bepaalt dat de Voorzitter van de Eerste Kamer de leiding heeft van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal. Dientengevolge zijn het vooral de ambtelijke diensten van de Eerste Kamer die belast zijn met de organisatie van de Verenigde Vergadering. Enkele plenaire vergaderingen van de Verenigde Vergadering hebben een sterk ceremonieel karakter: de vergadering die op grond van artikel 65 van de Grondwet jaarlijks op de derde dinsdag van september wordt gehouden, en, in voorkomend geval, herdenkingen van de leden van het Koninklijk Huis. Dit laatste ingevolge een onlangs door de Voorzitters van beide Kamers in overeenstemming met respectievelijk het College van Senioren van de Eerste Kamer en het Presidium van de Tweede Kamer en met instemming van de Minister-president genomen besluit. De uit de organisatie van de Verenigde Vergadering voortvloeiende kosten maken deel uit van de begroting van de Eerste Kamer.


2

Artikel 1: Wetgeving en controle Eerste Kamer De verplichtingen, uitgaven en ontvangsten (in € 1 000) 2003

2004

2005

2006

2007

Verplichtingen

7 002

6 968

6 968

6 968

6 968

Uitgaven – totaal 01. Apparaat 02. Vergoedingen Voorzitter en leden Eerste Kamer 03. Verenigde Vergadering

7 002 3 654

6 968 3 620

6 968 3 620

6 968 3 620

6 968 3 620

3 325 23

3 325 23

3 325 23

3 325 23

3 325 23

83

63

63

63

63

Ontvangsten

ALGEMEEN Met het oog op de Tweede Kamerverkiezing op 15 mei 2002 is op verzoek van het Ministerie van Financiën de begrotingsvoorbereiding voor 2003 versneld. Dit betekent onder meer dat de voorstellen voor de Raming 2003 van de Eerste Kamer der Staten-Generaal op een vroeger tijdstip dan voorgaande jaren bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) worden verwacht. De voorstellen dienen, na overleg met de Eerste Kamer, daarom ook eerder door de minister van BZK bij de minister van Financiën te zijn ingediend. Financiële uitgangspunt Uitgangspunt voor de Raming 2003 is het meerjarencijfer 2003 zoals opgenomen in Hoofdstuk II van de Rijksbegroting voor 2002, paragrafen 02. «Eerste Kamer». De voorstellen voor het begrotingsjaar 2003 wijken af van de cijfers van de meerjarenraming 2003. De verhoging ten bedrage van € 72 000 voor artikel 1, artikelonderdeel 01, «apparaat» ten opzichte van het meerjarencijfer 2003 wordt nader toegelicht in de artikelsgewijze toelichting van deze raming onder publiciteitskosten. De verhoging ten bedrage van € 893 000 voor artikel 1, artikelonderdeel 02, «vergoedingen Voorzitter en leden Eerste Kamer» is een gevolg van de wijziging van de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer (brutering kostenvergoedingen) alsmede in verband met toekenning pensioen aan de oud-Voorzitter van de Kamer. Een en ander nader toegelicht in de artikelsgewijze toelichting onder «Vergoedingen Voorzitter en leden Eerste Kamer». De verhoging van € 5 000 voor artikel 1, artikelonderdeel 03, «Verenigde Vergadering» is een correctie. In de raming 2002 van de Eerste Kamer, nr.202 was € 23 000 geraamd echter in de begroting 2002 is opgenomen € 18 000. De verhoging van artikel 1, artikelonderdeel 01, «Ontvangsten» ten bedrage van € 20 000 is een gevolg van de in 2003 te verwachten inruilprijs van de huidige dienstauto. Terugblik jaar 2001 Gedurende het jaar 2001 werden 39 openbare vergaderingen en drie Verenigde Vergaderingen gehouden. In het totaal werden 242 wetsvoorstellen behandeld. Interim-manager Sedert 15 augustus 2001 is voor een periode van negen maanden tot een jaar de heer drs.H.Mannen als interim-manager gedetacheerd bij de Eerste Kamer. De heer Mannen is belast met het, in nauw overleg met Voorzitter en Griffier, voeren van het personeelsbeleid en het doen van


3

voorstellen voor onder andere de transformatie van de organisatie van de diensten der Kamer. In december 2001 heeft hij een plan van aanpak («Investeren in Samenspel») aan de Huishoudelijke Commissie aangeboden. Inmiddels zijn de beleidsvoornemens en het uitvoeringsschema in dit plan vastgesteld. De kosten voor uitvoering van, onder andere waar deskundige hulp van buiten tijdelijk ingehuurd zou moet worden, zijn vooralsnog niet te ramen. Dit zou eventueel dienen plaats te vinden door middel van suppletore begrotingen. Europees Bureau Eerste Kamer (EBEK) Sedert 1 juni 2001 is het Europees Bureau Eerste Kamer operationeel. Masterplan Het Masterplan Eerste Kamer houdt in een verbetering van de toegankelijkheid, gebruik en inrichting van het Kamergebouw. Met de Rijksgebouwendienst (RGD) wordt een uitvoeringsplan opgesteld. Begin 2000 heeft de Huishoudelijke Commissie het gereedgekomen «Masterplan» vastgesteld. Door het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zijn hiervoor de benodigde financiële middelen beschikbaar gesteld. Op dit moment is voor 2003 niet in te schatten of er eigen kosten voor de Kamer zullen voortvloeien tengevolge van de uitvoering van het Masterplan voor verdere renovatie en restauratie van het Kamergebouw. De ingrijpende werkzaamheden zullen in de zomer 2002 aanvangen. Zelfstandige Begrotingsautoriteit Staten-Generaal Op 14 juni 2001 heeft de ambtelijke werkgroep, die was belast met een onderzoek naar de voor- en nadelen van een zelfstandige begrotingsautoriteit voor de Staten-Generaal verslag uitgebracht. In haar rapport legde de werkgroep drie varianten op tafel, te weten een nadere verfijning van de bestaande beheersafspraken, het vastleggen van budgettaire zelfstandigheid in de Comptabiliteitswet en wijziging van de Grondwet ter vastlegging van de budgettaire autonomie. Op 11 juli 2001 werd het rapport door de Voorzitter van de Tweede Kamer aangeboden aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In de aanbiedingsbrief drong voornoemde Voorzitter namens de Tweede Kamer aan op het spoedig in voorbereiding nemen van een wijziging van de Grondwet. De Eerste Kamer heeft ter zake nog geen standpunt ingenomen. Ter voorbereiding op de standpuntbepaling door fracties en College van Senioren achtten de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Hoge Colleges van Staat en de vaste commissie voor Financiën het gewenst dat een nader oordeel zou worden ingewonnen over de staatsrechtelijke aspecten van de door de Tweede Kamer verlangde zelfstandige begrotingsautoriteit. Dat oordeel werd gevraagd aan prof. mr. H. R. B. M. Kummeling, hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit Utrecht en mr.G.D.Minderman, hoofddocent staatsrecht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en gepromoveerd op een onderzoek naar de Tweede Kamer en rijksfinanciën. Inmiddels hebben de commissies het advies van beide deskundigen ontvangen en is daarover met hen in februari 2002 een gesprek gevoerd. Vervolgens zullen beide commissies een procedure bepalen die zal leiden tot het uitbrengen van advies aan het College van Senioren op basis van het oordeel van Kummeling en Minderman.


4

Staten-Generaal Algemeen – artikel 4: Wetgeving en controle Eerste Kamer en Tweede Kamer Op het onderhavige artikel worden de personele en materiële kosten van het personeel werkzaam bij de Stenografische dienst en de Griffie interparlementaire betrekkingen, alsmede de uitgaven van de StatenGeneraal voor interparlementaire betrekkingen geraamd en verantwoord. De verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van dit artikel voor de raming 2003 en de meerjarenraming 2004 tot en met 2007 worden geraamd en toegelicht in de raming 2003 van de Tweede Kamer. Eindejaarsmarge De uitkomst van de begrotingsuitvoering over 2001 laat voldoende ruimte ter toevoeging van de eindejaarsmarge aan het budget voor 2002. De eindejaarsmarge 2001 zal worden opgenomen in de eerste suppletore begroting 2002.


5

UITSPLITSING NAAR UITGAVEN- EN ONTVANGSTENSOORTEN BETREFFENDE DE REALISATIE 2001, BEGROTING 2002 EN DE RAMING 2003 RAMING VAN DE UITGAVEN – uitsplitsing naar uitgavensoort in € artikel

artikelonderdeel

1 01

02

03

omschrijving

realisatie 2001

begroting 2002

raming 2003

Wetgeving en controle Eerste Kamer – totaal

6 942 946

6 033 000

7 002 000

APPARAAT – totaal

3 615 456

3 583 000

3 654 000

Personeel Eerste Kamer – totaal Ambtelijk personeel Overige personeelsuitgaven

1 743 099 1 716 854 26 245

2 104 000 2 050 000 54 000

2 100 000 2 046 000 54 000

Materieel – totaal Vergoedingen Diensten van derden/uitbestede werkzaamheden Overige diensten Algemene benodigdheden/bureaukosten Specifieke gebruiksgoederen Specifieke verbruiksgoederen Representiekosten Belastingen/heffingen/retributies Kantine Eerste Kamer Publiciteitskosten Exploitatie vervoermiddelen Parlementair drukwerk Automatiseringskosten Aanschaf/vervanging computerapparatuur Uitzending leden en ambtenaren naar het buitenland Aanschaf/vervanging overige investeringsgoederen Post-actief personeel

1 872 357 50 985 261 357 208 454 92 334 7 688 60 835 79 968 6 470 50 088 76 830 12 712 292 806 271 858 211 698 22 207 61 292 104 775

1 479 000 61 000 225 000 156 900 82 000 12 000 71 000 18 000 2 500 55 000 80 000 11 000 182 000 205 000 60 000 46 000 110 000 101 600

1 554 000 61 000 225 000 159 500 83 000 12 000 71 000 25 000 2 500 55 000 168 000 11 000 182 000 206 000 65 000 46 000 140 000 42 000

VERGOEDINGEN VOORZITTER EN LEDEN EERSTE KAMER – totaal Vergoeding voor de werkzaamheden Vergoeding voor secundaire voorzieningen Toelage en andere voorzieningen Voorzitter Kostenvergoedingen Pensioen Oud-Voorzitters

3 306 695 1 527 000 122 801 59 878 1 597 016 –

2 432 000 1 490 000 124 000 58 000 760 000 –

3 325 000 1 520 000 124 000 58 000 1 619 000 4 000

20 795 20 795

18 000 18 000

23 000 23 000

realisatie 2001

begroting 2002

raming 2003

Wetgeving en controle Eerste Kamer – totaal

70 800

63 000

83 000

ONTVANGSTEN – totaal Diverse ontvangsten Inhouding voor pensioen van de Voorzitter of zijn betrekkingen

70 800 69 176

63 000 61 200

83 000 81 000

1 624

1 800

2 000

VERENIGDE VERGADERING – totaal Grafelijke Zalen voor de Verenigde Vergadering

RAMING VAN DE ONTVANGSTEN – uitsplitsing naar ontvangstensoort in € artikel

artikelonderdeel

1 01

omschrijving

In de begroting 2002 en raming 2003 zijn de voorgenomen mutaties van de eerste suppletore begroting 2002 niet verwerkt.


6

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING UITGAVENARTIKEL 1, artikelonderdeel 01, APPARAAT Ambtelijk personeel De personele bezetting geeft per januari 2002 het volgende beeld te zien: Totaal aantal ambtenaren

47

Schalen 1 t/m 4 Schalen 5 t/m 10 Schaal 11 en hoger

11 28 8

De beschikbare formatie in full-time eenheden (fte’s) bedraagt 43; dit is de formatieruimte waarop het personeelsbudget vanaf 2001 is gebaseerd. De werkelijke bezetting in fte’s bedraagt echter 41,76. De verdeling daarvan is als volgt: Schaal

Aantal fte’s

19 14 13 12 11 Totaal schaal 11 en hoger 10 9 8 7 6 5 Totaal schalen 5 t/m 10 4 3 Totaal schalen 1 t/m 4

1 2 2 1 0,97*

Totaal

41,76

6,97 3 4,6 4,7 3 1,8 8,9 26 2 6,79 8,79 41,76

* inclusief 2,76 uur per week bedrijfsmaatschappelijk werk

Het verschil tussen werkelijke bezetting en aantal formatieplaatsen (1,24) wordt veroorzaakt door nog niet-vervulde vacatures. Overige personeelsuitgaven Op dit onderdeel worden geraamd en verantwoord onder andere de kosten van inhuur uitzendkrachten, opleidings- en cursusgelden, tegemoetkoming studiekosten ten behoeve van personeel en niet-belastbare gratificaties. Materieel

Vergoedingen Op dit onderdeel worden onder andere geraamd en verantwoord vergoedingen aan personeel voor maaltijden bij overwerk, reis- en verblijfkosten en kosten van het vervoerplan woon-werkverkeer StatenGeneraal. Het geraamde bedrag voor 2003 is nagenoeg gelijk aan het begrote bedrag voor 2002.


7

Diensten van derden/uitbestede werkzaamheden Op dit onderdeel worden geraamd en verantwoord door derden uitgevoerde werkzaamheden. De uitbestede werkzaamheden zijn onder andere glazenwassen, bewaking, beveiliging, onderhoud groenvoorziening, technische en bedrijfsinstallaties, kantoormachines, meubilair, binnen- en buitenonderhoud gebouwen alsmede kinderopvang. Aan de beveiliging van rijksgebouwen dienen steeds hogere eisen gesteld te worden. Dientengevolge is bij de Tweede Kamer het verzoek neergelegd om na te gaan of de Eerste Kamer de «zesde post» van de Tweede Kamer zou kunnen worden. Indien hiervoor gekozen zal kunnen worden, zal moeten worden bezien welk budget hiervoor nodig zal zijn. Vooralsnog is voor 2003 hiervoor nog geen bedrag geraamd.

Overige diensten Op dit onderdeel worden geraamd en verantwoord uitgaven voor portien bezorgkosten, telefoon, fax en voor werving en selectie. Het geraamde bedrag voor 2003 is met een gering bedrag verhoogd ten opzichte van het begrote bedrag voor 2002.

Algemene benodigdheden/bureaukosten Op dit onderdeel worden geraamd en verantwoord uitgaven voor papier, enveloppen, schrijf- en bureaubehoeften alsmede aanschaf boeken en abonnementen. Het geraamde bedrag voor 2003 is verhoogd in verband met hogere uitgaven voor aanschaf boeken en abonnementen.

Specifieke gebruiksgoederen Op dit onderdeel worden geraamd en verantwoord de kosten voor aankoop van gereedschappen, dienstkleding en (kleine) vervangingsmaterialen.

Specifieke verbruiksgoederen Op dit onderdeel worden geraamd en verantwoord de kosten van het verbruik en vastrecht van elektra, gas, water en warmtelevering alsmede de kosten van aankoop van schoonmaakmiddelen e.d.

Representatiekosten Op dit onderdeel worden geraamd en verantwoord representatiekosten. Medio 2003 wordt het afscheid van de «oude Kamer» voorzien. Dit onderdeel is verhoogd met € 7 000.

Belastingen/heffingen/retributies Voor de Eerste Kamer bestaan deze kosten onder andere uit te betalen rioolrecht, verontreinigingsheffing, machtiging zender oproepinstallatie en abonnement kabelnetaansluiting.

Kantine Eerste Kamer Alle kosten die betrekking hebben op de kantine – met uitzondering van de personeelskosten – worden hier geraamd en verantwoord. De ontvangsten van de kantineverkopen worden geboekt op het ontvangstenartikel 1, artikelonderdeel 01, diverse ontvangsten.


8

Publiciteitskosten Op dit onderdeel worden geraamd en verantwoord de kosten voor de stafafdeling Voorlichting en Externe Betrekkingen. Het budget voor dit onderdeel is voor 2003 is verhoogd met € 88 000. Dit bedrag is verdeeld in € 54 000 structureel en € 34 000 incidenteel. Het structurele bedrag van € 54 000 zal worden aangewend om het sedert het begrotingsjaar 2002 nieuwe onderdeel Interne Communicatie waarbij tevens de post Personeelsactiviteiten/excursies is ondergebracht, verder te ontwikkelen. In het kader van de interne communicatie is reeds in 2001 het Intranet Eerste Kamer (INEK) ontwikkeld. Het Parlementair Documentatie Centrum (PDC) heeft met een projectgroep (VEB, CIP en Personeelszaken) een voorstel gemaakt, dat door de Huishoudelijke Commissie is goedgekeurd. Het PDC heeft de kosten van het programmeren voor haar rekening genomen. Hoewel het onderhouden van het INEK voor een groot gedeelte door het personeel van de Kamer (VEB, CIP en Personeelszaken) wordt uitgevoerd, zal ondersteuning van het PDC noodzakelijk blijven om de continuïteit te garanderen en verdere ontwikkeling te bevorderen. Deze ondersteuning door het PDC zal in de operationele fase een permanent karakter houden. Tevens werd in dit voorstel uitgegaan van een uitbouw van INEK tot een omgeving die gebruikt zou kunnen worden voor de informatievoorziening van de Eerste-Kamerleden. Deze taak zal eveneens door het PDC worden verricht. Het incidentele bedrag van € 34 000 zal worden aangewend om een begin te maken met de vervanging van de uit 1996 daterende videofilm over de Eerste Kamer. Er wordt gedacht aan een meer instructieve, moderne (animatie)-film, waarbij in het bijzonder rekening zou moeten worden gehouden met de doelgroep scholieren (hoogste groepen van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs). In de loop van 2002 zal een eerste aanzet gemaakt worden tot ontwikkeling van een dergelijke film, eventueel in combinatie met een CD-ROM. Voorts bestaat behoefte aan een Engelse- en Franstalige informatiebrochure over de Eerste Kamer ten behoeve van ambassades, inzake voorlichting over de Kamer gericht op het buitenland. De jaarlijkse bijdrage aan de Stichting Bezoekerscentrum Binnenhof, die dagelijks toeristische rondleidingen in de gebouwen van de Eerste Kamer of Tweede Kamer en in de Ridderzaal verzorgt, is tevens opgenomen.

Exploitatie vervoermiddelen Alle kosten die betrekking hebben op de dienstauto, dienstbromfiets en dienstfietsen worden hieronder geraamd en verantwoord. Voor 2003 is onder aanschaffingen een nieuwe dienstauto geraamd.

Parlementair drukwerk Op dit onderdeel worden geraamd en verantwoord de kosten van het parlementair drukwerk. De hoeveelheid drukwerk staat in nauw verband met de parlementaire werkzaamheden, die (moeten) worden verricht. Nagenoeg alle te drukken Eerste-Kamerstukken worden langs elektronische weg aangeleverd bij Sdu Uitgevers, waardoor het laagste druktarief in rekening wordt gebracht. Wel worden extra kosten in rekening gebracht door Sdu Uitgevers voor het digitaal terugleveren van alle stukken. Dit is noodzakelijk voor het op internet opnemen van deze stukken.

Automatiseringskosten en aanschaf/vervanging computerapparatuur Op dit onderdeel worden geraamd en verantwoord alle kosten die betrekking hebben op automatisering, zoals onderhoud aan


9

automatiseringsapparatuur, programmatuur, systeembeheer, uitbesteding advisering en opdrachtverlening. Uitbesteding advisering en opdrachtverlening bestaat onder andere uit het door het Parlementair Documentatie Centrum (PDC) gedeeltelijk in stand houden van de website van de Eerste Kamer, het Intranet Eerste Kamer (INEK) en de Europapoort van het Europa Bureau Eerste Kamer (EBEK). Aanschaf van hardware en software wordt op dit onderdeel eveneens geraamd en verantwoord.

Uitzending leden en ambtenaren naar het buitenland Op dit onderdeel worden de reis- en verblijfkosten alsmede andere uitgaven geraamd en verantwoord inzake de uitzending van leden en begeleidende ambtenaren van de Eerste Kamer naar het buitenland. De plannen voor 2003 staan nog niet vast.

Aanschaf/vervanging van overige investeringsgoederen In 2003 worden de volgende aanschaffingen voorzien, te weten: vervanging stoelen en meubilair in diverse vertrekken, zoals in commissie- en fractiekamers alsmede kantoorruimtes en vervanging vloerbedekking mede in het kader van de uitvoering van het Masterplan. Ook wordt voorzien de vervanging van de huidige dienstauto. Volgens de huidige methodiek wordt de dienstauto éénmaal in de vier jaren vervangen en wel na de verkiezingen van de Kamer. Voor de aanschaf van deze auto wordt € 60 000 geraamd. Tevens dient een bedrag geraamd te worden voor onvoorzien.

Post-actief personeel Op dit onderdeel worden geraamd en verantwoord de uitkeringen aan oud-personeel van de Kamer op wie de Wachtgeldregeling van toepassing is. In 2002 drukken op dit onderdeel drie oud-personeelsleden en één personeelslid dat voor 18 uur wachtgeld ontvangt en voor de overige uren herplaatst is bij de Eerste Kamer. Tevens worden door Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en Onderwijs, sedert 1 januari 2002 opgegaan in Uitvoering Werknemersverzekeringen (UWV USZO) de apparaats- en administratiekosten doorberekend. Ten slotte worden, conform de afspraken in de Sector Overleg Rijk, de heffingsgelden voor scholing en vorming OR-leden en voorlichtingskosten op dit onderdeel geraamd. In november 2002 zal één oud-personeelslid van de Eerste Kamer, op wie de Wachtgeldregeling van toepassing is, de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Dientengevolge zal met ingang van 1 december 2002 de aanspraak op wachtgeld voor dit oud-personeelslid worden beëindigd. Voor 2003 is bijna € 60 000 minder geraamd. UITGAVENARTIKEL 1, artikelonderdeel 02, VERGOEDINGEN VOORZITTER EN LEDEN EERSTE KAMER De raming van dit artikel is gebaseerd op de Wet van 18 mei 1995 tot regeling van de vergoeding voor de werkzaamheden, vergoeding secundaire voorzieningen en de kostenvergoedingen van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, alsmede van de toelage en andere voorzieningen van de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal (Stb.1995, 291). Met ingang van 1 januari 1997 is de wijziging van (onder meer) de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer (Stb.1997, 250) in werking getreden. Sedert 1 januari 2001 is de Wet van 20 december 2001 tot wijziging van de wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer en de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer enz. (Stb.2001, 704) van kracht. Deze


10

Wet bevat twee maatregelen. De eerste maatregel betreft de aanpassing van de vergoeding van de aan het kamerlidmaatschap verbonden kosten. De maatregel past binnen het doel van het kabinet om ten aanzien van de kosten en voorzieningen voor alle (politieke) functionarissen in het openbaar bestuur een consistente en uniforme lijn te volgen. Verder wordt het stelsel aangepast aan de wijziging van het belastingstelsel 2001. De tweede maatregel betreft de mogelijkheid tot compensatie voor diverse politieke ambtsdragers van het inkomensnadeel dat zij in de jaren 1998 en 1999 hebben geleden als gevolg van de toepasselijkheid van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.

Vergoeding voor de werkzaamheden, toelagen Ondervoorzitters en fractievoorzitters Op dit artikelonderdeel worden geraamd en verantwoord de vergoedingen voor de werkzaamheden die voortvloeien uit de vervulling van het lidmaatschap van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Tevens worden op dit onderdeel de eindejaarsuitkering, de toelagen voor de Ondervoorzitters en de fractievoorzitters geraamd en verantwoord. Sedert 1 oktober 2001 bedraagt de vergoeding voor de werkzaamheden € 20 355 per jaar. Per 1 juli 2002 bedraagt deze vergoeding € 20 456 per jaar. De vergoedingen voor de Ondervoorzitters en de fractievoorzitters worden uitgedrukt in percentages van de vergoeding voor de werkzaamheden. De onder dit onderdeel genoemde vergoedingen worden beschouwd als belastbaar inkomen en zijn derhalve belast ingevolge de Wet op de Inkomstenbelasting.

Vergoeding voor secundaire voorzieningen Op dit onderdeel worden geraamd en verantwoord de vergoedingen waarmee kamerleden voorzieningen kunnen treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden. Sedert 1 januari 2002 bedraagt deze vergoeding € 1 571,30 per jaar. Deze vergoeding wordt eveneens beschouwd als belastbaar inkomen en wordt derhalve belast. Echter, indien deze vergoeding wordt aangewend voor bedoelde voorzieningen, is het mogelijk dat zij, voor zover aldus aangewend, aftrekbaar wordt van het belastbaar inkomen.

Toelage en andere voorzieningen van de Voorzitter Op dit artikelonderdeel worden geraamd en verantwoord de toelage en andere voorzieningen van de Voorzitter. Tevens worden op dit onderdeel geraamd en verantwoord de eindejaarsuitkering en de tegemoetkoming in de premies van een ziektekostenverzekering. De vergoeding voor de werkzaamheden en de vergoeding voor secundaire voorzieningen zijn niet van toepassing op de Voorzitter. Sedert 1 oktober 2001 bedraagt de (bruto)toelage van de Voorzitter van de Eerste Kamer € 4 656 per maand, inclusief 8% vakantie-uitkering.

Kostenvergoedingen Op dit artikelonderdeel worden geraamd en verantwoord de vergoedingen van ambtskosten, reiskosten en verblijfkosten. De vergoeding van de ambtskosten bedraagt sedert 1 januari 2002 € 4 150,27 per jaar, de vergoeding van reiskosten sedert 1 januari 2002 € 7 583,33 per jaar en de vergoeding van de verblijfkosten is afhankelijk van de afstand van de woonplaats van het kamerlid tot het gebouw van de Eerste Kamer en bedraagt sedert 1 januari 2001 bij 0 km. € 488, bij 10 km. € 4 873, bij 75 km. € 9 748 en bij 150 km. en meer € 15 842. Deze kostenvergoedingen


11

zijn gebruteerd als gevolg van het in werking treden van de eerder genoemde Wet van 20 december 2001 enz. (2001, Stb.704).

Pensioen Oud-Voorzitters Eerste Kamer Gelet op artikel 15 van de Wet van 18 mei 1995, (Stb.1995, 291) is de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers op de Voorzitter van toepassing. Sedert 13 juni 1995, de datum waarop de Wet van 18 mei 1995 inwerking is getreden, worden op de toelage van de Voorzitter pensioenpremies ingehouden. De oud-Voorzitter, de heer mr.F.Korthals Altes, heeft over de periode van 11 maart 1997 tot en met 1 oktober 2001 daarom recht op een opgebouwd pensioen. Voor 2003 wordt dientengevolge een bedrag van € 4 000 geraamd.

UITGAVENARTIKEL 1, artikelonderdeel 03, VERENIGDE VERGADERING

Grafelijke Zalen voor de Verenigde Vergadering der Staten-Generaal Op dit artikel worden geraamd en verantwoord alle kosten die verband houden met het in orde brengen van de Ridderzaal voor de Verenigde Vergadering op de derde dinsdag van september. De kosten zijn onder andere de bloemversiering van de Ridderzaal, drukken van toegangskaarten en programmafolders, ontvangst Corps Diplomatique en leden van het Kabinet in de Rolzaal in inhuur van hostesses voor het aanwijzen van plaatsen in de Ridderzaal.

ONTVANGSTENARTIKEL 1, artikelonderdeel 01, ONTVANGSTEN

Diverse ontvangsten Op dit artikel worden de ontvangsten van diverse aard geraamd en verantwoord. Dit betreft met name de volgende posten: opbrengst kantineverkopen, eigen bijdragen aan het Vervoerplan Staten-Generaal en kinderopvang, verkoop relatiegeschenken Eerste Kamer en ingehouden pensioenpremies op toelage Voorzitter. Voor 2003 wordt het geraamde bedrag verhoogd met € 20 000 in verband met het te verwachten inruilbedrag voor de huidige dienstauto.


12

TOELICHTING BIJ MEERJARENRAMINGEN 2004 TOT EN MET 2007 UITGAVENARTIKEL 1, artikelonderdeel 01, APPARAAT Personeel Eerste Kamer der Staten-Generaal

Totaal aantal fte’s Schalen 1 t/m 4 Schalen 5 t/m 10 Schaal 11 en hoger

2004

2005

2006

2007

43

43

43

43

10,5 24,5 8,0

10,5 24,5 8,0

10,5 24,5 8,0

10,5 24,5 8,0

Materieel De meerjarenramingen voor 2004 tot en met 2007 zijn nagenoeg gelijk aan het begrote bedrag voor 2003.

UITGAVENARTIKEL 1, artikelonderdeel 02, VERGOEDINGEN VOORZITTER EN LEDEN EERSTE KAMER Behoudens de gebruikelijke loonbijstellingen en aanpassingen zullen de bedragen voor de meerjarenramingen tot en met 2007 nagenoeg gelijk zijn aan het geraamde bedrag voor 2003.

UITGAVENARTIKEL 1, artikelonderdeel 03, VERENIGDE VERGADERING

Grafelijke Zalen voor de Verenigde Vergadering der Staten-Generaal Voor de jaren 2004 tot en met 2007 wordt het voor 2003 geraamde bedrag geraamd.

ONTVANGSTENARTIKEL 1, artikelonderdeel 01, ONTVANGSTEN

Diverse ontvangsten Voor de jaren 2004 tot en met 2007 wordt het voor 2003 geraamde bedrag geraamd.


13

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Recommend Documents