Eerste Kamer der Staten-Generaal
1
Vergaderjaar 1985-1986 Nr. 83c
19 200 IV
Hoofdstuk IV (Kabinet voor Nederlands Antilliaanse Zaken) voor het jaar 1986; Vaststelling begroting van uitgaven; Vaststelling begroting van ontvangsten
VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG VAN DE COMMISSIE VOOR NEDERLANDS-ANTILLIAANSE EN ARUBAANSE ZAKEN 1 MET DE MINISTER VOOR NEDERLANDS-ANTILLIAANSE EN ARUBAANSE ZAKEN Vastgesteld 14 mei 1986 De vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken heeft op dinsdag 1 5 april 1986 overleg gevoerd met de Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken naar aanleiding van diens antwoord in de nota naar aanleiding van het verslag (begrotingshoofdstuk 19 200 IV, Eerste Kamer, 1985-1986, nr. 83b) vervat en de recente ontwikkelingen op de Nederlandse Antillen en Aruba. De minister werd tijdens dit overleg vergezeld door enkele ambtenaren. De voorzitter opende de vergadering met een woord van dank voor de bereidheid van de minister met de commissie van gedachten te wisselen en met felicitaties aan het adres van de nieuwe directeur van het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, drs. F. A. Palm. Met enkele woorden herinnerde hij aan het feit dat de commissie in april vanwege agendaproblemen van de minister en van de Kamer had afgezien van het houden van een openbaar debat naar aanleiding van de begroting voor het dienstjaar 1986. Dit overleg zou mede moeten dienen om het ontbreken daarvan enigermate te compenseren.
1 Von Meijenfeldt ( C D A ) , Kruisinga ( C D A ) , Mw. Grol-Overling ( C D A ) , mw. Ermen ( P v d A ) , Stam (P.v.d.A.), Zoutendijk (V.V.D.) (Voorzitter), mw. Vonhoff-Luijendijk ( V V D ) , Nuis (D'66), Vogt ( P S P ) , Hoekstra (C.P.N.), Abma ( S G P ) , De Gaay Fortman ( P P R ) , Schuurman ( R P F ) , Van der Jagt (GPV).
De heer Stam (P.v.d.A.) uitte zijn bezorgdheid over de ongunstige ontwikkelingen die zich in de relatie tussen Aruba en de Nederlandse Antillen dreigen voor te doen. Hij dacht daarbij ook aan de perikelen rond de luchtvaartovereenkomst die tussen beide landen tot stand zal moeten komen. De «free-sky»-politiek die door Aruba wordt aangehangen en de belangen van de ALM, die voor Curapao en dus voor de Nederlandse Antillen zwaar wegen zijn moeilijk met elkaar te verzoenen. Welke rol kan Nederland daarbij spelen? Graag zou hij zien dat de minister poogde te bemiddelen. Hij constateerde voorts dat nogal wat vragen, ook van de zijde van zijn fractie, in het verslag waren beantwoord met de mededeling dat deze waren doorgeleid naar de regering van de Nederlandse Antillen. Valt iets te zeggen over de termijn waarop deze zullen worden beantwoord? ke De minister hoopte dat de antwoorden op redelijke termijn ter beschikking zouden komen. De ervaring leerde echter dat hierover geen voorspelling kon worden gedaan.
Eerste Kamer, vergaderjaar 1985-1986, 19 200 hoofdstuk IV, nr. 83c
1
Omtrent het solidariteitsfonds, zo hervatte de heer Stam (P.v.d.A.) zijn vragen, was tot voor kort nog niets definitiefs geregeld. Is er nu meer bekend? Is er een nieuwe overgangsregeling? Telkens is sprake van een doorlichting van het ambtenarenapparaat. Het bureau Beerenschot zal zowel voor het land Aruba als voor het land de Nederlandse Antillen een studie maken. Is daarvoor een termijn gesteld? Wat zal er met het rapport gebeuren? In het verslag hadden de leden van zijn fractie (blz. 3) gevraagd om recente cijfers van de bevolkingsomvang op Aruba. Die cijfers zijn niet verstrekt. Kan dat alsnog? Op deze vraag werd van ambtelijke zijde geantwoord, dat de bevolking waarschijnlijk met een kleine 5000 mensen was gedaald (nu ± 60000 inwoners), uitgaande van de volkstelling van 1981. Deze getallen zijn echter niet heel hard. Tenslotte wilde spreker graag opheldering over wat de Sint-Maartense paspoortenzwendel is gaan heten. Wat is er nu precies aan de hand? Mevrouw Ermen (P.v.d.A.) was erkentelijk voor het feit dat de minister zijn notitie over het overleg dat hij op 1 7 en 19 maart had gehad met de regeringen van Aruba en de Nederlandse Antillen ook aan deze commissie had willen richten. Ten aanzien van de patrouilleboten zegt de minister dat de beide regeringen daarover overleg zullen voeren. Als er geen afspraken komen, op welke wijze denkt de minister dan te kunnen bemiddelen? De minister deelt in genoemde notitie mee dat de NCM de obligo zal verhogen. Is dat, gegeven de huidige politiek-economische stand van zaken wel een goede stap? Kan de minister daarop nader ingaan? Ten aanzien van de begroting van Aruba klinken iedere keer weer andere geluiden. Om de beschikking te krijgen over de tweede tranche van de begrotingshulp zal Aruba een reële begroting over het dienstjaar 1986 moeten opstellen en de aanbevelingen van de IMF moeten uitvoeren. Minister-president Eman heeft zich tegenover dat laatste steeds gereserveerd opgesteld. Hij heeft in een interview zelfs verklaard dat Aruba het geld misschien niet eens nodig zou hebben. Hoe zit het nou eigenlijk? Tenslotte vroeg spreekster aandacht voor het werk en de plannen van de Gemengde commissie. Kortgeleden ontving de Kamer een bericht daaromtrent van de Minister van Economische Zaken met in de bijlagen vele bladzijden protocollen. Als je nu goed ziet wat er gebeurt, lijkt het de hele opzet van de beide landen om de zaken niet gemengd aan te pakken. Kan de Gemengde commissie werkelijk iets uitrichten onder die omstandigheden? De heer Von Meijenfeldt (CDA.) zag de economische toestand van de beide landen zeer somber in. Hij betwijfelde of de betrokken regeringen de zo noodzakelijke sanering werkelijk zouden doorvoeren. De saneringsmaatregelen die voor de jaren 85 en 86 waren voorzien zijn nog steeds niet getroffen. De doelstellingen worden op geen stukken na gehaald. Het begrotingsgat blijft ongedekt. Het blijft bovendien nog groeien. De Gemengde commissie komt pas in 1987 weer bijeen. Op korte termijn is van haar activiteit dus niet veel te verwachten. Voorts constateerde spreker dat de liquiditeitspositie van de beide landen ongunstig beïnvloed wordt door achterstalligheid bij de belastingheffing. Op Aruba zou 270 miljoen Florin nog geïnd moeten worden. De achterstanden op Sint Maarten zijn berucht. De ALM rust zwaar op de Nederlandse Antillen. Zowel aan de inkomsten als aan de uitgaven-kant wordt volstrekt onvoldoende bereikt. De rekening voor dit alles wordt elders gepresenteerd. Spreker waarschuwde echter voor het verlenen van begrotingshulp zonder dat onomstotelijk vast staat, dat de gestelde begrotingsdoelen zijn gehaald. De werkelijkheid moet de sanctie zijn. Niet steekproeven door de tijd heen, want op het laatste
Eerste Kamer, vergaderjaar 1985-1986, 19 200 hoofdstuk IV, nr. 83c
2
moment benoemt men er weer 100 ambtenaren bij en is men vrijwel even ver. Spreker vroeg zich af op welke wijze men de boedelscheiding tot een goed einde denkt te kunnen brengen, zolang er geen landsrekeningen over de afgelopen jaren bestaan. Spreker had kennis genomen van de plafondverhoging bij de Nederlandse Credietverzekerings Maatschappij (NCM). Die verhoging wordt mogelijk gemaakt onder de bankvoorwaarde van een verantwoord sociaal, financieel en economisch beleid. Hoe realistisch acht men die voorwaarde? Moet de NCM dat zelf toetsen? Welke is de stand van zaken bij de onderhandelingen met de VS over de belastingverdragen? Van het inzakken van de financiële offshore valt nog meer onheil te verwachten. De Gemengde commissie voorziet een sombere toekomst voor de economische situatie in beide landen. Hoe staat het met de werkzaamheden van Melchior op Aruba? Is de extra uitbreiding van de hotelaccommodatie op Aruba niet eerder een verergering van de eenzijdige afhankelijkheid van één enkele peiler van de economie dan dat het iets oplost? Mevrouw Vonhoff-Luijendijk (V.V.D.) vroeg de minister naar zijn visie op een af te sluiten cultureel akkoord. Het contact met de Nederlandse Antillen en Aruba heeft een heel eigen, eeuwenoude dimensie. Als het verdrag zou worden gemodelleerd naar de culturele verdragen die Nederland met andere derde wereldlanden heeft, zou aan die dimensie worden te kort gedaan. De heer Van der Jagt (G.P.V.) meende dat het bij sombere constateringen en conclusies over de toekomst van beide landen in de Caraïben niet mag blijven. De Gemengde commissie is niet optimistisch over het investeringsklimaat. Kan Nederland dan niet een handje helpen, bij voorbeeld door ook voor investeringen op de Nederlandse Antillen of Aruba WIR-premie ter beschikking te stellen. Toen Zuid-Limburg vanwege de mijnsluitingen in de problemen kwam, heeft Nederland toch ook alles op alles gezet om voldoende werkgelegenheid terug te brengen. Spreker voorzag trouwens veel grotere moeilijkheden en kosten als de bevolking van Aruba en de Nederlandse Antillen, gedreven door de slechte sociaal-economische omstandigheden, en masse hun heil in Nederland zouden komen zoeken. Kan Nederland daar nu werkelijk niets doen met investeringspremies en mogelijk ook met het bieden van enige garanties voor de sociale zekerheid aan de werkloze bevolking? Spreker benadrukte het belang van de toepassing van alternatieve energie op de eilanden. Wind en zon heeft men daar immers altijd. De hoge water- en energieprijzen belemmeren het doen van investeringen in industriële projecten. Het hotelwezen is een belangrijke bedrijfstak. Wellicht eenzijdig, maar in ieder geval gezond en groot. Veroorzaakt de vrijwel exclusieve gerichtheid op de VS geen te grote afhankelijkheid van het toerisme uit dat land. Moeten niet meer markten worden opengeboord. Spreker dacht aan Nederland en West-Duitsland. Men zou dan het aanbod moeten diversifiëren. Naast de grote luxe hotels, die er nu staan, zouden appartementen en familiehotels moeten worden gebouwd. Ook deze spreker toonde zich bezorgd over de gebrekkige samenwerking tussen de Nederlandse Antillen en Aruba. De ontwikkelingen in de luchtvaartpolitiek van beide landen verontrustten hem zeer. Hoe gaat het met de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA). Is de samenwerking op dat punt nog wel intact? De heer Zoutendijk uitte zijn bezorgdheid over de financieel-eoconomische situatie van beide landen. In Aruba kon de centrale accountants-
Eerste Kamer, vergaderjaar 1985-1986, 19 200 hoofdstuk IV, nr. 83c
3
dienst van het Nederlandse ministerie van Financiën samen met Moret en Limperg niet tot definitieve uitkomsten komen aangaande inkomsten en uitgaven van Aruba over het lopend jaar. De Nederlandse Antillen lopen jaren achter met begrotingen en eindrekeningen. D P gemengde commissie, dat zijn er dus twee g e w o r d e n . Nederland is weer akkoord gegaan met verdere desintegratie. Het had spreker verbaasd dat ten aanzien van de samenkomst van de commissie op Aruba en de Nederlandse Antillen van een succes gesproken w e r d , terwijl de commissie de concurrentiepositie van de beide landen slecht noemt, weinig verwacht van de mogelijkheden die EG en CBI de landen kunnen bieden en moet constateren dat de geplande Nederlandse investeringsmissie niet door kon gaan vanwege gebrek aan belangstelling van het Nederlandse bedrijfsleven. Met enige tevredenheid had spreker kennis genomen van de akkoordverklaring van de Nederlands Antilliaanse regering met de voorgestelde regeling van het Solidariteitsfonds. Van Aruba is nog geen reactie ontvangen. Wanneer w o r d t die verwacht? In het verslag had sprekers fractie al gevraagd naar de contacten met Frankrijk over Sint Maarten. In het antwoord deelde de minister mee een raamovereenkomst mogelijk te achten. Hoe staat het nu met dat akkoord? Van de zijde van de militaire autoriteiten in de beide landen waren bezorgde geluiden vernomen over het mogelijk uiteenlopen van de arbeidsvoorwaarden van de Nederlands Antilliaanse en de Arubaanse militie. Hoe denkt de minister daarover? Spreker had de eer de commissie te vertegenwoordigen tijdens de viering van de status aparte op Aruba op 18 maart j l . Tijdens de overigens vlekkeloos verlopende plechtigheden w e r d de naam van Bettico Croes niet een maal genoemd. Afgezien van het feit dat een van de belangrijke wegbereiders van deze nieuwe status binnen het Koninkrijk hiermee de hem toekomende eer w e r d onthouden, demonstreerde dit stilzwijgen de vergaande polarisatie die de Arubaanse politiek momenteel kenmerkt. Zelfs, misschien beter juist, over de feiten schijnt men diametraal van mening te verschillen. Zonder zich nu in roddels over en weer te willen begeven, wilde spreker aandacht vragen voor deze situatie. Dit g e c o m b i neerd met de grote problemen rond de samenwerking met de Nederlandse Antillen op vrijwel alle punten waar die samenwerking gewenst zo niet noodzakelijk is, werpt zijn schaduwen vooruit op de komende onafhanke lijkheid. Hoe moet het dan verdergaan. Tenslotte was het spreker opgevallen dat het eerste bericht van de definitieve sluiting van de Lago op de Arubaanse televisie afkomstig was van de Nederlandse diplomaat Van Lennep. Zou het niet verstandiger geweest zijn als zo'n politiek gevoelige en uiterst belangrijke mededeling door de premier van Aruba zelf was gedaan?
A N T W O O R D E N V A N DE M I N I S T E R Onderlinge verhouding De m i n i s t e r deelde de zorg van vele leden over de verhouding tussen Aruba en de Nederlandse Antillen. Hij merkte daarbij echter wel op, dat die verhouding ook in het verleden, toen Aruba binnen het staatsverband van de Nederlandse Antillen nog niet over de mogelijkheid beschikte haar eigen w e g te gaan, al vaak zeer gespannen was. Het verlangen naar de eigen status binnen het Koninkrijk is hiervan immers het gevolg. Oude tegenstellingen zijn niet w e g te praten. W e l is er reden te wijzen op het feit dat het onderhouden en voeden van die tegenstellingen Arubanen en Antilliaanen tot dief van hun eigen portemonnaie maakt. Bij de A L M zal men moeten geven en nemen. De havens kunnen elkaar aanvullen, ze kunnen ook elkaar kapot concurreren. Stel dat een grote transportmaat-
Eerste Kamer, vergaderjaar 1 9 8 5 - 1 9 8 6 , 19 2 0 0 hoofdstuk IV, nr. 83c
4
schappij weg wil uit bij voorbeeld Jamaica en zou overwegen zich op Aruba te vestigen. Waarom zou die maatschappij dat niet even goed op Curagao kunnen doen? De beste voorwaarden worden gezocht en in hun onderlinge concurrentiestrijd mergelen ze elkaar uit. Oplossing zou zijn beide eieren in één mandje te doen. Zoals het nu lijkt te gaan, is men op sterven na dood als de vis gevangen is. Marktbescherming Curagao, als grootste eiland binnen het staatsverband vrijwel opper machtig, heeft altijd verhoging van de bescheiden eigen produktie nagestreefd en daarvoor marktbeschermende maatregelen afgedwongen. Op Aruba bestaat van oudsher weinig eigen produktie. Handel en hotels hebben alle voordeel van zo vrij mogelijk handelsverkeer. Dagelijks werd men daar geconfronteerd met de door het land opgelegde marktprotectie ten behoeve van Curacaose produkten. Na de ingangsdatum van Aruba's status aparte zouden deze maatregelen in 5 jaren worden afgebroken. Het besluit van Aruba om in het eerste jaar met dertig procent omlaag te gaan, juist voor goederen die op Curagao worden geproduceerd, stelt het Curacaose bedrijfsleven voor grote problemen. Luchtvaart Het overleg tussen Aruba en de Nederlandse Antillen over een luchtvaartovereenkomst is nog gaande. Missies gaan over en weer. Aruba verwijt de Nederlandse Antillen niet tot een afgerond standpunt te willen komen. Men verschijnt steeds «onvoorbereid» ter vergadering. De Nederlandse Antillen zien weinig heil in Aruba's - reeds lang bestaande wens een open sky politiek te voeren. Aan de ALM zal daardoor immers een essentieel deel van haar draagvlak ontvallen. Men dreigt de lijndiensten op Aruba te zullen staken en ook de bijstand van de verkeersleiding op Curagao de Arubaanse luchthaven niet langer te zullen verlenen. Aruba wil geen verantwoordelijkheid nemen voor de ALM vanwege de grote verliezen die de maatschappij lijdt en ook vanwege het feit dat alle werkgelegenheid bij de ALM traditioneel al op Curagao is geconcentreerd. Beide partijen zeggen het vrijwel ondenkbaar te vinden dat de rechtstreekse vliegverbindingen tussen Aruba en de Nederlandse Antillen verbroken zouden worden. Intussen is men wederzijds bezig aan een pokerspel, waarbij de risico's voor beide partijen aanzienlijk zijn. Tijdens zijn jongste bezoek had de minister een tijdelijke oplossing gesuggereerd, die tot op heden geen onderdeel van de wederzijdse beraadslaging heeft uitgemaakt. Hem leek het zinvol dat het land Aruba een nader af te spreken aantal vluchten van de ALM zou kopen. Over een jaar zou men dan verder kunnen zien. Intussen kan de positie van de ALM nader worden bezien. Aruba hoeft voorlopig niet deel te nemen in de maatschappij zonder daarmee alle mogelijkheden in de toekomst af te snijden. Gemengde commissie De minister had er begrip voor dat de beide gescheiden met Nederland willen spreken over hun respectieve economische situatie. De verschillen zijn groot. Een eerste verkennende vergadering van de gemengde commissie heeft intussen plaatsgevonden. Men heeft een ruime termijn genomen voor de eerstvolgende vergadering. Er zijn immers geen vooruitzichten op snelle ontwikkelingen in de nabije toekomst. Van een succes kan worden gesproken omdat het contact met Nederland met betrekking tot de economische bedrijvigheid een institutioneel karakter heeft gekeregen. Deze Nederlandse betrokkenheid kan zijn diensten bewijzen bij het verstevigen en institutionaliseren van de economische contacten met Venezuela.
Eerste Kamer, vergaderjaar 1985-1986, 19 200 hoofdstuk IV, nr. 83c
5
Men zal verder moeten afwachten. Een domper op het succes vormde het ontbreken van serieuse belangstelling uit het Nederlandse bedrijfsleven voor het zenden van een investeringsmissie. De kosten zijn te hoog. Dat ligt aan het loonniveau en eveneens aan de hoge prijzen. De traditionele marges van de importeurs zijn vergeleken bij elders buitengewoon hoog. Daarnaast speelt een rol dat het hotelwezen, zeker op Aruba, niet onder bovengenoemde omstandigheden blijkt te lijden. Het toerisme blijft heel goed gaan. Van deze alles overheersende bedrijfstak gaat dus ook geen matigend effect uit. Op dit punt wilde de minister ook de vraag over alternatieve energie beantwoorden. Op dit punt bestaat wel enige activiteit, maar het particulier initiatief heeft nog weinig belangstelling. De gemengde commissie besteedt er vrij veel aandacht aan. De heer Zoutendijk (V.V.D.) bleef het betreuren dat er nu twee gemengde commissies blijken te zijn ontstaan. Hij had voor de verschillen wel begrip, maar hij zag tegelijk toch ook wel erg veel parallellen. Had men naast het bipartite overleg niet ook tripartiet overleg kunnen afdwingen. Ook in het interparlementaire overleg, het Contactplan, wordt van de regering uitgegaan dat naast bipartiet contact ook plaats moet worden ingeruimd voor het tripartiet contact. De minister was van mening dat Nederland niet de enige trait d'union kan zijn. Vanuit de Nederlandse Antillen is meegedeeld dat zij niet konden deelnemen als de Arubanen er ook zouden zijn. Dit kan hebben bijgedragen aan het mislukken van de investeringsmissie. Patrouilleboten Zoals reeds van de zijde van de Kamer werd opgemerkt, is het overleg tussen Aruba en de Nederlandse Antillen over de kustbewaking en de daarvoor benodigde patrouilleboten nog gaande. Het draait om de mogelijkheid een gecoördineerd bewakingsbeleid op te zetten en de bereidheid van de landen op hun begroting posten op te nemen voor de exploitatie van de boten. Er moet enige zekerheid zijn voor de continuïteit van de inspanning. Universiteit van de Nederlandse Antillen De minister verwachtte niet dat Aruba de samenwerking in de UNA zou willen opzeggen. Men zal zijn verstand toch blijven gebruiken. Boedelscheiding De minister was het eens met de spreker die opmerkte dat het akkoord over de boedelscheiding niet zal kunnen worden bereikt zolang alle rekeningen niet zijn opgemaakt. Hij wilde wel wijzen op het soepele verloop van de totstandkoming van de Arubaanse Centrale Bank. Na enige strubbelingen op het politieke vlak heeft de Centrale Bank van de Nederlandse Antillen volkomen loyaal meegewerkt. Arbeidsvoorwaarden militie De bewindsman merkte op dat uit elkaar lopen van de arbeidsvoorwaarden van de Arubaanse en de Nederlandse-Antilliaanse leden van de militie vervelende gevolgen hebben zou. Hij verwachtte echter dat de minister van Defensie voldoende invloed zou kunnen uitoefenen om dat te voorkomen. Van ambtelijke zijde werd voorts meegedeeld dat afgesproken was de arbeidsvoorwaarden op hetzelfde niveau te houden en dat er geen aanwijzingen waren dat een van de beide regeringen zich aan die afspraken zou willen onttrekken.
Eerste Kamer, vergaderjaar 1985-1986, 19 200 hoofdstuk IV, nr. 83c
6
Solidariteitsfonds Van de Nederlandse Antillen is intussen bericht ontvangen dat men akkoord kan gaan met het aangeboden voorontwerp van wet. Eind 1985 was reeds van het Arubaans bestuurscollege vernomen dat men geen bezwaar had. Deze mondelinge mededeling is nog niet bevestigd door het nu zittend kabinet. Men zal er zich binnenkort over beraden. Het fonds had er in augustus a.s. moeten zijn. Onder de gegeven omstandigheden verwachtte de bewindsman niet dat het voorstel voor het najaar van 1986 in de Staten-Generaal kan worden behandeld. Op de overgangsregeling voor 1986 zal dus een dito voor 1987 moeten volgen. De minister betreurde deze gang van zaken maar achtte het gezien de bovenvermelde omstandigheden onvermijdelijk. Cultureel akkoord De minister deelde mee dat de besprekingen over mogelijk af te sluiten culturele akkoorden nog gaande waren. Van Nederlandse zijde wordt gedacht aan een gemengde commissie, waaraan een bescheiden (sticusa)staf, ingepast in het ambtelijk apparaat van WVC, is toegevoegd. Deze commissie zou over eigen geldmiddelen van de KABNA-begroting moeten kunnen beschikken. Op dit ogenblik wordt nog gewerkt aan de afbouw van de Sticusa en de inbouw van een deel van het bureau in WVC, voor zover en indien daarover met de Nederlandse Antillen, Aruba en het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur overeenstemming kan worden bereikt. Financiële situatie Nederlandse Antillen De financiën van het land zijn rampzalig te noemen. Het tekort over 1986 werd geraamd op 52 miljoen. Nu denkt men op 82 miljoen te zullen uitkomen. De maatregelen die men heeft genomen danwei in petto heeft moeten 37 miljoen opleveren. Tegelijkertijd is de voorschotregeling bij de nationale bank alweer overschreden, ook al was men met een «schone lei» begonnen door de eerder ontstane overschrijding op een aparte rekening te zetten en voorlopig niet mee te tellen. De heer Von Meijenfeldt interrumpeerde: «Wat ze niet hebben, zetten ze dus apart». Men moet, zo vervolgde de minister, nu ingrijpen en daadwerkelijk de uitgaven naar beneden brengen of men doet niets, verhoogt het plafond van de voorschotrekening en stort het land in een ongestuurde devaluatie met zeer grote inkomensconsequenties. Het tekort van het land zal in de komende jaren meer dan verdubbelen. Ceteris paribus verwacht men voor 1989 een tekort van 410 miljoen. De importen zullen sterk in prijs stijgen. Armen kopen minder importgoederen dan rijken, maar in een land dat slechts voor een zeer gering gedeelte in de eigen levensbehoeften voorziet, worden ook de armen zwaar getroffen. Nederland wil helpen als men zelf een aanpassingsprogramma opstelt en uitvoert. Het leeuwendeel van de problemen moet door de Nederlands Antillianen op de Nederlandse Antillen zelf worden opgelost. De financiële bijdrage kan slechts zeer beperkt zijn. Raadgevend Bureau Berenschot is bereid de regering te adivseren op de voorwaarde dat de regering daadwerkelijk ernst maakt met de uitvoering van de uit te brengen adviezen. Men wil de eigen goede reputatie niet schaden door haar naam te lenen aan een reorganisatieplan en mogelijk op grond daarvan te verkrijgen (Nederlandse) fondsen, zonder dat er de zekerheid is van daadwerkelijke uitvoering van dat plan.
Eerste Kamer, vergaderjaar 1985-1986, 19 200 hoofdstuk IV, nr. 83c
7
Eind dit jaar zou een eventueel reorganisatieplan tot maatregelen kunnen leiden. Nederland geeft geen financiële hulp, als er geen duidelijk plan ligt en dat plan niet wordt uitgevoerd. De heer Von Meijenfeldt herhaalde zijn waarschuwende woorden over het verlenen van begrotingshulp. Men moet wel heel zeker weten dat de doelstellingen zijn gehaald. Anders staan ze elk jaar weer op de stoep en gaan wij elk jaar weer door de bocht. De minister was het nadrukkelijk ernst met de voorwaarden die Nederland verbindt aan het geven van hulp. Per drie maanden of half jaar zal moeten worden getoetst of en in hoeverre de reorganisatie daadwerkelijk is gevorderd, voordat een nieuwe tranche wordt uitbetaald. Hij erkende dat Nederland maar weinig ervaring had in het voor het blok zetten van de Nederlandse Antillen en Aruba. Dit maal was daaraan niet te ontkomen. Financiële situatie op Aruba Intussen is voldoende duidelijkheid ontstaan over de begrotingstoestand over het dienstjaar 1985. Recent is ook met gezamenlijke inspanning van de accountantsdienst van het Nederlandse Ministerie van Financiën en Moret en Limperg een reële taxatie gemaakt van het tekort over het lopend boekjaar 1986 tot een hoogte van 85 miljoen Florin. De uitspraken van de minister-president van Aruba, dat men het mogelijk zonder Nederlandse hulp zou willen doen, hebben daardoor hun actualiteitswaarde verloren. Men zal de 60 miljoen van Nederland maar al te hard nodig hebben. De nieuwe regering lijkt een ogenblik te hebben gedacht dat met haar optreden alles veranderd was. Nu gaat blijken dat dat niet het geval is. Men kan misschien zonder hulp van buiten al wel wat doen tegen de ontwikkelingen door bij voorbeeld de benzineaccijns te verhogen en andere kleinere maatregelen te treffen maar sanering van de structurele uitgaven levert dat niet op. Ook het trekken op de Centrale Bank is niet goed, vanwege de gevolgen die zulk handelen zou hebben voor het nationale en internationale vertrouwen in de jonge bank en de nieuwe florin. De kleine kapitaalmarkt levert weinig tot geen soulaas, omdat slechts relatief lage bedragen tegen uiterst ongunstige voorwaarden ter beschikking zullen komen. Daadwerkelijke sanering in het overheidsapparaat is de enige oplossing. Bureau Berenschot heeft toegezegd bereid te zijn daarbij te helpen. Ze hanteert daarbij dezelfde voorwaarden die zij ook aan de Nederlandse Antillen heeft gesteld. Nederland geeft bovendien geen tweede tranche begrotingshulp zolang de IMF-voorstellen niet zijn geëffectueerd. Begrotingshulp Na alles wat hierboven gezegd was, hechtte de minister er aan nog eens duidelijk te zeggen, dat begrotingshulp niet als een structurele bijdrage van Nederland aan de beide andere landen in het Koninkrijk mag worden gezien. Het wegvallen van de Lago-raffinaderij op Aruba en de noodzakelijke sanering van de publieke financiën, mede samenhangend met de herstructurering van de Nederlandse Antillen, waren het motief om de principieel afwijkende houding van Nederland tegenover begrotingshulp eenmalig te doorbreken. Zoals boven reeds aangegeven zal slechts hulp worden verstrekt als te voren of gelijktijdig aan de gestelde strenge voorwaarden is voldaan.
Eerste Kamer, vergaderjaar 1985-1986, 19 200 hoofdstuk IV, nr. 83c
8
Nederlandse Crediet Maatschappij Over de mogelijkheid van verdergaande kredietgaranties van de NCM, dan de 450000000, die thans reeds is gecommitteerd, is nog geen definitief besluit genomen. Voor de NCM is het bedrag reeds aan de hoge kant. Spreiding van risico's is noodzakelijk. Met veel pijn en moeite werd nog bereikt dat de NCM dekking gaf voor het Aruba Caribbean Hotel. Gestreefd wordt naar de mogelijkheid het plafond nog verder te verruimen. Een regeling is voorgesteld, waarbij de Nederlandse Antillen en Aruba elk uit de hun toekomende ontwikkelingshulp de komende 8 jaren een bedrag van 3 miljoen per jaar opzij leggen voor de dekking van de extra te garanderen bedragen tot een maximum van Nf 100 min. voor beide landen. Wordt de NCM tot betaling geroepen, dan wordt het verlies als volgt geleden: 24 procent land, 20 procent investeerder en 56 procent NCM. Treden geen calamiteiten op dan komen de opzij gelegde gelden na verloop van de garantie weer ter beschikking. Het gaat hier dus om een spiering uit te gooien ten einde een kabeljauw te vangen. Het lijkt een redelijk attractieve propositie om garanties te verkrijgen bovenop de 450 miljoen die reeds is gedekt en gedekt blijft. Tot op heden is op dit aanbod nog geen formeel antwoord van de Nederlandse Antillen of Aruba ontvangen. Politieke situatie op Aruba Ook de minister was tijdens zijn jongste bezoek getroffen door de vergaande polarisatie in Aruba. In de zomer van 1985 had de bewindsman het toenmalige bestuurscollege gevraagd de schijn van politieke benoemingen te willen vermijden. Men herinnert zich wat ervan terecht kwam. In januari heeft de in de oppositie gedrongen meerderheidspartij van toen zich bitter beklaagd over de houding van de regering die vele benoemingen ongedaan wilde maken. De minister heeft de nieuwe regering gevraagd zich beheerst te willen gedragen terzake. Voorkomen zou moeten worden dat het systeem van benoemingen niet al vanaf den beginne wordt verknoeid. Een eiland als Aruba is hier te klein voor. De regering heeft een aantal benoemingen daadwerkelijk ongedaan gemaakt. Van deze «ontslagen» zijn er 23 voor de rechter aangevochten. Drie ontslagenen moeten worden teruggenomen. De observatie van voorgaande sprekers dat men zich zelfs over de meest eenvoudige feiten niet op éénzelfde lezing kon verenigen was juist. Voor het jonge land school daarin daadwerkelijk gevaar. De minister betreurde het dat de heer Van Lennep als eerste de definitieve sluiting van de LAGO heeft aangekondigd in de Arubaanse media. Soms is het wel verleidelijk een relatieve buitenstaander het nieuws naar buiten te laten brengen en er zijn ook gevallen waarin daartegen geen doorslaggevende bezwaren bestaan. In dit geval ging het optreden van de heer Van Lennep te ver. Mevrouw Ermen wilde zich aansluiten bij de algemene bezorgdheid over de toekomst op iets langere termijn van Aruba. Men is nu drie maanden ver in de semi-onafhankelijkheid. Waar het naar toegaat is onduidelijk. De relatie tussen Aruba en de Nederlandse Antillen brokkelt af. De economische mogelijkheden van het eiland zijn gering en lijken steeds geringer te worden. Het handhaven van een rechtsstaat is voor elk land een zware opgave. Voor een land dat zo verscheurd wordt door politieke tegenstellingen en dat onder zulke moeilijke omstandigheden moet zien te overleven geldt dat in het bijzonder. Het is treurig na drie maanden reeds zo pessimistisch te moeten zijn. Men lijkt ook niets na te laten om dat pessimisme te voeden. Als er al ongelukken gebeuren, dan is Nederlands speelruimte heel gering. Alleen
Eerste Kamer, vergaderjaar 1985-1986, 19 200 hoofdstuk IV, nr. 83c
9
de koorden van de beurs kunnen worden gehanteerd en daarmee maak je jezelf tot een boeman. Investeringshulp De minister wees op het gegeven dat extra-investeringssteun, ook al zou die in de vorm van «wir»-premie worden verstrekt, af zou moeten van de KABNA-begroting. Voor andere doelen is dan geen geld meer beschikbaar. Bovendien zou die premie heel hoog moeten zijn, als ze werkelijk de comparatieve nadelen van een investering op de Nederlandse Antillen of Aruba wil compenseren. Misschien dat bij internationale fondsen investeringshulp verkregen kan worden. In zijn rapport aan de Arubaanse regering stelt Melchior zijn hoop op een dergelijke oplossing. Overigens was de minister het oneens met de heer Van der Jagt, dat investeringshulp en additionele sociale zekerheid de emigratie zou tegengehouden. De landen zelf moeten zich bezig houden met hun eigen sociale zekerheid en eigen investeringen. Tot op heden heeft men daar nooit een cent voor opzij gelegd. De heer Van der Jagt wist dat Nederland nooit veel voor investeringshulp had gevoeld. Adagium was en is kennelijk steeds «Ze moeten zelf orde op zaken stellen». Maar ze hebben geen geld. Veertig procent van de beroepsbevolking van Aruba is werkeloos. Toen de mijnen in Limburg moesten sluiten, is er toch ook een plan gemaakt om de gevolgen op te vangen. Op Aruba en op de Nederlandse Antillen kunnen ze het niet alléén klaren. Op welke manier dan ook zal er een input van fondsen en technische hulp moeten komen om een begin van een oplossing te bieden. De minister kon weinig toevoegen aan wat hij eerder had gezegd. Het is noodzakelijk dat beide landen binnen de economische grenzen hun bestaan opnieuw definiëren. Melchior De Arubaanse regering is sedert enige tijd weer on speaking terms met de heer Melchior. Er wordt gewerkt aan een contract over de mijnoperatie. Andere mogelijkheden lijken wat weinig aan de orde te komen. Het zou goed zijn werkelijk eens te weten, waarom die contacten geen contracten opleveren. Er is bijvoorbeeld sprake van de vestiging van een grote rederij. Welke condities moeten daarvoor worden vervuld? Als de haventarieven te hoog zijn, zullen ze moeten worden aangepast. Men zal met andere havens in het gebied moeten kunnen concurreren. Alles lijkt buitengewoon traag te verlopen. Enkele voorgaande sprekers hebben betwijfeld of het bouwen van nog meer hotelaccommodatie wel gunstig zou zijn. Maakt dat de economie niet nog eenzijdiger. De minister was het met hen eens dat diversificatie van de economische bedrijvigheid hard nodig is. Uitbreiding past echter wel in de aanbevelingen van het IMF. De eerste driehonderd kamers zijn nu gerealiseerd. Met Amerikaanse geldschieters wordt nu overlegd over een tweede tranche van achthonderd. Belastingverdrag met VS De minister deelde mee dat de onderhandelingen nog steeds gaande zijn. Het eindresultaat is nog onbekend. Paspoorten Sint Maarten De publiciteit rond de vermeende paspoortenzwendel op Sint Maarten heeft negatieve gevolgen voor de relatie met de Verenigde Staten. Er zijn
Eerste Kamer, vergaderjaar 1985-1986, 19 200 hoofdstuk IV, nr. 83c
10
geen paspoorten uitgereikt, anders dan volgens de daarvoor gebruikelijke procedures. Door een beleggingsmaatschappij - gesteund door de heer Wathey - is wel gesuggereerd dat mensen die veel geld in het eiland willen investeren, deugdelijke reispapieren zouden krijgen. De minister achtte dit een kwalijke manier van propaganda bedrijven, al wordt door de beleggingsmaatschapij de voorwaarde gehanteerd: niet goed geld terug. Het is een twijfelachtige vorm van acquisitie. De autoriteiten volgen daarin niet. Contact met Frankrijk Over de raamovereenkomst met Frankrijk kon de minister geen nadere mededelingen doen. Wel stelde hij vast dat de uitwerking ter plaatse zeer soepel verloopt, al staat niet veel op papier. Sluiting De voorzitter sloot de vergadering met een hartelijk dankwoord aan de bewindsman voor zijn uitvoerige beantwoording. Hij sprak de hoop uit dat de commissie het volgende begrotingsdebat opnieuw met deze minister maar dan in het openbaar zal kunnen voeren. De voorzitter van de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, Zoutendijk De griffier van de commissie, Van der Putten
Eerste Kamer, vergaderjaar 1985-1986, 19 200 hoofdstuk IV, nr. 83c
11