BOUWEN AAN EEN HUIS VAN DE EUROPESE GESCHIEDENIS EEN PROJECT VAN HET EUROPEES PARLEMENT
OVER DIT DOCUMENT Dit document biedt een overzicht van de uitgevoerde werkzaamheden en de geboekte vooruitgang sinds begin 2011 met betrekking tot het project om een Huis van de Europese geschiedenis tot stand te brengen. Het geeft een tamelijk gedetailleerde beschrijving van aspecten van de ontwikkeling van het project, met inbegrip van de bouwkundige ontwikkelingen, de voortgang van het interpretatieve proces en de verwachte bezoekerservaring, en de ontwikkeling van de inhoud en de verhaallijn van de permanente tentoonstelling. Tegelijkertijd biedt het inzicht in aspecten van het proces van de oprichting van het Huis van de Europese geschiedenis zoals het ontwerp van de tentoonstelling, de educatieve en contactprogrammering en het toekomstige collectiebeleid. Het document beschrijft de grondgedachte van belangrijke activiteitenterreinen van het Huis, zoals museologisch en historisch onderzoek, zodat het project, vanaf het ontstaan tot aan de huidige status, kan worden begrepen. Het brengt tevens in heldere bewoordingen de toekomstvisie van het Huis in kaart, vanaf de geplande opening eind 2015. In deze brochure zijn de tekeningen van Claudia Daman vrijelijk gebaseerd op de voorlopige ontwerpconcepten (augustus 2012) van Arnaud Dechelle, studioDiem, en zij werden met diens vriendelijke toestemming gereproduceerd.
Huis van de Europese geschiedenis — Europees Parlement Wiertzstraat 60 1047 Brussel, BELGIË
[email protected] http://www.europarl.europa.eu/visiting/nl/visits/historyhouse.html Europees Parlement Directoraat-generaal Voorlichting © Europese Unie, 2013 Overneming met bronvermelding toegestaan.
Luxemburg: Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2013 ISBN 978-92-823-3993-0 doi:10.2861/77820 Printed in Belgium GEDRUKT OP ELEMENTAIR CHLOORVRIJ GEBLEEKT PAPIER (ECF)
Huis van de Europese geschiedenis
INHOUD
VOORWOORD • 2 INLEIDING • 4 SAMENVATTING • 6 EEN HUIS VOOR DE EUROPESE GESCHIEDENIS • 8 DE BEZOEKER STAAT CENTRAAL • 15 DE PERMANENTE TENTOONSTELLING • 22 DE BELANGRIJKSTE VERHAALLIJN VAN DE PERMANENTE TENTOONSTELLING • 31 EEN ERVARING VOOR ALLE ZINTUIGEN • 39 TOEKOMSTIGE COLLECTIES • 42 EEN CULTUREEL ORIËNTATIEPUNT • 44 BEHEER VAN HET PROJECT • 45
VOORWOORD „De bestudering van de geschiedenis is het begin van politieke wijsheid.” Met deze woorden definieerde Jean Bodin, de Franse jurist en politieke filosoof, het onbetwistbare verband tussen geschiedenis en politiek. Mijn voorganger, professor Hans-Gert Pöttering, verklaarde dat het Huis van de Europese geschiedenis de plaats zou zijn waar de herinnering aan de Europese geschiedenis en het proces van Europese eenwording gezamenlijk zouden worden gecultiveerd, teneinde een omgeving te creëren waar wordt nagedacht over de betekenis van Europese identiteit. De totstandbrenging door het Europees Parlement van een Huis van de Europese geschiedenis in Brussel vormt een belangrijke vernieuwing van de manier waarop een geavanceerd democratisch systeem zijn relatie met het verleden benadert.
HUIS VAN DE EUROPESE
In deze context gaf het Bureau van het Parlement unanieme steun aan de oprichting van het Huis van de Europese geschiedenis en wees het een commissie van deskundigen aan om het project gestalte te geven. De leden van deze commissie hebben benadrukt hoe het Huis van de Europese geschiedenis Europeanen van alle generaties een plek moet bieden waar de Europese idee tot leven komt. De totstandbrenging van een publieke ruimte, een „Huis” — de voormalige tandheelkundige kliniek Eastman —, zal resulteren in een forum waar de politicus de rol van facilitator speelt in het democratische debat en waar de historici en curatoren in vrijheid hun functie vormgeven om hun kennis over en interpretatie van de Europese geschiedenis over te dragen. Dat beginsel vormde vanaf het prille begin de basis voor brede politieke consensus in ons Parlement, een consensus die wordt gewaarborgd door twee belangrijke adviesorganen: de raad van bestuur, voorgezeten door professor Hans-Gert Pöttering, en de Academische Commissie, voorgezeten door professor Włodzimierz Borodziej. Op grond van artikel 167 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is het tevens de plicht van de Europese Unie om bij te dragen tot de verbetering van de kennis en verbreiding van de cultuur en de geschiedenis van de Europese volkeren. Als voorzitter van het Europees Parlement is het daarom een eer en een plicht om een project te introduceren dat als brug tussen de academische wereld en het brede publiek zal fungeren. Het ontwerp en het beheer van dit Huis zullen een weerspiegeling vormen van de recentste ontwikkelingen in het museologisch denken, terwijl tevens wordt gestreefd naar een voortrekkersrol in het debat over zowel het verleden als de toekomst van Europa.
2
In 2012 ontving de Unie de Nobelprijs voor de Vrede voor haar decennialange inspanningen voor verzoening en democratie op een continent dat door oorlog en totalitarisme was verwoest. Deze prijs was niet alleen bestemd voor de Europese instellingen, maar bovenal voor de Europese burgers. De medaille en het certificaat van de Nobelprijs voor de Vrede zullen daarom worden opgenomen in de toekomstige permanente tentoonstelling van het Huis van de Europese geschiedenis als symbool van erkenning voor zes decennia inspanningen. Het Huis is de perfecte plaats om het publiek vrije toegang te verlenen tot hun prijs. Ik ben ervan overtuigd dat het Huis van de Europese geschiedenis bezoekers zal betrekken bij de kritische reflectie op de vraag wat het Europese integratieproces betekent voor ons gemeenschappelijke heden en onze gezamenlijke toekomst. Het Huis van de Europese geschiedenis zal voorzien in een plek voor debat, kennis en gedachtewisselingen met betrekking tot de geschiedenis van Europa, zijn volk en zijn instellingen. Ons Europese project is gegrondvest op sterke gemeenschappelijke wortels, maar onze politieke Unie heeft alles te maken met de toekomst.
HUIS VAN DE EUROPESE Martin Schulz Voorzitter van het Europees Parlement
3
INLEIDING De doelstellingen en missie van het Huis van de Europese geschiedenis zijn gebaseerd op een eerste conceptnota, „Conceptuele grondslagen voor een Huis van de Europese geschiedenis”, die in 2008 werd opgesteld door een commissie van gerenommeerde historici en deskundigen uit verschillende Europese landen, onder voorzitterschap van professor Hütter — voorzitter van de stichting Haus der Geschichte in Bonn —, in antwoord op het in 2007 aangekondigde initiatief van de voormalige voorzitter van het Europees Parlement Hans-Gert Pöttering om het Huis van de Europese geschiedenis op te richten. Het Huis van de Europese geschiedenis zal een bron van kennis zijn die toegankelijk is voor zowel het brede als het gespecialiseerde publiek uit heel Europa en daarbuiten. Het zal een centrale plaats innemen in het bezoekersbeleid van het Europees Parlement in Brussel. Het wordt gehuisvest in een historische omgeving op een belangrijke architectonische locatie in de Belgische hoofdstad. In de loop der tijd zullen een website, partnerschappen en samenwerkingsverbanden worden ontwikkeld, en zal een cultureel profiel tot stand worden gebracht dat zich tot ver buiten de fysieke grenzen van de locatie van het Huis uitstrekt.
HUIS VAN DE EUROPESE Het Huis van de Europese geschiedenis zal een bron van kennis zijn die toegankelijk is voor zowel het brede als het gespecialiseerde publiek uit heel Europa en daarbuiten.
4
De nadruk ligt op het waarborgen van kwalitatief optimale ervaringen voor alle toekomstige bezoekers.
HUIS VAN DE EUROPESE
Bij de oprichting van het Huis van de Europese geschiedenis ligt de nadruk op het waarborgen van kwalitatief optimale ervaringen voor alle toekomstige bezoekers. Het is van groot belang voor het project dat de opzet van de tentoonstelling vergezeld gaat van openheid, communicatie en dialoog met het bredere publiek, met het oog op de succesvolle verwezenlijking en duurzaamheid op de lange termijn van het Huis. Die openheid vormt een kerndoelstelling van dit document: het is een van de eerste gelegenheden om het publiek voor te lichten over het project. Net als het project van het Huis van de Europese geschiedenis als totaal, is dit document gebaseerd op de voortdurende en waardevolle inzet van voormalige en huidige leden van de Academische Commissie en de raad van bestuur, de consistente en waardevolle steun van het Bureau, de secretaris-generaal, veel directoraten van het secretariaat-generaal van het Europees Parlement en de niet-aflatende inspanningen van de academische projectgroep. Het vormt een kleine maar belangrijke stap in het uitdagende en spannende totstandkomingsproces van wat hopelijk een blijvend Europees cultureel oriëntatiepunt zal zijn.
5
SAMENVATTING Het Huis van de Europese geschiedenis heeft een missie en doelstellingen opgesteld die de visie ondersteunen om van dit Huis een duurzaam platform te maken voor uitwisseling over de Europese geschiedenis en de geschiedenis van de Europese Unie. Het Huis zou volgens de planning eind 2015 zijn deuren moeten openen in het Eastmangebouw in het Leopoldpark in het hart van de Europese wijk in Brussel. De bouwkundige plannen zullen verbeteringen aanbrengen in het gebouw door open expositieruimtes te creëren die een aanvulling vormen op het originele gebouw.
HUIS VAN DE EUROPESE
Het Huis zal de bezoeker centraal stellen en open zijn voor iedereen, in overeenstemming met het beleid van het Parlement wat betreft het recht op gelijke toegang. Het zal tevens programma’s verzorgen voor groepen die een bezoek brengen aan het Europees Parlement. Er zullen ook speciale programma’s worden ontwikkeld voor andere groepen, jongeren en scholen. Het aanbod zal permanente, reizende en tijdelijke tentoonstellingen, evenementen en culturele programma’s omvatten, evenals een caférestaurant en een museumwinkel. De verhaallijn van de permanente tentoonstelling zal de bezoeker langs een overzicht van de Europese geschiedenis leiden, beginnend bij de eerste mythe, de verschillende perspectieven op identiteit en het cultureel erfgoed van Europa. Om de bezoeker de tumultueuze gebeurtenissen van de twintigste eeuw te laten begrijpen, zal de tentoonstelling zich eerst richten op de zich ontwikkelende overtuigingen en denkbeelden die de negentiende eeuw bepaalden — Europa’s „toetreding tot de moderniteit” — alvorens het wegzakken van Europa in oorlog en vernietiging onder de loep te nemen. Dat wordt gevolgd door een thematisch gedeelte over de zoektocht naar een beter bestaan door middel van een steeds verder verenigd Europa. De bezoeker zal worden aangemoedigd na te denken over het hedendaagse Europa, de status en positie van de Europese Unie en de rol die iedereen kan spelen bij de vormgeving van de toekomst van Europa. Drie belangrijke criteria hebben de keuze bepaald voor de beslissende aspecten van de Europese geschiedenis die in de verhaallijn van het Huis zouden worden opgenomen: ten eerste moet het gaan om gebeurtenissen of processen waarvan de oorsprong in Europa ligt, ten tweede
6
Het Huis van de Europese geschiedenis heeft een missie en doelstellingen opgesteld die de visie ondersteunen om van dit Huis een duurzaam platform te maken voor uitwisseling over de Europese geschiedenis en de geschiedenis van de Europese Unie. moeten deze gebeurtenissen of processen zich over heel Europa hebben verspreid, en ten derde moeten zij ook vandaag de dag nog relevant zijn. In de permanente tentoonstelling zal de historische benadering grotendeels chronologisch zijn, maar indien passend en noodzakelijk is voor een thematische benadering gekozen.
HUIS VAN DE EUROPESE
De historische verhaallijn zal doortrokken zijn van het concept van „gedeelde herinnering”, dat een basis vormt voor de interpretatie van de geschiedenis, met inbegrip van de passieve en actieve kanten van dit in een maatschappelijke context gevormde fenomeen — en dat groepen mensen zowel kenmerkt als samenbindt.
Een reeks museologische instrumenten en technieken, waaronder het gebruik van „connectoren”, diverse leidmotieven en „rode verbindingsdraden”, alsook de visuele metafoor van een „huis” zullen in de gehele tentoonstelling worden gebruikt om oriëntatie en herkenning te bevorderen. Zo zal het concept van „centrum en periferie” fungeren als een leidmotief van de tentoonstelling, terwijl zichtbare oriëntatiepunten de bezoeker de weg zullen wijzen en aanvullende informatie zullen verstrekken over de verhaallijn van de tentoonstelling. De collectie die wordt samengesteld voor de permanente tentoonstelling, zal een centrale rol spelen bij het uitdragen van de boodschap van het Huis. Zij zal worden aangevuld met multimediatechnologie, gelegenheden voor de bezoeker tot interactie en ruimtes waar bezoekers nadere informatie kunnen verkrijgen.
7
EEN HUIS VOOR DE EUROPESE GESCHIEDENIS Door de oprichting van een Huis van de Europese geschiedenis streeft het Europees Parlement ernaar de bezoeker de gelegenheid te bieden te leren over Europese historische processen en gebeurtenissen om deel te kunnen nemen aan een kritische reflectie op de vraag wat deze processen vandaag de dag betekenen. Het Huis zal ruimte bieden aan tentoonstellingen, documentatie en informatie leveren die ontwikkelingen en gebeurtenissen in een ruimer historisch en kritisch perspectief plaatsen, aldus de uiteenlopende ervaringen van Europeanen in de geschiedenis samenbrengend en tegenover elkaar plaatsend. Het Huis van de Europese geschiedenis zal een culturele instelling zijn met een zeer specifiek takenpakket, namelijk het bieden van een transnationaal overzicht van de Europese geschiedenis waarin recht wordt gedaan aan haar diversiteit en aan de uiteenlopende interpretaties ervan en de verschillende opvattingen erover.
HUIS VAN DE EUROPESE
Het Huis streeft ernaar de kennis over de Europese geschiedenis en haar uitwerkingen te vergroten. Het beoogt eveneens een zo breed mogelijk publiek in staat te stellen de context van vroegere eeuwen te begrijpen in de loop waarvan zo veel van Europa’s ideeën en waarden vorm hebben gekregen. Op die manier wil het Huis de bezoeker in staat stellen om de Europese geschiedenis te begrijpen, daarbij rekening houdend met de bredere mondiale context, en de discussie en het debat over Europa en de Europese Unie bevorderen.
Het streeft ernaar de bezoeker de gelegenheid te bieden te leren over Europese historische processen en gebeurtenissen en deel te nemen aan een kritische reflectie op de vraag wat deze processen vandaag de dag betekenen.
8
HUIS VAN DE EUROPESE © Europese Unie 2011, George Eastmangebouw: © Architect: Polak 9 © European Union 2011 PE-EP George Eastman building | © Architect: Polak
Het Huis van de Europese geschiedenis zal worden gehuisvest in het hart van de Europese wijk in Brussel.
© University of Rochester Medical Center, Eastman Institute for Oral Health
Bij de renovatie worden ook oorspronkelijke kenmerken van het gebouw intact gelaten.
HUIS VAN DE EUROPESE © E. Young / AACMA-JSWD
© E. Young / AACMA-JSWD
11
EEN GASTVRIJ HUIS Het Huis van de Europese geschiedenis zal worden gehuisvest in het hart van de Europese wijk in Brussel, naast het Europees Parlement en nabij de gebouwen van de andere voornaamste instellingen van de Europese Unie. Het toekomstige museumgebouw bevindt zich in het Leopoldpark, een in de negentiende eeuw ontworpen park op een voormalig privédomein dat destijds was ingericht als wetenschaps- en kennispark. Het gebouw, dat oorspronkelijk in 1934-1935 werd gebouwd om een tandheelkundige kliniek te huisvesten, werd gefinancierd door een donatie van de Amerikaanse filantroop George Eastman, de uitvinder van de kodakcamera. De plannen voor het oorspronkelijke gebouw werden ontworpen door de Zwitserse architect Michel Polak. In dezelfde periode werden soortgelijke tandheelkundige klinieken van Eastman opgericht in Londen, Parijs, Rome en Stockholm.
HUIS VAN DE EUROPESE
Over het toekomstige gebruik van het gebouw werd in 2011 een overeenkomst ondertekend met de winnaars van de internationale architectuurwedstrijd voor het Huis van de Europese geschiedenis-project, de architectuurgroep bestaande uit Atelier d’architecture Chaix & Morel et Associés uit Frankrijk, JSWD Architekten uit Duitsland en TPF uit België. Hun ontwerp bevat een moderne uitbouw in de binnentuin en op het bestaande dak, en behelst de renovatie van de originele gevels en van enkele kamers, zodat de oorspronkelijke esthetiek behouden blijft. Bij de renovatie worden ook oorspronkelijke kenmerken van het gebouw intact gelaten, zoals de voormalige wachtkamer van de kliniek, gedecoreerd door de schilder Camille Barthélémy met schilderijen geïnspireerd op de fabels van Jean de la Fontaine. Deze wandschilderingen zullen worden gerenoveerd en zullen deel uitmaken van de toekomstige foyer. Het Huis van de Europese geschiedenis verwelkomt ook bezoekers die niet van plan zijn een tentoonstelling te bezoeken: het café-restaurant en de winkel zijn bijvoorbeeld voor iedereen toegankelijk. In de conferentiezalen en het auditorium zullen culturele evenementen en onderwijsprogramma’s worden georganiseerd.
12
DE BEZOEKER STAAT CENTRAAL Gelegen in het hart van de Europese wijk in Brussel, zal het Huis van de Europese geschiedenis deel uitmaken van een driehoek van bezoekersfaciliteiten in overeenstemming met het bezoekersbeleid van het Europees Parlement. Dit beleid is gebaseerd op een publiek parcours tussen drie locaties die samen de volledige voorlichting van bezoekers van het Europees Parlement voor hun rekening zullen nemen. Op dit moment kan de bezoeker de parlementaire debatzaal, de „Hemicyclus”, in een van de gebouwen van het Parlement bezoeken, terwijl de tweede grote bezoekersfaciliteit het bezoekerscentrum van het Europees Parlement is, het Parlamentarium, waar een overzicht wordt gegeven van het Europees Parlement en zijn taken en bevoegdheden in de context van het institutioneel kader en de besluitvormingsprocessen van de Europese Unie.
HUIS VAN DE EUROPESE © Arnaud Dechelle, Studio Diem UK
Het Huis van de Europese geschiedenis zal een bijkomende bezoekersfaciliteit vormen in het kader van dat openbare parcours: de taak van het Huis — in aanvulling op de bestaande bezoekersfaciliteiten — is het in de context plaatsen van de geschiedenis van Europa en de Europese Unie in het licht van het verstrijken van de tijd en de herinnering.
15
EVALUATIE EN ONDERZOEK Aangezien de bezoeker centraal wordt gesteld in alle activiteiten van het Huis van de Europese geschiedenis, is het essentieel dat de faciliteiten en activiteiten van het Huis daadwerkelijk beantwoorden aan de verwachtingen en eisen van de bezoekers. Daarom zal het Huis van de Europese geschiedenis zijn aanbod baseren op kwantitatief en kwalitatief onderzoek naar het profiel van potentiële bezoekers en hun wensen. In het concept van het Huis staat de overtuiging centraal dat de bezoeker, om de inhoud van het museum te begrijpen, vooraf niet over uitgebreide kennis van de Europese geschiedenis hoeft te beschikken. Het recentste onderzoek wijst erop dat de meeste bezoekers in groepsverband zullen komen. Op basis hiervan zal het Huis geavanceerde logistieke capaciteiten ontwikkelen om groepsbezoeken te organiseren. Analyse van het profiel van huidige bezoekers van het Europees Parlement duidt erop dat het grootste gedeelte van de bezoekers zal behoren tot twee leeftijdscategorieën: jongeren tot 25 jaar en mensen van 56 jaar en ouder. Een op gratis toegang gebaseerd beleid zal een belangrijke inclusieve factor zijn om bepaalde bevolkingsgroepen aan te trekken en te involveren. Er zullen tevens onderwijsprogramma’s worden aangeboden voor specifieke doelgroepen.
HUIS VAN DE EUROPESE De bezoeker hoeft, om de inhoud van het museum te begrijpen, vooraf niet over uitgebreide kennis van de Europese geschiedenis te beschikken.
16
Naast het faciliteren van groepsbezoeken zal het Huis tevens openstaan voor individuele bezoekers, zoals stedenreizigers, cultuurtoeristen en studenten, evenals bezoekers in familieverband. In dit verband is het belangrijk om te benadrukken dat het Huis van de Europese geschiedenis — in overeenstemming met het beleid van het Europees Parlement — hecht aan de waarden en de toepassing van gelijkheid en non-discriminatie, alsook aan de bevordering van diversiteit in een open en inclusieve omgeving. Het streven is dan ook om alle gebruikers dezelfde museumervaring en gelijke kansen tot leren en deelnemen te bieden.
HUIS VAN DE EUROPESE Naast het faciliteren van groepsbezoeken zal het Huis tevens openstaan voor individuele bezoekers, zoals stedenreizigers, cultuurtoeristen en studenten, evenals bezoekers in familieverband.
17
DIENSTEN VOOR HET PUBLIEK Het Huis van de Europese geschiedenis streeft ernaar zijn bezoekers een samenhangende reeks diensten te bieden. De trekpleister van het Huis zal een permanente tentoonstelling over de Europese geschiedenis zijn waarin speciale aandacht wordt besteed aan de twintigste eeuw, maar waarin ook wordt teruggeblikt op ontwikkelingen en gebeurtenissen uit vroegere eeuwen. De nadruk zal specifiek worden gelegd op het in de historische context plaatsen van de Europese integratie.
HUIS VAN DE EUROPESE
Het museum biedt tevens ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen, en in principe zal er ieder jaar één tijdelijke tentoonstelling worden georganiseerd. Het onderwerp van de tijdelijke tentoonstellingen zal nauw verband houden met het centrale uitgangspunt van de doelstellingen van het Huis van de Europese geschiedenis. Reizende tentoonstellingen zullen een belangrijk aanvullend instrument vormen om het publiek te bereiken en de samenwerking met andere musea op nationaal, regionaal en lokaal niveau te versterken.
18
De tentoonstellingen zullen de kern van het Huis van de Europese geschiedenis vormen, maar zij zullen worden aangevuld met een veelheid aan online- en offlineacties en -activiteiten. Het is de bedoeling om onlinetentoonstellingen te ontwikkelen die door andere instanties kunnen worden gebruikt om hun eigen tentoonstellingen in een bredere Europese context te plaatsen. In het kader van de tentoonstellingen zullen eveneens uitgebreide onderwijsprogramma’s worden georganiseerd gericht op kinderen, jonge mensen, volwassenen en families. Op grond van de overtuiging dat geschiedenisonderwijs niet simpelweg een kwestie is van algemene historische kennis, maar ook te maken heeft met het verwerven van vaardigheden zoals onderzoek, analyse van historische documenten, contextualisering en communicatie, zullen deze onderwijsprogramma’s ten doel hebben het kritisch denken te stimuleren. Zij zullen tevens mogelijkheden bieden voor samenwerking met onderwijsinstellingen op lokaal niveau en met netwerken in bredere zin.
HUIS VAN DE EUROPESE In het kader van de tentoonstellingen zullen uitgebreide onderwijsprogramma’s worden georganiseerd.
19
MEERTALIGHEID Het Huis van de Europese geschiedenis zal zijn kerndiensten in ten minste 24 talen aanbieden, in overeenstemming met het aantal officiële talen van de Europese Unie op het moment van de geplande opening. Multimedia-apparatuur zal bezoekers in staat stellen het museum te ontdekken in de officiële taal of talen van het land waaruit zij afkomstig zijn. Aangezien meertaligheid wordt gezien als een uitdrukking van de culturele diversiteit in Europa, wil het Huis van de Europese geschiedenis dat de meertaligheid door de bezoekers wordt ervaren als een van de belangrijkste pluspunten van het Huis.
HUIS VAN DE EUROPESE
Aangezien meertaligheid wordt gezien als een uitdrukking van de culturele diversiteit in Europa, wil het Huis van de Europese geschiedenis dat de meertaligheid door de bezoekers wordt ervaren als een van de belangrijkste pluspunten van het Huis.
20
EEN PLEK DIE VOORTDUREND IN ONTWIKKELING IS Het Huis van de Europese geschiedenis is een project dat zich voortdurend zal blijven ontwikkelen. Er wordt naar gestreefd om in de loop der tijd een belangrijke bron van informatie te vormen en een overvloed aan kennis over de Europese geschiedenis te vergaren. Met het oog hierop zullen de permanente tentoonstelling en de collectie regelmatig worden geactualiseerd en verrijkt. Dat proces zal worden gebaseerd op de evaluaties van de producten en activiteiten van het Huis van de Europese geschiedenis, in het licht van nieuwe trends en ontwikkelingen op het gebied van museologie en geschiedenis. Teneinde een centrum te worden voor onderzoek naar en debat over de Europese geschiedenis, zal het Huis van de Europese geschiedenis banden tot stand brengen met allerlei initiatieven en debatten in Europa.
HUIS VAN DE EUROPESE
Het Huis van de Europese geschiedenis zal er eveneens naar streven een integraal onderdeel te worden van het lokale en internationale cultuurlandschap, met nauwe betrekkingen en samenwerkingsverbanden met bestaande netwerken en partnerinstellingen.
Het zal er eveneens naar streven een integraal onderdeel te worden van het lokale en internationale cultuurlandschap, met nauwe betrekkingen en samenwerkingsverbanden met bestaande netwerken en partnerinstellingen.
21
DE PERMANENTE TENTOONSTELLING De reikwijdte van het Huis van de Europese geschiedenis is niet aan nationale, regionale of lokale grenzen gebonden. De permanente tentoonstelling zal een breder perspectief tonen en geen optelsom zijn van nationale geschiedenissen. De tentoonstelling zal tevens de diversiteit van de Europese geschiedenis en de interpretatie en perceptie ervan blootleggen: de kennis over deze diversiteit zal op duidelijke wijze aan de bezoeker worden overgedragen. De inhoudelijke opzet van het Huis van de Europese geschiedenis, en met name van de permanente tentoonstelling, is gebaseerd op twee soorten doelstellingen: enerzijds zal de tentoonstelling een coherente historische verhaallijn uitdragen die eenvoudig te begrijpen is voor iedere geïnteresseerde bezoeker; anderzijds zal zij het bewustzijn vergroten van het bestaan van een veelheid aan verschillende historische interpretaties, standpunten, nuances van perceptie en herinnering, met als doel beschouwing en debat te bevorderen.
HUIS VAN DE EUROPESE De permanente tentoonstelling zal een breder perspectief tonen en geen optelsom zijn van nationale geschiedenissen.
22
De tentoonstelling zal het bewustzijn vergroten van het bestaan van een veelheid aan verschillende historische interpretaties, standpunten, nuances van perceptie en herinnering, met als doel beschouwing en debat te bevorderen.
MEERDERE PERSPECTIEVEN OP DE GESCHIEDENIS Het Huis van de Europese geschiedenis zal een permanente tentoonstelling bieden waarin het verhaal wordt verteld van de Europese geschiedenis. De selectie van historische gebeurtenissen die in de verhaallijn van de hoofdtentoonstelling aan bod komen, is gemaakt op basis van drie criteria: de nadruk ligt met name op gebeurtenissen en processen die in Europa zijn ontstaan, die zich door heel Europa hebben verspreid en die tot op de dag van vandaag relevant zijn. Deze drie criteria hebben het mogelijk gemaakt grote perioden van de geschiedenis te bestuderen zonder de kern uit het oog te verliezen. Op basis van actueel historisch onderzoek zal het Huis van de geschiedenis van Europa zich richten op fenomenen waarvan wordt gedacht dat zij een belangrijke plaats in de geschiedenis van Europa innemen. Er zullen verschillende herinneringen en tegengestelde interpretaties van de geschiedenis worden getoond. De onderlinge verhouding tussen deze herinneringen en interpretaties wordt in beeld gebracht door ze naast elkaar te plaatsen, daarbij optimaal gebruikmakend van de museologische mogelijkheden van het Huis.
HUIS VAN DE EUROPESE
Het Huis van de Europese geschiedenis zal belichten op welke wijze de weergave van de geschiedenis een constructie is die wordt bepaald door individuele waarden en percepties. Daarbij zal gebruik worden gemaakt van het concept van „gedeelde herinnering”, dat een basis vormt voor de interpretatie van de geschiedenis, met inbegrip van de passieve en actieve kanten van dit fenomeen — dat in een maatschappelijke context is gevormd en dat groepen mensen zowel kenmerkt als samenbindt. Het Huis van de Europese geschiedenis zal zich verdiepen in de vraag op welke manier belangrijke factoren en beslissende ontwikkelingen in de Europese geschiedenis zouden kunnen bijdragen aan de vorming van een Europees historisch bewustzijn. Bovendien zou het concept van „gedeelde herinnering” moeten bijdragen aan de ontwikkeling van een kritische zienswijze, een zienswijze die probeert de bedoelingen en motieven te onthullen die tot de constructie van de geschiedenis hebben geleid.
Het Huis van de Europese geschiedenis zal belichten op welke wijze de weergave van de geschiedenis een constructie is die wordt bepaald door individuele waarden en percepties.
24
Het Huis zal de Europese geschiedenis in beeld brengen als een proces dat voortdurend in ontwikkeling is. In dit verband zal de permanente tentoonstelling enkele segmenten bevatten waar de bezoeker bewust wordt gemaakt van gevoelige vragen en kwesties waarover nog steeds wordt gedebatteerd en waar hij/zij wordt uitgenodigd om afstand te nemen en na te denken over de diversiteit van historische interpretaties. Op die manier wordt de bezoeker aangemoedigd deel te nemen aan het debat over de verschillende manieren waarop historische gebeurtenissen beleefd zijn en worden.
UITBREIDEND EUROPA Het Huis van de Europese geschiedenis zal zich richten op het in beeld brengen en interpreteren van de diverse en soms omslachtige processen die in de twintigste eeuw op het Europese continent hebben plaatsgevonden. De ontwikkeling van het Europees integratieproces zal worden gepresenteerd in een brede historische context waarbij verbanden worden gelegd met de wereldgeschiedenis en met de positie van Europa op het internationale toneel.
HUIS VAN DE EUROPESE Het Huis van de Europese geschiedenis streeft naar een begrip van Europa in de breedste zin — oost en west, noord en zuid. De reikwijdte van het Huis zal zich uitstrekken voorbij geografische en psychologische grenzen en beperkingen. Daarnaast zal benadrukt worden dat de uitbreidingen van de Europese Unie een voortdurende herziening van de dimensies van Europa vergden, zowel in fysiek als mentaal opzicht.
26
Het Huis van de Europese geschiedenis streeft naar een begrip van Europa in de breedste zin — oost en west, noord en zuid.
CHRONOLOGIE EN THEMA’S De voornaamste verhaallijn, als neergelegd in het „conceptuele grondslagen”-document, zal de Europese geschiedenis bevatten met speciale aandacht voor de twintigste eeuw. Deze verhaallijn zal worden verduidelijkt aan de hand van tijdlijnen en worden onderverdeeld in verschillende onderling verbonden thema’s, onderwerpen en deelonderwerpen. De algemene structuur van de permanente tentoonstelling zal chronologisch zijn, beginnen op de tweede verdieping van het gebouw en de bezoeker meenemen naar de bovenste verdieping. Deze chronologische verhaallijn gaat gepaard met een thematische benadering, die de bezoeker in staat stelt een overzicht te krijgen door middel van terugblikken en bredere beschouwingen, waarbinnen de interne chronologie van de gebeurtenissen, oorzaken en gevolgen wordt gepresenteerd in de bredere historische context.
HUIS VAN DE EUROPESE
Het eerste thema zal voorzien in een introductie en een leidraad voor de tentoonstelling, terwijl het laatste thema, gevestigd op de bovenste verdieping van de tentoonstellingsruimte, plek zal bieden om het hele bezoek te evalueren en om kennis verder te verdiepen door middel van interactieve vragen. De andere thema’s zullen gewijd zijn aan de Europese geschiedenis van de laatste twee eeuwen.
EEN GELAAGDE INHOUD
De voornaamste verhaallijn wordt verdeeld in zes thema’s en onderverdeeld in onderwerpen en, indien nodig, subonderwerpen. Zij zullen worden aangevuld met voorbeelden die de belangrijkste verhaallijn meer substantie verlenen en die de verschillende processen en gebeurtenissen illustreren aan de hand van kleine of persoonlijkere verhalen. Deze verhalen zullen bezoekers een „flashback”-perspectief bieden dwars door tijd en ruimte heen. Een leidend beginsel bij de opzet van de tentoonstelling is het bieden van verschillende soorten bezoeken die zijn aangepast aan de uiteenlopende verwachtingen van de bezoeker en de tijd die hij tot zijn beschikking heeft. Sommige bezoekers zullen bijvoorbeeld slechts over weinig tijd beschikken waarbinnen zij de belangrijkste boodschappen van de tentoonstelling tot zich willen nemen.
27
Om rekening te houden met de diversiteit van de bezoekers en met de tijd die zij in het Huis kunnen besteden, zal de tentoonstelling een gelaagde opzet hebben zodat de bezoekers een aanbevolen of aangeduide route kunnen volgen, maar waarbij hun tevens de vrijheid wordt geboden te besluiten hoeveel tijd zij willen spenderen en hoe diep zij op de materie in willen gaan. Bij de manier waarop de tentoonstelling in lagen wordt ingedeeld, wordt tevens rekening gehouden met de beperkingen waar bezoeken in groepsverband mee kampen.
De inhoud wordt in lagen gepresenteerd, waarbij gebruik wordt gemaakt van verschillende communicatiemiddelen, variërend van het exposeren van originele objecten tot multimediaschermen.
HUIS VAN DE EUROPESE
De inhoud zal in lagen worden gepresenteerd, waarbij gebruik zal worden gemaakt van verschillende communicatiemiddelen, variërend van het exposeren van originele objecten tot multimediaschermen. Het doel is een evenwichtige tentoonstelling tot stand te brengen waarin de multimedia niet domineren of overweldigend zijn, maar juist op passende en doeltreffende wijze worden gebruikt ter ondersteuning van de inhoud. Datzelfde principe zal gelden voor interactieve hulpmiddelen.
29
VERBINDENDE CONCEPTEN In de hele tentoonstelling komt één leidmotief steeds terug: het concept van „centrum en periferie”. Het is een vast onderwerp in de Europese geschiedenis dat ook vandaag nog centraal staat in het debat over de ontwikkeling van de Europese Unie. In de loop der tijd hebben verschillende delen van Europa de rol van centrum of periferie, in ruimtelijke en mentale zin, vervuld. Men kan stellen dat Europa zich hoofdzakelijk heeft ontwikkeld door middel van deze processen van verschuivende grenzen, centra en mogendheden. Het gevoel ergens thuis te horen of het gevoel van marginalisering is belangrijk voor ieder Europees individu, bijvoorbeeld met betrekking tot de vraag hoe hij/zij zich verhoudt tot de ontwikkeling van de Europese Unie. Bij het beginpunt van ieder thema zullen visuele elementen worden geplaatst die als oriëntatiepunt voor de bezoeker fungeren. Het belangrijkste doel ervan is de bezoeker een inleiding op het thema te geven, als oriëntatiepunt te fungeren en de tijdlijn van het thema toe te lichten. Bij deze beginpunten kunnen gidsen die een rondleiding geven, de grafische gegevens, het geluid en het licht aanpassen aan de behoeften van specifieke groepen om hun zo een inleiding op maat te geven over de aard van de inhoud en het aanbod op iedere verdieping.
HUIS VAN DE EUROPESE
De verhaallijn van de tentoonstelling zal worden aangevuld met een ruimtelijke installatie, geïnspireerd op metaforen met betrekking tot het Huis. Deze installatie zal omhoog lopen via de vijf verdiepingen van de permanente tentoonstelling en een verticale verbinding vormen — zichtbaar vanuit het trappenhuis — met daarin iconische objecten die verband houden met het op die verdieping gepresenteerde thema. Deze installatie zal nadere gelegenheid bieden om de „huis”-metafoor te interpreteren aan de hand van het thema dat op die verdieping tentoon wordt gesteld.
30
DE BELANGRIJKSTE VERHAALLIJN VAN DE PERMANENTE TENTOONSTELLING DE VORMING VAN EUROPA De functie van het eerste thema, getiteld „De vorming van Europa”, is om bezoekers te betrekken bij en vertrouwd te maken met de belangrijkste kwesties van de Europese geschiedenis. Als beginpunt van de permanente tentoonstelling zal dit thema tevens een introductie op de thematiek van het Huis van de Europese geschiedenis bieden, en zal worden uitgelegd dat het Huis van de Europese geschiedenis, als een bewaarplaats van de Europese herinnering, nationale en regionale perspectieven overstijgt bij het in beeld brengen en beschrijven van een gedeeld Europees verleden. Het zal worden gezien als een brug tussen onderzoek naar de Europese geschiedenis enerzijds en het publiek anderzijds.
HUIS VAN DE EUROPESE
Europa is geen vanzelfsprekende entiteit — de percepties, beelden en voorstellingen van Europa zijn in de loop der eeuwen veranderd. Niettemin heeft het een gemeenschappelijk erfgoed en wordt het gekarakteriseerd door specifieke kenmerken, tradities en verworvenheden die de Europese cultuur onderscheiden van die van andere continenten. De introductie op dit thema zal de bezoeker bewustmaken van het feit dat herinnering voor de mensheid essentieel is, in de zin dat zij de basis vormt voor zelfkennis en lering, zowel voor individuen als voor leden van een sociale groep. Er zal op die manier duidelijk worden gemaakt dat herinnering onlosmakelijk verbonden is met vergetelheid: de herinnering aan iets bewaren, betekent onvermijdelijk dat iets anders uit het oog wordt verloren of dat hieraan een andere betekenis wordt toegekend. De belangstelling in het heden vormt altijd de drijfveer achter de selectie van het herinnerde verleden. Herinnering is nooit constant, maar verandert voortdurend. Daarom zijn alle beschouwingen over culturele identiteit en beschrijvingen van de geschiedenis in wezen geconstrueerd. Een van de meest krachtige manieren om het continent te verbeelden, is de personificatie geweest. De antieke mythe van Europa en de stier werd emblematisch voor het continent en is in de loop van de geschiedenis op talloze manieren geïnterpreteerd. Gezien vanuit een hedendaags gezichtspunt, verwijst de mythe naar het feit dat de Europese cultuur klassieke wortels buiten Europa heeft.
31
Kaarten vormen eveneens een belangrijk hulpmiddel bij het in beeld brengen van Europa en de politieke zelfdefiniëring van het continent, en deze zijn in de periode van de oudheid tot het heden radicaal veranderd. De kaart van Europa wordt niet zozeer gedefinieerd door scherpe geografische grenzen, maar is veeleer gebaseerd op culturele, politieke, sociale en psychologische kenmerken en trajecten. De filosofie van het Huis van de Europese geschiedenis zal in dit thema worden uitgelegd, waarbij de nadruk zal liggen op de Europese geschiedenis, kwesties van nationale en transnationale identiteit, de veelheid aan percepties en de kwestie van een Europese herinnering, evenals het leidmotief van het „centrum en de periferie” dat zal belichten hoe het zwaartepunt in de loop der tijd steeds verschoven is.
EUROPESE DOMINANTIE
HUIS VAN DE EUROPESE
Het tweede thema is gewijd aan de negentiende eeuw, een eeuw van revoluties en rebellie. Europa onderging radicale veranderingen op politiek en economisch gebied, alsook op sociaal en cultureel terrein, en veranderde van een traditionele feodale samenleving in een moderne maatschappelijke orde. De Franse Revolutie had de ideeën van vrijheid, gelijkheid, zelfbeschikking, mensenrechten en burgerrechten overal in Europa stevig op de kaart gezet. Er ontstonden nieuwe politieke inzichten. In dit proces markeren de revoluties van 1848-1849 een keerpunt, daar zij de weg vrijmaakten voor nieuwe vormen van politieke vertegenwoordiging door middel van partijen, vakbonden en diverse andere verenigingen, en zij resulteerden in een geleidelijke toename van democratische participatie en constitutionele rechten. Nationalisme, dat werd beschouwd als de basis van soevereiniteit en als het enige legitieme fundament van de staat, was in opkomst. De industrialisatie zorgde voor een radicale verandering van zowel arbeidspatronen als sociale structuren. Er ontstonden nieuwe maatschappelijke lagen, die van de bourgeoisie en de arbeidersklasse. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd Europa het centrum van de financiële wereld en de mondiale handel. De kapitalistische organisatie van arbeid leidde tot ongekende productiviteit, maar veroorzaakte tevens een nieuwe mate en nieuwe vormen van maatschappelijke onrust. De trek van de bevolking van het platteland naar de overvolle steden resulteerde in erbarmelijke levensomstandigheden. In deze nieuwe
32
klassenmaatschappij werd sociale rechtvaardigheid een van de centrale politieke kwesties. De opkomst van een marxistisch georiënteerde arbeidersbeweging creëerde een nieuwe politieke factor die zich tegen het liberalisme verzette en die een reeks revolutionaire doeleinden nastreefde. De noodzaak om bescherming te bieden tegen de gevaren van niet-gereguleerde loonarbeid resulteerde in een nieuwe definiëring van de taken en verantwoordelijkheden van de staat, waarmee de fundamenten van de verzorgingsstaat werden gelegd. Er kwamen moderne definities van en inzicht in instrumentele en rationele wetenschap, hetgeen gepaard ging met verbeteringen in het onderwijsstelsel en een toename van kennis en technische innovatie. In de ogen van de Europese elite was de expansie van de Europese koloniale macht de beste maatstaf voor de vooruitgang. De enorme schaal van imperialistische expansie versterkte het door de Europeanen gekoesterde gevoel van superioriteit in vergelijking met de rest van de wereld. Het gedachtegoed van het nationalisme en de visie op de Europese beschaving raakten doordrongen van racistische en sociaal-darwinistische ideeën. Voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog bevond Europa zich op de top van zijn mondiale macht.
HUIS VAN DE EUROPESE
Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog leefde het merendeel van de Europese bevolking nog op het platteland. Het asynchrone karakter van de sociale-ontwikkelingsprocessen leidde tot massa-immigratie van het platteland naar de stad, van arme naar rijke regio’s, alsook tot grootschalige overzeese emigratie. Aan het einde van de negentiende eeuw stapelden sociale conflicten en internationale rivaliteit zich op en zij creëerden een meerledige voedingsbodem voor conflicten.
EUROPA IN DONKERE TIJDEN
Het volgende thema behandelt de neergang van Europa in de eerste helft van de twintigste eeuw. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog markeerde het eindpunt van de Europese dominantie van de negentiende eeuw. De oorlogsvoering en de oorlogstechnologie waren veranderd en het aantal dode jonge mannen aan beide zijden was ongekend. Deze massaoorlog had vernietigende humanitaire gevolgen voor de gehele maatschappij. De oorlog veranderde het politieke landschap van Europa en had verstrekkende gevolgen voor de Europese herinnering.
33
Alle staten, oude en nieuwe, die uit de „grote oorlog” tevoorschijn kwamen, waren in wezen representatieve parlementaire democratieën, de Sovjet-Unie uitgezonderd. Gedurende de volgende twintig jaar bleek de democratie echter, in meer dan de helft van deze Europese staten, te fragiel te zijn en was zij niet bestand tegen de steeds hevigere sociale en politieke spanningen die zich overal op het continent voordeden. De Oktoberrevolutie van 1917 was een wereldschokkende gebeurtenis, die een alternatieve orde tegenover die van het kapitalisme, het liberalisme en de parlementaire democratie stelde. De marxistische ideologie werd gebruikt om het communistische regime in de Sovjet-Unie te legitimeren, een regime dat was gebaseerd op een alomtegenwoordige massaterreur. Het nationaalsocialisme vormde een reactie op zowel het liberalisme als de opkomst van de arbeidersbeweging in het algemeen, en de Oktoberrevolutie in het bijzonder. Onder leiding van de nazipartij bouwde Duitsland — hoewel het werd beschouwd als een van de meest cultureel en economisch ontwikkelde landen ter wereld — een totalitair regime op dat was gefundeerd op een ideologie van rassenhaat, en het stuurde aan op een oorlog die zou culmineren in de bezetting van grote delen van Oost- en West-Europa en in de gemechaniseerde massamoord op miljoenen Joden.
HUIS VAN DE EUROPESE
De „breuk met de beschaving” in de vorm van de Shoah markeert het begin en de kern van het Europese debat over herinnering. Lange tijd zwegen staten over hun falen. Inmiddels vormt de erkenning van de Shoah als een opzichzelfstaande misdaad tegen de menselijkheid het negatieve referentiepunt van het Europees zelfbewustzijn. De Tweede Wereldoorlog werd een „totale oorlog” waarin ook burgers doelwit in de strijd waren. Aldus werd Europa het toneel van geweld en moord die hun weerga niet kenden. Het resulteerde in de definitieve teloorgang van Europa’s positie in de wereld en de deling van het continent, gebeurtenissen die bepalend waren voor de geschiedenis van de rest van de eeuw. In 1944 begon de geleidelijke bevrijding van het continent. Het lijden van de burgers was evenwel nog niet ten einde, maar duurde voort en bereikte zijn hoogtepunt in de chaos van ontheemding en vergelding. De bevrijding kon niet door iedereen op dezelfde manier worden beleefd; voor sommigen bracht zij een golf van overweldigende vreugde, terwijl zij voor anderen angst, ontzetting en tragedie betekende. Na afloop van de oorlog keek Europa — en de wereld — in ontzetting terug op de gebeurtenissen en probeerde het een nieuw begin te maken op basis van
34
de overtuiging dat de catastrofe van een nieuwe oorlog coûte que coûte voorkomen moest worden. Niettemin kwamen de bondgenoten van weleer na de oorlog als vijanden tegenover elkaar te staan.
EEN VERDEELD HUIS In dit thema wordt in beeld gebracht dat Europa, na de Tweede Wereldoorlog, een dieptepunt had bereikt. Van een leidende wereldmogendheid was Europa veranderd in een verwoest en verdeeld continent dat afhankelijk was van de twee supermachten, zelfs wat betreft beslissingen over zijn eigen toekomst. Een groot deel van zijn bevolking kon zich slechts op overleven concentreren. De wederopbouw van huizen, infrastructuur en, natuurlijk, politieke structuren, was van het allergrootste belang. Miljoenen Europeanen probeerden naar hun oude huizen terug te keren of een nieuw onderkomen te vinden.
HUIS VAN DE EUROPESE
Het IJzeren Gordijn werd de historische scheidslijn van het continent. De Verenigde Staten en de Sovjet-Unie ontwikkelden tegengestelde programma’s, met economische liberalisering en democratisering enerzijds, en modernisering via staatsplanning en het leiderschap van de communistische partij anderzijds. Hun strijd om invloedssferen verdeelde al spoedig de wereld en verdeelde Europa in twee scherp afgebakende kampen. Weinig landen slaagden erin zich afzijdig te houden of een neutrale of ongebonden positie in te nemen. De gedekoloniseerde landen vormden eveneens een arena waar deze machtsstrijd werd uitgevochten.
In deze situatie van concurrerende strategieën en bipolaire rivaliteit en onder de dreiging van nucleaire wapens, werd Europa in een verbazingwekkende nieuwe richting gedreven. Aan beide zijden van het IJzeren Gordijn groeide de economie in een vergelijkbaar tempo, ondanks het feit dat in Oost- en West-Europa twee compleet verschillende politieke en economische systemen waren opgezet. Europa werd gedurende deze periode gekenmerkt door grote verschillen en onverwachte convergenties tussen Oost en West. West-Europa beleefde een fase van internationale verzoening, economische welvaart, de ontwikkeling van de verzorgingsstaat, en democratische en institutionele consolidering, terwijl de socialistische staten die onder controle van de Sovjet-Unie stonden, een periode doormaakten van gedwongen industrialisatie, groeiende sociale zekerheid en massale alfabetiseringsprogramma’s, opgelegd door deels brute dictatoriale regimes, die op hun beurt militair werden
35
gesteund door de Sovjet-Unie. In heel Europa kwamen socialezekerheidsstelsels op, gebaseerd op verschillende ideologische fundamenten en ingebed in verschillende sociaaleconomische regimes. De concurrentie tussen de systemen vergrootte de druk om te hervormen. In West-Europa werd met het begin van het Europese integratieproces de koers uitgezet voor een ontwikkeling met verstrekkende gevolgen. Visionairs met verschillende achtergronden droegen — met grote overtuigingskracht — de idee uit dat het behoud van vrede en de totstandbrenging van verzoening nieuwe politieke oplossingen vergden. De oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, een volstrekt unieke organisatievorm gericht op de integratie van de economieën en, in zekere mate, de rechtsstelsels van een aantal onafhankelijke natiestaten, markeert een keerpunt in de geschiedenis van het continent. Het voorkomt dat West-Europa afglijdt naar chauvinistische, agressieve en imperialistische mechanismen uit het verleden.
HUIS VAN DE EUROPESE
De tentoonstelling richt zich hier op de belangrijkste gebeurtenissen in dit proces, van het Congres van Den Haag in 1948 tot de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, het mislukken van de Europese Defensiegemeenschap, de Verdragen van Rome, de totstandbrenging van een gemeenschappelijk landbouwbeleid, het Verdrag van Elysée, de crisis van de „lege stoel” en de eerste uitbreiding van de Europese Gemeenschap in 1973.
GRENZEN DOORBROKEN
Het volgende thema laat zien dat 1973 het einde markeert van een periode van algemene welvaart en het begin van een tijd van langdurige economische instabiliteit. Dat was het gevolg van de wereldwijde economische recessie, exploderende energiekosten en toegenomen concurrentie vanuit de overzeese gebieden. De oliecrisis maakte Europa bewust van zijn energieafhankelijkheid — en van de grenzen van zijn vooruitgang. De neergang van de ijzer-, kolen- en staalindustrieën, die het fundament van de naoorlogse hausse hadden gevormd en die de drijvende kracht waren geweest achter het Europese integratieproces, leidde voor het eerst in veertig jaar tot groeiende werkloosheidspercentages in West-Europa, hetgeen economische herstructurering noodzakelijk maakte. Daarnaast werd in de jaren zeventig een breed debat gevoerd over „gastarbeiders”, waarin de grote maatschappelijke veranderingen en de tekortkomingen met betrekking tot de integratie van migranten werden weerspiegeld.
36
De socialistische landen, die reeds met zorgen kampten vanwege hun relatieve economische achterstand, bleken niet over de efficiëntie en het vermogen te beschikken om structurele hervormingen door te voeren; de levensstandaard van hun bevolking verslechterde. Vanuit het perspectief van West-Europa kunnen de jaren zeventig worden beschouwd als een periode van mobilisatie, in grote mate teweeggebracht door de nieuwe generatie die de Tweede Wereldoorlog niet had meegemaakt. De val van de laatste westerse dictaturen in Zuid-Europa maakte ten slotte een einde aan de isolatie van deze landen en leidde tot hun lidmaatschap van de Europese Gemeenschap. De conferentie over veiligheid en samenwerking in Europa vormde een keerpunt in de voortdurende confrontatie tussen de twee rivaliserende kampen in Europa, en bracht „verandering door toenadering”. De Slotakte van Helsinki uit 1975, waarin, grotendeels dankzij het initiatief van de Europese Gemeenschap, mensenrechten waren vastgelegd als basisbeginsel, werd een referentiepunt voor dissidenten en oppositiebewegingen in Oost-Europa; in de tentoonstelling wordt hiermee het beginpunt gemarkeerd van de portrettering van het laatste decennium van de socialistische landen. De stagnatie, de groeiende tegenstelling tussen belofte en realiteit, en de erosie van de overheid waren tastbaar. Mensen kwamen in actie voor meer vrijheid, sociale rechtvaardigheid en politieke hervormingen. Deze bewegingen resulteerden uiteindelijk in de revoluties van 1989 en de val van de Berlijnse Muur, een gebeurtenis van grote symbolische waarde. De Koude Oorlog, die de politieke situatie in Europa 45 jaar lang had gedomineerd en verlamd, kwam ten einde.
HUIS VAN DE EUROPESE
De ineenstorting van het Sovjetrijk versnelde het Europese integratieproces. Dat wordt het duidelijkst geïllustreerd door de „uitbreidingsmarathon”, de verdieping van de supranationale structuren en de bevoegdheidsuitbreiding naar steeds meer terreinen, waardoor de vervaging van politieke, geografische, economische en psychologische grenzen mogelijk wordt gemaakt. Deze europeanisering omvat zowel elementen van integratie — de versterking van de inter-Europese banden en overeenkomsten — en elementen van desintegratie — het proces van begrenzing en versnippering.
De ontwikkelingen die buiten de reikwijdte van het thema „Grenzen doorbroken” vallen, worden in beeld gebracht in de mijlpalen van de Europese integratie, lopend van 1974, toen de Europese Raad werd opgericht, tot de eerste rechtstreekse verkiezingen van het Europees Parlement in 1979, de verwezenlijking van de interne markt, de uitbreidingsrondes van 1980-1986 en 1995, en van het Verdrag van Maastricht tot de tenuitvoerlegging van de Schengenovereenkomst in 1995, het debat over een verdrag tot oprichting van een Europese grondwet en de uitbreidingsmarathon van 2004-2007 en verder in de toekomst.
37
TOEKOMSTPERSPECTIEF Het laatste thema verschilt van de thema’s die de kern vormen van de historische reis van de bezoeker door het Huis van de Europese geschiedenis. Terwijl het eerste thema voorzag in een introductie met betrekking tot het Huis, biedt het laatste thema een ruimte waar het bezoek kan worden geëvalueerd en verdiept. De bezoeker wordt hier betrokken bij en ondergedompeld in een actief vraagproces over de gedeelde verantwoordelijkheid voor belangrijke besluiten en keuzes, die ook vandaag de dag blijven bijdragen aan de vormgeving van de geschiedenis van Europa en zijn betrekkingen met de rest van de wereld. In dit thema zal de bezoeker de volgende algemene vraag krijgen voorgelegd: wat zijn de verschillende visies van Europeanen op de toekomst? Bij wijze van antwoord wordt bijvoorbeeld met de bezoeker gekeken naar de toekomstige rol van de natiestaat: er wordt gekeken hoe Europa omgaat met diversiteit en welke onderwerpen het beste op Europees niveau kunnen worden behandeld. Er komen actuele en kritische vragen met betrekking tot de lidstaten van de Europese Unie aan bod in het kader van onderwerpen zoals de economie, mensenrechten, democratie, nationalisme en diversiteit, die allemaal diepgeworteld zijn in Europa en waarmee bezoekers gedurende hun bezoek herhaaldelijk in aanraking zijn gekomen.
HUIS VAN DE EUROPESE
De bezoeker krijgt de mogelijkheid zich onder te dompelen in de culturele bronnen van Europa door een reeks interactieve hulpmiddelen te gebruiken met het oog op verdere ervaringen, kennis en onderzoek. Meer dan in de overige delen van de tentoonstelling zal de bezoeker hier worden aangemoedigd om zich verder te verdiepen in zowel historische als actuele kwesties, bijvoorbeeld over het Europees erfgoed en de vraag wat kan bijdragen aan een Europese identiteit. Deze vragen zullen als „rode draden” door de tentoonstelling hebben gelopen en de bezoeker zal hier de gelegenheid krijgen om te participeren en de vragen in een meer interactieve, concrete en zelfs speelse omgeving te beantwoorden. Tot slot en van essentieel belang, zal in de gehele permanente tentoonstelling van het Huis van de Europese geschiedenis in beeld worden gebracht dat er niet een enkele, vooraf bepaalde manier is om de Europese geschiedenis te definiëren — en dat vele combinaties van factoren en vele verschillende individuele en collectieve percepties mogelijk zijn.
38
EEN ERVARING VOOR ALLE ZINTUIGEN Voor het Huis van de Europese geschiedenis zijn tentoonstellingen het middel om ideeën over te brengen. De tentoonstellingen zullen het medium zijn dat de bezoeker in staat stelt om de boodschap tot zich te nemen door middel van een multisensorische, participatieve ervaring. Tegelijkertijd zal de bezoeker de mogelijkheid worden geboden om zijn/haar eigen fysieke of conceptuele route te kiezen. Een comfortabele en inspirerende omgeving waar de bezoeker kan leren en plezier kan beleven, staat centraal bij het ontwerp van de structuur van de tentoonstelling. Een aantal structurele elementen zal daarom meerdere malen terugkeren om de bezoeker te helpen zijn weg door de tentoonstelling te vinden en zijn eigen route te kiezen.
HUIS VAN DE EUROPESE
Teneinde bezoekers een gevarieerde ervaring te bezorgen, zal de atmosfeer van de zes hoofdthema’s, verspreid over de vijf verdiepingen van het gebouw, worden ontwikkeld met behulp van verschillende stemmingen en sferen.
Voor ieder thema zijn verschillende modellen van ruimtelijke typologie opgesteld. Deze conceptuele modellen geven aan welk soort intuïtieve ruimtelijke organisatie in dit stadium het geschiktst is voor de verschillende fases van de verhaallijn. De typologie zal helpen om het ontwerp van de ruimtelijke concepten te sturen — en waarborgen dat iedere verdieping over zowel een ruimtelijke identiteit als een thematische focus beschikt.
39
Er zal voor variatie worden gezorgd door middel van veranderingen in de compactheid van de objecten en in het niveau van interactiviteit bij ieder thema: het gebruik van multimedia en technologie zal afhankelijk van de inhoud variëren. Alles bij elkaar zullen deze factoren bijdragen aan een aantrekkelijke en rijke ervaring voor alle soorten bezoekers.
HUIS VAN DE EUROPESE Het Huis van de Europese geschiedenis beschouwt tentoonstellingen als het middel om ideeën over te brengen.
41
TOEKOMSTIGE COLLECTIES Als nieuwe instelling beschikt het Huis van de Europese geschiedenis niet over zijn eigen, reeds bestaande collectie en zal het deze van de grond af moeten opbouwen. Het collectiebeleid van het Huis van de Europese geschiedenis is gericht op relevante materiële en immateriële materie uit de twintigste en eenentwintigste eeuw, maar streeft tevens naar de verwerving van geschikt beschikbaar materiaal uit vroegere eeuwen. Het Huis van de Europese geschiedenis hanteert een brede benadering van de term „collectie”, die objecten, documenten en archiefmateriaal als materieel erfgoed omvat, aan te vullen met opnamen van immaterieel erfgoed, zoals interviews, verhalen en filmopnamen.
HUIS VAN DE EUROPESE
De eerste fase van de opbouw van deze collectie, gedurende de periode 2012-2014, zal zijn gericht op de verzameling van materiaal, op basis van bruikleen op lange en korte termijn, waarmee de permanente tentoonstelling en de eerste tijdelijke tentoonstelling rechtstreeks zullen worden ondersteund: gedurende deze periode zal de nadruk liggen op bewijskrachtig onderzoek naar relevant materiaal in Europese collecties (en indien nodig in collecties buiten Europa), alsook op de verzameling van objecten die nodig zijn voor de permanente en de tijdelijke tentoonstelling. In de zomer van 2012 werd een proefproject uitgevoerd met betrekking tot de mogelijkheden van bruikleen op de lange termijn. In de herfst van datzelfde jaar ontving de Europese Unie de Nobelprijs voor de Vrede, hetgeen een gelegenheid bood om collectiemateriaal te verzamelen dat alle officiële en onofficiële gebeurtenissen rondom de prijsuitreiking in Noorwegen omvatte, met als resultaat dat de eerste objecten voor de collectie van het Huis van de Europese geschiedenis naar Brussel werden gebracht.
De nieuwe collectie zal de „kern” vormen van een permanent reservoir van gedeelde Europese herinneringen.
42
Het Huis van de Europese geschiedenis wil zo veel mogelijk gebruikmaken van originele objecten om de verhaallijn van de tentoonstelling te illustreren. Deze objecten zullen worden geselecteerd op grond van hun vermogen om belangrijke boodschappen over te brengen en een verrijkende bezoekerservaring te bieden. Daarnaast zullen vastgelegde getuigenissen en persoonlijke verhalen een belangrijke rol spelen bij het overbrengen van herinneringen en het in beeld brengen van bepaalde perspectieven op historische gebeurtenissen. De nieuwe collectie zal de „kern” vormen van een permanent reservoir van gedeelde Europese herinneringen. Er zal worden gezocht naar bewijsstukken die aantoonbaar zijn verbonden met een specifieke bekende persoon, gebeurtenis, proces of periode in de geschiedenis van Europa (een brede reeks van onderwerpen en voorwerpen, variërend van dagelijkse gebruiksvoorwerpen tot objecten met een hoge culturele of artistieke betekenis en waarde) en die door het Huis als waardevol worden beschouwd.
HUIS VAN DE EUROPESE
Zowel bezoekers als instellingen zullen worden uitgenodigd om bij te dragen aan toekomstige collecties en projecten: in het kader van dit initiatief zal de onlinefaciliteit van het Huis van de Europese geschiedenis een belangrijke dienstverlenende en verzamelende rol vervullen.
Er wordt een specifiek collectiebeleid ontwikkeld voor de verzameling van materiële en immateriële materie om de geschiedenis van het Europese eenwordingsproces te documenteren. Het collectiebeleid van het Huis van de Europese geschiedenis zal in overeenstemming zijn met de verscheidene in de Europese Unie geldende wetten inzake materieel en immaterieel erfgoed en met de ethische code voor musea van de Internationale Raad van Musea (ICOM).
Zowel bezoekers als instellingen zullen worden uitgenodigd om bij te dragen aan toekomstige collecties en projecten.
43
EEN CULTUREEL ORIËNTATIEPUNT Het Huis van de Europese geschiedenis zal een plek zijn voor studie, betrokkenheid en plezier. Het streeft ernaar om in de toekomst een permanent forum te worden dat iedereen die betrokken is bij en geïnteresseerd is in de Europese geschiedenis een platform biedt om na te denken, te leren, te debatteren, en opvattingen en ideeën te delen. Het Huis van de Europese geschiedenis zal een verbindingspunt zijn voor zowel instellingen als bezoekers en onderzoekers. Het zal een kenniscentrum zijn waar de toekomst van Europa in beeld wordt gebracht in de context van zijn geschiedenis en waar het nadenken over de geschiedenis van het Europese integratieproces en de rol die dit proces speelt in ons dagelijks leven, wordt aangemoedigd, mogelijk gemaakt en ondersteund.
HUIS VAN DE EUROPESE Het Huis van de Europese geschiedenis zal een plek zijn voor studie, betrokkenheid en plezier.
44
BEHEER VAN HET PROJECT De verantwoordelijkheid voor het Huis van de Europese geschiedenis berust bij het Bureau van het Europees Parlement, dat leiding geeft aan diverse institutionele structuren. De contactgroep van het Bureau voor het Huis van de Europese geschiedenis, voorgezeten door vicevoorzitter Miguel Angel Martínez Martínez en bestaande uit de vicevoorzitters en Europees Parlementsleden Isabelle Durant, Georgios Papastamkos, Gianni Pittella, Alejo Vidal-Quadras, Roberta Angelilli en Bogusław Liberadzki, zorgde voor toezicht op het project in een vroeg stadium.
HUIS VAN DE EUROPESE
De desbetreffende parlementaire commissies zijn nauw betrokken bij de verwezenlijking van het Huis van de Europese geschiedenis. Alle financiële aspecten worden afgehandeld door de Commissie begrotingscontrole. De Commissie cultuur en onderwijs heeft haar steun aan het project verleend en ziet toe op de voortgang ervan.
De raad van bestuur, onder voorzitterschap van de voormalige voorzitter van het Europees Parlement Hans-Gert Pöttering, is een orgaan dat bestaat uit politici van hoog niveau en bekende hoogwaardigheidsbekleders van zowel de Europese instellingen als de Brusselse overheid. De grootste politieke families en de belangrijkste organen van het Parlement zijn vertegenwoordigd in de raad van bestuur, die toeziet op het algemeen beheer van het project en die wordt geadviseerd door Harald Rømer, voormalig secretaris-generaal van het Parlement. De raad van bestuur heeft een adviesrol en ziet toe op het algemeen beheer van het project. De leden van de raad van bestuur zijn: Włodzimierz Borodziej, Étienne Davignon, Hans-Walter Hütter, Miguel Angel Martínez Martínez, Gérard Onesta, Doris Gisela Pack, Chrysoula Paliadeli, Charles Picqué, Alain Lamassoure, Wojciech Roszkowski, Peter Sutherland, Androulla Vassiliou, Diana Wallis en Francis Wurtz.
45
Het Academisch Comité onder voorzitterschap van historicus Włodzimierz Borodziej en bestaande uit historici en deskundigen van internationaal bekende musea, speelt een toezichthoudende en adviserende rol met betrekking tot historische en museologische aangelegenheden. De leden van het Academisch Comité zijn: Norman Davies, Hans-Walter Hütter, Matti Klinge, Anita Meinarte, Hélène Miard-Delacroix, Mary Michailidou, Oliver Rathkolb, Antonio Reis, Maria Schmidt, Jean-Pierre Verdier en Henk Wesseling. Het academisch projectteam van het Huis van de Europese geschiedenis is een afdeling binnen het secretariaat-generaal van het Parlement, directoraat-generaal Voorlichting (Juana Lahousse-Juárez, secretaris-generaal), directoraat C Betrekkingen met de burger (Stephen Clark, directeur). De afdeling staat onder leiding van historica en curator Taja Vovk van Gaal en is belast met de voorbereiding van de tentoonstellingen en de structuur van het toekomstige museum.
HUIS VAN DE EUROPESE
De leden van het academisch projectteam zijn: Michèle Antoine, Erika Aronowitsch, Nicolas Auzanneau, Kieran Burns, Perikles Christodoulou, Étienne Deschamps, Hans de Waegeneer, Christine Dupont, Nathalie Duquesne, Ronald Evers, Martí Grau Segú, Anna Huth, Constanze Itzel, Pirjo Kemppainen, Sonia Marconi, Raili Minkkinen, Andrea Mork, Françoise Petit, Elisabeth Pluijmen, Ollivier Rocher, Tessa Ryan, Raivis Sīmansons en Zofia Wóycicka. Het team voor de gebouwen, verantwoordelijk voor het Eastmangebouw, is deel van het secretariaat-generaal van het Parlement, directoraatgeneraal Infrastructuur en Logistiek (Constantin Stratigakis, directeur-generaal), directoraat Gebouwenprojecten (Diogo Quintela, directeur), afdeling Gebouwenprojecten in Brussel. Deze afdeling staat onder leiding van de interne architect Xavier Lacroix, die de aanvankelijke architectuurwedstrijd organiseerde en nu is belast met het toezicht op de uitvoering van het renovatie- en uitbreidingsproject door de externe architecten. De leden van het gebouwenteam zijn: Dave Baudoux, Charalampos Chaitas, Florence Decrop, Andrew Kabelis, Philippe Masson, Jean-Pierre Pamart, Ricardo Quiros Lazaro en Danièle Van de Lanotte.
46
Het Huis van de Europese geschiedenis werkt nauw samen met de andere directoraten-generaal van het secretariaat-generaal van het Parlement — met name met het directoraat-generaal Financiën, het directoraat-generaal Vertaling, het directoraat-generaal Personeel, het directoraatgeneraal Innovatie en Technologische Ondersteuning en het directoraat-generaal Vertolking en Conferenties. Het Europees Parlement heeft bij zijn werkzaamheden inzake de museografie assistentie gekregen van BL Associates (Frankrijk). Het voorlopige conceptontwerp is ontwikkeld in samenwerking met studioDiem (Verenigd Koninkrijk). Op 26 maart 2013 heeft het Europees Parlement een overeenkomst ondertekend met General de Producciones y Diseño, een in Sevilla (Spanje) gevestigd bedrijf voor museumontwerp.
HUIS VAN DE EUROPESE 47
© E. Young / AACMA-JSWD
Floor 06 Verdieping 06 Floor 05 Verdieping 05 Floor 04 Verdieping 04 Floor 03 Verdieping 03 Permanente tentoonstelling Permanent exhibition
Floor 02 Verdieping Auditorium Conference/Projection room Permanente tentoonstelling Permanent exhibition Educatieve Educationalruimte room
Floor 01 01 Verdieping Conference/Projection room Auditorium Temporary exhibition Tijdelijke tentoonstelling Educationalruimte room Educatieve Welcoming areas Ontvangstruimte
Floor 00 Verdieping Tijdelijke tentoonstelling Temporary exhibition Café-restaurant Cafeteria Winkel Shop Ontvangstruimte Welcoming areas
BD-30-12-991-NL-C ISBN 978-92-823-3993-0
doi:10.2861/77820