Een panoramafoto maken in Photoshop CS2

Een panoramafoto maken in Photoshop CS2

© Marc Cielen - Versie 1.0 - Februari 2006 - Alle foto’s en illustraties: © marc-en-ciel

Alles uit deze uitgave mag vrij verspreid en gekopieerd worden, mits vermelding van de bron en mits respecteren van de geldende copyrights van de respectievelijke software-ontwikkelaars.. Alle screenshots werden gemaakt met legale software of try-out versies daarvan. Alle in deze cursus vermelde merken zijn geregistreerde handelsmerken en eigendom van de respectievelijke software-ontwikkelaars. Marc-en-ciel draagt geen verantwoordelijkheid voor eventuele onnauwkeurigeheden die kunnen leiden tot onjuiste resultaten. Wij kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor schade ontstaan door het gebruik of de toepassing van de hier beschreven procédé’s. Het is aan de gebruiker om alle verstrekte informatie eerst op degelijkheid te controleren alvorens deze in een productie-omgeving in te schakelen. © Marc Cielen 2006 - www.marc-en-ciel.be

EEN PANORAMAFOTO MAKEN IN PHOTOSHOP CS2

INHOUD 1. De voorbereiding. 2. De foto’s op elkaar afstemmen 3. De foto’s samenvoegen (stitchen).

5 7 8



1. De voorbereiding. Als je panoramafoto’s wil maken beschik je best over een stevig statief met een libel en een gradenindeling. Hoe juister je camera staat bij de opname hoe beter het resultaat zal zijn na de samenvoeging.

Stel eerst het statief volledig waterpas.

Plaats ook een libel op je camera, zodat je kan controleren of je camera in beide richtingen waterpas staat.


Meet zorgvuldig je licht, dit kan met behulp van een kleurenkaart of een grijsschaalkaart. Als je deze kaart mee fotografeert heb je het later gemakkelijker om de kleur en de belichting van je foto’s juist te zetten.

Werk op Manuele belichting (indien mogelijk). Vermits je met verschillende lichtomstandigheden kan zitten - tegenlicht en licht mee - is het belangrijk dat elke foto van de reeks op dezelfde manier belicht is. Helaas durven digitale camera’s ondanks de manuele belichting toch nog afwijkingen geven.

Maak je opnames met voldoende overlapping. Welke hoek je precies moet gebruiken hangt af van je brandpuntsafstand. Als je met groothoek werkt kan je 180° bestrijken met 6 tot 7 opnames, dat is 30° verschuiving tussen elke opname. LET OP! Teveel overlapping kan achteraf problemen opleveren bij het samenvoegen van de foto’s.


2. De foto’s op elkaar afstemmen Er zijn verschillende mogelijkheden om de kleuren van verschillende foto’s op elkaar af te stemmen. Deze methode maakt gebruik van dezelfde technieken als die in Kleur Beheren en Beheersen beschreven staan. Begin met een foto waarin duidelijk witpunt en zwartpunt kunnen toegepast worden. Maak gebruik van een curvelaag, pas witpunt en zwartpunt toe, stel eventueel de curve bij en sla ze op. Open der andere foto’s, maak een curvelaag en laad de opgeslagen curve. Je kan ook de curvelaag van de eerste foto naar de andere foto’s slepen. Als je van deze techniek gebruik wil maken moeten wel alle foto’s die in het panorama moeten komen exact hetzelfde belicht zijn..

Als alle foto’s gecorrigeerd zijn sla je ze best op in één map, die speciaal voor dit panorama aangemaakt werd. Geef ook een duidelijke naam aan je bestanden, zodat je makkelijk de juiste volgorde kan herkennen, bijvoorbeeld: pan001 - pan002 enzovoort. Het bestandformaat is niet belangrijk, maar als je JPEG gebruikt sla dan op met de hoogste kwaliteit.


3. De foto’s samenvoegen (stitchen). Sluit eerst alle foto’s af. Ga dan naar: Bestand > Automatisch > Photomerge.

In het venster Photomerge kan je via de knop Bladeren naar de juiste map gaan waarin zich de foto’s bevinden. Je kan ook gewoon een map aanduiden als je naast Gebruik de optie Map kiest. Je kan ook de geopende foto’s gebruiken, dan moet je naast Gebruik de optie: Geopende bestanden kiezen. Onderaan in het venster staat een vinkje naast Poging tot bronafbeeldingen automatisch rangschikken. Als Potomerge de overlapping herkent zullen de beelden automatisch in de juiste volgorde geplaatst worden.

Als alles juist ingesteld is klik je op OK.

Photoshop zal nu eventjes alle foto’s openen en proberen samen te voegen tot één beeld. Dat kan even duren, hoe lang is afhankelijk van de bestandsgrootte en het aantal foto’s. Het kan zijn dat je na afloop een waarschuwing krijgt waarin staat dat Photomerge de beelden niet juist kon rangschikken, dat kan zijn omdat de overlapping niet goed is, of dat kan zijn omdat er op één van de foto’s een voorwerp in de overlapping zit en op de andere foto’s niet. Klik op OK


Als Photomerge niet zelf de juiste volgorde heeft kunnen bepalen staan de foto’s bovenaan in de wachtrij (kleine kader bovenaan). Je kan de foto’s nu naast elkaar plaatsen door ze in de juiste volgorde vanuit de wachtrij in het hoofdvenster te slepen (grote kader).

Terwijl je de foto’s sleept wordt de overlapping transparant. Als je het vinkje naast: Afbeelding Magnetisch aanzet, zal Photomerge toch nog proberen de juiste overlapping toe te passen.


Als de overlapping herkend wordt verdwijnt de transparantie. Je kan de foto’s nog altijd bijstellen. Telkens je op één van de foto’s klikt verschijnt er een rode kader. Je kan dan met je pijltjestoetsen of met de muisaanwijzer de overlapping bijstellen.

Je kan nu de compositie opslaan om er later verder aan te werken, klik op Compopsitie Opslaan als... Maar je kan ook meteen verder naar Photoshop. MAAR! Zet eerst het vinkje aan naast: Als lagen behouden en klik dan pas op OK!

10


Het kan zijn dat de verschillende lagen waaruit de foto samengesteld is niet in de juiste volgorde staan. Sleep dan in het Lagenpalet de lagen naar hun juiste plaats, dat vergemakkelijkt de aanpassingen die we later gaan doen.

Verberg nu alle lagen behalve de eerste (oogje wegklikken). Sleep een hulplijn tegen de rechterrand van de zichtbare laag. (zet je muisaanwijzer in de verticale meetlat, hou de muisknop ingedrukt en sleep in de richting van het beeld - zie je geen meetlat, druk dan Ctrl+R of op de Mac: Cmd+R)


11

Verberg de eerste laag en maak de tweede laag zichtbaar. Sleep een hulplijn tegen de linkerrand van de zichtbare laag.

Selecteer de meetlat in het gereedschapspalet (hou de muisknop ingedrukt op het pipet en klik dan op Meetlat).

Meet de afstand tussen de twee hulplijnen, druk de muisknop in op de eerste hulplijn en sleep een horizontale lijn tot tegen de tweede hulplijn.

In de optiebalk (bovenaan in je beeld) kan je de afstand aflezen naast: D1.

12


Sleep nu een hulplijn tot op de helft van de zonet gemeten afstand. NOTA: Een overlapping is altijd maar op één plaats juist, ongeacht hoe groot ze is: precies op de helft.

Selecteer nu het rechthoekig selectiegereedschap in het gereedschapspalet

Trek een selectiekader over het gedeelte van de overlapping dat gewist moet worden.


13

Wis nu het overtollige deel van de overlapping met: Bewerken > Wissen of druk op de backspace-toets. Het stuk dat geselecteerd werd wordt nu transparant. Verwijder de selectie: Ctrl+D (Mac: Cmd+D) of naast de selectie klikken met het selectiegereedschap.

Maak terug de beide lagen zichtbaar in het lagenpalet.

Selecteer het Gummetje in het gereedschapspalet, let op alleen het Gummetje is bruikbaar, de andere gereedschappen zijn speciale gereedschappen.

In de optiebalk (bovenaan in beeld) kies je eerst de Modus: Penseel. Daarna kan je de hardheid, de grootte en de dekking instellen. Kies een penseel met zachte randen, een doormeter die niet te groot is en zet de dekking op 100%.

14


Zet je cursorweergave op preciesiecursor (in de voorkeuren) of druk de Shift Lock toets in, zodat je ziet hoe groot je penseel in werkelijkheid is. Wis nu gedeeltes van de overlapping weg op de hogerliggende laag, let hierbij op dat je niet tegen of over de rechtse hulplijn komt. Je hoeft alleen maar te wissen waar het object door de overlapping bedekt werd, al de rest laat je ongemoeid. Als de foto’s niet helemaal juist staan, kan je dat nog gemakkelijk aanpassen: neem het verplaatsgereedschap, klik op de foto die verplaatst moet worden en verplaats de foto met je pijltjestoetsen. Je kan ook nog met het stempelgereedschap eventuele foutjes wegwerken. Als je de foto later nog moet kunnen bewerken sla je ze best op in het Photoshop PSD formaat, zodat de lagen behouden blijven. Is je panorama klaar, dan kan je ook nog een kopie opslaan in het JPEG formaat, de lagen worden dan verenigd en je kan geen aanpassingen meer doen aan het opgeslagen beeld. Als je niet over een printer beschikt waarop je aan de rol kan afdrukken, kan je de afgewerkte panoramafoto in een Indesigndocument plaatsen en dan in verschillende gedeelten afdrukken. Succes!


15

Een panoramafoto maken in Photoshop CS2

Recommend Documents