1 ‘Koekelekjoewwww!’ Grinnikend draait Lizzy Verlinden zich om onder haar dekbed. De haan die ergens buiten op hun erf kukelt, is eigenlijk best grappig, met zijn rare uitspraak. Haar oom Steven heeft hem een paar dagen geleden met een clubje kippen meegebracht uit Frankrijk. De eerste nachten kukelde het beest elk uur, maar vannacht bleef hij langer stil; nu is het tenminste al een beetje licht aan het worden. Het is voor het eerst dat Lizzy het beest geen enkele reis naar de slager toewenst. Lizzy’s pup Boef laat een zacht piepje horen vanuit zijn mand onder het raam. ‘Kom maar,’ mompelt Lizzy en dat is precies waar haar hond op wachtte. Met drie sprongen is hij op haar bed en nestelt zich tegen Lizzy’s buik. Hij duwt nog wat met zijn neus en slaakt tevreden een diepe zucht. Zacht kriebelt Lizzy hem achter zijn oortjes. ‘Mooie filmster van me. Ik droomde dat we naar de première gingen van onze film. Je had een strik om. Een grote, roze strik.’ Boef maakt een grommend geluidje. ‘Zie je wel dat je mij verstaat,’ fluistert Lizzy grinnikend. ‘Oké, je hoeft geen roze strik om. Jammer dat we nog zo lang moeten wachten tot onze film af is. Ik wil hem zo graag zien…’ 5
Een paar weken geleden heeft Lizzy met haar pup meegedaan in een echte speelfilm. Het was een klein rolletje, haar moeder Ellen had een grotere rol. Het was heel erg leuk om daar te zijn, samen met haar nieuwe vriendin Rebecca en Rebecca’s oma. De opnames van de film zijn klaar, en nu duurt het nog maanden voordat de film in de bioscoop komt. Maar Lizzy droomt er al vaak van. Lizzy schudt haar lange, donkere krullen opzij op haar kussen, zodat ze lekkerder ligt. Al snel is ze weer weggezakt in de droom die ze had, waarin ze met een goudkleurige jurk over een rode loper loopt. Wel een lange loper. Ze loopt en loopt en al gauw zijn er geen fotografen meer, geen dranghekken, geen andere mensen en geen bioscoop; er is alleen nog weiland. Gelukkig huppelt Boef nog steeds naast haar. Maar als hij er als een haas vandoor gaat, voelt Lizzy zich niet meer zo geweldig. Ze kan niet eens achter hem aan rennen, want ze heeft veel te hoge hakken aan, die wegzakken in het rood van de loper. Dan hoort ze een vreemd geluid. Ergens in de verte rinkelt de bel van een tram. Maar zelfs in haar halfslaap beseft ze dat die tram wel heel veel herrie moet maken als die in Amsterdam rijdt, terwijl zij ver van alles in de wildernis woont. Nou ja, min of meer. Ze woont een kilometer buiten een ienieminidorpje op het lege platteland. Sloom bedenkt ze dat het geen tram kan zijn. Wat dan wel? Het kan haar niet schelen, ze wil slapen. Lizzy probeert uit alle macht in slaap te blijven. Maar dan klinkt het geluid opnieuw, veel te dichtbij, en nu kan ze echt niet meer doen alsof ze het niet herkent. Haar wekker is al weken nauwelijks afgegaan, simpelweg omdat ze in de 6
zomervakantie niet uit bed hoefde als ze daar nog geen zin in had. Maar ze weet echt nog wel hoe die klinkt. Wat een slecht plan van haar moeder om de laatste dag van de vakantie vroeg op te staan ‘om alvast in het ritme te komen’. Met een zwaai van haar arm en een klap van haar hand maakt Lizzy een einde aan de herrie van de wekker. Ze duwt zich op haar ellebogen omhoog, doet haar ogen open, knijpt ze weer stijf dicht en laat zich terug op haar kussen ploffen. ‘Neee!’ roept ze luid tegen het plafond. Boef piept geschrokken en drukt zich tegen het matras, maar met wat gekriebel achter zijn oren is hij snel weer gerustgesteld. Een paar seconden later gaat Lizzy’s slaapkamerdeur open. Haar moeder komt binnen in een hemdje en een dunne, wit met blauw gestreepte pyjamabroek. Haar donkerblonde haren steken alle kanten op, alsof ze in een reclame speelt voor shampoo die helpt tegen touw op je kop – maar dan vóórdat ze de shampoo heeft gebruikt. ‘Goeiemorgen!’ Ellen trekt zonder genade Lizzy’s nieuwe gordijnen open. Veel te veel licht stroomt de kamer binnen. ‘Maham…’ zegt Lizzy zeurderig. ‘Doe nou niet. Het ís nog niet eens een schooldag.’ ‘Zo kom je lekker in het ritme. Wakker worden dus.’ ‘Het is zondag! Dan heeft niemand school!’ Lizzy trekt haar kussen over haar hoofd en kreunt en gromt tegelijk. ‘Wat is er, baby-girl van me? Heb je een volle luier?’ vraagt haar moeder op een toon alsof ze het tegen een klein kind heeft. ‘Grrr,’ gromt Lizzy. ‘Was ik nog maar een baby. Dan hoefde 7
ik niet naar school. De hele dag stilzitten en díngen léren. Urgh.’ ‘Als baby had je het veel zwaarder. Je moest zelfs nog leren om je kwijl niet uit je mond te laten lopen,’ merkt haar moeder op. ‘Toen leerde ik tenminste nuttige dingen,’ vindt Lizzy. ‘Je gaat naar groep acht, Liz, dat is niet niks, hoor. Daar zal je nog je hele leven op terugkijken. Moet je opletten wat je aan het einde van dit schooljaar geleerd hebt.’ ‘Hmpf,’ doet Lizzy. ‘Op die school voor boeren? Koeien melken… Varkens voeren… Kippen vangen… Stallen uitmesten…’ Haar moeder loopt naar het bed, duwt met haar gestreepte achterwerk tegen Lizzy’s heup en gaat op het knalroze dekbed zitten. ‘Het zal hier wel anders gaan dan in Amsterdam. Maar het heeft ook voordelen, denk daar maar aan. De school is kleiner, de groep is kleiner…’ ‘De leraren letten dus veel meer op je…’ vult Lizzy aan. Haar moeder gaat onverstoorbaar verder. ‘Je hoeft niet meer op de tram te wachten, want je kan op de fiets…’ ‘En dan regen ik kleddernat…’ Haar moeder probeert het opnieuw. ‘Je bent al vrienden met een paar kinderen uit je klas…’ Lizzy slaat haar handen voor haar ogen. ‘Dus om vrienden te maken hoef ik ook niet naar school…’ Het blijft stil. Lizzy haalt voorzichtig adem, want ze weet het zeker: nu komt er een serieuze preek. Ze gaat een heel verhaal over Ernstige Zaken krijgen. Voorzichtig spiekt Lizzy tussen haar vingers door om te 8
zien of haar moeder pissig is. Ellen heeft zelf ook haar handen voor haar gezicht geslagen. Huilt ze nou? Oké, haar moeder mag zich ook wel flink schuldig voelen dat ze haar arme dochter naar zo’n boerenschool stuurt, vindt Lizzy. Maar huilen… dat was nou ook weer niet de bedoeling. Half gevangen onder het dekbed omdat haar moeder erop zit, richt Lizzy zich onhandig op. Ze legt haar hand zacht op haar moeders schouder, die een beetje schokt. Ineens klinkt er een gierende uithaal en Lizzy schrikt zich naar. ‘Whaahahahaa!’ Lizzy deinst een beetje terug. Dan leunt ze opnieuw naar voren, schuin opzij, om haar moeders gezicht te kunnen zien. ‘Mam,’ begint ze, maar dan ziet ze dat haar moeder keihard zit te lachen. ‘Wat ben jij soms toch een ongelooflijk eigenwijs… koppig… puberig… irritant… hoe zal ik het zeggen…’ Ze hapt naar adem. ‘Je bent het meest geweldige kind dat ik me ooit had kunnen wensen. Maar soms word ik knettergek van je.’ ‘Ik lijk gewoon op jou,’ grinnikt Lizzy. Ellen slaat haar armen om Lizzy’s schouders en trekt haar hoofd tegen zich aan. Boef springt blaffend heen en weer op het dekbed. ‘Aaah, mam, ik stik! Straks breek je m’n nek!’ gilt Liz moeizaam. ‘Geeft toch niet,’ zegt haar moeder gespeeld gemeen. ‘Als je je nek breekt, hoef je tenminste niet naar school.’ ‘Da’s waar,’ geeft Lizzy toe. Maar het is wel fijn als haar moeder haar wurggreep beëindigt. ‘Rustig maar, Boef.’ Lizzy wurmt wat met haar benen en ligt dan eigenlijk best lekker, 9
met haar hoofd bij haar moeder op schoot. Niet dat iemand dat verder zou moeten zien, want ze is natuurlijk geen klein kind meer of zo, maar er is nu eenmaal op kilometers afstand geen kip te bekennen. Hoewel, een kip nou weer net wél. Franse kippen, en een haan met een accent en geen enkel besef van tijd. Lizzy aait Boef over zijn rug. Hij wurmt zich tussen Lizzy en haar moeder in. ‘Mam, ben je doorgedraaid, of zo?’ ‘Doorgedraaid?’ Ellen zucht eens diep en streelt Lizzy’s rommelige haar van haar voorhoofd. ‘Daar is wel wat meer voor nodig,’ antwoordt ze langzaam. ‘Dat krijgen een achterlijke haan, een wilde pup, een vervallen huis en een puberende dochter niet voor elkaar, hoor.’ ‘Waarom zat je net dan zo raar te lachen?’ Lizzy bekijkt haar moeder tussen haar wimpers door. Op z’n kop is ze eigenlijk ook wel mooi. Of is dat logisch, als iemand rechtop ook al knap is? ‘Ik moest gewoon om jou lachen,’ antwoordt haar moeder. ‘En ik bedacht hoe onmogelijk het soms is om de strenge moeder te spelen. Jij wordt veel te snel groot. Ik hou het niet bij om te leren wat je dan als moeder moet doen.’ ‘Ga nou niet over de puberteit beginnen, hè,’ zegt Lizzy. ‘Jawel,’ zegt haar moeder ineens vrolijk. ‘Liz, ga eens zitten, dan gaan we het hebben over borstjes en schaamhaar en puistjes en jongens en over of je al met iemand gezoend hebt en hoe dat gaat als je verliefd bent…’ ‘Nee! Als-je-blieft niet!’ Lizzy slaat haar handen voor haar oren. ‘Lalalalala!’ Haar moeder staat op en laat Lizzy van haar schoot op de 10
grond rollen. ‘Prima, dan niet. Maar als je hier blijft liggen, dan gaan we daar de hele dag over praten.’ Ineens klinkt opstaan als een beter plan.
11