EEN NIEUWE POKROF
M
et hopelijk gepaste trots bieden wij u het eerste nummer van de geheel vernieuwde Pokrof aan: een fris blad met een hedendaagse uitstraling. De lay-out zoals die was, ging al weer een tijdje mee. Hij werd ingevoerd in 1991 en heeft dus elf jaargangen goed dienst gedaan. Maar nu is het tijd voor iets nieuws.
Vanaf het volgende nummer krijgt Pokrof een nieuwe rubriek. Op een forumpagina zal een gesprek worden gevoerd over zaken rond het oosters christendom. De redactie zal mensen benaderen die een gesprek willen voeren, maar ook u kunt er, in een langere of een kortere bijdrage, aan meedoen. U kunt ook gespreksonderwerpen aandragen.
Het nieuwe uiterlijk van het blad staat niet op zichzelf. Ook de inhoud van het blad wordt verder ontwikkeld. Kernwoorden daarbij zijn: ontmoeting en informatie. Ontmoeting met oosters christendom en informatie over de wereld van de oosterse christenen.
Oecumene veronderstelt dat wij belangstelling hebben voor andere christelijke tradities en dat we nieuwsgierig zijn naar elkaar. Die belangstelling willen we stimuleren en die nieuwsgierigheid bevredigen. Hiermee sluit ik af, want Pokrof gaat niet over ons, maar over oosterse christenen, kerken en culturen. Daar verandert niets aan. Leo van Leijsen, redactiesecretaris
THOMASCHRISTENEN IN INDIA De Thomaschristenen in India voeren hun oorsprong terug op de missionering van de apostel Thomas in de 1e eeuw. Tweeduizend jaar later is de diversiteit onder de Thomaschristenen groot. Het beleid van latinisatie van Portugese kolonisten in de 16e eeuw speelt daarin een belangrijke rol. De traditionele Indiase kerken vormen de groep van zogenaamde Malabar christenen. Deze christenen zijn waarschijnlijk reeds in de eerste eeuwen van onze jaartelling gekerstend. Zij staan ook bekend onder de naam Thomaschristenen, omdat volgens de legende de apostel Thomas hier als eerste missioneerde. De Portugezen ontdekten de Malabarkust in 1498. Zij bouwden er vestingen en stichtten er factorijen, van waaruit zij hun belangen bij de specerijcultuur en -handel behartigden. Tussen 1661 en 1663 veroverde de Verenigde OostIndische Compagnie het gebied en zette er de politiek van de Portugezen voort. In 1795 gingen de bezittingen verloren aan de Engelsen. In 1814 kreeg Nederland ze terug, maar bij het Traktaat van Londen (1824) deed het definitief afstand van alle bezittingen op de kust van Malabar. De ontdekking van de Malabarkust door de Portugezen betekende het begin van een trieste geschiedenis van gedwongen latinisatie en veel schisma's en onrust. Vanuit katholiek standpunt was er heel wat bekeringswerk te doen, daar men in de leer van de Indiase kerk veel nestoriaanse invloeden meende te herkennen. Een misverstand met verstrekkende gevolgen. De ruim 5 miljoen Thomaschristenen zijn
nu verdeeld in vijf oriëntaalse kerken: de Assyrische Kerk, de Syrisch-orthodoxe Kerk, de Malankaarse Orthodoxe Syrische Kerk, de Syromalabaarse katholieke Kerk en de Syromalankaarse katholieke Kerk. In het onderstaande worden de vijf genoemde oriëntaalse kerken nader toegelicht. Naast de genoemde kerken bestaan nog rooms-katholieke bisdommen van de Latijnse ritus, vele protestantse kerken, waaronder de met de Anglicaanse Kerk verbonden Mar Thoma Syrische kerk van Malabar, en de Onafhankelijke Malabaarse Syrische kerk van Thozhiyoor, een Syrischorthodoxe kerk, die nauwe relaties heeft met de Anglicaanse Kerk.
Omdat de metropolieten zelden de volkstaal beheersten, werd de feitelijke jurisdictie in handen gegeven van een Indiase priester met de titel 'Aartsdiaken van heel India'. Hij was in de praktijk de wereldlijke en kerkelijke leider van de gehele christelijke gemeenschap, tot de komst van de Europese ontdekkingsreizigers. De Oost-Syrische ritus heeft een zelfstandige ontwikkeling doorgemaakt vanuit de Syrische liturgie van Edessa. De diensten worden vooral in het Syrisch gehouden. In India is, door de vele afsplitsingen, nog slechts een kleine groep lid van deze Assyrische kerk: 15.000 gelovigen. Wereld-
De Assyrische Kerk De Indiase christelijke gemeenschap was, vanaf haar ontstaan, volledig geïntegreerd in de Indiase samenleving. Christenen hadden zelfs een eigen kaste. Zij leefden in volledige gemeenschap met de Oost-Syrische (= Assyrische) kerk in het MiddenOosten, die in de eerste eeuwen met regelmaat bisschoppen stuurde om diakens en priesters te wijden. In de 8e eeuw kreeg India zijn eigen metropoliet, die binnen de Oost-Syrische hiërarchie de tiende plaats bekleedde. POKROF 2
Interieur Syromalabaarse kerk.
wijd telt deze kerk 400.000 leden, deels in het MiddenOosten, maar voor het merendeel in de Verenigde Staten en Canada.
Portugese bemoeienissen Zoals gezegd leefde de Indiase christelijke gemeenschap voor de komst van de Portugezen in volledige gemeenschap met de Assyrische Kerk. Zij ontving de
Portugezen als medechristenen en gaf hen, als vertegenwoordigers van de patriarch van Rome, een bevoorrechte positie. De Portugezen betwijfelden de legitimiteit van de lokale Malabaarse tradities en voerden een stringent beleid van latinisatie. Tijdens de Synode van Diampar in 1599, onder voorzitterschap van de Portugese bisschop van Goa, werd een groot aantal verstrekkende maatregelen aangenomen. Zo werden er veranderingen aangebracht in de liturgie van de eucharistie, werd het celibaat voor de priesters verplicht gesteld, een Inquisitie ingericht, Latijnse liturgische kleding ingevoerd en werden Portugese bisschoppen benoemd.
Dit leidde tot een storm van protest, culminerend in de bijeenkomst van Coonan Cross in Mattancherry, op 16 januari 1653, waar erkenning van het Latijnse gezag werd afgezworen. Ondanks het feit dat tegenwoordig binnen alle Indiase geloofsgemeenschappen steeds benadrukt wordt dat de Eed van Coonan Cross meer gericht was tegen de invloeden en bemoeie-
nissen van de Portugese kolonisator dan tegen de positie of het gezag van de patriarch van Rome, werden vanaf 1653 nieuwe kerkgemeenschappen gevormd. Los van Rome, maar lang niet altijd los van externe invloeden.
De Syrisch-orthodoxe Kerk De besluiten van het Concilie van Chalcedon (451) over de leer van de twee naturen (goddelijke en menselijke) in Christus, werden niet door alle geloofsgemeenschappen aangenomen, hetgeen veel verdeeldheid tot gevolg had. Het is de 6e-eeuwse bisschop Jacob Bardeono die het verzet tegen Chalcedon organiseert, bisschoppen en priesters wijdt en aldus de Syrisch-orthodoxe Kerk vormt. Pas na de komst van de moslim Arabieren in de 7e eeuw krijgt de Syrisch-orthodoxe Kerk de kans haar vleugels uit te slaan. Aan het einde van de 13e eeuw bestaat de kerk uit 20 aartsbisdommen en ruim 100 bisdommen, van het Midden-Oosten tot Afghanistan. Vanaf het einde van de 14e eeuw begint een lange periode van terugval. In India leidden de eerder geschetste Portugese bemoeienissen met het kerkelijke leven tot de Eed van Coonan Cross in 1653, waar erkenning van het Latijnse gezag werd afgezworen. Nu moesten er nieuwe verbanden gezocht worden waarbinnen de afgescheiden kerk een plaats zou vinden. Het hernemen van de contacten met de Assyrische Kerk in het Midden-Oosten was op dat moment geen reële keuze. In 1665 stemde de patriarch van de Syrisch-orthodoxe Kerk in met het Indiase verzoek een bisPOKROF 3
schop te sturen naar de herderloze Thomaschristenen. Dit echter op voorwaarde dat zij de Syrisch-orthodoxe christologie zouden accepteren en de WestSyrische ritus zouden volgen. Aldus ontstond een autonome Indiase kerk binnen het Syrischorthodoxe patriarchaat.
De Malankaarse Orthodoxe Syrische Kerk In 1912 trad er binnen de Indiase Syrisch-orthodoxe Kerk een scheiding op toen een aanzienlijke groep zichzelf autokefaal ('eigen hoofd') verklaarde en daarmee afstand nam van de Syrisch-orthodoxe patriarch. Aan het hoofd van deze Malankaarse Orthodoxe Syrische Kerk plaatste zich een katholikos. De meest verregaande pogingen tot verzoening werden uitgevochten voor het Indiase Hooggerechtshof, maar tot een echt herstel van eenheid kwam het niet. De oriëntaalse orthodoxe kerken in India tellen samen ruim 2 miljoen gelovigen, waarvan de ene helft behoort tot de autokefale kerk en de andere helft zich als autonome kerk onder het gezag van de Syrisch-orthodoxe patriarch schaart.
De Syromalabaarse katholieke Kerk Paus Alexander VII reageerde op de Eed van Coonan Cross in 1653 door een grote groep karmelieten naar Malabar te sturen. De karmelieten gingen zeer voortvarend te werk, want in 1662 bleek de meerderheid van de afgescheidenen weer teruggekeerd in de Kerk van Rome. Tot 1896 maakten de Europese karmelieten de dienst uit. In dat
Oosters katholiek kapelletje in Kerala.
jaar worden drie apostolische vicariaten opgericht, onder leiding van Syromalabaarse bisschoppen. In 1923 komt een volledig zelfstandige hiërarchie tot stand. Sinds die tijd heeft deze Syromalabaarse Kerk een stormachtige groei doorgemaakt; van 200.000 gelovigen in 1896 naar ruim 4 miljoen in 2000. De kerk kent 5 seminaries en 16 congregaties voor religieuzen met in totaal iets meer dan 30.000 leden. Binnen de Syromalabaarse Kerk deed en doet zich een opmerkelijk fenomeen voor. Zoals eerder vermeld, was het met name de gedwongen latinisatie die voor veel verdeeldheid zorgde binnen de Indiase kerk. De vervreemding van de eigen tradities werd als onacceptabel ervaren. Ook in Rome werd het bewustzijn sterker dat latinisatie tekort had gedaan aan de eigenheid van de Malabaarse kerk. Vanaf 1934 werd daarom onder Paus Pius XI een begin gemaakt met de hervorming van de liturgie van de Syromalabaarse Kerk, met de bedoeling de latinisatie ongedaan te maken. Hierbij werd vooral teruggegrepen op de Oost-Syrische liturgie. De hervormingen werden in 1962 pauselijk goedgekeurd en in 1985 opnieuw bevestigd door de Congregatie voor de Oosterse kerken. Vreemd genoeg is er binnen de Syromalabaarse Kerk zelf
een grote weerstand tegen de hervormde liturgie. Het merendeel van de Syromalankaarse diocesen viert een liturgie die qua uiterlijkheid nauwelijks onderscheiden is van de Latijnse liturgie. De Portugezen en later de karmelieten hebben hun werk grondig gedaan: de latinisatie heeft het bewustzijn van de eigen traditie met wortel en tak uitgeroeid. De verstandhouding tussen de Latijnen en de Malabaren is echter niet gemakkelijk. Vooral met betrekking tot de vestiging buiten Kerala van bisdommen onder Syromalabaarse jurisdictie bestaan veel problemen. Pas in 1977 werd het eerste Syromalabaarse bisdom buiten Kerala opgericht. Dat paus Johannes Paulus II de Syromalabaarse Kerk in 1992 de Groot-Aartsbisschoppelijke status verleende, betekende een belangrijke stap in het emancipatieproces van deze kerk.
De Syromalankaarse katholieke Kerk Gedurende de 18e en 19e eeuw werden er verschillende pogingen ondernomen om de roomskatholieke en de Malankaarse orthodoxe Syrische kerken te verzoenen. Zonder enig succes. In 1926 opende de Malankaarse orthodoxe bisschop Mar Ivanios, handelend namens een groep van vijf bisschoppen, officiële onderhandelingen met Rome. Van de kant van de Indiase bisschoppen werd nadruk gelegd op het recht de eigen liturgie te mogen behouden en de instandhouding van hun bisdommen. Rome stemde hiermee in, op voorwaarde dat de geloofsbelijdenis zou worden afgelegd en de geldigheid POKROF 4
van doop en bisschopswijding per geval zou worden aangetoond. Uiteindelijk maakten maar twee van de vijf bisschoppen de overstap, samen met één priester, één diaken en één leek. Op 20 september 1930 werden zij opgenomen in de katholieke kerk en kwam de Syromalankaarse katholieke Kerk in het leven. Een aantal jaren later traden nog twee bisschoppen toe tot de nieuwe kerk. Vervolgens zette een verbazingwekkende stijgende lijn in. In 1950 telde de kerk al 66.000 gelovigen, in 1970 183.000 en in 2000 bijna 500.000. In een volgende Pokrof komen we terug op deze Syromalankaarse katholieke Kerk. Pieter Kohnen, tekst en foto's Pieter Kohnen, redactielid van Pokrof, was voor het Instituut voor Oosters Christendom in Nijmegen een maand in de Indiase deelstaat Kerala.
India en Kerala De Indiase bevolking overtreft het aantal van één miljard. Van hen hangt ca. 83% hindoeïstische godsdiensten aan, 11% is moslim (soennitisch), 2,4% christen (van wie iets meer dan de helft rooms-katholiek), 1,9% Sikh, en 0,7% noemt zich boeddhist (volkstelling 1991). De bakermat van de Thomaschristenen ligt in Zuid-west-India aan de Malabarkust, in de huidige deelstaat Kerala. Kerala heeft 31 miljoen inwoners. De overheersende talen zijn Malayalam, Tamil en Kanarees. De academische taal is Engels. De hoofdstad van Kerala is Trivandrum (500.000 inwoners). Trivandrum is de zetel van de aartsbisschop van de Syromalankaarse katholieke Kerk en van een Latijnskatholieke bisschop.
Christus verschijnt bij het meer van Tiberias (Joh. 21:1-14). (Icoonafbeelding 10x7 cm)
DE BIJBEL EN ICONEN
Hou het niet voor uzelf!
STUDIEDAG DONDERDAG 25 APRIL 2002
De bijbel loopt als een stroom door de iconografische wereld van het oosterse christendom. Soms is het een onderstroom die we moeten ontdekken, soms is de stroom duidelijk. Altijd boeit hij. Met name op iconen (voor het christelijke oosten alle gewijde afbeeldingen: op houten panelen, maar ook op fresco's) zien we bijbelse inspiratie. De belangrijke band van de bijbel en iconen wordt weinig voor het voetlicht gebracht. Daarom zal op 25 april 2002 dr. Teun Jacobs, specialist op het gebied van de theologie én de techniek van iconen, nader ingaan op het onderwerp. Aan de hand van dia's laat hij zien hoe iconen met de bijbel omgaan en hoe ze taferelen van het Oude en het Nieuwe Testament uitbeelden. Speels en diepzinnig tegelijk zal dr. Jacobs verduidelijken hoe de stijl van iconen een weerslag is van de omgang met de bijbel van oosterse tradities.
Pokrof is nu geheel vernieuwd. Wij hopen dat zoveel mogelijk mensen daar plezier van zullen hebben. Niet iedereen kent misschien iemand die ook geïnteresseerd is in oosterse christenen en het oosters christendom, maar voor iedereen die zo iemand wel kent: vraag eens of hij of zij geïnteresseerd is in een abonnement op het blad, of een proefnummer wil ontvangen. Iedereen die een nieuwe abonnee aanmeldt, of voor iemand een proefnummer aanvraagt, krijgt naar keuze een pakketje met afbeeldingen van iconen thuis gestuurd (10x7 cm), of een setje kaarten (10,5x14,5 cm). Abonnementen kosten in dit nieuwe jaar slechts € 14,00. Voor dat bedrag sturen wij Pokrof vijf keer toe.
H Ik ken iemand die geïnteresseerd is. Onderstaande persoon wil graag een abonnement op de nieuwe Pokrof.
H Ik ken iemand die nieuwsgierig is. Onderstaande persoon wil graag een proefnummer van de nieuwe Pokrof.
De studiedag vindt plaats in: Klooster Mariënburg, St. Janssingel 92, 's-Hertogenbosch. Tijd: 10:00 uur - 16:30 uur. Kosten: € 15,- (inclusief lunch). Gelieve voor 1 april aan te melden bij de Katholieke Vereniging voor Oecumene, telefonisch (073 6136471), of e-mail:
[email protected]. U dient tegelijkertijd de kosten over te maken op het postbanknummer 801919 van de Katholieke Vereniging voor Oecumene, Walpoort 10, 5211 DK 's-Hertogenbosch, onder vermelding van 'bijbel en iconen'.
Naam: Adres: Postcode en plaats:
H Ik ontvang graag het pakketje met 45 icoonafbeeldingen. H Ik ontvang graag de kaarten. Naam: Adres: Postcode en plaats: POKROF 5
NIEUWE VOORGANGERS BYZANTIJNSE LITURGIE Het jaar 2001 was voor het voorgaan in de Byzantijnse katholieke liturgievieringen een goed jaar. Voor de Byzantijnse Gemeenschappen werd Harry Sterenberg priester gewijd, voor de Nijmeegse, Tilburgse en Utrechtse Byzantijnse Koren kwamen er vijf priesters, die naast hun andere activiteiten voor zullen gaan in de Byzantijnse liturgie. Daarmee zal voor de komende jaren het voorgaan in deze vieringen gewaarborgd zijn. De komende drie afleveringen zal Pokrof telkens twee priesters kort aan u presenteren.
Geloof met hart en nieren Harry Sterenberg 'Na een periode, waarin de kerk door mij als een gepasseerd station werd beleefd, besloot ik op zekere dag opnieuw belijdend christen te worden. Na vele omzwervingen vond ik in de Slavisch-Byzantijnse ritus binnen de Rooms-katholieke Kerk de nieuwe vorm waarin ik mijn geloof in God met hart en nieren gestalte kon gaan geven. Zingend in het koor van de Maastrichtse Gemeenschap maakte ik kennis met het Oosters Werk van de Kapucijnen, tegenwoordig de Landelijke Kerkelijke Instelling Pokrof genaamd. Ik probeerde godsdienstig volwassen te worden: God vanuit mijn hoofd in mijn hart te sluiten. Een nogal wereldvreemde bezigheid, aldus mijn familie en vrienden, in deze zwaar geseculariseerde samenleving. Zo was mijn moeders adagium tijdens de vele jaren van zoeken: "As onze'ne Haarie priester wurdt, dan vret ik unne biezumsteel". In Maastricht kon ik een daad stellen: uit handen van Wladika Philippe Bär o.s.b. ontving ik in 1992 de kluizenaarszegening. Ik ontdekte dat er ook in de Byzantijnse kring een priestertekort heerst. Toen heb ik het plan opgevat mijn diensten aan te biePOKROF 6
den aan de Pokrof Gemeenschappen en toegezegd priester te worden, zodat ik het werk van Vader Gabriël en Vader Antonie, de twee nog levende en werkende Kapucijnen binnen de Slavisch-Byzantijnse ritus, zou kunnen verlichten. Ik vind het belangrijk dat er binnen het Nederlands Episcopaat de mogelijkheid blijft om SlavischByzantijns te kerken. En daar zijn priesters voor nodig. Ik studeerde vier jaar aan het opleidingsinstituut voor late roepingen Bovendonk in Hoeven bij Breda en leerde Kerkslavisch via de A.A. Brediusstichting in Hernen. Momenteel studeer ik in Brussel aan het Orthodoxe Vormingscentrum van de H. Johannes de Theoloog. Maar het meest heb ik geleerd van een twee jaar durende stage bij Vader Gabriël, die mij liturgie en theologie doceerde, en Vader Antonie, die mij inwijdde in de oosterse spiritualiteit. De Slavisch-Byzantijnse ritus, als geheel van godsdienstige gebruiken, geeft mij de mogelijkheid om me te bevrijden van mijn eenzijdige rationele relatie met God. De Kerk, het Lichaam van Christus 'openbaarde' me dat de Hemel ook op de aarde al voorgeproefd mag worden, waardoor de Hemel niet langer een abstractie hoefde te blijven. Dit soort ervaringen bevorderden mijn liefde voor de SlavischByzantijnse Gemeenschappen en hun leden. Steeds vaker komt het voor dat de behuizing van een plaatselijke Gemeenschap niet meer voldoet aan gestelde eisen. Soms keurt de brandweer gebruik af, soms is een trap te steil, waardoor oude,
trouwe gelovende mensen de kerk niet meer kunnen bereiken, soms wordt de huur opgezegd omdat een pand wordt verkocht. Daarnaast worden de leden van de Gemeenschappen ouder en wordt hetzelfde werk gedaan door steeds minder mensen. Geldelijke middelen moeten worden opgebracht door steeds kleinere aantallen mensen en het is een zeer beperkt aantal priesters dat negen Gemeenschappen bedient. Toch zie ik de toekomst met veel vertrouwen tegemoet, omdat het in alle Gemeenschappen in eerste instantie gaat om een levende geloofsgemeenschap en op de tweede plaats pas om kerk zijn in de betekenis van een gebouw.' Harry Sterenberg (1948) werkt als spraakleraar met alleenstaande minderjarige asielzoekers. In november 2001 werd hij tot priester gewijd voor de Byzantijnse ritus in het bisdom Breda.
Een biddende liturgie Paul Brennninkmeijer 'Toen ik 25 jaar priester was kreeg ik van mijn parochie een cursusweek icoonschilderen aangeboden. Iconen hebben mij altijd gefascineerd. Bij die cursus, in mei 1990, ontdekte ik dat ik er een nieuwe roeping bij kreeg. Heel geordend ben ik daarna thuis aan de slag gegaan
en ik heb steeds een dag in de week geprobeerd vrij te maken voor het schilderen. Geleidelijk raakte ik gefascineerd door de liturgie. Aanvankelijk durfde ik een icoon niet echt te kussen en wist ik niet goed hoe ik een kruisteken moest maken, maar gaandeweg werd het me steeds meer vertrouwd. Vanaf 1996 heb ik in de Johannes van Damascuskapel als concelebrant met Johan Meijer en Gilles Doene mee gecelebreerd en mij de moeilijke kunst van het voorgaan in de Byzantijnse traditie steeds meer eigen gemaakt. Maar ook de Byzantijnse theologie en spiritualiteit boeiden mij steeds meer. In de jaren 19992001 volgde ik bij de Katholieke Vereniging voor Oecumene een cursus over de Byzantijnse theologie en spiritualiteit, de geschiedenis en het kerkrecht van het orthodox christendom en de concrete liturgische praktijk. Daarnaast oefende ik het voorgaan op elke vrije zondag. Op mijn leeftijd is het leren van het Slavisch moeilijk. Ik weet ongeveer wat er wordt gezongen, maar ik kan het niet zelf zingen. Als voorganger bid en zing ik dus in het Nederlands. Ik hoop dat de koren dat kunnen accepteren. Ooit is ook het Slavisch begonnen als de volkstaal van de mensen die op de Balkan werden gemissioneerd. In de liturgie gaat het er om dat mensen ook in hun eigen taal kunnen meebidden. De rol van de priester is het voorgaan in gebed. Dat kan goed in de landstaal. De Byzantijnse liturgievieringen voeden mijn spiritualiteit, omdat het een biddende liturgie is, waar de eer aan God centraal staat en POKROF 7
ook de iconen een plaats hebben. In de iconen beleef je de aanwezigheid van het Heilige. Ik kan de gewone westerse liturgie meer biddend beleven. De deelname aan de Byzantijnse traditie heeft mijn functioneren als katholiek priester verdiept en meer betekenis gegeven. De kennismaking met en de beleving van de Byzantijnse traditie kan ons, westerse katholieken, helpen om ons geloof met hart en ziel en niet alleen rationeel te beleven. Ik heb daarover geschreven in het kleine boekje 'Symbool en werkelijkheid' dat door de vereniging voor oecumene is uitgegeven. Natuurlijk zijn we moderne westerse mensen. Kritisch en vaak met twijfel in het geloof behept. Toch helpt de Byzantijnse traditie je om je over te geven aan het Geheim dat ons verstand te boven gaat en dat toch, heel warm en met grote schoonheid ons in liturgie en iconen tegemoet komt. Volgens Kardinaal Daneels is het niet zozeer de geloofsleer of de oproep tot ethisch juist handelen die hedendaagse mensen tot God of kerk aantrekt, maar de schoonheid. Zeker ook de schoonheid, meen ik, zoals die in iconen en in de Byzantijnse liturgie te ervaren is. Deze tilt een mens boven de vaak zo chaotische ervaring van ons hedendaagse bestaan uit. Natuurlijk mag het geloof in de kerk niet los staan van het dagelijkse leven. Maar je vindt in de Byzantijnse traditie wel een bron en stimulans voor de beleving van je geloof.' Paul Brenninkmeijer (1940) is katholiek pastor in IJsselstein. Sinds september 2001 kan hij voorgaan in de Byzantijnse liturgie.
PAUS: "DAT ZAL IK GOED MAKEN" "Dat zal ik goed maken," waren de woorden van paus Johannes Paulus tot de Oekraïens-katholieke bisschoppen, toen zij in december 2000 in Rome het jubileumjaar afsloten. Toen pas had hij goed begrepen wat er gebeurd was op 7 mei 2000 bij het Colosseum te Rome, tijdens die grote oecumenische viering ter ere 'van alle geloofsgetuigen van de twintigste eeuw'. Die viering bleek een grote lacune te hebben bevat: de Oekraïens-katholieke Kerk was niet genoemd. De Oekraïens-katholieke bisschoppen mochten de viering alleen uit de verte meemaken. Het patriarchaat van Moskou had gedreigd niet te participeren als de 'Oekraïense uniaten' zouden zijn uitgenodigd. Om de 'oecumene' te redden was hieraan toegegeven. Zelfs de voorzitter van de Vaticaanse Commissie voor de Martelaren, de Oekraïens-katholieke bisschop Michael Hrynchyshyn, mocht niet op het podium plaats nemen. De herdenking van de slachtoffers van het communisme werd gedaan door twee bisschoppen van het patriarchaat van Moskou, Longin en Jonafan. Pijn en verdriet waren het gevolg. Een van de bisschoppen, Michaïl Zabryha - die zelf meer dan acht jaar gevangen had gezeten en nog in het geheim bisschop was gewijd - ging verslagen terug naar huis. Hij kon de audiëntie bij de paus niet aan. "Dat zal ik goed maken," zei de paus. Kort daarna, in het begin van het nieuwe jaar 2001, hoorden de bisschoppen wat deze correctie betekende. Allereerst werd de jurisdictie van de Oekraïense Grieks-katholieke Kerk in plaats van alleen over West-Oekraïne
uitgebreid over heel de Oekraïne. Hiermee werd erkend dat de vele Grieks-katholieken die in de overige gebieden van Oekraïne wonen - vaak daarheen verbannen door de communistische leiders hun eigen pastorale zorg nodig hebben. Het protest van zogenaamd proselitisme vanuit het patriarchaat van Moskou werd hiermee genegeerd. Vervolgens beloofde de paus bij zijn bezoek in juni 2001 een groep martelaren uit de vervolgde Oekraïense kerk zalig te verklaren.
Staatshoofd Sinds Oekraïne in 1991 een onafhankelijke en vrije staat was geworden, had de paus al meerdere malen zijn verlangen geuit dit Slavisch land te bezoeken, een land dat hem ook daarom dierbaar was, omdat zijn moeder een Oekraïense is. De uitnodiging door de president van Oekraïne, Leonid Kucma, werd dan ook met vreugde aanvaard. Bovendien kon op deze manier de weerstand overwonnen worden vanuit het patriarchaat van Moskou. De paus bezocht het land als gast van de president, als staatshoofd van het Vaticaan. Bij POKROF 8
Paus Johannes Paulus II ontmoet de Oekraïense president Kucma.
zijn aankomst op het vliegveld van Kiev, Borispil, op 23 juni 2001, begroette de Oekraïense president de paus dan ook met deze woorden: "Uw heiligheid, geëerde gasten, dames en heren! In de naam van het Oekraïense volk en ook namens mijzelf heet ik het Hoofd van de Vaticaanse Staat, zijne heiligheid, de paus van Rome, Johannes Paulus II van harte welkom bij zijn aankomst op Oekraïense grond".
Oekraïne, deel van Europa In de pers, ook in Nederland, is nogal eens aandacht gevraagd voor de protesten tegen dit pausbezoek. Tenslotte deden de foto's van boze zusters en monniken, zwaaiend met iconen en posters, het goed in de kranten. Toch moet men voorzichtig zijn daar al te veel conclusies uit te trekken. Uit de verschillende enquêtes die werden gehouden, blijkt dat de meerderheid, zo'n 53%, het bezoek 'prima' vond, terwijl slechts 7% uitdrukkelijk tegen was; een half procent was bereid daarvoor de straat op te gaan, en dus voor de fotogenieke plaatjes te zorgen. Maar wanneer er gevraagd werd hoeveel mensen
Mensenmassa bij liturgie in Lviv.
er naar de diensten zouden gaan, dan blijkt dat maar 5% te zijn. Zo'n 31% werd van het bezoek niet koud of warm wanneer naar de religieuze betekenis ervan gevraagd werd. Wel werd het bezoek gezien in zijn politieke context: een symbool van het behoren tot Europa. In het bezoek van de paus werd de eigen identiteit van Oekraïne als een vrije staat onderstreept en gevierd. De feiten laten dit zien. President Kucma was steeds aanwezig bij de grote momenten van het bezoek, ook tijdens de plechtige vieringen. Onwillekeurig zat hierin een hint naar Moskou dat nog sterk moet wennen aan het verlies van invloed na het uiteenvallen van de Sowjet Unie.
Hoopvolle groei afgeremd Een van de pijnlijke kanten van het bezoek van de paus is geweest dat het hem niet gelukt is, tenminste niet openlijk, de relatie met het patriarchaat van Moskou te herstellen. Hier komen verschillende manieren van denken bij elkaar die eigenlijk uit verschillende tijdsgewrichten stammen, die nog niet
gesynchroniseerd zijn. Dank zij de oecumenische beweging in de vorige eeuw groeiden er in de rest van de wereld langzamerhand contacten tussen de kerken. Tegenstellingen brokkelden af. Er groeide een sfeer van openheid, van respect en wederzijdse verrijking. Ook de orthodoxe kerken ondergingen deze veranderingen. Door het Vaticaans Concilie werd dit alles nog eens theologisch onderbouwd. Zo was ook in Rome het bewustzijn doorgedrongen dat de orthodoxe kerk en de katholieke kerk zozeer zusterkerken zijn dat de verschillen die er nog zijn, overwonnen kunnen worden, gevolgen namelijk van pijnlijke incidenten uit een ver verleden. Zo'n verre datum als 1054 moest dan ook uit de geschiedenis geschrapt worden, meende men hoopvol. Men werd zich bewust van de uitingen van superioriteitsgevoel door vertegenwoordigers van de kerk van Rome. Men zag ook hoe in het verleden misbruik was gemaakt van de zwakke positie van de orthodoxie. Bovendien had een scheefgegroeide ecclePOKROF 9
siologie in de controverse met de Reformatie gewoon vergeten dat de Kerk groter is dan die van Rome. Vanuit die groeiende verbondenheid waren vriendschappen ontstaan, waren gezamenlijke projecten ondernomen en leefde men toe naar een zonnige toekomst. Dan vallen plotseling de muren weg. Oost-Europa komt vrij van de dwang en onderdrukking van zovele jaren. En dan blijken er miljoenen mensen te zijn die deze ontwikkeling, deze groei, deze openheid niet hebben meegemaakt. Zij leven nog steeds in de tijd van tegenstellingen en scheiding en hebben daar zwaar onder geleden. Bovendien blijkt dat vele vertegenwoordigers van die orthodoxe kerken een dubbele rol hebben gespeeld. Hun oecumenische houding was niet altijd door theologische argumenten alleen bepaald geweest. Soms hadden zij mee moeten lopen in de lijn van de communistische partij. Dat was vaak de enige weg om verdere schade aan het bestaan van hun kerk te voorkomen. Dan blijkt het verleden niet zo ver weg; dan blijkt de toekomst niet zo zonnig.
Groot-aartsbisschop Husar van de Oekraïense Grieks-katholieke Kerk zegent gelovigen tijdens Byzantijnse liturgie.
Katholiek en orthodox In 1946 was de Grieks-katholieke Kerk - die met Rome verbonden is - verboden. Alle bisschoppen en vele priesters werden gearresteerd. Zij werden naar Siberië gestuurd, verbannen, en soms wreed gemarteld en vermoord. De kerkgebouwen werden aan de orthodoxen van het patriarchaat van Moskou gegeven. Maar velen bleven trouw aan hun toewijding aan de kerk van Rome en gingen 'ondergronds'. Anderen deden net alsof en werden uiterlijk 'orthodox'. De groei van de oecumene die het westen zo verrijkte, ging aan hen voorbij. En dan komt 1989: Gorbatsjov. De Grieks-katholieken komen uit de catacomben te voorschijn. En eisen hun kerken terug. Terecht toch? Voor het patriarchaat van Moskou was dat een kans geweest te laten zien dat de oecumene, dat hun aanwezigheid zo vaak in Rome, hun contacten met het Secretariaat voor de Eenheid, niet alleen politiek waren geweest. Zij hadden de kans gehad mee te groeien in oecumenische openheid. Een medewerker van het Secretariaat voor de Eenheid zei me daarom
eens: "We zijn bedrogen..." Natuurlijk doet het pijn het onrecht van 1946 te erkennen. Het doet pijn te zien dat zovele priesters die opgeleid waren in Moskou of (toenmalig) Leningrad in hun hart 'Grieks-katholiek' waren gebleven. En men wist dat. Tijdens een bezoek dat ik in 1978 bracht aan de Theologische Academie in Leningrad vroeg de toenmalige rector Kyrill Gundjajev (nu metropoliet van Smolensk) een jonge seminarist mij rond te leiden. "Hij is Grieks-katholiek," zei Kyrill. Nu is deze seminarist de Griekskatholieke deken in Drohobych. Het doet pijn het 'verlies' te moeten accepteren van zovele kerkgebouwen. Het doet pijn voor het patriarchaat van Moskou te moeten erkennen dat Oekraïne nu een zelfstandig land is, en dus een eigen (autocefale) kerk mag hebben. Vóór het bezoek aan Oekraïne ontving de paus een brief van de bisschoppen van Oekraïne die onder het patriarchaat van Moskou staan, onder leiding van Metropoliet Vladimir Sabodan. Daarin werd hem gevraagd niet naar Oekraïne te komen. Zelfs POKROF 10
werd gedreigd dat alle oecumenische contacten zouden worden afgebroken als de paus vertegenwoordigers van de orthodoxe kerken die niet met Moskou in gemeenschap zijn zou ontmoeten en de zou hand drukken. De paus antwoordde in een prachtige brief dat hij zijn katholieke gemeenschap wilde bezoeken. "Dat kan toch niemand mij verbieden?" Ook schreef hij dat hij zich bewust was van het feit dat hij een land bezocht waar de meerderheid behoorde "tot de hem zeer dierbare orthodoxe kerken". En hij hoopte dat hij toch hen de hand mocht toesteken. De Italiaanse krant die deze brief afdrukte, eindigde zijn commentaar met de opmerking: "Kan de patriarch van Moskou op zo'n geste weer een hatelijk antwoord laten volgen?" Natuurlijk drukte de paus in feite wel de hand van de vertegenwoordigers van het Oekraïense patriarchaat van Kiev en van de Autocefale Oekraïense Orthodoxe Kerk. Beide worden niet erkend door Moskou, maar vertegenwoordigen wel een groot gedeelte van de Oekraïense orthodoxe gelovigen. "Wij hopen dat uw bezoek aan de Oekraïne de groei van de katholiek-orthodoxe dialoog zal bevorderen, en niet een verdieping van de scheiding, zoals Moskou profeteert," zei patriarch Filaret van Kiev bij die gelegenheid.
Polen en Oekraïners Oekraïne, vooral het westen ervan, is eeuwenlang onder Poolse invloed geweest. Lviv, de grootste stad van West-Oekraïne was in het
begin van de vorige eeuw een overheersend Poolse stad. De relatie tussen Oekraïeners en Polen beiden katholiek maar van twee ritussen - is niet altijd goed geweest, soms uitdrukkelijk vijandig. Gelukkig is dat tegenwoordig veel verbeterd. Ongetwijfeld heeft de onderdrukking die beide delen van de katholieke gemeenschap in de tijd van het communisme hebben ondergaan hiertoe bijgedragen. Beide groepen waren gelukkig met het bezoek
Latijnse ritus met deelname van de Grieks-katholieke bisschoppen en omgekeerd waren de Latijnse bisschoppen aanwezig bij de grootse viering volgens de Byzantijnse ritus.
'Ik zal het goedmaken' Het bezoek van paus Johannes Paulus II maakte goed wat er op 7 mei 2000 was misgegaan. De Oekraïense geloofsgemeenschap voelde zich erkend, als Oekraïens en als kerk. In de zaligverklaring van
zichzelf, aan hun geloof en toewijding, zoals zij dat hadden geleerd en ontvangen. Die trouw werd onderstreept. Daarvoor hadden zij hun leven gegeven. Het is te hopen dat de Oekraïense kerk vanuit dat geloof in staat zal zijn te groeien naar openheid, dat ze de andere kerken zal leren zien als medechristenen, niet als concurrenten, en zeker niet als tegenstanders, ook al was dat eens zo. Een 'Bezoek van Zegen' heet een gedenkboek dat in Lviv werd uit-
Tijdens de Goddelijke Liturgie in de Byzantijnse ritus te Lviv vond de zaligverklaring plaats van Nikolai Charnetsky en Gezellen Martelaren.
van de paus. Voor de Latijnskatholieken, overwegend Pools, was het 'hun' paus die op bezoek kwam. Bovendien onderstreepten zij door hun aanwezigheid ongewild het Europese karakter van Oekraïne. Tijdens zijn bezoek vierde de paus eenmaal de eucharistie volgens de
een groot aantal martelaren zowel uit de Poolse als uit de Oekraïens-katholieke gemeenschap toonde paus Johannes Paulus zijn eerbied voor deze gelovigen, mannen en vrouwen, priesters en leken die zich niet hadden laten leiden door politieke druk, maar die trouw bleven aan POKROF 11
gegeven. Een ander boekje draagt de titel 'Een mens die de wereld verandert... '. Dit sloeg op de paus, maar het is aan Oekraïne en zijn kerken daarvan een programma te maken. Johan Meijer CSsR
Het Feest van de Ontmoeting Kathismazang
Icoon van de Ontmoeting des Heren (2 februari), Grieks (klooster Stavronikita, Athos).
Verbaas u over dit wonder, o engelenkoor, Zingt luide een lofzang, o sterf'lijke mensen, nu wij de onuitsprekelijke nederdaling van God tot de mensen aanschouwen. Hij die de krachten der hemelen doet sidderen, wordt nu in de zwakke handen van een grijsaard omarmd: de enig Menslievende.
Kondakion Door Uw geboorte hebt Gij de schoot der Maagd geheiligd en de armen van Simeon, zoals passend was, gezegend. Gij zijt gekomen en hebt ons gered, o Christus God. Schenk nu ook vrede aan elk land dat in oorlog verkeert en versterk hen die Gij liefhebt, o enig Menslievende.
Ikos Komt, spoeden wij ons naar de Moeder Gods en zien wij hoe zij haar zoon naar Simeon draagt. Ook de onlichamelijken zien toe vanuit de hemel en vol verbazing roepen zij: Een vreemd wonder, onvatbaar en onzegbaar, aanschouwen wij hier: Adams Schepper wordt als een zuigeling gedragen. In de armen van de priester wordt de Onomvatbare omvat. Hij die is in de onbegrensde schoot zijns Vaders, wordt nu uit vrije wil begrensd in zijn vlees, maar niet in zijn godheid, de enig Menslievende.
(De teksten zijn genomen uit de Metten van het Feest, maar maakten oorspronkelijk deel uit van een lange hymne (Kondakion voor de Ontmoeting) van de Byzantijnse diaken en dichter Romanos de Melode (6e eeuw). Vertaling: Hegoemen Serafim, St. Hubert.)
POKROF 12
DE ARMEENSKATHOLIEKE KERK Armeniërs zijn meestal orthodox (Armeens-apostolisch), maar er zijn ook Armeens-katholieken die zijn geünieerd met Rome. Ze delen een lange geschiedenis met de orthodoxen, maar hebben ook een eigen geschiedenis. Vanaf 1740 tot op heden is er een aparte Armeens-katholiek Kerk. Het is een kleine, actieve geloofsgemeenschap. De Armeense kerk voert haar oorsprong terug op de zendingsarbeid door de apostelen Thaddeüs en Bartholomeüs (1e eeuw) en noemt zich daarom Armeensapostolische Kerk. Het is historisch waarschijnlijk dat er vanaf de 2e eeuw christelijke gemeentes in Armenië waren. Toen Armenië rond 301 officieel een christelijk land werd, leefden wereldwijd de christelijke geloofsgemeenschappen in eenheid met elkaar, dus ook met de zetel van Rome. Toch was Rome vaak ver weg en speelde het geen bijzondere rol voor veel lokale kerken. Het christendom van de eerste eeuwen kende geen alom erkend apart gezag over heel de kerk door de bisschop van Rome. Toen St. Gregorius de Verlichter, een heilige ook van de katholieke kerk, rond 301 de grondslagen legde voor de organisatie van de Armeense kerk, ging hij naar Caesarea in Cappadocië om daar tot bisschop te worden gewijd. De Armeense kerk bevestigde haar bestuurlijke zelfstandigheid in relatie tot Caesarea, niet in relatie tot Rome. De eigen katholikos (algemene bisschop) van Armenië zetelde van 301-485 in Etshmiadzin, de oude hoofdstad van Armenië, en later op andere plaatsen.
De Armeense kerk kon in 451 vanwege oorlog met Perzië niet bij het concilie van Chalcedon zijn. Zij voelde zich daarom niet gebonden door het concilie. In de 6e eeuw wees de Armeense De koster, pastoor en burgemeester voor de kerk van Panik, een geheel Armeenskatholiek dorp bij Gyumri.
kerk de besluiten van Chalcedon zelfs af, waarmee ze de breuk bezegelde met de kerken die Chalcedon wél accepteerden: de kerk van Rome en de Byzantijnse kerk. Niet het pausschap, maar een onenigheid over de persoon van Jezus vormde de grond voor het schisma tussen de kerk van POKROF 13
Armenië en Rome. In de gebieden van Armenië die grensden aan de naburige chalcedonische Byzantijnse kerk, stonden Armeense christenen overigens vaak gunstig ten opzichte van Chalcedon.
Geschiedenis met Rome In de 11 e eeuw vielen de Seldjoeken, een Turks volk, Armenië binnen. Veel Armeniërs vluchtten naar Cilicië (zuidTurkije). Hier ontstond zelfs een Armeens koninkrijk. Ook de katholikos zetelde daar. De Kerk van Rome en de Byzantijnse Kerk leefden inmiddels in een schisma (1054). De Armeense kerk in Cilicië voerde gesprekken met de Byzantijnen om tot kerkelijke eenheid te komen (wat overigens mislukte). Er ontstonden ook goede relaties tussen Rome en de Armeense kerk, vooral in Cilicië. In Armenië overheerstte de tegenstand tegen toenadering tot Rome. In 1307 werden unies tussen Latijnen en Armeniërs gesloten, maar deze stootten op groot verzet, niet alleen in Armenië, maar ook in Cilicië. Naar Armeens-katholieke opvatting leefden verschillende katholikoi van Cilicië tussen 1100 en 1400 in gemeenschap met Rome. Het Armeense koninkrijk Cilicië werd in 1375 verwoest door de Mameluken, een moslim-dynastie die toen over belangrijke delen van het Midden-Oosten heerste. Er bleven wel Armeniërs wonen. Bij de dood van de katholikos in 1441 verplaatste men de zetel weer naar Etshmiadzin. Maar in Cilicië koos men niettemin een nieuwe opvolger op de zetel van Cilicië. Hierdoor ont-
band van de Armeens-katholieke Kerk haar bloei beleefde.
Armeens-katholieken in Armenië
Altaar met traditioneel de Maria-ikoon erop geplaatst. Kapel van Armeens-katholiek weeshuis te Gyumri.
stonden de parallelle katholikosaten van Cilicië en Etshmiadzin.
Een Armeens-katholieke Kerk De officiële datum sinds wanneer er sprake is van een aparte Armeens-katholieke Kerk, is 1740. De zetel van Cilicië was vacant. Drie Armeens-apostolische bisschoppen kozen toen samen met de Armeense geestelijken en gelovigen van Aleppo (Noord-west-Syrië) de katholiekgezinde Armeense aartsbisschop van deze stad tot katholikos. Paus Benedictus XIV bevestigde deze verkiezing in 1742. Omdat de overige Armeens-apostolischen van het Osmaanse Rijk deze keuze afwezen, week de nieuwe Armeens-katholieke katholikos van Cilicië uit naar het autonome Libanon. In Ghosta, ten noorden van Beiroet, leefde een groepje Armeense monniken, verenigd met Rome, in een klooster dat werd gesticht in 1722. De Armeens-katholieke katholikos streek daar neer. Sinds 1749 (met een onderbreking tussen 1866 en 1928) is zijn zetel in het bij Ghosta gelegen
Bzommar. De huidige katholikospatriarch is Zijne Zaligheid NersesBedros XIX. Er zijn thans een half miljoen Armeens-katholieken, zo'n 15 bisdommen en missies, iets meer dan 100 priesters, en 125 vrouwelijke religieuzen.
Zelfverstaan Voor de katholieke Armeniërs betekent de unie met Rome gemeenschap met de universele kerk. Het jaar 1740 wordt door de Armeens-katholieken zelf niet beschouwd als hun stichtingsjaar. In hun zelfverstaan bestonden ze al eerder, maar hadden ze geen eigen statuut. Armeenskatholieken grijpen terug op de Armeense christenen die positief stonden ten opzichte van Chalcedon en op de Cilicische unies met Rome. Het genoemde klooster van katholieke Armeniërs in Libanon wijst op het bestaan van Armeense christenen in gemeenschap met Rome vóór 1740. En in 1700 had Mekhitar van Sebaste (het huidige Sivas, oorspronkelijk gelegen in WestArmenië, nu een stad in OostTurkije) een kloosterorde gesticht, die uiteindelijk binnen het verPOKROF 14
Het zwaartepunt van de Armeens-katholieke Kerk heeft altijd buiten het eigenlijke Armenië gelegen: Cilicië, Libanon en Syrië. Na de genocide van de Armeniërs in 1915 vluchtten Armeens-katholieken ook naar het westen (Frankrijk, VS). De aanwezigheid van Armeenskatholieken in het huidige Armenië gaat terug op de eerste helft van de 19e eeuw. Armeense christenen, die uitdrukkelijk voor kerkelijke gemeenschap met Rome hadden gekozen en woonden in het Osmaanse Rijk, voelden zich daar onderdrukt door hun Armeens-apostolische volksgenoten. Ze vluchtten daarom naar dat deel van Armenië (en Georgië) dat onder het Russische tsarenrijk viel en ongeveer de huidige republiek Armenië omvatte. In Russisch Armenië was meer godsdienstvrijheid. In Armenië's communistische periode (1920 - 1991) werd het moeilijk voor katholieken. Vanaf de jaren '30 werden alle katholieke priesters er verbannen of vermoord. Vanaf die tijd tot 1991 waren er geen katholieke geestelijken in Armenië (en Georgië). Na de onafhankelijkheid van Armenië in 1991 werd de Armeens-katholieke Kerk weer actief in deze ooit 'verloren' gebieden. Men pakte na meer dan 70 jaar de katholieke pastoraal weer op. Paus Johannes Paulus II benoemde een Armeens-katholiek ordinarius (verantwoordelijke bisschop van een
diocees) voor Armenië, Georgië en oostelijk Europa in de persoon van mgr. Nerses TerNersessian, een pater Mekhitarist uit de diaspora. Zijn zetel is in Gyumri, de tweede stad van Armenië, die in 1988 door een zeer zware aardbeving werd getroffen.
Armeens-katholieke seminaristen in Gyumri met de verantwoordelijke priester.
Gyumri is het centrum van de Armeens-katholieke Kerk in Armenië. Er is een bescheiden klein-seminarie voor jongens die priester willen worden. Hoewel de Armeens-katholieke Kerk getrouwde priesters kent, moedigt men de studenten aan voor het celibaat te kiezen. Men vindt dat veel getrouwde priesters in de Armeens-apostolische Kerk te zeer bezig zijn met de broodwinning voor hun gezin in de vorm van ander werk dan pastoraat, bijvoorbeeld in de handel. In Armenië (Gyumri en omgeving, Yerevan) en Zuid-Georgië zijn enkele priesters uit de Armeense
diaspora actief. Het pastoraat is niet gemakkelijk. Het is moeilijk om plekken op te vullen. In en om Gyumri werken een paar Libanese Armeens-katholieke priesters van een patriarchale priestercongregatie. In Yerevan zijn een katholiek centrum, een Mekhitaristen-kloostertje en nog een half bezet gebouw van de Mekhitaristen. Eén priester verblijft permanent in de stad. In de zomermaanden zijn er tijdelijk wat meer Mekhitaristen, van wie één deels actief in het pastoraat. In Gyumri is ook een weeshuis voor meisjes (van allerlei gezindten), vaak ouderloos geworden doordat hun ouders in 1988 omkwamen bij de aardbeving. Jongens krijgen er dagonderwijs en -opvang, maar wonen bij grootouders of een oom. Het weeshuis wordt gerund door 4 à 5 zusters van de Armeens-katholieke zustercongregatie van de Onbevlekte Ontvangenis, in de 19e eeuw gesticht in Istanboel ten behoeve van het onderwijs aan Armeense meisjes. In Gyumri is ook Caritas Armenia gevestigd, de katholieke hulporganisatie.
Oecumene De Armeens-katholieke Kerk deelt in de goede relatie tussen de Armeens-apostolische Kerk en de Rooms-katholieke Kerk. Er is verlangen naar eenheid. In de Armeens-apostolische Kerk kijken sommigen met argusogen naar de katholieken. En zeker in de Armeens-katholieke Kerk leeft een kritische houding ten opzichte van de grote Armeens-apostolische Kerk. Men heeft vragen, terecht of ten onrechte, over hoe de Armeens-apostolische Kerk soms functioneert op sacramenPOKROF 15
teel, katechetisch, moreel en bestuurlijk gebied. Sommige Armeens-katholieken benadrukken de gunstige effecten in dezen van de band met Rome. Ook het verleden speelt een rol. De paus vroeg bij zijn bezoek aan Armenië (25-27 september 2001) vergeving voor de praktijken waarbij Armeens-apostolische christenen in het Polen van de 17e eeuw gedwongen werden katholiek te worden. In Armeenskatholieke kring leeft het gevoel dat de Armeens-apostolische Kerk een zelfde geste voor haar vervolging van de Armeense geünieerden in het Osmaanse Rijk in de 19e eeuw waarschijnlijk niet zal maken.
Genezing van de herinneringen Ook in Rome weet men van deze gevoelens en de paus sprak in Armenië niet voor niets over een 'genezing van de herinneringen'. Dit is een term die hij zei te ontlenen aan de Armeense middeleeuwse mysticus Nerses Shnorhali en die veel verwantschap vertoont met de bij de paus zo geliefde term 'zuivering van de herinneringen'. Wat historisch is gegroeid, vooral trauma's, wordt vaak collectief in geloofsgemeenschappen doorgegeven, ook als de mensen die het meemaakten al lang zijn overleden. De genezing van de herinnering is een langzaam proces, ook tussen Armeense orthodoxen en katholieken. De Armeens-katholieke Kerk is zelf zowel een deel van de wond als van de genezing. Leo van Leijsen, tekst en foto's Leo van Leijsen was in september in Armenië toen de paus het land bezocht.
Amsterdam: (BG) Zondag 10 maart 10 u: Goddelijke Liturgie; Donderdag 28 maart (Witte Donderdag) 19 u: Vespers en Basiliusliturgie; Vrijdag 29 maart (Goede Vrijdag), 15 u: Vespers en Graflegging; Zondag 31 maart (Pasen), 10 u: Paasliturgie. Amsterdam: (Utrechts Byzantijns Koor) Zondag 10 maart, 10 u: Goddelijke Liturgie in Onze Lieve Vrouwe-ziekenhuis, Eerste Oosterparkstraat 279. Anholt (D): (UBK) Zondag 3 maart, 10.45 u: Goddelijke Liturgie in St. Pankratius, Steinweg. Delft: (BG) Zondag 10 februari 10 u: Goddelijke Liturgie; Zondag 10 maart 10 u: Goddelijke Liturgie; Vrijdag 29 maart (Goede Vrijdag), 19 u: Vespers en Graflegging.
Katholieke Oosterse Liturgievieringen februari-maart 2002 Amsterdam (BG) Occohofje, Nieuwe Keizersgracht 94 Delft Oude Delft 18 's-Gravenhage Pokrof-Byzantijnse Gemeenschappen (BG), Raamweg 42, 2596 HN, secretariaat tel. 070-3000993 Eindhoven Eikenburg, Aalsterweg 289 Haarlem Janstraat 41 's-Hertogenbosch Catharinakerk, Kruisbroederhof 4 Maastricht Kesselskade 53 Nijmegen (BG) Dobbelmannweg 1a, tel. 024-3233503 Nijmegen (NBK) Jozefkerk, Stijn Buijsstraat, Nijmegen Rotterdam Hoflaan 113, eerste etage Tilburg Klooster MSC, Bredaseweg 204, tel. 013-4672994 Utrecht(BG) Herenstraat 6
De illustraties op de kaft: Vóór en achter: orthodoxe kerkjes, Griekenland.
Eindhoven: (BG) Zondag 3 februari, 11 u: Goddelijke Liturgie; Zondag 3 maart, 11 u: Goddelijke Liturgie; Maandag 1 april (Tweede Paasdag), 11u: Paasliturgie. 's-Gravenhage: (BG) Zaterdag 23 februari, 19.00 u: Vesper; Zondag 24 februari, 10 u: Goddelijke Liturgie; Zaterdag 23 maart, 19 u: Vesper; Zondag 24 maart (Palmzondag), 10 u: Goddelijke Liturgie en wijding van de wilgentakken; Woensdag 27 maart (H. Woensdag), 20 u: Liturgie van de Voorafgewijde Gaven; Donderdag 28 maart (Witte Donderdag) 10 u: Vespers en Basiliusliturgie; 19 u: Dienst van de Twaalf Evangeliën; Vrijdag (Goede Vrijdag) 14.30 u: Vespers en Graflegging; 19 u: Metten en Grafwake; Zaterdag 30 maart (Paaszaterdag), 8 u: Vespers en Basiliusliturgie; Zaterdag 30 maart (Paaszaterdag), 19 u: Paasnacht in Thomaskerk (voorheen Paaskerk), Harmelenstraat 108; Zondag 31 maart (Paaszondag), 12 u: Paasliturgie bij de Hongaren, St Liduinakerk, Koningion Sophiestraat 39 (bij Schenkkade). Haarlem: (BG) Zaterdag 9 februari, 19.30 u: Vesper en Goddelijke Liturgie. 's-Hertogenbosch: (Johannes van Damascusgemeenschap) Iedere zondag, 10.45 u: Goddelijke Liturgie. Bij afwezigheid van priester Metten i.p.v Goddelijke Liturgie. Zondag 3 februari, Zondag van het Afscheid van Vlees, 10.15 u: Goddelijke Liturgie. We vieren ook Ontmoeting des Heren; Zondag 10 februari, Zondag van het Afscheid van Zuivel/Vergevingszondag (vierde zondag van de Voorvasten), 10.15 u: Goddelijke Liturgie. Na de eucharistie volgt de Vergevingsdienst, het begin van de Veertigdagentijd; Zondag 17 februari, Eerste Zondag van de Veertigdagentijd/Zondag van de Orthodoxie, 10.15 u: Goddelijke Liturgie van Basilius. Voorafgaand aan de eucharistie icoonwijding; Woensdag 20 februari, 19 u: Goddelijke Liturgie van de Voorafgewijde Gaven; Zondag 24 februari, Tweede Zondag van de Veertigdagentijd, Gedachtenis van Gregorius Palamas, 10.15 u: Goddelijke Liturgie; Woensdag 27 februari, 19 u: Goddelijke Liturgie van de Voorafgewijde Gaven; Zondag 3 maart, Derde Zondag van de Veertigdagentijd, Zondag van het H. Kruis, 10.15 u: Goddelijke Liturgie van Basilius met kruisverering; Woensdag 6 maart, 19 u: Goddelijke Liturgie van de Voorafgewijde Gaven; Zondag 10 maart, Vierde Zondag van de Veertigdagentijd, Johannes Climacus, 10.15 u: Goddelijke Liturgie; Woensdag 13 maart, 19 u: Goddelijke Liturgie van de Voorafgewijde Gaven; Zondag 17 maart, Vijfde Zondag van de Veertigdagentijd, Maria van Egypte, 10.15 u: Goddelijke Liturgie van Basilius; Woensdag 20 maart, 19 u: Liturgie van de Voorafgewijde Gaven; Zondag 24 maart, Palmzondag en Voorfeest Maria Boodschap, 10.15 u: Palmwijding en Goddelijke
POKROF 16
Liturgie; Maandag 25 maart, Grote en H. Maandag, Maria Boodschap, 19 u: Vespers en Goddelijke Liturgie; Dinsdag 26 maart, Grote en H. Dinsdag, 19 u: Liturgie van de Voorafgewijde Gaven; Woensdag 27 maart, Grote en H. Woensdag 19 u: Liturgie van de Ziekenzalving; Donderdag 28 maart, Witte Donderdag, 17 u: Vespers en Goddelijke Liturgie; 19 u: Dienst van de Twaalf Evangeliën; Vrijdag 29 maart, Goede Vrijdag, 15 u: Vespers en Begrafenis; 19 u: Wake bij het Graf met Klaagzangen; Zaterdag 30 maart, Paaszaterdag, 10 u 's ochtends: Vespers en Goddelijke Liturgie; 23.30 u: Overbrenging van het Epitafion; 24 u Paasnacht; Zondag 31 maart, Eerste Paasdag: NB Overdag géén liturgieviering! Maandag 1 april, Maandag van Pasen (Tweede Paasdag), 10.15 u: Goddelijke Liturgie. Maastricht: (BG) Zondag 17 februari, 10.30 u: Goddelijke Liturgie; Zondag 17 maart, 10.30 u: Goddelijke Liturgie. Nijmegen: (BG) Zaterdag 2 februari, 19 u: Goddelijke Liturgie; Zaterdag 2 maart, 19 u: Goddelijke Liturgie; Zaterdag 30 maart, 20 u: Grote en H. Nacht van Pasen. Nijmegen:(Nijmeegs Byzantijns Koor) Zaterdag 9 februari, 19 u: Goddelijke Liturgie; Zaterdag 9 maart, 19 u: Goddelijke Liturgie; Zaterdag 30 maart, 23.30 u: Paaswake. Rotterdam: (BG) Zondag 3 februari, 10 u: Goddelijke Liturgie. NB Deze liturgie zal in de kapel van Delft plaatsvinden als de nieuwe locatie van Rotterdam nog niet bekend is; informatie: 070-3000993; Zaterdag 3 maart, 11 u: Goddelijke Liturgie. NB Lokatie onbekend; informatie, zie tel. hierboven. Tilburg: (Tilburgs Byzantijns Koor) Zondag 10 maart, 10.15 u: Goddelijke Liturgie met ikoonwijding; Vrijdag 29 maart, 19.30 u: Goede Vrijdag-viering; Zaterdag 30 maart, 19 u: Paaswake. Utrecht: (BG) Zondag 17 februari, 10.30 u: Goddelijke Liturgie; Zondag 17 maart, 10.30 u: Goddelijke Liturgie; Maandag 1 april (Tweede Paasdag), 10.30 u: Paasliturgie.
Colofon
Het tijdschrift Pokrof verschijnt vijfmaal per jaar en wordt uitgegeven door de Katholieke Vereniging voor Oecumene Athanasius en Willbrord te 's-Hertogenbosch Redactie: Dr. G. Münninghoff (hoofdredacteur), drs. L. van Leijsen (redactiesecretaris), dr. D. Bruinsma, drs. P. Kohnen, drs. D. van Roosendaal, drs. T. Sip. Administratie en redactiesecretariaat: Katholieke Vereniging voor Oecumene, Walpoort 10, 5211 DK 's-Hertogenbosch, tel. 073-6136471, e-mail:
[email protected]. internet: http://www.oecumene.nl. Opzeggingen dienen vóór 1 december in 's-Hertogenbosch te geschieden, anders wordt men verondersteld abonnee te blijven. De abonnementsprijs is € 14,-, giro 5679145 t.n.v. Tijdschrift Pokrof, 's-Hertogenbosch. Voor België: 001-3309231-55, Pokrof t.n.v. Jef Devisscher, Ieperstraat 24, 02300 Turnhout, tel. 014-413927. Lay-out en druk: Van Stiphout, Helmond.