Wilhelmina Ziekenhuis Assen
Vertrouwd en dichtbij
Informatie voor patiënten Chirurgie
Een kloofje in de anus
1
Een kloofje in de anus In deze brochure kunt u lezen hoe een kloofje in de anus ontstaat en welke behandelingsmogelijkheden er zijn.
Kloofje Kloofjes in de anus komen meestal voor op jonge en middelin de anus bare leeftijd, maar ook baby's, kleine kinderen en ouderen
kunnen er last van hebben. Iemand met een kloofje in de anus zal voor, tijdens en vlak na de stoelgang felle pijn voelen. Vaak zit er ook wat bloed bij de ontlasting. Een kloofje in de anus ontstaat waarschijnlijk als gevolg van te harde ontlasting. Als u hard moet persen tijdens de stoelgang, kan de huid van de anus inscheuren. Een deel van de sluitspier raakt hierdoor geïrriteerd en min of meer verkrampt. Dit leidt tot een slechtere bloedtoevoer. Een kloofje in de anus is vaak heel hardnekkig. Door de pijn die het kloofje veroorzaakt en de verkrampte toestand van de sluitspier houdt u uw ontlasting namelijk onbewust op, met als gevolg dat deze hard wordt. Bij de volgende stoelgang zal het kloofje door de harde ontlasting nog verder uitscheuren. Zo kunt u heel lang last houden van een kloofje. Wat kunt u Meestal zal een kloofje in de anus vanzelf genezen wanneer zelf doen? u een aantal eenvoudige maatregelen treft:
regelmatig toiletbezoek Het is verstandig om naar het toilet te gaan zodra u aandrang hebt. Stelt u de stoelgang uit, dan wordt de ontlasting eerder hard.
2
vezelrijke voeding en veel drinken Het is belangrijk dat u veel vezelrijke producten eet en veel drinkt (zo'n twee liter per dag). De ontlasting wordt dan zachter en komt regelmatiger. Groente en fruit bevatten veel vezels. Datzelfde geldt voor volkorenproducten, aardappelen, peulvruchten. Als het voor u moeilijk is om voldoende vezels uit uw gewone voeding te halen, kunt u speciale vezelrijke producten gebruiken zoals zemelen. laxeermiddelen Als uw ontlasting hard blijft, kan uw arts u tijdelijk laxeermiddelen voorschrijven (Movicolon). een warm bad Door regelmatig een warm bad te nemen zal de verhoogde spanning in de sluitspier afnemen. Medicatie Ondanks het feit dat u bepaalde leefregels in acht neemt,
kan het anuskloofje blijven bestaan. In dat geval kunt u het kloofje behandelen met een speciale zalf. Waarschijnlijk heeft de huisarts al een zalf aan u voorgeschreven. Zo niet, dan kan de chirurg dit voor u doen. Er zijn twee soorten zalf: Diltiazem-zalf en ISDN-zalf. Soms wordt een injectie met Botox gegeven om de spanning van de kringspier te verminderen. Operatie In een enkel geval is een operatie nodig om een einde
te maken aan uw klachten of om deze in ieder geval sterk te verminderen. De operatie, een zgn. LIS, heeft tot doel de verhoogde spanning in de sluitspier weg te nemen. Via een klein sneetje naast de anus wordt een deel van de sluitspier ingeknipt.
3
verdoving De operatie wordt uitgevoerd onder regionale anesthesie (verdoving van een deel van het lichaam) of algehele anesthesie (narcose). Meer informatie hierover vindt u in de brochure 'Anesthesie en postoperatieve pijnbestrijding bij volwassenen'. Meestal kunt u dezelfde dag alweer naar huis. Soms is het nodig dat u één nacht in het ziekenhuis blijft. Dit hangt af van het tijdstip van de operatie en van hoe u zich voelt. Na de operatie Na de operatie gelden de volgende adviezen:
Waarschijnlijk zult u na de operatie weinig of geen last hebben van pijn in en rond de anus. Als u toch pijn hebt, kunt u een eenvoudige pijnstiller nemen, zoals Paracetamol. Het is belangrijk dat u de eerste tijd na de operatie zachte ontlasting heeft. De chirurg zal u een recept geven voor medicijnen die de ontlasting zacht houden. Daarnaast is het verstandig om vezelrijke producten te eten en veel te drinken. De eerste tijd is het nodig om de anus en de huid daaromheen goed schoon te houden. In ieder geval na iedere stoelgang, maar eventueel ook tussendoor. Twee keer per dag met een koude of lauwe douche schoonspoelen is meestal voldoende.
4
Complicaties Als gevolg van de operatie kunnen zich verschillende com-
plicaties voordoen:
Net als bij iedere andere operatieve ingreep loopt u het risico dat u een nabloeding krijgt. Omdat het gebied rond de anus rijk is aan bloedvaatjes, is de kans op een nabloeding wat groter dan normaal. Zoals voor elke operatie geldt, kan de operatiewond ontstoken raken of kan er een bloedstolsel ontstaan (trombose). De kans hierop is echter klein. De eerste tijd na de operatie kunt u de controle over uw sluitspier enigszins kwijt zijn. Als u een windje wilt tegenhouden of u dreigt vocht te verliezen (anaal slijm of diarree) zult u extra moeite moeten doen om uw sluitspier aan te spannen. Meestal gaat dit na verloop van tijd vanzelf over. Soms (in 5% van de gevallen) zijn deze klachten echter blijvend en krijgt u de controle over uw sluitspier niet meer helemaal terug. Er bestaat een kleine kans dat er na enige tijd opnieuw een kloofje in de anus ontstaat.
Als u na de operatie klachten krijgt waarover u zich zorgen maakt, neemt u dan contact op met uw huisarts!
Controle Enige tijd na de operatie wordt u terugverwacht bij de chi-
rurg voor controle. Een afspraak hiervoor wordt gemaakt door de secretaresse van de verpleegafdeling.
Hebt u een opmerking of een klacht? Als u niet tevreden bent over de (medische) zorg die u in het ziekenhuis krijgt, verzoeken wij u om dat door te geven. U kunt dat doen aan degene die direct verantwoordelijk is of aan de ombudsfunctionaris van het ziekenhuis. Deze is bereikbaar via: e-mailadres:
[email protected] telefoonnummer: (0592) 32 56 24/32 55 55 (maandag t/m donderdag) postadres: WZA t.a.v. ombudsfunctionaris, postbus 30 001, 9400 RA Assen Meer informatie over de klachtenprocedure vindt u op www.wza.nl/patienten/een-klacht
© Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen.
Europaweg-Zuid 1 Postbus 30001 9400 RA Assen Telefoon (0592) 32 55 55 www.wza.nl
chiru15 0612
Wilhelmina Ziekenhuis Assen