VERLANGEN
WOORDEN VAN DIRK GOZEWIJN VAN BEEK
MUZIEK VAN MELCHERT SCHUURMAN Jr.
fT/ed zacht hoort men /'M o/e verte de lente klokken lu-ic/en.
■M
„
ZätemHiig, Maar verkiezing.
P
r
.cpidruefe« lA*ig
!_ Vnj»
m f-
'è
m m m
.dienen wön.dre 2aiia_ vawt Mieu.wedattocHko.weii MU wil. ^feeMóMeeu^kleed Idatót
AI zijn de dagen droef en lang. Mijn hart is blij en fluistert stil Een melodie, een wond'ren zang. Van 't nieuwe, dat toch komen wil.
Geen sneeuwkleed dekt de aarde zacht; De wind huilt als een eenzaam kind. Maar in de aarde werkt een kracht. Die 't nieuwe groeien doet en mint.
Een droom van bloemen, zon en kleur. Een teed're, zaclte, milde geur. Dat is het wat mijn hart verlangt I Een wereld, die mijn ziel verklankt. ',
MAISON ODIOT ü^ü DE LA MADELEINE. PARIJS Fabriek van Artistiek Zilverwerk Gevestigd in
16QO
Specialiteit voor geschenken in zilver en verzilverd metaal
GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGBVOBRD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE
Red. en Adm. GalnewaJer 32 Lelden. Tel. 7flO Postrekening 41880
VerschUnt wekelQks - Prtyi per kwartaal f. 1.05,
7 '~ '\-<':w'.
—
WOLFQÄNQ STAUBTE
H
NIEMAND NEUSl IN EEN PERIODIEK EVEN NAAR HET WEERBERICHTI © In een periodiek 'WÓrtit tenüe JWri*11 Op oogenblikken ^btfertijd is om iedere vierkante heelemaal met genetnd Eert periodiek wordiC mten$ .«••.,, 'centffneter te lezen. Buitenndsche en Nederlandsche lezen. Eeaê perjodieit groot-adverteerders leverden uitgespeld door; elfen ei bewijs: publiciteit in Het blijft liggen'voor'g. riodleken Is de hoeksteen Voor bezoeker«..' Telkens telkenjl^^ifeer. -.wóréi het opgesl^SEH Vij!,,^lftkeer wordt, uw «idver-
Sint Nlcolaas verstaat de kunst van geven! Telken jare brcnRt hij de stil begeerde, met vreugde begroete ''4711". Bij oud en jong is deze edele en echte Eau de Cologne bijzonder welkom. Haar frissche geur en opwekkende kracht maken haar tot een even schoon als nuttig geschenk. "4711" Door Kwaliteit — Het Wereldmerk !
ADVERTEER IN PERIODIEKEN
I
Verlaadde prllïen: Origineele kropflesschen f 1.30, f 2.30, f 3.30 Moilerne, platte flcsschen f 1.15, f 1.95, f2.75 Zakflac. f 0.65, f 0.70, fO.KO
Eau de ologne
m iSEa m Msae MäCJIKI PHIS ■WBSK OP paa mm® mmmmtm mMm
GEEF UW ADVERTENTIE EEN LANGER LEVEN Vit,
NEDEeiAtiDCCHE
PER:OD:U£
Pt«
"471 1 " Kau de Cologne-Zeep, p.doosa 3 sluksf 1,20, p. stuk 10.40
Ëen bufcera^^woon
VOOR ONZE ABONNÉ'S
et Vereenigd Rotterdamsch Hofstad Tooncel heeft in het begin van het ditjarige tooneelscizocn met de vertooningen van „Wonderdancing" zeer veel succes geoogst. Na Adolphe Engers en Fientje de la Mar was dit succes voor een groot deel te danken aan den jeugdigen Duitschen acteur Wolfgang Staudte, die als gast voor deze voorstellingen bij Cor van der Lugt was geëngageerd. Daar de mogelijkheid zeer zeker niet is uitgesloten, dat wij dezen sympathieken jongeman binnen afzienbaren tijd weer in een geheel andere rol op ons tooneel terug zullen zien. willen wij hier een en ander over hem vertellen. Ofschoon in het geheel niet uit een familie van acteurs stammend, koos Wolfgangs vader de tooneelloopbaan. En hij heeft er nooit spijt van gehad, want hij behoort tot de bekendste regisseurs aan de Volksbühne te Berlijn. Toch vond hij het beter, dat zijn zoon de ingenieurs-loopbaan koos en zoo bezocht Wolfgang gedurende twee semesters de Technische Hochschule te Berlijn. Maar toen had hij genoeg van de techniek en met eenige moeite wist hij zijn vader over te halen hem een baantje als figurant aan de Volksbühne te bezorgen. En onder ons gezegd, de oude heer Staudte is er wat blij om, dat hij aan den wensch van zijn zoon tegemoet is gekomen. Na vier weken figureeren kreeg Wolfgang zijn eerste kans: hij mocht in een nieuw stuk een heelen zin zeggen. Hij liep dagen en nachten de paar woorden te repeteeren en vergat van louter zenuwachtigheid hij de première bijna zijn zinnetje op tijd over het voetlicht te brengen. Maar Staudte vond, dat hij in Berlijn niet snel genoeg carrière maken kon. Daarom leerde hij dé klassieken uit het hoofd, verliet Berlijn en solliciteerde aan het Stadttheater te Schneidemühl. Duitschland kan zich de weelde veroorloven, zelfs in steden als Schneidemühl een Stadttheater te bezitten, waar een eigen ensemble avond aan avond voorstellingen geeft. „Informeert U maar naar mij, bij de directie van de Volksbühne te Berlijn," zei Wolfgang trotsch tegen den directeur van de Schneidemühlsche kunstinstelling. De directeur deed dit en Wolfgang werd direct geëngageerd. Veel later bemerkte men pas.
Vyyij zijn in de g-eleg-enheid een bijzonder aardig boek voor onze abonné's als premie W aan te bieden, en wel voor slechts f. 0.50 .ranco per post. (Oorspronkelijke prijs was f. 5.90). Het boek bevat T76 pagina's tekst, en is geïllustreerd met JJ portretten, alle op kunstdrukpapier. Deze mooie premie heet:
iii
Een „gezellig" geschreven boek, geestig en met interviews met bekende Nederlandsche kunstenaars. Speenhof, Ciing-e Doorenbos, Dirk Witte, Tho/en en van Lier, Louis Davids, LolaCornero, WiliyCorsari, CorRuys, Jan van Riemsdijk, Pisuisse, Margie Morris, Henri Waliig, Fientje de la Mar en tal van andere artistèn worden in dit mooie boek ten tooneele gebracht. ledere bijlage is voorzien van een fraai, groot portret. Ook aan het Parijsche Cabaret met zijn wereldvermaarde artistèn wordt een ruime plaats ingeruimd, alsook aan het „Ueberbrette". Deze bijlagen zijn gesteld in de rransche en Duitsche taal. Zelden wordt een premie als dit aantrekkelijk en royaal geïllustreerde boek is, aangeboden. Wij vertrouwen, dat het zal stroomen van aanvragen. Franco toezending per post na ontvangst van slechts f. 0.50. Galgewater 22, Leiden.
De Administratie vän „HET WEEKBLAD" Cinema & Theater. WOLFGANG STAUDTE (geheel rechts) in „De Klucht der Vergissingen".
— 2 -
i^A^ité er: ' t*4**' WOLFGANG STAUDTE. Een zanger van groot talent.
DOOR EDMOND VISSER
ANGÈLE SYDOW
.- :
dat men in Berlijn verondersteld had, dat de informatie den ouden heer Staudte had gegolden, en dat deze daarom schitterend was geweest. Maar Wolfgang kreeg intusschen prachtig werk te spelen, wat zijn routine zeker ten goede kwam. Hij ging weer naar Berlijn terug, weer naar de Volksbühne, en kreeg in een stuk, van Galsworthy zijn eerste werkelijk groote kans, die hij uitstekend benutte, zoodat hij een schitterende pers had. Daarop volgde „Doa Carlos", de zoon in „Deaumont" (waarin hij met de beroemde actrice Agnes Straub samenspeelde) en een belangrijke rol in „Bergbahn". Twee jaren lang speelde hij bü Reinhardt in het mooie Theater am Kurfürstendamm. Daarna volgde het Renaissance Theater, waar hij de titelrol van „Coeur Bube" vertolkte. Een prachtig stuk, dat wü zeer gaarne eens in ons land gespeeld zouden zien. De helaas te vroeg gestorven filmregisseur Lupu Piek ontdekte hem voor de _ 3 -
film en gaf hem een rol in zijn eerste en helaas ook laatste toonfilm „Gassenhauer" (De straatzangers). Cor van der Lugt met zyn wonderbaarlijk goeden kijk op jonge talenten, engageerde hem voor ons land. Hoe Wolfgang zoo goed en vlug onze taal leerde? Ik zal U een geheim verraden. Hij is sedert eenige jaren met een rasechte Hollandsche vrouw getrouwd, die hem in zijn studie trouw ter zijde staat. Zij leerde hem' in acht dagen zijn rol in „De wonderdancing". Alleen de Hollandsche g bezorgde hem af en toe een nachtmerrie. Dat hij de rol van ..Eint änzer" zoo schitterend speelde, verdient eigenlijk een extra woord van lof. want dit soort werk is zeker niet het geschikte genre voor dezen acteur. We hopen hem dan ook spoedig eens in ander werk te zien; zijn echtgenoote zal er wel voor zorgen dat hij de Nederlandsche taal spoedig geheel machtig is. ERIC WINTER.
-
' ^
—~~~
*
L^LBY BMGHTOH^S VERGISSING EEN COMPLEET VEUHAAL DOOR
.:■
■■■■'.■
;■■■■
■
■
■
:■■■■■..■
..-.■■
Een van de interessantste, misschien mag ik wel zeggen meest menschelijke avonturen, die ik gedurende mijn lange loopbaan als butler heb meegemaakt, vond plaats, toen ik in die functie in dienst was van sir John Brighton, op Acton Manor, in Shropshire. Zelfs nu nog moet ik er mij vaak over verbazen, dat ik er zonder kleerscheuren tusschenuit gesprongen benl Sir John was al een oude man, toen ik in zijn dienst kwam, en de „plaats voor een uitstekenden butler, ten huize van een edelman" — aldus luidde de advertentie in „The Times" — was ontstaan door den dood van een butler, die de familie reeds sinds zijn jeugd had gediend. Dat sir. Brighton, hoewel hij slechts baronet was, zichzelf een „edelman" noemde, vond ik nogal grappig. Ik heb nooit een mooier landgoed dan Acton Manor gezien. Het park, dat een omtrek had van zeven kilometer, werd geheel omgeven door een hoogen muur, en midden in de bosschen, die zich over de golvende heuvels uitstrekten, bevond zich een buitengewoon vischrijk meer, dat alleen reeds een oppervlakte van een kilometer had. Sir John, die de jongste was van twee broers, had in vroeger jaren — dat hoorde ik, toen ik reeds in zijn dienst was — al zijn geld aan de verfraaiing van het buiten besteed, waardoor hij gedwongen was geweest, verscheidene jaren lang met zijn vrouw in betrekkelijke armoede te leven. Zijn vrouw was echter spoedig gestorven, en toen hij, veel later, Acton Manor van zijn overleden broer had geërfd, was hij opnieuw getrouwd met een vrouw, die niet alleen buitengewoon knap, maar ook aanzienlijk jonger was dan hij, ja zelfs dan zijn eigen zoon mr. Rupert. Mijn eerste onderhoud met sir John zal ik nooit vergeten. Het vond plaats op een namiddag in den herfst in de provisiekamer, een kwartier ongeveer nadat ik gearriveerd was om de betrekking van butler „voorwaardelijk", zooals hij het noemde, te gaan vervullen. Nimmer nog had ik iemand met zóó'n komische gestalte gezien: klein, mager, gebogen van ouderdom en met een gezicht, dat sterk aan ' den kop van een roofdier deed denken 1 Hij had een scherpen doch absoluut geen aristocratischen neus, buitengewoon borstelige wenkbrauwen en donkerzwarte, glinsterende oogen die veel te diep in hun kassen lagen, en me doordringend aankeken. Ja, zóó doordringend keken ze me aan, alvorens hij begon te spreken — en het duurde zeker wel een seconde of vijftien — dat ik er bijna verlegen onder werd. Bovendien
■
■
HANS JOACHIM 3GHÄUFUSS
D'ALVAREZ
(FOTO UPA)
i
IMIIIIIMtllilllltlHtUlllllllinihlillllttlllllllllltlUHIIIIItlllIllirillMIIIIIMnilllll
„Clandon," riep ze plotsellnä smeekend uit, „Sir John mag hier niets van weten, niets, be£rl]p je? O, Ie zult het hem niet vertellen, hi? Zeg, dat Ie hem niets zult vertellenI" — „Hoor Ie het. Clandon?" zei Mr. Mltcheson, en er was een trlomfeerende klank In zUn stem. „Lady Brighton heeft éraaS. dat Sir John er niets van te weten kamtl" iiilliiillliimimilililiiiuillliiiiiMiiliimiuiiiinilMiiliilMiiiKliliimiutiiiiiiii
had hij een zonderlinge manier om met zijn mondhoeken te trekken — ik denk, dat het een soort zenuwtrekkingen waren. „Je hebt uitstekende getuigschriften. Clandon," waren de eerste woorden, die hij zei, en zijn stem deed mij nu eens aan het piepen van een muis, dan weer aan het krassen van een uil denken. „Maar aan getuigschriften hecht ik bitter weinig —- eigenlijk heelemaal niets. Mijn vorige butler was een diplomaat. Ben jij óók een diplomaat, Clandon?" „Men heeft mij altiid voor een uitstekenden diplomaat gehouden, sir," antwoordde ik. Ik breng steeds de goede kwaliteiten, die ik heb, zooveel mogelijk naar voren, want mijn ondervinding heeft mij geleerd, dat de menschen iemand gewoonlijk taxeeren naar de waarde die hij aan zichzelf hecht. „Het kan me niet schelen, waar men je voor hield," antwoordde hij kort. „Ik wil weten wat je bent — en ook wat je niét bent." Ik vond hem een onsympathieken man, en zijn toon stootte mij bepaald tegen de borst, maar ik antwoordde beleefd: „Zoodra u denkt, dat ik minder discreet of tactisch ben dan uw vorigen butler, sir, zal ik u verzoeken mij op staanden voet te ontslaan." „O, dat zul je me niet hebben te verzoeken," antwoordde hij, blijkbaar gepikeerd. „Indien je niet de man bent, dien ik noodig heb, zul je ontslagen zijn voor je het weet."
Toen veranderde hij opeens van toon, en na mij te hebben gezegd, de deur van de provisiekamer te sluiten, vervolgde hij: „Het eerste, wat ik je te zeggen heb. Clandon, is, dat mijn zoon geestelijk niet geheel en al normaal is." Zijn toon klonk nu zeer vertrouwelijk, en hij keek mij zoo timide, bijna hulpeloos aan, dat ik medelijden met hem kreeg. „Misschien zul je hem heel vaak zien, misschien wel nooit. Dat zal van de omstandigheden afhangen. En luister nu, Clandon; als je hoort of ziet, dat mijn zoon iets doet — wkt dan ook — doe dan, alsof je niets hoort of ziet. Begrijp je?" „Zeker, sir John," antwoordde ik onderdanig. Hij zweeg eenige oogenblikken. Toen vroeg hij plotseling: „Ben je zenuwachtig ?" Ik aarzelde even alvorens te antwoorden: „Het hangt er van af, wat u zenuwachtig noemt, sir John. Ik ben geen lafaard, sir, indien u dat bedoelt." „Loop naar de maan met je lafaardI" riep hij uit, plotseling erg driftig. „Ik bedoel. . . wei, veronderstel, dat je op een nacht vast ligt te slapen en dat je plotseling gewekt wordt door een zonderling geluid onder je bed, een geluid, dat wel voortgebracht schijnt door een woedend dier, en dat mijn zoon dan opeens in zijn pyama onder je bed vandaan kruipt, opstaat en zich over je heen buigt met een dreigenden,
Om% P>yZliLE=lHl©ECOI Gevraagd wordt uit onderstaande dooreengeworpen letters den naam van een zeer bekenden Hongaarschen componist samen te stellen.
geval gelieve men iedere oplossing op een apart velletje papier te schrijven en ieder van voJJedigvn naam en adres te voorzien. Op de enveloppe vermelde men: „Ons Puzzle-hoekje No. 409".
Hieronder laten wij de oplossing volgen van Ons Puzzle-hoekje No. 406.
Onder de goede oplossers verloten wij een prijs van fl. 2.50 en drie troostprijzen. Oplossingen inzenden vóór 1 December aan ons adres: Red. „Het Weekblad", Galgewater 22, Leiden. Men kan het antwoord op deze puzzle desgewenscht tegelijk inzenden met dat op onze Wekelijksche Vraag, doch in dat
5 -
._ . ...
.
A. en B. krijgen ieder drie volle, een halfvol en drie leege vaten. C. krijgt een vol, vijf half volle en een leeg vat. Met de juiste beantwoording van deze vraag verwierf de heer H. J. Teengs Jr. te Arnhem den hoofdprijs. Een troostprijs werd toegekend aan: mejuffrouw M. v. d. Berg, Eindhoven; den heer F. Dorjee, Delft; den heer M. H. Levi, Den Haag.
»
SIPRIEKEIN.
kwaadaardigen blik in zijn oogen, zou je dan schrikken of bang zijn?" Ik deed iets, wat ik bijna nooit doe: ik krabde achter mijn oor. „Neen, sir," antwoordde ik toen beslist; „Waarom zou ik bang zijn ? Ik mag toch niet veronderstellen, dat de jonge heer moordplannen koestert? Hij is toch niet gevaarlijk?" „Tot nu toe heeft hij nog geen moorddadige neigingen vertoond, maar er zijn omstandigheden, dat hij... wel, om eerlijk te wezen — er zijn oogenblikken, waarop het het beste is hem absoluut naar de oogen te zien en te doen wat hij wil." „En het geval, dar u zooeven heeft bedoeld, is zeker een van die oogenblikken, sir ?" „Juist. Je zou in een dergelijk geval moeten doen alsof je het een grap vond en er om moest lachen. Mijn zoon is een raar type, maar ongevaarlijk." „J^ist, sir, ik begrijp het," ant-
(Foto Godfried dt Grnot)
woordde ik, zooveel mogelijk mijn best doend om opgewekt te schijnen. „Er is nog iets, waar ik je op moet wijzen. Clandon. Mijn zoon mag nooit gedwarsboomd worden. Tusschen twee haakjes, je zei daarnet „jonge heer", maar mijn zoon is niet meer zoo jong! Hij is zes en dertig, en buitengewoon sterk. Probeer nooit, onder welke voorwaarde ook, je lichaamskracht tegen hem aan te wenden." „Dat zal ik zeker nooit doen, sir," antwoordde ik met overtuiging. „Goed, Clandon. Dat is alles wat ik voor het oogenblik te zeggen heb." Ik was nog niet lang op Acton Manor geweest, toen ik al heel wat van mr. Rupert en zijn, op zijn minst genomen excentrieke, manieren te weten was gekomen. Hij liet mij echter links liggen en deed net alsof hij mij niet zag. In tegenstelling met zijn vader was hij forsch en lang, breedgeschouderd en erg knap. Zijn verschrikkelijke kwaal had zich, naar de andere bedienden — 6 -
/
'
mij hadden verteld, slechts langzaam geopenbaard; de eerste symptomen hadden zich niet vóór zijn dertigste jaar gedemonstreerd. Ofschoon sir John mij niet had gezegd, dat ik voldeed, wist ik toch, dat ik in zijn geest viel, en dat hij mijn tact en discretie waardeerde. Op een ochtend, juist toen ik bezig was de lunch gereed te maken, liet hij mij roepen. „Ik geef Woensdag een diner. Clandon," zei hij, abrupt opkijkend van zijn schrijftafel, waaraan hij een brief zat te schrijven. „We zullen met zijn zestienen of twintigen zijn — met inbegrip van mr. Rupert en mr. Mitcheson — dat wil zeggen, als mr. Rupert dien avond zin heeft met ons te dineeren." Mr. Saul Mitcheson was mr. Ruperts oppasser, als ik het zoo eens zeggen mag; hij hield dag en nacht op Acton Manor verblijf en was steeds in zijn nabijheid. Sir John zweeg even en vervolgde toen: „Mr. Rupert is bij dergelijke gelegenheden gewoonlijk heel normaal, maar soms gedraagt hij zich — wel, nogal zonderling. Hij is erg ontvankelijk. Ik vertel je dit, om je te waarschuwen, Clandon. Begrijp je wat ik bedoel?" „Uitstekend, sir John," antwoordde ik. „Je weet, dat ik je, toen je pas hier was, heb gezegd, dat mr. Rupert nooit mocht worden gedwarsboomd? Goedl Vergeet dit nooit." Lady Brighton, sir Johns tweede vrouw, mocht ik erg graag, ofschoon zij nooit iets zei. Het kwam mij voor, dat zij soms erg verstrooid en droefgeestig was. Doch ik meende, dat dit te begrijpen was, daar zij zooveel jonger was dan haar man. Ik heb het nooit begrepen gehad op „lente-enherfst-verbintenissen", zooals ik ze noem. De avond van het diner was aangebroken en de meeste gasten bestonden uit landgoedbezitters uit de omgeving. De aardigste van allemaal vond ik een miss Murray, een blond meisje van omstreeks drie en twintig jaar, lang, slank, gracieus en met den betooverendsten glimlach en de mooiste oogen, die men zich kan denken. Ik stond toevallig in de buurt, toen mr. Rupert aan haar werd voorgesteld, en ik zag met één oogopslag, dat zij hem buitengewoon interesseerde. Hij leek dien avond heel normaal. Hij geleidde haar aan tafel en zij zat aan zijn rechterhand, terwijl mr. Saul Mitcheson aan zijn linkerhand zat. De laatste had ik van het eerste oogenblik af, dat ik hem had leeren kennen, erg antipathiek gevonden, ofschoon hij in zijn manier van doen vriendelijk genoeg was. Misschien zal hij zoo wat dertig jaar zijn geweest. Het dessert werd opgediend, toen
w* ik een van de gasten, een bleeke dame van een jaar of vijf en veertig, mrs. Traill geheeten, opeens naar haar hals zag grijpen. Een oogenblik later slaakte zij een kreet, die de gesprekken aan tafel plotseling deed verstommen. „Lieve hemell" riep ze, „ik ben mijn halssnoer kwijt 1" Ik had het prachtige snoer van robijnen en smaragden, dat zij klaarblijkelijk bedoelde, gezien toen zij binnenkwam en ik had het oprecht bewonderd. Ik zag hoe lady Brighton een ontstelden blik op sir John wierp en dat er een uitdrukking in haar oogen was, als men wel eens kan zien in de oogen van een hond, die kwaad gedaan heeft en een bestraffing verwacht. De eigenares van het snoer schoof haar stoel achteruit en keek om zich heen op den grond, en bijna op hetzelfde oogenblik waren verscheidene heeren opgestaan om onder de tafel te zoeken, waar zij even later op handen en voeten rondkropen. Ik volgde hun voorbeeld. Maar de juweelen waren nergens te vinden. Er volgde een doodsche stilte. Toen ik naar sir John keek, die aan het hoofd van de tafel zat, zag ik, hoe hij één en al verbazing van den eenen gast naar den anderen keek. Zijn voorhoofd was gefronst en er was een dreigende blik in zijn oogen. Het was een onbehaaglijk oogenblik, zelfs voor mij. „Een minuut geleden had ik het nog om — ik weet het zeker," riep de eigenares van de juweelen bijna schreiend. „O, als het maar gevonden wordt." Plotseling richtte sir John zich op; hij bleef even onbeweeglijk staan, draaide zich toen om en riep mij bij zich. Ik ging naar hem toe. „Clandon," zei hij, moeilijk sprekend, „ga bij de deur staan en maak dat deze niet geopend wordt voordat ik het je zeg." Toen ik den stoel van mr. Rupert passeerde, verbaasde het mij te zien, hoe hij onder de tafel de hand van zijn knappe buurvrouw in de zijne hield. De eigenares van het verloren halssnoer, mrs. Traill, zat naast mr. Mitcheson. In aanmerking genomen, dat mr. Rupert en zijn tafeldame elkaar dien avond pas voor het eerst hadden ontmoet, vond ik het nogal zonderling, dat zij elkaar bij de hand hielden. Het was echter mijn zaak niet en bovendien waren mijn gedachten te zeer vervuld van hetgeen juist gebeurd was, dan dat ik aan iets anders kon denken. Toen ik bij de deur was gekomen, hoorde ik hoe sir John zijn keel schraapte: Daarop zei hij: „Het spijt mij vreeselijk, dat uw halssnoer niet gevonden is, mrs. Traill, en in de gegeven omstandigheden is er slechts één ding, dat ik kan doen —
,
moét doen. Ik zal de lichten laten uitdraaien en u allemaal gedurende drie minuten in het donker laten. Indien het licht dan weer aangaat, verwacht ik uw halssnoer op tafel te zien liggen." Hij keek over zijn schouder naar mij. „Clandon," riep hij, „draai de lichten uit." Ik deed het direct. De minuten, die volgden, schenen mij een eeuwigheid te duren. De duisternis was ondoordringbaar en niet het geringste geluid werd gehoord. Het was werkelijk een opluchting, toen ik eindelijk bevel kreeg de lichten op te draaien. Het volgende oogenblik waren aller oogen op de tafel gericht. Maar het halssnoer lag er niet. Sir John was doodsbleek geworden. Ik zag groote droppels zweet op zijn voorhoofd parelen.
Plotseling sprong mr. Mitcheson verrast op. „Kijkl" riep hij, in mijn richting naar den grond wijzend, „daar ligt het halssnoer. Kijk maarl" Ik keek vóór mij op den grond. Bijna vlak voor mijn voeten, op het dikke Perzische tapijt, lag het snoer zeldzame steenen... Ik hoorde een uitroep van verwondering en op hetzelfde oogenblik leek alles in de kamer om mij heen te draaien. Ik bleef onbeweeglijk staan. Alles leek mij een droom. De stem van sir John, scherp en bevelend, bracht mij tot mezelf. „Breng het hier, Clandon," hoorde ik hem zeggen. Ik bukte, raapte het halssnoer op, en gaf het hem. De gasten aan tafel slaakten uitroe(Veivolè op pagina 12)
HOE (SAAT HET NO EOQEINKLDJG'C'? Kathryn Crawford, een charmante actrice der Metro-Goldwyn-Mayer, wil weten hoe een geluidscamera werkt. Wanneer een scène wordt opgenomen, zijn de kleppen boven en naast haar hoofd naar beneden gelaten, waardoor de camera geluidsvrij is. Het wiel, dat miss Crawford in haar hand heeft, beweegt de camera zijwaarts; met het andere wordt zij hooger of lager gesteld.
. - ,.
„,
DE LIEFDESROMAN VAN DEN IJZEREN YORCK In het jaar 1780 kreeg Hans David Ludwig von Yorck, luitenant bij het Koninklijk Pruisisch regiment Borcke, van Frederik den Groote den barschen raad naar den duivel te loopen, omdat hij door een bijna ziekelijk eergevoel gedreven, geweigerd had bij de wachtparade een te slechter naam en faam bekend staanden kapitein de vereischte eer te bewijzen. Wat kon in die tijden een afgedankt officier doen? Daar er nog geen verzekeringsagenten en handelsreizigers waren, verkocht hij zijn degen. Afnemers vond men in de toenmalige van krijgsrumoer vervulde wereld genoeg! In Holland werd de jonge driftkop die heimelijk een aanbeveling aan de Erfprinses van Oranje had meegekregen, welwillend ontvangen. Hij kreeg zelfs een aanstelling als compagniescommandant bij de garde van den stadhouder. Maar den vroegeren officier van den grooten koning van Pruisen beviel het ondanks zijn praaluniform in het geheel niet om in het zelfgenoegzame Den Haag bij hoffeesten met zijn dikbuikige gardesoldaten op wacht te staan. Hij verkocht daarom volgens toenmalig gebruik zijn heele compagnie voor klinkende ducaten en liet zich bij de almachtige Oost-Indische Compagnie aanwerven. De Pruis werd kapitein in het Zwitsersche regiment Meuron, dat zich naar Kaap de Goede Hoop inscheepte, waar het op 8 Februari 1783 na een gevaarlijke reis van zes maanden, die aan een kwart van het regiment het leven kostte, zijn plechtigen intocht hield. De vreugde der brave Hollanders over de aankomst van hun beschermers duurde niet lang. Want de soldeniers van dezen op alle landwegen en voor de gevangenisdeuren van Duitschland en Frankrijk samengeraapten troep, bleken spoedig een landplaag van de ergste soort te zijn. De werkelijke vijand liet zich niet zien en de ongedisciplineerde horde gedroeg zich daarom te Kaapstad alsof zij zich in een vijandelijk land bevond. Hun officieren, meest gelukzoekers, bekommerden zich weinig om den dienst, doch des te meer om de rijkbeladen tafel van de welgestelde burgers en vooral om hun mooie dochters. Ook Yorck, toentertijd geenszins de sombre ijzervreter van latere dagen, was een tafelschuimer. Op zekeren dag, toen de haute volée van Kaapstad op de heerlijke promenade aan bet zeestrand onder de opwekkende muziek
KRAI als Yorck in de Utai-toonfilm „Yorck".
van het Zwitsersche muziekkorps flaneerde, werd Yorcks lot bezegeld. Een der smachtende meisjesblikken vond weerklank in zijn hart. De slanke Pruis en de lieftallige jongedame, die volgens schilderijen uit dien tijd een schoonheid genoemd mocht worden, vonden den weg tot elkanders hart. Plotseling werd deze liefdesroes verbroken .... het regiment Meuron moest zich inschepen naar Ceylon, dat toen nog in het bezit van de Oost-Indische Compagnie was. Maandenlang moesten Yorck en de zijnen tegen den smokkelhandel ten strijde trekken.
Gustav Ucicky (regisseur van „Yorck"), Werner Krauss (die de titelrol vervult) Rudolf Forster en Ernst Hugo Correll, productieleider.
Eindelijk werd het regiment weer naar Kaapstad gedirigeerd. Zijn liefste was hem trouw gebleven en de idylle tusschen de beide jonge menschen werd inniger en sterker. Yorcks plannen, om zich uit den weinig roemyollen dienst bij de Oost-Indische Compagnie terug te trekken, namen reeds vastere vormen aan toen een rijke- koopman uit Kaapstad om de hand van het jonge meisje dong. Hoewel de ouders hun dochter trachtten over te halen, dezen jongen man het jawoord te geven, weigerde zij en verklaarde, dat haar hart niet meer vrij was. Daarop wendde zich de jonge Hollander tot zijn medeminnaar en bracht hem onder het oog, dat hij het meisje een onbezorgde toekomst kon geven, terwijl het meisje aan Yorcks zijde aan de wisselvalligheden van het noodlot zou zijn blootgesteld. Hierdoor geraakte Yorck in zwaren tweestrijd, doch nadat zijn cenige vriend, de Zwitsersche luitenant Landoz hem had voorgehouden, dat ware liefde vaak groote offers verlangt, overwon hij zichzelf. Hijzelf legde de hand van zijn aangebedene in die van zijn medeminnaar. Slechts één voorwaarde bedong hij: de huwelijksplechtigheid te mogen bijwonen, die eenige weken later zou plaats vinden. In vol ornaat stond Yorck, den hoed met veeren getooid onder den arm, en op zijn degen leunend, naast de bruid. Star, als een pilaar, hoorde hij in de feestelijk versierde kerk naar de rede van den Hollandschen geestelijke, doch toen zijn geliefde het „ja" voor den ander uitsprak, stortte hij als door den bliksem getroffen neer ....
Ittaria 'Paudlep als ßisl Deisingev
- 8 :..;....■
..■
..■■..
(FOTO UPAi
iiP-MWPUii^M..,
:.■■.
EEN MOOI ST. N1COLAAS- OF KERSTGESCHENK
-rr^^ï^rr^^
;
hLu/iruo^
Een bloemlezing van den geestigsten geïllustreerden humor uit de buitenlandsche tijdschriften. Eenigen tijd geleden waren in een restaurant in Londen negen en dertig van de veertig tafeltjes bezet door dames. — Den eenzamen mannelijken gast heeft men naderhand de opmerking hooren maken, dat hij tenminste één keer eens geen last had gehad van het orkest. Onlangs gebeurde het, dat een jongetje bij het spelen met vuurwapenen, een scherpe patroon inslikte. — Zijn vader durfde hem echter geen pak slaag te geven, uit vrees, dat de patroon zou afgaan.
„Lang- zal ik wel niet meer leven. Jammer, dat ik geen grooter vermogen nalaat; dan kon ik mijn heele familie onterven." (Die Grüne Post)
Heer des huizes (om 6 uur des mortrens uit zijn bed gebeld): „Een dwangbevel en n rekeningl Bel je mij daarvoor op dit uur uit mijn bed?" Sneve/i/>es/e//er (vriendelyk): »Nee, ihijnheer. Er is óok nog een brief voor U met een kwartje Strafport." (London Opinion)
Bij het huwelijk van een straatmaker, dat dezer dagen werd voltrokken, verliet het echtpaar de kerk onder een boog van pikhouweelen en spaden, die werd gevormd door een aantal kameraden van den bruidegom. — Wij durven er niet aan denken wat er zou zijn gebeurd, als er plotseling een schaftfluit was gegaan I In Marseille hebben de winkeliers hun winkels een uur lang in donker gezet, als protest tegen de verhoogde electriciteitsprijzen. — Begrijpelükerwijze was er echter een ondernemende juwelier, die een prachtige reclame maakte met zijn etalage lichtgevende polshorloges. „Dichtbij de kachel zitten is zeer slecht voor likdoorns," verklaart een dokter. — Ons inziens kan er voor likdoorns niets slecht genoeg zijn.
H. HEYENBROCK
GLASFABRICAGE
H. HEYENBROCK DE SCHILDER VAN LICHT EN ARBEID
„Waar zijn de vlekken van den luipaard gebleven? ' „O, hij was een beetje kaal geworden en toen heb ik hem laten keeren." (The Passing Show)
Er g'ebeuren minder ong'elukken met treinen dan met auto's — de machinist slaat zijn arm nooit om den stoker heen. fThe Passing Show)
In den Londenschen Dierentuin bevindt zich een visch, wiens oogen lichtstralen uitzenden. — Het onvoorzichtige beest dooft of vermindert zijn lichten echter niet, wanneer hij een collega in het aquarium ontmoet. Een professor, die zich bezighoudt met de schedelleer, zegt, dat de liefdadigheidsknobbel zich boven op het hoofd bevindt. — In ieder geval een eind weg van den zak. ■Men heeft uitgemaakt, dat er in den tijd der Angelsaksen geen konijnen in Engeland waren. — Waar haalden de koningen toen hun hermelijnen mantels vandaan?
Een album bevattende 13 groote gekleurde platen naar het werk van dezen beroemden schilder. Elke plaat kan als fraaie wandversiering dienen. Het is een genot zoo'n prachtwerk te bezitten
In een artikel over tuinbouwkunde lezen wij: Men kan niet meer uit den grond halen, dan men er in gelegd heeft. — Wij kunnen ons evenwel niet herinneren, al die steenen en conservenblikken in de bloembedden te hebben gezaaid.
REMBRANDT THEATER AMSTERDAM
NA ONTVANGST VAN II. 2.50 WORDT U EEN EX. TOEGEZONDEN — ZEND POSTWISSEL VAN fl. 2.50 AAN DE ADM. VAN HET WEEKBLAD CINEMA EN THEATER OF GIREER HET BEDRAG OP No. 41880 EN TOEZENDING VOLGT
- 10 -
„Waarom heb jij nou in 's hemelsnaam zeven talen vloeiend leeren spreken, als je bij je vrouw geen woord hebt in te brengen ? I" (Dib. Kar. Valencia)
„Heb je gehoial dat Goldberg, de millionnair, dood is?" „Ja, wat vreeselijk jammer, hè?" „Maar hij was inch yeen familie van je, wel?" „Nee, dat vind ik juist zoo jammei." (Hel Weekblad)
- II —
BRENGT STEEDS DE BESTE PROGRAMM A'S
■
{Foto Mekkert Jr.)
PORTRETSTUDIE
(Vervolg van pagina 7} pen van verbazing, ergernis en verontwaardiging. Ik voelde, dat alle aanwezigen hun oogen op mij hadden gericht, behalve lady Brighton. Die had haar oogen neergeslagen en keek naar beur vingerkom, alsof er iets wonderlijks aan te ontdekken viel. De vingers van haar rechterhand speelden nerveus met haar fruitmesje. Toen, plotseling, ontmoetten mijn blikken die van mr. Rupert. Hij keek mij spottend aan en begon het volgende oogenblik luid te giebelen. Op dat oogenblik herinnerde ik mij, wat ik had gezien, toen ik langs hem was gegaan naar de deur: dat hij de hand van zijn tafeldame in de zijne had gehouden. Zou hij licht op het mysterie kunnen werpen, vroeg ik mij af. Wist zijn buurvrouw, het knappe blonde meisje met de mooie, maar brutale oogen, er iets van ? Was mr. Rupert ook onder de tafel gekropen om te zoeken naar het vermiste halssnoer, en zou men het misschien bij hem hebben kunnen vinden?" Toen drongen zich andere gedachten aan mij op. Het Perzische tapijt in de eetkamer was zeer dik; men zakte er een heel eind met zijn voeten in als men er op liep. Vanwaar hij zat, had hij het halssnoer gemakkelijk in mijn richting kunnen gooien, zonder dat iemand het behoefde te zien of kon hooren vallen. Het was mr. Mitcheson, zijn oppasser, die direct toen het licht weer was aangedraaid, luide de aandacht op het halssnoer, dat voor mijn voeten op den grond lag, gevestigd had. Al deze feiten schenen zoo natuurlijk en logisch aaneen te sluiten, dat ik geen oogenblik aarzelde of ik had het probleem er mee opgelost. Ik keek naar de gasten, en wederom zag ik niets dan booze, beschuldigende blikken. Juist was ik echter van plan te spreken en mezelf te rechtvaardigen,
toen ik mij opeens de woorden van sir John herinnerde, namelijk, dat ik bij alles wat zijn zoon betrof net moest doen, alsof ik niets hoorde of zag. Ik begreep, wat mijn plicht tegenover mijn meester was. Wat er ook gebeurde, zoo zei ik tegen mezelf, de verdenking mocht nimmer op mr. Rupert komen te rusten. En de woorden, die ik van plan was geweest te zeggen, kwamen niet over mijn lippen ... „Wat beteekent dit. Clandon ?" vroeg sir John plotseling heel ernstig. „Wil je mij dat eens uitleggen?" „Ik heb niets uit te leggen, sir," antwoordde ik beheerscht. „Ik heb er absoluut geen idee van, hoe het halssnoer voor mijn voeten kwam te liggen." Ik zag dat het zenuwachtige trekken om zijn mondhoeken sterker werd en dat hij zijn bovenlip kwaadaardig optrok. Op hetzelfde oogenblik hoorde ik, hoe een der gasten ironisch lachte. „Zoo kom je er niet af, Clandon," riep sir John, terwijl hij mij een strengen blik toewierp. „Je kunt beter bekennen, dat je het snoer zonder dat je het wist in het donker hebt laten vallen." „Maar dat heb ik niét gedaan, sir," antwoordde ik, mijn zelfbeheersching vergetend door mijn verontwaardiging, omdat ik zoo bruut in het openbaar van diefstal werd beschuldigd. „Maar hoe verklaar je dan, dat het voor je voeten lag toen het licht ^as aangedraaid?" vroeg hij. „Ik verklaar het niet, sir," zei ik, terwijl ik mij nu weer geheel Élb€heerschte. Sir John haalde verachtelijk zijn schouders op, en overhandigde het halssnoer aan de gelukkige mrs. Traill, waarna de conversatie spoedig weer algemeen werd en men deed, alsof het voorval was vergeten. „Ik spreek je later wel. Clandon," zei mijn meester tegen mij. „Zorg, dat het diner verder ongestoord kan verloopen." Ik voelde mij echter te opgewonden om nog eenige belangstelling voor het diner te kunnen hebben. Ik kon alleen maar denken aan hetgeen er was gebeurd. Ik wist, dat er een verschrikkelijke verdenking op mij rustte — het was de eerste keer, dat ik van oneerlijkheid werd beschuldigd, laat staan dat men mij van diefstal had beticht! Hoewel ik alles deed wat in mijn vermogen was om er niet aan te denken, kon ik toch de gedachte aan mr. Rupert niet van mij afzetten. Of hij geestelijk normaal of abnormaal was, deed er -in dit geval niet toe, want hij wist heel goed, wat hij had gedaan — daar was ik zeker van. En hetgeen hij had gedaan, had hij uit kwaadaardigheid gedaan en om mij te compromitteeren. Ik kon er niets aan doen, maar ik voelde een hevig verlangen, hem een flink pak slaag te geven. Langzamerhand begon ik te vermoeden, dat ook mr. Mitcheson wist wat er was gebeurd, en dat deze door slechts enkele woorden te spreken, alle verdenking van mij af kon nemen. Maar hij zei niets ... En toen dacht ik opeens, dat ook mr. Mitcheson van sir John wel de opdracht zou hebben gekregen om, wat
/■ •
■-•■■ -'
t,
'
er ook gebeurde, steeds zijn zoon bij te staan en vóór te trekken. Tot mijn groote verbazing moest ik dien avond, nadat, de gasten waren vertrokken, niet bij mijn meester komen. Hij was integendeel naar bed gegaan, zonder mij te hebben gevraagd, of ik alle ramen en deuren wel had gesloten, iets, wat hij anders steeds vroeg. Eerst den volgenden ochtend om over tienen kwam een bediende mij zeggen, dat mijn meester mij direct in de bibliotheek wilde spreken. Hij zat gehurkt in zijn grooten bureaustoel, een dikke sigaar tusschen zijn lippen. Wel een minuut lang bleef hij zwijgend naar mij kijken eer hij iets zei. „Dat was een zeer onaangename geschiedenis gisterenavond, Clandon," zei hij, en ik was verbaasd over zijn vriendelijken toon.^Ik heb je natuurlijk nimmer verdacht, dat begrijp je wel," vervolgde hij, terwijl er een zonderlinge schittering in zijn donkere oogen was, „maar je zag zelf, in wat voor een toestand ik verkeerde, zoodat ik met anders tegen je kon optreden dan ik heb gedaan. Vertel me eens, wat denk jij van hef geval ? Ik ben er van overtuigd, dat je er het jouwe van denkt." „Dat doe ik, sir," antwoordde ik, geheel uit het veld geslagen door de vriendelijke wijze, waarop hij mij aansprak en mij om zoo te zeggen in zijn vertrouwen nam, „maar ik zeg u liever niet wat ik er van denk, sir. Werkelijk niet." „O, trek je van mij maar niets aan;
De beminnelijkheid van de gastvrouw en de jovialiteit van den gastheer zullen zeker elk feest doen slagen, maar zij weten ook, dat de voortreffelijke Toccos Cigarette evenmin ontbeerd kan worden als al het andere goede. Toccos de nieuwe Egyptische Import vanaf 2tt. Alléénimporteurs: Alvana Cy. Plein 8a Den Haag.
BEZOEKT HET |
b Mm° TIHllEMEU
TE DEK HAAG je hoeft mijn gevoelens niet te ontzien," antwoordde hij, zijn magere schouders ophalend. „Steek van wal. Clandon, en vertel me, wie je denkt dat het halssnoer heeft gestolen en hoe het komt, dat het voor jouw voeten lag." Nu hij er zoo op aandrong, begreep ik niet langer te kunnen zwijgen en ik vertelde dus openhartig wat ik dacht, dat er was gebeurd. Ja, ik ging zelfs zoover, dat ik vertelde gezien te hebben, dat mr. Rupert onder tafel de hand had vastgehouden van miss Murray. Toen ik alles had verteld, keek sir John eenige oogenblikken zwijgend voor zich, onderwijl dikke rookwolken uitblazend. „Ik geloof, dat je geheel ongelijk hebt. Clandon," zei hij toen plotseling. „Ik geloof geen oogenblik, dat mr. Rupert er iets mee uitstaande heeft. Je veronderstelling, dat het halssnoer tijdens de duisternis door de kamer is gegooid, interesseert me echter. Daar had ik niet aan gedacht. Ik zal nu op mijn beurt ook openhartig tegen je zijn. Clandon. Ik geloof wel, dat ik dit doen kan, want van het eerste oogenblik af, dat je in mijn dienst bent gekomen, heb ik begrepen, dat ik op je toewijding kon rekenen. Vertel me echter eerst eens: wat denk jij van mr. Mitcheson ?" „Wat ik van hem denk, sir?" „Ja. Door je langdurigen omgang met allerlei soort menschen moet je hen wel goed kunnen beoordeelen — naar hun karakter, bedoel ik. Welnu, veronderstel eens, dat je mr. Mitcheson voor den eersten keer ergens ontmoette, in den trein bijvoorbeeld, en dat je met hem in gesprek raakte, terwijl je niets van hem wist en je hem nooit tevoren had gezien — wat zou je dan van hem denken?" Ik dacht even na en antwoordde toen: „Ik zou me niet erg tot hem aangetrokken voelen, sir John, als ik het eerlijk zeggen mag." „Precies wat ik dacht. En ik ben het volkomen met je eens. Ik heb hem nooit bijzonder sympathiek gevonden. En omdat we nu toch eerlijk als man tegenover man spreken, wil ik je wel zeggen. Clandon, dat ik, sinds hij negen maanden geleden hier gekomen is om zich speciaal met de zorg voor mijn zoon te belasten, tot de ontdekking ben
GEBRUIK STEEDS
ANITA PAGE is charmant genoeg om zelfs het hart van een sneeuwpop vlugger te do en kloppen.
gekomen, dat degeen die hem mij heeft aanbevolen — en stérk heeft aanbevolen — een man is zonder karakter, ja ik mag wel zeggen, dat het een avonturier is. Nog geen vier maanden geleden is hij wegens diefstal tot een half jaar gevangenisstraf veroordeeld. En tusschen ons gezegd en gezwegen, geloof ik, dat die mr. Mitcheson een vogel van dezelfde pluimage isl" „Mag ik mij veroorloven u te vragen, sir, wat uw opinie is over hetgeen er gisterenavond is gebeurd?" „Natuurlijk mag je dat, want ik was toch van plan, het je te vertellen. Van het eerste oogenblik af, dat mrs. Traill haar halssnoer miste, voelde ik, dat indien iemand het werkelijk had weggenomen, het mr. Mitcheson moest zijn geweest, die'naast haar zat." „Maar dat meent u toch niet, sir!" riep ik verbaasd uit. „Zeker meen ik het. En ik geloof ook — nu jij de mogelijkheid hebt geopperd, dal het door de kamer kan zijn gegooid toen de lichten allemaal uit waren — dat toen mr. Mitcheson hoorde, wat ik van plan was, hij besloot de verdenking liever op jou te laden dan ze op een der gasten te laten rusten, in welk laatste geval hij natuurlijk net zoo goed verdacht kon worden. Bovendien is het snoer, waar de smaragden en robijnen aan geregen waren, niet gebroken, maar doorgesneden!" „Gesneden, sir John ?" vroeg ik verbaasd. „Ja, met een scherp mes — of geknipt met een schaar. Mijn oogen zijn uitstekend en ik heb een vlug opmerkingsvermogen, en direct toen je mij het halssnoer overhandigde, zag ik, voordat ik het aan mrs. Traill teruggaf, dat het dunne platina schalmpje, waar-
IDOZAM
12
,
5
.
...
.;....■
.._
13 ____^^_^^^__
mee het wordt vastgemaakt, doorgesneden was. De kanten waren veel te scherp dan dat zij van elkaar gerukt konden zijn. Mr. Mitcheson behoorde, zooals je je zult herinneren, niet tot hen, die onder de tafel zijn gekropen om op den grond te zoeken. Hij is den heelen tijd niet van zijn stoel opgestaan. Het schalmpje zat tusschen de twee zwaarste steenen, zoodat het dus aan den onderkant van het snoer moet hebben gehangen en hij het gemakkelijk onder tafel op zijn stoel zittend, kan hebben doorgesneden." Ik staarde hem aan, terwijl ik zijn logische gevolgtrekkingen bewonderde. Dat zoo'n oude man nog zoo"n uitstekend opmerkingsvermogen had, verbaasde mij werkelijk. „Luister nu eens. Clandon," vervolgde hij plotseling, mij recht in de oogen ziend, „ik zou je willen vragen iets méér voor mij te doen dan je plicht als butler je voorschrijft. Ik wilde je vragen of je van nu af aan mr. Mitcheson eens in de gaten wilde houden, hem wilde schaduwen, zooals ze dat noemen. Soms maakt hij geheel alleen lange wandelingen en soms gaat hij samen met mr. Rupert. Nu heb-ik reden om aan te nemen, dat mr. Rupert, ofschoon hij geestelijk niet geheel normaal is. toch in menig opzicht buitengewoon scherpzinnig is en het is daarom niet onmogelijk, dat hij, zonder dat ik het weet, met mr. Mitcheson slechte streken uithaalt. Dus zou ik — indien ik tenminste niet te veel van je vraag — erg blij zijn, indien je af en toe eens kon te weten komen, waar zij heen gaan en wat zij doen. Misschien is het daarbij van nut voor je, indien je weet, dat mr. Rupert zeer. ontvankelijk is tegenover vrouwen." Hij maakte nog eenige opmerkingen (Uervolg op pagina 24}
ALS VEBSTERKINGSMIDDEL N.V. AMSTERDAMSCHE CHININE-FABRIEK
——
■I 'i'.
DE GOEDE FEE
wiishewif Hits ^ 5^.J
EEN BLIJSPEL VAN FRANZ MOLNAR pgevoerd door de N. V. Vereeo. Rotterd.-Hoffstad-Toooeel De auteur van dit stuk, bekend om zijn connecties met den Duivel, heeft blijkbaar willen toonen, dat hij ook in andere kringen relaties heeft. En oog voor de Goede Fee. Wat begrijpelijk is. Want zij is een allerliefst, lichtzinnig meiske, dat zich van „glimworm" oftewel ouvreuse in een bioscoop, via dancings en fijnere restaurants heeft weten op te werken tot de door een rijken Amerikaan zeer begeerde „dame uit de betere kringen". Lou heeft gemoed^bezwaren. Want au fond is zij een zeer behoorlijk meisje. Ze houdt van licht en luchtigheid. Maar om zich te „verkoopen", daar voelt ze niets voor. Haar liefste werk is anderen tot zegen te zijn. Niet op de ouderwetsche, brave, zedige manier. Meer op haar wijze. Doch „Goede Fee" zijn is in onze materieele wereld niet zoo héél makkelijk. Allerlei zwarigheden en complicaties liggen op haar weg. In het eerste bedrijf vinden wij haar in de chambre separée van een heel mondain hotel. Mister Conrad is vuur en vlam en begeert het vrouwke, dat de getrouwde echtgenoote voorstelt. Tusschen de bedrijven, als de Amerikaan zich even heeft verwijderd, flirt zij met den Oberkellner, een goed vriendje van haar, die o zoo graag met haar voor altijd in het huwelijksbootje zou willen stappen. Hij lokt haar met een aardig huisje, een mooi tuintje. Ze ziet zich al moeder van vele feetjesDe Amerikaan heeft een vriend medegebracht, den tactvollen referendaris, die in zijn roes zijn tact kwijt is.
MIJN
Mr. Conrad wil met alle geweld weten wie de man van de Fee is, om als weldoener tegenover dezen, langs een omweg de sdtoone vrouw te winnen. Lou, in het nauw gedreven, zoekt in het telefoonboek naar een rechtsgeleerde, die haar pseudo-man kan zijn. En de gelukkige heet Mr. Max Sporum. De Goede Fee voelt zich zalig bij de gedachte, dat zij dien onbekende, terwijl hij rustig op één oor lag, aan een inkomen van wel een ton per jaar zal helpen. Zoo iets is wel echt een werkje voor een Goede Fee. Max Sporum kan het heel wel gebruiken. Hij is rechtsgeleerde, erg rechtzinnig en., doodarm. Z'n secretaresse, de trouwe Caroline, heeft dagwerk met het wegwerken van lastige crediteuren. Alles schijnt in orde te komen. In het vooruitzicht, dat zij dien armen Sporum aan 'n goeie positie helpt, wil Lou Mister Conrad's maitresse worden. Doch „souvent femme varie" geldt ook bij goeie feeën van het genre van ons Loutje. Ter elfder ure, in werkelijken zin en in ov'erdrachtelijken, verkiest zij een tête è tête met Oberkellner Jan boven een herdersuurtje met den dikken Conrad. En alles loopt mis. De „heilige" Max, geen „maagd" en geen schurk, moet alles weer teruggeven. Zelfs« het potloodslijpertje, dat hem van alle weelde, die foo plotseling zijn kantoor vulde, wel het meest dierbare stuk was. De drie bedrijven eindigen met een allergeestigst geschreven dialoog, die voortref-
NEEF
JANSSEN
was op bezoek bij een kennis, die hem een zware, slechte sigaar presenteerde. „Rooken is een dure gewoonte," meende de gastheer. ,,Let maar eens op, wat je in een jaar kwijtraakt door sigaren en sigaretten." „Ja," antwoordde mijn neef, verwoed trekkend aan den stinkstok, „vooral vrienden." „Het spijt me, dat ik u moet lastig vallen, mijnheer, maar hebt u bijgeval een agent in de buurt gezien?" „Neen, ik heb er geen gezien." „Geeft u mij dan uw horloge en portefeuille." „Ben je volkomen eerlijk ? Als je een briefje van vijf en twintig op straat vindt, zou je het dan direct naar het politiebureau brengen ?" „Nu, om volkomen eerlijk te zijn: dat zou ik niet doen." Onderwijzer : ,,Wat kunnen wij concludeeren uit het feit, dat de hersens van een man grooter zijn dan die van een vrouw ?" Leerlinge : „Dat het meer een kwestie van kwaliteit dan van kwantiteit is." „Je verloofde heeft geld, maar als je met haar trouwt, zul je het rooken en drinken er aan moeten geven." „Ja, maar als ik niet met haar trouw, zal ik het eten er aan moeten geven."
- 14 -
felijk wordt gespeeld, tusschen Mr. Sporum (Adolphe Engers, die zich ook hier weer een zeer begaafd acteur toont) en Mister Conrad (Anton Roemer). Bovendien volgt de verloving van Lou (Mevr. v. d. Lugt Melsert) en den Oberkellner (Cor v. d. Lugt Melsert). Doch met de drie bedrijven is het stuk nog niet ten einde. D'r volgt nog een tafereel, door den heer van Korlaar met 'n speechje aangekondigd, waarin we zien hoe het verder zal gaan. E»n aardige vondst, waarvan ik den inhoud maar niet zal vertellen. Het stuk haalt, qua inhoud, niet bij „De Duivel". Vooral het eerste bedrijf is vreeselijk gerekt, het tweede onnoodig lang, het derde is héél goed. Het publiek amuseert zich klaarblijkelijk kostelijk. Als blijspel is het geheel ook wel amusant. En het spel is voortreffelijk. Annie van Ees is in de rol van Lou uitstekend op haar plaats. Ze ziet er allerliefst uit en speelde, ondanks haar keelaandoening, waarvoor zij de clementie van het publiek voor haar dictie liet inroepen, voortreffelijk. Haar echtgenoot is een uitstekend kellner. Ook Louise Kooiman verdient als de secretaresse, meer toegenegen dan schoon, een woord van lof. Anton Roemer is thuis in zijn rol als dikke Amerikaan. 't Was een aardige voorstelling -in het luchtige genre. Niet bepaald geschikt voor jonge meisjes en knapen in den H.B.S.leeftijd. L. E. KOS.
Tommy (acht jaar oud) : „Mammie, mag ik gaan kijken naar de zonsverduistering ?" Moeder (verstrooid) : „Ja, maar blijf niet te lang weg, jongen, en kom er vooral niet tf dicht bii."
ONZE WEKELIJKSCHE PRIJSVRAAG Vraag honderd zeven en veertig. Wie is de muze van het minnedicht? Oplossingen gelieve men vóór 9 Dec. (abonné's in overzeesche gewesten vóór 9 Febr.) in te zenden op een briefkaart, waarop duidelijk vermeld staat: Vraag honderd zeven en veertig, aan ons adres : Redactie „Het Weekblad", Galgewater 22 Leiden. ' 'uder de goede oplossers verloten wij ecu pnj= van /2.50 en vijf troostprijzen.
100% MENSCHEN Jffil DOITSGHACHTEN «■£ SPREKEND TRALIES 1^0 & %.^
_
De verstrooide professor was bezig in zijn studeerkamer. „Heb je dat gezien ?" vroeg zijn vrouw, de kamer binnentredend. „Er staat een bericht van overlijden van je in de courant." „Och," antwoordde de professor zonder op te zien, „dan moeten wij wat bloemen sturen."
.,
Cor v. d Lugt Melsert en Annie v. Ees.
Van links naar rechts: Ludzer Eringa, Ester Kiesewetter, Annie v. Ees, Cor v. d. Lugt fnio's Core/ Melsert en Anton Roemer.
l\jlf ) :J UH
C£N FELLE AANKLACHT TEGEN HBTAMËOlKAANSeHE GEVANGENISWEZEN.
/;■!
Kind : „Pappie, als ik groot ben,mag ik dan doen en laten wat ik wil ?" Vader : „Nee jongen, als je getrouwd bent niet tenminste." Zij : „Lieveling, vader geeft ons een cheque van tienduizend gulden als huwelijkscadeau." Hij: „Dan moeten wij om twee uur trouwen in plaats van om drie." Zij : „Waarom ?" Hij: „De bank sluit om drie uur." Leidekker Duurkoop moest aan het dak van de Secretarie in zeker klein plaatsje eenige reparaties aanbrengen. Daar hij, evenals vele andere lieden, oordeelde, dat hij te veel belasting moest betalen, stuurde hij de volgende rekening in : Reparaties aan het dak. Ladder aanbrengen . . . . / 10.— Ladder neerzetten . . . . f 7.50 Reparaties aan het dak . . . / 75-—■ Totaal / 92.50. De Secretarie liet de rekening eerst een poosje liggen. Na acht weken werd zij doorgestuurd naar de volgende afdeeling met de aanteekening : „Onmiddellijk onderzoeken of Duurkoop nog op het dak aan het werk is. Er is niets in rekening gebracht voor „Ladder wegbrengen" !" Op een tentoonstelling van gebruiksartikelen kwam een mijnheer naar een der stands toe en richtte zich met de volgende woorden tot dengeen, die bij de uitstalling de wacht hield : „Mag ik mij even voorstellen ? Mijn naam is Meyer, Anton Meyer uit Verrenhoek. Mijn neef is reeds sedert eenige jaren aan uw zaak in Amsterdam verbonden." Waarop de heer antwoordde : „Ach zoo, Meyer, ja zeker, mijnheer Meyer, heel aangenaam. Nu herinner ik het mij. Uw neef heeft verleden week juist vacantie genomen om uw begrafenis bij te wonen." Een boschwachter hield een boer aan, die op patrijzen schoot en vroeg hem, zijn vergunning te toonen. Dit deed de boer, waarop de boschwachter zei : „Maar dit is een vergunning van het vorige jaar !" De boer antwoordde rustig : „Zeker, en ik mik nou op de beesten, die ik verleden jaar heb gemist."
„Kijk eens," zei de dokter tot zijn patiënt, „het heeft geen zin, de waarheid voor u te verbloemen. Het is heel ernstig met u. Is er nog iemand, dien u graag zoudt willen zien?" „Ja," fluisterde de patiënt. „Wie dan ?" „Een anderen dokter alsjeblieft !" Strandpolitie : „Ze hebben daar juist uw dochter uit het water gehaald, mijnheer, en ze passen kunstmatige ademhaling op haar toe." Millionnair: „Zijn jullie niet wijs ? 1 Ben ik soms niet rijk genoeg om het kind wat anders te geven dan zulk surrogaat ?" De twee meest populaire jongelui van het dorpje ontmoetten elkaar op straat. Een van hen had een blauw oog. „Hoe kom je daaraan ?" vroeg de ander. „Ken je dat knappe meisje, dat daar aan het eind van het dorp woonTin het witte huisje ? Je weet wel, ze ging meteen matroos, die in China zat." „Ja, wat bedoel je daarmee ?" verbaasde zich de kameraad. „Nou, hij zit er niét," was het veelbeteekenende antwoord. Vrouw (na een serenade te hebben' gespeeld) : ' „Die melodie spookt maar steeds door mijn hoofd." Echtgenoot: „Geen wonder, als je haar vermoord hebt."
DE OPLOSSING Vraag honderd drie en veertig. Kwarts (Si 02) is gekristalliseerd kiezelzuur. Een bepaalde vindplaats is niet aan te wijzen, daar in alle wateren kiezelzuur is opgelost. Na loting werd de hoofdprijs toegekend aan den heer J. R. Cretier te Venlo. Een troostprijs werd toegekend aan : mei. A. Haussen, Heerlen ; den heer B. Hage, Haarlem ; den heer P. Melchcr--, A'dam ; den heer J. Vlug, Alkmaar : :^v heer R. Veth, Dordrecht.
PE PRi¥É-SECRETARESSE met RENATE MÜLLER
Klant (een huwelijkscadeau uitkiezend) : „Ja, dat vind ik heel mooi. Hoe heet het ?" K uv.'f handelaar : „„De naderende storm" - het is een prachtig huwelijk" cadeau. - 15 -
De schlager dèr schlagers FILMA - AMSTERDAM
■'■.
- '. -•;,•;■,■.^:; ■.;■ ./.'
B
'.K -■■'■■'
e Avonturen van Tom Sawyer" zijn een getrouwe weergave van Mark Twain's klassiek jongens-
boek Tom Sawyer, de jeugdige held van het verhaal, is geadopteerd door een strenge, doch rechtvaardige en liefhebbende tante, die zelf twee kinderen heeft: Mary, een meisje van Toms leeftijd en Sid, haar jongere broertje, een verwend kereltje, dat Toms kwajongensstreken trouw aan zijn moeder overbrieft. Behalve de zeer vele interessante episoden, de slechts van indirect belang zijn voor het verhaal — zoo o.a. de zeer leuke scène tusschen Tom en zijn nieuwe vriendinnetje Becky Thatcher — is het brandpunt van het verhaal een gruwelijke misdaad, waarvan Tom en zijn kameraad Huckleberry Finn tegen wil en dank getuige zijn. Tom en Huck gaan op een nacht om twaalf uur naar het kerkhof om hun wratten kwijt te raken door een doode kat te werpen naar de duivels, die te middernacht rond de graven dwalen om de gestorven boosdoeners mee te nemen. Zij klimmen in een boom, om op de duivels te wachten. Daar zien zij drie mannen aankomen, die er op uit zijn om de graven te plunderen. Zij krijgen echter twist, en de dorpsdokter wordt gedood, door Joe, den Indiaan, die echter den derde van het gezelschap, den ouden Muff Potter, de schuld geeft. De jongens zijn zoo onder den indruk van het misdrijf, dat zij elkaar plechtig beloven er nooit een woord over te spreken. Op een anderen keer, als Tom eens een onverdiend pak rammel van zijn tante heeft gehad, ontmoet hij Joe Harper, die moppert omdat hij midden in den zomer schoenen moet dragen. Op voorstel van Huckleberry Finn, die voor alles te vinden is, gaan zij zeeroovertje spelen, en blijven verscheidene dagen lang op een onbewoond eiland midden in de rivier. Doch dan krijgen zij eindelijk genoeg van het spelen. Huck en Tom moeten onwillekeurig steeds denken aan het document, waaronder zij in bloed hun naam hebben geschreven, en Joe maakt zich ongerust over de klappen, die hij thuis te goed heeft. 's Nachts, als de anderen slapen, zwemt Tom de rivier over, om een geruststellend briefje bij tante Polly achter te laten, doch dan hoort hij hoe de dorpelingen alle hoop op het vinden der drie bengels hebben opgegeven. Men waant hen verdronken, en den volgenden morgen zal de predikant in het kerkje een specialen dienst houden. Tom
D,£-AVQIlimEEI_VAM TOM SAV/VFP
Tom Sawyer (Jackie C tooöan) en Tante Polly (Clara BendlcK).
Jackie en Robert Coogan.
Op het kerkhof Zeeroovertje spelen. - 16
PARAMOUNT-FILM naar MARK TWAIN met Jackie Coogan - — Mitzi Green — Junior Durkin. Regie van JOHN CROMWELL. In de hoofdrollen: . . Jackie Coogan. Tom Sawver . Junior Durkin. Huckleberry Finn ... Mitzi Green. Becky Thatcher . Lucien Littlefield. De meester Tully Marshall. Muff Potter . . . , Tante Polly ... . . . Clara Bendick. Mary Jane Irving. Mary Ethel Wales. Mevrouw Harper Jackie Searl. Sid Sawyer . . Dick Winslow. Joe Harper Weduwe Douglass .... Jane Darwell. . . . Charles Stevens. Joe de Indiaan
SPI ■
Mllzi Green als Becky Thatcher.
1
17 -
gaat terug om de anderen te halen. Den volgenden morgen sluipen de rakkers de kerk binnen, terwijl de dienst in vollen gang is en de predikant de „nabestaanden" troost met loftuitingen op hun goede karakters. Wanneer zij voor den dag komen, krijgen de jongens natuurlijk weer geducht op hun broek. Van lieverlede maken Tom en Huck zich toch wel ongerust over het lot van den armen ouden Muff Potter, die nog maar steeds onschuldig zit opgesloten. Huck durft niets zeggen, maar Tom trekt de stoute schoenen aan en vertelt alles aan Potters advocaat. Wanneer de zaak voor den rechter behandeld komt, moet Tom getuigen dat Joe, de Indiaan, de dader van het misdrijf is. Joe, die in de zaal aanwezig is, vlucht door het openstaande raam. De schoolmeester organiseert een picnic naar de druipsteengrotten in de nabijheid van het dorp. Na het feestmaal, waar Tom als voorbeeld van eerlijkheid aan de andere kinderen wordt voorgehouden, gaan allen de grot binnen. Tom en Becky verdwalen, en zien in een afgelegen deel van de grot hoe Joe, de Indiaan, die zich daar voor zijn vervolgers verborgen heeft, een groote schat heeft opgegraven, waarnaar de bevolking al jaren lang op alle mogelijke plaatsen gezocht heeft. Joe bemerkt Tom Sawyer, en wil hem aanvallen om zich op hem te wreken. Tom vlucht echter en in de wilde achtervolging door de donkere grot stort Joe in een ravijn, waarmee een avontuurlijke episode in het leven van Tom Sawyer afgesloten is.
•P«iW-
"
■—
.
ALS HET LEVEN EEN TRIOMF WORDT JEAN LOUIS ERNEST MEISSONIER. Een van Ft^nkrijks beroemdste schilders. Hoe hij zijn kunstenaarsloopbaan aanving. ,,Geef mij driehonderd francs," zei de zeventienjarige Meissonier tegen zijn vader, ,,en u zult niets meer van mij hooren vóórdat ik naam heb gemaakt. ' De oude Meissonier haalde verachtelijk zijn schouders op ; een dergelijk voorstel was in zijn oogen niets minder dan waanzinnig. De knaap hield echter aan, en tot de conclusie komend, dat zijn zoon minstens evenveel volharding als talent bezat, besloot de vader eindelijk den jongen zijn zin te geven. Op één voorwaarde echter : Ernest moest er voor zorgen, dat hij binnen een week een schilder van naam had gevonden, die hem voor niets in de leer wilde nemen. Slaagde hij hierin, dan zou hij zijn roeping mogen volgen ; zoo niet, dan moest hij z'n plan, kunstschilder te worden, opgeven. Gretig, met het enthousiasme der jeugd eigen, aanvaardde Ernest het harde aanbod. De week was echter reeds bijna om, zonder dat de voorwaarde was vervuld. Toen, wanhopig, ging hij op aanraden van een vriend naar den beroemden schilder Jules Potier, om daar zijn geluk te beproeven. De knaap kwam met zijn verzoek voor den dag, maar vergat in zijn verlegenheid de bewijzen van zijn kunnen te overleggen. Waarop Potier hem, toen hij uitgesproken was, bits toevoegde : ,,Als ik een zoon had, liet ik hem liever schoenlapper dan kunstschilder worden. Bonjour, mon ami \" Treurig ging Meissonier heen. Spoedig was hij evenwel weer terug op Potier's atelier. Een andere schilder had hem aangeraden nóg eens naar den kunstenaar te gaan, om hem een studie te laten zien van een groepje wijndrinkende soldaten. Bedremmeld haalde Ernest zijn schetsje voor den dag. Potier nam het schouderophalend aan, bekeek het en ... . schreef direct een briefje aan den ouden Meissonier, om hem mede te deelen, dat hij zijn zoon graag zonder vergoeding wilde opleiden. Zóó ving Meissonier, een van Frankrijks beroemdste en meest gewaardeerde schilders, zijn kunstenaarsloopbaan aan. Jean Louis Ernest Meissonier werd den twintigsten Februari 1915 te Lyon geboren. Reeds in zijn jeugd was het duidelijk in welke richting zijn toekomst zich zou ontwikkelen. ,,Ernest heeft een uitgesproken voorliefde voor teekenen," schreef zijn onderwijzer, toen de knaap negen jaar was, aan zijn moeder. „Alleen reeds het zien van een teekening of een schilderij maakt, dat hij zijn leeren vergeet." Evenals zoo vele groote geesten was Meissonier veel aan zijn moeder verschuldigd. Het portret, dat hij van haar geschilderd heeft, toont een aantrekkelijk, lief gezicht, dat op duidelijke wijze den beschaafden geest en verfijnden smaak verraadt, die zich ook zoo sprekend op zijn eigen gelaatstrekken weerspiegelden. Madame Meissonier zelf was eveneens zeer kunstzinnig aangelegd en schilderde niet onverdienstelijk op porcelein. Een uitstekende penteekening, die zij vanhaar zo. n maakte, werd door den schilder zijn
heele leven als een kostbare schat bewaard. In i825; dus toen Ernest tien jaar was, stierf de jonge moeder. Dat was een geweldige slag voor den knaap ; de smart, die haar overlijden hem berolckende, heeft hij zelfs als oude man hooit kunnen vergeten en steeds bleef hij spreken van haar „kleine witte handen, die ik zoo goed kende". Na haar dood maakte Ernest treurige jaren door ; eerst bij professor Feriot en diens echtgenoote, een antipathiek echtpaar te Grenoble, dat hem op verzoek van zijn vader met groote strengheid voor den handel trachtte op te leiden ; later, van zijn twaalfde jaar af, op een kantoor in Parijs. Een korte tijd van verademing voor den knaap volgde, toen hij, op aandrang van buitenaf, door zijn vader van het kantoor genomen en op een school in Thiais gedaan werd. Zelfs was hij hier betrekkelijk gelukkig, dank zij de aan natuurschoon rijke omgeving, waarin de school lag en waaraan hij op lateren leeftijd zijn eerste artistiek enthousiasme toeschreef. Terwijl hij hier zooveel als in zijn vermogen was inspiratie opdeed, brak de revolutie van 1830 uit. Meissonier, die gedurende zijn gansche leven steeds belang heeft gesteld in alles wat oorlog en oproer betrof — ofschoon hij de verschrikkelijke gevolgen er van verafschuwde — leefde zoozeer met de gebeurtenissen mee, dat hij besloot zich bij de opstandelingen aan te sluiten. Zijn voornemen werd echter ontdekt en een paar flinke oorvijgen bekoelden zijn revolutionnair enthousiasme. Geruïneerd door den loop der gebeurtenissen was de oude Meissonier gedwongen zijn zoon van school te nemen. Opnieuw volgde nu een ongelukkige periode te Grenoble ; de knaap schaamde zich te moeten erkennen, dat hij voor den handel werd opgeleid, zoozeer verafschuwde hij dit beroep. In plaats van boekhouden te studeeren. bekwaamde hij zich zooveel mogelijk in de anatomie en laafde zijn kunstzinnig gemoed aan het natuurschoon in de omgeving der stad, zooveel hij maar kon schetsend en teekenend. In 1832 dwong zijn vader hem opnieuw, het in den handel te proheeren. Ditmaal werd hij bediende in een drogisterij te Parijs. Hij deed zijn werk zoo goed mogelijk, maar liet intusschen geen gelegenheid voorbijgaan om zich in de schilderkunst te bekwamen. Halve nachten zat hij op zijn kamertje voor zijn ezel, het eene doek na het andere schilderend om het te verkoopen voor vijf franc per vierkanten meter ! Intusschen was hij vastbesloten, kunstschilder te worden, en zijn volharding leidde tot de zonderlinge overeenkomst met zijn vader, die tot resultaat, had, dat hij bij Potier in de leer kwam. Met één halven franc in zijn zak, om er zijn maaltijd van brood en heete kastanjes voor te koopen, ging de jonge artist nu dagelijks naar het atelier van den meester en maakte zulke snelle vorderingen, dat hij reeds eenige jaren later in den Parijschen Salon mocht exposeeren met zijn schilderij „Een bezoek aan den burgemeester", dat hij voor ongeveer honderd francs verkocht. Zijn vader was door dit succes zoo geïmponeerd, dat hij zijn zoon een weekgeld gaf, dat hem in staat stelde, een kunstreis naar
Italië te maken. Ernest kwam echter, door het uitbreken van een cholera-epidemie, niet verder dan Lyon, maar dit nam niet weg, dat hij van zijn tocht veel succes had. Het was voor den eersten keer van zijn leven, dat hij zich des winters behoorlijk warm kon kleeden en dan nog wel van geld, dat hij zelf, met zijn kunst, had verdiend ! Toen hij in Parijs terugkeerde, vond hij er een atelier voor zich ingericht. De kosten hiervoor waren betaald door zijn vader, die nu echter, omdat hij was hertrouwd, het weekgeld aan zijn zoon introk. Deze werkte echter zoo hard — meestal ging hij drie nachten per week niet naar bed ! — dat hij spoedig in staat was in zijn onderhoud te voorzien. In 1838 trouwde hij met de zuster van een zijner kunstbroeders, en de oude Meissonier vond dit een geschikte gelegenheid om alle verantwoordelijkheid van zich af te schuiven ten opzichte van de zelf gekozen carrière van zijn zoon. Er brak een harde tijd aan voor het jonge echtpaar, maar zooals steeds wist Meissonier door stagen, moeizamen arbeid zijn doel, een onafhankelijk, beroemd kunstschilder te worden, te bereiken. Zelden schilderde hij zijn tijdgenooten ; hij vond hun kostuums leelijk en hun gebaren en bewegingen in het geheel niet interessant. „Er was een tijd," zoo meende hij, „dat de menschen zich respecteerden en aandacht schonken aan hun uiterlijk. Zij hadden toen slechts een willekeurige houding aan te nemen om interessant te zijn. Dat was in den goeden ouden tijd, waartoe ik zelf ook behoor." Dien goeden ouden tijd plaatste hij in de achttiende eeuw en hij bezat van deze periode een uitgebreide collectie boeken, platen en kostuums, zoodat hij zijn modellen zonder bezwaar een ,4ouderwetsch" voorkomen kon geven. Meissonier, die vooral bekend is geworden door zijn militaire doeken, schilderde voor een niet gering deel naar eigen aanschouwing. Hij maakte als kolonel den oorlog van 1870 mee en vertoefde in Metz en Parijs, toen deze steden door de Duitschers werden belegerd. De hartroerende tafereelen, waarvan hij toen ooggetuige was, heeft hij later met groote, dramatische vaardigheid op het doek vastgelegd. Gedurende de laatste jaren van zijn leven schilderde hij geen kleine stukken meer — ofschoon zij hem vaak meer dan tweehonderdduizend francs per stuk opbrachten ! — om zich geheel te kunpen wijden aan een groot werk „Het Beleg", dat hem een plaats in het Pantheon bezorgde. In 1875 werd hij ernstig ziek, waardoor hij niet meer in staat was het penseel te voeren, zooals hij het wilde. Toch werkte hij nog onverdroten voort, hoewel hij gekweld werd door de gedachte, zijn krachten niet tot haar volle waarde te hebben ontplooid. Hij zag visioenen, die, als hij ze had kunnen uitbeelden, zijn naam onverbrekelijk zouden hebben verbonden aan dien van Rembrandt en MichelangeloMaar dit beloofde land heeft hij niet mogen binnengaan. Hij stierf in 1891, nadat »ijn vaderland zijn verdiensten had ereend door'hem het Legioen van Eer te schenken.
— 18 ■
.
■
■
,__-._-_
Dmügt alleen Echte Zijjée Daarmee verbindt ^ij de uiting van goeden smaak aan de ware luxe, wat ten slotte ook liet meest economiscne is.
„Vroimmeini oa/ni cf//sfmdf//e dragee Echie Zojde" 19
•
■
'
mmm— ^
'
:.
.^
...
OftlÜ
WALLACE BEERY •. Een biographie in zakformaat
i J-
T^TT'allace Beery werd den eersten April 1886 in Kansas City geboren. Hij bezocht de Ghase-school in .die stad en verliet op 16-jarigen leeftijd het ouderlijk huis om bij het Ringling Brothers Circus een betrekking als oppasser voor de olifanten aan te nemen. Gedurende twee jaar maakte hij deel van dit circus uit. In 19CH ging hij naar New-York en kreeg een engagement bij de Henry W. Savadge Musical Comedy Organisation. Hij heeft een goede zangstem en Vervulde daarom al spoedig de eerste komische rollen. In 1913 kreeg hij | een aanbod van de Essanay Film Company. Zijn eerste rol was die van een Zweèdsche dienstbode. Gedurende vier jaar speelde hij voor deze maatschappij. In 1918 ging hij over naar de Keystone en trad gedurende een jaar op in de Sennet Comedies. Vervolgens speelde hij voor de Universal en maakte een serie films in Japan. Terugkomende in de Vereenigde Staten speelde hij karakterrollen voor Paramount en ging later ovey^^^Ietro-Goldwyn-Mayer. De vertolking van zijn rol in „The ^^f^c R^g^e" vestigde de aandacht op zijn capaciteiten en in de nieuwste films van Metro-Goldwyn-Mayer kreeg hij zeer belangrollen te vervullen.
Drinkservies in helder en meer-blauw kristal.
Vie
rkante bloempot van graniver.
Reeds eeuwenlang wordt glas gebezigd als materiaal voor kunstvoorwerpen van velerlei aard. Men heeft echter steeds het glas gebruikt als grondstof en de sierlijkheid en schoonheid van het voorwerp werd gevormd door de decoratie, welke men op of aan het glas, door beschildering, door kleuren of slijpen had aangebracht. , . UJ- u . In dezen tijd echter, begint men zich bij het vervaardigen van glazen kunstvoorwerpen meer en meer toe te leggen op den vorm, en streeft men er naar, het glas zelf als versiering te bezigen, en de lijnen en kurven hiervan in den volmaaktsten graad van eenvoud tot een schoon geheel samen te voegen. Alle moderne glazen kunstvoorwerpen bijvoor 1 beeld toonen U, hoe men heeft getracht, hier de lijn als begin- en eindpunt te gebruiken, haar
OUSWEW volkomen uit te balanceeren en haar aldus te maken tot het voornaamste deel van hetgeen men heeft willen scheppen. En juist door de fijnheid, de ranke sier van glas is het mogelijk den kunsten gebruiksvoorwerpen dien edelen vorm, die nobele lijnen te geven, die zoozeer onze bewondering wekken, afgezien van de fraaie kleuren, welke in het glas zijn verwerkt. Buiten de gebruikelijke siervoorwerpen als vazen en schalen, bakken en kommen, legt de moderne Industrie zich ook toe op het vervaardigen van glasvoorwerpen voor huiselijk, dagelijksch gebruik, als likeurstellen, vingerkomraen, compote-schalen e.d. Het afgebeelde drinkservies bijvoorbeeld vormt een buiten. gewoon mooi geschenk, daar het kunst- en gebruiksartikel tegelijkertijd is. Dan zijn er nog de aardige bloempotten en
Bloemvazen en drljfschaal. uitgevoerd in meer-blauw, grljs-violet en oranje. -21 -
— 20 . ,■
.
.
,:.:
■...■.■
..-:
...;..
.
-bakjes van z.g. graniver, d.i. geperst glas. Ze zijn in vroolijke kleuren uitgevoerd en door hun eenvoudigen, hoekigen vorm uitermate geschikt om er cactussen en vetplanten in te zetten. De potten zijn voorzien van groeven en uitsteeksels, zoodat zij op elke willekeurige wijze aan elkaar gepast kunnen worden, waardoor het mogelijk is, ze in een strakke, rechte rij te plaatsen, wat een sterk decoratief effect teweeg brengt. Den laatsten tijd worden ook dieren- en menschenfiguren van glas gebracht, waarbi) werkelijk zeldzaam fraaie exemplaren zijn aan te wijzen. i. r . • Wij meenen, dat de hierbij afgebeelde foto s van voorwerpen, afkomstig uit de glasfabrieken van Leerdam, een sprekend bewijs zijn voor hetgeen wij hierboven zeiden^
Ro
nde Leerdam-bloempotte
n van graniver.
F
WA LZ ER AUS
V/l EM
e Ufa brengt een toonfilm in on land, die onder regie van Conrac Wiene is ontstaan. Het scenario, geschreven door Paul Beyer behandelt het leven van Johann Strauss ei dat van zijn zoon. De vader wenscht niet dat zijn zoon musicus zal worden, maa omdat het bloed der Straussen nu eenmaa kruipt waar het niet gaan kan, wordt hij hei natuurlek toch. Dit filmwerk is rijk aan tal van goedi opnamen, waarvoor de camera-man Car Drews een woord van lof toekomt. Ook treden in deze rolprent een groot aantal bekende filmsterren op. De oude Strauss wordt gespeeld door Hans Junkermann, den jongen Strauss creëert Gustav Fröhlich. De moederrol (die bij de familie Strauss verre van gemakkelijk blijkt te zijn geweest) speelt Julia Serda. Een extra woord van lof voor Ferdinand Bonn, die van het kleine rolletje als dom-organist iets heel moois maakte.
I. Maria Paudier en Gustav Fröhlich. — 2. Gustav Fröhlich (Johann StrauSs) en Valerie Boothby (de dochter van den grootvorst 3. Hans Junkermann als Johann Strauss. - 22-
^-^^-
■-
■■"
■
-
-
■■-
__ _^___^.
4. Gustav FVÖhlich en Maria Paudter. - 5 De'jonge Strauss viert zijn eerste triomfen. 6. De jonge Strauss en zijn moeder (Gustav Fröhlich en Julia beraa;. — 23 —
•■
©PSDODiMEIELE VOD-IEIMOAIM1 IMKERS, de bekende harmonica-virtuozen.
[Uervolè van pagina 13) en liet mij toen gaan. Ik voelde mij buitengewoon opgelucht, want toen hij mij had laten roepen, had ik niets anders verwacht dan aan een streng verhoor te zullen worden onderworpen. Hetgeen sir John had gezegd, bleef den geheelen morgen, terwijl ik mijn dagelijksche plichten vervulde, in mijn gedachten. Er wären twee dingen, die mij verbaasden. Het eerste was, dat het blonde meisje, dat naast mr. Rupert
Kppi&t Wn^Ä ^
Jelui kunt gerust zijn. Ik erger me werkelijk niet meer. Het is niet de moeite waard. En ik heb d'r ook geen tijd meer voor. Ik ben bezig met 'n enquête. Ik bestudeer het vraagstuk waarom alles duurder wordt, omdat alles zoo veel goedkooper is. Je leest in de krant dat ze in Brazilië de treinen met koffieboonen stooken. En je betaalt geen cent minder voor je ,,kleintje", waarbij je als tegengift voor al de zwarigheden, om elf uur 's morgens troost zoekt. De groente is op de veiling zoo goedkoop, dat ze d'r mesthoopen van maken, suiker ligt te wachten voor de liefhebbers, die ze afhalen willen. En m'n vrouw vraagt om meer huishoudgeld. Vorige week was ze in Amsterdam. Ze ging met 'n taxi bij d'r vriendin op visitie, omdat de tram was opgeslagen. Als je dat allemaal boort, en bekijkt en bepeinst, heb je toch geen tijd meer om je te ergeren. Eindelijk heb ik d'r wat op gevonden. Dacht het ten minste. Ik ben naar Leiden gegaan. En ik heb verhooging van honorarium gevraagd. Voor het beetje, dat ze me betalen, kan 'k m'n ergernis niet meer luchten. Weet je wat die hoofdredacteur me ten antwoord gaf? M'nheer Pruttelaar, als je voor het geld, dat we je tot nu toe betalen om de rubriek „Mensch erger je niet" te schrijven, niet verder wilt meewerken, dan erger je je voor het vervolg maar niet, wij ergeren ons wel! Weg zijn al m'n goede plannen. Mensch erger je nou ereis niet als je zoo'n antwoord krijgt. PETRUS PRUTTELAAR.
had gezeten, hem had toegestaan haar hand vast te houden, hoewel zij elkaar dien avond pas hadden leeren kennen; het tweede was het zonderlinge gedrag van lady Brighton toen mrs. Traill haar halssnoer had verloren. Mijn meesteres had er niet bedroefd of geërgerd uitgezien, doch ze was zenuwachtig, ja zelfs bang geweest. Het was ongeveer drie uur van den volgenden dag, dat ik, toen ik toevallig uit het raam in de provisiekamer keek, mr. Rupert en mr. Mitcheson _ door den oudhollandschen tuin zag loopen. Ze liepen erg langzaam, gingen de laan in, openden het hek dat aan het einde er van stond en sloegen toen een voetpad in, dat over een grasveld naar het bosch leidde. ,,Ha," zei ik tegen mezelf, „ik zou zelf óók best op zoo'n mooien middag een wandelingetje kunnen maken. Ik zal sir John bij zijn woord nemen en hen eens volgen." Ik wist een korteren weg naar het bosch, dus zette ik mijn hoed op, stak een sigaar aan, en na den tweeden huisknecht te hebben gezegd, dat ik waarschijnlijk over een uurtje terug zou zijn, vertrok ik. Ik had nog niet langer dan een kwartier geloopen, toen ik, nadat ik een boschpaadje was ingeslagen, mr. Rupert en zijn metgezel voor mij uit zag loopen. Ze zetten er nu den pas in en ze bevonden zich een honderdvijftig meter vóór mij. Ik bleef eenige oogenblikken staan om hen na te kijken; toen sloeg ik een ander pad in, dat naar een open plek in het bosch voerde, waar ik hen, naar ik vermoedde, wel weer in het gezicht zou krijgen. Maar toen ik op de open ruimte kwam, was er geen spoor van hen te bekennen. Het was erg rustig buiten en ik vroeg me juist af, waar ze gebleven konden zijn, toen ik opeens stemmen hoorde. Ik merkte direct, dat de stemmen uit een prieel kwamen, dat in de buurt stond, maar dat ik, vanwaar ik stond, niet kon zien, omdat het achter hoog en dicht struikgewas verborgen
lag. Onmiddellijk herkende ik . de stem van mr. Rupert. Wat mij echter het meest verbaasde was, dat de andere stem van een meisje was. Ze spraken op gedempten toon met elkaar en ik hoorde hen vaak lachen. Plotseling herkende ik de stem van het meisje, dat niemand anders bleek te zijn dan miss Murray, zijn tafeldame tijdens het diner. Op het zachte mos konden mijn voetstappen niet worden gehoord, zoodat ik het waagde, wat dichter naar het prieel te sluipen. Opeens zwegen de stemmen en hoorde ik het geluid van een kus... Ik heb er nooit van gehouden, om bij verliefde paartjes voor luistervink te spelen en ik zei tegen mezelf, dat het mijn zaak niet was, indien de zoon en erfgenaam van sir John een of andere heimelijke flirtation op touw wenschte te zetten, indien dat aardige meisje er van gediend was. (Later hoorde ik, dat ze elkaar vóór dien bewusten avond van het diner al vaak ontmoet hadden I) Daarom luisterde ik niet verder, maar keerde mij om en verwijderde mij zoo snel ik kon. Ik vroeg me echter verbaasd af, wat er van mr. Mitcheson kon zijn geworden. Waarschijnlijk wist hij van mr. Ruperts ontmoeting ai, want deze was klaarblijkelijk vooraf vastgesteld — misschien had hij er zelfs wel voor gezorgd en betrof het hier een van de „slechte streken", waar sir John van had gesproken. Het leek wel, alsof het was voorbestemd, dat ik dien middag slechts onverwachte ontmoetingen moest hebben, want eer ik een minuut of tien had geloopen, hoorde ik opnieuw stemmen, maar nu van twee menschen in de open lucht, die zich klaarblijkelijk aan den anderen kant van de heg bevonden. „Indien je één woord durft kikken, Vera," hoorde ik mr. Mitcheson met stemverheffing zeggen, „dan voer ik mijn bedreiging onmiddellijk uit. Je kent me nu lang genoeg, zou ik zeggen, om te weten, dat ik doe wat ik zeg! Ik geef toe, dat je mij tot nu toe goed hebt geholpen, maar als je je nu als een gek gaat aanstellen, vergeet dan niet, dat ik zal handelen — en direct!" Er heerschte even stilzwijgen, en toen hoorde ik tot mijn verbazing de stem van mijn meesteres! Er klonk een ongeloof elijke haat in haar woorden toen ze zei: „Schurk! Lafaard! En dan te moeten denken, dat ik je op je woord van eer heb vertrouwd! Ik haat je nu — ik veracht jel En1 het kan me niets schelen, of je mij tegen mijn man verraadt ! Hij moet het vroeg of laat toch te
DE MODERNE VROUW kent de waarde der doelmatige lichaamshygiëne. Zij kiest alleen
Hhi
weten komen, dus kan het net zoo goed nü. Je dreigt mij, maar je vergeet, dat je direct gearresteerd zou worden, indien ik maar één woord tegen de politie zei." „Dat is mogelijk," antwoordde hij sarrend, „maar ik zou direct weer losgelaten worden, omdat je geen enkel bewijs kan geven! Maar om op jou terug te komen. Je wist, dat ik dat halssnoer wilde hebben, niet? En ik zou het nóg gehad hebben, indien jij, inplaats van je hoofd te verliezen, sir John had afgeraden om het licht uit te draaien! Tegenover al die menschen zou hij het niet hebben durven wagen om tegen je wenschen in te handelen." „Het kan me niet schelen wat ik gedaan of niet gedaan heb," hoorde ik mijn meesteres flink antwoorden, „maar denk er aan, dat ik direct met mijn man zal spreken, indien Clandon mocht worden gearresteerd en dat ik alles zal vertellen, wat ik weet van je. De consequenties daarvan aanvaard ik ten volle." „O, doe je dat?" Hij siste de woorden bijna, en het volgende oogenblik hoorde ik het geluid van een slag, gevolgd door een kreet. Dat maakte me woedend. Zonder mij ook maar één seconde te bedenken, sprong ik over de heg en kwam op het grasveld aan den anderen kant terecht. Lady Brighton lag op haar zij op den
H
OPEON ELECTRIC FILM SUCCES-NUMMBRS AMERICAN JAZZBAND NEW RYTHM STYLE AROBNTUNSCHE TANGO S DAJOS BELA'S BAND
MEEST AANGEWEZEN SPOELMIDDEL
Gemakkelijk in het gebruik, aangenaam geparfu meerd. Flacons met 25 tabletten M.30 Verkrijgbaar bij Apothekers en Drogisten
Catalogi op aanvrage. .
Imp. N.V. M. STIBBE A Co. AMSTERDAM
-
— 24
AMSTEL 222
grond en kreunde, terwijl er een dun straaltje bloed sijpelde uit een wond onder haar rechteroog. Toen mr. Mitcheson mij zag, werd hij zoo bleek als een doode. „Ik heb alles gehoord, wat je hebt gezegd, ellendige afperser," riep ik, over
van Peter Kreuder, zingt op 11 526 „Weit ist der Weg", een lied uit de Cando-toonfilm „De groote reis", en „Das ist die Liebe der Matrosen", marschlied uit de Ufatoonfilm „Bommen op Monte Carlo". Op 11527 speelt het Wiener Boheme Orchester „Du traumschöne Perle der Südsee", wals uit de operette „Die Blume von Hawai" (Paul Abraham) en „Insel meines Glücks" (Chas. E. King). Het Xylophon Künstler Orchester speelt op 11528 „Elfengeflüster" van Max Rhode en „Puppenspiele" van Rud. Lederer. Dajos Béla en zijn orkest spelen op 115 19 uit de toonfilm „Der Herr Bürovorsteher" de twee schlagers „In meiner Laube steht 'ne Bank" en „Wer sich küsst", beide van Walter Kollo. Uit de nieuwe Lya Maratoonfilm der Friedrich Zelnik-productie „Jeder fragt nach Erika" vindt U op 11521, gespeeld door de origineele toonfilmbezetting met zang van Lya Mara, „Ich hab' ein Kleid" en „Ich kann nichts dafür". De accordeon-virtuoos Emil Vacher speelt op 11532 „Die Schönste", een wals van Darlay en „La Java des Rigolos", waarvoor Vacher zelf de muziek componeerde. De tenor M. Georges Jouatte zingt op 123783 „Air d'Ottavio" uit de 4e acte van „Don Juan" (Mozart) en „Invocation ä la nature" uit „Damnation de Faust" (Berlioz). Op 123569 zingt de tenor M. Francis Banuls, begeleid door een orkest onder leiding van M. G. Gloez „Salut demeure chaste et pure", uit „Faust" (Gounod) en „Air de la Fleur" uit „Carmen" (Bizet). L'Orchestre du Cinéma Tivoli onder leiding van M. Andre Messier speelt op 238195 „Avanbanche" en „Folie Panique". beide van A. Messier. Op 238197 speelt hetzelfde orkest „La Houle" (P. d'Altonal) cn „La Bataille" van L. Blemant. — 25 —
. ^;..-0^-.--^.- -
.■■..;:,:.• ■■':s:...':.i^
^^^__^______^__
___^-_
'
EEIM LÖEFTÄILB-DQ TRD©. (^ ^^ d' Groo') Diny van Kreveid, piano en zang; Nelly gulpers cello en saxophoon en Nelly Jonker, viool, die in verschillende plaatsen van ons land met veel succes optreden.
GRÄMOPHOON=NIElIWS DOOR WEERGEVER ieronder laten we een aantal zeer goed geslaagde Odeon-opnamen volgen. Op 4995 zingt Richard Tauber „Selig sind, die Vcrvolgung leiden" uit de opera „Der Evangelimann" (Wilh. Kienzl) en „Aus deiner Hand. Herr, unser Heil" (Giordani-Karl W. Vogt). De sopraanzangeres Vera Schwarz zingt, begeleid door het Odeon Künstler Orchester onder leiding van Dr. Weissmann, op ii530 ••$? e^n^ un^ so treu" en „So voll Fröhlichkeit", beide uit „Der Zigeunerbaron" van Joh. Strauss. De pianist Prof. Emil von Sauer speelt op 6793 „Etude Nr. 3 E-dur" van Chopin en „Spieluhr" van Emil von Sauer. Op 6794 speelt het Symphonie-Orchester, samengesteld uit leden der Staatskapelle te Berlijn onder leiding van Dr. Weissmann, de ouverture van „Semiramis" van Rossini. De bekende en beminde filmster Willy Forst zingt, begeleid door het Odeon Künstler Orchester onder leiding van Peter Kreuder. „Eine Liebestragödie in 3 Minuten", een potpourri uit Willy Forsts liederen-repertoire, muziek van Robert Stolz, tekst van Walter Reisch. Het nummer van de plaat is 11525. De Duitsche radio-zanger Franz Baumann, begeleid door het Odeon Künstler Orchester onder leiding
'
al mijn leden bevend van verontwaardiging. „Dus jij hebt het halssnoer gestolen — je hebt het althans geprobeerd." Mijn handen jeukten om hem naar de keel te vliegen, maar ik beheerschte mij en naast mijn meesteres neerknielend en mijn zakdoek krijgend, veegde ik voorzichtig het bloed-af, dat langs haar gezicht liep. Ze mompelde een paar woorden van dank, en ik voelde hoe haar hand beefde toen zij mijn arm greep, als zocht zij bij mij bescherming en steun. „Clandon," riep ze plotseling smeekend uit, „sir John mag hier niets van weten, niets, begrijp je? O, je zult het hem niet vertellen, hè? Zeg, dat je hem niets zult vertellen." „Hoor je het, Clandon?" zei mr. Mitcheson, en er was een triomfeerende klank in zijn stem. „Lady Brighton heeft graag, dat sir John er niets van te weten komt! Hoor eens, man, ik kan het de moeite waard voor je maken, om te doen alsof je niets hebt gehoord of gezien." Met deze woorden haalde hij een dik met bankpapier gevulde portefeuille uit zijn zak. „Hier, Clandon, neem dit," zei hij, en zijn hand beefde toen hij een bundeltje banknoten tot een bal in elkaar frommelde en ze daarna in zijn gesloten vuist voor mij hield. „Het zal zoowat honderd pond zijn, misschien wel meer," zei hij. „Het spijt me, dat ik lady Brighton heb geslagen. Dat had ik niet moeten doen. Ik heb mij echter een oogenblik vergeten." Met een beleefd doch beslist gebaar wees ik de banknoten af. Hij keek lady Brighton aan en zei toen op den toon van een klein kind: „Je vergeeft het mij toch, Vera? Laat mij je helpen op te staan." Hij bukte om haar te helpen, maar zij deinsde angstig voor hem terug. „Ga weg!" riep ze uit. „Ik wil je nooit meer zien! Ik kan je gezicht niet meer verdragen! Ga weg. Clandon zal mij wel thuisbrengen." Ik stond op. „Mr. Mitcheson," zei ik
^-./-■.■V.^.^-^vv,,-
I riLM-EWTHOUSIASTEN
NIEUWS UIT DE STUDIOS
, T"'" "
v;s
Hoe een decor voor een nieuwe M.G.M.-film wordt ontworpen. Ik wendde mij, zonder zijn antwoord beslist, maar heel kalm, „indien lady Brighton het goedvindt, zou ik je willen af te wachten, tot lady Brighton. „Vindt u hetgeen ik heb gezegd, zeggen terug te keeren naar mr. Rupert, goed, m'lady?" vroeg ik. dien je in het boscÜ in het prieel zult „Geheel en al, Clandon," antwoordde vinden. Je kunt je wandeling dan met hem voortzetten, en als je thuis komt, zij, een zucht van verlichting slakend. „En jij zult niets zeggen van hetgeen je zeggen, een telegram te hebben gekregen, dat je noodzaakt in verband vanmiddag hebt gezien of gehoord?" „Indien mr. Mitcheson werkelijk vermet een sterfgeval in je familie, direct naar huis te gaan. Indien je eenmaal trekt, zal ik nergens over spreken, bent vertrokken, kom je niet meer terug m'lady; u kunt geheel van mij opaan," antwoordde ik. „Ik zal net doen, alsof op Acton Manor. Begrepen ?" ik vanmiddag in mijn eentje een wandeling door het bosch heb gemaakt en ZENUWONTSTEKING VERDWENEN. niemand heb gezien. En u bent zoogeHoe een dominee verlichting kreeg. naamd gevallen, toen u over een heg „Ik had een acute zenuwontsteking wilde klimmen en bent met uw gezicht op een steen terecht gekomen. Ik kwam in mijn linker-schouder en arm, die ik toevallig langs, toen het net gebeurd had opgeloopen, door mij te veel aan was, en daar u bang was te zullen beweer en wind bloot te stellen," schrijft zwijmen, hebt u mij gezegd, u naar huis Zijn Eerwaarde H.E.T. „Het was mij onmogeüjk den arm op te tillen om te begeleiden." „O, Clandon," riep zij uit, terwijl er mij te kleeden, of anderszins te gebruitranen in haar oogen kwamen, „hoe kan ken en de pijn was natuurlijk vreeselijk. ik je ooit genoeg bedanken?" Alle uitwendige middelen faalden. Maar Mr. Mitcheson wilde haar een hand ik kreeg het weer geheel in orde geven toen hij wegging, maar ze keerde door de aangetaste deelen warm te zich om. Hij had zijn bankbiljetten weer houden en eiken dag 's morgens vroeg in zijn portefeuille geborgen, en na mij Kruschen Salts te nemen in een glas te hebben gezegd, dat ik naar den duiwarm water. Het duurde bijna een vel kon loopen, draaide hij zich op zijn maand, maar toen was ieder spoor van hielen om en wandelde heen. Eenige de zenuwontsteking verdwenen." Zenuwontsteking is een voorbeeld van minuten later was hij in het bosch verwel een dozijn soortgelijke kwalen — dwenen. Ik respecteerde natuurlijk het vertrousommige minder, andere weer heel wen, dat mijn meesteres in mij bleek te ernstig — die alle voortkomen uit onstellen en nam mij dan ook voor, absozuiverheden in het bloed. En het is luut niets te laten merken van hetgeen het onzuivere bloed dat, door het geik had gehoord en gezien, maar ik was heele lichaam circuleerende en ontniettemin overtuigd, dat het gebeurde stekingen in de weefsels veroorzakende, den een of anderen dag bekend zou die ondragelijke pijnen veroorzaakt. worden. Maar daar vergiste ik me in. Kruschen Salts kunt U gerust vertrouwen; het zal de zaak weer in orde Alles werd op een veel prettiger wijze maken. Omdat Kruschen juist datgene opgelost. Toen mr. Mitcheson ongeveer dne bevat wat de natuur noodig heeft om weken weg was, moest ik bij sir John Uw inwendige organen weer tot een komen. Hij liep in zijn werkkamer gezonden, normalen toestand terug te op en neer toen ik binnenkwam en brengen. zag er ernstig uit. Hij beval mij de deur Kruschen Salts is uitsluitend verte sluiten en zei toen direct, mij recht in krijgbaar bij alle apothekers en drogisten ä Fl. 0.90 en Fl. 1.60 per flacon. de oogen ziend: „Clandon, mijn vrouw heeft mij alles Hollandsche verpakking waarborgt verteld van die geschiedenis met het echtheid. -36 -
nder regie van George Fitzmaurice, zal door de Metro-Goldwyn-Mayer Filmmaatschappij het leven van Mata Hari verfilmd worden. Zooals wij eerder meldden, zal Greta Garbo de titelrol vervullen. Ramon Novarro speelt de rol van Marton, den cenigen man, die Mata Hari werkelijk heeft liefgehad. Verder zullen Lewis Stone en Lionel Barrymore belangrijke rollen in deze rolprent vervullen. Onder regie van W. S. van Dyke speelt de beroemde zwemmer Johnny Weismulier voor de Metro-Goldwyn-Mayer de hoofdrol in de toonfilm „Tarzan". Eindelijk schijnt men in Amerika te merken, dat de Amerikaansche film niet geheel in den smaak van het Europeesche publiek valt. De bekende regisseur Jacques Feyder zal n.1. een rondreis van ongeveer een jaar door Europa maken om het vraagstuk te bestudeeren, hoe de Amerikaansche toonfilm aan de Europeesche verlangens aangepast kan worden. Hopen we, dat hij er in slaagt, dit moeilijke probleem op te lossen. Jeannette Mac Donald werkt thans aan een nieuwe film met Maurice Chevalier, getiteld „One hour with you". George Cukor voert regie. Marlene Dietrich zal hoogstwaarschijnlijk in April een nieuwe film voor de Ufa te Berlijn gaan spelen. Onder regie van Joseph von Sternberg werden de opnamen van zijn nieuwste werk „Shanghai Express" voltooid. De hoofdrollen spelen: Marlene Dietrich, Anna May Wong, Clive Brook en Sessue Hayakawa. Yvette Guilbert is thans ook voor de toonfilm opgetreden. Haar eerste filmpjes worden reeds in ons la*id vertoond. Wilhelm Bendow werd voor de Ufa-toonfilm „Heerscher der Duisternis" geëngageerd. E* hoofdrollen in deze film spelen Emil Jannings en Anna Sten; regie voert Robert Siodmak. Onder regie van Dr. Martin Rikli spelen Hertha von Walther en Erich Manning in de Ufa Kultuurfilm „Meergold", die te NeuBabelsberg wordt opgenomen. Voor de Willy Fritsch-film „Ronny" werd de komiek Willi Grill van het Hamburger Thalia Theater geëngageerd. De regie voor deze film voert Reinhold Schünzel. Onze landgenoot Jaap Speyer zal regie voeren van een film, welke getiteld zal zijn „Strafzaak van Geldern", naar den gelijknamigen roman van Hans Hyan. Valery Boothby speelde in de Elstree Studios bij Londen met Joseph Schildkraut, onder regie van Wilcox, een Duitsche film getiteld „Zigeunersymphonie".
BEZOEKT HET
LUXOR PALAST TE ROTTERDAM
J. F. D. £e AMSTERDAM. Hierbij de
m
m -■'^m-
t,
DIEOEIF3 SDJO^fl ED®E^ zegt Karen Morley, en opdat een ander niet van den hare gebruik zal maken, liet ze haar portret op de rugleuning aanbrengen. betrekking van oppasser van mr. Ruhalssnoer en de rol, die zij er in heeft pert, in de hoop hierdoor later gelegengespeeld, en eveneens heeft zij mij verheid te hebben in een of andere villa teld, wat er een paar dagen later is gein de buurt te kunnen inbreken, zij beurd en hoe jij je daarbij hebt geniets had durven zeggen; en het was dragen. Ik dank je daarvoor. Clandon, eveneens door haar te dreigen, en door en voor je trouw tegenover haar ladyde aanwending van een soort hypnoship, en omdat ik je na alles wat er is tische macht (die hij over haar scheen gebeurd, nu meer als een vriend dan als te hebben verkregen sinds hij op Acton een butler beschouw, zal ik je alles eerManor vertoefde), dat hij haar had lijk vertellen. Je hebt er recht op, de weten te dwingen hem te helpen bij waarheid te weten." Hij vertelde mij toen — en zijn stem het stelen van mrs. Traills halssnoer. klonk bewogen — dat mr. Mitcheson „Het is een verschrikkelijke toestand jaren geleden te Monte Carlo kennis geweest," besloot sir John, „maar er had gemaakt met haar ladyship. Hun is nu gelukkig een eind aan gekomen. vriendschap benuttend, had hij haar Het eenige wat ik betreur is, dat ik dien weten over te halen zichzelf te comproschurk niet aan de politie kan overmitteeren door geld van hem te leenen leveren." en door haar daarna te dreigen, dat hij Na deze episode bleef ik nog twee haar schuldbekentenissen aan sir John jaar in dienst van sir John Brighton zou sturen, was hij er in geslaagd, haar en hoewel hij soms wat bruusk in zijn geheel in zijn macht te krijgen en geld optreden was, waren hij en haar ladyaf te persen. ship toch altijd buitengewoon vrienJa, hij had haar zóó bang gemaakt, delijk tegen mij. dat toen hij had gesolliciteerd naar de Met mr. Rupert heb ik nooit eenige moeiüjkheid gehad; het was zelfs alsof hij er heelemaal niet was, want hij deed steeds alsof hij me niet zag. Ik heb altijd geloofd, dat een misdadiger zijn gerechte straf niet ontgaat en in het geval van mr. Mitcheson kreeg ik ook weer gelijk, want een jaar later werd hij wegens chantage veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf! -37 -
Bij Ruwe Gesprongen Handen
piiim
gevraagde adressen .Ramon Novarro, Metro» Goldwyn-Mayer Studios, Culver-Ciéy, Californië. Maurice Chevalier, Paramount Studios, 5451 Marathon Street, Hollywood. Olga Tsechowa, Reichstrasse 2, Berlijn. T. M. te GRONINGEN. Henny Porten is met Dr. von Kauffmann gehuwd. Lilian Harvey is heusch niet met Willy Fritsch getrouwd. In „Het congres danst" spelen beiden weer samen. I. M, te AMSTERDAM. Rolf von Goth is niet getrouwd. Hij is den 5en November geboren. Fritz Schulz woont Platanenallee 26, Berlijn. Het adres van Dolores del Rio Is United Artists Studios, 7200 Sancta Monica Blvd., Hollywood. R. K. S. te ROTTERDAM. In ons land zijn geen filmscholen. Schrijven heeft absoluut geen doel. Zet het plan uit Uw hoofd. Het adres van de Ufa te Berlijn is Kochstrasse 6—8. T. G. te DORDRECHT. Lien Deyers filmt niet alleen in Ufa-films, In „Zijn reden tot echtscheiding" speelt zij met Johannes Rieroann. Zij is zeer muzikaal. F. W.te 's-GRAVENHAGE. Op brieven, die niet- met naam en adres zijn onderteekend, kunnen wij geen antwoord geven. G. J. L. te IJMUIDEN. Greta Garbo zal U zeker voor dien tijd nog antwoorden. Schrijf haar in het Engelsch of Duitsch. Een antwoord-coupon is aan ieder postkantoor verkrijgbaar. We denken niet, dat zij U zal ontvangen. We vinden het erg aardig van Uw vader, dat hij U mee naar Hollywood wil nemen, R. V. te DORDRECHT.'Rolverdeelins van films vermelden we in deze rubriek niet. U bedoelt Ida Wüst. A. te 's-GRAVENHAGE. Het adres van Charley Chaplin is 1416 La Brea Avenue, Hollywood. Niet vergeten antwoord-coupon in te sluiten I P. 5. te AMSTERDAM. Charles Rogers zal gaarne aan Uw wensch voldoen. Neen, die handteekening zet hij zelf. U moet drie antwoord-coupons insluiten en hem in het Engelsch schrijven. P. B. te VISE. Inderdaad heeft Pola Negri de titelrol in de film „Carmen" gespeeld. AARDIGE fILMBOERJES
In het Verlag Scherl is een serie boekjes verschenen, welke portretten brengen van bekende Ufa-sterren. De algemeene titel is Illustrierte Filmbücher. De volgende artisten werden reeds behandeld: Willy Fritsch, Lilian Harvey, Harry Liedtke, Hans Albers. De boekjes zien er aantrekkelijk uit. Ze zijn gecartonneerd en een aardige aanvulling van de bibliotheken der filmenthousiasten. Aros schrijft bij de foto's een interessanten tekst met leuke bijzonderheden. De prijs der hoekjes is i Mark per stuk. De eerste Internationale amateur-danswedstrUden worden dit jaar gehouden te Berlijn in het Eden-Hotel, onder presidium vanhetffReichsverhand zur Pfleg'e des Gesellschaftstanzes E. D. Berlin". — Holland wordt vertegenwoordigd door het amateur-paar Jan Blok, Utrecht, en Mej. Tilly Lohmann, Amsterdam. Als trainer treedt op de dansleeraar Cor Klinkert, Amsterdam.
;r='.r";;,-;-r,:ï:-\.<--.'■;,.■;;■
BE BERDE MUZE vooral in verschillende type-rollen trad hij op den voorgrond en wist menig succes te oogsten. Tot slot: onze hartelijke gelukwenschen! C. J. PIETERS.
I.O.K.'s wedstrijdavond
H. G. J. SUHR.
D'
Vier Amsterdamsche Vereenigingen bekampten elkander in Maison Boer voor dezen wedstrijdavond ter gelegenheid van het tweede lustrum van I.O.K., n.1.: Nieuw Jan van Beers (Valse Champêtre). Intieme Kunstkring (De Ploegbaas). De Shawspelers (Artikel 188). T.O.G.I.D.O. (Doodenrit). Daar de Jury (Mevrouw Julia Cuypers en de beeren van Kerckhoven en Frank) een uitgebreid rapport zullen uitbrengen, zal ik mij van een bespreking onthouden. Alleen moet mij deze opmerking uit de pen: Het is onbegrijpelijk, dat het gros der deelnemende vereenigingen in hun keuze der één-acters niet meer den geest van dezen modernen tijd wist te brengen. Het was „afgezaagde kost", de keuze ging mank aan een verlangen om nu eens iets te brengen, dat buiten het kader viel van hetgeen (en langzamerhand zeer terecht) beschouwd wordt als tot het uitsluitend monopolie van „dilettanten" tebehooren. Wij kregen dan ook (Valse Champêtre wil ik daarbij graag uitzonderen, hoewel het minder geschikt lijkt als écn-acter voor een concours — immers het is slechts een samenspraak van twee personen) een avond van één-acters, die 25 jaar geleden misschien wél, doch thans weinig meer op hun plaats waren. Natuurlijk moesten vele vereenigingen dien avond wel thuis blijven, vier één-acters op één avond vorderen meer dan voldoenden tijd. — Een zuiver spiegelbeeld van hetgeen het Amsterdamsche Amateur Tooneel kan, bood deze avond dus niet. C. J. P.
e voorzitter, de heer H. G. J. Suhr, was zoo vriendelijk mij een en ander te vertellen in verband met het 40-jang bestaan van de in Amsterdam bekende Tooneelvereeniging Justus van Maurik Jr. En de heer Suhr kan het weten. Reeds lid sedert 1905, waarvan werkend lid tot 1 914, trad hij in 1917 in het bestuur als 2e secretaris, werd in 1924 vice-voorzitter en in 1928 voorzitter. Op den dag der oprichting, n.1. 1 December, zal een korte vergadering gehouden worden om dit feit officieel, zij het ook in besloten kring, te herdenken, welke herdenking gevolgd zal worden door een feestelijk samenzijn der leden. Zondag 6 December daaropvolgend heeft de receptie plaats in de Roode Leeuw, des middags van 3 tot 4.30. ,,En dan de uitvoering?" ,,Ja, op 12 December in alle zalen van Bellevue. Overigens gebeurt er verder niets op groote schaal. De omstandigheden zijn er niet naar en ons resor.vefonds spreken wij niet aan. Dat moet een,appeltje voor den dorst blijven." Een gelukkige vereeniging, die over een reservefonds kan beschikken — in elk geval getuigt het van een voorzichtige poliIntieme oorspronkelijke kunst tiek, waar de leden hun bestuur slechts dankbaar voor kunnen zijn. Max Havelaar. Het bestuur had eerst het plan, een stuk ten tooneele te brengen van Justus van MauI.O.K. bracht bij haar 1 o-jarig bestaan rik, die eerelid van de vereeniging was, maar de Max Havelaar. Mag ik even heel opentenslotte werd toch besloten, hiervan af te hartig zijn? Ik ging naar Maison Boer, en zien, daar, hoe verdienstelijk overigens, deze met mij de Jury, met lood in de schoenen: stukken het bestuur wel wat érg verouderd ik kwam er vandaan met een blij gemoed, voorkwamen. Dit neemt niet weg, dat Belvoldaan, eindelijk weer eens iets goeds van levue voor deze gelegenheid zeker extra druk amateurs te hebben gezien. bezocht zal worden door Justus van MauMen mag over het boek, de Max Haverik's leden en vrienden. Bovendien wordt laar, en men mag over het tooneelspel van er speciaal werk gemaakt van de Soiree in dienzelfden naam denken zoo men wil — Januari, welke anders op een dag midden het is en blijft een werk, dat nog steeds volin de week, doch thans op Zaterdag i 5 Jadoende interessant is om te boeien en dat nuari gegeven zal worden. bovendien litterair hoog aangeslagen mag Een feest dus, dat wèl den stempel draagt worden. van de minder gunstige tijdsomstandigheden, Het was een heele durf van I.O.K. om maar dat niettemin allen Justus' leden ongehiermede den wisselbekerwedstrijd van ons twijfeld zal voldoen. blad te openen — het was bovendien een Een opmerkelijke figuur in Justus van lafenis na den weinig interessanten wedMaurik is nog de heer P. de Vries Jr., die strijdavond, door dezelfde vereeniging uit— schrik niet, waarde lezer — 26 jaar lang geschreven. regisseur was en in 1930 als zoodanig afDe Max Havelaar als tooneelspel eischt trad. Dit feit is voldoende belangrijk om nog een kracht in de titelrol, waarde lezers, die eens speciaal te memoreeren. De heer de door niet veel amateurs gegeven kan worden. Vries is een amateur in „hart en nieren"; Ik was erg bang voor de stem van Lo Kei- 28 -
zcr, die deze zware taak op zich genomen had — laat ik echter onmiddellijk vastleggen, dat de heer Keizer beter en beter wordt, zuiverder vooral, terwijl de hardheid van zijn stem aan het verdwijnen is, en zijn dictie levendiger en dieper wordt. In het tweede bedrijf — de toespraak tot de Hoofden van Lebak — beheerschte hij volkomen het tooneel, hij beheerschte ook de zaal, wat veel zeggen wil. Dit tweede bedrijf was wel het allerbeste, waarschijnlijk ook omdat alleen de titelrol dit in zijn macht had. Weliswaar secondeerden de zeven medespelenden hem niet altijd onverdienstelijk, maar er was toch een groote afstand tusschen zijn en hun spel. Daar willen wij het ditmaal echter nu eens niet over hebben, de Max Havelaar valt en staat nu eenmaal met de vertolking van de titelrol en daarom was het een volkomen triomf voor Lo Keizer en, in dit licht bezien, ook een triomf voor I.O.K. Eén algemeene opmerking mag toch niet wegblijven: de grime was in vele opzichten slecht en na de droevige ervaring met ,^onna" (een soortgelijk stuk wat de grime betreft) had hier beter voor gezorgd kunnen worden. Na afloop vond de huldiging plaats en werd de uitslag bekend gemaakt van den wedstrijdavond. Het late uur belette ons, dit bij te wonen. I.O.K. kan op een succesvollen avond terugzien. C. J. PIETERS.
Zuurstof
huid! Puistjes, vetwormpjes en andere huidontsieringen ontstaan onder de huid, niet aan de oppervlakte. Zij zijn het gevolg van poriën, die verstopt zijn door vet-afscheidingen. Water, dat zuurstof-houdend is geworden door toevoeging van Radox, zal de huidporiën openen en zijn zuiverende bestanddeelen zullen doordringen tot beneden de oppervlakte der huid. Dit is de reden, waarom dames, die Radox in hun waschwater gebruiken, spoedig een mooie smettelooze huid krijgen .... en houden. Radox is heerlijk geparfumeerd en verkrijgbaar bij alle apothekers en drogisten a fl. 1.25 per pak. Een pak is toereikend voor verscheidene weken. Importeurs: N.V. Rowntree Handels Mij., (Keizersgracht 124, Amsterdam-C). Voor Indië verkrijgbaar bij de Fa. J. v. Gorkom & Co., Djocja, en hare filialen.
■
ÊDE? „Maar er is iets anders, dat al het andere goed maakt," zei ze zachtjes. „Ik kan er niets aan doen, maar ik geloof, dat u het bij het verkeerde eind heeft, vooropgesteld, dat het het réchte meisje is." Brent haalde diep adem. „Dat probeer ik ook te denken sinds de laatste dagen.' „Zoudt u me er iets van willen vertellen?" Sylvia's stem klonk buitengewoon lief. Brent keek naar zijn groote, sterke handen, en toen in haar mooi gezichtje. Hij zag er niets op dan sympathie en begrijpende belangstelling, en hij vroeg zich af, waarom hij het haar tenslotte niet vertellen zou. Er was iets aan haar, dat hem ontroerde. Niet alleen riep zij herinneringen in hem wakker aan dagen, die voorbij waren, en bracht zij in zijn gedachten beelden terug van het Engeland, dat hij beminde, maar hij zag in haar ook de gelijkenis met iemand, die hem, waardoor begreep hij zelf niet, herinnerde aan het meisje, dat hem zoo dierbaar was geweest. En de nicht van Marcus King was heel mooi, heel innemend. ... „Zoudt u het werkelijk graag willen hooren?" „Ja," zei ze, „omdat ik geloof, dat u ongelijk hebt, en er iets moet zijn gebeurd, waar u niets van weet, iets, dat niet haar schuld is — wie zij ook is. Het rechte soort meisje, ik bedoel het soort waar wij beiden aan denken, zou van dit leven houden met zijn vrijheid, bedrijvigheid en onafhankelijkheid. Het rechte soort meisje vraagt alleen om in de nabijheid te mogen zijn van den man, waar zij van houdt. Ze verwelkomt den zomer, vooral, zulke zomers als deze, omdat zij zooveel samen kunnen doen, en wanneer de winter komt, brengt deze hen alleen maar dichter bij elkaar. — Nu, vertel het me nu." Hij begon op zoo'n openhartige wijze te vertellen, dat het haar tot in het diepst van beur hart ontroerde. Men kan geen manier van vertellen bedenken, die haar meer zou hebben kunnen treffen, en hij werd wederom de jongen in 't bosch, die aan heur haar had getrokken, met haar had gespeeld in jeugdige adoratie, en toen hun verbonden harten had gesneden in een zachten, groenen boomstam. „Zoo begon het," vervolgde hij, „en als ik terugzie, lijkt het wel, alsof het zoo heeft moeten zijn en alles van onze geboorte af was voorbestemd. We vroegen geen van beiden naar ander gezelschap, zij noch ik, en toen ik wegging, was voor ons alles een uitgemaakte zaak. Misschien was het onredelijk van mij, om te verlangen, dat zij zou wachten, omdat ik te veel zwierf dan dat zij zou hebben kunnen denken, dat ik werkelijk vooruit kwam. Maar haar brieven kreeg ik in alle mogelijke plaatsen en ze
wezen nimmer op eenige verandering. Al dien tijd keek ik geen tweemaal naar dezelfde vrouw. Ze beteekenden niets voor mij. Toen, op den dag dat ik hier kwam, schreef ik haar en vroeg, of ze komen wilde zoodra ik klaar was. Misschien klonk het zelfzuchtig, maar u moet weten, dat ik nooit ergens anders van gedroomd had. „En wat antwoordde ze?" Sylvia's stem beefde. „Ze leek zoo gelukkig als u zich maar denken kunt; zei, dat ze gereed was en in dien tusschentijd een betrekking had aangenomen om mee te helpen sparen. Het was juist iets voor haar," voegde hij er eerlijk aan toe. „En toen?" „Geen woord meer van haar gehoord, en het is nu weken geleden." „Maar begrijpt u dan niet, dat er iets gebeurd moet zijn?" vroeg het meisje snel, „en dat u eerlijk tegen haar moet zijn en wachten?" Brent glimlachte grimmig. „Ik ben gereed om te wachten, indien er tenslotte iets is om op te wachten." Hij zweeg en wierp haar een onverwachten, openhartigen blik toe. „Ik weet, wat u denkt!" „Werkelijk?" „Ja. U denkt, dat het een zonderlinge manier van redeneeren van mij is na hetgeen u hebt gezien." Sylvia kleurde ondanks zichzelf. „Ja," gaf zij toe, „dat dacht ik." „Welnu," vervolgde hij ernstig, „beoordeel me niet naar hetgeen u zag. Het was een dwaze impuls van mij, en ze beteekent niets. Het gebeurde nooit eerder en het zal ook nooit meer gebeuren, en als
Hierop letten! Poeders en tabletten zijn alléén echt, ais de verpakking voorzien is van den naam Mijnhardt. Let bij het koopen daar speciaal op, want dit alleen garandeert U de echtheid.
mijn eigen meisje op het oogenblik hier was, zou ik niet aarzelen haar alles eerlijk te vertellen." Hij zweeg en lachte even. „Gelooft u dat?" „Ja," zei ze, met ingehouden adem. „Ik geloof u, nu. ..." De kano gleed verder het Verloren Meer in, een schitterende watervlakte, die de wildernis geheimzinnig voor de buitenwereld scheen te hebben verborgen. Het kon haar werkelijke hart zijn geweest. Van een heuvel aan den overkant stortte zich een sprookjesachtige waterval omlaag, waarom heen wolken als van zilverachtigen stoom dreven, die gekleurd werden door het milde licht van de ondergaande zon. Het zachte geluid van het vallende water klonk als muziek in de ooren. Dé heuvels waren hier hooger, begroeid met ceders en dollen kervel, die hun omtrekken verzachtten, alsof zij één reusachtig kleed van donkergroen fluweel vormden. Niets bewoog, behalve de boogvormige rimpels op het water van het meer. Het was een schitterend plekje, waarvan een onweerstaanbare, bijna geheimzinnige bekoring uitging. Sylvia voelde 'n groote dankbaarheid over zich komen. Nooit had ze iets mooiers gezien. Het viel haar moeilijk om iets te zeggen. „Ik geloof," zei ze langzaam, „dat u dat meisje nu nauwelijks meer zoudt kennen?" Brent schudde zijn hoofd. „Waarschijnlijk niet. Ik heb gedacht over hetgeen u hebt gezegd, maar ik kan niet alles accepteeren." „Neen?" „De zaak is deze. Indien zij mij werkelijk vertrouwde, zou ze schrijven — wat er ook gebeurd mocht zijn; maar als ze denkt, dat
«11® ET MET!
(Poto Gcdfried Je Groo,)
De heer Oostervink, leider van het Dansinstituut Oostervink te Amsterdam, verklaart zijn assistenten een nieuwen „step" in ballroom-dancmg. - 29 -
.
. U ,»1111.11111
——-■
ik, omdat ik zoo ver bij haar vandaan ben, Uet niet zou begrijpen, dan beteekent dit . slechts, dat al die jaren een verandering bij haar te weeg hebben gebracht, en zij niet meer op dezelfde wijze voor mij voelt als vroeger. Maar hoe dan ook — ik zal afwachten." „Wat bedoelt u met afwachten?" „Dat ik mezelf niet als vrij zal beschouwen, tot zij mij mijn vrijheid heeft teruggegeven. Het is me onmogelijk, op het oogenblik over haar te denken zooals ik het altijd heb gedaan, of althans dacht, dat ik deed, maar ik ben van plan de zaak voorloopig te laten rusten en ik zal probeeren eerlijk tegenover haar te zijn. Misschien heeft zij niemand anders op wien zij kan steunen. Maar," voegde hij er nadenkend aan toe, „dat is nauwelijks aan te nemen." „Waarom?" „Nou, in haar jeugd beloofde zij erg knap te zullen worden — maar men kan natuurlijk nooit weten." „Weet u het werkelijk niet?" „Hoe zou ik? Maar ik hoop, dat zij op u lijkt." Sylvia glimlachte. „Ze is waarschijnlijk veel aardiger." „Dat is onmogelijk," zei hij ernstig, „maar is het niet zonderling, dat u denzelfden naam hebt? Zij heet ook Sylvia." Hij hield het woord eenigen tijd aan, en er was een liefkoozende klank in zijn stem, toen hij het uitsprak. Sylvia wist geen antwoord te vinden. Terwijl zij beiden zwegen, naderde de kano den waterval. Er was een vraag, die Sylvia graag wilde stellen, maar zij wachtte er nog even mee. Toen zij den oever waren genaderd, wees zij met haar hand naar het neervallende water. „Laten we probeeren er wat dichter bij te komen," zei ze. Hij knikte. „Goed, maar u moet voorzichtig loopen! Het is hier erg glad." Ze klommen langzaam hooger, dichter near de zilveren kolom, waarvan de waterdeeltjes, die als kleine stofjes in het rond vlogen, hun wangen met een zachte koelheid streelden. Na eenigen tijd stonden zij er vlak naast. Het geluid van het vallende water vervulde de wildernis met een lagen, vibreerenden toon, en de rotsen om hen heen waren bekleed met een zacht, groenglanzend mos. Beneden hen gutste het borrelende water door geheime kanalen in den stillen boezem van het meer. „Kijk eens," zei Sylvia, en terwijl ze zich omkeerde wees zij naar een zilver-geborsten reiger, die bewegingloos op zijn hooge, slanke pooten boven op een rots stond, een honderd meter bij hen vandaan. —„Is het niet net een...." Terwijl ze sprak, slipte ze, en gedurende cen seconde leek het alsof zij naar beneden in den razenden stroom zou storten. Maar
-^~
«-^
in diezelfde seconde stak Brent zijn krachtige hand uit en trok haar snel terug. Ze beefde van schrik, terwijl hij haar dicht tegen zich aanhield. Haar vrees verdween, en gedurende een oogenblik trilde zij onder het genot van zijn aanraking. Toen lachte ze zenuwachtig en liep met de grootste behoedzaamheid naar de kano. Brent volgde haar zonder een woord te zeggen. Ook hij was geschrokken. Ze dreven al weer op het meer voordat Sylvia de stilte verbrak. „Ik zou u nog graag iets willen vragen van dat meisje, waar u mij van verteld hebt." „Gaat u gang, maar ik weet niet veel meer te vertellen." „Hebt u een foto van haar?" „U zult het vreemd vinden, maar ik heb niet meer dan...." Hij zweeg en kleurde; toen ging hij aarzelend verder: „Ik heb niet meer dan een half kiekje, en dat is nog zeven jaar geleden genomen. Het werd per ongeluk verscheurd, en ik slaagde er slechts in er een gedeelte van te redden." „Mag ik het zien?" Hij haalde een portefeuille uit zijn zak en nam er een envelop uit. Daarin zat weer een andere enveloppe, die hij aan haar gaf. Terwijl Sylvia er naar keek, voelde zij, dat er een waas voor haar oogen kwam, en ze durfde niet op te kijken. „Waarom bewaart u zoo'n stukje?" „Het is alles wat ik heb," zei hij langzaam, „en ze was zoo'n leuk meisje. En nu begrijp ik iets, dat mij verwonderd heeft sinds u hier gekomen is." „Wat is dat?" „U herinnerde mij op zonderlinge wijze aan iemand, die ik heb gekend, maar ik kon er niet opkomen, wie het was. Nu weet ik het." „Wie is het?" „Sylvia," zei hij. Een paar honderd meter van het Victrix Kamp en dicht bij den oever van Lost Lake was een aardig, gezellig plekje, dat Dorothy spoedig na haar komst anderhalf jaar geleden had ontdekt en onmiddellijk tot het hare had gemaakt. Onder de afhangende takken van een grooten ceder was een soort met mos bedekte bank, waar zij vaak uren lang zat te droomen of te lezen, en ze was er ook heen gegaan om orde in den chaos van haar gedachten te brengen terwijl Brents kano naar den waterval van het Verborgen Meer gleed. Haar hart was met hem meegegaan als een onzichtbare passagier. Ze zat nog op de bank en staarde droomend voor zich uit, toen zij dicht bij zich voetstappen hoorde. Opkijkend zag ze Murdoch. „Ik zou je graag even willen spreken. Dot," zei hij rustig. „Ik geloof niet, dat ik vanavond veel zin heb om te praten," zei ze.
■
ESSTRB
PTTÉJÜ
Als eenig antwoord zette Twurdocli. zi«,!. naast haar neer. Hij voelde automatisch in zijn zak, maar besloot toen maar liever niet te rooken. Hij was naar het meisje toegegaan, omdat hij vastbesloten was uit te vinden, waar hij stond. Het verlangen dit met zekerheid te weten, had hem reeds wekenlang beheerscht, en het was nog sterker geworden sinds de komst van Marcus King en zijn nicht, omdat het er nu op begon te lijken, alsof er tusschen Brent en Sylvia Dart een verhouding zou ontstaan, die door meer dan vriendschap werd gevoed. Murdoch voelde in ieder geval, dat hij laf zou zijn, indien hij het nog langer uitstelde om te handelen. „Ik geloof, dat je wel weet wat ik wil zeggen," begon hij langzaam. Het meisje wist het heel goed, maar het oogenblik was niet gunstig. Haar gedachten waren te zeer vervuld van die twee anderen, die ergens dichtbij op het meer dreven in de teedere duisternis van den avond. Ze had zichzelf herhaalde malen met Sylvia vergeleken, zich afvragend, of haar eigen kracht en lenigheid op eenige wijze achterstond bij de delicate gratie van het andere meisje. Van Brent had zij den laatsten tijd niet veel gezien. Ze dacht aan hem, toen zij voelde, dat Murdochs oogen haar onafgebroken knipperend aanstaarden. Toen zei hij ineens, en zijn stem klonk wat aarzelend, hoewel doodernstig: „Ben je verliefd op Jim Brent?" „Neen — eh — ik weet het niet — maar wèt als het wel zoo was?" vroeg ze aarzelend. „Dus je weet niet, of je al dan niet verliefd op hem bent?" „Geeft dit je eenig recht om er naar te vragen?" vroeg ze vinnig„Praat even niet over recht. Ik vraag het je nu." „Is er een reden, waarom ik niet van hem zou houden?" „Ja," zei Murdoch. „Méér dan een. Hij geeft niets om jou, evenmin als jij iets om mij schijnt te geven — je hebt het althans niet gedaan sinds hij hier gekomen is." „Ben je mijn voogd?" vroeg ze, zijn stem en toon plagend imiteerend. „Neen, Dot, maar ik houd van je." Aan de waarheid van deze woorden viel niet te twijfelen. Ze trilde in zijn toon, en ze glansde in de staalblauwe oogen, die onafgebroken op haar bleven rusten. Echt vrouwelijk, probeerde zij tijd te winnen. Een man als Murdoch aan haar voeten te hebben, was niet te versmaden. „Je deed beter als je probeerde mij ie vergeten, Bob."
Un PARFUM DAVEflTURE
^an £uyfeenstraat Sa, Tel. 28474 Amsterdam
Dr. H. NANNING's Zetpillen tegen Aambeien werken pynstillend en genezen in korten tijd de ontstoken slijmvliezen. De
maakt het inbrengen zeer gemakkelijk. Verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten k f 1.75 per doosje van 12 stuks.
Specialiteit in moderne en artistieke foto's T\en iie de vele reproducties van ons werfe in,.Het Weehbiod'Clnemaffl'ïheater
Onderwijzer: „Dit opstel over „Onze hond" is woordelijk hetzelfde als dat van je broer." Leerling: „Ja mijnheer, het is dezelfde hondl" MiiiM'MWiMiar '- «• - tmamwmmt
Stop die verkoudheid met
^^■»
_ ™* LT PIVER een prachtig panoraina!" »Waar? Ik zie niets dan water 1' HAMBURG-KIEL-OSLO
Gemakkelijkste en Goedkoopste Reis naar
Noorwegen met de Stoomschepen
Kong Dag en Kong Ring Vertrek HAMBURG KIEL Aank. OSLO Vertrek OSLO Aank. KIEL „ HAMBURG
Zaterdag Zondag Maandag Zaterdag Zondag Maandag
[BH »••o*
M*»«
^^B
/ INHALANT \
TWgt
a^.. M 1^
Neen, Plepa, Je riet »»oen* Cwoerdio «eMen me« een ^rmeisje bloten. AN
Godfried de (sroot
15.30 2.15 7.00 1300 15.00 7.00
Biljetten bij alle Reisbureaux
Verkoudheid wordt veroorzaakt door bacteriën die Uw ademhalingsorganen besmetten, terwijl U de energie mist om hieraan spoedig een einde te maken. Het inhaleeren van de antiseptische damp van Vapex bij de eerste teekenen van een verkoudheid, reinigt de luchtwegen en vernietigt de bacillen voordat ze tijd hebben tot het organisme door te dringen. Laboratorium-onderzoekingen en het gebruik gedurende een periode van 16 jaar hebben aangetoond, dat Vapex onmiddellijk de bacillpn die verkoudheid, influenza enz, veroorzaken, doocU^ terwijl het organisme tot zijn oorspronkelijke gezondheidstoestand terug wordt gebracht. Vapex is aangenaam en yerfrischt zelfs in die mate, dat verschillende menschen er een gewoonte van maken om dagelijks een droppel op hun zakdoek te doen en 's nachts zal een droppel op Uw kussen U beschermen en verlichten terwijl U slaapt. Verkrijgbaar bij Apotheken en Drogisten. Prijs per flac. f 1.50. Voldoentle,voor een heelen winter.
eWDENFXLDSKE: m MAMBURO
fciai«jfsJi=teMi
- 30 —
' Oe mnsret: „We konden maar beter wat nieuwerwetschoriirs nemen, Bartu-i. Zoo van die jazz muziek; Ik krijg weer den hikl"
ROB M. SLQMAN JR
— 31
Imp.: N.V. v h HENRI SANDERS Amsterdam.
mm
COQUETTE
af
MUZIEK VAN HENRI C. VAN PRAAG
WOORDEN VAN CO BALFOORT
Vrij Voord reugen.
Niette vH^q.
^/J'IJTTTJrlr.rtp'r r.khS^. Co. .c(u€t.te,wat^|3eeljeje $peUeXfiWeedZn1täonitärJtäMJoiürhe.
C ! N El M A Sc TH EATED
"4: ^#T i
nihst^ ± JTTji-jLf^Tj r m rTi'i^ Nfa m m £ ^n-^ ft ^r\ ^
^-^
oo.aenenmndVkken hé\.den W4e hew.wietteeMVöMkväwlie ve.leeeM3M6MöttHij lonvaiijecfarweHiet3cfaei.deHf Hij bes.te
m
^ ^
^^
^
^>
iï
r^
f
^
i
J^ ' gf^;
s^^ _.
»i
Coquette, wat speel je je spelletje wreed En toch onweerstaanbaar bekoorlijk! Als 't niet zoo charmant was, al wat je deed. Dan was het bijna onbehoorlijk!
Hij voelt wel de pijn van het lokkende spel. Maar toch zal hij mee willen spelen. Hij droomt van den hemel, maar leeft in een hel. Als zijn- hart in het spel zal gaan deelen.
Naar d'een Éfaat een lach, naar d'ander een lonk. Je oog-en en mond lokken beiden. Wee hem, wien een vonk van die vele eens wondt. Hij kan van je charme niet scheiden!
Coquette, pas op! Speel 't spel niet te lang! Je wint, maar verliest toch ten leste. Want het hart, dat je coquetterie niet verdraagt. Is van je aanbidders het beste.
1^1 A ISO IN
O OIO
:ZJ
•
7 PLACE DE LA MADELEINE. PARIJS Specialiteit voor geschenken in zilvet
en verzilverd metaal GROOTE KEUZE IN KUNSTVOORWERPEN UITGEVOERD NAAR ONTWERPEN UIT ELKE STIJLPERIODE
Red. en Adm. Oalflewater 22 Lelden. Tel. 760 Poatrekening 41880
Verschont wekelQks — Prtfs per kwartaal f. 1.05.