1
CONCEPT 29 september 2015
ALGEMENE AKTE "PRINSENPOORT" 6 twee-onder-één kapwoningen en vrijstaande woningen (Blok 1) BPD Ontwikkeling B.V. 436369/EAR Rep.nr.
Op * verscheen voor mij, mr. Derk Timmerman, notaris, gevestigd te Zwolle: __ de heer Adrianus Johannes Everts, geboren te Zwolle op vijfentwintig juni ____ negentienhonderd zesenzeventig, kantooradres Eekwal 8, 8011 LD Zwolle, __ ten deze handelend als schriftelijk gevolmachtigde van: ____________________________ de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: BPD ________________ Ontwikkeling B.V., statutair gevestigd te Hoevelaken, gemeente Nijkerk, _____ mede-kantoorhoudende Grote Voort 221, 8041 BK Zwolle (postadres: _________ Postbus 10054, 8000 GB Zwolle), ingeschreven in het handelsregister onder _ nummer 08013158 en als zodanig deze vennootschap _____________________________ vertegenwoordigenden. ____________________________________________________________________ de vennootschap: BPD Ontwikkeling B.V. voornoemd, hierna te noemen: _____ "BPD".__________________________________________________________________________________________ BPD is ondermeer eigenaar van: _________________________________________________________ een perceel bouwterrein, deel uitmakende van het bestemmingsplan "Prinsenpoort" te Zwolle gelegen aan de Prins Berhardstraat en de _ Prinses Margrietstraat te Zwolle;_________________________________________________ kadastraal bekend gemeente *, sectie * nummer *, ongeveer _____ groot *, aan welk perceel een voorlopige kadastrale grens en ____ oppervlakte is toegekend; ____________________________________________________ hierna tezamen te noemen: "het registergoed". ______________________________________ EIGENDOMSVERKRIJGING _____________________________________________________________ Het registergoed werd door oorspronkelijk door de besloten vennootschap ____ met beperkte aansprakelijkheid: Bouwfonds MAB Ontwikkeling B.V. in _________ eigendom verkregen door de inschrijving in register hypotheken 4 van het ____ kadaster op dertig november tweeduizend zeven, in deel 53572 nummer 36, _ van het afschrift van een akte van levering, op negen en twintig november ____ tweeduizend zeven op negen en twintig november tweeduizend zeven _________ verleden voor mr. A.G. Hartman, notaris te Amsterdam, hierna ook te __________ noemen: "de titel van aankomst". In voormelde akte is kwitantie verleend voor
2
de betaling van de koopsom. ______________________________________________________________ Blijkens een akte van statutenwijziging op vijf januari tweeduizend negen _____ verleden voor mr. J.J.C.A. Leemrijse, notaris gevestigd te Amsterdam, is ______ -ondermeer- de naam van de vennootschap: Bouwfonds MAB Ontwikkeling __ B.V., voornoemd, gewijzigd in: Bouwfonds Ontwikkeling B.V., voornoemd. _____ Blijkens een akte van statutenwijziging op een en dertig december ______________ tweeduizend veertien verleden voor mr. H.A. de Wit, notaris te Amersfoort is _ de naam van Bouwfonds Ontwikkeling B.V. gewijzigd in BPD Ontwikkeling ___ B.V.. ____________________________________________________________________________________________ VOORAF ______________________________________________________________________________________ 1. BPD is voornemens na te melden zes afzonderlijke bouwkavels te ________ vervreemden aan derden. De zes (6) kavels zijn bestemd voor de bouw _ van zes (6) twee-onder-één kap woningen. ______________________________________ 2. De kavels vormen tezamen het bouwplan genaamd: "Prinsenpoort". _______ 3. De verkaveling blijkt uit de aan deze akte te hechten _________________________ verkavelingstekening. _________________________________________________________________ 4. BPD wenst middels onderhavige akte relevante bepalingen, bedingen en erfdienstbaarheden, welke onverkort van kracht en toepassing zullen zijn op eigenaars van de kavels, te willen vastleggen, welke bepalingen en ___ bedingen bij de afzonderlijke overdrachten van de kavels uitdrukkelijk ____ worden aangehaald en gevestigd casu quo opgelegd. _________________________ 5. BPD zal voormelde bepalingen, indien van toepassing, aan de eigenaars van de kavels opleggen door middel van het vestigen van ___________________ erfdienstbaarheden, het vastleggen van kwalitatieve verplichtingen en ____ kettingbedingen. ________________________________________________________________________ In onderhavige akte worden voormelde bijzondere bepalingen welke de __ eigenaars van de kavels betreffen volledig uiteengezet. In de akten van __ levering zullen de bijzondere bepalingen die de eigenaar van de kavel ___ specifiek betreffen worden opgelegd, worden bedongen en door de _______ eigenaars aanvaard en gevestigd. __________________________________________________ 6. De kavels met de kavelnummers 1 tot en met 6, hierna tezamen te ________ noemen: "kavels". ______________________________________________________________________ VESTIGING, VASTSTELLING EN BEKENDE ERFDIENSTBAARHEDEN ____ In verband met de ontwikkeling en realisatie van de zes (6) twee-onder-één- __ kap woningen dienen daartoe bij deze akte, onder de opschortende ____________ voorwaarde van aanvaarding door de betreffende kopers van de kavels, de __ navolgende erfdienstbaarheden gevestigd te worden over en weer ten _________ behoeve en ten laste van de kavels met de kavelnummers: ________________________ 20 van het bouwplan, kadastraal bekend gemeente *, sectie * nummer en kavel 21 van het bouwplan, kadastraal bekend gemeente *, sectie -* ______ nummer *;________________________________________________________________________________ 22 van het bouwplan, kadastraal bekend gemeente *, sectie * nummer en kavel 23 van het bouwplan, kadastraal bekend gemeente *, sectie -* ______ nummer *;________________________________________________________________________________ 24 van het bouwplan, kadastraal bekend gemeente *, sectie * nummer en kavel 25 van het bouwplan, kadastraal bekend gemeente *, sectie -* ______ nummer *;________________________________________________________________________________ In verband met de ligging van deze bouwkavels en de daarop te realiseren ___ woningen cum annexis, worde gevestigd de navolgende erfdienstbaarheden, te weten van licht, uitzicht, (over-)bouw, afvoer van regen- en hemelwater, ____
3
inbalking en/of inankering, alsmede die van uitbouw: ________________________________ A. In verband met de realisering van het huidige bouwplan, bestaande uit ___ zes (6) twee-onder-één-kap woningen met (eventueel) bergingen en/of __ schuren, waarvoor door de gemeente Zwolle een omgevingsvergunning _ is verleend, worden voor de aan elkaar grenzende woningen en/of voor __ de aan elkaar grenzende bergingen en/of voor de aan elkaar grenzende _ schuren, te bouwen op de bouwkavels en gelegen op het verkochte over en weer ten behoeve en ten laste van de aan elkaar grenzende ____________ bouwkavels, de volgende erfdienstbaarheden gevestigd en aangenomen casu quo vastgesteld die alsdan bij de afzonderlijke overdrachten casu __ quo leveringen van de betreffende bouwkavels worden aangehaald: _______ I. Die erfdienstbaarheden, welke ertoe kunnen bijdragen dat de _________ toestand waarin de woningen cum annexis zich ten opzichte van _____ elkaar zullen bevinden gehandhaafd kan blijven, met name voor wat betreft: ______________________________________________________________________________ a. Licht, inhoudende de bevoegdheid om aan en in de op het _______ heersend erf te bouwen opstallen terrassen en/of balkons, ramen en lichten te hebben op kortere afstand van het dienend erf dan in de wet is toegelaten, zonder dat hiervoor één der in de wet ___ genoemde beperkingen geldt; ____________________________________________ b. Uitzicht, inhoudende het verbod voor de eigenaar van het ________ dienend erf om de tuin, voor zover grenzend aan de openbare __ straat of het openbare gebied, anders te gebruiken dan als _______ siertuin en hierin een zodanige beplanting te hebben dat hierdoor het uitzicht uit de ramen in de voorgevel van de volgens het _____ huidige bouwplan op het heersend erf te bouwen woning, wordt belemmerd;___________________________________________________________________ c. Overbouw, inhoudende de verplichting van de eigenaar van het dienend erf om te dulden, dat eventueel een op een _______________ naastgelegen perceel te bouwen woning of de daarbij behorende schuur of berging, zich ten dele op, in of boven het dienend erf __ bevindt. _______________________________________________________________________ d. Bouw, inhoudende de bevoegdheid om de op het heersend erf te bouwen opstallen te hebben op kortere afstand van het dienend erf dan in de wet is toe gelaten, zonder dat één der in de wet ____ genoemde beperkingen geldt. ____________________________________________ II. Op de percelen, waarop woningen en/of bergingen en/of schuren met een gemeenschappelijke scheidsmuur zijn geprojecteerd, wordt over en weer ten nutte en ten laste van die percelen gevestigd de __________ erfdienstbaarheid van: ___________________________________________________________ Afvoer van regen- en hemelwater, via aan te brengen goten, __________ leidingen en putten, mede inhoudende de verplichting van het ________ dienend erf het overlopende water van de daken van de op de ________ heersende erven gebouwde/te bouwen opstallen te ontvangen en de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse leidingen te _______ dulden; ______________________________________________________________________________ de kosten van onderhoud, herstel en vernieuwing der leidingen, ______ goten en putten, welke tot gemeenschappelijk gebruik dienen, zijn ___ ten laste van de eigenaren van die percelen, ieder voor een ___________ evenredig deel. ____________________________________________________________________
4
III. De erfdienstbaarheden, welke ertoe kunnen bijdragen dat de __________ toestand, waarin de bouwkavels zich ten opzichte van elkaar na ______ voltooiing van de voorgenomen bouw zullen bevinden, gehandhaafd blijft, onder andere voor wat betreft inbalking en/of inankering. _________ B. Uitbouw _________________________________________________________________________________ De betreffende eigenaren van de kavels, hebben -binnen de kaders van _ het onderhavige bouwplan- de mogelijkheid om de op hun bouwkavel te _ bouwen woning cum annexis uit te doen bouwen. _____________________________ Onder "binnen de kaders van het onderhavige bouwplan" wordt verstaan: de uitbouw dient te worden gerealiseerd met materialen en in de vorm die overeenkomt met de thans door BPD danwel Trebbe Oost & Noord B.V. _ aangeboden meerwerkoptie. ________________________________________________________ Wanneer de betreffende eigenaar gebruik maakt van zijn mogelijkheid tot uitbouw van de woning ontstaat de toestand dat de scheidsmuren _________ gedeeltelijk op de naastgelegen (buur-)percelen worden gerealiseerd. ____ Mocht de eigenaar van het (buur-)perceel, nu danwel in de toekomst, ____ eveneens tot uitbouw van zijn woning overgaan, dan zal deze vervolgens het recht hebben om de uitbouw tegen de scheidsmuur van het ____________ (buur-)perceel te (doen) realiseren. ________________________________________________ Ter uitvoering van het vorenstaande wordt ten behoeve en ten laste van _ het verkochte en ten behoeve en ten laste van het naastgelegen __________ (buur-)perceel de erfdienstbaarheid gevestigd en aangenomen casu quo vastgesteld en welke erfdienstbaarheid alsdan bij de afzonderlijke _________ overdrachten casu quo leveringen van de betreffende bouwkavels wordt _ aangehaald: _____________________________________________________________________________ de erfdienstbaarheid om te dulden dat de scheidsmuur van het eventueel op het naastgelegen (buur-)perceel te realiseren uitbouw, welke uitbouw mogelijk is binnen de kaders van het onderhavige bouwplan, zich ten dele op, in of boven het dienend erf bevindt, danwel de versnijdingen van de __ funderingen of de bij deze uitbouw behorende leidingen gedeeltelijk in zijn perceel zijn aangebracht. _____________________________________________________________ Daarnaast dient de eigenaar van de alsdan gerealiseerde uitbouw te _____ dulden dat indien de eigenaar van het naastgelegen (buur-)perceel, nu __ danwel in de toekomst, eveneens tot uitbouw van zijn woning mocht ______ overgaan, welke uitbouw mogelijk is binnen de kaders van het _____________ onderhavige bouwplan, deze uitbouw tegen zijn scheidsmuur zal worden aangebouwd en eventueel wordt ingebalkt danwel verankerd. _______________ Deze erfdienstbaarheid houdt mede in het recht van de eigenaar van het heersend erf om zonodig - en zolang aanbouw nog niet heeft _______________ plaatsgevonden - het dienend erf op de minst bezwarende wijze te ________ betreden of te doen betreden in verband met onderhoud en inspectie van zijn scheidsmuur. _______________________________________________________________________ De hiervoor onder A.II en A.III omschreven erfdienstbaarheden zijn van __ overeenkomstige toepassing.________________________________________________________ C. Voetpad _________________________________________________________________________________ Blijkens de situatietekening wordt een voetpad gerealiseerd aan de _______ achterzijde van de kavels met de kavelnummers nummers 21, 22, 23, 24 en 25 alsmede aan de zijgrenzen van de kavels met nummers 25, 26, 54 en 55 alsmede aan de achterzijde aan de achtergrens van van kavel 56 _ tot en met 62 (respectievelijk kadastraal bekend gemeente *, sectie _______
5
*nummers *), hierna te noemen: "het voetpad".__________________________________ Ter uitvoering van het vorenstaande wordt bij deze door partijen de ______ erfdienstbaarheid gevestigd en aangenomen casu quo vastgesteld en ____ welke erfdienstbaarheid alsdan bij de afzonderlijke overdrachten casu ____ quo leveringen van de betreffende bouwkavels wordt aangehaald: _________ de erfdienstbaarheid van voetpad, inhoudende de verplichting voor de ___ eigenaar/eigenaren van het dienend erf om te dulden dat het voetpad ten behoeve van de bewoners van de op de nader aan te geven erven te ____ bouwen woningen worden gebruikt om te voet, met een rijwiel, brom- of _ motorfiets, mits met uitgeschakelde motor, kinderwagen of een ander ____ dergelijk klein voertuig te komen van en te gaan naar de openbare weg __ en vice versa een en ander zoals schetsmatig gearceerd is aangegeven _ op de situatietekening, en wel: ______________________________________________________ ten behoeve van kavel 21 (kadastraal bekend gemeente *, sectie ) en ten laste van de kavels 22, 23, 24, 25 en 26 en de kavels 62, 61, 60, 59, 58, 57, 56, 55 en 54 (respectievelijk kadastraal bekend gemeente *, sectie *nummers *);____________________________________________________________ ten behoeve van kavel 22 (kadastraal bekend gemeente *, sectie ) en ten laste van de kavels 23, 24, 25 en 26 en ten laste van de kavels __ kavels 61, 60, 59, 58, 57, 56, 55 en 54 (respectievelijk kadastraal ____ bekend gemeente *, sectie *nummers *); ____________________________________ ten behoeve van kavel 23 (kadastraal bekend gemeente *, sectie ) en ten laste van de kavels 24, 25, 26 en ten laste van de kavels 59, 58, 57, 56, 55 en 54; __________________________________________________________________ ten behoeve van kavel 24 (kadastraal bekend gemeente *, sectie ) en ten laste van de kavel 25, 26 en ten laste van de kavels 57, 56, 55 en 54; ___________________________________________________________________________________ ten behoeve van kavel 25 (kadastraal bekend gemeente *, sectie ) en ten laste van de kavels 54 en 55 en ten laste van kavel 26 _____________ (kadastraal bekend gemeente* sectie* nummer *); ________________________ ten behoeve van kavel 62 (kadastraal bekend gemeente *, sectie ) en ten laste van de kavels 21, 22, 23, 24, 25 en 26 en ten laste van de _ kavels 61, 60, 59, 58, 57, 56, 55 en 54 (respectievelijk kadastraal ____ bekend gemeente * sectie * nummer *); _____________________________________ ten behoeve van kavel 61 (kadastraal bekend gemeente *, sectie ) en ten laste van de kavels 22, 23, 24, 25 en 26 en ten laste van de ______ kavels 60, 59, 58, 57, 56, 55 en 54 (respectievelijk kadastraal ________ bekend gemeente * sectie * nummer *); _____________________________________ ten behoeve van kavel 60 (kadastraal bekend gemeente *, sectie ) en ten laste van de kavels 22, 23, 24, 25 en 26 en ten laste van de ______ kavels 59, 58, 57, 56, 55 en 54 (respectievelijk kadastraal bekend ___ gemeente * sectie * nummer *); _______________________________________________ ten behoeve van kavel 59 (kadastraal bekend gemeente *, sectie ) en ten laste van de kavels 22, 23, 24, 25 en 26 en ten laste van de ______ kavels 58, 57, 56, 55 en 54 (respectievelijk kadastraal bekend ________ gemeente * sectie * nummer *); _______________________________________________ ten behoeve van kavel 58 (kadastraal bekend gemeente *, sectie ) en ten laste van de kavels 23, 24, 25, 26 en ten laste van de kavels 57, 56, 55 en 54 (respectievelijk kadastraal bekend gemeente * sectie * _ nummer *); _________________________________________________________________________
6
-
ten behoeve van kavel 57 (kadastraal bekend gemeente *, sectie ) en ten laste van de kavels 23, 24, 25, 26 en ten laste van de kavels 56, 55 en 54 (respectievelijk kadastraal bekend gemeente * sectie * ______ nummer *); _________________________________________________________________________ ten behoeve van kavel 56 (kadastraal bekend gemeente *, sectie ) en ten laste van de kavels 24, 25, 26 en ten laste van kavel 55 en 54 ___ (respectievelijk kadastraal bekend gemeente * sectie * nummer *);____ ten behoeve van kavel 55 (kadastraal bekend gemeente *, sectie ) en ten laste van de kavel 25, 26 en ten laste van kavels 54 en 26 ________ (kadastraal bekend gemeente * sectie * nummer *); ______________________ ten behoeve van kavel 56 (kadastraal bekend gemeente *, sectie * __ nummer *) en ten laste van de kavels 54, 25 en 26 (respectievelijk ___ kadastraal bekend gemeente *, sectie * nummers *); _____________________ ten behoeve van kavel 54 (kadastraal bekend gemeente *, sectie * __ nummer *), en ten laste van de kavels 56, 25 en 26 (respectievelijk __ kadastraal bekend gemeente *, sectie * nummers *); _____________________ ten behoeve van kavel 26 (kadastraal bekend gemeente *, sectie * __ nummer *), en ten laste van de kavel 25. ____________________________________ Met betrekking tot voor omschreven erfdienstbaarheid van voetpad wordt bepaald: __________________________________________________________________________________ 1. gemelde tot (voet)pad bestemde stroken grond zullen nimmer mogen worden belemmerd, versperd of aan hun bestemming worden ________ onttrokken, voor wat betreft de voetpaden met eventuele uitzondering van het hierna sub 3 bepaalde; ________________________________________________ 2. het onderhoud, het schoonmaken en de overige kosten verband _____ houdende met de voetpaden en de bestrating, komt voor rekening ___ van de daarvan gebruik makende eigenaren ieder voor een gelijk ____ deel; _________________________________________________________________________________ 3. ingrijpende verandering van inrichting en/of afsluiting van de __________ achterpaden en het zijpad is alleen mogelijk als de gemeente Zwolle schriftelijk heeft ingestemd met een daartoe strekkend en door alle __ betrokken (mede)eigenaren/rechthebbende-(n) ondertekend verzoek. Alle overige beslissingen door de bedoelde eigenaren worden ________ genomen met meerderheid van stemmen. __________________________________ VASTLEGGING KWALITATIEVE VERPLICHTINGEN. ____________________________ In deze akte worden bij deze onder opschortende voorwaarde van ______________ aanvaarding door de betreffende kopers van de kavels, de navolgende ________ kwalitatieve verplichtingen ten aanzien van enkele kavels vastgelegd. __________ ERFAFSCHEIDING _________________________________________________________________________ Gaashekwerk _________________________________________________________________________________ 1. Aan de zijgrens de kavels met de kavelnummers 20 en 25 zal door BPD _ (gedeeltelijk) een gaashekwerk met hedera als erfafscheiding worden ____ aangebracht, hoog ongeveer één meter en tachtig (180) centimeter een _ en ander zoals is aangegeven op de situatietekening. _________________________ De verkrijger heeft de verplichting te dulden dat op zijn erfgrens ____________ (gedeeltelijk) een gaashekwerk met hedera in stand gehouden moet ______ worden. __________________________________________________________________________________ Indien, om welke reden dan ook, het oorspronkelijke gaashekwerk (met __ hedera) teniet is gegaan, is de eigenaar van de betreffende kavel _________ verplicht om op zijn kosten een soortgelijk gaashekwerk (met hedera) op
7
dezelfde plek aan te (doen) brengen. ______________________________________________ 2. De kosten van onderhoud van de betreffende hiervoor genoemde _________ erfafscheiding zijn geheel voor rekening van de eigenaar van de kavel ___ waarop de erfafscheiding is geplaatst. _____________________________________________ 3. Het is de eigenaar van de betreffende kavel niet toegestaan om op de ___ situatietekening aangegeven grens andere erfafscheidingen, zoals ________ hekken, schuttingen, struiken en dergelijke, te (doen) plaatsen dan de ____ erfafscheiding zoals hiervoor onder lid 1 bedoeld. ______________________________ 4. De verkrijger, danwel diens rechtsopvolger(s), verplicht(en) zich reeds nu voor alsdan de voorwaarden en bepalingen zoals hiervoor in de leden 1., 2. en 3. omschreven op zich te nemen en jegens BPD casu quo de _______ gemeente Zwolle na te komen. _____________________________________________________ 5. De hiervoor in de leden 1., 2. en 3. genoemde verplichtingen worden in __ de akte van levering als kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 252 Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek gevestigd en zullen van rechtswege __ overgaan op degene(n) die het verkochte in eigendom zal/zullen __________ verkrijgen, waarbij tevens bepaald zal worden dat diegenen mede _________ gebonden zullen zijn die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het goed zullen verkrijgen. ___________________________________________________________ Beukenhaag __________________________________________________________________________________ 1. Aan voorzijde en aan de zijgrens van kavels 20, 21, 22, 23, 24 en 25 _____ alsmede aan de zijgrens van de kavels 20 en 25 - een en ander zoals is aangegeven op de situatietekening - zal door BPD een beukenhaag als __ erfafscheiding worden aangebracht, hoog ongeveer zestig (60) ____________ centimeter. _______________________________________________________________________________ De verkrijger heeft de verplichting te dulden dat op zijn erf een _____________ beukenhaag in stand gehouden moet worden. __________________________________ Indien, om welke reden dan ook, de oorspronkelijke beukenhaag teniet is gegaan, is de eigenaar van de betreffende kavel verplicht om op zijn _____ kosten een soortgelijke haag op dezelfde plek aan te (doen) brengen. _____ 2. De kosten van onderhoud van de beukenhaag zijn geheel voor rekening _ van de eigenaar van de kavel waarop de beukenhaag is geplaatst._________ 3. Het is de eigenaar van een kavel niet toegestaan om aan de zijde van de kavel waarop de beukenhaag is geplaats andere erfafscheidingen, zoals hekken, schuttingen, struiken en dergelijke, te (doen) plaatsen dan de ____ beukenhagen zoals hiervoor onder lid 1 bedoeld. _______________________________ 4. De verkrijger, danwel diens rechtsopvolger(s), verplicht(en) zich reeds nu voor alsdan de voorwaarden en bepalingen zoals hiervoor in de leden 1., 2. en 3. omschreven op zich te nemen en jegens BPD na te komen. ______ 5. De hiervoor in de leden 1., 2. en 3. genoemde verplichtingen worden in __ de akte van levering als kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 252 Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek gevestigd en zullen van rechtswege __ overgaan op degene(n) die het verkochte in eigendom zal/zullen __________ verkrijgen, waarbij tevens bepaald zal worden dat diegenen mede _________ gebonden zullen zijn die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het goed zullen verkrijgen. ___________________________________________________________ Opstelplaats auto ____________________________________________________________________________ 1. Aan voorzijde van de kavels 20, 21, 22, 23, 24 en 25 zal door BPD één __ opstelplaats voor één (1) auto worden aangelegd. De situering van deze opstelplaatsen is weergegeven op de situatietekening. ________________________
8
De betreffende verkrijgers van de betreffende kavels 20, 21, 22, 23, 24 en 25 hebben de verplichting te dulden dat gemelde opstelplaats op zijn _____ terrein in stand gehouden moet worden. __________________________________________ Indien, om welke reden dan ook, de opstelplaats teniet is gegaan, is de __ eigenaar van de betreffende kavel verplicht om op zijn kosten een _________ soortgelijke opstelplaats op dezelfde plek aan te (doen) brengen. ___________ 2. De kosten van onderhoud van de opstelplaats zijn geheel voor rekening _ van de eigenaar van de kavel waarop de opstelplaats is geplaatst. _________ 3. Het is de eigenaar van een kavel niet toegestaan om de opstelplaats aan haar bestemming te onttrekken. ____________________________________________________ 4. De verkrijger, danwel diens rechtsopvolger(s), verplicht(en) zich reeds nu voor alsdan de voorwaarden en bepalingen zoals hiervoor in de leden 1., 2. en 3. omschreven op zich te nemen en jegens BPD na te komen. ______ 5. De hiervoor in de leden 1., 2. en 3. genoemde verplichtingen worden in __ de akte van levering als kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 252 Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek gevestigd en zullen van rechtswege __ overgaan op degene(n) die het verkochte in eigendom zal/zullen __________ verkrijgen, waarbij tevens bepaald zal worden dat diegenen mede _________ gebonden zullen zijn die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het goed zullen verkrijgen. ___________________________________________________________ Dove gevel ____________________________________________________________________________________ 1. De te realiseren woningen op de kavels zijn gelegen in de geluidszone ___ van de "A28" en de IJsselallee. Het verkeerslawaai wordt voor een ________ belangrijk deel tegengehouden door middel van een geluidsscherm en ___ geluidswal. Desondanks kan bij de meeste woningen niet worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde voor geluidbelasting aan de gevel. Bij _____ deze woningen zijn hogere grenswaarden verleend. Dit houdt in dat de __ gevels van deze woningen extra geïsoleerd zijn om alsnog aan het _______ vereiste geluidniveau in de woning te voldoen. __________________________________ Bij de woningen, te weten kavels 20, 21, 22, 23, 24 en 25 wordt aan de __ voorzijde van iedere kavel vanaf de eerste verdieping een dove gevel ____ gerealiseerd. Aan de zijgrens van kavel 20 wordt voorts een dove gevel _ gerealiseerd vanaf de eerste verdieping. Voorts zal aan de achterzijde en aan de zijgrens van de te realiseren woningen, te weten kavels 21, 22, ___ 23, 24 en 25 vanaf de tweede verdieping, een dove gevel worden _________ gerealiseerd. De situering van de dove gevel is weergegeven op de ______ situatietekening. ________________________________________________________________________ Een dove gevel is een gevel zonder te openen delen, dat wil zeggen dat _ de ramen in die gevel niet geopend kunnen worden. ___________________________ 2 De betreffende verkrijger heeft de verplichting te dulden dat de _____________ betreffende dove gevel in stand gehouden moet worden. _____________________ Indien, om welke reden dan ook, de oorspronkelijke dove gevel teniet is _ gegaan, is de eigenaar van de betreffende kavel verplicht om op zijn _____ kosten een soortgelijke dove gevel op dezelfde plek aan te (doen) _________ brengen. _________________________________________________________________________________ 3. De kosten van onderhoud van de dove gevel zijn geheel voor rekening __ van de eigenaar van de kavel waarop de dove gevel is geplaatst. __________ 4. Het is de eigenaar van een kavel niet toegestaan om aan de zijde van de kavel waarop de dove gevel is geplaats een andere gevel, te (doen) ______ aanbrengen dan de dove gevel zoals hiervoor onder lid 2 bedoeld. _________
9
5.
De verkrijger, danwel diens rechtsopvolger(s), verplicht(en) zich reeds nu voor alsdan de voorwaarden en bepalingen zoals hiervoor in de leden 2., 3. en 4. omschreven op zich te nemen en jegens BPD na te komen. ______ 6. De hiervoor in de leden 2., 3. en 4. genoemde verplichtingen worden in __ de akte van levering als kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 252 Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek gevestigd en zullen van rechtswege __ overgaan op degene(n) die het verkochte in eigendom zal/zullen __________ verkrijgen, waarbij tevens bepaald zal worden dat diegenen mede _________ gebonden zullen zijn die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het goed zullen verkrijgen. ___________________________________________________________ Drainage/afvoerbox _________________________________________________________________________ 1. In de kavels zal in de ondergrond een drainage/afvoerbox met _____________ toebehoren door BPD danwel de aannemer worden aangebracht, zulks __ voor de afvoer van hemelwater. _____________________________________________________ De betreffende verkrijger heeft de verplichting te dulden dat de _____________ betreffende drainage/afvoerbox met toebehoren in stand gehouden moet worden. ___________________________________________________________________________________ Indien, om welke reden dan ook, de oorspronkelijke drainage/afvoerbox _ met toebehoren teniet is gegaan, is de eigenaar van de betreffende kavel verplicht om op zijn kosten een soortgelijke drainage/afvoerbox met ______ toebehoren op dezelfde plek aan te (doen) brengen. ___________________________ 2. De kosten van onderhoud van de drainage/ afvoerbox zijn geheel voor ___ rekening van de eigenaar van de kavel waarin de drainage/afvoerbox is _ geplaatst. ________________________________________________________________________________ 3. Het is de eigenaar van een kavel niet toegestaan om de _____________________ drainagebox/afvoerbox te (doen) verwijderen. ___________________________________ 4. De verkrijger, danwel diens rechtsopvolger(s), verplicht(en) zich reeds nu voor alsdan de voorwaarden en bepalingen zoals hiervoor in de leden 1., 2. en 3. omschreven op zich te nemen en jegens BPD na te komen. ______ 5. De hiervoor in de leden 1., 2. en 3. genoemde verplichtingen worden in __ de akte van levering als kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 252 Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek gevestigd en zullen van rechtswege __ overgaan op degene(n) die het verkochte in eigendom zal/zullen __________ verkrijgen, waarbij tevens bepaald zal worden dat diegenen mede _________ gebonden zullen zijn die van de rechthebbende een recht tot gebruik van het goed zullen verkrijgen. ___________________________________________________________ BESTAANDE VERPLICHTINGEN/KETTINGBEDINGEN. _________________________ In voormelde aankomsttitel zijn door de toenmalige vervreemder (ABN AMRO Bank N.V.) aan BPD diverse verplichtingen en kettingbedingen opgelegd. ____ BPD is verplicht deze verplichtingen en bedingen aan de opvolgende __________ eigenaren/rechthebbende op te leggen. Bedoelde verplichtingen luiden ________ woordelijk als volgt: _________________________________________________________________________ (aanvang citaat)_____________________________________________________________________________ "Ten aanzien van met betrekking tot het verkochte bestaande bijzondere ______ lasten en beperkingen van civielrechtelijke aard wordt verwezen naar: ________ voorzover afkomstig van de vervallen kadastrale percelen met _______ nummers 4406 en 4579: ___________________________________________________________ Een akte van levering op twintig augustus negentienhonderd _______________ éénenzeventig verleden voor een plaatsvervanger van mr. G.M. ___________ Meppelink, destijds notaris gevestigd te Zwolle, _______________________________
10
waarvan een afschrift is ingeschreven in voormelde Openbare Registers (toen: overgeschreven ten hypotheekkantore te Zwolle ) op diezelfde dag in register 4, deel 1963, nummer 15, waarin ondermeer het volgende ____ voorkomt, woordelijk luidende: _____________________________________________________ “8. Het terrein mag slechts worden benut voor de uitbreiding van het op __ het aangrenzende terrein staande schoolgebouw en toebehoren,een en ander ter beoordeling door en ten genoegen van burgemeester en ________ wethouders van Zwolle; de bebouwing van het terrein moet geschieden __ op een wijze, die naar het oordeel van burgemeester en wethouders _____ voornoemd bevredigend is te achten voor de omgeving, waarin het ______ terrein is gelegen; het bouwplan moet ongeacht het wettelijke vereiste ___ van een bouwvergunning etcetera, vóóraf zijn goedgekeurd door __________ burgemeester en wethouders voornoemd. _______________________________________ 9. De koopster is verplicht een zodanig gedeelte van het gekochte als ____ parkeerterrein aan te leggen en te houden; dat blijvend voldoende ________ gelegenheid aanwezig is voor het parkeren van middelen van vervoer ____ voor de gebruikers en bezoekers van de in de eerste alinea onder 8 _____ bedoelde gebouwen; _________________________________________________________________ 10. Koopster is verplicht het bij de bebouwing behorende open terrein – __ voorzover het niet is verhard of ingericht als parkeerterrein –ten ___________ genoegen van burgemeester en wethouders voornoemd als siertuin dan wel als tuin ten dienste van het tuinbouw-onderwijs aan te leggen _________ en te onderhouden; het is haar verboden in dit terrein palen, hekken, _____ hokken en dergelijke aan te brengen of te hebben; indien ____________________ terreinafscheidingen of erfafscheidingen, die van de openbare weg _______ af zichtbaar zijn, worden aangebracht, zijn deze aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders voornoemd onderworpen; En ________________ 12. De op het verkochte terrein te stichten opstallen mogen nimmer _______ worden bestemd, ingericht of gebruikt voor de uitoefening van enig _______ bedrijf, waaronder hotel, café, restaurant, winkel, werkplaats, pakhuis en dergelijke ________________________________________________________________________________ 13. De koopster is verplicht in geval van tenietgaan brand, verwoesting en dergelijke van de op het verkochte gestichte opstallen binnen een door __ burgemeester en wethouders voornoemd te bepalen datum op hetzelfde terrein nieuwe opstallen op te richten met inachtneming van het bepaalde in voorwaarde 8. en ___________________________________________________________________ 16. De koopster is verplicht de ten behoeve van de op te richten opstallen aan te leggen riolen, putten enzovoorts voor de afvoer van faecaliën, ____ menage- en hemelwater onder de gebruikelijke _______________________________ voorwaarden voor haar rekening op de gemeentelijke riolering te doen ___ aansluiten en daarop aangesloten te houden. __________________________________ 17. De gemeente behoudt zich het recht voor in het overblijvende terrein buizen en leidingen voor gas, water, telefoon, electriciteit, radio en ________ dergelijke te doen leggen, te hebben, te onderhouden enzovoorts, casu _ quo daartoe aan derden toestemming te verlenen, de gemeente verplicht zich na van haar bevoegdheid gebruik te hebben gemaakt –het terrein ___ weer in de oorspronkelijke toestand te herstellen of te doen herstelen; ____ koopster moet gedogen, dat ten behoeve van het staatsbedrijf der ________ Posterijen, Telegrafie en Telefonie telefoon-, draadomroep-en ______________ televisieleidingen, manipulatiekasten, alsmede schakelkasten, _____________
11
-
meterkasten en drukschrijvers ten behoeve het gemeentelijk _______________ electriciteitsbedrijf en het gemeentelijk gas-en waterleidingbedrijf op, in en boven het verkochte of aan de op het verkochte te stichten opstallen _____ worden aangebracht, gehouden en onderhouden. ____________________________ 18. Aan burgemeester en wethouders voornoemd wordt de bevoegdheid voorbehouden van de voormelde bepalingen en voorwaarden, onder ____ bepaalde condities, ontheffing te verlenen. ______________________________________ 19. Bij overtreding of niet-nakoming van de hiervoor sub 8, 9, 10, 12, 13 _ en 16 omschreven verplichtingen verbeurt de koopster voor iedere ______ maand, dat de verboden toestand duurt of in strijd met die bepalingen ___ wordt gehandeld, een boete van tienduizend gulden (f 10.000,--) ten _____ behoeve van de Gemeente Zwolle, zullende deze boete opeisbaar zijn na verloop van een maand te rekenen vanaf het tijdstip waarop ________________ burgemeester en wethouders voornoemd de koopster per aangetekende brief op enig verzuim aangaande voormelde bepalingen opmerkzaam ____ hebben gemaakt, zonderdat verder enige uitdrukkelijke ingebrekestelling nodig zal zijn. Voorts verklaarde de comparant sub 2 in kwaliteit gemeld: a. dat de door hem vertegenwoordigde vereniging Overijsselsche _______ Landbouw Maatschappij zich ten aanzien van de Gemeente Zwolle _ verbindt, om bij gehele of gedeeltelijke overdracht van het ____________ bij deze gekochte, dezelfde hiervoor in de punten 8, 9, 10, 12, 13, 16, 17, 18 en 19 neergelegde bedingen, alsmede dit beding, met de _____ nieuwe verkrijger te zullen aangaan, met opneming van een boete __ als hierna sub b is omschreven en de Gemeente Zwolle hiervan ______ kennis te zullen geven, opdat deze de bedingen kan aanvaarden; ___ b. bij de niet nakoming of overtreding van het hiervoor sub a bepaalde, alsmede bij gehele of gedeeltelijke niet nakoming van de in gemelde punten 8, 9, 10, 12, 13 en 16 omschreven bedingen, zij of haar ______ opvolgers in de eigendom aan de Gemeente Zwolle een boete zal ___ verbeuren van eenhonderdduizend gulden ( ¦100.000,--) welke boete opeisbaar zal zijn op de wijze als hiervoor sub 19 is omschreven.; __ voorzover afkomstig van de vervallen kadastrale percelen met _______ nummers 4577 en 3558: _________________________________________________________ Een akte van levering op elf maart negentienhonderd zevenenzeventig __ verleden voor genoemde notaris D. Klein, waarvan een afschriftis ________ ingeschreven in voormelde Openbare Registers (toen: overgeschreven _ ten hypotheekkantore te Zwolle) op diezelfde dag in register 4, deel ______ 2869, nummer 45, waarin ondermeer het volgende voorkomt, woordelijk luidende: ________________________________________________________________________________ "8. het terrein mag slechts worden benut voor de uitbreiding van het op __ het aangrenzende terrein staande schoolgebouw met toebehoren, een en ander ter beoordeling door en ten genoegen van burgemeester en _______ wethouders van Zwolle; de bebouwing van het terrein moet geschieden __ op een wijze, die naar het oordeel van burgemeester en wethouders _____ voornoemd bevredigend is te achten voor de omgeving, waarin het terrein is gelegen; het bouwplan moet ongeacht het wettelijk vereiste van een __ bouwvergunning etcetera, vóóraf zijn goedgekeurd door burgemeester en wethouders voornoemd. _____________________________________________________________ 9. Voormelde vereniging is verplicht een zodanig gedeelte van de _________ onroerende goederen als parkeerterrein aan te leggen en te houden, dat
12
blijvend voldoende gelegenheid aanwezig is voor het parkeren van _______ middelen van vervoer voor de gebruikers en bezoekers van de in de ______ eerste alinea onder 8 bedoelde gebouwen. _____________________________________ 10. Voormelde vereniging is verplicht het bij de bebouwing behorende ___ open terrein –voorzover het niet is verhard of ingericht als parkeerplaats –ten genoegen van burgemeester en wethouders voornoemd als siertuin dan wel als tuin ten dienste van het tuinbouw-onderwijs aan te leggen en te onderhouden; het is haar verboden in dit terrein palen, hekken, hokken en dergelijke aan te brengen of te hebben; indien terreinafscheidingen of erfafscheidingen, die van de openbare weg af zichtbaar zijn, worden _____ aangebracht, zijn deze aan de goedkeuring van burgemeester en ________ wethouders voornoemd onderworpen. ____________________________________________ 11. de op het verkochte terrein te stichten opstallen mogen nimmer _______ worden bestemd, ingericht of gebruikt voor de uitoefening van enig _______ bedrijf, waaronder hotel, café, restaurant, winkel, werkplaats, pakhuis en dergelijke. _______________________________________________________________________________ 12. Voormelde vereniging is verplicht in geval van tenietgaan door brand, verwoesting en dergelijke van de op voormelde onroerende goederen ___ gestichte opstallen binnen een door burgemeester en wethouders ________ voornoemd te bepalen datum op hetzelfde terrein nieuwe opstallen _______ op te richten met inachtneming van het bepaalde in voorwaarde 8. en ____ 14. Voormelde vereniging is verplicht de ten behoeve van de op te richten opstallen aan te leggen riolen, putten enzovoorts voor de afvoer van ______ faecaliën, menage-en hemelwater onder de gebruikelijke voorwaarden __ voor haar rekening op de gemeentelijke riolering te doen aansluiten en __ daarop aangesloten te houden. ____________________________________________________ 15. De gemeente Zwolle behoudt zich het recht voor in het overblijvende open terrein buizen en leidingen voor gas, water, telefoon, elektriciteit, __ radio en dergelijke te hebben, te onderhouden enzovoorts, casu quo _____ daartoe aan derden toestemming te verlenen; de gemeente verplicht zich na haar bevoegdheid gebruik te hebben gemaakt –het terrein weer in de oorspronkelijke toestand te herstellen of te doen herstellen; ________________ Voormelde vereniging moet gedogen, dat ten behoeve van het _____________ staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie telefoon-, ______________ draadomroep-en televisieleidingen, manipulatiekasten, alsmede __________ schakelkasten, meterkasten en drukschrijvers, ten behoeve van het ______ gemeentelijk electriciteitsbedrijf en het gemeentelijk gas-en waterleiding _ op, in en boven die onroerende goederen of aan de op die onroerende __ goederen te stichten opstallen worden aangebracht, gehouden en ________ onderhouden. ________________________________________________________________________ 16. Aan burgemeester en wethouders voornoemd wordt de bevoegdheid voorbehouden van de voormelde bepalingen en voorwaarden onder _____ bepaalde condities, ontheffing te verlenen, dan wel aanvullingen en/of ___ uitbreiding daaraan toe te voegen. _________________________________________________ 17. Bij overtreding of niet-nakoming van de hiervoor sub 8, 9, 19, 11, 12 _ en 14 omschreven verplichtingen verbeurt voormelde vereniging voor ____ iedere maand, dat de verboden toestand duurt of in strijd met die _________ bepalingen wordt gehandeld, een boete van tienduizend gulden ___________ (f 10.000,--) ten bate van de Gemeente Zwolle, zullende deze boete ______ opeisbaar zijn na verloop van een maand re rekenen vanaf het tijdstip ___
13
waarop burgemeester en wethouders voornoemd voormelde vereniging per aangetekende brief op enig verzuim aangaande voormelde ____________ bepalingen opmerkzaam hebben gemaakt, zonder dat verder enige _______ uitdrukkelijke ingebrekestelling nodig zal zijn. ___________________________________ Voorts verklaarde de comparant sub 2, in kwaliteit gemeld: __________________ a. dat de door hem vertegenwoordigde vereniging Overijsselsche _________ Landbouw Maatschappij zich ten aanzien van de Gemeente Zwolle ______ verbindt, om bij gehele of gedeeltelijke voerdracht van de bij deze ________ verkregen onroerende goederen, dezelfde hiervoor inde punten 8, 9, 10, 11, 12, 14, 15, 16 en 17 neergelegde bedingen, alsmede dit bedrag, met de nieuwe verkrijger te zullen aangaan, met opneming van een boete als hierna sub b is omschreven en de Gemeente Zwolle hiervan kennis te ___ zullen geven, opdat deze de bedingen kan aanvaarden; _____________________ b. dat bij niet-nakoming of overtreding van het hiervoor sub a. bepaalde, _ alsmede bij gehele of gedeeltelijke niet-nakoming van de in gemelde ____ punten 8, 9, 10, 11, 12 en 14 omschreven bedingen, zij of haar opvolgers in eigendom aan de Gemeente Zwolle een boete zal verbeuren van ______ eenhonderdduizend gulden (f100.000,--), welke boete opeisbaar zal zijn _ op de wijze als hiervoor sub 17 is omschreven.” ______________________________ - voorzover afkomstig van de vervallen kadastrale percelen met _____ nummers 4775, 4776, 4779, 4781 en 4784: ___________________________________ Een akte van levering op elf maart negentienhonderd zevenenzeventig __ verleden voor genoemde notaris D. Klein, waarvan een afschrift is ________ ingeschreven in voormelde Openbare Registers (toen: overgeschreven __ ten hypotheekkantore te Zwolle) op diezelfde dag in register 4, deel ______ 2869, nummer 44, waarin ondermeer het volgende voorkomt, woordelijk luidende: ________________________________________________________________________________ “8. De grond mag uitsluitend worden bestemd voor het stichten van _______ gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van de administratieve _ dienstensector. _________________________________________________________________________ 10. Koopster is verplicht, in geval van tenietgaan door brand, verwoesting en dergelijke van de op het verkochte gestichte opstallen binnen een door burgemeester en wethouders voornoemd te bepalen termijn op hetzelfde terrein nieuwe opstallen op te richten, zulks met inachtneming van _______ het bepaalde onder 8. ________________________________________________________________ 12. Koopster is verplicht de ten behoeve van de op te richten bebouwing aan te leggen riolen, putten en dergelijke voor de afvoer van faecaliën en menagewater onder de gebruikelijke gemeentelijke voorwaarden voor ____ haar rekening op de openbare riolering te doen aansluiten en daarop ____ aangesloten te houden onder de verplichting de aansluitkosten ad ________ tweeduizend vierhonderd gulden (ƒ.2.400.--) exclusief omzetbelasting ___ aan de Gemeente Zwolle te vergoeden; __________________________________________ het hemelwater moet worden afgevoerd naar de op het verkochte _________ aanwezige grenssloot. _______________________________________________________________ 13. De zorg voor het onderhouden en schoonhouden van de onder 12 ___ bedoelde sloot berust bij de koopster. ____________________________________________ 14. De verkoopster is verplicht in samenhang met het aangrenzende _____ reeds in haar bezit zijnde terrein op die terreinen een parkeerterrein te __ doen aanleggen, in stand te houden en te onderhouden van een __________ zodanige grootte dat blijvend voldoende gelegenheid aanwezig is voor ___
14
het parkeren van driehonderd vijftig personenauto´s, één en ander ten __ genoegen van burgemeester en wethouders voornoemd. ___________________ 15. Koopster is verplicht het bij de bebouwing behoren op open terrein - __ voor zover het niet is verhard en/of ingericht als parkeerterrein -ten _______ genoegen van burgemeester en wethouders voornoemd als groen aan te leggen en te onderhouden; het is haar verboden in dit terrein palen, ______ hokken, hekken en dergelijke aan te brengen of te hebben; indien _________ terreinafscheidingen of erfafsluitingen, die van de openbaren weg af _____ zichtbaar zijn, worden aangebracht, zijn deze aan de goedkeuring van __ burgemeester en wethouders voornoemd onderworpen; de Gemeente ___ Zwolle behoudt zich het recht voor in open terrein ten behoeve van de ___ openbaren straatbeplanting, bomen te planten, te hebben en te ___________ onderhouden, zulks in overleg met en op voor de koopster minst __________ bezwaarde wijze. ______________________________________________________________________ 16. De Gemeente Zwolle behoudt zich het recht voor, zulks in overleg ____ met en op voor de koopster minst bezwarende wijze, in het open terrein _ buizen en leidingen voor gas, water, elektriciteit, telefoon, radio en _______ dergelijke te doen aanleggen, te houden, te onderhouden, enzovoorts, ___ qasu quo daartoe aan derden, toestemming te verlenen, de Gemeente ___ Zwolle verplicht zich –na van haar bevoegdheid gebruik te hebben _______ gemaakt –het terrein weer in de oorspronkelijke toestand te herstellen of tedoen herstellen, koopster moet gedogen, dat ten behoeve van het ______ straatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, telefoon –en ________ televisieleidingen, manipulatiekasten, alsmede schakelkasten, _____________ meterkasten en drukschrijvers ten behoeve van de elektriciteits -, gas –en watervoorzieningen op, in en boven het verkochte of aan de op het _______ verkochte te stichten opstallen worden aangebracht, gehouden en ________ onderhouden. __________________________________________________________________________ 17. De koopster verplicht zich –zodanig –de Gemeente Zwolle in de door haar op het gekochte te stichten opstallen, danwel in het op het ___________ aangrenzende terrein aanwezige gebouw, blijvend de nodige ruimte ter _ beschikking te stellen voor het onderbrengen, behouden en onderhouden van een transformatorinstallatie met toebehoren, ten behoeve de _________ elektriciteitsvoorziening; _____________________________________________________________ burgemeester en wethouders voornoemd zijn bevoegd de uitvoering van deze bepaling in overleg met de koopster nader te regelen. _________________ 18. Aan burgemeester en wethouders wordt de bevoegdheid _______________ voorbehouden van de voormelde voorwaarden en bepalingen onder _____ nader te stellen condities ontheffing te verlenen. _______________________________ 19. De koopster verbindt zich ten aanzien van de Gemeente Zwolle om bij gehele of gedeeltelijke overdracht van het bij deze akte verkochte de _____ bepalingen hiervoor onder 8, 10, 12, 13, 14, 15, 16, 17 en 18 vermeld, __ alsmede deze bepaling aan de nieuwe verkrijger op te leggen met ________ opneming van een boete groot vijftigduizend gulden (f. 50.000.--) ten _____ behoeve van de Gemeente Zwolle en de Gemeente Zwolle hiervan _______ kennis te zullen geven, opdat deze de bedingen kan aanvaarden. ________ Verder is de koopster of haar opvolgers in de eigendom aan de ____________ Gemeente Zwolle verschuldigd: ____________________________________________________ a. bij gehele of gedeeltelijke niet –nakoming van de bepalingen hiervoor _ onder 8, 10, 12, 13, 14, 15, 16 en 17 vermeld een boete groot ______________
15
vijftigduizend gulden ( ƒ. 50.000,--); _______________________________________________ b. voor iedere maand, gedurende welke niet is voldaan aan de onder 8, __ 10, 12, 13, 16 en 18 vermelde verplichtingen een boete van vijfduizend _ gulden (ƒ. 5.000,--). ___________________________________________________________________ De Gemeente Zwolle behoeft voor de invordering van voormelde boeten nimmer enige uitdrukkelijke ingebrekestelling te doen, met dien ___________ verstande, dat deze boeten pas invorderbaar zijn nadat burgemeester en wethouders voornoemd betrokkene per aangetekende brief tenminste ____ een maand tevoren op enig verzuim opmerkzaam hebben gemaakt en de boete-vordering achterwege blijft wanneer het verzuim in die tijd ten _____ genoegen van burgemeester en wethouders voornoemd is hersteld.” __ - voorzover afkomstig van de vervallen kadastrale percelen met _____ nummers 3549, 3550 en 3551: ____________________________________________________ Een akte van levering op elf maart negentienhonderd zevenenzeventig __ verleden voor genoemde notaris D. Klein, waarvan een afschrift is ________ ingeschreven in voormelde Openbare Registers (toen: overgeschreven _ ten hypotheekkantore te Zwolle) op diezelfde dag in register 4, deel ______ 2869, nummer 43, waarin ondermeer het volgende voorkomt, woordelijk luidende: ________________________________________________________________________________ “a. De gronden mogen uitsluitend door de genoemde naamloze ____________ vennootschap worden bestemd voor het stichten van gebouwen en ______ andere bouwwerken ten behoeve van de administratieve ___________________ dienstensector; het bouwplan dient voordat met de uitvoering wordt _______ begonnen, door Burgemeester en Wethouders van Zwolle te worden ____ goedgekeurd, onverminderd hun bevoegdheden ter uitvoering van de ___ Woningwet en eventuele andere op dit werk van toepassing zijnde _______ wettelijke voorschriften. ______________________________________________________________ b. Genoemde naamloze vennootschap is verplicht, ingeval van tenietgaan door brand, verwoesting en dergelijke van de op de grond gestichte ______ opstallen binnen een door Burgemeester en Wethouders voornoemd te _ bepalen termijn op het zelfde terrein nieuwe opstallen op te richten, zulks met inachtneming van het bepaalde sub a. ______________________________________ c. De Gemeente Zwolle is tot geen vrijwaring gehouden wegens haar ____ onbekende erfdienstbaarheden en/of andere lasten, die niet in de ________ openbare registers ten hypotheekkantoren zijn in -of overgeschreven en die derden mochten beweren op de grond te kunnen uitoefenen, of ______ die daarop volgens derden zouden kunnen bestaan, noch voor verborgen gebreken, waarvan zijzelf onkundig is. ___________________________________________ d. Genoemde naamloze vennootschap is verplicht de ten behoeve van de op te richten bebouwing aan te leggen riolen, putten en dergelijke voor de afvoer van faecaliën en menagewater onder de gebruikelijke _______________ gemeentelijke voorwaarden voor haar rekening op de openbare riolering te doen aansluiten en daarop aangesloten te houden; het hemelwater ___ moet worden afgevoerd naar de op de onroerende goederen aanwezige _ grenssloot. ______________________________________________________________________________ e. De zorg voor het onderhouden en schoonhouden van de onder sub d _ bedoelde sloot berust bij genoemde naamloze vennootschap. _____________ f. Genoemde naamloze vennootschap is verplicht een zodanig gedeelte _ van de grond als parkeerterrein aan te leggen en te houden, dat blijvend voldoende gelegenheid aanwezig is voor het parkeren van middelen van
16
vervoer voor de gebruikers en bezoekers van de onder a bedoelde _______ gebouwen. ______________________________________________________________________________ g. Genoemde naamloze vennootschap is verplicht het bij de bebouwing _ behorende open terrein – voorzover het niet is verhard en ingericht als ___ parkeerterrein -ten genoegen van Burgemeester en Wethouders __________ voornoemd als siertuin aan te leggen en te onderhouden; het is haar _____ verboden in dit terrein palen, hekken en dergelijke aan te brengen of te __ hebben; indien terreinafscheidingen of erfafsluitingen, die van de _________ openbare weg af zichtbaar zijn, worden aangebracht, zijn deze aan de ___ goedkeuring van Burgemeester en Wethouders voornoemd onderworpen; de Gemeente Zwolle behoudt zich het recht voor in het open terrein ten _ behoeve van de openbare straatbeplanting, bomen en planten, te ________ hebben en te onderhouden. _________________________________________________________ h. de Gemeente Zwolle behoudt zich het recht voor het open terrein ______ buizen en leidingen voor gas, water, elektriciteit, telefoon, radio en ________ dergelijke te doen aanleggen, te houden, te onderhouden enzovoorts ____ casu quo daartoe aan derden toestemming te verlenen; de Gemeente ___ Zwolle verplicht zich –na van haar bevoegdheid gebruik te hebben ________ gemaakt –het terrein weer in de oorspronkelijke toestand te herstellen of te doen herstellen; genoemde naamloze vennootschap moet gedogen __ dat ten behoeve van het staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en ________ Telefonie, telefoondraadomroep-en televisieleidingen, ______________________ manipulatiekasten, alsmede schakelkasten, meterkasten, en _______________ drukschrijvers ten behoevevan het gemeentelijk elektriciteitsbedrijf en de gasfabriek en waterleiding op, in en boven de percelen of aan de op de __ percelen te stichten opstallen worden aangebracht, gehouden en _________ onderhouden. __________________________________________________________________________ i. Genoemde naamloze vennootschap verplicht zich de Gemeente Zwolle in de door haar op de grond te stichten opstallen blijvend de nodige ______ ruimte ter beschikking te stellen voor het onderbrengen van een __________ transformatorinstallatie met toebehoren, ten behoeve ________________________ elektriciteitsvoorziening; burgemeester en Wethouders voornoemd zijn ___ bevoegd de uitvoering van deze bepaling in overleg met genoemde ______ naamloze vennootschap nader te bepalen. ______________________________________ j. Aan Burgemeester en Wethouders voornoemd worden bevoegdheid ___ voorbehouden van voormelde voorwaarden en bepalingen onder nader vast te stellen condities ontheffing te verlenen. ________________________________ k. Bij overtreding of niet -nakoming van de hiervoor sub a, b, d, e, f, g, en i omschreven verplichtingen verbeurt genoemde naamloze vennootschap voor ieder maand, dat de verboden toestand duurt of in strijd met die ____ bepalingen wordt gehandeld, een boete van vijfhonderd gulden ten bate van de gemeente Zwolle, zullende deze boete opeisbaar zijn na verloop _ van een maand te rekenen vanaf het tijdstip waarop burgemeester en ___ wethouders voornoemd genoemde naamloze vennootschap per __________ aangetekende brief op enig verzuim aangaande voormelde ________________ bepalingen opmerkzaam hebben gemaakt, zonder dat verder enige _______ uitdrukkelijke ingebrekestelling nodig zal zijn. __________________________________ Voorts verklaarde de comparant sub II, in kwaliteit gemeld: __________________ A. dat de door hem vertegenwoordigde naamloze vennootschap zich ten aanzien van de Gemeente Zwolle verbindt, om bij gehele of gedeeltelijke
17
overdracht van de bij deze verkregen onroerende goederen dezelfde ____ hiervoor in de punten a, b, d, e, f, g, h, i, j en k neergelegde bedingen, ___ alsmede dit beding, met de nieuwe verkrijger te zullen aangaan, met _____ opening van een boete als hierna sub B is omschreven en de Gemeente Zwolle hiervan kennis te zullen geven, opdat deze de bedingen kan ______ aanvaarden; ____________________________________________________________________________ B. dat bij niet-nakoming of overtreding van het hiervoor sub A bepaalde, _ alsmede bij gehele of gedeeltelijke niet-nakoming van de in gemelde ____ punten a, b, d, e, f, g, en i omschreven bedingen zij of haar opvolgers in _ de eigendom aan de gemeente Zwolle een boete zal verbeuren van _____ vijftigduizend gulden, welke boete opeisbaar zal zijn op de wijze als _______ hiervoor sub k is omschreven. _____________________________________________________ De comparant sub I, in kwaliteit gemeld, verklaarde de hiervoor sub A en B gemaakte bedingen voor en namens de gemeente Zwolle te ____________ accepteren, terwijl hij voorts verklaarde dat de Gemeente Zwolle de _______ invordering van eventuele boeten, verbeurd terzake van overtreding of ___ niet -na- koming van een of meer der voorgeschreven bedingen, _________ achterwege zal laten, wanneer enig verzuim dienaangaande voor het ____ einde van de als voormeld gestelde termijn van een maand ten ___________ genoegen van burgemeester en wethouders voornoemd is hersteld.” ____ - voorzover afkomstig van de vervallen kadastrale percelen met _____ nummers 3501 en 3504: ___________________________________________________________ Een akte van levering negenentwintig december negentienhonderd _______ negenenzestig verleden voor genoemde notaris Meppelink, waarvan een afschrift is ingeschreven in voormelde Openbare Registers (toen: _________ overgeschreven ten hypotheekkantore te Zwolle) op diezelfde dag in ____ register 4, deel 1876, nummer 37, waarin ondermeer het volgende _______ voorkomt, woordelijk luidende: _____________________________________________________ “8. De gronden mogen uitsluitend door de koopster worden bestemd voor het stichten van gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van de _ administratieve dienstensector; het bouwplan dient voordat met de _____ uitvoering wordt begonnen, door Burgemeester en Wethouders ___________ van Zwolle te worden goedgekeurd, onverminderd hun bevoegdheden te uitvoering van de Woningwet en eventuele andere op dit werk van _______ toepassing zijnde wettelijke voorschriften. _______________________________________ 10. Op de grond te bouwen opstallen moeten zijn voltooid uiterlijk op een januari negentienhonderd een en zeventig, behoudens door _______________ Burgemeester en Wethouders voornoemd te verlenen uitstel en mogen _ uitsluitend worden gebruikt voor administratieve dienstverlening. ___________ 11. Koopster is verplicht, ingeval van tenietgaan door brand, verwoesting en dergelijke van de op het verkochte gestichte opstallen binnen een door burgemeester en Wethouders voornoemd te bepalen termijn op hetzelfde terrein nieuwe opstallen op te richten, zulks met inachtneming van _______ het bepaalde onder sub 8. ___________________________________________________________ 14. Koopster is verplicht de ten behoeve van de op te richten bebouwing aan te leggen riolen, putten en dergelijke voor de afvoer van faecaliën en menagewater onder de gebruikelijke gemeentelijke voorwaarden voor ___ haar rekening op de openbare riolering te doen aansluiten en daarop ____ aangesloten te houden; het hemelwater moet worden afgevoerd naar de op het verkochte aanwezige grenssloot. __________________________________________
18
15. De zorg voor het onderhouden en schoonhouden van de onder 14 ___ bedoelde sloot berust bij de koopster. ____________________________________________ 16. De koopster is verplicht een zodanig gedeelte van het gekochte als __ parkeerterrein aan te leggen en te houden, dat blijvend voldoende ________ gelegenheid aanwezig is voor het parkeren van middelen van vervoer ___ voor de gebruikers en bezoekers van de onder 8 bedoelde gebouwen. ___ Het overleg tussen partijen om te komen tot een nadere concretisering ___ van oppervlakte en/of aantal parkerende voertuigen is nog gaande. Bij de hierna te noemen later op te maken akte van overdracht en levering zal __ daaromtrent via voorwaarde 23 van voormeld raadsbesluit een nadere __ regeling in die akte worden opgenomen. _________________________________________ 17. Koopster is verplicht het bij de bebouwing behorende open terrein – __ voorzover het niet is verhard en ingerichte als parkeerterrein –ten ________ genoegen van Burgemeester en Wethouders voornoemd als siertuin aan te leggen en te onderhouden; het is haar verboden in dit terrein ___________ palen, hekken en dergelijke aan te brengen of te hebben; indien ___________ terreinafscheidingen of erfafsluitingen, die van de openbare weg af ______ zichtbaar zijn, worden aangebracht, zijn deze aan de goedkeuring van ___ Burgemeester en Wethouders voornoemd onderworpen; de Gemeente __ Zwolle behoudt zich het recht voor in het open terrein ten behoeve van __ de openbare straatbeplanting, bomen te planten, te hebben en te _________ onderhouden. __________________________________________________________________________ 18. De Gemeente Zwolle behoudt zich het recht, voor in het open terrein buizen en leidingen voor gas, water, elektriciteit, telefoon, radio en _______ dergelijke te doen aanleggen, te houden, te onderhouden enzovoorts ____ casu quo daartoe aan derden toestemming te verlenen; De Gemeente __ Zwolle verplicht zich –na van haar bevoegdheid gebruik te hebben ________ gemaakt –het terrein weer in de oorspronkelijke toestand te herstellen of te doen herstellen; koopster moet gedogen dat ten behoeve van het _____ staatsbedrijf der posterijen, Telegrafie en Telefonie telefoon , raadomroep -en televisieleidingen, manipulatiekasten alsmede schakelkasten, ________ meterkasten en drukschrijvers ten behoeve van het gemeentelijke ________ elektriciteitsbedrijf en de gasfabriek en waterleiding op, in en _______________ boven het verkochte of aan de op het verkochte te stichten opstallen _____ worden aangebracht, gehouden en onderhouden. ____________________________ 19. De koopster verplicht zich de Gemeente Zwolle in de door haar op het gekochte te stichten opstallen blijvend de nodige ruimte ter beschikking _ te stellen voor het onderbrengen van een transformatorinstallatie met ____ toebehoren, ten behoeve van de elektriciteitsvoorzieningen; ________________ burgemeester en wethouders voornoemd zijn bevoegd de uitvoering van deze bepaling in overleg met de koopster nader te bepalen. _________________ 20. Aan Burgemeester en Wethouders voornoemd wordt de bevoegdheid voorbehouden van de voormelde voorwaarden en bepalingen onder _____ nader te stellen condities ontheffing te verlenen. _______________________________ 21. Bij overtreding of niet nakoming van de hiervoor sub 8, 10, 11, 14, 15, 16, 17 en 19 omschreven verplichtingen verbeurt de koopster voor iedere maand dat de verboden toestand duurt of in strijd met die bepalingen ____ wordt gehandeld, een boete van vijfhonderd gulden ten bate ________________ van de Gemeente Zwolle, zullende deze boete opeisbaar zijn na verloop van een maand te rekenen vanaf het tijdstip waarop Burgemeester en ___
19
wethouders voornoemd de koopster per aangetekende brief op enig _____ verzuim aangaande voormelde bepalingen opmerkzaam hebben _________ gemaakt, zonder dat verder enige uitdrukkelijke ingebrekestelling nodig __ zal zijn. Voorts verklaarde de comparant sub II in kwaliteit gemeld: _______ a. dat de door hem vertegenwoordigde naamloze vennootschap zich ten aanzien van de Gemeente Zwolle verbindt, om bij gehele of gedeeltelijke overdracht van het bij deze gekochte, dezelfde hiervoor in de punten 8, _ 10, 11, 14, 15, 16, 17, 18,19,20 en 21 neergelegde bedingen, alsmede __ dit beding met de nieuwe verkrijger te zullen aangaan, met opneming van een boete als hierna sub b is omschreven en de Gemeente Zwolle ________ hiervan kennis te zullen geven, opdat deze de bedingen kan aanvaarden; b. dat bij niet nakoming of overtreding van het hiervoor sub a. bepaalde, _ alsmede bij gehele of gedeeltelijke niet nakoming van de in gemelde _____ punten 8, 10, 11, 14, 15, 16, 17 en 19 omschreven bedingen, zij of haar opvolgers in de eigendom aan de GemeenteZwolle een boete zal ________ verbeuren van vijftig duizend gulden, welke boete opeisbaar zal zijn op de wijze als hiervoor sub 21 is omschreven. ________________________________________ De comparant sub I in kwaliteit gemeld, verklaarde de hiervoor sub a en b gemaakte bedingen voor en namens degemeente Zwolle te accepteren, terwijl hij voorts verklaarde dat de gemeente Zwolle de invordering van __ eventuele boeten, verbeurd terzake van overtreding of niet nakoming ____ van een of meer der voorschreven bedingen, achterwege zal laten, _______ wanneer enig verzuim dienaangaande voor het einde van de als __________ voormeld gestelde termijn van één maand ten genoegen van ______________ Burgemeester en Wethouders voornoemd is hersteld. ________________________ Voorts verklaarde de comparant sub I in kwaliteit gemeld, dat verkoopster zich bij deze verbindt aan de koopster over te dragen voormeld ___________ kadastraal perceel gemeente zwollerkerspel sectie N. nummer 3502 _____ groot een hectare twee en negentig aren tachtig centiaren ( hetwelk thans nog eigendom is van de Staat (Verkeer en Waterstaat), zodra zij __________ deeigendom van dit perceel zal hebben verkregen, zulks onder beding, _ dat alle op die eigendomsoverdracht vallende kosten en rechten voor ____ rekening van de koopster komen. De comparant sub II in kwaliteit gemeld verklaarde dat de door hem vertegenwoordigde naamloze vennootschap zich bij deze verbindt om het hiervoor omschreven kadastrale perceel ___ nummer 3502 onder de daargestelde voorwaarden van de Gemeente ____ __________________________________________ Zwolle in eigendom over te nemen.” _________________________________________________________________________________ (einde citaat) Afstand kettingbedingen door gemeente Zwolle ______________________________________ Blijkens een aan deze akte gehecht schrijven gedateerd dertig april ____________ tweeduizend vijftien heeft de gemeente Zwolle afstand gedaan van het ________ bepaalde in de hiervoor aangehaalde kettingbedingen met uitzondering van __ die bepalingen die inhouden dat, ten behoeve van de gemeente is ______________ voorbehouden om in de betrokken percelen buizen en leidingen voor gas, ____ aanleg, onderhoud riolering, water, telefoon, elektriciteit, radio en dergelijke te doen aanleggen, te onderhouden et cetera. ___________________________________________ BESTAANDE KWALITATIEVE VERPLICHTINGEN ________________________________ Voor bestaande kwalitatieve verplichtingen ten aanzien van het registergoed _ wordt verwezen naar de titel van aankomst, waarin ten behoeve van de _______ naamloze vennootschap: ABN AMRO Bank N.V., de navolgende kwalitatieve
20
verplichting is bedongen, woordelijk luidend als volgt: _______________________________ (aanvang citaat)_____________________________________________________________________________ "Artikel 5. _______________________________________________________________________________ Overeengekomen kwalitatieve verplichtingen/kettingbeding. ________________ 1. Koper aanvaardt de milieukundige toestand van het verkochte, ______ daaronder onder meer begrepen de tot het verkochte behorende _____ grond, het grondwater en de aanwezigheid van asbesthoudende ____ stoffen en/of eventuele (doch niet aan verkoper bekende) _____________ ondergrondse tanks en/of de toestand van die tanks, alsmede de ____ eventuele gevolgen van die milieukundige toestand uitdrukkelijk, _____ ongeacht of deze een andere is dan blijkt uit de aan koper ____________ genoegzaam bekende onderzoeken en/of rapportages, en stelt vast _ dat deze het voorgenomen gebruik door koper van het verkochte ____ niet in de weg staan, onverminderd het hierna in lid2 van dit artikel __ bepaalde. _________________________________________________________________________ 2. Mocht blijken dat de hiervoor in lid 1 van dit artikel bedoelde __________ milieukundige toestand, daaronder mede begrepen de eventuele ____ aanwezigheid van asbesthoudende of andere voor de gezondheid __ schadelijke materialen,een andere is dan die partijen voor ogen _____ staat en afwijkt van hetgeen verkoper ten aanzien van de ______________ milieukundige toestand van het verkochte heeft verklaard in artikel 4 van het koopcontract, dan zal dat nimmer aanleiding zijn tot ___________ ontbinding van de koopovereenkomst, tot betaling van enige _________ schadevergoeding of tot enigerlei verrekening. ___________________________ 3. Koper zal verkoper nimmer aanspreken en vrijwaart bij deze _________ verkoper van alle aanspraken van derden, daaronder begrepen de __ bevoegde overheidsinstanties en/of andere publiekrechterlijke _______ organen, terzake die milieukundige toestand van het verkochte, _____ alsmede terzake de verwijdering van en/of de eventuele ________________ aanwezigheid inbraakwerende/brandwerende kluiskast(en) en _______ asbesthoudende en andere voor de gezondheid schadelijke __________ materialen. ________________________________________________________________________ 4. De hiervoor in lid 3 van dit artikel omschreven verplichtingen zullen _ als kwalitatieve verplichtingen zoals bedoeld in artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek overgaan op de rechtsopvolgers van koper _______ alsmede degenen die van de rechthebbende een recht van ____________ gebruik van het verkochte zullen verkrijgen. ________________________________ Bij iedere overdracht of overgang -geheel of gedeeltelijk -van het ____ verkochte zal het hier bepaalde uitdrukkelijk ten behoeve van ________ verkoper aan de verkrijger worden opgelegd en namens verkoper ___ worden aanvaard. Voorzover de hiervoor in lid 3 omschreven ________ verplichtingen niet kunnen gelden als kwalitatieve verplichtingen ____ worden die verplichtingen bij deze overeengekomen als _______________ kettingbeding ten laste van koper en ten behoeve van __________________ verkoper,mitsdien onder de verplichting van koper om bij enige ______ overgang onder bijzondere titel deze verplichtingen alsmede het in _ de leden 1 en 2 van dit artikel bepaalde aan zijn rechtsopvolgers op te leggen en deze rechtsopvolgers te verplichten om deze ____________ bepalingen wederom op te leggen aan diens/hun rechtsopvolger(s) __ bij elke volgende overgang onder bijzondere titel, zulks op straffe ___
21
een boete gelijk aan de waarde van het verkochte, met een minimum van de in deze akte genoemde koopprijs, welk boetebedrag dient te worden voldaan met ingang van de vijftiende dag nadat niet voldaan is aan de verplichting. __________________________________________________________ 5. Verkoper zal, op schriftelijk verzoek van koper casu quo diens ____ rechtsopvolger in de eigendom van het verkochte, vrijstelling _________ verlenen van het hiervoor in lid 4 bepaalde, indien hem voldoende is gebleken -ter beoordeling van verkoper -dat het verkochte ___________ gesaneerd is dan wel geen sanering behoeft, de aanwezige ___________ asbesthoudende stoffen en eventuele (ondergrondse) tanks zijn _____ verwijderd, zulks ondermeer blijkende uit aan verkoper te _____________ verhandigen (in opdracht van koper op te stellen) milieurapporten, __ asbestinventarisaties en eventuele overige rapporten, alsmede uit de afgifte van een bouwvergunning (voor woningbouw) terzake het _____ verkochte. Een en ander laat onverlet de in het koopcontract __________ vermelde vrijwaringen van verkoper door koper. " _________________________ (einde citaat) ___________________________________________________________________________ VOLMACHTEN. _____________________________________________________________________________ Van de bevoegdheid van de comparant namens BPD blijkt uit een ______________ onderhandse projectvolmacht, die aan deze akte zal worden gehecht; _________ WOONPLAATSKEUZE. ___________________________________________________________________ Terzake van de uitvoering van deze overeenkomst, ook ter zake van de _______ inschrijving en voor fiscale gevolgen, kiezen partijen woonplaats op het ________ kantoor van de bewaarder van deze akte. ______________________________________________ Slot akte _______________________________________________________________________________________ De comparant is mij, notaris, bekend. ___________________________________________________ Van een partij, achter wiens naam een document wordt gemeld, heb ik, _______ notaris, de identiteit aan de hand van dat document vastgesteld. _________________ WAARVAN AKTE, in minuut opgemaakt, is verleden te Zwolle, op de datum in het hoofd van deze akte gemeld. _________________________________________________________ Na mededeling van de zakelijke inhoud van deze akte aan de comparant en _ toelichting daarop en na verklaring van de comparant dat hij kennis heeft _____ genomen van de inhoud van de akte en met beperkte voorlezing instemt, _____ hebben de comparant en ik, notaris, na beperkte voorlezing, de akte ___________ ondertekend om _____________________________________________________________________________