Duurzaam Beuningen
Evaluatie & Actualisatie
2013 – 2017
Versiedatum
: 1 september 2013
Versie
: Concept
Auteur
: G. Gerrits
Registratienummer
:
Documentnaam
: Evaluatie & Actualisatie Duurzaam Beuningen 2013 - 2017
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
3
VOORWOORD Op 14 april 2009 heeft de gemeenteraad van de gemeente Beuningen de Kadernota Duurzaam Beuningen en het Uitvoeringsprogramma 2009 – 2012 vastgesteld. In de Kadernota zijn de volgende doelstellingen opgenomen: Doelstellingen Kadernota Duurzaam Beuningen Klimaat en Energie Duurzaam Inkopen Millenniumgemeente
-
20% CO2-reductie in 2020 20% van het energieverbruik is duurzame energie in 2020 50% in 2010 100% in 2015 Meer mensen in een duurzame leefomgeving en meer eerlijke handel, schuldverlichting en hulp.
In het Uitvoeringsprogramma staan 24 duurzaamheidsthema’s waaraan concrete projecten zijn gekoppeld. De afgelopen jaren hebben wij met veel enthousiasme aan deze projecten gewerkt. Energieke uitvoering Vanuit het bewustzijn dat duurzame ontwikkeling, energiebesparing en duurzame energieopwekking belangrijk zijn voor onze toekomst, hebben we, samen met burgers en bedrijfsleven, onze CO2 uitstoot verlaagt en stappen gemaakt in het opwekken van duurzame energie. We hebben werk gemaakt van duurzaamheid: het energiebesparingspotentieel bij bedrijven is inzichtelijk gemaakt en we subsidiëren isolatiemaatregelen voor onze bewoners. Scholen hebben we voorzien van zonnepanelen. De gemeente is initiator de collectieve inkoopactie voor zonnepanelen waaraan uiteindelijk 28 gemeenten hebben deelgenomen. We hebben samen met de woningcorporatie energieneutrale woningen gerealiseerd en Beuningen heeft nu haar eigen netwerk van oplaadpunten voor elektrische voertuigen. Maar ook binnen de eigen organisatie hebben we duurzame stappen gezet. We gebruiken als gemeente alleen nog maar groen gas en groene elektriciteit, we hebben zonnepanelen geplaatst op het gemeentehuis, we hebben het energiebesparingspotentieel van al onze gemeentelijke gebouwen in kaart gebracht, ons wagenpark vergroend en gestimuleerd dat onze medewerkers op de fiets naar het werk komen. Het goede voorbeeld geven vinden wij belangrijk, duurzaam inkopen is de afgelopen periode dan ook echt van de grond gekomen. Ook binnen de afvalinzameling en -verwerking zijn grote duurzame stappen gezet; we zijn kringlopen aan het sluiten. Terugblik en vooruit kijken De eerste uitvoeringsperiode zit er op. Dit rapport evalueert de uitvoering van het Duurzaamheidsprogramma over de jaren 2009 tot en met 2012. Ook worden ontwikkelingen en trends op het gebied van duurzame ontwikkeling, klimaat, energie en duurzaam inkopen in kaart gebracht. Om klaar te zijn voor de toekomst moeten we minder energie gebruiken én meer energie opwekken uit hernieuwbare bronnen. Zoals u kunt lezen in deze rapportage, werken we in 2013 – 2017 aan concrete projecten met zichtbare resultaten. Dat doen we samen met burgers, bedrijfsleven en andere overheden in de regio. Staat uw project er niet bij, of heeft u een goed idee? Neem dan vooral contact op met de gemeente. Zo maken we samen Beuningen klaar voor een duurzame toekomst.
Piet de Klein Wethouder Milieu Beuningen, juli 2013
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
4
INHOUDSOPGAVE 1.
2.
Inleiding........................................................................................................................................... 8 1.1
Aanleiding ............................................................................................................................... 8
1.2
De beleidscyclus ....................................................................................................................... 8
1.3
Samenwerking in een dynamische wereld ................................................................................ 8
1.4
Leeswijzer ................................................................................................................................ 9
Evaluatie Uitvoering 2009 - 2012 .................................................................................................... 10 2.1
Inleiding ................................................................................................................................ 10
2.2
De projectorganisatie ............................................................................................................. 10
2.2.1
Bestuurlijk verantwoordelijke ............................................................................................. 10
2.2.2
De Stuurgroep .................................................................................................................... 10
2.2.3
De Programmamanager ...................................................................................................... 10
2.3
De programmastructuur ......................................................................................................... 11
2.4
De projectrealisatie ................................................................................................................ 12
2.4.1
Status Klimaat- en Energieprojecten .................................................................................... 12
2.4.2
Status Duurzaam Inkoop projecten ..................................................................................... 13
2.4.3
Status Millennium projecten ............................................................................................... 13
2.4.4
Status Regionale projecten ................................................................................................. 13
2.5 2.5.1
Dekking ............................................................................................................................. 13
2.5.2
Uitgaven periode 2009 - 2012............................................................................................. 15
2.5.3
Verplichtingen administratie 2013 ...................................................................................... 16
2.6
4.
Personele consequenties ......................................................................................................... 16
2.6.1
Begrote personele inzet ...................................................................................................... 16
2.6.2
Gerealiseerde personele inzet ............................................................................................. 17
2.7 3.
Financiële consequenties ........................................................................................................ 13
Lessen en aandachtspunten .................................................................................................... 17
Trendanalyse Duurzame Ontwikkeling ............................................................................................ 18 3.1
De Lokale Duurzaamheidsmeterinstrument ............................................................................. 18
3.2
Resultaten lokale Duurzaamheidsmeter .................................................................................. 18
3.3
Vergelijking van de resultaten ................................................................................................ 19
3.4
Conclusies t.a.v. Lokale Duurzaamheidsmeter ......................................................................... 19
Trendanalyse Klimaat en Energie .................................................................................................... 20 4.1
Emissieregistratie ................................................................................................................... 20
4.2
Bronnen ................................................................................................................................. 21
4.3
Trendmatige ontwikkelingen .................................................................................................. 23
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
5
5.
Trendanalyse Duurzaam Inkopen .................................................................................................... 24 5.1
Duurzaam Inkoop Doelstelling................................................................................................ 24
5.2
Duurzaam Inkoop Scan .......................................................................................................... 24
5.3
Spendanalyse ......................................................................................................................... 24
5.3.1
Beïnvloedbaar inkoopvolume .............................................................................................. 24
5.3.2
Prestaties ........................................................................................................................... 25
5.3.3
Duurzaam inkopen per productgroepcategorie .................................................................... 25
5.3.4
Bepaling score .................................................................................................................... 26
5.3.5
Voortgang Duurzaam Inkopen ten aanzien van 2008........................................................... 26
5.4 5.4.1
Kennis ................................................................................................................................ 27
5.4.2
Houding ............................................................................................................................. 27
5.4.3
Gedrag ............................................................................................................................... 27
5.4.4
Voortgang duurzaam inkopen ten aanzien van kennis, houding en gedrag sinds 2008 ......... 28
5.5
6.
Conclusies en aanbevelingen Duurzaam inkopen .................................................................... 28
5.5.1
Conclusies .......................................................................................................................... 28
5.5.2
Aanbevelingen.................................................................................................................... 28
Focus en Beleidsanalyse .................................................................................................................. 30 6.1
Algemeen en organisatie ........................................................................................................ 30
6.2
Trendmatige ontwikkelingen .................................................................................................. 30
6.2.1
Duurzame Ontwikkeling ..................................................................................................... 30
6.2.2
Klimaat en Energie ............................................................................................................. 31
6.2.3
Duurzaam Inkopen ............................................................................................................. 31
6.3
Beleidsanalyse ........................................................................................................................ 31
6.3.1
Hoe groot is de opgave van Beuningen tot 2020? ................................................................ 32
6.3.2
Wat kan de gemeente doen? ............................................................................................... 32
6.4
Doelgroepenanalyse ............................................................................................................... 33
6.4.1
Woningen .......................................................................................................................... 33
6.4.2
Industrie en dienstverlening ............................................................................................... 33
6.4.3
Verkeer en vervoer ............................................................................................................. 33
6.4.4
Gemeentelijke organisatie................................................................................................... 33
6.5 7.
Organisatie- en duurzaamheidsanalyse ................................................................................... 27
Beleidsconclusie ..................................................................................................................... 34
Uitvoeringsprogramma 2013 - 2017 ................................................................................................ 35 7.1
Programmamanagement ........................................................................................................ 36
7.2
Projecten Duurzame Ontwikkeling.......................................................................................... 36
7.3
Projecten Klimaat en Energie .................................................................................................. 37
7.4
Duurzaam Inkopen ................................................................................................................. 39
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
6
7.5 8.
Regionale projecten ................................................................................................................ 39
Uitvoeringscondities ....................................................................................................................... 41 8.1
Stakeholders .......................................................................................................................... 41
8.2
Instrumenten ......................................................................................................................... 41
8.3
Uitvoering en monitoring ....................................................................................................... 41
8.4
Personele consequenties ......................................................................................................... 41
8.5
Financiën ............................................................................................................................... 42
Bijlage I
Projectevaluatie .............................................................................................................. 43
Bijlage II
Vragenlijsten Lokale Duurzaamheidsmeter 2009 en 2013 ................................................ 51
Bijlage III
Kerncijfers Klimaatmonitor Lokale CO2-voetafdruk ......................................................... 57
Bijlage IV
De Regionale CO2-voetafdruk ......................................................................................... 64
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
7
1. INLEIDING 1.1
Aanleiding
De gemeenteraad heeft op 14 april 2009 de Kadernota Duurzaam Beuningen en het Uitvoeringsprogramma Duurzaam Beuningen voor de periode 2009-2012 vastgesteld. De Kadernota bevat de doelstellingen van de gemeente op het gebied van Klimaat & Energie, Duurzaam inkopen en de Millenniumdoelstellingen (duurzame ontwikkeling). Doelstellingen Kadernota Duurzaam Beuningen Klimaat en Energie Duurzaam Inkopen Millenniumgemeente
-
20% CO2-reductie in 2020 20% van het energieverbruik is duurzame energie in 2020 50% in 2010 100% in 2015 Meer mensen in een duurzame leefomgeving en meer eerlijke handel, schuldverlichting en hulp.
Het Uitvoeringsprogramma 2009 – 2012 bevat 24 thema’s die bijdragen aan het realiseren van deze duurzaamheidsambities van Beuningen. Binnen de thema’s zijn diverse projecten te onderscheiden (zie ook hoofdstuk 2). 1.2
De beleidscyclus
Het Duurzaamheidsbeleid van gemeente Beuningen volgt de beleidscyclus van ‘Plan, Do, Check, Act’, zoals weergegeven in onderstaand schema. Plan Kadernota Duurzaam Beuningen
Act
Do
Actualisatie Uitvoeringsprogramma 2013 - 2017
Uitvoeringsprogramma 2009 – 2012
Check Evaluatie
Dit rapport omvat zowel de ‘Check’ en de ‘Act’ fase. Het doel van de evaluatie is het afleggen van verantwoording over de periode 2009-2012 en het verzamelen van lessen die gebruikt kunnen worden voor het nieuwe Uitvoeringsprogramma Duurzaam Beuningen 2013-2017. Specifiek wordt gekeken naar de beleidsdoelstellingen uit de Kadernota Duurzaam Beuningen; kunnen de doelstellingen gehandhaafd worden of moeten deze worden bijgesteld? 1.3
Samenwerking in een dynamische wereld
Duurzaamheid realiseren kan een gemeente niet alleen. Daarom hebben wij de afgelopen jaren samengewerkt met tal van onze maatschappelijke partners, zoals het lokale bedrijfsleven, scholen- en onderwijsinstellingen, collega overheden, stichtingen, organisaties en natuurlijk de inwoners van de gemeente Beuningen.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
8
Ook de komende periode willen wij samen met de wereld buiten het gemeentehuis blijven werken aan een duurzaam Beuningen. Om concrete resultaten te blijven boeken zoeken wij naar kansrijke projecten met maatschappelijk draagvlak. Om dat te bereiken is een interactieve bijeenkomst georganiseerd met maatschappelijke partners van Beuningen. Het doel van deze bijeenkomst is het verkennen van mogelijke duurzaamheidskansen en (nieuwe) samenwerkingsverbanden. Aanwezig waren onder andere vertegenwoordigers van: -
Lokale politieke partijen (raadsen commissieleden) Gemeente Nijmegen Stadsregio Arnhem Nijmegen Hogeschool Arnhem Nijmegen Het Dijkmagazijn
-
Ingenieursbureau HaskoningDHV Hezelburcht Consultancy B.V. ARN b.v. Weurt Electrabel (GDF/Suez) Alliander Stichting E-Laad
-
Woningcorporatie Standvast Wonen Van Bergen Bouw Envita Weurt Lau van Haren DAR Nijmegen
Uit de interactieve bijeenkomst zijn tal van nieuwe duurzaamheidsprojecten naar voren gekomen. Deze zijn opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Duurzaam Beuningen 2013 – 2017 (hoofdstuk 7). De wereld van duurzaamheid is dynamisch en continue in ontwikkeling. Technieken en inzichten halen elkaar razendsnel in wat betekent dat wij ons flexibel moeten opstellen ten aanzien van de uitvoering van projecten. Daar waar kansen aangereikt worden (door bijvoorbeeld subsidies van overige overheidsinstanties of initiatieven van derden) moeten wij deze aanpakken, stimuleren, faciliteren dan wel realiseren. 1.4
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt de uitvoering over de periode 2009 tot en met 2012 geëvalueerd. Naast de organisatorische aspecten komt ook de projectrealisatie aan de orde. Dit laatste wordt nader uitgediept in bijlage I, de Projectevaluatie. In hoofdstuk 3 wordt inzichtelijk gemaakt welke voortgang Beuningen heeft geboekt op het gebied van Duurzame Ontwikkeling. In hoofdstuk 4 en 5 worden de trendmatige ontwikkelingen op het gebied van Energie & Klimaat en Duurzaam Inkopen inzichtelijk gemaakt. Hoofdstuk 6 beschrijft de visie (focus en beleidsanalyse) van de gemeente Beuningen op de uitvoeringsperiode 2014 – 2017. Hoofdstuk 7 is het Uitvoeringsprogramma 2014 – 2017. Hoofdstuk 8 beschrijft de organisatorische condities voor de komende uitvoeringsperiode. In de bijlagen zijn naast de Projectevaluatie (bijlage I), ook de vragenlijsten voor de lokale duurzaamheidsmeter opgenomen (bijlage II). De lokale duurzaamheidsmeter geeft inzicht in de Beuningse ontwikkeling op het gebied van duurzame ontwikkeling. Bijlage III en IV bevatten nadere informatie omtrent de lokale CO2-voetafdruk.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
9
2. EVALUATIE UITVOERING 2009 - 2012 2.1
Inleiding
Voor de evaluatie van de projecten van het uitvoeringsprogramma Duurzaam Beuningen 2009-2012 is gebruik gemaakt van de tussentijdse rapportages over de voortgang van het Programma Duurzaam Beuningen. Aanvullend zijn interviews gevoerd met afdelingshoofden, de programmamanager duurzaamheid en met de (gemeentelijke) projectleiders die betrokken zijn bij de uitvoering van één of meerdere duurzaamheidsprojecten. In onderstaande paragrafen komen de projectorganisatie, de programmastructuur, de projectrealisatie en de personele en financiële inzet over de uitvoeringsperiode 2009 – 2012 aan de orde. 2.2
De projectorganisatie
In onderstaand staat weergegeven hoe de Projectorganisatie is vormgegeven. Duurzaam Beuningen
College van b&w
Stuurgroep
Programmamanager
2.2.1 Bestuurlijk verantwoordelijke De Wethouder Milieu is bestuurlijk verantwoordelijk voor het Duurzaamheidsbeleid van de gemeente Beuningen. 2.2.2 De Stuurgroep De Stuurgroep bespreekt de belangrijkste stappen binnen het project en adviseert het college van b&w. De Stuurgroep bepaalt de aanpak van het van Duurzaam Beuningen hoofdlijnen. Daarnaast beslist de Stuurgroep over definitieve projectproducten, in het bijzonder over de in de organisatie te implementeren beleid (bv. interne verankering duurzaam inkopen). De Stuurgroep bestaat uit drie leden, te weten de wethouder Milieu, de gemeentesecretaris, en de Programmamanager. 2.2.3 De Programmamanager De Programmamanager is de ambtelijk trekker van het Duurzaamheidsprogramma. De medewerker (afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling | Team Beleid&Projecten | strategisch beleidsmedewerker milieu) is verantwoordelijk voor het starten en doorlopen van de aangegeven projecten en acties en zorgt voor aanen bijsturing. De Programmamanager informeert de stuurgroep en het bestuur over de voortgang van de projecten en zorgt voor kadervorming waar nodig.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
10
2.3
De programmastructuur
Het Uitvoeringsprogramma Duurzaam Beuningen 2009-2012 kent vier programmalijnen. Binnen deze programmalijnen zijn verschillende thema’s te onderscheiden. Onder deze thema’s zijn projecten geprogrammeerd. In het onderstaande is de programmastructuur weergegeven. Duurzaam Beuningen
Klimaatbeleid
Duurzaam Inkopen
Millenniumgemeente
Regionale Klimaatprojecten
Duurzaamheidsthema’s Uitvoeringsprogramma 2009 – 2012 1.
Verduurzaming nieuwbouw
1.
gemeentelijke gebouwen 2. 3.
Energiezuinige gemeentelijke
Professionalisering
1.
inkoopproces 2.
Duurzaam
2.
Uitvoering project
1.
energie/milieuscan voor
Logo South
bedrijven en/of checklist
Opstellen scenario
energie/klimaat
gebouwen
inkoopbeleid
en actieplan
Openbare verlichting met ambitie!
verankeren in de
Millennium-
organisatie
gemeente
2.
gezamenlijke inkoop (duurzame) energie bedrijven
(training) 4. 5.
Energiezuinig gemeentelijk
3.
Intern en extern
wagenpark
communicatie-
Haalbaarheidsonderzoek extra
traject duurzaam
energie-eisen nieuwbouwprojecten
inkopen
6.
Nieuwbouw energie-efficiënt
7.
Opstellen prestatieafspraken
8.
Uitvoeren en begeleiden
4.
3.
Monitoringproject op outputniveau
Duurzaam inkopen: controle, evaluatie en monitoring
prestatieafspraken 9.
Voorlichting en vergroten bewustzijn: gedrag en besparing van geld en energie
10. Stimulering energiebesparing bij kantoren, scholen en zorginstellingen 11. Adequate milieuvergunningverlening en handhaving 12. Communicatiecampagne duurzamere mobiliteit Beuningen 13. Enthousiasmeren over biomassaopties in Beuningen 14. Enthousiasmeren over Warmte/Koudeopslag in Beuningen 15. Duurzame energie verkenning
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
11
2.4
De projectrealisatie
In deze paragraaf wordt de projectstatus van de duurzaamheidsprojecten weergegeven. Voor een gedetailleerde toelichting per project wordt verwezen naar Bijlage I (Projectenevaluatie). 2.4.1
Status Klimaat- en Energieprojecten Thema
1 2
Nieuwbouw gemeentelijke gebouwen Energiezuinige gemeentelijke gebouwen
3
Energiezuinige openbare verlichting
4
Energiezuinig gemeentelijk wagenpark
5
Haalbaarheidsonderzoek extra energie-eisen nieuwbouwprojecten
Project 1.
Energiezuinige Nieuwbouwvleugel
2.
Energie Prestatie Adviezen 8 gemeentelijke gebouwen Energielabelling gemeentelijke gebouwen Inkoop 100 % groen gas en groene elektra Energiefactuurcontrole Verkenning Meetdiensten Pilot dimbare openbare verlichting Pilot led-Openbare verlichting Zonne-lantaarnpalen Olden Tempel Aanschaf aardgasvoertuigen Technisch vergroenen alle bedrijfsvoertuigen Band op Spanning voor personeel Project 2op5 en aanschaf drie E-bikes Verkenning Lokale Biomassacentrale Verkenning technische haalbaarheid energiezuinige woningen Ewijk Verkenning financiële haalbaarheid energiezuinige woningen Ewijk Energieneutrale Woningen Olden Tempel Ondertekening convenant Duurzaam Bouwen Implementatie GPR-systematiek Energierenovatie 52 woningen in Viermorgen
3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
6
Nieuwbouw woningen energie-efficiënt
7
Duurzame prestatieafspraken Voorlichting en vergroten bewustzijn
8
9
10 11
Energiebesparing bij kantoren, scholen en zorginstellingen Adequate milieuvergunningverlening en handhaving Duurzame Mobiliteit
17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35.
12
13 14
Enthousiasmeren over biomassaopties
Enthousiasmeren over Warmte Koude Opslag Duurzame energie
36. 37. 38. 39. 40. 41.
Demonstratieproject Zonnepanelen MFA (ism ARN) incl. Energielessen door Dijkmagazijn Klimaatkrant Subsidie Woningisolatie Zonnepanelen en monitoringsystemen voor 5 Beuningse basisscholen, incl. Klimaateducatie Energiebesparingsproject bij Kantoren Twee Duurzame Ondernemerscafés Energiebesparingsproject Zorginstellingen Energiebesparingsproject Supermarkten Binnenstad Service Beuningen Stimulering Autodelen E-netwerk / oplaadpunten Europese Mobiliteitsweek / Week van de Voortuitgang Electric Mobile Roadshow Fietsstallingen bij OV-punten Duurzaamheid verankerd in gemeentelijk vervoersplan Project Vergisting GFT (arn) en Groen Gas voor OV Landelijke Compostdag Opwekken gemeentelijk groenafval tot energie Kansenkaart WKO WKO-Beleid (in voorbereiding) Haalbaarheidsonderzoek Zonnevelden
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
Projectstatus Geen realisatie
In uitvoering
Gereed
x x x x
x x x
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
x x x x x x x
x x
x x x
x x
12
2.4.2
Status Duurzaam Inkoop projecten Thema’s
15 16 17 18
Professionalisering inkoopproces Organisatorische verankering Training en communicatie controle, evaluatie en monitoring
2.4.3
Projecten 42. 43. 44. 45.
Duurzaam Moederbestek GWW, uitvoering Duurzame Pilots, interne en externe advisering Verduurzaming van inkoop- en aanbestedingsbeleid Interne trainingen, begeleiding aanbestedingen en voorlichting Duurzaam Inkoop Scan 2012
20
Project Logo South Mwanga – Beuningen Millenniumproject
Projecten 46.
Project Logo South
47.
Kindergemeenteraad Milieu & duurzaamheid; Milieulessen op basisscholen De Beuningse Bomen Rap Beunings Bos
48. 49.
2.4.4
22 23 24
Energie/milieuscan voor bedrijven Collectieve Inkoop Duurzame Energie Monitoringproject op outputniveau Overig regionaal
2.5
Gereed x x
x x
Projectstatus Geen realisatie
In uitvoering
Gereed x x x
x
Status Regionale projecten Thema’s
21
In uitvoering
Status Millennium projecten Thema’s
19
Projectstatus Geen realisatie
Projecten 50.
E-Training voor toezicht- en handhaving
51.
Regionale aanbesteding groene energie
52. 53. 54. 55. 56.
Energie in Beeld Zonatlas Stadsregioproject Schoon Rijden De Groene HUB Verduurzaming Nijmegen West en Weurt
Projectstatus Geen realisatie
In uitvoering
Gereed x x
x x x x x
Financiële consequenties
In deze paragraaf komen de financiële consequenties van de uitvoeringsperiode 2009 – 2012 aan bod. Eerst wordt aangeven hoe dekking voor de kosten is geborgd (2.4.1), vervolgens worden de bestedingen inzichtelijk gemaakt. 2.5.1 Dekking De SLoK (rijks) subsidieregeling 2009 – 2012 voor gemeenten bood de mogelijkheid om een deel van de opgevoerde kosten vergoed te krijgen. Met opgevoerde kosten wordt bedoeld: interne kosten (uren x uurtarief) + materiaalkosten en externe kosten (inhuur externen, zaalhuur, enz.). De totale begrote lasten voor de periode 2009 t/m 2012 bedragen: - Personeelslasten: 5545 uur x € 100,- = - Opgevoerde kosten:
€ 265.045,€ 256.500,-
Totale lasten voor de gehele uitvoeringsperiode 2009 – 2012 bedragen: Hier tegenover staat een uit te keren SLOK-subsidie van:
€ 511.045,€ 80.812,-
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
13
De personeelslasten zijn opgenomen in de reguliere begrotingen. De wijze waarop de lasten in de begroting zijn geborgd is hieronder weergegeven. De dekking is als volgt: 1. Algemene uitkering Algemene uitkering 2009 Algemene uitkering 2010 Algemene uitkering 2011 Te storten in de voorziening
€ 33.941 € 29.900 € 16.971 € 80.812
2. Pag.70 programmabegrotiong 2010-2013 Prioriteiten 2010 Prioriteiten 2011 Prioriteiten 2012 Prioriteiten 2013
€ € € €
34.050 29.050 29.050 29.050
Te storten in de voorziening
€ 121.200
3.Structureel budget MARN bijdrage Budget bijdrage MARN Budget bijdrage MARN Budget bijdrage MARN Budget bijdrage MARN
2009 + millenniumdoelen 2010 2011 2012 Te storten in de voorziening
Totale voorziening Begrote uitgave 2010 t/m 2012
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
€ € € €
10.000 15.000 15.000 15.000 € 55.000
€ 257.012 € 256.500
14
2.5.2 Uitgaven periode 2009 - 2012 Onderstaand overzicht geeft de uitgaven weer binnen het programma Duurzaam Beuningen over de periode 2009 tot met juli 2013. Klimaatprojecten
Begroot
Algemene Beleidskosten +Abonnement Klimaatverbond + pv-gemeentehuis Verduurzaming nieuwbouw gemeentelijke gebouwen Energiezuinige gemeentelijke gebouwen Openbare verlichting met ambitie! Energiezuinig gemeentelijk wagenpark Haalbaarheidsonderzoek extra energie-eisen nieuwbouwprojecten Nieuwbouw energie-efficiënt Opstellen prestatieafspraken Uitvoeren en begeleiden prestatieafspraken Voorlichting en vergroten bewustzijn Stimulering energiebesparing bij kantoren, scholen en zorginstellingen Adequate milieuvergunningverlening en handhaving Communicatiecampagne duurzamere mobiliteit Beuningen Enthousiasmeren over biomassaopties in Beuningen Enthousiasmeren over Warmte-/Koudeopslag in Beuningen Duurzame energie verkenning
Besteed
Restant € 19.646,48
€ -19.646,48
€ 5.000 € 8.000 € 3.500
€ 0,00 € 420,17 € 0,00 € 3.219,25
€ 0,00 € 4.579,83 € 8.000,00 € 280,75
€ 10.000
€ 9.573,80
€ 426,20
€ 19.000 € 10.000 € 35.000 € 5.500
€ 5.492,20 € 0,00 € 30.000,00 € 4.904,39
€ 13.507,80 € 10.000,00 € 5.000,00 € 595,61
€ 45.000
€ 38.832,00
€ 6.168,00
€ 10.000
€ 187,40
€ 9.812,60
€ 10.000
€ 13.625,24
€ -3.625,24
€ 1.000
€ 0,00
€ 1.000,00
€ 3.500
€ 0,00
€ 3.500,00
€ 8.000
€ 0,00
€ 8.000,00
€ 7.157,50
€ 842,50
€ 0,00
€ 5.000,00
€ 20.000
€ 9.900,00
€ 10.100,00
€ 20.000 € 10.000
€ 0,00 € 9.000,00
€ 20.000,00 € 1.000,00
Duurzaam Inkopen Professionalisering inkoopproces Duurzaam inkoopbeleid verankeren in de organisatie (training) Intern en extern communicatietraject duurzaam inkopen Duurzaam inkopen: controle, evaluatie en monitoring
€ 0,00 € 8.000 € 5.000
Millenniumgemeente Uitvoering project Logo South Mwanga - Beuningen Opstellen scenario en actieplan Millenniumgemeente
Regionale Klimaat Projecten MARN / Stadsregio Energie/milieuscan voor bedrijven en/of checklist energie/klimaat Gezamenlijke inkoop (duurzame) energie Monitoringproject op outputniveau
Totaal (primair begroot) Bezuinigingstaakstelling
€ 5.000
€ 15.000 € 256.500,00 - € 3.087,00 € 253.413
€ 4.752,00 € 0,00 € 1.710,00
€ 248,00 € 0,00 € 13.290,00
€ 158.420,43
€ 94.992,57
De primaire begroting voor het Uitvoeringsprogramma (vastgesteld 2009) was ruim opgesteld. We hebben gedurende de uitvoeringsperiode geconstateerd dat bij enkele projecten, na realisatie, sprake was van restbudgetten. Deze budgetten zijn aangewend voor de zonnepanelen die op het gemeentehuis geplaatst zijn en de panelen die op de gemeentewerf (eind 2013) geplaatst gaan worden.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
15
2.5.3 Verplichtingen administratie 2013 Er is (juli 2013) sprake van een restbudget binnen het Uitvoeringsprogramma Duurzaam Beuningen. Deze gelden, á € 98.079,57, zijn gereserveerd voor de volgende nog komende investeringen: Klimaatprojecten
Projectontwikkeling uitloop 2013
Gereserveerd
Opstellen prestatieafspraken
Reservering E-zuinige Buitenverlichting Olden tempel Implementatie Prestatieafspraken
Voorlichting en vergroten bewustzijn
E-netwerk
Zonnepanelen Gemeentewerf
Aanschaf, Plaatsing en Installatie
Communicatiecampagne duurzamere mobiliteit Beuningen
Reservering Electric Mobile Roadshow
€ 1.250,00
Enthousiasmeren over biomassaopties in Beuningen
Info-dag Agrariërs Vergisting ARN
€ 1.000,00
Enthousiasmeren over Warmte-/Koudeopslag in Beuningen
MARN campagne WKO Verkenning Exploitatie onderzoek Zonnevelden
€ 3.500,00
Openbare verlichting met ambitie!
Duurzame energie verkenning
€ 8.000,00 € 10.000,00 € 2.078,13 € 22.500,00
€ 8.000,00
Duurzaam Inkopen Duurzaam inkoopbeleid verankeren in de organisatie (training) Intern en extern communicatietraject duurzaam inkopen Duurzaam inkopen: controle, evaluatie en monitoring
Verduurzaming moederbestek Openbare Ruimte Afhankelijk van D.I. evaluatie en wensen MT+bot overleg Begeleiding komende duurzame aanbestedingen
€ 2.541,87 € 5.000,00 € 6.050,00
Millenniumgemeente Actieplan Millenniumgemeente
Bomenproject
Overig en onvoorzien
Regionale Klimaat Projecten MARN / Stadsregio / Begeleiding GPR
€ 21.000,00
€ 4.072,57
Totaal
2.6
€ 94.992,57
Personele consequenties
In deze paragraaf wordt op afdelingsniveau weergegeven wat de begrote personele uren zijn en hoe deze in de periode 2009 tot en met medio 2013 zijn ingezet.
2009 2010 2011 2012 Totaal
200 160 120 120 600
65 65 35 35 200
130 50 40 50 270
880 570 735 635 2820
285 170 195 40 690
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
70 20 0 10 100
165 85 30 55 335
55 95 40 40 230
BZ
Projectbureau
Comm.
OW
BOR
Milieu
RO/ BWT
Inkoop
Begrote personele inzet Volkshuisvest ing
2.6.1
100 200 0 0 300
Totaal 1950 1415 1195 985 5545
16
2.6.2 Gerealiseerde personele inzet Door organisatorische wijzigingen is het niet mogelijk de urenbesteding toe te kennen aan de indeling zoals die in paragraaf 5.2.1 is gehanteerd. Daarnaast zijn niet alle duurzaamheids-activiteiten weggeschreven onder het product Duurzaam Beuningen. Gedacht kan worden aan de realisatie van de energiezuinige woningen en duurzaam inkoop- en aanbestedingstrajecten; de uren van dit project zijn op het product Nieuwbouw Olden Tempel geboekt of het inkoopproduct geboekt. De inzet voor het thema duurzaamheid is derhalve niet voor 100% terug te herleiden.
2009 2010 2011 2012 2013* Totaal
2.7
3 75 82 160
1 14 27 17 10 69
43 6 49
371 627 631 823 421 2873
93 4 105
Projectb ureau
P&O
BOR
RO
OR
Inwon.
Fin.
In het onderstaande de primair geboekte uren op het product Duurzaam Beuningen: Totaal
49 105 2
513 750 8 776 964 519 202 156 8 3517 ‘*’: uren 2013 van januari tot en met juni
Lessen en aandachtspunten
Bedrijven en burgers rekenen erop dat de gemeente een voortrekkersrol vervult op het gebied van duurzaamheid. Dat kan door enthousiasmeren, stimuleren en ondersteunen van initiatieven van derden. Maar ook door regionaal met andere overheden samen te werken, zoals door kennisuitwisseling en de regionale regie op de inzameling en verwerking van GFT. En niet in de laatste plaats, door zelf projecten te realiseren en activiteiten te ontplooien. Het Programma Duurzaam Beuningen heeft volgens medewerkers van de gemeente Beuningen bijgedragen aan groeiend bewustzijn op het gebied van duurzaamheid (bron: interviewronde 2012). Binnen de gemeentelijke organisatie en zeker ook daarbuiten. Steeds meer mensen beseffen dat duurzame maatregelen ook goed kunnen zijn voor de sociaaleconomische ontwikkeling van de gemeente Beuningen. En duurzaamheid biedt kansen voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven. Duurzaam is meer geworden dan een milieusausje. Dat geldt zeker voor het thema energie dat raakvakken heeft met inkomen, omgevingskwaliteit (schoon verkeer & vervoer, luchtkwaliteit) en economische ontwikkeling. Om deze kansen te pakken is er blijvend behoefte aan projecten die handen en voeten geven aan duurzaamheid. In het Uitvoeringsprogramma nemen we daarom projecten op die zichtbare resultaten opleveren. Dit is overigens een landelijke ontwikkeling. Niet voor niets is het motto van het Rijksduurzaamheidsnetwerk voor ambtenaren: duurzaamheid moet je doen. Het beleid van de gemeente met betrekking tot duurzaam inkopen is hiervan een mooi voorbeeld. In 2008 kocht de gemeente 32% duurzaam in volgens de criteria van AgentschapNL. Bij de tussenevaluatie in 2012 bleek dat de gemeente in 2011 voor ruim 80 % duurzaam heeft ingekocht. Verwacht wordt dat de doelstelling van 100% duurzaam inkopen in 2015 wordt gehaald. Het voorbeeld van duurzaam inkopen laat het belang zien van een goede organisatorische inbedding van duurzaamheid. Duurzaamheid is, net als kwaliteit en prijs een logisch aandachtspunt voor inkopers. Op dezelfde manier zal duurzaamheid de komende jaren een normaal onderdeel van het werk van projectleiders en projectmedewerkers van de gemeente Beuningen worden. De gemeente streeft ernaar om duurzaamheid als vast onderdeel te maken van processen en projecten. Met andere woorden: duurzaamheid verankeren binnen de specifieke vakafdelingen.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
17
3. TRENDANALYSE DUURZAME ONTWIKKELING In dit hoofdstuk worden de ontwikkelingen ten aanzien van de ‘Nul-situatie’ (= 2008 / 2009) op het gebied van duurzame ontwikkeling voor de gemeente Beuningen in kaart gebracht. De Nul-situatie is in kaart gebracht door middel van de Lokale Duurzaamheidsmeter van COS Nederland. 3.1
De Lokale Duurzaamheidsmeterinstrument
De Lokale Duurzaamheidsmeter is een instrument dat inzicht biedt in de ambities en initiatieven van gemeenten op het gebied van duurzame ontwikkeling. Ook is het instrument een handvat voor maatschappelijke organisaties om met gemeenten in gesprek te gaan over duurzame ontwikkeling. De duurzaamheidsmeter maakt inzichtelijk in hoeverre duurzaamheid binnen een grote diversiteit van gemeentelijke beleidsvelden is verankerd. Daarnaast biedt het instrument de mogelijkheid tot benchmarking (vergelijking met andere gemeenten) en brengt het, op een heldere, begrijpbare manier in kaart hoe de gemeente zorg draagt voor een duurzame ontwikkeling. De Lokale Duurzaamheidsmeter bestaat uit drie vragenlijsten, geënt op de drie dimensies van duurzame ontwikkeling: Planet, Profit en People. Het people-aspect blijft buiten de scope van deze trendanalyse aangezien daarvoor geen ambities of doelstellingen zijn geformuleerd in de Kadernota Duurzaam Beuningen. Planet Het gaat bij 'Planet' vooral om duurzaamheid in de tijd. Centraal staat hier het behoud, de bescherming en het beheer van onze natuurlijke hulpbronnen: de diversiteit aan plant- en diersoorten, kwaliteit en kwantiteit van water, luchtkwaliteit, bodemvruchtbaarheid, et cetera. Profit De 'P' van Profit staat ook voor 'Progress' en 'Prosperity', vooruitgang en welvaart. Economische ontwikkeling gaat over productie, werkgelegenheid, efficiëntie en rendement. De uitdaging is ervoor te zorgen dat de vooruitgang van de een niet ten koste gaat van een ander of van toekomstige generaties. Binnen dit thema wordt ingegaan op twee belangrijke rollen die de (lokale) overheid kan spelen om duurzaam ondernemen te bevorderen: ten eerste heeft zij een voorbeeldfunctie en ten tweede vormt de overheid in zijn geheel een invloedrijke marktpartij. In Bijlage II zijn de ingevulde Vragenlijsten van de Duurzaamheidsmeter opgenomen. In onderstaande paragrafen wordt de huidige duurzaamheidssituatie van Beuningen weergeven op hert gebied van Planet en Profit. De resultaten worden tevens vergeleken met overige gemeenten (in deze regio) die participeren in de Lokale Duurzaamheidsmeter. 3.2
Resultaten lokale Duurzaamheidsmeter
Door middel van de Lokale Duurzaamheidsmeter wordt in kaart gebracht in hoeverre de ‘basis van duurzame ontwikkeling / het fundament’ is geborgd binnen de gemeentelijke organisatie. Het is een organisatiebrede toetsing waarbij wordt bekeken of het basisniveau van duurzaamheid wordt behaald. Deze toetsing geeft met name weer op welke fronten de gemeente uitvoering geeft aan duurzaamheid en waar nog ‘witte vlekken’ zitten. De toetsing is kwantitatief, er wordt gekeken of onderwerpen geborgd zijn en/of er uitvoering aan wordt gegeven. De toetsing (voldoet / voldoet niet) gaat niet in op de aard, de schaal dan wel de resultaten van deze activiteiten.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
18
De scores op het gebied van ‘Planet’ en ‘Profit’ staan hieronder weergegeven. Score Lokale Duurzaamheidsmeter
Planet
Profit
2009 2012
64 % 84 %
50 % 74 %
Zie bijlage II voor de lokale duurzaamheidsmeter; hierin zijn de resultaten over de jaren 2009 en 2012 opgenomen. Op het gebied van duurzame ontwikkeling heeft de gemeente Beuningen de laatste jaren vooruitgang geboekt. Beuningen heeft de volgende basiselementen van duurzaamheid verankerd binnen de gemeentelijke organisatie, in beleid, of geeft er reeds uitvoering aan: - Stimuleringsprojecten energiebesparing bij bewoners en bedrijven; - Duurzaam Inkopen - Duurzaam bouwen; - Duurzame mobiliteit; - Communicatie, voorlichting en educatie; - Branchegerichte energie advies en toezichtsactiviteiten; - Inkoop groen gas en groene elektra; - Duurzame mobiliteit. Duurzaamheidsonderwerpen die momenteel nog onderbelicht zijn zijn: - Klimaatadaptatie; - Duurzame ruimtelijke ontwikkeling; - Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen; - Energiebesparing bestaande bouw. 3.3
Vergelijking van de resultaten
Ruim 200 Nederlandse gemeenten hebben de Duurzaamheidsmeter ingevuld. De gemiddelde scores (van de drie P’s) variëren van 2 % (#201-Urk) tot 95 % (#1&2-Breda & Nijmegen). Om de resultaten van de gemeente Beuningen in groter verband te zien staan hieronder de scores van de deelnemende regio gemeenten weergegeven. Gemeente
Planet
Profit
Nijmegen Beuningen Wijchen Groesbeek
100% 84% 70% 42%
86% 74% 60% 16%
3.4
Conclusies t.a.v. Lokale Duurzaamheidsmeter
Duurzaamheid is in Beuningen goed in ontwikkeling, maar er zijn nog stappen te zetten. Met name op het gebied van Duurzame ruimtelijke ontwikkeling, klimaatadaptatie, duurzaam bouwen, MVO en energiebesparing in de bestaande bouw is er nog veel duurzaamheidswinst te behalen.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
19
4. TRENDANALYSE KLIMAAT EN ENERGIE Energie(besparing) en klimaatverandering zijn belangrijke pijlers voor het lokale duurzaamheidsbeleid. In dit hoofdstuk wordt inzichtelijk gemaakt wat de trendmatige ontwikkelingen zijn op het gebied van CO2uitstoot binnen de gemeente Beuningen. We noemen dit CO2-voetafdruk (of footprint). De voetafdruk is een maat voor de uitstoot van CO2 als gevolg van het gebruik van fossiele brandstoffen in het verkeer, transport en productie van elektriciteit en verwarming. De CO2-voetafdruk is in kaart gebracht door middel van de Klimaatmonitor (een instrument van Agentschap.NL, te vinden op www.klimaatmonitor.databank.nl). Er is gebruik gemaakt van: - daadwerkelijke metingen m.b.t. gas- en elektriciteitsgebruik (bottom up); - daadwerkelijke metingen m.b.t. ingezameld huishoudelijk afval (bottom up); - modelmatige verdeling gebaseerde gegevens m.b.t. CO2-emissies van verkeer en vervoer (top down); - gegevens beschikbaar gesteld voor gemeenten door netwerkbeheerders; - CBS-gegevens m.b.t. woningen en huishoudelijk afval. In dit hoofdstuk brengen we de lokale CO2-voetafdruk in beeld. De totale uitstoot binnen de gemeente wordt onderverdeeld naar verschillende sectoren. In Bijlage III en Bijlage IV wordt gedetailleerder ingegaan op de CO2-uitstoot van de verschillende (sub)sectoren (Kerncijfers Klimaatmonitor Lokale CO2voetafdruk). De laatste bijlage vergelijkt de Beuningse CO2-cijfers. Opgemerkt moet worden dat de meest actuele cijfers gaan over de jaar 2010 en de jaren daaraan voorafgaand. De gevolgen / resultaten van de Beuningse projecten zijn derhalve niet altijd terug te lezen in de cijfers van de Klimaatmonitor. 4.1
Emissieregistratie
De Emissieregistratie geeft de CO2-emissie van alle emissiebronnen in een gemeente weer. Dit houdt in dat naast de verbranding van fossiele brandstoffen ook andere (al dan niet natuurlijke) processen die CO2 uitstoten meegerekend worden. Voorbeelden zijn slijtage van materialen, oxidatie van veenweiden, ademhaling van mensen en dieren etc. In de periode tot en met 2010 is door deze emissiebronnen op het grondgebied van Beuningen de volgende hoeveelheid CO2 (ton) uitgestoten: Broeikasgasemissie in tonnen (indicatief)
2000
2005
2008
2009
2010
90.774 701 0 32.847 5.837 7.230 2.413 8.111
113.145 519 10.584 30.666 7.641 5.358 7.726 9.479
333.276 470 7.922 29.218 6.453 5.541 11.479 8.655
398.529 541 28.502 8.302 6.821 11.336 10.475
392.891 600 5.407 28.499 8.527 6.735 7.221 10.036
341.982 735 34.024 9.677 7.786 8.324 11.732
63.438
66.095
49.564
48.290
47.449
46.182
45.227
Totale uitstoot exclusief energiesector Energiesector (+)
172.962
214.008
234.682
451.305
511.955
506.098
459.487
19
421
4.720
21
91
21
89
Totaal uitstoot
172.981
214.429
239.402
451.325
512.046
506.119
459.576
Afvalverwijdering Bouw Chemische industrie Consumenten Drinkwatervoorziening Handel, diensten en overheid Landbouw Overige industrie Riolering en waterzuiveringsinstallaties Raffinaderijen Verkeer en vervoer
1990
1995
55.297 418 0 31.089 4.768 7.182 4.752 6.018
Trend
Bron: Nederlandse emissieregistratie.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
20
Onderstaande grafiek geeft de totale CO2-uitstoot weer per gemeente in het Rijk van Nijmegen. Hierbij is uitgegaan van de relevante sectoren (zie ook paragraaf 4.2). Deze gegevens zijn afkomstig uit verschillende bronnen.
900.000 800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000 0
CO2-uitstoot (ton) voor het jaar 2010 Rijk van Nijmegen
4.2
Bronnen
De CO2-emissies van Beuningen kunnen worden onderverdeeld in negen (sub)sectoren. Onderstaande grafiek geeft de jaarlijkse CO2-uitstoot (2010) voor de verschillende Beuningse sectoren weer. 60000 50000 40000 30000 20000 10000 0
CO2-uitstoot (ton) voor het jaar 2010 per sector voor de gemeente Beuningen
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
21
De grootste bronnen (sub-sectoren) van CO2-uitstoot zijn ‘woningen’, ‘dienstverlening’ en ‘Industrie. De CO2-voetafdruk voor Beuningen staat in onderstaande tabel en taartdiagram weergegeven. Sector Gebouwde omgeving
Subsector Woningen
49.578
Commerciële Dienstverlening
27.711
Publieke Dienstverlening
Mobiliteit
CO2 (ton.jr).
Riolering en waterzuiveringsinstallaties Drinkwatervoorziening Wegverkeer Railverkeer
8.419 1.615
1.260
Mobiele werktuigen Binnen- en recreatievaart Zeescheepvaart en visserij Industrie en Energie
Industrie
16.270
Bouwnijverheid
1.840
Huishoudelijk afval Bedrijfsafval Energieproductie Winning van delfstoffen Landbouw
Landbouw, jacht en bosbouw
Onbekend
Onbekend
Totaal
2.858 1.488 111.039
CO2 voetafdruk Beuningen 2010 (ton)
In onderstaande grafiek wordt de gemiddelde CO2-uitstoot per inwoner en per sector voor de gemeente Beuningen weergegeven. De tabel geeft ter vergelijking ook de gemiddelde CO2-emissies per inwoner weer op provinciaal niveau, voor het landsdeel Oost en op nationaal niveau weer.
CO2-uitstoot (ton/per inwoner) voor het jaar 2010 per sector
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
22
De gemiddelde CO2-uitstoot van woningen in Beuningen is iets hoger ten opzichte van de gemiddelde uitstoot-cijfers van de provincie Gelderland, het landsdeel Oost en het landelijke gemiddelde. De bijdrage van de sectoren ‘verkeer en vervoer’ en ‘industrie’ zijn bovengemiddeld. Daartegenover staat dat de gemiddelde CO2-uitstoot van ‘publieke dienstverlening’ en de ‘commerciële dienstverlening’ lager zijn dan de (provinciale en regionale) gemiddelden. De belangrijkste sectoren die bijdragen aan de totale CO2-uitstoot in Beuningen zijn: Hoofdsector
Bijdrage aan totale Beuningse CO2-uitstoot
Woningen Commerciële Dienstverlening Industrie Publieke Dienstverlening Landbouw Bouwnijverheid
45% 25% 15% 8% 3% 2%
In Bijlage III wordt gedetailleerder ingegaan op de CO2-uitstoot van de vijf hoofdsectoren. De CO2bijdrage van de verschillende sub-sectoren en de trendmatige ontwikkelingen zijn daarbij inzichtelijk gemaakt. 4.3
Trendmatige ontwikkelingen
De trend in CO2-uitstoot van Beuningen: (NB: de gegevens van 2011 en 2012 zijn nog niet compleet):
De trend in CO2-uitstoot van de belangrijkste sectoren:
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
23
5. TRENDANALYSE DUURZAAM INKOPEN 5.1
Duurzaam Inkoop Doelstelling
De VNG heeft in het klimaatakkoord de afspraak gemaakt dat gemeenten vanaf 2010 voor 75 procent duurzaam inkopen en vanaf 2015 voor 100 procent. Uitgangspunt voor deze doelstelling zijn de criteria voor duurzaam inkopen die de overheid heeft vastgesteld voor 52 productgroepen. De gemeente Beuningen heeft de ambitie uitgesproken in de Kadernota (Duurzaam Beuningen 2010-2012) en het Milieubeleidsplan 2010-2014, om te voldoen aan de duurzaam inkopen doelstellingen uit het Klimaatakkoord. 5.2
Duurzaam Inkoop Scan
In 2012, zoals ook in 2008, is een Duurzaam Inkoop Scan uitgevoerd. Het onderzoek bestaat uit twee delen: een spend-analyse (5.3) die de belangrijkste inkoopvolumes in beeld brengt en een organisatie- en duurzaamheidsanalyse (5.4) die gericht is op het beoordelen van de mate van duurzaamheid van de belangrijkste inkoopvolumes, en op kennis houding en gedrag van medewerkers. 5.3
Spend-analyse
Bij de spend-analyse kijken we alleen naar beïnvloedbare uitgaven. Subsidies, salariskosten en bijvoorbeeld belastingen, vallen hier dus niet onder. Van de beïnvloedbare uitgaven valt een deel onder de 52 productgroepen (http://www.pianoo.nl/duurzaaminkopen/milieucriteria) waarvoor het landelijke beleid voor duurzaam inkopen geldt. De gemeente heeft een spendanalyse over het jaar 2011 gemaakt. In het onderstaande de kwantitatieve resultaten van de Spendanlyse. 5.3.1 Beïnvloedbaar inkoopvolume Uit de spend-analyse blijkt dat de gemeente in 2011 een beïnvloedbaar inkoopvolume had van € 9,1 miljoen in de productgroepen waar de overheid duurzaamheidscriteria voor heeft opgesteld. Deze duurzaamheidscriteria betreffen 52 productgroepen verdeeld over de zes categorieën waarvoor het beleid voor duurzaam inkopen geldt. Dit betreft dit ongeveer 17% procent van de totale inkopen en aanbestedingen van de gemeente Beuningen. In onderstaand diagram zijn de tien productgroepen weergegeven met de hoogste uitgaven. Deze tien productgroepen vormen samen 84 procent van het beïnvloedbare inkoopvolume dat de gemeente Beuningen besteedt aan de 52 productgroepen.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
24
5.3.2 Prestaties De prestaties ten aanzien van de 10 grootste productgroepen staan in de onderstaande tabel. Productgroep
Score
Wegen
5
Bouwrijp maken terrein, Grondwerken, Sanering
5
Groenvoorzieningen
5
Riolering
5
Leerlingenvervoer en gym/zwemvervoer
3
Kunstwerken
2
Hardware
5
Reiniging openbare ruimte
4
Elektriciteit
5
Openbare verlichting
3
Prestatie Alle minimumeisen van de betreffende productgroep zijn meegenomen bij alle inkopen en aanbestedingen in deze productgroep. Alle minimumeisen van de betreffende productgroep zijn meegenomen bij alle inkopen en aanbestedingen in deze productgroep. Alle minimumeisen van de betreffende productgroep zijn meegenomen bij alle inkopen en aanbestedingen in deze productgroep. Alle minimumeisen van de betreffende productgroep zijn meegenomen bij alle inkopen en aanbestedingen in deze productgroep. Ongeveer 60% van de minimumeisen van de betreffende productgroep zijn meegenomen bij alle inkopen en aanbestedingen in deze productgroep. Ongeveer 40% van de minimumeisen van de betreffende productgroep zijn meegenomen bij alle inkopen en aanbestedingen in deze productgroep. Alle minimumeisen van de betreffende productgroep zijn meegenomen bij alle inkopen en aanbestedingen in deze productgroep. Ongeveer 80% van de minimumeisen van de betreffende productgroep zijn meegenomen bij alle inkopen en aanbestedingen in deze productgroep. Alle minimumeisen van de betreffende productgroep zijn meegenomen bij alle inkopen en aanbestedingen in deze productgroep. Ongeveer 60% van de minimumeisen van de betreffende productgroep zijn meegenomen bij alle inkopen en aanbestedingen in deze productgroep.
Productgroep Het valt op dat wisselend wordt gescoord op de grootste productgroepen. Er valt nog veel ‘duurzaamheidswinst’ te behalen op de productgroepen; leerlingenvervoer en gym-/zwemvervoer, kunstwerken en openbare verlichting. 5.3.3 Duurzaam inkopen per productgroepcategorie Voor de zes productgroepcategorieën, die in het beleid voor duurzaam inkopen onderscheiden worden, zijn de gemiddelde scores berekend. Productgroep Gebouwen GWW Beheer Openbare Ruimte Vervoer en extern verblijf Apparatuur Facilitaire zaken
Inkoopvolume in %
Score in %
3,9 54,3 20,5 7,6 4,8 8,8
66 90 92 57 95 56
Op het gebied van Gebouwen, Vervoer en extern verblijf en Facilitaire zaken kunnen nog grote stappen gemaakt worden. In onderstaand figuur is te zien hoe de gemeente Beuningen scoort op de verschillende productcategorieën:
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
25
5.3.4 Bepaling score De uitkomsten van alle productgroepen bij elkaar genomen maakt dat de gemeente voor 84,2% duurzaam inkoopt. Exclusief de productgroep ‘Bouwrijp maken terrein (geen miniumcriteria voor deze productgroep)’ komt dit percentage op 80,7%. De Beuningse Duurzaam Inkoopscan (van 2008 en 2012) wijkt iets af van de methodiek die het Ministerie Infrastructuur & Milieu (I&M) hanteert. De scoringsmethodiek die I&M hanteert eenduidig: of je koopt de productgroep duurzaam in (voldoen aan alle minimumeisen binnen een productgroep) of je voldoet er niet aan. De uitkomsten van alle productgroepen bij elkaar genomen maakt dat de gemeente met de scoringsmethodiek van I&M 71,2% duurzaam inkoopt. Exclusief de productgroep ‘Bouwrijp maken terrein’ komt dit percentage op 64,9%. 5.3.5 Voortgang Duurzaam Inkopen ten aanzien van 2008 In 2008 is een score gemeten van 32% duurzaam inkopen. Dat betekent dat de gemeente een verbetering heeft gerealiseerd van ruim 50%. Productgroepen die in 2008 hoog scoorden (een 4 of een 5) op duurzaam inkopen betroffen: hardware, netwerken/infrastructuur, elektriciteit, bouwrijp maken terrein en grondwerken. Naast deze productgroepen heeft de gemeente Beuningen nu ook duurzaamheidseisen gesteld bij de productgroepen; wegen, sloop van gebouwen, gladheidsbestrijding, groenvoorziening, riolering, reiniging openbare ruimte, vraagafhankelijk vervoer, zware motorvoertuigen en mobiele werktuigen. Onderstaand figuur geeft de productgroepen weer die zowel in 2008 als 2011 zijn gescoord op duurzaam inkopen. Een score 5 geeft aan dat er voor 100% duurzaam wordt ingekocht.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
26
5.4
Organisatie- en duurzaamheidsanalyse
Net als in de meeste gemeenten verloopt de inkoop in Beuningen decentraal. Het succes van duurzaam inkopen hangt af van de kennis, de houding en het gedrag van medewerkers en de mate waarin duurzaam inkopen is geborgd in de organisatie. Kennis over duurzaam inkopen en een positieve houding tegenover duurzaamheid is een belangrijke voorwaarden voor het tot stand komen van duurzaam inkopen. Voor het analyseren van de mate van duurzaamheid van de inkoop zijn bij 26 medewerkers interviews gehouden. De interviews geven een goed beeld in hoeverre de gemeente Beuningen duurzaamheidaspecten al meeneemt in het inkoopproces en in hoeverre dit is geborgd. Tijdens de interviews is gelet kennis, houding en het gedrag ten aanzien van duurzaam inkopen. 5.4.1 Kennis Geconcludeerd wordt de kennis ten aanzien van duurzaam inkopen gemeentebreed aanwezig is. Binnen het Team Beleid en Projecten (programmamanager Duurzaamheid) en binnen de afdeling OR is de kennis in ruim voldoende mate aanwezig. De programmamanager Duurzaamheid is regelmatig betrokken / wordt ingeschakeld bij inkopen en aanbestedingen om hierover te adviseren. Daarnaast zijn er trainingen duurzaam inkopen verzorgd aan inkopers van de verschillende afdelingen. De inhoud van de trainingen zijn afgestemd op de verschillende afdelingen waarbij inkopers kennis hebben verkregen over het beleid, wat onder duurzaam inkopen wordt verstaan en waar men de criteria kan vinden om toe te passen bij aanbestedingen. Als gevolg van bovenstaande activiteiten is de doelstelling van 100% in 2015 voor alle inkopers bekend en weet men over het algemeen dat de minimumeisen te vinden zijn op de website van Pianoo. 5.4.2 Houding Naast de benodigde basiskennis over duurzaam inkopen valt of staat het succes met de houding die inkopers hebben ten aanzien van duurzaam inkopen. Het is belangrijk dat er een gevoel bestaat dat duurzaam inkopen belangrijk is als middel om bepaalde maatschappelijke vraagstukken het hoofd te bieden. De houding van de organisatie en de medewerkers ten opzichte van duurzaamheid en duurzaam inkopen is over het algemeen positief. Duurzaam inkopen wordt door enkele inkopers zelfs als een vanzelfsprekendheid gezien. Duurzaam inkopen wordt niet als duur inkopen gezien. 5.4.3 Gedrag Voldoende kennis en een positieve houding ten aanzien van duurzaamheid en duurzaam inkopen moeten uiteindelijk leiden tot het daadwerkelijk duurzaam inkopen van producten, diensten en werken. Dat betekent dat duurzaamheid bij iedere inkoop moet worden meegewogen. Duurzaamheidscriteria worden regelmatig meegenomen bij inkooptrajecten. Meestal als de programmamanager Duurzaamheid in een vroeg stadium wordt betrokken. Vanuit het management wordt in (te) beperkte mate gestuurd en toezicht gehouden op duurzaam inkopen. De afdeling Openbare Ruimte heeft een nieuw moederbestek opgesteld waarin de minimumeisen voor duurzaam inkopen integraal zijn opgenomen. Verwacht wordt dat voor deze afdeling duurzaam inkopen op deze manier wordt geborgd (binnen de RAW bestekken). Een valkuil voor de uitvoering kan zijn dat standaard overeenkomsten en samenwerking als ‘te vanzelfsprekend’ wordt beschouwd door zowel inkopers als leveranciers. Beiden worden dan niet of te weinig geprikkeld om verbeteringen te realiseren op het vlak van duurzaamheid. De vraag is of contracten die (stilzwijgend) worden verlengd opnieuw in ogenschouw moeten worden genomen om te bezien of de duurzaamheidscriteria zijn meegenomen of nog kunnen worden meegenomen.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
27
5.4.4 Voortgang duurzaam inkopen ten aanzien van kennis, houding en gedrag sinds 2008 Het kennisniveau is op veel afdelingen behoorlijk gestegen in vergelijking tot 2008. De trainingen en de duurzaamheidscoördinator hebben hier in belangrijke mate aan bijgedragen. Ook is duurzaam inkopen onderdeel geworden van de Kadernota, het Milieubeleidsplan, de Algemene Inkoopvoorwaarden en het Aanbestedingsbeleid. 5.5
Conclusies en aanbevelingen Duurzaam inkopen
In deze paragraaf zijn de belangrijkste conclusies samengevat en wordt advies gegeven over het verder verduurzamen van de gemeentelijke inkoop(proces) en aanbestedingen. 5.5.1 Conclusies De gemeente Beuningen koopt voor 84,2% duurzaam in, 52% meer dan in 2008. Dit is met name toe te kennen aan de grote productgroepen zoals Wegen, Hardware, Groenvoorzieningen en de inkoop van gas en elektra. Ten aanzien van 2008 is vooral vooruitgang geboekt op de productgroepen; wegen, riolering, gladheidsbestrijding, groenvoorziening, reiniging openbare ruimte, vraagafhankelijk vervoer, zware motorvoertuigen en mobiele werktuigen. Om 100% duurzaam in te kunnen kopen zijn de aspecten van kennis, houding en gedrag in de organisatie van groot belang. We constateren dat het kennisniveau van een voldoende hoog niveau is, zeker ten aanzien van 2008. Decentrale inkopers en de programmamanager zijn zich voldoende bewust van (de mogelijkheden voor) duurzaam inkopen. Ook is er voldoende draagvlak aanwezig bij het management om de duurzaam inkopen doelstellingen te behalen. Dit leidt ertoe dat de landelijke doelstellingen voor duurzaam inkopen gehaald kunnen worden in 2015. Geadviseerd wordt actief vanuit het management te sturen op de verankering van de minimale eisen in inkoop en aanbestedingsdocumenten. Inkopers worden geadviseerd dat zij een pro-actieve houding aannemen, (door leveranciers pro-actief te bevragen / benaderen). Ook worden inkopers geadviseerd om de markt blijvend te consulteren, om de kansen en mogelijkheden voor verduurzaming in het oog te behouden. 5.5.2 Aanbevelingen In deze paragraaf worden aanbevelingen gedaan om het percentage van 100% duurzaam inkopen te behalen in 2015. Borging: Om duurzaam inkopen nog beter / structureel te borgen binnen de organisatie is het belangrijk dat afdelingshoofden de verantwoordelijkheid nemen om dit te borgen binnen hun afdeling. Dit kan door aanbestedingen te controleren (en te ondertekenen) op het meenemen van de duurzaamheidseisen. Monitoring: Meten is weten; maak de voortgang op duurzaam inkopen periodiek zichtbaar. Dit kan door het uitvoeren van Duurzaam Inkoopscan in 2016 (zie ook het Uitvoeringsprogramma paragraaf 7.4). Contractbeheer: Duurzaam inkopen wordt ook voor een belangrijk deel geborgd in bestaande en nieuwe contracten met leveranciers. Het zorgvuldig beheren en bewaren van contracten draagt ertoe bij dat zowel leveranciers als inkopers worden geattendeerd op de afspraken die (nog niet) zijn gemaakt als het gaat om meenemen van de duurzaamheidseisen. Bij het aflopen van contracten dienen betrokken personen hierover tijdig te worden geïnformeerd. Bij verlenging van contracten dient er eerst een check uitgevoerd te worden of de duurzaamheidseisen wel of niet zijn meegenomen. Ook controle en toetsing bij leveranciers van de gemaakte afspraken is onderdeel van het proces om duurzaam inkopen goed te borgen. Communicatie: Communicatie over duurzaam inkopen is belangrijk om het onderwerp levend te houden. Naast dat er een duurzaamheidcoördinator is aangesteld om hier zorg voor te dragen, is het ook belangrijk dat er van bovenaf wordt gecommuniceerd over dit onderwerp, om er meer gewicht aan te hangen.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
28
Een belangrijk communicatie medium zijn bijvoorbeeld werkoverleggen. Door duurzaam inkopen regelmatig terug te laten komen tijdens (maandelijkse) overleggen blijft het onderwerp onder de aandacht. Markt- en criteriaontwikkelingen: Veel productgroepen zijn door leveranciers inmiddels aangepast aan de minimumeisen die in 2009 zijn opgesteld. Eind 2011 zijn de minimumeisen opnieuw geactualiseerd. Het is dus van belang dat inkopers hierop worden geattendeerd om bij te blijven met de marktontwikkelingen en het percentage duurzaam inkopen te behouden dan wel te verhogen. Bij leveranciers en andere marktpartijen schuilt veel kennis over duurzaamheid. Ga een actieve samenwerking aan op gebied van duurzaamheid, zodat er een actieve houding van beide kanten ontstaat. Leveranciers kunnen vaak een goede bijdrage leveren. (Herhaling) Opleidingen, workshops en presentaties: Verzorg opleidingen, workshops en presentaties binnen de organisatie (in-company) om het niveau en de motivatie van duurzaam inkopen op peil te houden. Laat zien wat de markt te bieden heeft en inspireer medewerkers voor het opdoen van nieuwe inzichten op het gebied van duurzaamheid.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
29
6. FOCUS EN BELEIDSANALYSE In dit hoofdstuk worden op basis van de projectevaluatie en de trendanalyses aanbevelingen gedaan voor het Beuningse Duurzaamheidsbeleid en het Uitvoeringsprogramma 2013 – 2017 in het bijzonder. We geven hier de conclusies, aanbevelingen en (externe) ontwikkelingen puntsgewijs weer; hiermee leggen we de beleidsmatige focus op grond waarvan de Uitvoeringsprojecten voor de periode 2013 – 2017 is opgesteld. 6.1
Algemeen en organisatie
Met de volgende kaders houden we rekening: - veranderende rol van de lokale overheid; van initiator naar facilitator van projecten; - blijvend samenwerken met externe partijen en stimuleren externe duurzame initiatieven; - gemeente stelt zich flexibel op, kansrijke projecten (die niet geprogrammeerd zijn) kunnen toch uitgevoerd worden als de duurzaamheidswinst (voor bepaalde doelgroep) aantoonbaar is (denk aan provinciale en/of rijks subsidies). Organisatorisch: - de projectorganisatie blijft in stand voor de aansturing van het programma en de uitvoering van projecten in de periode 2013 – 2017; - door bezuinigingen hebben we minder personele capaciteit in te brengen. Duurzaamheid wordt daarom verankerd in reguliere projecten (denk aan duurzaam inkopen / duurzaam bouwen). Deze inbeddingsprojecten behoeven geen extra personele inzet (verwachte ureninzet is indicatief aangegeven in het volgende hoofdstuk). Financieel: de Rijkssubsidieregeling voor de Stimulering van lokaal klimaat en energiebeleid, á € 80.812 (voor de periode 2009 – 2012) is komen te vervallen. De gemeentelijke jaarlijkse bijdrage aan het programma bedroeg in diezelfde periode circa € 40.000,- per jaar. Voor de uitvoering van projecten in de periode 2013 – 2017 wordt nieuw budget aangevraagd in het kader van ‘nieuw beleid’. Programmatisch: - De onderverdeling van duurzaamheidsprogramma in drie programmalijnen blijft gehandhaafd: o Programmalijn Duurzame Ontwikkeling (incl. Millenniumgemeente); o Programmalijn Klimaat en Energie; o Programmalijn Duurzaam Inkopen. Daarnaast blijft de gemeente participeren in regionale (MARN, Stadsregionale en/of provinciale) projecten (Programmalijn Regionale Projecten). 6.2
Trendmatige ontwikkelingen
Op basis van de trendmatige ontwikkelingen, zoals die zijn weergeven in hoofdstuk 2, 3 en 4, is de focus bepaald voor de nieuwe uitvoeringsprojecten. Per programmalijn worden de kaders geschetst. 6.2.1 Duurzame Ontwikkeling De gemeente Beuningen streeft naar een duurzame gemeente. Om op het gebied van duurzame ontwikkeling, specifiek op het gebied van Planet en Profit, een score van 100% te behalen ligt de focus de komende periode bij: Focus op Planet: - het verkennen van de mogelijkheden van een Klimaatneutrale gemeente; - het inventariseren van de voorkomende plant- en diersoorten binnen de gemeentegrenzen (of blijf ad hoc benadering toe passen);
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
30
-
het in kaart brengen van de ‘Rode Lijst’-soorten; het actief communiceren over waterbesparing door inwoners; het actief communiceren over waterbesparing door bedrijven.
Focus op Planet: - het verkennen van de mogelijkheden voor een klimaatneutrale gemeentelijke organisatie; - bepalen van de gemeentelijke ‘Fair-trade’ ambitie; - het verkennen van de maatschappelijke en bedrijfsmatige behoefte aan een MVO-platform; - het verankeren van duurzaamheid in bestemmingsplannen / revitaliseringsplannen voor bedrijventerreinen; - het reserveren van budget en capaciteit (binnen bouwprojecten) voor het onderdeel duurzaam bouwen / toepassing GPR. 6.2.2 Klimaat en Energie De gemeente heeft zich tot doel gesteld om in 2020 een aandeel van 20% duurzaam opgewekte energie te hebben; het energieverbruik moet met 20 % in 2020 zijn afgenomen. Helaas is het momenteel, op basis van de beschikbare gegevens in de klimaatmonitor, niet mogelijk om een gedetailleerde en complete trendanalyse te maken over de emissie en energiecijfers over de periode 2009 – 2012. De cijfers zijn daartoe nog niet accuraat genoeg. De volgende conclusies kunnen op basis van de beschikbare gegevens uit hoofdstuk 4 getrokken worden: -
Over de periode 1990 – 2010 vertoond de broeikasgas-emissie uitstoot een stijgende lijn; Woningen, commerciële en publieke dienstverlening en de lokale industrie zijn de belangrijkste bronnen van CO2-uitstoot. Dit zijn primaire doelgroepen van beleidsvoering; De CO2-uitstoot door verkeer en vervoer is bovengemiddeld hoog, mede door het hoge aandeel snelwegkilometers binnen de gemeente en aanwezigheid van vrachtvervoer over de Waal; De CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving (woningen, kantoren, accommodaties en bedrijven) is bovengemiddeld hoog; De CO2-uitstoot van de gemeente Beuningen (als organisatie) is bovengemiddeld hoog.
6.2.3 Duurzaam Inkopen De gemeente Beuningen heeft zich tot doel gesteld om in 2015 voor 100% duurzaam in te kopen. Om dat te realiseren ligt de focus de komende uitvoeringsperiode bij: - realiseren ‘duurzaamheidswinst’ op de productgroepen: leerlingenvervoer en gym-/zwemvervoer, kunstwerken, openbare verlichting, gebouwen, vervoer en facilitaire zaken; - continuering in-company trainingen en presentaties voor alle vakafdelingen; - structurele aandacht voor afdelingsgerichte sturing en controle (managementsturing); - uitvoering derde Duurzaam Inkoop Scan (2016); - structureel betrekken programmamanager duurzaamheid bij contractmutaties; - periodieke communicatie over duurzaam inkopen via afdelingsoverleggen; - volgen marktontwikkelingen. 6.3
Beleidsanalyse
De evaluatie laat zien dat er de afgelopen jaren hard gewerkt is aan een duurzaam Beuningen. Er zijn veel projecten gerealiseerd, er is een stevig netwerk opgebouw, binnen en buiten de gemeente Beuningen, en het bewustzijn over het belang van energie en klimaat is zowel intern als extern toegenomen. Hoofdstuk 4 laat zien dat de inspanningen van de gemeente op het gebied van duurzaamheid nog niet tot uiting komen in de cijfers van de Klimaatmonitor. Dit komt omdat de meest actuele CO2monitoringscijfers in de landelijke klimaatmonitor twee jaar oud zijn. Daarnaast heeft de gemeente Beuningen veel werk gemaakt van bewustwordings- en communicatie projecten. De CO2-afname van dit soort projecten laat zich moeilijk vatten in concrete reductiecijfers. Een derde reden is het feit dat tal van projecten hebben geleid tot energiebesparing, maar dan slechts op kleine schaal.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
31
De CO2 emissies in Beuningen komen grotendeels uit bronnen komen waarop de gemeente Beuningen minder / beperkt invloed heeft (denk aan de energiebesparing door bedrijven en bij woningen). Samenwerking met bedrijfsleven, maatschappelijke partners en burgers is cruciaal voor het halen van de doelstellingen. 6.3.1 Hoe groot is de opgave van Beuningen tot 2020? Beuningen stoot jaarlijks rond de 170.000 ton CO2 uit. 20% reductie betekent 36.000 ton minder CO2 uitstoot in 2020. Om de doelstelling te halen moet Beuningen de CO2-emissie in de periode 2013-2020 jaarlijks met iets meer dan 5000 ton verminderen. Tegelijkertijd moet er in 2020 20% duurzame energie worden opgewekt. Onderstaande voorbeelden illustreren de inspanningen waarmee Beuningen aan de doelstelling van 20% reductie voor 2020 zou kunnen voldoen. Het gaat niet om concrete projectvoorstellen, de voorbeelden geven de ordegrootte van de opgave waar Beuningen voor staat. Ze illustreren de noodzaak om op alle fronten actief te blijven (zonne-energie en energiebesparende maatregelen kunnen in veel sectoren worden toegepast) en het belang van samenwerking met externe partijen. Scenario’s Zon
Wind
Energiebesparing en duurzame energie bestaande woningvoorraad Energiebesparing en duurzame energie in industrie en dienstverlening
100 hectare zonnepanelen levert onder ideale omstandigheden een vermindering in CO2emissie op van 35.200 ton, maar alleen als de energie ook in Beuningen wordt afgenomen. (Bron: Advies op maat, Milieucentraal). Dit is ongeveer de reductie doelstelling voor 2020. 100 hectare is ongeveer 2% van het oppervlak van de gemeente Beuningen. Dezelfde hoeveelheid zonnepanelen levert, in het ideale geval, 64 miljoen kWh elektriciteit. Volgens deze cijfers kan Beuningen hiermee 50% van haar elektriciteit duurzaam opwekken1. Om 36.000 ton CO2 te besparen zijn tussen de 10- 15 windturbines nodig van 3MW. Windturbines met een vermogen van 3 MW die nu geplaatst worden leveren gemiddeld 6,6 miljoen kWh per jaar. Eén turbine, met een diameter van 90 meter, levert een besparing van tussen de 2.400 en 3.800 ton CO2 op, afhankelijk van de energiecentrale waarmee het wordt vergeleken. (Bron AgentschapNL). 10-15 windmolens leveren een duurzame energieproductie van 66- 99 miljoen kWh per jaar, in het geval van Beuningen zou dit 50- 80% duurzame energie betekenen. De huidige CO2 emissie uit de bestaande woningvoorraad is 60.000 ton. Met 60% reductie van de CO2 emissie uit woningen kan de doelstelling voor 2020 worden gehaald in Beuningen. Dit kan door energie te besparen of het aandeel groene stoom in de woningvoorraad te vergroten (of een combinatie van deze maatregelen). Industrie (29.500 ton) en dienstverlening (40.000 ton) zijn belangrijke bronnen van CO2. Met iets meer dan een halvering van de emissie van CO2 uit deze bronnen door energiebesparing en duurzame energie valt de doelstelling van 36.000 ton CO2 reductie in 2020 te halen.
6.3.2 Wat kan de gemeente doen? De laatste jaren is de bewustwording rond energiebesparing en CO2 toegenomen. De urgentie om daadwerkelijk iets te doen neemt toe. Waar in de jaren ’80 en ’90 vooral het milieubewustzijn een rol speelde, neemt de laatste jaren het bewustzijn bij burgers en ondernemers toe dat energiebesparing ook financieel voordeel betekent. De stijgende energieprijzen (gas, elektriciteit, benzine en diesel) zijn sterke ‘eyeopeners’. Volgens een publicatie2 van de provincie Gelderland is het aandeel van gas en elektra in de totale woonlasten toegenomen van 13% in 1996 tot 23% in 2007. De provincie voorspelt dat dit waarschijnlijk zal toenemen tot 31% in 2015. Het Programma Duurzaam Beuningen 2009 - 2012 heeft veel bijgedragen aan het vergroten van het bewustzijn rond energiebesparing en duurzame energieopwekking in de gemeente Beuningen. De energietransitie is een zaak van lange adem. Grote veranderingen beginnen met bewustwording en de wil om te veranderen. Literatuur rond transitiemanagement en verandermanagement laat zien dat het daarna
Solarkraftwerk Waldpolenz met 550.000 zonnepanelen op een oppervlak van 110 hectare, kwam in 2008 gereed bij het Duitse stadje Brandis bij Leipzig. Ze heeft een vermogen van 40 megawattpiek en zal jaarlijks 40.000 MWh leveren. Jaarlijks wordt er ongeveer 25.000 ton CO2-uitstoot bespaard (Bron: Wikipedia). 2 Prakijkvoorbeelden energielabel B provincie Gelderland 1
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
32
ook snel kan gaan met zichtbare veranderingen3. Nu is de tijd om door te zetten; met concrete projecten gericht op duidelijke doelgroepen en maatregelen. Samenwerken en het faciliteren van initiatieven van derden zijn kernwaarden. 6.4
Doelgroepenanalyse
De bijdrage van verschillende bronnen aan de CO2 emissie van Beuningen staat beschreven in Hoofdstuk 4 en Bijlage II. Woningen (33%), dienstverlening (20%), industrie (11%), wegverkeer (13%) en binnen- en recreatievaart (12%) en leveren de belangrijkste bijdrage aan CO2 emissies in Beuningen. Zonder significante vermindering van CO2 emissies van deze bronnen haalt Beuningen haar doelstellinge niet. Daarnaast blijft het voor de geloofwaardigheid van de gemeente belangrijk om projecten uit te voeren die zijn gericht op de eigen organisatie en andere overheden. 6.4.1 Woningen 33% van de CO2 emissie in Beuningen komt uit woningen. Daarmee is de bestaande woningvoorraad een belangrijk aandachtspunt voor het duurzaamheidsbeleid. Gemiddeld stoot een woning in Nederland 5 ton CO2 uit. De daadwerkelijke uitstoot van een woning verschilt aanzienlijk, afhankelijk van type en leeftijd van de woning, wel of niet gerenoveerd en gedrag van de bewoners. Vooral in woningen van voor 1988 valt veel te besparen, is de ervaring. Omdat het grootste deel van de woningen voor 2000 is gebouwd kan de gemeente ervan uitgaan dat hier significante CO2 reductie door energiebesparing en opwekking van duurzame energie mogelijk is. Denk aan projecten zoals energieteams in de wijk, een revolverend fonds voor duurzame energie, gezamenlijk inkopen van zonnepanelen, windmolens en groene energie, of het gezamenlijk opzetten van een energie Coöperatie of ESCO (Energy Service Company). Door energieprestatieadviezen (EPA) kunnen huiseigenaren en ondernemers de meerwaarde van energiebesparende maatregelen zien. Besparingen op energiekosten kunnen financiële ruimte opleveren voor investeringen in duurzame energie. Het Uitvoeringsprogramma bevat diverse projecten gericht op bestaande woningen. 6.4.2 Industrie en dienstverlening Sommige bedrijven zijn heel bewust bezig met energie besparen en duurzaam opwekken van energie. Maar een groot aantal bedrijven is er niet mee bezig. Dat is logisch, duurzame energie is voor de meeste ondernemers een nieuw onderwerp dat weinig van doen lijkt te hebben met het vakmanschap en ondernemerschap dat ze door de jaren hebben ontwikkeld. Net als maatschappelijk verantwoord ondernemen is het een nieuw thema. Maar wel steeds belangrijker voor het economisch resultaat en dus het voortbestaan van veel bedrijven. De energierekening zal een grotere rol spelen. Het uitvoeringsprogramma bevat projecten gericht op het lokale bedrijfsleven. 6.4.3 Verkeer en vervoer De gemeente kan de emissies van verkeer en vervoer slechts in beperkte mate beïnvloeden. Het kan door projecten te richten op het eigen wagenpark en de mobiliteit van onze werknemers te verduurzamen, maar ook door het bevorderen van fietsverkeer en openbaar vervoer. Het Gemeentelijk verkeer- en vervoersplan (GVVP) is hiervoor een goed instrument (snelfietsroute Nijmegen-Beuningen, Hoogwaardige Openbaar Vervoerlijn). Ondanks het succes van het plaatsen van oplaadpalen is het moeilijk om duurzaam rijden succesvol te realiseren zonder de regionale en landelijke context. De voorbeelden uit het GVVP laten zien dat regionale samenwerking kansen biedt voor optimaliseren fietsroutes en openbaar vervoer. In het nieuwe Uitvoeringsprogramma zijn nieuwe mobiliteitsprojecten opgenomen (koppeling met het vigerende GVVP). 6.4.4 Gemeentelijke organisatie Het goede voorbeeld geven op het gebied van duurzaamheid betekent ook ervaring opdoen die je door kunt geven. In veel gevallen leveren energiebesparende maatregelen overigens ook financieel voordeel op, Bijvoorbeeld: Transities en transitiemanagement (2006), Dutch Research Institute for Transitions, Faculteit Sociale Wetenschappen, Erasmus Universiteit Rotterdam. 3
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
33
wat op zich al reden genoeg is om ze te nemen. Kansen liggen bij de gemeentelijke gebouwen, riolering, huishoudelijk afval, openbare verlichting en het gemeentelijk wagenpark. 6.5
Beleidsconclusie
Kan de gemeente Beuningen haar doelstellingen op het gebied van energiebesparing en duurzame energie halen? De evaluatie in dit rapport laat duidelijk zien dat de gemeente het niet alleen kan. Alle partners in de gemeente zullen de handen uit de mouwen moeten steken. Het lijkt erop dat het bewustzijn en het draagvlak om maatregelen te nemen groeit. Oplopende energielasten voor huurders, huiseigenaren en ondernemers maken investeringen in energiebesparing en duurzame energie wenselijk. Er is veel te doen. Een stevig punt op de horizon werkt motiverend. Daarom adviseren we om de ambities te handhaven. In het volgende hoofdstuk komt het Uitvoeringsprogramma Duurzaam Beuningen 2014 – 2017 aan de orde. Het programma bevat projecten die de gemeente de komende uitvoeringsperiode initieert of samen met haar partners uitvoert. Succesvolle, al lopende projecten in Beuningen staan naast projecten waarmee andere gemeenten goede ervaringen hebben en die goed passen in Beuningen. De duurzaamheidsbijeenkomst die eind 2012 met onze maatschappelijke partners is georganiseerd heeft veel input geleverd voor het navolgende Uitvoeringsprogramma.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
34
7. UITVOERINGSPROGRAMMA 2013 - 2017 Om de duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren worden projecten geprogrammeerd voor de periode 2013 tot en met 2017. We gaan hierbij uit van: Projecten Duurzame Ontwikkeling; Projecten Klimaat en Energie; Projecten Duurzaam Inkopen; Regionale Samenwerkingsprojecten. De projecten die reeds zijn opgestart en-of worden gecontinueerd worden ondergebracht bij één van de bovenstaande programmalijnen. De stip op de horizon Natuurlijk gaat duurzaamheid verder na het jaar 2020; daarom werken wij samen met onze regiogemeenten aan de Routekaart Duurzame Energie. Doel van deze Routekaart is de formulering van concrete stappen op tactisch en strategisch niveau in onze regio om de duurzame energievoorziening op lange termijn (20-30 jaar) te realiseren. En wat is er nodig (financieel, juridisch, etc.) om die stappen te zetten. Tussentijdse evaluatie In 2016 – 2017 wordt wederom een evaluatie uitgevoerd naar de (resultaten van de) duurzaamheidsprojecten. Op basis van deze evaluatie kunnen nieuwe projecten worden toegevoegd aan het programma 2018 - 2022. Het is zaak ons hierin flexibel op te stellen aangezien de ‘duurzaamheidswereld’ continue in beweging is. Toelichting op de projecttabellen De projecten worden kernachtig omschreven. Na bestuurlijke vaststelling van dit Uitvoeringsprogramma worden voor alle geprogrammeerde projecten Project-Opdracht-Formulieren opgesteld en vastgesteld, hiermee wordt de uitvoering organisatorisch geborgd. Er wordt onderscheid aangebracht tussen inbeddingsprojecten en nieuwe projecten. Inbeddingsprojecten zijn projecten die binnen de huidige taakuitvoering van de gemeente passen. Duurzaamheid wordt als het ware ‘ingebouwd’ in bestaande processen. Voor deze projecten wordt geen extra personele inzet begroot (de ‘duurzaamheidsuren’ voor deze projecten zijn indicatief aangegeven). Nieuwe projecten zijn taken en activiteiten die niet binnen een regulier project of proces vallen. Afdelingen dienen rekening te houden met de borging van deze taken. Voor deze activiteiten kan het nodig zijn extra uren dan wel financiële middelen te reserveren. De Project-Opdracht-Formulieren gaan nader in op de specifieke organisatorische borging van individuele projecten. We maken onderscheid tussen: Programmamanager Duurzaamheid (P.M.); Projectleider (P.L.); Projectmedewerker(s) (P.M.). De opgegeven uren in de tabellen beslaan de ureninzet in de gehele vierjaren uitvoeringsperiode. De globale uitvoeringsperiode wordt aangegeven in de tabellen. Hierbij wordt aangegeven dat wij ons flexibel opstellen en dat de geplande uitvoering van projecten gedurende de periode 2013 – 2017 kan wijzigen. De personele consequenties en financiële consequenties (per afdeling) komen in hoofdstuk 8 aan de orde.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
35
7.1
Programmamanagement Algemeen
2
Jaarlijkse Actualisatie Uitvoeringsprogramma Beraps / Maraps / bijdrage begroting
3
Advisering gemeentebestuur
1
5
Bijeenkomsten / congressen / netwerken Periodieke Subsidieverkenning
6
Periodieke trendanalyses CO2
4
7.2
8 9 10
11 12 13
Haalbaarheidsonderzoek Klimaatneutraal Beuningen Inventarisatie Flora en Fauna Inventarisatie Flora en Fauna Voorlichtingscampagne waterbesparing door inwoners Advisering waterbesparing bedrijven Klimaatbos Continuering NME / Dijkmagazijn
Profit
14 15 16 17
InbeddingsProject InbeddingsProject InbeddingsProject InbeddingsProject InbeddingsProject InbeddingsProject
Uren P.M. P.L. P.M.
Uitvoeringsperiode 13 14 15 16 17
€
Toelichting
80
x
x
x
x
-
80
x
x
x
x
-
60
x
x
x
x
-
80
x
x
x
x
-
x
x
x
x
-
x
x
x
x
-
40
40
80
Projecten Duurzame Ontwikkeling Planet
7
Projectsoort
Haalbaaheidsonderzoek Klimaatneutrale gemeentelijke organisatie Verkenning FairTrade Ambities Verkenning Nut/Noodzaak MVO platform Veranker duurzaamheid in
Projectsoort Nieuw Project
P.M.
Uren P.L. P.M.
x
80
Nieuw Project Nieuw Project
50
30
Nieuw Project
20
30
60
20
30
10
x
?
x
x x
?
Momenteel Ad hoc systeem Momenteel Ad hoc systeem
5.000
x
5.000
x
Reeds separaat begroot
40
P.M.
Toelichting
5.000
x
40 20
Projectsoort
x
€
X
40
Nieuw Project
Inbeddings Project Inbeddings Project
Uitvoeringsperiode 13 14 15 16 17
Uren P.L. P.M.
Nieuw Project
80
Nieuw Project
60
Nieuw Project
30
40
20
Inbeddings-
/
X
/
Uitvoeringsperiode 13 14 15 16 17
40
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
x
x
Toelichting
x
x
7.500
x
x
-
x x
€
x
x
-
36
18
7.3
bestemmingsplannen / revitaliseringsplanne n voor bedrijventerreinen Implementatie GPR (borging capaciteit)
20
21
22
23
24
25 26 27
28
29
Opstellen Meerjaren Duurzame Onderhoudsprogram mas Invoering Energiemanagemnts ysteem, meetdienst en training energiebeheer Inkoop Groen Energie Masterplan Energiezuinige Openbare Verlichting Verkenning Energiebesparing infrastructurele voorzieningen Vergroening gemeentelijk wagenpark, dienstreizen en woon-werkverkeer Training Nieuwe Rijden Plaatsing zonnepanelen op gemeentewerf Verkenning vergroening WoonWerk verkeer Integrale beleidsverankering duurzaamheid (afval, GVVP, Groen) Duurzame openbare verlichting Olden Tempel
Bestaande Woningen/ inwoners 30
Duurzame Prestatieafspraken
31
Subsidie Woningisolatie
32 33
InbeddingsProject
70
40
40
x
x
x
x
x
-
Projecten Klimaat en Energie Gemeentelijke Organisatie
19
Project
Zonatlas Energie in Beeld
Projectsoort
P.M.
Uren P.L. P.M.
Nieuw Project
50
120
40
Nieuw Project
50
40
10
Inbeddings Project
40
-
-
Nieuw Project
20
40
Nieuw Project
20
Inbeddings Project
Uitvoeringsperiode 13 14 15 16 17
Toelichting
x
x
x
10.000
x
x
x
5.000
x
x
x
x
-
10
x
x
5.000
40
10
x
x
5.000
60
20
20
x
x
Nieuw Project
10
20
30
Nieuw Project
5
15
5
Nieuw Project
5
20
5
Inbeddings Project
50
30
x
Inbeddings Project
5
5
x
Projectsoort Inbeddings Project Inbeddings Project Nieuw Project Inbed-
Uren P.M. P.L. P.M.
x
€
x
x
x
x
x
-
2.500 Reeds gereserveerd
x x
x
x
x
x
Reeds gerserveerd
Uitvoeringsperiode 13 14 15 16 17
Toelichting
10
20
x
x
20
40
x
x
-
20
10
x
x
30
10
x
x
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
x
€
x
Subsidiegelden vanuit provincie
-
37
dings Project 34
Meters Maken in de Bestaande Bouw (SRAN)
Nieuwbouw 35 36 37
38
39
Implementatie GPR / Trainingen Duurzame Kloosterhof (gprpilot) Campagne Duurzaam Bouwen (gemeentelijke) Nieuwbouw realiseren met -10% EPC of verhoogde GPRscore Duurzame Stedenbouw Hutgraaf
Bedrijven en Dienstverlening 40
41 42
43
44
Verkenning Verduurzaming maatschappelijk vastgoed (scholen / verenigingen) Branchegerichte Econtroles (Wm art 2.15) Beunings Energie Convenant met 10 bedrijven EPA advisering voor bedrijven Verduurzaming Industrieterrein de Sluis (TPN-West / KronenburgerForum) Campagne zonnepanele ipv asbestdaken agrariers
Duurzame Mobiliteit 45 46
Uitbreding Enetwerk Binnenstadservice Beuningen
Duurzame Energie 47
Haalbaarheidsonderzoek Zonnevelden
Nieuw Project
Projectsoort
50
P.M.
10
Uren P.L. P.M.
x
x
40
10
10
x
x
Nieuw Project
20
20
20
x
x
Nieuw Project
20
20
10
InbeddingsProject
40
20
40
InbeddingsProject
20
15
10
P.M.
Uren P.L. P.M.
Nieuw Project
60
Inbeddings Project
20
Nieuw Project
50
10
Nieuw Project
25
10
Nieuw Project
30
Nieuw Project
30
Projectsoort
P.M.
Nieuw Project
30
Nieuw project
15
Projectsoort Nieuw Project
P.M. 40
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
x
€
Toelichting
10.000
x
12.000
x
15.000
-
x
2.500
Uitvoeringsperiode 13 14 15 16 17 x
x
€
Toelichting
15.000 Reeds gerserveerd
x
Uitvoeringsperiode 13 14 15 16 17 x
-
x
x
40
-
-
x
30
Uren P.L. P.M.
x
x
x
Toelichting
2.500
x
10
5
x
Uitvoeringsperiode 13 14 15 16 17
x
Uren P.L. P.M.
x
€
x
x
10
x
x
30
20
-
Uitvoeringsperiode 13 14 15 16 17
Nieuw Project
Projectsoort
x
€
Toelichting
x
38
48 49
7.4
Vervolgstrategie Zonnvelden Beleidsontwikkeling WKO en bodemenergie
50
Training / presentaties
51
Inkoop en aankoopadvisering
53 54 55 56
57
7.5
Pilots voor leerlingen-vervoer, kunstwerken, openbare verlichting, gebouwen, vervoer en facilitaire zaken Structureel toezicht op inkooptrajecten Uitvoering Duurzaam Inkoopscan Contractbeheer / mutatiebeheer Volgen markt/ en criteria ontwikkelingen en interne advisering Beleids-verankering duurzaam inkopen
59 60 61 62 63 64 65
Nieuw Project
25
x
40 x
x
10.000
x
Projectsoort Inbeddings Project Inbeddings Project Inbeddings Project
P.M.
Uren P.L. P.M.
Uitvoeringsperiode 13 14 15 16 17
€
Toelichting
160
x
x
x
x
-
120
x
x
x
x
-
x
x
x
x
-
x
x
x
x
-
80
Inbeddings Project
15
15
40
Nieuw Project
40
20
20
Nieuw Project
40
60
60
Inbeddings Project
60
Inbeddings Project
10
20
x x
x
x
x
-
x
x
x
x
-
x
5
10.000
x
-
Regionale projecten
Regionale projecten 58
60
Duurzaam Inkopen
Duurzaam Inkopen
52
Nieuw Project
De Groene Kracht Het Groene Akkoord De Groene Hub Routekaart Duurzame Energie Regionaal Klimaatfonds Windvisie provincie Gelderland Verkenning Biomassa Uiterwaarden. Concessie voor oplaadpalen E-auto’s
Projectsoort Inbeddings Project Inbeddings Project Inbeddings Project Inbeddings Project Nieuw Project Inbeddings Project
Uren P.M.
P.L.
P.M.
Uitvoeringsperiode 13 14 15 16 17
40
€
Toelichting
x
x
x
-
x
x
x
x
x
-
240
x
x
x
x
x
-
60
x
x
x
35
x
x
x
40
x
x
60
Nieuw Project
40
Nieuw Project
25
40
x
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
x
x
-
x 15
x
-
39
66
TPN-West Energieneutraal (begeleiding vanuit Nijmegen West en Weurt)
Nieuw Project
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
-
Hiervoor worden geen uren gereserveerd aangezien de werkzaamheden uitgevoerd worden binnen de kaders van de Samenwerking Nijmegen West en Weurt.
40
8. UITVOERINGSCONDITIES De coördinatie van de uitvoering van het Duurzaamheidsprogramma ligt bij Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling, Team Beleid & Projecten. Maar alle afdelingen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het slagen van het Duurzaamheidsprogramma. 8.1
Stakeholders
Om onze ambities te kunnen verwezenlijken moeten we samenwerken met andere partijen in onze gemeente. Deze stakeholders hebben we nodig om onze duurzaamheidsagenda uit te kunnen voeren. Soms kunnen we binnen de samenwerking goed sturen op het resultaat, soms zijn we sterk afhankelijk van de inzet van onze partner. In de projecten die we komende jaren uitvoeren kan onze invloed groot of klein zijn. Samenwerking op het gebied van duurzaamheid is een kernwaarde; belangrijke partners van de gemeente Beuningen zijn: collega gemeenten, de MARN, de Stadsregio, de provincie, woningcorporaties, het Dijkmagazijn, en natuurlijk het lokale en regionale bedrijfsleven. 8.2
Instrumenten
Om het duurzaamheidsbeleid uit te kunnen voeren hebben we een aantal instrumenten tot onze beschikking. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 8.3
Wet en regelgeving Convenanten Gronduitgifte Investeren Subsidiëren Communicatie en voorlichting Uitvoering en monitoring
Het Duurzaamheidsprogramma beschrijft de inzet van de gemeente voor de komende 4 jaar. Elk jaar wordt gemonitord of de in deze agenda genoemde inzet gerealiseerd is. Dit leggen we vast in het Jaarverslag van het Team Beleid & Projecten. 8.4
Personele consequenties
In dit Duurzaamheidsprogramma wordt onderscheid gemaakt tussen ‘Nieuwe Projecten’ en ‘Inbeddingsprojecten’. De laatst genoemde zijn projecten waarbij reeds bestaande processen / werkzaamheden / projecten worden verduurzaamd. Gedacht kan worden aan het opnemen van duurzaamheidsaspecten bij meerjarenonderhoudsprogramma’s van bestaande gebouwen. Voor de Inbeddingsprojecten reserveren wij geen extra uren aangezien duurzaamheid wordt ‘ingebakken’ in reeds bestaande werkzaamheden. De uren, zoals die in dit hoofdstuk zijn aangeven zijn indicatief voor de werkzaamheden om bestaande processen te verduurzamen. Daarnaast is er sprake van ‘nieuwe projecten’. Dit zijn nieuwe werkzaamheden, taken en projecten. Afdelingen dienen in hun jaarplanning rekening te houden met de (extra) personele inzet voor deze projecten.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
41
In onderstaand overzicht wordt aangeven om hoeveel uren het gaat (voor zowel de inbeddings - en de nieuwe projecten).
Programmamanager Duurzaamheid
Afdeling Financiën
Afdeling Inwoners
Afdeling Openbare Ruimte
Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling
Afdeling Personeel & Organisatie
Subtotaal
2014
660
15
60
195
135
5
1070
2015
575
15
60
320
75
5
1050
2016
705
65
55
140
85
5
1055
2017
630
20
10
65
75
5
805
SubTotaal
2570
115
185
720
370
20
3.980
Totaal inzet gemeentelijke uren over de periode 2014 t/m 2017:
3.980 uur 5.545 uur
In de Uitvoeringsperiode 2009 – 2012 was de totale Projectbegroting:
8.5
Financiën
Voor de financiering van genoemde projecten is voor de periode 2013 -2017 jaarlijks budget benodigd. Onderstaande een overzicht van de verwachte kosten (= nieuw beleid). Projectkosten
2014 € 14.250
2015 € 44.250
Totale kosten periode 2014 - 2017 Jaarlijkse bijdrage in Voorziening Duurzaam Beuningen 2014 - 2017 In de Uitvoeringsperiode 2009 – 2012 was de totale Projectbegroting: De jaarlijkse gemeentelijke bijdrage (excl. de Rijks subsidie in het kader van de Slok-regeling) in de voorziening Duurzaam Beuningen 2009 – 2012 bedroeg:
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
2016 € 44.250
2017 € 23.750 € 126.500 € 31.625 € 256.500 € 43.922
42
Bijlage I
Projectevaluatie Uitvoeringsperiode 2009 - 2012
I.1
Klimaat- & Energieprojecten
I.1.1
Nieuwbouw gemeentelijke gebouwen
Doelstelling Uitvoering Realisatie / vervolg
I.1.2
Realiseren nieuwbouw gemeentelijke gebouwen met een met 50% verscherpte EPC. In het beoogde projectplan is uitgegaan van EPC van 0,55, conform doelstelling. Realisatie door energiezuinige kantoorverlichting, zonnepanelen, warmte koude opslag en een efficiëntie kantoor-klimaatsysteem. Gemeenteraad heeft besloten de nieuwbouwplannen niet uit te voeren.
Energiezuinige gemeentelijke gebouwen
Doelstelling Uitvoering
3% energiebesparing per jaar bij gemeentelijke gebouwen vanaf 2010 100% inkoop groene stroom vanaf 2010 50% inkoop groen gas vanaf 2011 Voor acht gemeentegebouwen zijn Energie Prestatie Adviezen (EPA) uitgevoerd. Per gebouw is bekend welke energiebesparende maatregelen effectief en efficiënt zijn. Alle gemeentelijke gebouwen zijn voorzien een energielabel. De gemeente koopt voor 100 % groen gas en groene elektra in. Met vijf collega gemeenten zijn de mogelijkheden verkend voor de invoering van meetdiensten t.b.v. de monitoring van het eigen energieverbruik. Door een wijzing in de landelijke energiewetgeving (netbeheerder verantwoordelijk voor meetdiensten) is de projectverkenning gestopt.
Realisatie / vervolg
Er is in regionaal verband een factuurcontrole uitgevoerd met een positief financieel resultaat. Op basis van het Vastgoedbeleid (gereed eind 2013) wordt inzichtelijk wat de toekomstplannen zijn voor al het gemeentelijk vastgoed. Voor de gebouwen die in wij in beheer houden maken wij op basis van de eerder uitgevoerde EPA-onderzoeken Meerjaren Duurzame Onderhoudsprogramma’s. Zo kunnen duurzaamheidsmaatregelen geborgd worden in de onderhoudsplanning en op ‘natuurlijke momenten’ worden gerealiseerd. De gemeente continueert de inkoop van groen gas en groene elektra. Voorgesteld wordt om één maal in de vier jaar een energiefactuurcontrole uit te voeren. Er zijn (externe) initiatieven om Zwembad de plons te verduurzamen. Het initiatief is nog niet concreet, en de rol van de gemeente is hierin nog niet uitgekristaliseerd. De nieuwe Multifunctionele Accommodatie De Kloosterhof in Weurt moet een duurzaam gebouw worden. Hiervoor wordt het GPR-systeem gehanteerd, wat ook als grondslag dient voor het nieuwe Stadsregionale convenant Duurzaam Bouwen (mede ondertekening door gemeente Beuningen 06-04-2013).
I.1.3
Energiezuinige openbare verlichting
Doelstelling Uitvoering
Realisatie / vervolg
Energiebesparing 3% per jaar 70% opwekking en/of inkoop duurzame energie Onderzoek naar besparing op energiegebruik door de openbare verlichting heeft geleid tot 2 lopende pilots. Een pilot met led-verlichting en een pilot met dimbare verlichting. In de wijk Olden Tempel worden lantaarnpalen geplaatst die volledig op zonne-energie werken. Ook bij het gemeentehuis zijn lantaarnpalen op zonnepanelen geplaatst. Alle openbare verlichting ‘brandt’ op groene elektriciteit. Het verdient de aanbeveling om een Masterplan Energiezuinige Openbare Verlichting op te stellen. Met een masterplan kan meerjarig vervanging van ‘oude verlichting’ voor energiezuinige verlichting geprogrammeerd worden.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
43
I.1.4
Energiezuinig gemeentelijk wagenpark
Doelstelling Uitvoering
Realisatie / vervolg
I.1.5
Haalbaarheidsonderzoek extra energie-eisen nieuwbouwprojecten
Doelstelling Uitvoering
Realisatie / vervolg
I.1.6
20% besparing op fossiele brandstoffen en/of inkoop duurzame brandstoffen. Waar mogelijk zijn benzineauto’s vervangen door aardgasauto’s Alle bedrijfsauto’s hebben een ‘groene beurt’ gehad. Voor het personeel is het project Band op Spanning uitgevoerd, om het brandstofverbruik en daarmee de uitstoot van CO2 te verlagen. Het project 2op5 (E-bikes) heeft veel enthousiasme gekweekt bij medewerkers om tijdens dienstreizen een elektrische fiets te gebruiken. Bij de vervanging of aanschaf van nieuwe bedrijfswagen hanteren wij nadrukkelijk de duurzaam inkoop criteria van Pianoo. Een training ‘Het Nieuwe Rijden’ wordt aanbevolen.
Verkennen hoge energie-ambities bij nieuwbouw (EPL 10, klimaatneutraliteit). Met betrekking tot de (voorheen geprogrammeerde) grootschalige woningbouwontwikkelingen in Ewijk zijn een drietal haalbaarheidsstudies uitgevoerd om energiezuinigheid te implementeren. Er is onderzoek gedaan naar het ‘verwarmen van de nieuwbouw door een lokale biomassacentrale’. Dit bleek echter voor de schaal van Ewijk, en de tijdspanne waarin de woningen gerealiseerd zouden worden, technisch niet haalbaar. Vervolgens is een dubbelonderzoek uitgevoerd naar de technische en financiële haalbaarheid van energiezuinige (-50% EPC) woningen in Ewijk. Toen de woningbouwmarkt instortte (2010/2011) werden de bouwplannen voor Ewijk gewijzigd. De schaalverkleining in woningbouwprogrammering maakte de realisatie van de energiezuinige (-50% EPC) niet haalbaar. Zie I.1.6
Nieuwbouw woningen energie-efficiënt
Project : Doelstelling Uitvoering
Realiseren van woningen met een 10 % verscherpte EPC. Realiseren van een EPL van 7,0 tot 8,0 bij woningbouwprojecten met meer dan 200 woningen. Voorsorterend op de onderzoeken genoemd in paragraaf 2.3.5 is samen met de Woningbouwcorporatie Standvast bekeken of het mogelijk is om in de wijk Olden Tempel energieneutrale woningen te realiseren. Medio 2012 is de intentieovereenkomst tussen de Corporatie en de gemeente getekend; het gezamenlijk streven is de realisatie van 6 energieneutrale (EPC=0) woningen in de huursector. In kleinschalige woningbouwprojecten is succesvol geadviseerd over energiezuinig bouwen. De nieuwbouwwoningen in Keizershoeve II zijn energie efficiënter (EPC –10%) dan het Bouwbesluit voorschrijft.
Realisatie / vervolg
De gemeente Beuningen is ondertekenaar van het Stadsregionale convenant – Het Groene Akkoord – De uitdaging voor Duurzaam Bouwen. In 2012 zijn de interne implementatie, trainingen en pilottrajecten uitgevoerd. Het convenant is gebaseerd op de systematiek van GPR Gebouw, een instrument dat inzicht geeft in de milieu- en duurzaamheid score van een gebouw. De gemeente hanteert bij nieuwbouwontwikkelingen, daar waar mogelijk, het beleid dat de EPC 10% lager dient te zijn dan in het Bouwbesluit is voorgeschreven. Mede door grondclaims van bouwbedrijven, contractuele afspraken en particulier opdrachtgeverschap kan het lokale beleid niet altijd geëffectueerd worden. In die situaties worden de energieprestatie van de nieuwbouwlocaties gerealiseerd volgens de richtlijnen uit het Bouwbesluit. In 2014 en 2015 vind de verdere projectimplementatie van GPR plaats. Na deze implementatieperiode wordt in regionaal verband een tussentijdse evaluatie Duurzaam Bouwen uitgevoerd.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
44
I.1.7
Duurzame prestatieafspraken
Doelstelling Uitvoering Realisatie / vervolg
I.1.8
Voorlichting en vergroten bewustzijn
Doelstelling Uitvoering
Realisatie / vervolg
I.1.9
Verbeteren van de energetische kwaliteit van de woningvoorraad uitgedrukt in het Energielabel, met gemiddeld 1% per jaar. Onder de lopende prestatieafspraken is het project energierenovatie 52 huurwoningen Beuningen uitgevoerd. In dit project stonden o.a. energiebesparing en zuinig gedrag ‘in the picture’. Bij oplevering is een feest gegeven voor de hele buurt. In 2013 / 2014 worden de nieuwe prestatieafspraken met Woningcorporatie vastgelegd. Hierin worden duurzaamheidsdoelstellingen integraal in verankerd.
Stimuleren van energiebesparing door particuliere huiseigenaren en huurders, zodanig dat 5% van de Beuningse huishoudens aantoonbaar energiezuinig(er) gedrag vertoont. Tevens op het moment van mutatie in woongedrag (verhuizing of verbouwing). Op de MFA Ewijk zijn 14 zonnepanelen geplaatst. Dit project is in Communicatie en voorlichting gebruikt om andere initiatiefnemers te interesseren voor zonnepanelen. Ook heb de basisscholieren op het MFA, in samenwerking met het Dijkmagazijn Klimaatlessen gehad. Met alle gemeenten in de MARN-Regio is een subsidieregeling voor woningisolatie gestart. Ter stimulering van deze subsidieregeling zijn een elektrische scooter en diverse LEDpakketten verloot. Ruim 160 woningen zijn geïsoleerd. Via zonnepaneelvoordeel.nl en de Zonatlas is de aanschaf van zonnepanelen gestimuleerd. De gemeente heeft in samenwerking met de regio en externe partners (o.a. de Gelderlander, de ARN en Haskoning) de Klimaatkrant uitgebracht. Communicatieactiviteiten worden gecontinueerd. In Stadsregionaal verband wordt in 2014 uitvoering gegeven aan het project Meters Maken in de Bestaande Bouw. Subsidieregelingen worden breed kenbaar gemaakt. Zonatlas wordt blijvend onder de aandacht gebracht.
Energiebesparing bij kantoren, scholen en zorginstellingen
Doelstelling Uitvoering
Het aardgas- en elektriciteitsgebruik is bij alle kantoren, scholen en zorginstellingen in Beuningen na 4 jaar met gemiddeld 4% afgenomen. Er zijn 5 voorbeelden van veel verdergaande energiebesparing of duurzame energie. De gemeente heeft samen met de MARN en scholen een uitgebreid project opgezet, waaraan de helft van alle Beuningse scholen heeft meegedaan. Het project bestond uit het plaatsen van zonnepanelen, installeren van een monitoringssysteem, samenstellen van en werken met lespakketten, uitvoeren van energiescans en een huis-aan-huis bezorgde klimaatkrant. Het project is afgesloten met een evenement in het Goffert stadion (1.500 aanwezigen). Vijf bedrijven hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid van een Energie Prestatie Advies (EPA). Uit het advies blijkt dat ze gezamenlijk voor bijna € 100.000, - per jaar aan energiekosten kunnen besparen. De bedrijven fungeren nu als enthousiaste ambassadeurs richting andere bedrijven. Het project is afgesloten tijdens de ‘Verkiezing van de ondernemer van jaar’ bij Slot Doddendael. Voor ondernemers zijn een tweetal Ondernemersavonden georganiseerd. De eerste was gericht op energiebesparing in bedrijfsprocessen, de tweede bijeenkomst richtte zich op duurzame mobiliteit.
Realisatie / vervolg
Energiebesparing bij zorginstellingen is gerealiseerd door het Wm-2.15-Project. Volgens art 2.15, lid 1 van het Activiteitenbesluit moeten alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder of alle energiebesparende maatregelen die een positieve netto contante waarde hebben bij een interne rentevoet van 15% worden getroffen. In dit regionale project zijn alle zorginstelling door Milieutoezichtshouders bezocht. De zorginstellingen hebben energiebesparende moeten opnemen in uitvoeringsplannen, de realisatie wordt gecontroleerd. Gelet op de te beperkte gegevens in de Klimaatmonitor is nog niet meetbaar of het energieverbruik van de doelgroepen is gereduceerd. Stimulering van energiebesparing bij de doelgroep blijft een speerpunt in de komende uitvoeringsperiode. In samenwerking met de ODRN worden jaarlijks branches aangewezen waarvoor Wm-2.15-Projecten worden opgestart.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
45
I.1.10 Adequate milieuvergunningverlening en handhaving Doelstelling Uitvoering
Realisatie / vervolg
Het aardgas- en elektriciteitsgebruik is bij alle kantoren, scholen en zorginstellingen in Beuningen na 4 jaar met gemiddeld 4% afgenomen. Er zijn 5 voorbeelden van veel verdergaande energiebesparing of duurzame energie. Energiebesparingstrajecten met zorginstellingen en supermarkten waren onderdeel van een regionaal handhavingsproject rond energiebesparing vanuit de MARN. De handhaving was gericht op het naleven van artikel 2.15 van de Wet milieubeheer- Activiteitenbesluit (het implementeren van energiebesparende maatregelen die zich binnen 5 jaar terugverdienen). Geadviseerd wordt in het Handhavingsjaarprogramma ‘ruimte’ te reserveren voor Art.2.15 projecten (jaarlijks gericht op een andere branche – In samenwerking met de Omgevingsdienst Regio Nijmegen).
I.1.11 Duurzame Mobiliteit Doelstelling Uitvoering
Vervoersbewegingen in Beuningen worden op een zo duurzaam mogelijke manier gerealiseerd Het project voor duurzame logistiek in het centrum van Beuningen, de Binnenstadservice, is zijn derde fase ingegaan. De twee voorgaande promotiecampagnes hebben te weinig resultaten opgeleverd; slechts 1 detaillist is overgestapt op de Binnenstadservice. De laatste fase loopt door tot eind 2013 (onder begeleiding van een nieuwe franchisenemer). Autodelen is gestimuleerd, maar er zijn geen nieuwe aanvragen voor deelauto’s op deelparkeerplaatsen bij de gemeente ingediend. Het is een landelijke trend dat in kleinere gemeenten minder belangstelling bestaat voor autodelen. De realisatie van het E-netwerk is voorspoedig verlopen. Er is gekozen voor een pragmatische benadering: er zijn oplaadpalen geplaatst voor elektrische auto’s en fietsen verspreid over de gemeente. Oplaadpunten zijn te vinden bij het gemeentehuis, MFA ’t Hart in Ewijk en het Julianaplein. Twee oplaadpalen voor e-auto’s zijn in woonwijken op openbare locaties geplaatst. Elk jaar is uitvoering gegeven aan de Europese Mobiliteitsweek: er zijn campagnedagen georganiseerd voor elektrische voertuigen bij het gemeentehuis, op het Julianaplein en op het Asdonckterrein. Beuningen had de primeur met de eerste Electric Mobil Roadshow in Nederland. Ondernemers en particulieren konden op deze dag terecht voor informatie, advies en beleving op het gebied van elektrisch Vervoer. Er zijn twee ondernemerscafés georganiseerd gericht op duurzame logistiek en ‘Band op Spanning’.
Realisatie / vervolg
Vanuit de gemeente is de aanleg van fietsenstallingen bij de bushaltes aan de Van Heemstraweg gesubsidieerd. Met de realisatie van de fietsenstallingen is de verwachting dat meer mensen van de bus gebruik gaan maken. Het E-netwerk kan nader uitgebreid worden met oplaadpunten voor fietsen. De gemeente faciliteert daar waar mogelijk (i.r.t. de openbare ruimte) oplaadpalen voor E-auto’s. Stimuleringscampagne Binnenstadservice wordt mogelijk gecontinueerd (mede afhankelijk van resultaten huidige activiteiten).
I.1.12 Enthousiasmeren over biomassaopties Doelstelling
Kwantitatief: Vergisting van al het groente- fruit en tuinafval in plaats van compostering vanaf 2011. Tenminste 50% van de agrarische bedrijven die hiervoor in aanmerking komen, wekken duurzame energie op uit mest en/of verbranding van biomassa, waarbij de nieuwste technieken worden gebruikt die zo weinig mogelijk overlast geven. Deze installaties worden in de periode 2009-2012 opgesteld of zijn in uitvoering. Kwalitatief: Door huishoudelijk groente- fruit en tuinafval te vergisten, wordt vanaf 2012 duurzame energie (methaan) opgewekt; ‘groen’ gas. Door de voordelen van biomassa (financieel, milieukundig) en andere vormen van duurzame energie zoals wind en zonne-energie helder en continue te communiceren agrarische partijen
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
46
Uitvoering
enthousiasmeren. Door middel van een visie op de energievoorziening de haalbaarheid laten onderzoeken. Bij de ARN is een biogas-installatie gebouwd. Hier wordt het regionaal ingezamelde GFT verwerkt tot transportgas. De stads- en regiobussen rijden, via de aankoop van certificaten voor groen gas, duurzaam. De inzameling van het gemeentelijk groenafval is regionaal aanbesteed. Regionale bundeling van gemeentelijke groenafvalstromen maakt duurzamere verwerking van het gemeentelijk groenafval mogelijk. Jaarlijks wordt de Landelijke Compostdag georganiseerd.
Realisatie / vervolg
De gemeente heeft geparticipeerd in het Stadsregionale project om de verwerking van gemeentelijk groen regionaal aan te besteden, met in de aanbestedingscriteria duurzame eisen aan de verwerking (energieopwekking en Composteren). Vanaf april 2013 is het nieuwe Contract voor Beuningen ingegaan. Implementatie nieuwe regionale groen-inzamelstructuur staat gepland voor 2013 en 2014.
I.1.13 Enthousiasmeren over Warmte Koude Opslag Doelstelling
Uitvoering
Kwantitatief: In de periode 2009-2012 worden tenminste 5 grote en kleine WKO-installaties in gebruik genomen in nieuwbouwprojecten zoals Ewijk, glastuinbouwbedrijven en nieuwe bedrijven/kantoren. Kwalitatief: Door de voordelen van WKO helder en continue te communiceren bouwinitiatiefnemers enthousiasmeren om deze vorm van duurzame energie/energie-efficiëntie serieus in overweging te nemen en de haalbaarheid te laten onderzoeken. De mogelijkheden voor het toepassen van warmte en koude en bodem en de ondergrond zijn onderzocht. Dit heeft geresulteerd in een Kansenkaart voor toepassing van warmte en koude als energiebron. Er zijn 2 waterwetvergunningen verleend voor een open WKO systeem (Alde Steeg en MFA Ewijk). Gesloten systemen waren tot 1-7-13 vergunnings- en meldingsvrij. Met de inwerkingtreding van het wijzigingsbesluit bodemenergiesystemen op 1-7 zijn gesloten systemen tenminste meldingsplichtig.
Realisatie / vervolg
De nieuwe wetgeving omtrent bodemenergie wordt geïmplementeerd (in samenwerking met regio gemeenten).
I.1.14 Duurzame energie Doelstelling
Uitvoering
Kwantitatief: Extra duurzame energieproductie in Beuningen door bijvoorbeeld: grootschalige windturbines, urban windmills, warmte/koude-opslag, geothemie, vergroening warmtelevering, biomassa + verbranding/vergisting groente- fruit- en tuinafval Kwalitatief: Duurzame Energiescan De gemeenteraad heeft zich voor inwerkingtreding van de Kadernota Duurzaam Beuningen al uit gesproken tegen een particulier Windenergie-initiatief. Vanwege het gebrek aan maatschappelijk draagvlak heeft windenergie geen plek gekregen in de nieuwe structuurvisie gekregen. Voor het opwekken van zonne-energie is onderzocht of er panelen konden worden geplaatst op een kassenwand bij de A73. Dit bleek geen kansrijke business case. Het haalbaarheidsonderzoek naar de opwekking van zonne-energie op braakliggende gronden loopt nog.
Realisatie / vervolg
Onderzocht is of de kassenwand aan de a73 voorzien kon worden met zonnepanelen. Financieel bleek dit niet rendabel. In 2013 wordt de verkenning zonnevelden afgerond. Wanneer dit onderzoek een haalbare businesscase oplevert worden vervolgstappen richting realisatie gezet.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
47
I.2
Evaluatie Duurzaam Inkopen
I.2.1
Professionalisering inkoopproces
Doelstelling Uitvoering Realisatie / vervolg
I.2.2
Organisatorische verankering
Doelstelling Uitvoering Realisatie / vervolg
I.2.3
Inkopers van de gemeente weten wat duurzaam inkopen is en passen het toe. Alle inkopers hebben training Duurzaam Inkopen gehad. Inkopers worden begeleidt en geadviseerd bij inkooptrajecten. Trainingen, inhoudelijke advisering en presentaties worden ook in de komende jaren uitgevoerd.
Training en communicatie
Doelstelling Uitvoering Realisatie / vervolg
I.2.4
Duurzaamheid vormt een vaste waarde binnen het inkoopproces (aansluiten op landelijk project PIA). De gemeente Beuningen heeft in 2012 een Duurzaam Inkoopscan uitgevoerd. De Score was 84,2 %. In 2008 was de score van de Duurzaam Inkoopscan 32%. Hiermee lijken we goed op weg de doelstelling van 100% in 2015 te behalen. Structureel duurzaam inkopen onder de aandacht brengen bij inkopers. In 2016 Duurzaam Inkoopscan uitvoeren.
Interne communicatie is gericht op bekendheid met en waardering voor duurzaamheid als factor in inkopen. Via externe communicatie wordt aan de voorbeeldfunctie van de organisatie ten aanzien van duurzaam inkopen aandacht gegeven. Inkopers van alle afdelingen hebben in company trainingen Duurzaam Inkoop gevolgd. Interne communicatie vindt plaats door inkopers en duurzaamheidscoördinator. Communicatie naar externen vindt plaats door inkopers. Via afdelingsoverleggen structureel de ontwikkelingen met betrekking Duurzaam Inkopen agenderen. Stimuleren dat inkopers periodiek marktconsultaties uitvoeren.
controle, evaluatie en monitoring
Doelstelling Uitvoering Realisatie / vervolg
De voortgang van het inkoopproces is helder In 2012 is de tweede Duurzaam Inkoopscan uitgevoerd. In 2016 wordt de derde Duurzaam Inkoopscan uitgevoerd.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
48
I.3
Evaluatie Millenniumprojecten
I.3.1
Project Logo South Mwanga – Beuningen
Doelstelling Uitvoering Realisatie / vervolg
I.3.2
Verbeteren van de financiële administratie van het District Mwanga, waardoor enerzijds een beter zicht wordt verkregen op de bestedingen (transparency) van en anderzijds de inkomsten voor het district kunnen worden vergroot. In Mwanga (Tanzania) heeft de gemeente Beuningen geholpen bij het professionaliseren en automatiseren van de financiële organisatie (project Logo South). De gemeente heeft hierin samengewerkt met de Vereniging van Nederlandsche Gemeenten. Project gerealiseerd. Geen vervolg geprogrammeerd.
Millenniumproject
Doelstelling Uitvoering
Doel is om aan de hand van een scenario (waarin richting wordt gegeven en prioriteiten worden gesteld) een actieplan op te stellen met daarin opgenomen concrete actiepunten. De Beuningse kindergemeenteraad is zeer actief geweest met uiteenlopende activiteiten rond duurzaamheid. Met de kindergemeenteraad is een Beuningse Bomenrap gemaakt, er zijn klimaatlessen gegeven op scholen door de gemeente, er is een duurzame fotowedstrijd gehouden voor de gemeentegids en in 2013 wordt er een nieuw bos aangelegd.
Realisatie / vervolg
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
49
I.4
Evaluatie regionale projecten
I.4.1
Energie/milieuscan voor bedrijven
Doelstelling Uitvoering Realisatie / vervolg
I.4.2
Collectieve Inkoop Duurzame Energie
Doelstelling Uitvoering Realisatie / vervolg
I.4.3
Bedrijven in Beuningen faciliteren bij duurzaam ondernemen en energiebesparing Via het kantorenproject zijn vijf grote bedrijven begeleidt bij energiebesparing. Toezichthouders zijn getraind in Energieadvisering en E-Toezicht. Branchegerichte E-controles worden gecontinueerd. Aanbevolen wordt een Beunings Energie Convenant op te stellen, met 10 bedrijven te ondertekenen en gezamenlijk energiebesparingsdoelen te realiseren.
Korting op inkoop duurzame energie door gezamenlijke inkoop De inkoop van gas en elektriciteit is verduurzaamd door de aanschaf van certificaten voor groene stroom en gas. Project is in 2012 verlengd.
Monitoringproject op outputniveau
Doelstelling Uitvoering
Op projectniveau monitoren of de gestelde doelen per jaar worden gehaald. Waar dit eenvoudig/gratis kan ook CO2-emissies van bewoners jaarlijks monitoren. Softwarepakket ‘Energie in Beeld’ is aangeschaft. Hiermee is tot op 6-cijferig postcode niveau de ontwikkeling in energiegebruik in de gemeente te volgen. Wegens technische problemen is het programma nog niet grootschalig uitgerold. De lokale Zonatlas is gelanceerd. Een webtool waarop iedereen kan zien hoeveel zonnepanelen men op het eigen dak kwijt kunnen en wat het financiële rendement van het systeem is.
Realisatie / vervolg
Met medewerkers en bestuursleden is de Energy-Battle uitgevoerd. Een landelijke energiebesparingswedstrijd voor gemeenten, met de nadruk op monitoring en besparing bij medewerkers thuis. Geadviseerd de technische problemen met Energie in Beeld op te lossen en periodiek aandacht te vragen voor het Energie in Beeld en de Zonatlas.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
50
Bijlage II
Vragenlijsten Lokale Duurzaamheidsmeter 2009 en 2013
Planet > vragenlijst
Punten
Score 2009
Score 2013
1.
Uw gemeente heeft een actueel klimaatbeleidsplan en geeft hieraan een hoge prioriteit. Eind 2007 tekenden diverse ministeries en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een nieuw klimaatconvenant: het klimaatakkooord Gemeente en Rijk 2007-2011. In navolging hierop stimuleert de VNG gemeenten om een lokaal klimaatbeleid te realiseren. Actueel betekent hier aangepast aan het klimaatakkoord, dus van na 2007.
2
2
2
2.
Uw gemeente heeft de ambitie om binnen een bepaalde termijn een klimaatneutrale gemeente te worden. In een klimaatneutrale gemeente, beter aangeduid met CO2-neutrale gemeente, is de netto CO2-uitstoot gelijk aan 0. Energiebesparing, duurzame energie en compensatie zijn middelen om dit doel te bereiken. Koplopers op dit gebied zijn Apeldoorn, Heerhugowaard, Tilburg, Groningen en Den Haag.(Bron: SenterNovem)
3
0
0
3.
CO2-monitoring: uw gemeente berekent jaarlijks de CO2 productie door burgers, bedrijven en de eigen (gemeentelijke) organisaties. Hierbij gaat het erom dat de gemeente dit minimaal, op basis van globale modellen, doet.
1
0
1
4.
Er is structureel budget gereserveerd op de begroting voor het klimaatbeleid. Bij een structureel budget wordt er niet jaarlijks een afweging gemaakt maar is het een vast onderdeel van het budget voor minimaal een periode van 4 jaar.
2
2
2
5.
Uw gemeente maakt gebruik van de SLOK regeling. (Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven) Medio juli 2008 is de nieuwe uitkering SLOK geopend: Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven. Aanvragen voor een SLOK-uitkering kunnen bij SenterNovem worden ingediend. Voorheen was dit de BANS regeling. www.senternovem.nl
2
2
2
6.
Uw gemeente heeft een ambtenaar in dienst die specifiek aanstuurt op energiebesparing/duurzame energie. Meestal is deze persoon de energiecoordinator of klimaatcoördinator. Dit kan ook in samenwerking met buurtgemeenten zijn.
2
2
2
7.
Uw gemeente communiceert klimaatproblematiek breed naar de bevolking, daarbij steun en verbreding zoekend voor haar klimaatbeleid. Dit uit zich in jaarlijks minimaal een voorlichtingsactiviteit gericht op het brede publiek. Klimaatvoorlichting kan worden vormgegeven door bijvoorbeeld een pagina/artikel in de lokale krant, publieke deelname aan acties als bijvoorbeeld warme truiendag, klimaatstraatfeest etcetera. Ter inspiratie zie: www.hier.nu
2
2
2
8.
In uw gemeente loopt een programma op scholen/onderwijsinstellingen gericht op klimaat en energie. Scholen kunnen deelnemen aan een diversiteit aan projecten om leerlingen actief bezig te laten gaan met klimaatproblematiek en mogelijkheden voor energiebesparing. Zie bijvoorbeeld: www.cio-scholen.nl
2
2
2
9.
Uw gemeente stimuleert actief energiebesparende maatregelen bij haar inwoners (en huiseigenaren). Gemeenten spelen een belangrijke rol bij de communicatie over energie en milieu in het dagelijks leven. Er is een groeiende markt van producten en diensten om gemeenten hierin te ondersteunen. www.milieucentraal.nl www.bespaardaar.nl
1
1
1
Uw gemeente heeft meetbare doelen gesteld voor het aandeel van het lokale energiegebruik dat afkomstig moet zijn uit hernieuwbare energiebronnen (zon, wind, biomassa, waterkracht, 10. aardwarmte). De huidige regering ambieert een aandeel van hernieuwbare energiebronnen van 20% in 2020. Gemeenten kunnen het eigen potentieel in kaart brengen en daarop ontwikkelingsambities vaststellen.
3
3
3
In uw gemeente is sprake van een actieve en gestructureerde samenwerking op het gebied van klimaat/energiebeleid. Overleg met maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven, 11. woningcorperaties en andere stakeholders is van wezenlijk belang om het klimaatbeleid vorm te geven. Dit kan in de vorm van een lokaal of regionaal platform. Gestructureerd doelt op een formeel terugkerend overleg met agenda en notulering.
2
2
2
Uw gemeente is lid van het Klimaatverbond. De Vereniging Klimaatverbond Nederland) is 12. een organisatie van gemeenten die ondersteuning biedt en samenwerking bevordert rond lokaal klimaatbeleid. (www.klimaatverbond.nl)
1
1
1
De gemeente geeft binnen haar beleid met betrekking tot groenbeheer expliciet ruimte aan ecologisch beheer. Bekende voorbeelden zijn ecologisch berm- en oeverbeheer waar ruimte 13. wordt gegeven aan natuurlijke ontwikkeling en gestreefd wordt naar een vergroting van de biodiversiteit.
2
0
2
In uw gemeente is een bomenbeleid vastgesteld. Het gaat om de combinatie van 14. beleidsuitgangspunten wat betreft bescherming- en voorwaarden voor kappen van bomen en hoe deze worden uitgevoerd en toegepast in de praktijk.
2
2
2
nr. Vraag
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
51
In uw gemeente is een beleidsambtenaar die natuur- en biodiversiteitbehoud in zijn of haar takenpakket heeft. Sommige grotere gemeenten hebben een 'eigen' bioloog/ecoloog. In 15. kleinere gemeenten is het ook mogelijk om, bijvoorbeeld in gewestelijk verband, te werken met een ambtenaar die specifiek natuur en biodiversiteit in de gaten houdt.
2
0
2
Uw gemeente heeft beschikking over een actueel overzicht van plant- (flora) en diersoorten binnen haar grenzen. De gemeente dient hiertoe een inventarisatie van de voorkomende plant- en diersoorten binnen de gemeentegrenzen in bezit te hebben. Die inventarisatie kan heel goed samen met (lokale) natuurgroepen gedaan zijn.
1
0
0
De gemeente houdt de 'rode lijstsoorten' bij die binnen de gemeentegrenzen voorkomen. Rode lijsten zijn in de natuurbescherming lijsten van planten en dieren die bedreigd worden met 17. uitsterven en daarom wettelijk een beschermde status hebben gekregen. Voor de gemeente is het van belang om te weten waar mogelijk 'rode lijstsoorten' zich bevinden, bijvoorbeeld in verband met bouwplannen of infrastructurele werken.
1
0
0
De gemeente voert gerichte actie om de leefomgeving van beschermde dieren en planten 18. veilig te stellen en/of te verbeteren. Inspanningen voor behoud van de lokale biodiversiteit zijn bijvoorbeeld het graven van poelen voor amfibieen of het aanleggen van ecoducten.
1
0
1
Uw gemeente compenseert bij het uitvoeren van bouwplannen verloren gegaan groen door elders natuurfuncties te versterken. Er bestaan voorbeelden van geïntegreerde gebiedsontwikkelingen waarbij de bouw als financiële drager dienstbaar is aan het versterken van natuurfuncties (groen en blauw).
1
1
1
Uw gemeente gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen bij groenbeheer en onderhoud van de bestrating. Een belangrijk argument tegen het gebruik van bestrijdingsmiddelen is dat 20. resten ervan steeds vaker in het oppervlakte -en grondwater worden aangetroffen. Het mag dan wel in het groenbeheer zelf relatief goedkoop zijn, maar de rekening wordt elders betaald, bijvoorbeeld in het verwijderen van giftige bagger.
1
1
1
Uw gemeente heeft een structureel budget voor 'Leren voor Duurzame Ontwikkeling/Natuur en Milieu Educatie' NME-diensten zijn een belangrijke verbindende schakel tussen mondiale, 21. nationale en lokale doelstellingen en de burger op het gebied van duurzame ontwikkeling Ref: www.lokale-nmc.nl
2
2
2
De zeespiegel stijgt, de bodem daalt en het klimaat verandert. Uw gemeente heeft inzicht in, of is bezig met het in kaart brengen van de mogelijke gevolgen van dergelijke veranderingen 22. en de benodigde maatregelen voor adaptatie. Klimaatverandering zal invloed hebben op ruimtelijke en stedenbouwkundige plannen, waterbeheer en gezondheidszorg. Gemeenten en Rijk zijn bezig de verschillende opties voor adaptatie te inventariseren.
2
0
2
Uw gemeente beschikt zelf of in regionaal verband over een integraal waterplan dat is samengesteld met grote betrokkenheid van maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en andere instellingen. Duurzaam waterbeheer brengt alle aspecten van het watergebruik en 23. beheer samen in een integraal waterplan. Daarmee geeft uw gemeente aan hoe 'water' een rol speelt in alle beleidsvelden, wat haar ambities zijn en hoe het samenspel is met de burgers, bedrijven, waterschappen, zuiveringsschap en andere betrokkenen.
2
2
2
In uw gemeentelijk rioleringsplan wordt uitgegaan van de trits 'preventie, scheiden, zuiveren'. 24. Voor een positief antwoord zal de trits 'preventie, scheiden en zuiveren' heel duidelijk aangegeven worden in beleid en uitvoering rond rioleringsplannen.
2
2
2
De gemeente voert een actief voorlichtingsbeleid naar de bevolking op het gebied van waterbesparing. Besparing van het watergebruik (zo'n slordige 120 liter per dag per persoon) 25. is heel goed mogelijk. Een waterbesparende douchekop, een zuinig toilet, de aanschaf van een regenton zijn slechts een paar ideeën die zonder hoge kosten tot grote besparingen kunnen leiden. Een duidelijke invulling van het aspect 'preventie'.
2
0
0
Uw gemeente adviseert bedrijven op het gebied van waterbesparing. Veel bedrijven hebben een groot watergebruik. De horeca, metaalbedrijven, landbouw- en veeteeltbedrijven zijn daar 26. goede voorbeelden van. De Milieudienst Amsterdam wijst bedrijven door met behulp van een kleine checklist. De waterleidingbedrijven kunnen voor een gratis 'scan' zorgen bij een bedrijf dat veel water gebruikt. Een duidelijke invulling van het aspect 'preventie'.
1
0
0
Uw gemeente gaat in het waterbeheer uit van de trits 'vasthouden, bergen, afvoeren'. Het waterbeheer, volgend op de adviezen van de Commissie Waterbeheer 21ste eeuw, gaat uit van deze trits. Water vasthouden doe je bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat afstromend 27. regenwater eerst in een plantsoen of open grond terechtkomt. 'Bergen' betekent dat de gemeente zorgt voor voldoende ruimte om (pieken) afstromend water op te vangen, bijvoorbeeld in ruime sloten met een langzaam oplopend talud. Afvoeren naar elders
2
2
2
Uw gemeente heeft, bij de aanleg van stoepen, wegen en parkeerplaatsen, een beleid gericht op het zoveel mogelijk 'open' houden van de bodem zodat regenwater kan infiltreren. 28. Sommige wijken lijken wel totaal verhard te zijn. Het regenwater kan maar 1 kant op en dat is het riool in. Dat kan anders. Bijvoorbeeld door stoepen wat minder breed te maken, door openbaar groen te stimuleren waar afstromend water ook in kan lopen, door op
1
0
1
16.
19.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
52
parkeerplaatsen materiaal te gebruiken dat ruimte open laat voor vegetatie. Verharde oppervlakten in uw gemeente worden gecompenseerd met mogelijkheden voor extra wateropvang. Een uitwerking van 'ruimte voor water' is dat bij de aanleg van een verhard oppervlak (een wijk, weg, kassencomplex of iets anders), compensatie plaatsvindt in de vorm van wateropslag. Het verharde oppervlak zal namelijk zorgen voor een versnelde afvoer van 29. water bij hevige buien. De gemeente kan berekenen om hoeveel water het gaat en ervoor zorgen dat dit water binnen het gebied wordt opgevangen. Deze compensatie wordt primair binnen het plangebied gezocht en pas secundair buiten dat gebied. Ook hier is sprake van een uitwerking van het concept 'vasthouden en bergen'.
1
1
1
Uw gemeente reserveert gebieden voor regionale seizoensberging van water. De zomers kunnen extreem droog worden door klimaatverandering. Hoogheemraadschappen en waterschappen hebben dan de grootste moeite om de 'boezem' op peil te houden . Maar ook 30. voor de landbouw, natuur en voor de bewoonde omgeving (zeker als het om fundamenten van hout gaat), is het belangrijk om het grondwaterpeil zo hoog mogelijk te houden. Daarvoor is 'opslag' in het natte seizoen belangrijk.
1
0
1
32
42
Score (max 50 punten)
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
53
Profit > vragenlijst
Punten
Score 2009
Score 2013
1.
Uw gemeente heeft meetbare doelen gesteld voor energiebesparing bij de gebouwen in gemeentelijk eigendom en/of beheer. Deze vraag doelt op al het energiegebruik waar de gemeente direct of indirect de financiële lasten voor draagt. Dus behalve het gemeentehuis en gemeentelijke diensten vallen hieronder eveneens scholen, welzijnscentra, gymzalen e.d. waarvan de energierekening via het gemeentefonds wordt betaald.
2
2
2
2.
Uw gemeente heeft de ambitie vastgesteld om zelf als organisatie uiterlijk in 2015 klimaatneutraal te zijn. Eerste logische stap op weg naar klimaatneutrale gemeente. Klimaatneutraal, of beter CO2-neutraal, betekent dat de netto CO2-uitstoot van de eigen bedrijfsvoering gelijk is aan 0.
2
0
0
3.
Uw gemeente heeft formeel vastgelegd dat duurzaamheid het uitgangspunt is van haar inkoopbeleid. In 2007 is via het klimaatakkoord afgesproken dat gemeenten streven naar 75% duurzaam inkopen in 2010 en 100% in 2015. Het streven van individuele gemeenten naar het sneller behalen van deze doelen wordt aangemoedigd. (Ref.: Klimaatakkoord)
1
1
2
4.
De gemeente heeft de verklaring Duurzaam Inkopen van Senternovem ondertekend. De intentieverklaring duurzaam inkopen is een eenvoudig statement dat formeel bevestigd dat de gemeente duurzaamheid serieus neemt en meeneemt bij het inkoopproces. Zie voor meer informatie: www.senternovem.nl/duurzaaminkopen/deelname/index.asp
1
1
1
5.
Uw gemeente hanteert criteria voor duurzaam inkopen door ze concreet en transparant mee te wegen in alle aanbestedingstrajecten. Dit betekent dat als een inkoper van de gemeente een offerte aanvraagt bij verschillende partijen hierin systematisch duidelijk wordt aangegeven dat en op welke wijze duurzaamheidscriteria mee zullen wegen in de selectieprocedure.
1
0
1
6.
Uw gemeente hanteert de criteria voor duurzaam inkopen voor zowel primaire als secundaire inkopen. De primaire inkopen zijn zaken als stoeptegels, verkeerslichten, plantmateriaal, et cetera. Zaken die veelal in grote hoeveelheden worden ingekocht en vaak zijn uitbesteed aan onderaannemers. Secundaire inkopen zijn zaken die facilitair zijn aan het functioneren van het gemeentelijk apparaat. De koffiemachine, de inrichting van het gemeentehuis, e.d. Hier zijn vaak verschillende inkopers actief.
1
0
1
7.
Er is een budget voor de meerprijs van een duurzame aanbesteding, zodat de kosten voor aanschaf minstens 5% meer dan de prijs van het niet-duurzame product mag zijn. Door het hanteren van criteria voor duurzaam inkopen kan het gebeuren dat de aanbesteding iets duurder uitvalt. Veelal moeten inkopers zo 'goedkoop' mogelijk aanbesteden waardoor de criteria voor duurzaam inkopen wel gehanteerd worden maar niet leiden tot veel meer duurzame inkopen.
2
0
0
8.
De inkopers van uw gemeente hebben kennis van duurzame inkoopprocessen en worden regelmatig bijgeschoold. (SenterNovem, VNG en andere partijen organiseren regelmatig training- en ontmoetingsdagen over duurzaam inkopen.
1
0
1
9.
Uw gemeente koopt voor haar eigen gebruik 100% groene stroom in (verlichting, gebouwen et cetera). Groene stroom is duurzaam opgewekte elektriciteit. Dat kan zijn met behulp van windenergie, zonne-energie, biomassa-energie, of combinaties daarvan.(bron: VROM, SenterNovem)
1
1
1
Uw gemeente hanteert bij de inkoop van bedrijfskleding milieu- en sociale 10. criteria. Gemeenten kunnen bij een aanbesteding of gunning voor het aanschaffen van bedrijfskleding sociale en milieucriteria in acht nemen.
1
1
1
Bij aanschaf van bedrijfsauto's speelt duurzaamheid een belangrijke rol en wordt uitgegaan van auto's met minimaal een A of B label. Steeds meer gemeenten kiezen voor relatief schone 11. auto's. ref SenterNovem. Onderdeel klimaatakkoord. NB Bij gebruik van groen gas vraag met 'ja' beantwoorden.
1
1
1
Voor eigen projecten is de gemeente verplicht om alleen gebruik te maken van hout met het FSC-keurmerk of vergelijkbaar (zowel bij bouwprojecten als bij groenvoorzieningen). Nb: Als 12. vergelijkbaar is tot op heden PEFC van Duitsland en Finland goedgekeurd FSC en PEFC zijn mondiaal toegepaste certificering systemen. Deze keurmerken garanderen dat het hout afkomstig is uit duurzaam beheerde bossen.REF www.inkoopduurzaamhout.nl
1
0
1
13.
Binnen de gemeente wordt standaard dubbelzijdig geprint en gekopieerd. De milieu en economische winst van dubbelzijdig gebruik van papier spreekt voor zich.
1
1
1
14.
Al het papier dat uw gemeente gebruikt is afkomstig uit duurzame bronnen, dwz: gerecycled papier en niet chloorgebleekt, of papier met het FSC-keurmerk of vergelijkbaar. Gedoeld
1
1
1
nr. vraag
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
54
wordt op papier dat wordt ingekocht om op te printen en te kopiëren en papier voor drukwerk. Naast FSC wordt als vergelijkbaar erkend: PEFC Duitsland of PEFC Finland. Deze kenmerken staan op de pakken papier die de gemeente gebruikt. Deze eisen worden doorgegeven aan drukkers die in opdracht van de gemeente werken. In het gemeentehuis wordt koffie en thee geschonken met het Max Havelaar keurmerk of 15. vergelijkbaar. Max Havelaar is het erkende keurmerk voor fairtrade. Organische of biologische koffie en/of thee mag eveneens met ja worden beantwoord.
1
1
1
Uw gemeente zorgt ervoor dat er een breed assortiment duurzame producten wordt aangeboden in de eigen kantine en/of de catering bij speciale gelegenheden. Dit betreft zowel biologische als fairtrade producten betreffen. Biologische of duurzame catering is een 16. groeiende markt. Breed assortiment betekent meer dan 50% van het volume. Gedacht kan worden aan: zuivelproducten, vleeswaren, fruit, graanproducten, wijn, hapjes, chocolade(letters).
1
0
0
De gemeente kiest er bewust voor dat in ieder geval een deel van haar financiele reserves op duurzame wijze worden beheerd. De eisen van de Wet FIDO beperken de mogelijkheden van overheden om te kiezen voor duurzaam bankieren. Financiele instellingen spelen echter in 17. toenemende mate in op de vraag naar producten die zowel duurzaam zijn als voldoen aan de wet FIDO. Zie eveneens: www.eerlijkebankwijzer.nl. De Eerlijke Bankwijzer geeft aan hoe banken scoren op natuur, klimaat, mensenrechten, wapens, corruptie en betrouwbaarheid.
1
1
1
Uw gemeente ambieert op een aangegeven termijn Fairtrade Gemeente te worden. De campagne Fairtrade Gemeente is een effectief middel voor de gemeente om haar duurzaam 18. inkoopbeleid verder uit te dragen.Om Fairtrade Gemeente te worden, moeten de gemeente en haar inwoners actief zijn in het bevorderen van eerlijke handel. Zie voor de criteria waaraan voldaan moet worden www.fairtradegemeente.nl
3
0
0
In uw gemeente is het terugdringen van CO2-uitstoot en verbetering van de luchtkwaliteit onderdeel van het beleid op verkeer & vervoer (mobiliteitsbeleid). Iedere gemeente heeft een beleid op verkeer en vervoer. Vaak gaat dat over doorstroming, oplossen van knelpunten, 19. verminderen van geluidshinder en vervuiling. Maar gaat het ook over het verminderen van de uitstoot van CO2? De mobiliteitsector is verantwoordelijk voor ca 20% van de broeikasgassen. Maatregelen bij verkeer en vervoer leiden, naast een vermindering van de CO2-uitstoot, tot een betere luchtkwaliteit en minder geluidsoverlast.
2
2
2
2
0
2
Uw gemeente stimuleert actief het auto delen. Volgens SenterNovem zijn 21. autodeelvoorzieningen nu beschikbaar in 25% van de gemeenten. De gemeenten kan een rol spelen in het starten of uitbreiden van deze voorzieningen.
1
0
1
De gemeente maakt gebruik van het advies van de fietsersbond en/of belangengroepen om de inrichting van de openbare ruimte voor langzaam verkeer te verbeteren De lokale afdeling 22. van de fietsersbond en initiatieven als een 'stoepenpatrouille' houden een gemeente scherp wat betreft verkeersveiligheid en conform van de inrichting voor voetgangers, fietsers, rolstoelgebruikers en ander langzaam verkeer.
1
0
1
In uw gemeente is meer dan de helft van de woonstraten als 30 km zone aangewezen. De vraag doelt op woonwijken, omgeving van scholen, winkelstraten en andere gebieden waar 23. veel voetgangers, fietsers en spelende kinderen zijn. Deze worden ook wel aangeduid als "verblijfsgebieden".
1
1
1
Uw gemeente heeft sinds 2005, met de verschillende groepen burgers en bewoners, een analyse gemaakt van de knelpunten op het gebied van verkeersveiligheid, verkeersdruk en 24. bereikbaarheid. Het gaat er hierbij om dat verkeersbeeld en de verkeersbeleving regelmatig wordt geactualiseerd.
2
0
2
Bij alle scholen zijn speciale voorzieningen getroffen voor het veilig maken van aan- en 25. afvoerroutes en oversteekplaatsen. Naast fysieke voorzieningen kan hierbij eveneens het stimuleren van de deelname aan een jaarlijkse actie als 'met de voet en fiets' naar school
1
1
1
Tijdens de huidige beleidsperiode doet uw gemeente jaarlijks mee aan 'De Week van de Vooruitgang'. Waar eerder sprake was van een 'autovrije dag' is nu sprake van een hele week 26. waarin diverse activiteiten worden georganiseerd. De Week van de Vooruitgang biedt diverse mogelijkheden om duurzame mobiliteit onder de aandacht te brengen.www.weekvandevooruitgang.nl
1
1
1
Uw gemeente heeft een MVO-platform of stimuleert de oprichting van een MVO-platform. 27. Lokale overheden kunnen samen met bedrijven MVO-projecten opstarten en zo maatschappelijke problemen breed aanpakken. Ref: MVO-Nederland
1
0
0
28. Uw gemeente heeft een centraal aanspreekpunt voor ondernemers (ondernemersloket) waar
1
1
1
20.
De gemeente heeft een actief beleid op meer gebruik van het openbaar vervoer en de fiets. Zijn er bijvoorbeeld concrete maatregelen geformuleerd? Met hieraan gekoppeld concrete (controleerbare) doelstellingen waarin wordt aangegeven hoeveel het gebruik van openbaar vervoer of fiets zou moeten toenemen?
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
55
MVO-advies deel uitmaakt van het dienstenpakket richting ondernemers. Ondernemers die met MVO aan de slag willen, kunnen daarbij de hulp van lokale overheden goed gebruiken. U kunt bedrijven inzicht geven in hun eigen MVO-prestaties. En u kunt ondernemers adviseren welke vervolgstappen ze kunnen nemen. Ref: MVO-Nederland Voor de gemeente is duurzaamheid uitgangspunt bij de inrichting en het beheer van haar bedrijventerreinen. Dit is neergelegd in de beleidsplannen en uitvoeringsplannen rond deze terreinen. Ook wel 'duurzaam parkmanagement' genoemd. Als een bestaand terrein wordt 29. verduurzaamd spreekt men vaak over 'duurzame revitalisering'. Onderdeel hiervan kan zijn een collectieve aanpak van het vervoersmanagement en/of het gezamenlijk inkopen van duurzame energie. Zie voor meer informatie: www.duurzamebedrijventerreinen.nl
2
0
0
Uw gemeente stimuleert energiebesparing bij bedrijven. Voor elk type bedrijfsleven zijn weer andere mogelijkheden. Een winkel met veel verwarming, een open deur en veel verlichting, 30. vraagt iets heel anders dan een kantoorgebouw of een productiebedrijf. Er zijn dan ook voor al de verschillende sectoren instrumenten ontwikkeld. Het Energiecentrum stelt specifiek informatie en scans ter beschikking voor het MKB: www.energiecentrum.nl
1
0
1
Uw gemeente controleert en handhaaft actief dat bedrijven energiebesparende maatregelen nemen met een terugverdientijd van minder dan 5 jaar. In het Klimaatakkkoord is afgesproken dat gemeenten als bevoegd gezag op basis van de Wet Milieubeheer vooral bij de 31. niet deelnemers aan het MJA-convenant de naleving van energievoorschriften handhaven. Het gaat hierbij om bedrijven met een energieverbruik van meer dan 25000 m3 aardgas (equivalenten) per jaar of 50.000 KWh per jaar. Zie eveneens www.meermetminder.nl
1
1
1
Uw gemeente heeft meetbare doelen gesteld voor energiebesparing bij bestaande bouw. Nederland heeft als ambitie neergelegd dat:- vanaf 2020 2,4 miljoen bestaande 32. woningen en kantoren blijvend 30% minder energie gaan verbruiken ten opzichte van 1990 .in 2020 2,4 miljoen bestaande woningen en kantoren minimaal een Energielabel B hebben, of twee klassen gestegen zijn (bijvoorbeeld van F naar D).
2
2
2
Uw gemeente heeft meetbare ambitieuze doelen gesteld voor energiebesparing bij nieuwbouw. Ambitieus = die gelijk zijn aan of verder gaan dan de afspraken in het Klimaatakkoord (gaat dus duidelijk verder dan het geldende bouwbesluit). Klimaatakkoord: 33. het streven is dat in 2020 de nieuwbouw energieneutraal is en dat het energieverbruik van woningen en gebouwen in 2020 met meer dan 50% is verlaagd. Doelen EPC: 0,6 in 2011, 0,4 in 2015.
2
2
2
Uw gemeente heeft een coördinator aangesteld voor de uitvoering van het beleid duurzaam 34. bouwen. In kleine gemeenten kan dat een ambtenaar zijn die enkele uren daaraan besteedt. In grote gemeenten kunnen het een of meer ambtenaren zijn die daar fulltime aan werken.
2
2
2
Uw gemeente heeft een structureel budget voor de implementatie van haar beleid met betrekking tot duurzaam bouwen. Duurzaam bouwen vraagt om een sterke inzet van de gemeente. Dat betekent dat er ook geld moet zijn voor een medewerker en voor 35. uitvoeringstaken, zoals het inhuren van een adviesbureau en het geven van voorlichting. Dat budget moet 'structureel' zijn, dus de komende jaren steeds vast in de begroting van de gemeente terugkomen.
2
0
0
Elk nieuwbouw- en grootschalig renovatie- of sloopplan wordt in een zeer vroeg stadium op 36. de eisen van duurzaam bouwen doorgelicht. De beste resultaten zijn te behalen als elk plan in de ontwerpfase wordt gecontroleerd op de criteria van duurzaam bouwen.
1
0
1
Uw gemeente controleert en handhaaft de Energie Prestatie Coëfficiënt en andere afspraken als het gebruik van FSC-gecertificeerd hout op de bouwplaats. Principe van 'thrust' but 'verifie'
1
1
1
25
38
37.
Score (max 50)
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
56
Bijlage III
Kerncijfers Klimaatmonitor Lokale CO2-voetafdruk
In de onderstaande grafieken wordt de trend van de CO2-uitstoot van verschillende (sub)sectoren weergegeven. CO2-emissies in de gebouwde omgeving
Verkeer en Vervoer
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
57
Industrie en Energie
Landbouw
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
58
Woningen De trend van de CO2-uitstoot van Woningen in Beuningen.
Commerciële dienstverlening De trend van de CO2-uitstoot van Commerciële dienstverlening in Beuningen:
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
59
Publieke Dienstverlening De trend van de CO2-uitstoot van Publieke dienstverlening in Beuningen:
Mobiliteit De trend van de CO2-uitstoot van Mobiliteit in Beuningen:
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
60
Industrie De trend van de CO2-uitstoot van Industrie in Beuningen:
Afvalverwijdering: huishoudelijk afval De trend van de CO2-uitstoot van Afvalverwijdering in Beuningen:
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
61
Energieproductie, Delfstoffenwinning en Bouwnijverheid De trend van de CO2-uitstoot van Energieproductie, Delfstoffenwinning en Bouwnijverheid in Beuningen:
Landbouw De trend van de CO2-uitstoot van Landbouw in Beuningen:
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
62
Overige CO2-uitstoot De trend van de CO2-uitstoot van Overig (sector onbekend) in Beuningen:
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
63
Bijlage IV
De Regionale CO2-voetafdruk
In voorgaande bijlage is de ‘CO2-voetafdruk’ van de gemeente Beuningenweergegeven. Om te kunnen beoordelen ‘waar Beuningen nu staat’, worden de Beuningse cijfers vergeleken met de cijfers van de gemeenten uit de MARN-regio. De cijfers zijn gebaseerd op het kalenderjaar 2010, actuelere cijfers zijn niet ter beschikking (bron: Klimaatmonitor). Gemiddelde CO2-uitstoot voor de MARN-gemeenten Onderverdeeld naar sectoren
Bron: CBS en Klimaatmonitor AgentschapNL
In het navolgende worden de gemiddelde lokale emissie-cijfers per sector vergeleken met de regionale emissie-cijfers. Er wordt specifiek ingezoomd op de volgende sectoren: CO2-uitstoot door woningen; CO2-uitstoot door publieke dienstverlening; CO2-uitstoot door commerciële dienstverlening; CO2-uitstoot door verkeer en vervoer; CO2-uitstoot door industrie; CO2-uitstoot doorbouwnijverheid; CO2-uitstoot door huishoudelijk afval; CO2-uitstoot door landbouw, bosbouw en visserij (ook wel jacht genoemd).
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
64
De grafieken geven de energieverbruikscijfers (linkergrafiek) van woningen weer. De CO2-emissie gegegevens door het energieverbruik van wonignen staat weergegeven in de rechtergrafiek. De cijfers zijn gebaseerd op het cijfers uit de emissieregistratie 2010. Onderstaande grafieken geven de gemiddelde CO2-uitstoot per woning, voor de regio (MARN) gemeenten weer.
Gemiddeld gasverbruik (donkergroen) en elektra
CO2-uitstoot energieverbruik consumenten
(ton/woning) Bron: Nederlandse emissieregistratie
De CO2-uitstoot door inwoners van de gemeente Beuningen ligt onder het regionale gemiddelde. In de navolgende grafieken worden de regionale CO2-cijfers met betrekking tot de publieke en commerciële dienstverlening weergegeven.
CO2-uitstoot Commerciële dienstverlening
CO2-uitstoot publieke dienstverlening (ton/woning)
Bron: Nederlandse emissieregistratie
De publieke sector in Beuningen stoot gemiddeld bezien (per aansluiting) weinigCO2 uit. Deze sector bestaat uit de volgende sub-sectoren: Openbaar bestuur, Onderwijs, Gezondheids- en welzijnszorg, Cultuur, Sport en recreatie.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
65
Onderstaande grafiek geeft het gas- en elektriciteitsverbruik van gemeentelijke overheden weer in het Rijk van Nijmegen. Onder deze verbruikscijfers valt onder andere het energieverbruik van gemeentehuizen, werven, kazernes, openbare verlichting, zwembaden, sportverenigingen etc. etc.
Elektriciteitsverbruik
Gasverbruik
Energieverbruikcijfers openbaar bestuur Rijk van Nijmegen Bron: regionaal netbeheerder
Het gasverbruik van de Beuningse gemeentelijke organisatie ligt onder het regionale gemiddelde. Onderstaande grafieken geven de CO2-uitstoot voor de sectoren ‘Verkeer en Vervoer’ en ‘Industrie’ (per inwoner) weer voor de regiogemeenten.
CO2-uitstoot verkeer en vervoer
CO2-uitstoot industrie (ton/inwoner)
Bron: Nederlandse emissieregistratie
De gemiddelde CO2-uitstoot (per inwoner) voor de sectoren ‘Verkeer en Vervoer’ zijn laag; voor ‘Industrie’ zijn de emissiecijfers relatief hoog.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
66
Onderstaande grafieken geven de CO2-uitstoot (ton/inwoner) voor de sectoren ‘Bouwnijverheid’ en ‘Afval’ weer voor de regiogemeenten.
CO2-uitstoot Bouwnijverheid
CO2-uitstoot huishoudelijk afval (ton/inwoner) Bron: CBS en regionale netbeheerder
De laatste regionale vergelijking van de gemiddelde CO2-uitstoot betreft de sector ‘Landbouw, Bosbouw en Visserij’. CO2-uitstoot Landbouw, Bosbouw en Visserij (ton/inwoner)
(ton/inwoner) Bron: Klimaatmonitor AgentschapNL
De gemiddelde CO2-uitstoot voor deze sector ligt in Beuningen rond het regionale gemiddelde.
Duurzaam Beuningen | Evaluatie en Actualisatie | 2014 - 2017
67