Dryport Emmen-Coevorden Eindrapport
Studie naar de potenties
Dryport Emmen-Coevorden Eindrapport
Studie naar de potenties
Françoise van den Broek Ming Chen Sander van der Meulen Sandra van Putten Yuko Kawabata
Dit rapport is uitgebracht aan Dryport Emmen-Coevorden. Kenmerk R20110164/31638000/FBR/CWI Zoetermeer, 7 juli 2011
Het gebruik van cijfers en/of tekst uit dit rapport is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Inhoudsopgave 1
INLEIDING
8
2
ANALYSE HUIDIGE SITUATIE REGIO
2.1
Introductie
2.2
Visie en strategie provincie Drenthe
11
2.3
Ambitie gemeenten: uitbouwen regio tot Dryport
12
2.4
Voor de regio relevante bedrijven en clusters
13
2.5
Ontwikkelingen in de regio
14
2.6
Ontwikkelingen in de omgeving
28
2.7
Conclusies
34
3
SAMENSTELLING EN ONTWIKKELING GOEDERENSTROMEN IN DE REGIO EMMEN–COEVORDEN
10 10
36
3.1
Introductie
3.2
Relevante goederenstromen
36 36
3.3
Huidige stromen van/naar Noordoost Nederland
40
3.4
Conclusies
44
4
TOEKOMSTBEELDEN 2015 EN 2020
4.1
Introductie
45
4.2
Scenario’s Havenbedrijf Rotterdam tot 2035
45
4.3
Voor het achterland relevante volumeontwikkeling Amsterdam
47
4.4
Duitsland
47
4.5
Toekomstscenario’s Zuidoost Drenthe 2015
48
4.6
Toekomstscenario’s Zuidoost Drenthe 2020
53
4.7
Modal share / modal split voor volume van/naar Zuidoost
45
Drenthe
58
4.8
Conclusies
59
5
KOSTPRIJSVERGELIJKING INTERMODAAL SPOORVERVOER VERSUS WEGVERVOER
61
5.1
Corridor 1 Rotterdam – Coevorden
5.2
Corridor 2 Coevorden – Duisburg (DE)
64
5.3
Corridor 3 Coevorden – Ludwigshafen (DE)
65
5.4
Corridor 4 Coevorden – Milaan (IT)
66
6
POTENTIEEL VOOR DE REGIO CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
6.1
Inleiding
6.2
Conclusies ten aanzien van de ontwikkeling en potentie van de Dryport
6.3
61
67 67 67
Samenwerking en ontwikkeling van nieuwe logistieke concepten
R20110164.doc 7 juli 2011
69
3
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Samenvatting De verwachting is dat de extra havencapaciteit van Maasvlakte II zal leiden tot een verdrievoudiging van de containerstromen naar het Europese achterland. Dit betekent een enorme uitdaging voor de achterlandverbindingen en vergt een goed werkend netwerk van strategisch met elkaar verbonden knooppunten. Emmen
en
Coevorden
beschikken
over
verbindingen,
ruimte
op
bedrijventerreinen en mogelijkheden om gezamenlijk een Dryport functie voor de zeehavens en het achterland te ontwikkelen. Uitgangspunt is dat een Dryport dezelfde functies vervult als een zeehaven en tevens een ‘modal shift’ en reductie van de ‘carbon footprint’ realiseert. Dit betekent dat de Dryport niet slechts fysiek is verbonden met de zeehaven, maar als ‘extended gate’ integraal onderdeel
uitmaakt
van
het
logistieke
systeem.
Goede
en
betrouwbare
infrastructurele verbindingen met voldoende capaciteit (op de korte en langere termijn) zijn daarbij een absolute randvoorwaarde. De ambitie van Dryport Emmen-Coevorden
is
het
versterken
van
het
goederenvervoer
en
de
goederenoverslag van containers en bulkgoederen met het accent vooral op spoor en weg (en in mindere mate water). De Dryport wil niet alleen een doorvoerregio zijn, maar juist ook waarde toevoegen. Daarom wordt onder andere ook een sterke relatie gelegd met de gevestigde bedrijven in de regio. NEA Transportonderzoek en -opleiding is gevraagd het potentieel van de Dryport Emmen-Coevorden nader in kaart te brengen. Het doel van het project Dryport Emmen-Coevorden is onder meer om bedrijfsactiviteiten uit de met congestie kampende zeehavens, met name Rotterdam en Amsterdam, naar de logistieke regio Emmen-Coevorden aan te trekken. De afgelopen jaren is de strategische positie van de regio versterkt. Het vervoer over weg, water en spoor is aanzienlijk toegenomen. Nieuwe (internationale) verladers, transporteurs en logistieke dienstverleners hebben zich in de regio gevestigd. De gerealiseerde ombouw van de N37 naar een snelweg A37 en de aantakking op het Duitse snelwegennet (A31) bij Meppen is daarbij van groot belang geweest. De regio heeft via de terminal in Coevorden aansluiting op het Trans-Europese goederenvervoernetwerk
van
Kombi
Verkehr
en
het
Duitse
systeem
van
‘GüterVerkehrsZentren’, GVZ. Het Europark is het achtste GüterVerkehrsZentrum in Niedersachsen. Samen met logistieke knooppunten als Hannover, Wolfsburg en Jade Weser Port (Wilhelmshafen) maakt het deel uit van een logistiek netwerk voor goederenstromen over spoor, water en weg. De gemeenten Emmen en Coevorden werken samen met de provincie Drenthe en relevante stakeholders binnen en buiten de regio aan de verdere uitwerking en implementatie
van
het
‘Dryport-concept’.
De
accenten
om de
ambitie
te
realiseren liggen onder andere op: •
het versterken en duurzaam waarborgen van de goederenvervoerscapaciteit van de (grensoverschrijdende) infrastructurele verbindingen binnen het (inter)nationale goederenvervoernetwerk, zowel per weg als spoor;
R20110164.doc 7 juli 2011
4
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
•
het verder doorontwikkelen van het ‘Dryport-concept’ in samenwerking met kennisinstellingen en commerciële partijen;
•
de ontwikkeling van nieuwe logistieke concepten in relatie tot biobased economy en sustainable logistics;
•
versterking van de positie van de regio Emmen–Coevorden;
•
de
business
case
EMMTEC
en
de
directe
spoorverbinding
tussen
een
satellietterminal in Emmen en de Euroterminal Coevorden met aansluiting op een ‘empty depot’; •
de ontwikkeling van het goederenvervoer in het kader van de toekomstvisie op de spoorlijn Emmen-Zwolle.
De regio bewijst internationale spelers aan te kunnen trekken en is actief in voor Nederland belangrijke economische sectoren als food & feed, bio-energy, chemie en logistieke dienstverlening ten behoeve van deze sectoren. Naast deze focus op sectoren is ook de focus op het verzorgingsgebied (het achterland) van groot belang. De bedrijventerreinen in Coevorden en aan de Werkas Emmen bieden voor de komende jaren voldoende vestigings- en groeimogelijkheden aan bedrijven. Mocht er een grote ruimtevraag van een of meer bedrijven komen, dan zal dit in regionaal verband binnen de Drentse Zuidas opgepakt worden. Samen met de Samtgemeinde Emlichheim zal ingezet moeten worden op verdere ontwikkeling van het bedrijventerrein Europark en de groei van het goederenvervoer via de Euroterminal. Diverse regionale samenwerkingsverbanden hebben als doel om onnodige concurrentie te voorkomen en synergie te halen uit gezamenlijke projecten, met name op het gebied van bedrijventerreinen, transport en logistiek en arbeidsmarkt. De kracht voor de regio Emmen–Coevorden zal komen te liggen in het qua omvang groot genoeg zijn om schaalvoordelen te behalen, maar tevens snel en klantvriendelijk te opereren en daardoor klanten optimaal te bedienen. Belangrijkste conclusies om als Dryport synchromodale dan wel trimodale diensten te kunnen aanbieden: •
er moet voldoende volume beschikbaar zijn;
•
er dient voldoende frequentie van diensten te zijn;
•
en connectiviteit is belangrijk. In de toekomst kan het zelfs economisch rendabel worden om dikkere stromen te creëren door een extra overslagpunt in de keten aan te brengen.
De Dryport is zowel met Havenbedrijf Rotterdam als met Haven Amsterdam in gesprek om de toekomstige samenwerking vorm te geven. Gezien de verwachte groei zullen deze havens veelal genoodzaakt zijn alle mogelijke corridors met het achterland te benutten. Uit onze analyses blijkt dat in 2009 slechts een beperkt deel van het totale volume bestemd voor Zuidoost Drenthe over het spoor vervoerd werd. Wanneer wij de groeicijfers van Rotterdam doortrekken en daarop de modal split doelstelling toepassen, zal de vraag naar een spoorproduct in 2020 mogelijk kunnen vertienvoudigen.
R20110164.doc 7 juli 2011
5
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Belangrijkste conclusies ten aanzien van de modaliteiten: •
over de weg goed bereikbaar;
•
per spoor zijn zowel Coevorden (EuroTerminal en Europark) als Emmen (EMMTEC) goed te bereiken. Vanuit het Europark biedt de directe verbinding naar
Duitsland
via
de
Bentheimer
Eisenbahn
meerwaarde
voor
het
spoorvervoer van/naar de regio en wordt er vanuit de regio geïnvesteerd in verdere optimalisatie; •
de regio is theoretisch via binnenvaart ontsloten; de regio heeft vooralsnog geen sterke focus op binnenvaart. Eerder wordt samenwerking gezocht met waterterminals in de regio.
De huidige overslagcapaciteit van ETC bedraagt: 60.000 TEU. De komende jaren wordt een groei verwacht van minimaal 20%. Toekomstige uitbreiding van de terminal is mogelijk. EMMTEC Logistiek verwacht voor 2011 een stijging van 7% van de volumes van 2010. Voor de jaren na 2011 voorziet EMMTEC Logistiek een stijging van tussen de 5 en 10% per jaar. Indien industrieterrein Emmen (met name het EMMTEC Industry & Business Park) en de directe omgeving worden ontsloten via Coevorden (op circa 25 km afstand) ontstaat er naar schatting vanuit de regio een additioneel potentieel van 20-25.000 TEU. Vervoer van/naar dit industrieterrein gaat momenteel nog uitsluitend over de weg. Voor de toekomstige ontwikkeling van het goederenvervoer in de verbinding met Duitsland baseren wij ons op de rapporten van LNC uit 2009. Het RijnRührgebied kan gezien worden als de belangrijkste regio waar de Dryport zijn toekomstige (Duitse) focus op dient te leggen. Hier zit volgens LNC de beste kans om lading aan te trekken. Hetgeen begrijpelijk is, daar het gaat om de terminals in Duisburg, Düsseldorf, Neuss, Keulen en Dortmund. De Dryport kan op deze wijze een draaischijffunctie voor diverse (zee)havens en terminals vervullen. Door LNC berekende groeipotenties in de periode 2008-2025 zijn voor Rijn-Rührgebied circa 37%, voor Bremen en Bremerhafen ligt dit percentage rond de 40%. De sterkste groei wordt volgens LNC verwacht op Hamburg (+140%). Het gerichter benutten van ETC als draaischijf voor nieuwe verbindingen vanaf Rotterdam met partners zal eveneens extra volume genereren. Twee nieuwe projecten zijn reeds in ontwikkeling. In het kader van dit rapport is dit potentieel niet getoetst. De
Dryport
regio
wordt
een
aantal
sterke
eigenschappen
toegekend.
Zo
waardeert men de sterke focus op sectoren (food & feed, bio-energy, chemie, logistiek), de Duits-Nederlandse samenwerking en de proactieve rol die diverse overheidspartijen vervullen om het Dryport concept van de grond te krijgen. Het invullen van een ‘een-loket-functie’ kan dit verder versterken. Tevens komt naar voren dat de regio gezien wordt als interessant als het gaat om risicospreiding in het geval er verstoringen zouden optreden in een van de belangrijke zeehavens (Rotterdam, Antwerpen, Noordduitse zeehavens).
R20110164.doc 7 juli 2011
6
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Het duurzaamheidaspect zal een steeds belangrijkere rol in de bedrijfsvoering van bedrijven gaan spelen. Om als echte interessante Dryport locatie voor zowel de zeehavens als de diverse ketenspelers aangemerkt te worden, dient ingezet te worden op nieuwe, slimme logistieke concepten. Samenwerking met andere spelers in Noordoost Nederland kan daarbij strategisch zinvol zijn. Nieuwe concepten vergen een nieuwe manier van kijken. Enkele nieuwe concepten die zowel voor de regio als de havens van Rotterdam en Amsterdam naar de toekomst toe interessant kunnen zijn, zijn: 1 Het sorteren, stuffen en strippen van containers kan ook in het achterland, bijvoorbeeld op containertransferia en Dryports. Dikke stromen ongesorteerde containers worden met de binnenvaart naar locaties als Alblasserdam en Duisburg gebracht. Emmen-Coevorden kan een dergelijke rol vervullen voor lading die specifiek voor de regio en/of het bijbehorende achterland bestemd is. Datacommunicatie en onderling vertrouwen van de diverse ketenpartners zijn hierbij van groot belang; 2 Consolidatie
containerstromen
Noordoost
Nederland
met
bestemming
Amsterdam – Rotterdam. Haven Amsterdam kijkt met terminals in Noordoost Nederland naar clusteringmogelijkheden voor containers met bestemming Rotterdam. Ondanks het extra overslagpunt in Amsterdam denkt men hiermee tijdwinst en kostenreductie te kunnen realiseren; 3 Regierol van Keyrail. Keyrail, de commerciële exploitant van de Betuweroute, zal in de toekomst naar alle waarschijnlijkheid de regie gaan voeren over het goederenvervoer per spoor van Nederland. Emmen–Coevorden dient samen met Keyrail in te zetten op de ontwikkeling van het spoorproduct Rotterdam en de aansluiting op het Duitse achterland via de Bentheimer Eisenbahn. Bovendien
kan
Coevorden
een
rol
vervullen
in
de
ontwikkeling
een
alternatieve loop van de Noordtak van de Betuweroute; 4 Regionale samenwerking: − slim en krachtig netwerk van containerterminals (spoor en binnenvaart) in Noordoost Nederland. Hierbij inspelend op de gedachte dat met een netwerk van vervoerders over weg, water en spoor en een aantal inland terminals snel, kostenefficiënt, kwalitatief hoogwaardig en gemakkelijk trimodale en synchromodale vervoersoplossingen met hoge frequentie en een
grote
capaciteit
geleverd
kan
worden.
Hiermee
samen
met
opdrachtgevers tevens een belangrijke bijdrage leverend aan het milieu. Gesprekken
en
toekomstige
samenwerking
met
partijen
als
MCS
en
mogelijk CTT kunnen de potentie van de regio aanzienlijk versterken; − uitwisseling lege containers. Momenteel is het zo dat lege containers veelal teruggebracht worden naar de empty depots in zeehavens. Dit betekent echter
dat
een
relatief
lange
afstand
afgelegd
moet
worden
met
laagwaardige lading. Bovendien zijn de wachttijden bij de depots relatief lang. Het zou daarom logischer zijn om een onderlinge samenwerking op te zetten tussen een aantal in Noordoost Nederland gevestigde terminals om op deze wijze lege containers uit te wisselen. Dit levert niet alleen tijdswinst maar ook een kostenbesparing op voor diverse ketenpartijen. Hiermee kan ook de onbalans in im-/export voor een deel opgevangen worden.
R20110164.doc 7 juli 2011
7
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
1
Inleiding
De verwachting is dat de extra havencapaciteit van Maasvlakte II zal leiden tot een verdrievoudiging van de containerstromen naar het Europese achterland. Dit betekent een enorme uitdaging voor de achterlandverbindingen en vergt een goed werkend netwerk van strategisch met elkaar verbonden knooppunten. Inland terminals ontwikkelen zich sterk als een verlengstuk van de zeehavens. De terminals fungeren steeds vaker als Empty Depot, Hub, Transferium, Extended Gate, Dryport en werken aan Green Lanes en AEO status. Functies die zich van oudsher concentreerden in de zeehavens Rotterdam en Amsterdam, spreiden zich nu uit over diverse locaties in Nederland. Als redenen voor bedrijven om uit te wijken naar achterlandlocaties gelden o.a. dat de grond in de zeehavens
schaars
en
duur
is,
dat
de
bereikbaarheid
over
de
weg
in
zeehavengebieden onder druk staat en dat het lastig is om in het havengebied personeel te vinden. De buurgemeenten Emmen en Coevorden beschikken over verbindingen, ruimte op bedrijventerreinen en mogelijkheden om gezamenlijk een Dryport functie voor de zeehavens te ontwikkelen. De gemeenten en de provincie Drenthe hebben zich begin 2008 aangemeld voor deelname aan het Europese project ‘Dryport’. Definitie Dryport 1 Een Dryport is in essentie een haven, gelegen in het achterland in een industrieel/handelscentrum,
die
multimodaal
is
verbonden
met
één
of
meerdere zeehavens en die dezelfde diensten levert als in de zeehaven worden geboden. Een Dryport is meestal gericht op containers en intermodale units. Diensten die de Dryport overneemt van de zeehaven zijn: •
intermodaal vervoer en overslag van goederen;
•
informatie-uitwisseling
tussen
ketenpartijen
(vervoerders,
verladers,
dienstverleners); •
diensten met betrekking tot laadeenheden (bijvoorbeeld depot, opslag, onderhoud van containers);
•
douane;
•
logistieke afhandeling (w.o. inspecties, VAL, warehousing en distributie).
Uitgangspunt is bovendien het bevorderen van een ‘modal shift’ en reductie van de ‘carbon footprint’. Dit betekent dat de Dryport niet slechts fysiek is verbonden met de zeehaven, maar als ‘extended gate’ integraal onderdeel uitmaakt van het logistieke systeem. Goede en betrouwbare infrastructurele verbindingen met voldoende capaciteit (op de korte en langere termijn) zijn daarbij een absolute randvoorwaarde. Voor de zeehavens betekent dit vermindering van de congestie en milieudruk en optimalisering van de havencapaciteit. Voor de Dryport betekent het nieuwe werkgelegenheid.
1
Ecorys, Dryport Emmen-Coevorden, Final Report, december 2009
R20110164.doc 7 juli 2011
8
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
NEA Transportonderzoek en -opleiding is gevraagd het potentieel van de Dryport Emmen-Coevorden nader in kaart te brengen. Het doel van het project Dryport Emmen-Coevorden is onder meer om bedrijfsactiviteiten uit de met congestie kampende zeehavens, met name Rotterdam en Amsterdam, naar de logistieke regio Emmen-Coevorden aan te trekken. Dit rapport zal mede dienst doen als basisdocument voor een eventueel te sluiten
lange
termijn
strategische
samenwerkingsovereenkomst
tussen
Havenbedrijf Rotterdam en Dryport Emmen–Coevorden. Op basis van het geboden inzicht kan de regio in een volgende fase (onder andere de ontwikkeling van een business case) meer nauwkeurig bepalen welke acties moeten worden ingezet om er voor te zorgen dat de goederenstromen die in potentie via de regio vervoerd kunnen worden dit ook daadwerkelijk in de toekomst gaan doen.
R20110164.doc 7 juli 2011
9
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
2
Analyse huidige situatie regio
2.1
Introductie
De Drentse Zuidas 2 vormt samen met de rest van Noord-Nederland een belangrijke toegangspoort tot nieuwe economische centra in Europa, zoals Noord Duitsland, Scandinavië, Polen en de Baltische Staten. Ze maakt onderdeel uit van de Noordelijke Ontwikkelingsas (NOA); een samenstel van economische kerngebieden in Nederland, Noord-Duitsland, Scandinavië en op termijn Oost Europa (het noordelijk deel van Polen, Litouwen, Letland, Estland en noordelijk Rusland tot Sint Petersburg), die onderling zijn verbonden door een bundel hoofdinfrastructuur.3 De afgelopen jaren is de strategische positie van de regio versterkt. Het vervoer over weg, water en spoor is aanzienlijk toegenomen. Nieuwe (internationale) verladers, transporteurs en logistieke dienstverleners hebben zich in de regio gevestigd. De gerealiseerde ombouw van de N37 naar een snelweg A37 en de aantakking op het Duitse snelwegennet (A31) bij Meppen is daarbij van groot belang geweest. In de toekomst zal de opwaardering van de E233 van Meppen naar Cloppenburg een verdere impuls geven aan de corridor van de Randstad via de Drentse Zuidas naar Bremen-Hamburg en verder. Door de uitbreiding van de Europese Unie komen nieuwe gebieden op die ook toegankelijker zijn geworden. Er ontstaan nieuwe corridors in Europa, waaronder een belangrijke rond het Baltische Zeegebied. Noord Duitsland ontwikkelt zich nu tot een belangrijke draaischijf. Noordoost Europa komt ook fysiek dichterbij voor Noordoost Nederland en andersom als gevolg van infrastructurele ontwikkelingen in bijvoorbeeld Nederland, Duitsland en Scandinavië. Om er voor te zorgen dat de Drentse Zuidas zich in de toekomst verder kan ontwikkelen tot een aantrekkelijke en dynamische regio is een regionale aanpak noodzakelijk. De integrale benadering zal er toe leiden dat de gebieden elkaar versterken en dat toegevoegde waarde ontstaat, waardoor een kwaliteitssprong gemaakt
kan
worden.
Bovendien
kan
de
regio
als
geheel
zich
sterker
positioneren en profileren binnen het nationale en internationale economische speelveld. De nabijheid van Duitsland biedt kansen. Emmen werkt samen met het over de grens gelegen Lingen. Coevorden is over de grens actief met het Duitse Emlichheim. Gezamenlijk is het grensoverschrijdende bedrijventerrein Europark Coevorden-Emlichheim aangelegd. Een terrein met de officiële Duitse status van Güter-VerkehrsZentrum (GVZ).
2
3
De kern van de Drentse Zuidas bestaat uit de steden Meppel, Hoogeveen, Coevorden en Emmen Drentse Zuidas, De kracht van de Drentse Zuidas, oktober 2009
R20110164.doc 7 juli 2011
10
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
2.2
Visie en strategie provincie Drenthe 4
De ontwikkeling van Drenthe is steeds meer vervlochten met die van Noord Europa en dan vooral met het aangrenzende Duitse gebied. De ontwikkelingen in Noordoost Europa en het wegvallen van de landsgrenzen hebben geleid tot sterkere
oost-westrelaties.
Om
de
(inter)nationale
concurrentiekracht
van
Drenthe te verstevigen, zoekt de provincie, al dan niet in samenwerking met Groningen en Fryslân, actief samenwerking met relevante Duitse partners. Samen met de provincies Groningen en Fryslân wordt verdere invulling gegeven aan de Noordelijke Ontwikkelingsas (NOA). Doel is om Noord-Nederland en Drenthe te profileren als schakel tussen de Randstad en Noordoost Europa. In de Drentse Zuidas bevordert de provincie Drenthe het ontwikkelen van de sector
Transport
&
logistiek,
in
combinatie
met
de
kennisintensieve
(maak)industrie. De Drentse Zuidas is strategisch gunstig gelegen als onderdeel van een internationale transportverbinding die loopt vanaf de Randstad, via Zwolle, richting Duitsland en Noordoost Europa. Dit biedt de nodige ontwikkelingskansen voor
de
regio.
De
vier
stedelijke kernen
binnen
de
Zuidas
kennen
een
vergelijkbare economische structuur, met industrie en logistiek als belangrijke economische ontwikkelingssectoren. Ook hebben ze een aantal vergelijkbare sociaal- en ruimtelijk-economische opgaven. De provincie acht het van belang om de Drentse Zuidas te positioneren als industriële en logistieke as en als logistieke hotspot. De regio moet een logische plaats gaan innemen binnen het nationale en trans-Europese vervoersnetwerk. De provincie vindt het bovendien van belang dat de economische structuur van de regio duurzaam wordt versterkt. Het is daarbij onder meer nodig om goede sociaal-economische relaties en netwerken te vormen met omliggende regio’s als Zwolle-Kampen, Twente en de Duitse Ems-as. Duurzame energievoorziening en CO2 -reductie staan hoog in het vaandel. De regio Zuidoost Drenthe biedt in de provincie de beste mogelijkheden voor energiemaatregelen.
Dit
heeft
ten
eerste
te
maken
met
natuurlijke
omstandigheden: er is aardgas, aardolie en aardwarmte. Verder kent het gebied relevante functies, namelijk glastuinbouw en grootschalige landbouw in een open landschap. Ook zijn er twee grote industriële complexen met relatief veel basisindustrie (Bargermeer in Emmen en Europark in Coevorden). In Zuidoost Drenthe heeft de provincie samen met de gemeenten Emmen en Coevorden een Energiebureau opgezet, dat alle energiegerelateerde initiatieven in het gebied zal coördineren. De
industrieterreinen
Bargermeer
en
Europark
zijn
aangemerkt
als
Energietransitiepark (ETP). Hier wordt de omslag gemaakt naar het gebruik van duurzame energie. Deze gezamenlijke aanpak van het energievraagstuk moet, in combinatie met parkmanagement, leiden tot lagere bedrijfskosten. Dit kan ook een positieve vestigingsvoorwaarde worden.
4
Provincie Drenthe, Omgevingsvisie Drenthe, juni 2010
R20110164.doc 7 juli 2011
11
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Essentieel voor een gunstig vestigingsklimaat van Zuidoost Drenthe is een optimale bereikbaarheid. Om de internationale verbinding te versterken, maakt de provincie zich sterk voor verbeterde aansluiting op het Duitse hoofdwegennet en de mogelijkheid voor personen- en goederenvervoer per spoor. Dit doet men onder meer om de positie van Emmen-Coevorden als logistieke draaischijf te versterken.
2.3
Ambitie gemeenten: uitbouwen regio tot Dryport
De gemeenten Emmen en Coevorden hebben de ambitie om de regio Emmen – Coevorden op basis van bestaande logistieke faciliteiten en potenties verder uit te bouwen tot een Dryport voor de goederenstromen vanuit de zeehavens Rotterdam en Amsterdam richting Noord en Oost Europa. De sterke punten van de regio zijn volgens de studie van Ecorys uit 2009 “de strategische ligging tussen de Randstad en het conglomeraat Bremen-Hamburg, de ligging op het snijpunt van grensoverschrijdende filevrije wegverbindingen (A37/E233/A31), de directe spoorverbinding met het Duitse achterland, de aanwezigheid van het grootste industriële cluster van Noord-Nederland en de bestaande logistieke faciliteiten als de trimodale Euroterminal Coevorden (met een waterverbinding via het kanaal Almelo-Coevorden) en EMMTEC Logistics Services te Emmen”. Bovendien heeft de regio via de terminal in Coevorden aansluiting op het TransEuropese goederenvervoernetwerk van Kombi Verkehr en het Duitse systeem van
‘GüterVerkehrsZentren’,
GVZ.
Het Europark
is
het
achtste
GüterVerkehrsZentrum in Niedersachsen. Samen met logistieke knooppunten als Hannover, Wolfsburg en Jade Weser Port (Wilhelmshafen) maakt het deel uit van een logistiek netwerk voor goederenstromen over spoor, water en weg. GVZ is een officiële aanduiding van de Duitse overheid voor belangrijke logistieke knooppunten.
De
vermelding
wordt
opgenomen
in
het
zogenaamde
Landesraumordnungsplan, de planologische structuurvisie van de deelstaat. Op basis hiervan worden planologische maatregelen genomen en infrastructurele investeringen gedaan. Tevens worden gezamenlijke marketingactiviteiten voor de GVZ’s ontwikkeld. Uniek is dat de status ook voor het Nederlandse deel van het Europark geldt. Het Europark is het enige grensoverschrijdende GVZ. Vanuit Duitsland worden de noord-zuid en de oost-west verkeersassen evenals de aansluiting met
de zeehavens
Rotterdam en Amsterdam en Hamburg en
Ludwigshafen als essentieel beschouwd voor de economische ontwikkeling van de regio. 5, 6 De gemeenten Emmen en Coevorden werken samen met de provincie Drenthe en relevante stakeholders binnen en buiten de regio aan de verdere uitwerking en implementatie
van
het
‘Dryport-concept’.
De
accenten
om de
ambitie
te
realiseren liggen onder andere op: •
het versterken en duurzaam waarborgen van de goederenvervoerscapaciteit van de (grensoverschrijdende) infrastructurele verbindingen binnen het
5 6
Grafschafter Nachrichten, Ein Riesenerfolg für die Region, 18 juni 2011 Vision geht in Erfühlung. Europark erhält von Minister Bode Status als Güterverkehrszentrum, juni 2011
R20110164.doc 7 juli 2011
12
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
(inter)nationale
goederenvervoernetwerk
door
gerichte
acquisitie,
relatieontwikkeling en lobby op nationaal en Europees niveau, zowel per weg als spoor; •
het verder doorontwikkelen van het ‘Dryport-concept’ in samenwerking met kennisinstellingen (w.o. Stenden University en het Europese kennisnetwerk Dryports) en commerciële partijen, waarbij naast infrastructuur en Value Added
Logistics
ook
aandacht
is
voor
slimme
ICT-oplossingen
en
ketensamenwerking; •
de ontwikkeling van nieuwe logistieke concepten in het kader van de ‘biobased
economy’
(verbinding
tussen
chemie,
logistiek,
energie
en
agro/tuinbouw) en ‘sustainable logistics’ (w.o. duurzame energie, energieefficiency en groene grondstoffen); •
de uitwerking van de business case EMMTEC en de plannen om een directe spoorverbinding te realiseren tussen een satellietterminal in Emmen en de Euroterminal Coevorden;
•
de ontwikkeling van het goederenvervoer in het kader van de toekomstvisie op de spoorlijn Emmen-Zwolle.
2.4
Voor de regio relevante bedrijven en clusters
In Tabel 2.1 wordt een beeld geschetst van voor de regio relevante bedrijven en clusters, zoals een chemisch en agrarisch cluster met biofuels (bijvoorbeeld Europark). In de volgende paragrafen wordt nader ingegaan op de huidige situatie in de regio. Ter toelichting op Figuur 2.1: De getrokken cirkel van 25 kilometer rondom de terminal betreft een eerste logische en natuurlijke afstand om containers en overige laadeenheden aan/af te voeren naar/van de terminal in Coevorden. Voor grensoverschrijdende binnenvaart
terminals
volumes
bedraagt
van
in
MCS
de
Meppel
afstand en
circa
CTT
in
70-75
km.
Hengelo
De
liggen
respectievelijk 60 en 70 kilometer van ETC verwijdert. Met beide operators worden verkennende gesprekken gevoerd met als doel te komen tot het gezamenlijk optimaliseren van de vervoersketens. De overtuiging in de markt is sterk groeiende dat spoor en binnenvaart samen een sterke en toekomstvaste combinatie kunnen vormen.
R20110164.doc 7 juli 2011
13
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Figuur 2.1
Clusters en bedrijven in de Dryport regio
Bron: Rob Spierings, Kwartiermaker Dryport Emmen-Coevorden
2.5 In
Ontwikkelingen in de regio de
volgende
paragrafen
wordt
een
beeld
geschetst
van
zowel
de
ontwikkelingen in Coevorden als in Emmen.
2.5.1 Europark en Euroterminal Coevorden Het geplande Europark is 350 ha en is gelegen op de grens van Nederland (120 ha) en Duitsland (230 ha). De trimodale Euro Terminal
Coevorden
overslagcentrum van
(ETC) het
maakt
deel
bedrijventerrein
uit
van
het
Europark
regionaal
Coevorden–
Emlichheim. Via ETC vindt met name uitwisseling plaats van goederen tussen vervoersmodaliteiten over de weg en per spoor. Met twee spoorterminals (een derde is in ontwikkeling) worden onder meer containers verladen via de Bentheimer Eisenbahn. De Duitse spoorwegonderneming Bentheimer Eisenbahn (BE) voert de directie over de exploitatiemaatschappij ETC (op de Nederlandse zijde) en is een van de belangrijkste aandeelhouders. Via de ETC krijgt de regio aansluiting op het Trans-Europese goederenvervoernetwerk van Kombiverkehr en het Duitse systeem van ‘Güterverkehrszentren’, GVZ. Met deze formele Duitse status (toegekend op 17 juni jl.) krijgt het grensoverschrijdende bedrijventerrein bij Coevorden een bevoorrechte positie in het Duitse overheidsbeleid op het
R20110164.doc 7 juli 2011
14
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
gebied van transport en logistiek. Als GVZ krijgt het Europark bijvoorbeeld ook verwijzingen vanaf de Duitse autobahn en gaat het deel uitmaken van promotieen acquisitienetwerken. Minister President McAllister van Niedersachsen plaatste een persbericht (10 mei 2010) over Duits-Nederlandse samenwerking op zijn website, en ging daarbij in op de toekenning van de GVZ-status. Met de toekenning van de GVZ-status voor het Europark en de EuroTerminal Coevorden krijgt
het Dryport-concept
van
Emmen
belangrijke steun van de Duitse overheid. (.....)
en
Coevorden
een
Ook de Minister President
van Niedersachsen, David Mc Allister, die op 17 augustus 2011 samen met z'n ambtsgenoot van Sleeswijk Holstein op werkbezoek komt op het Europark en de EuroTerminal Coevorden, noemt het Europark op z'n website een goed voorbeeld
voor
versterking
van
de
economische
vervlechting
over
de
landsgrenzen heen: "Bereits heute gäbe es viele Projekte und Beispiele für die niedersächsischniederländische Coevorden
Partnerschaft.
Emlichheim"
Beispielhaft
(Landkreis
genannt Grafschaft
sei
das
„Europark
Bentheim),
ein
grenzüberschreitendes Industriegebiet und Paradebeispiel für die starken wirtschaftlichen Verflechtungen über Grenzen hinweg.".... „Auf
dieser
Partnerschaft
Grundlage weiter
wollen
ausbauen",
wir
die
betonte
niedersächsisch-niederländische David
McAllister.
Besonderes
Augenmerk verdienen dabei die Themen EU-Strukturförderung, Wirtschaft und Energie, Infrastruktur, Bildung, Forschung sowie Tourismus und Kultur.“ Bron: .http://www.david-mcallister.de/presse-archiv_6528301.php?page=2150
ETC legt ten behoeve van Procter & Gamble een interne baan aan. Deze zal in juli 2011 gereed zijn voor gebruik. Belangrijke overweging bij het nemen van deze beslissing is het verder terugdringen van CO 2 . Uitvoerige berekeningen zijn uitgevoerd door het Energiebureau Zuidoost Drenthe. Bij de berekeningen is gebruik gemaakt van de CO2 -prestatieladder van ProRail en het CE-rapport STREAM versie 2.0. In Tabel 2.1 worden de belangrijkste kenmerken van Europark Coevorden samengevat. In de erna volgende paragrafen worden diverse aspecten nader toegelicht.
R20110164.doc 7 juli 2011
15
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
O v e r z i c h t k e n m e r k e n E ur o p a r k - T e r mi n a l C o e v o r d en Tabel 2.1
Belangrijkste kenmerken Europark
Huidige stand van zaken en Kenmerk
Details
eventuele knelpunten
Grensoverschrijdend,
•
120 ha op Nederlands
Beschikbaarheid ruimte 2011:
grondgebied
•
modern gemengd
Nederlandse zijde:
•
Nat bedrijventerrein 18 ha
•
230 ha op Duits grondgebied
•
•
Kavels op maat (minimaal 1
Beschikbaar in de industrie-
ha) tegen concurrerende
haven:
tarieven
•
•
grotendeels uitgegeven Duitse zijde: 90 ha
13 ha
Vanaf enkele kavels aansluiting op spoor mogelijk
Type bedrijvigheid:
Duurzaamheid. Streven is naar
Duitse status als
bedrijven actief in
onderlinge samenwerking en
GüterVerkehrsZentrum
sectoren als food, feed &
synergie-effecten: hergebruik
Duitse zijde:
agro-business en bio-
reststoffen en restwarmte,
•
energie, chemie,
bundeling van goederenstromen
bedrijven: GI3
kunststofindustrie,
over spoor en water
(bouwhoogte 45 meter en
assemblage &
Toegestane bouwdichtheid: 80%
maximale geluidsproductie
metaalbouw, bouw &
zwaarste categorie
75 db(A))
betonindustrie,
•
energieproductie en
lichtste categorie: GE1 (bouwhoogte van 12 tot
transport & logistiek
20 meter en maximaal 50 db(A)) Nederlandse zijde: •
nog beschikbaar B3 bouwhoogte van 8 tot 15 meter. Parkinwaarts categorie B4 en een bouwhoogte van 45 meter
Ontsluiting trimodaal
• •
Twee spoorterminals (derde
•
mogelijk, maar thans niet
Treinshuttle dienst met
in gebruik
Rotterdam (5*/week) en
•
Ludwigshafen (5*/week), NS: Zwolle – Mariënberg –
is beperkt •
Coevorden • •
Bentheimer Eisenbahn:
Duitse
Rheine- Coevorden
spoorwegknooppunt
DB: Rheine-Duits/Europees
Rheine ligt ca. 50 km van
Toegang tot internationaal
Coevorden •
netwerk Kombiverkehr GmbH
R20110164.doc 7 juli 2011
Aanleg interne baan voor Procter & Gamble
•
spoornetwerk •
Capaciteit van de spoorlijn Zwolle-Coevorden-Emmen
Stettin (3*/week) •
Treinshuttle Amsterdam is
in ontwikkeling)
Capaciteit kanaal AlmeloCoevorden te berperkt
& Co. KG. Verbonden met 21
•
Diepte haven 3,5 m
Europese economische centra
•
De industriehaven wordt
16
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Huidige stand van zaken en Kenmerk
Details
•
eventuele knelpunten
Directe spooraansluiting industriehaven (ROC)
momenteel niet gebruikt •
Weginfrastructuur
•
Haven met kadelengte 525
Europark berekend op
meter
intensief en zwaar
•
A37: Zwolle - Hoogeveen -
vrachtverkeer.
Coevorden - Meppen (D)
Hoofdontsluiting park
A31: Ruhrgebied – Meppen –
vierbaans, uitbreiding
Emden - Bremen/Hamburg
capaciteit wegennet naar
• •
N34: Zwolle - Hardenberg – Coevorden – Groningen
• •
•
toekomst vereist •
Aan Duitse zijde wens
N36: Enschede - Almelo –
extra vrachtstrook
Hardenberg
(A30/A1) en inrichting
B403: Nordhorn – Neuenhaus
‘Rollende Landstraße’,
- Emlichheim – Coevorden
waarbij ook op zondag
Wegennet beschikbaar voor
containers op het spoor
het vervoer van gevaarlijke
overgeslagen kunnen
stoffen, onderdeel van het
worden
Kwaliteitsnetwerk Goederenvervoer
•
Verbindingen met de NLse zeehavens (Rotterdam en Amsterdam) en de Noord Duitse havensteden
Overslagcapaciteit:
Overslag spoor 2010: 30.000 TEU
Prognose voor 2011 ruim
60.000 TEU ofwel 2,5
(1.250.000 ton)
36.000 TEU (Rotterdam laat in
miljoen ton/jaar Faciliteiten
1 e halfjaar verdubbeling zien) •
4,5 km rangeerspoor voor 4
•
•
goederentreinen
Twee laadsporen van 650 meter en een in-/uitrijspoor
•
Open en overdekte perrons
•
Laad- en opslagruimte van 29.000 m 2
•
Bevoorradings- en opslagruimte voor lege
van 640 meter •
Ruimte voor het rangeren en koppelen van
complete treinshuttles
containers •
Onderhoud en reparatie containers
Twee mobiele kranen (tot 40 ton)
Bron: Diverse regionale bronnen, bewerking NEA
R20110164.doc 7 juli 2011
17
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
B e r e i k b aa r h e i d e n h ui d i g e o v e r s l a g In 2010 werden circa 30.000 TEU per spoor op de Europark-Terminal
Coevorden
overgeslagen.
Dat
komt overeen met 30.000 vrachtwagentransporten (300.000
ton,
rond
de
honderd
vrachtwagenladingen per dag). De te vervoeren goederen
omvatten
onder
andere
aardappelen,
diervoeder, granulaat, hout, turf, harspoeder, staal, enz.
Hierbij
bereikt
transportvolume
Italië,
circa 13%
35%
van
Engeland,
het 20%
Duitsland, 15% het Verre-Oosten, 5% Oostenrijk, 3% Spanje, 3% Hongarije, en 6% andere landen van bestemming. In
2007
is
de
tweede
fase
van
de
Europark-Terminal
gerealiseerd
(zie
afbeelding). Dit betrof het bouwrijp maken van 92 ha op Duits grondgebied, uitbreiding van de railcontainerterminal, w.o. een spoor tot aan de havenkade. Hiermee werd de capaciteit van de terminal verhoogt van 20.000 naar 60.000 TEU per jaar. Op Nederlandse zijde is nog ca. 4 ha vrij beschikbaar. Op Duitse zijde ca. 10 ha. Hier staat de afvalenergiecentrale, de betonfabriek BBE en de kunststofrecycler van Morsinkhoff. Hier is Intergas (cv-ketels) in aanbouw en liggen plannen klaar voor o.a. productie van diverse duurzame energievormen. Fase drie betreft het bouwrijp maken van 90 ha en de derde ontsluitingsweg op de B403 (mogelijk met doortrekking naar de N34 (Hardenberg – Emmen). De aanleg van de hoofdontsluitingsweg en uitbreiding van de terminal met een 800 meter opstelspoor zal waarschijnlijk in de 2e helft 2012 van start gaan. Fase 4 van het park is het resterende stuk van ca. 80 ha aan de zuidkant, geheel op Duits grondgebied. Hier wil men kleinere, ambachtelijke bedrijven, als buffer tussen het woongebied en de industrie. De geplande overslaginstallatie is berekend op een verwacht verkeersaanbod van 60.000 TEU en daarom uitgerust met elk twee circa 650 meter lange laadsporen, een aanvoerspoor en afvoerspoor met een bruikbare lengte van 640 meter, een rangeerspoor voor lege- en defecte wagons, een verbindingsspoor naar de nieuwe haven, een laad- en opslagruimte met een afmeting van circa 29.000 m² met passende rijd- en laadruimte tussen de beide laadsporen, en een lektank. Voor de overslagactiviteiten zijn twee mobiele hijskranen beschikbaar. Het terminalpark is van maandag tot en met vrijdag van 06:00 uur tot 22:00 uur, en op zaterdagen van 06:00 uur tot 12:00 uur in bedrijf. Indien de omstandigheden dat vragen, kan de openstelling verlengd worden.
R20110164.doc 7 juli 2011
18
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Weg De
weginfrastructuur
van
het
Europark
is
berekend op intensief en zwaar vrachtverkeer. Snelle aansluiting op de A37 (Zwolle/Meppen – binnen
10
minuten),
de
A31
(Emden/Ruhrgebied – binnen 20 minuten) en N34.
De
hoofdontsluiting
van
het
park
is
vierbaans, uitbreiding capaciteit wegennet is naar de toekomst vereist.
Spoor Vanuit
Coevorden
bestemmingen
in
aangeboden
worden
verbinding
van/naar
Rheine).
Hiermee
kunnen
Zuid
en
(w.o.
diverse
Oost een
Europa
dagelijkse
Ludwigshafen ontstaat
o.a.
via een
aansluiting met treinen naar Italië (36 uur) en is tevens een treindienst naar Scandinavië in ontwikkeling.
Op dit moment rijden er 5 shuttletreinen per week tussen Coevorden en Rotterdam v.v., gereden door tractieleverancier Rotterdam Rail Feeding (RRF). De verwachting is dat op termijn de Bentheimer Eisenbahn (BE) zelfstandig zal doorrijden tot aan Kijfhoek waarna RRF het havenproces en de bediening van terminals zal verzorgen. In Rotterdam doet de shuttle RSC Waalhaven, NSF en ECT Delta, Euromax aan, maar ook andere terminals zijn mogelijk. Vanuit Coevorden worden/kunnen diverse
bestemmingen
verder
in
Zuid
en
Oost
Europa
bediend
worden
(waaronder een dagelijkse verbinding van/naar Ludwigshafen via Rheine). Tevens loopt er 3 keer per week een complete trein bio-ethanol van de Duits/Poolse grens (Pinnow) naar Coevorden onder regie van H & S Logistic BV. Barneveld. Dit restproduct wordt deels na bewerking per silowagen naar de afnemers vervoerd. Belangrijk voor het Dryport-concept is dat de capaciteit van de spoorlijn ZwolleCoevorden-Emmen wordt verhoogd. Samen met de provincie en ProRail wordt naar oplossingen hiervoor gezocht.
R20110164.doc 7 juli 2011
19
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Binnenvaart In
2003
is
in
Coevorden
op
het
industrieterrein De Heege (naast het Europark) aangelegd,
een het
industriehaven
Regionaal
Overslag-
centrum (ROC), ook wel Inland Port Coevorden-Emlichheim
genaamd.
De
verwachtingen ervan waren hoog. De industriehaven maakt deel uit van het trimodale
Regionaal
Overslagcentrum
(ROC) op het industrieterrein Europark te
Coevorden.
Het
enkelspoor
dat
parallel aan de noordzijde van de haven loopt, ligt ook op het ROC. Dit spoor is van de Bentheimer Eisenbahn, die de betreffende strook grond gekocht heeft. G e v e s t i g de b e d r i j v e n De vestiging van grote industriebedrijven vormt een belangrijke basis voor het opzetten van duurzame en regelmatige verbindingen tussen de zeehaven(s) en Europark-Terminal
Coevorden.
Voor
de
regio
belangrijke
sectoren
zijn:
papier/karton (bv. Eska Graphic Board, Bannink Golfkarton), agrarisch (bv. Emsland-Stärke GmbH (melen), Jiffi (potgrond) en Avebe (aardappelzetmeel)), diervoeders (IAMS Europe en Coevorden Ingredient Care), chemie (DSM) en logistieke dienstverlening ten behoeve van deze sectoren (Graaco, NijhofWassink, Den Hartogh Liquid Logistics). Logistiek dienstverlener Graaco B.V. Graaco is eind 2009 ontstaat uit een doorstart en is op het kaartje bij het ROC nog afgebeeld onder de naam “de Vries”. Graaco
vervult
voor
opdrachtgevers
deels
een
gateway
functie en biedt value added diensten aan zoals het lossen van containers, palletiseren, silo opslag en verbulken & omverpakken. Graaco beschikt over 220.000 m² grondoppervlakte waarvan 70.000 m² bebouwd met warehouses en 55.000 m² beschikbare bouwgrond. Graaco vervoert zowel complete ladingen als deelladingen over de weg als per shortsea en beschikt over een spooraansluiting. Zo rijdt er 3 keer per week een trein tussen Pinoff en Coevorden. Graaco zou gebruik kunnen maken van barge transport via de industriehaven en via een kade direct vanaf de warehouses. Zowel containertransport als conventionele wagons verzorgen het vervoer via het spoor.
Graaco
maakt
enkele
keren
per
week
gebruik
van
de
dagelijkse
treinverbinding van en naar Rotterdam en ook met andere delen van Europa onderhouden zij een frequente verbinding. Agrologistiek wordt gezien als een belangrijk speerpunt van de regio. Daarom heeft Graaco recentelijk ook ALECC opgericht: Agro Logistiek Expertise Centrum Coevorden.
R20110164.doc 7 juli 2011
20
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Graaco vervoert met ingang van 1 januari 2011 het volledige Oost-Europa pakket van Eska Graphic Board in Hoogezand/Sappemeer (wereldleider op het gebied van grafisch karton). Hieronder vallen alle landen in het voormalige Oostblok, vanaf de Oost-Duitse grens. Graaco en Eska hebben hiertoe op 14 december 2010 een contract getekend met een looptijd van minimaal twee jaar. In het begin zal al het vervoer over de weg worden uitgevoerd. Nadrukkelijk is afgesproken, dat gezocht zal worden naar mogelijkheden van de inzet van andere modaliteiten, zoals het spoorvervoer. Hierbij zoekt Graaco ook de combinatie met lading van andere opdrachtgevers, zoals Procter & Gamble. Graaco heeft veel vervoer naar Scandinavië en is dan ook zeer geïnteresseerd in een nieuwe treinverbinding op Scandinavië vanaf Coevorden/Rotterdam. Logistiek dienstverlener Kombiverkehr GmbH & Co. KG Om ook in de toekomst de verbinding van Coevorden met de Europese bedrijvencentra te kunnen verbeteren, maakt de Europark-Terminal Coevorden gebruik van het internationale net van de Kombiverkehr GmbH & Co. KG, Frankfurt.
Door
respectievelijk
deze
mogelijkheden
Coevorden,
over
beschikt
treinverbindingen
de
Europark-Terminal, met
21
Europese
bedrijvencentra; o.a. worden Ludwigshafen, Verona, Salzburg, Wels, Warschau, Kiel en diverse andere bestemmingen van Kombiverkehr bediend. Nijhof-Wassink Nijhof-Wassink is ruim 35 jaar gespecialiseerd in silotransport. De markten die Nijhof-Wassink bedient zijn de petrochemie, zetmeel en mineralenmarkt. Nijhof Wassink
werkt
met
een
sterk
Europees
netwerk,
met
name
gericht
op
Scandinavië, Centraal- en Oost- Europa. Nijhof-Wassink is sterk groeiend in de multimodale sector. Containertransporten maken een steeds groter deel uit van het vervoerspakket. Nijhof Wassink beschikt over terminallocaties in Coevorden, Hengelo, Rotterdam en Kutno-Polen. IAMS Europe Iams is producent van droge honden- en kattenvoeding in onder andere Coevorden. Iams maakt onderdeel uit van Procter & Gamble Pet Care. De vestiging van het Amerikaanse bedrijf IAMS Petfood (honden- en kattenvoer, tegenwoordig onderdeel van Procter & Gamble Pet Food) was het eerste grote succes van het Europark. De acquisitie van grootschalige bedrijven zoals dierenvoerfabriek IAMS versterkte de wil en de noodzaak om op het Europark een industriehaven aan te leggen. De gemeente Coevorden had aan IAMS bij de acquisitie toegezegd dat een dergelijke haven er zou komen, omdat dit bedrijf zijn aan- en afvoer deels over het water wilde organiseren. Tot op heden heeft IAMS geen gebruik gemaakt van het ROC omdat het zijn transport over het spoor en de weg vervoert. Iams maakt voor het transport zowel gebruik van weg- als van spoorvervoer. Momenteel gaan op jaarbasis zo’n 6.000 containers van de locatie naar Rotterdam (1/3 over de weg en 2/3 per spoor, dedicated). Deze overstap naar het spoor heeft in de regio bijgedragen aan de sociale acceptatie van de fabriek in Coevorden. Voor Procter & Gamble is duurzaam transport erg belangrijk. Zij zijn
dan
ook
steeds
op
zoek
naar
nieuwe
mogelijkheden
om
verder
te
verduurzamen.
R20110164.doc 7 juli 2011
21
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Eerder uitgevoerd onderzoek gaat uit van een reductie van CO2-uitstoot per spoor ten opzichte van weg met een factor 5 tot 6,5. Bij de overstap naar intermodaal vervoer heeft Procter & Gamble geen economische concessies hoeven
doen.
Transit
tijden
zijn
minimaal
vergelijkbaar
en
extra
betrouwbaarheid is bereikt door robuustheid en flexibiliteit. De capaciteit van ingezette treinen wordt volledig benut. Om verder te kunnen opschalen naar spoor staat Procter & Gamble ook open voor samenwerking met derden. Met name op retourtrajecten wanneer de beschikbare capaciteit nog niet ten volle benut wordt. Voor het netwerk als geheel zijn de kosten en transittijden gelijk aan dan wel beter dan in de situatie met uitsluitend wegvervoer7. Om de spoorambities van Procter & Gamble verder te ondersteunen legt ETC een interne baan aan. Deze zal in juli 2011 gereed zijn voor gebruik. Wildkamp Technische Groothandel Wildkamp heeft zich recentelijk gevestigd in Coevorden op een terrein van 30 ha. Hier zit zowel het hoofdkantoor als het centraal dc voor alle filialen. Vanuit het nieuwe distributiecentrum in Coevorden worden de ruim veertig verkoopfilialen in Nederland bevoorraadt. Wildkamp heeft de ambitie uit te groeien naar tachtig Nederlandse filialen met daarbij een franchiseformule voor buitenlandse filialen, die ook vanuit Coevorden zullen worden bevoorraad. Bron: www.logistiek.nl
2.5.2 Werkas Emmen Werkas
Emmen
bestaat
uit
bedrijventerrein Bargermeer, het Bedrijvenpark A37 en het nog te realiseren
ertussenin
gelegen
bedrijventerrein Bargerpoort. Met dit
terrein
krijgt
aaneengesloten
Emmen
een
bedrijventerrein
van Emmen tot Klazienaveen van ruim 1.000 ha. Hier is ruimte voor praktisch
iedere
vorm
van
bedrijvigheid, van (internationale) logistiek, Added
warehousing,
Logistics,
grootschalige
Value
import/export,
detailhandel,
lichte
maakindustrie
tot
en
met
industriële
bedrijvigheid milieucategorie 6 . Hier bevindt zich ook de EMMTEC-locatie. In 8
totaal zijn een kleine 7.000 bedrijven op de Werkas gevestigd.
7
8
Procter & Gamble, Application Form The “Intermodal Award of best practices”, Edition 2009 Gemeente Emmen, Dienst Beleid, Sociaal Economische Ontwikkeling, Feiten en Cijfers 2010, februari 2011
R20110164.doc 7 juli 2011
22
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Visie Werkas Emmen-Klazienaveen9 In 2020 vormt de Werkas een divers werklandschap dat zal zijn opgebouwd uit verschillende bedrijfsmilieus. Voor de verschillende deelgebieden en zones op de Werkas betekent dit onder andere dat: •
de EMMTEC-locatie in 2020 een optimale omgeving biedt voor hoogwaardige productiebedrijven in (bio-)chemie en kunststoffen. Op de locatie hebben zich
nieuwe
ingevuld
bedrijven gevestigd
door
optimaal
gebruik
die
het
maken
thema van
duurzaamheid de
hebben
voorzieningen
en
dienstverlening; •
in 2020 is het tussengebied Bargerpoort ontwikkeld is tot een nieuw duurzaam bedrijvenlandschap;
•
op het Bedrijvenpark A37 gevestigde bedrijven een sterke op het wegverkeer gerichte logistieke component in de bedrijfsvoering hebben. Langs de zichtas A37 is een attractief snelwegpanorama tot stand gekomen.
In Tabel 2.2 worden de belangrijkste kenmerken van Europark Coevorden samengevat. In de erna volgende paragrafen worden diverse aspecten nader toegelicht.
9
Gemeente Emmen, Structuurvisie werklocaties Emmen 2020, Deel 2: Bedrijventerreinenstructuurvisie
R20110164.doc 7 juli 2011
23
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Tabel 2.2
Overzicht kenmerken Werkas Emmen
Kenmerk
Details
eventuele knelpunten
Bovenregionaal, modern
Aaneengesloten
Per eind 2010 nog circa 75 ha
gemengd
bedrijventerrein van Emmen
uitgeefbaar. Bargerpoort nog
tot Klazienaveen van ruim
te realiseren
1000 ha, 72% van de
Volgens analyse van
oppervlakte aan
Oranjewoud zal Emmen vanaf
bedrijventerrein in Emmen
2017 (mogelijk later) geen
Huidige stand van zaken en
bedrijventerrein meer op voorraad hebben Type bedrijvigheid: bedrijven
Duurzaam
actief in sectoren als zware
productieknooppunt (zware
industrie (milieucategorie 6),
industrie) en logistieke
logistieke dienstverlening,
dienstverlening. Nationale
energie, import/export,
uitstraling met vestigingen
grootschalige detailhandel,
van internationale bedrijven
lichte maakindustrie
en belangrijke functie voor lokale en regionale bedrijven
Ontsluiting multimodaal
Goede snelwegaansluitingen,
•
zowel in Nederland als naar
Bargermeer via de N862
Duitsland Het EMMTEC-terrein direct
Verbetering ontsluiting (Emmen-Klazienaveen)
•
Realisatie verbeterde
aan de Rondweg en beschikt
doorstroming,
over eigen
verbindende infra-
spoorwegaansluiting
structuur en verbinding ten zuiden van de A37
•
Opzet van satellietrailterminal als onderdeel van de Dryport, langs de spoorlijn Emmen – Coevorden op het industrieterrein Bargermeer. Deze beoogde railterminal dient een brede regiofunctie te krijgen met o.a. mogelijkheden voor op- en overslag van empties op een nabij gelegen ‘empty depot’
Faciliteiten
Via EMMTEC Services hebben
truck facility centrum in
de bedrijven de beschikking
ontwikkeling
over elektriciteit en aardgas, waterzuiveringsinstallatie, engineering, onderhoud, telecommunicatie Bron: Diverse regionale bronnen, bewerking NEA
R20110164.doc 7 juli 2011
24
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
2.5.3 EMMTEC Industry & Business Park en EMMTEC-Zuid EMMTEC is op te delen in twee delen, namelijk het EMMTEC Industry & Businesspark en EMMTEC-Zuid. Beide EMMTEC terreinen richten zich specifiek op de procesindustrie. Het EMMTEC
terrein
ligt
direct
aan
de
Rondweg
en
heeft
een
eigen
spoorwegaansluiting. Het EMMTEC Industry and Businesspark beschikt over een eigen energie- en warmtevoorziening, en eigen waterleidingnet en netwerk voor stoom en samengeperste lucht. Ook heeft het terrein een eigen waterzuivering met grote capaciteit. Bedrijven op het park kunnen voor diverse zaken een beroep doen op EMMTEC Services. Dit is een facilitair bedrijf met diensten van bewaking en catering tot onderhoud en engineering van complete technische installaties. EMMTEC Industry and Businesspark biedt nog mogelijkheden voor nieuwe bedrijven in bestaande gebouwen.
Het accent van Emmtec Industry &
Business Park (in eigendom van NUON en een oppervlakte van circa 120 ha) ligt op de chemische industrie en op de productie van kunststoffen en geavanceerde materialen, veelal energie-intensieve ondernemingen. EMMTEC-Zuid, in eigendom van de gemeente Emmen en een oppervlakte van circa 20 ha is door de gemeente ontwikkeld en uitsluitend bestemd voor procesgerelateerde
productieactiviteiten
waaronder
chemie,
kunststoffen
en
food. Hier is bijvoorbeeld het Aziatische bedrijf Jellice Pioneer Europe (producent van hoogwaardige gelatine) gevestigd. Bedrijven op dit terrein kunnen gebruik maken van een breed scala aan diensten en utilities van EMMTEC Services. G e v e s t i g de b e d r i j v e n EMMTEC Logistiek EMMTEC Logistiek is een afdeling van EMMTEC Services, onderdeel van Nuon (tak Industrieparken), onderdeel van het Zweedse Vattenfall. EMMTEC Logistiek verzorgt
warehouse
en transportactiviteiten
voor
klanten op
het
EMMTEC
Industry & Busines Park en voor derden. Er vindt inslag, opslag en uitslag van grond- en hulpstoffen, eindproducten, technische - en verpakkingsmaterialen plaats. Tevens voert EMMTEC Logistiek activiteiten uit voor het hergebruik en recyclen van verpakkingsmateriaal voor klanten op het EMMTEC Industry & Business Park. Het externe transport wordt uitgevoerd door het beroepsvervoer. De verwachting voor 2011 is een stijging van 7% van de volumes van 2010. Voor de jaren na 2011 voorziet EMMTEC Logistiek een stijging van tussen de 5 en 10% per jaar. De op EMMTEC Industry and Businesspark gevestigde bedrijven zijn: Colbond, Teijin Aramid, Morssinkhof Plastics Emmen, DSM Advanced Polyesters, DSM Engineering Plastics, Flex Fertilizer System, SunOil Biodiesel, Plastinum Polymer Technologies, Applied Polymer Innovations Emmen, Dutch Polymer Handling en Emleen Industrial Fibers.
R20110164.doc 7 juli 2011
25
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Sunoil Biodiesel Sunoil Biodiesel is opgericht in 2005, als eerste en één van de meest moderne biodieselfabrieken van Europa. De fabriek is in augustus
2006
opgestart
en
sindsdien
wordt
er
biodiesel
geproduceerd conform de Europese kwaliteitsnorm EN 14214. De fabriek heeft een capaciteit van ca. 70.000 ton oftewel ca. 80 miljoen liter. Sunoil levert dagelijks duizenden liters biodiesel aan de Noordwest Europese markt. Bron: www.sunoil-biodiesel.com Teijin Aramid Teijin
Aramid
is
wereldwijd
toonaangevend
producent
van
aramides. De vier hoogwaardige aramides Twaron®, Sulfron®, Teijinconex®
en
Technora®
worden
toegepast
in
vele
verschillende markten, waaronder de automobielindustrie, scheepvaart, civiele techniek, olie- en gasindustrie. Daarnaast worden de aramides gebruikt in optische vezelkabels en in persoonlijke beschermingsproducten die kogel-, steeken fragmentwerend zijn. Productie vindt plaats fabrieken in Nederland in Emmen, Delfzijl en Arnhem en in Japan in Matsuyama en Iwakuni. Teijin Aramid maakt deel uit van de Teijin Groep: een wereldwijd opererende, technologisch gedreven groep. De Teijin Groep levert synthetische vezels, films en kunststoffen, farmaceutische
producten,
producten
voor
de
gezondheidszorg,
informatietechnologie, handel en detailhandel. DSM Engineering Plastics DSM Engineering Plastics (DEP) maakt onderdeel uit van het cluster
Performance
productie
van
Materials
technologisch
en
is
gespecialiseerd
geavanceerde,
in
de
hoogwaardige
producten die zijn toegesneden op de wensen van de klant. Deze producten zijn belangrijke grondstoffen voor synthetische vezels en kunststoffen. DSM wordt gezien als een bedrijf dat een voortrekkersrol speelt bij het creëren en introduceren
van
duurzame
innovatieve
oplossingen.
De
hoogwaardige
materialen van DSM worden gebruikt in een breed scala aan eindmarkten: de automobielen
luchtvaartindustrie,
elektrische
apparaten
en
elektronica,
de
scheepvaartindustrie, sport en vrije tijd, de verf- en coating industrie en de bouwsector. Bron: Jaarverslag DSM Nederland B.V. 2010 B e r e i k b aa r h e i d e n h ui d i g e o v e r s l a g Werkas Emmen ligt vlakbij de A37 en biedt daarmee snelwegverbindingen naar de Randstad, Duitsland, Scandinavië en de Baltische Staten. Ten behoeve van het (inter-)nationale beroepsgoederenvervoer zal op Bedrijvenpark A37 onder de naam ‘Truckcentrum Emmen’ een truck facility centrum gerealiseerd worden. Dit truckcentrum
voorziet
in
bewaakte
parkeerplaatsen,
horecafaciliteiten,
brandstofpunten, een multifunctioneel reparatie-/onderhoudsservicecentrum en wasstraten voor vrachtwagens. Het centrum moet in 2011 operationeel zijn. EMMTEC Logistiek heeft twee grote klanten die gezamenlijk 80% van de goederenstroom vertegenwoordigen, te weten DSM Engineering Plastics en Teijin Aramid.
R20110164.doc 7 juli 2011
26
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Deze twee klanten maken gebruik van containers en vrachtwagens met oplegger bij transport van verpakt gereed product en grond- en hulpstoffen en bij gereed product bulk van silowagens. De containers worden gedeeltelijk verscheept naar Rotterdam of Antwerpen. Indien industrieterrein Emmen (met name
het EMMTEC Industry & Business
Park) en de directe omgeving worden ontsloten via Coevorden (op circa 25 km afstand) ontstaat er naar schatting vanuit de regio een additioneel potentieel van 20-25.000 TEU. Vervoer van/naar dit industrieterrein gaat momenteel nog uitsluitend over de weg. Het gerichter benutten van ETC als draaischijf voor nieuwe verbindingen vanaf Rotterdam met partners zal eveneens extra volume genereren. Twee nieuwe projecten zijn reeds in ontwikkeling. Weg De bedrijventerreinen in Emmen zijn goed ontsloten en kennen minimale congestie. De aansluiting met de A31 in Duitsland bevindt zich op circa 14 kilometer. Inmiddels heeft de Duitse regering besloten dat de E233 vanaf het knooppunt A37-A31 tot aan Cloppenburg omgebouwd wordt tot een volwaardige autobaan. Bij Cloppenburg sluit de weg vervolgens aan op de A1 richting Bremen-Hamburg en de Scandinavische staten. De planning is om in 2014 met de werkzaamheden te beginnen; in 2020 moet de verdubbeling zijn afgerond10. Spoor Het Emmtec Industry & Business Park in Emmen is ook met het spoor ontsloten. De lijnen Zwolle-Emmen en Almelo-Emmen vervullen hierin een belangrijke rol. Het spoor op het Emmtec Park wordt gebruikt door DSM Engineering Plastics Emmen BV en DSM Advanced Polymers BV. Transportdiensten worden uitgevoerd door Railion. Railion rijdt 1 keer per dag (in de morgen) van Almelo naar het Emmtec Park. ’s Avonds verlaat de trein het park weer. Indien noodzakelijk kunnen wagons in Coevorden worden toegevoegd. Om de groei van het goederenvervoer
verder
te
kunnen
accommoderen
wordt
gewerkt
aan
de
vergroting van de capaciteit van de lijn Zwolle-Emmen. Een andere belangrijke opgave is de realisatie van een directe zuidelijk railaansluiting van het Europark Coevorden op de spoorlijn Zwolle-Emmen. Afhankelijk van de toekomstige groei van het goederenvervoer wordt op termijn ook gedacht aan het doortrekken van het spoor Emmen-Meppen11.
Gemeente Emmen, Dienst Beleid, Sociaal Economische Ontwikkeling, Feiten en Cijfers 2010, februari 2011 11 Drentse Zuidas, De kracht van de Drentse Zuidas, oktober 2009 10
R20110164.doc 7 juli 2011
27
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
2.6
Ontwikkelingen in de omgeving
2.6.1 Algemeen Internationaal gezien versterken de Rotterdamse en de Amsterdamse haven elkaar. Veel bedrijven zijn actief in beide havens. Dat komt doordat klanten niet graag afhankelijk zijn van één haven, en op- en overslagbedrijven de keuze willen hebben uit verschillende vestigingslocaties. De mainports vormen een belangrijke basis voor werkgelegenheid, inkomsten en de toekomst van de logistieke sector in Nederland. De samenwerking tussen zeehavens Amsterdam en
Rotterdam
zal
op
het
gebied
van
de
achterlandverbindingen
verder
geïntensiveerd worden ten aanzien van spoor (Betuweroute) en binnenvaart. Om de doelstellingen voor modal spilt te halen, wordt in samenwerking met Rotterdam
gebruik
mogelijkheden
gemaakt
voor
een
van
betere
efficiënte
ICT-systemen.
planning
en
Dit
voor
biedt
meer
gecombineerde
ladingstromen van vervoerders binnen en buiten de havens. Ook uit oogpunt van risicospreiding is het voor Nederland belangrijk om twee grote
zeehavens
te
hebben.
Bij
calamiteiten
beschikken
wij
over
twee
toegangspoorten en de grote nationale energievoorraden liggen op verschillende locaties opgeslagen. De zeehavens voeren al jaren een actieve grondpolitiek en oefenen
zo
invloed
uit
op
de
vestigingsplaats(keuze)
van
bedrijven.
De
zeehavens kampen bovendien met schaarse ruimte en wordt ruimte gewonnen door te intensiveren. Bij meer activiteiten gaat het om meer doorvoer of om efficiënter ruimtegebruik. Twee grote havens zijn verder gunstig voor een duurzame ontwikkeling omdat de bestaande infrastructuur synchromodaal kan worden benut en de vervoersbelasting wordt gespreid. Veiligheid (safety en security) nemen in belang verder toe. De verbindingen met/in het achterland maken onderdeel uit van de totaal oplossing. Er
zijn
vele
spelers
op
de
logistieke
wereldmarkt:
vervoerders,
open
overslagbedrijven, distributeurs en tussenhandelaren. Onder invloed van de globalisering vormen rederijen, terminals en logistieke dienstverleners steeds vaker combinaties, of nemen belangen in elkaars ondernemingen. Rederijen beginnen bijvoorbeeld eigen terminals en binnenvaartmaatschappijen. Of ze fuseren. Schaalvergroting doet zich ook voor in scheepstypes, zowel in zee- als in binnenvaartschepen. Het gemiddelde laadvermogen van binnenvaartschepen voor droge bulk is bijvoorbeeld toegenomen van ruim 1.000 ton in 2004 tot 1.250 ton in 2009. De schaalvergroting vindt ook plaats op de weg (eco-combi’s) en het spoor (langere goederentreinen). Dit alles heeft gevolgen voor de vraag naar terreinen. Dit verklaart de vraag naar grootschalige kavels, met voldoende diepgang en met goede verbindingen per weg, spoor en water. De zeehavens zoeken naar een uitbreiding van samenwerking met andere regio’s,
om
zo
de
ontwikkeling
van
meer
trimodale
binnenvaartterminals
mogelijk te maken. De mainports hebben veel expertise op dit gebied en zijn bereid door participatie in grond en door regievoering over het bouwproces hun dienstverlening naar andere gemeenten in binnen- en buitenland te vergroten. Daarmee wordt het mogelijk meer lading van de weg naar de binnenvaart en het spoor over te hevelen.
R20110164.doc 7 juli 2011
28
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
2.6.2 Rotterdam Mei 2011 presenteerde Havenbedrijf Rotterdam de OntwerpHavenvisie ‘Port Compass 2030’.
De totale overslag van de
haven van Rotterdam bedroeg 430 miljoen ton in 2010. In het meest gunstige economische scenario, ‘Global Economy’, zal dit oplopen tot een totale overslag van circa 740 miljoen ton in 2030. Om deze extra goederenstromen te verwerken is meer ruimte nodig. Het Havenbedrijf streeft er vooral naar te groeien in
het
bestaande
efficiënter
te
gebied,
gebruiken.
door Met
de
huidige
andere
ruimte
woorden:
steeds
door
de
ruimteproductiviteit te verhogen. Er is echter ook extra ruimte nodig. Maasvlakte II zorgt voor die ruimte, in combinatie met samenwerking met omliggende havens, zoals Dordrecht en Moerdijk. Hoewel de bereikbaarheid van het achterland van de Rotterdamse haven nog steeds de beste van Europa is, zorgen groeiende ladingvolumes ervoor dat het garanderen van deze bereikbaarheid op lange termijn lastiger wordt. De bereikbaarheid van het achterland gaat een steeds grotere rol spelen in de keuze van het internationale bedrijfsleven voor een bepaalde haven. Het Havenbedrijf ziet uitbreiding van infrastructuur niet als enige oplossing, maar wil inzetten op een heel palet aan oplossingsrichtingen. Het efficiënter organiseren van het achterlandtransport, een verdergaande verschuiving in vervoerswijzen en het uitbreiden van het achterlandnetwerk maken hier deel van uit. In Nederland en Noordwest-Europa moet een netwerk ontstaan van logistieke knooppunten die met Rotterdam verbonden zijn via weg, spoor en binnenvaart. Via zo’n netwerk met ‘inland hubs’ kan lading snel en efficiënt naar de bestemming worden vervoerd. De inland hubs moeten zich ontwikkelen tot toegangspoorten van de haven, waar bijvoorbeeld de Douane al goederen kan controleren. Inland terminals functioneren als extended gates: activiteiten die niet in Rotterdam hoeven plaats te vinden, vinden deels hier plaats. Om de verwachte groei te accommoderen zal ook de capaciteit van het netwerk van intermodale inland terminals flink moeten worden vergroot, door uitbreiding van bestaande terminals en aanleg van nieuwe. De ontwikkeling van zogenoemde transferia aan de rand van de Rijnmond zal de groei van het goederenvervoer over de weg in de Rijnmond afremmen. In het spoorvervoer en de binnenvaart functioneren
Venlo
en
Duisburg
nu
al
als
belangrijke
knooppunten.
De
ontwikkeling van binnenvaartterminals in Alphen aan den Rijn en Alblasserdam (transferium) is een volgende stap. Uiteindelijk moet er een dekkend Europees netwerk met intermodale inland hubs komen. Tevens wordt sterk ingezet op het verschuiven van weg-, naar binnenvaart- en spoorvervoer, met name door het anders organiseren van het containervervoer. Nu worden nog veel containers op de zeeterminals gesorteerd, en vanaf daar direct naar de bestemming gebracht. Het sorteren van containers kan ook in het achterland, bijv. op containertransferia en inland terminals. Dikke stromen ongesorteerde containers worden met de binnenvaart naar locaties als Alblasserdam en Duisburg gebracht. Daar worden ze gesorteerd en per schip, trein of vrachtwagen naar hun eindbestemming gebracht.
R20110164.doc 7 juli 2011
29
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
2.6.3 Amsterdam De Havenvisie van Amsterdam is op 19 november 2008 door de Gemeenteraad vastgesteld. Hierin staat schaarste centraal
als
uitgangspunt
om
de
ambities
te
verwezenlijken. Amsterdam slaat een breed pakket aan goederen over. Geclusterd zijn de volgende hoofdsectoren in Amsterdam actief: Kolen, Olieproducten, Containers, Food (cacao, koffie, vis, soja, vruchtensappen en agribulk), Bouwproducten (zand, grint, mineralen, beton, hout) en Cruise. Een aantal sectoren is in de Amsterdamse haven juist niet aanwezig, petrochemie, vloeibaar gas (LNG) en ruwe olie bijvoorbeeld ontbreken. Agribulk en droge bulk zijn traditioneel sterke sectoren in Amsterdam, die voor veel werkgelegenheid zorgen. De totale overslag van zeehavens Amsterdam bedroeg 90 miljoen ton in 2010. In het meest gunstige economische scenario, Global Economy, zal dit oplopen tot een totale overslag van circa 194 miljoen ton in 2030 (er vanuit gaande dat er een nieuwe sluis is aangelegd). Binnenvaart en spoor vervullen voor Amsterdam een belangrijke functie in de achterlandverbindingen.
Vooral
in
het
vervoer
naar
Rotterdam,
Noordoost
Nederland en Duitsland. De waterverbinding met Almere en Noordoost Nederland is goed. Almere is een van de steden die in de toekomst als een extra hub voor Amsterdam kan fungeren. In de haven worden nieuwe short sea lijndiensten opgezet naar de Baltische staten, Rusland, Portugal, Spanje en het Middellandse Zeegebied. Het spoor is voor Amsterdam met name van groot belang voor het transport van kolen. Via een aantakking op de Betuweroute kunnen goederen vanuit Amsterdam naar Duitsland worden getransporteerd. Veel bedrijven in de Amsterdamse haven zijn per spoor goed bereikbaar. Amsterdam heeft in 2008 onderzoek laten uitvoeren naar de volumes bestemd voor het natuurlijk achterland van Amsterdam: Oost en Noordoost Nederland. Het doel van dit onderzoek was om inzicht te krijgen en gemeenten langs de onderzochte
routes
(5
locaties)
te
overtuigen
van
het
belang
van
containerterminals. Voor 2008 werd het totaal aan bewegingen ingeschat op 377.000,
rekening
houdend
met
de
verkeersintensiteitmetingen
van
Rijkswaterstaat. Het aandeel 40 foot containers werd gemiddeld geschat op 50%. Het aantal TEU richting het Noorden wordt voor 2008 geschat op 286.000 TEU en vanuit het achterland naar Amsterdam op circa 280.000 TEU. Het totaal aantal TEU gekoppeld aan het aantal vervoersbewegingen komt daarmee op circa 588.000.12 Met Amsterdam zijn besprekingen gaande om de in 2009 beëindigde shuttle te herstellen. Verder wordt gewerkt aan de realisatie van een satellietterminal in Emmen, opdat een aanzienlijk deel van het volume dat nu nog over de weg gaat, in de toekomst op het spoor wordt gezet.
12
Haven Amsterdam, Intern Memo: Containertelling wegtransport Noord- en OostNederland, februari 2009
R20110164.doc 7 juli 2011
30
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Tevens is Amsterdam geïnteresseerd in de ontwikkeling van een extended gate/transferium en kijkt daarvoor ook zowel naar Coevorden als naar Meppel. Hier wordt in eerste instantie gekeken naar de mogelijkheden voor een dagelijkse verbinding per binnenvaart. Het doel van deze verbinding is om meer lading van de weg naar de binnenvaart te shiften en met name stromen uit Noordoost Nederland via Amsterdam te bundelen naar Rotterdam. Persbericht Internationale
samenwerking
tussen
Haven
Amsterdam
en
gemeente
Coevorden 3 februari 2007 Op woensdag 24 januari 2007 is tijdens een bijeenkomst in Amsterdam een samenwerkingsovereenkomst
gesloten
tussen
Haven
Amsterdam
en
de
gemeente Coevorden voor een treinshuttle tussen Amsterdam en Coevorden. Deze ondertekening komt voort uit een succesvol experiment met een treinshuttle, gestart in november 2006. De treinshuttle loopt tussen de haven van Amsterdam en de Euroterminal. Deze terminal ligt in Europark op de grens met Coevorden en het Duitse Emlichheim. In Amsterdam wordt de trein geladen bij de Ceres Container Terminal en de USA Terminal in de Amerikahaven. De overeenkomst betekent een garantstelling van de verbinding en hierdoor zal de shuttle minimaal één keer per week rijden. Lading die voor de firma IAMS,
een
bedrijf
in
diervoeding,
wordt
vervoerd,
behoort
tot
het
basispakket. De overeenkomst zal in eerste instantie lopen tot 1 november 2007. Intentie is om na deze tijd een permanente verbinding te realiseren. Eén of meerdere keren per week zal de trein gaan rijden. De treinshuttle zal moeten bijdragen aan de verdere versterking van de economie in zuidoost Drenthe. Voor Amsterdam betekent het een uitbreiding van zijn netwerk met het achterland. De verwachting is dat de verbinding binnen één jaar breakeven draait. Bron: http://www.portofamsterdam.com/smartsite17717.dws
R20110164.doc 7 juli 2011
31
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Onder de noemer “Thema’s & Projecten” is op de website van haven Amsterdam onder “Bereikbaarheid” ook het Regionaal Overslagcentrum in Coevorden benoemd. Bereikbaarheid Het beleid van het havenbedrijf is gericht op capaciteitsvergroting van de bestaande infrastructuur door een betere benutting daarvan. Maar ook de aanleg van nieuwe infrastructuur is nodig om knelpunten op te lossen evenals de ontwikkeling van nieuwe vervoersconcepten. Om
de
bereikbaarheid
te
optimaliseren
investeert
het
Havenbedrijf
momenteel onder andere in het volgende project: Regionaal Overslag Centrum in Coevorden Met zijn deelname aan de ontwikkeling van een multimodaal transportcentrum in
Coevorden
wil
het
havenbedrijf
Amsterdam
intermodale
shuttles
(regelmatige lijndiensten) ontwikkelen tussen Amsterdam en Coevorden. Deze uitbreiding van de achterlandverbindingen is van belang voor de positie van de haven als logistiek knooppunt. Gedacht wordt aan een Regionaal Overslag Centrum bestaande uit een haven met 17 hectare bedrijventerrein daar omheen en een zogeheten trimodaal overslagcentrum,
waar
vracht
kan
worden
overgeladen
op
trucks,
binnenvaartschepen en goederentreinen. Bron: http://www.portofamsterdam.com/smartsite3511.dws#link_12
Haven
Amsterdam
ziet
belangrijke
knooppunten
in
Meppel
en
Coevorden 03-12-2010
DRENTHE - De haven van Amsterdam ziet Meppel en Coevorden als een belangrijk
knooppunt
voor
goederenvervoer
per
schip
en
trein.
Het
havenbedrijf is bereid ook in Drenthe te investeren, zodra zich klanten melden die van die knooppunten gebruik willen maken. De verwachting is dat binnen tien jaar het aantal vrachtauto's op de wegen naar het noorden gehalveerd kan worden. Topman Koen Overtoom van Haven Amsterdam is al in gesprek met tal van partijen. Hij wil bijvoorbeeld toe naar pendeldiensten met containers tussen Amsterdam en Coevorden, zoals die diensten er nu al zijn tussen Amsterdam en Rotterdam. Bron: http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/54373/haven-amsterdam-ziet-belangrijkeknooppunten-in-meppel-en-coevorden
R20110164.doc 7 juli 2011
32
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
2.6.4 MCS MCS heeft terminals in Groningen en Meppel (de laatste is de grootste daaruit
binnenvaartterminal vervoeren
zij
van
containers
Noordoost naar
Nederland).
diverse
Van
zeehavens
in
Nederland onder de vlag ‘full service container logistics’. Per jaar verscheept MCS ongeveer 50.000 containers. MCS maakt zowel gebruik van binnenvaart als van wegtransport en maakt gebruik van charter schepen van 156 TEU. Vanuit Meppel en Groningen varen de schepen 24 uur per dag, 7 dagen in de week. Daardoor kan een hoge omloopsnelheid gerealiseerd worden. Er zijn vaste lijndiensten naar de havens van Rotterdam, Amsterdam en Antwerpen. MCS beschikt over een wagenpark van 8 eigen auto’s en circa 45 gecharterde. Hiermee verzorgen zij de af- en aanvoer van containers naar de gewenste locatie. In Hengelo en Pernis heeft MCS een deelneming in de terminals en daar maken zij gebruik van de beschikbare ruimte. Met
MCS
zijn
verkennende
gesprekken
gaande
over
samenwerking
en
ontwikkeling van het concept ‘synchromodaliteit’.
Voor de regio Emmen-
Coevorden
uiterst
kunnen
deze
samenwerkingsverbanden
interessant
zijn.
Hierdoor kan de regio als geheel een veel sterker logistiek product in de markt zetten en zich op vergelijkbare wijze profileren als BraBaCon dat al doet. Noordoost Nederland kan op deze wijze synchromodale diensten aanbieden met een hoge frequentie, flexibiliteit tussen modaliteiten (inclusief risicospreiding!) en betrouwbaarheid. Vanuit dit concept kan ook gedacht worden aan verdere samenwerking met CTT in Hengelo bijvoorbeeld.
2.6.5 Duitsland In het kader van dit onderzoek is nog geen uitgebreide analyse van het Duitse potentieel gemaakt. Uit enkele gesprekken die door NEA zijn gevoerd, komt echter naar voren dat bedrijven die thans gevestigd zijn op het Nederlandse deel van het Europark de blik nog niet sterk op ladingpotentieel vanuit Duitsland gericht hebben. Zij geven aan in de toekomst zeker te willen kijken naar de mogelijkheden
om
ook
lading
uit
de
Noord
Duitse
zeehavens
te
willen
aantrekken. In eerste instantie kan hierbij gedacht worden aan Ludwigshafen, waarvandaan nu al vijf maal per week een trein komt. In 2009 is door Logistic Network Consultants (LNC) onderzoek gedaan naar de potentie van GVZ Coevorden-Emlichheim. Door LNC zijn de logistieke hotspots in de directe (Duitse) omgeving van het Europark vastgesteld. Dit zijn GVZ Emsland/Dörpen, Eurohafen Emsland, GVZ Lingen en GVZ Rheine. Deze gelden eveneens voor de Dryport. De enige hostspot waar mogelijk concurrentie ontstaat is vanuit de Drentse Zuidas met Eurohafen Emsland. Hier komen mogelijk de terminals van MCS en CTT in concurrentie met de Eurohafen. Over het algemeen concludeert LNC dat de benoemde logistieke hotspots de Dryport aan vullen, dan wel synergie vertonen. Momenteel lopen er vanuit de Dryport en de Drentse Zuidas gesprekken met marktpartijen voor het opzetten van nieuwe diensten. Hierbij kan ook gedacht worden aan de Noordtak van de Betuweroute. Momenteel wordt onderzocht of deze Noordtak via Oldenzaal kan lopen.
R20110164.doc 7 juli 2011
33
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Een andere optie is om de 40 km meer noordelijk gelegen aansluiting op het bestaande net (via Coevorden) met nog beschikbare capaciteit als alternatief te onderzoeken. Deze optie kan mogelijk sneller operationeel gemaakt worden, mede daardoor aanzienlijk in kosten besparen en kansen bieden voor Dryport Emmen–Coevorden.
2.7
Conclusies
Anno 2011 kan geconcludeerd worden dat de regio goed op weg is en bewijst internationale spelers aan te kunnen trekken actief in voor Nederland belangrijke economische
sectoren
als
food
&
feed,
bio-energy,
chemie
en
logistieke
dienstverlening ten behoeve van deze sectoren. Naast deze focus op sectoren is ook de focus op het verzorgingsgebied (het achterland) van groot belang. De twee jongste terreinen van Coevorden, Leeuwerikenveld II en het Europark en de ontwikkelingen aan de Werkas Emmen, bieden voor de komende jaren voldoende vestigings- en groeimogelijkheden aan bedrijven. Mocht er een grote ruimtevraag van een of meer bedrijven komen, dan zal dit in regionaal verband binnen
de
Drentse
Zuidas
opgepakt
moeten
worden.
Samen
met
de
Samtgemeinde Emlichheim zal ingezet moeten worden op verdere ontwikkeling van het bedrijventerrein Europark en de groei van het goederenvervoer via de Euroterminal. De gemeenten hechten waarde aan de voortzetting van de economische samenwerking binnen de Drentse Zuidas. De intentie van de samenwerking is onnodige concurrentie te voorkomen en synergie te halen uit gezamenlijke projecten, met name op het gebied van bedrijventerreinen, transport en logistiek en arbeidsmarkt. Verdere ontwikkeling van de logistieke sector is een van de speerpunten van de Drentse Zuidas. 13 De gemeenten Emmen en Coevorden en de provincie Drenthe trekken al een aantal jaren gezamenlijk op om de regio op de logistieke kaart te zetten. In 2008 zijn zij gestart met het Interreg IVB project Dryport om de logistieke positie van zuidoost Drenthe en het al aanwezige volume (onder andere het Europark en de Euroterminal en EMMTEC) verder te versterken. Dryport Emmen–Coevorden wil op deze wijze een belangrijk logistiek centrum dan wel draaischijf worden voor ondermeer de havens van Rotterdam en Amsterdam. De strategische ligging tussen Randstad en Duitsland en verder naar Noordoost Europa, de goede multimodale bereikbaarheid en de groeiende markten in Oost-Europa maken dit tot een interessante regio voor vestiging van logistieke bedrijvigheid. Deze ambitie
is
ook
als
zodanig
opgenomen
in
de
ruimtelijk-economische
ontwikkelingsvisie van de Drentse Zuidas. De
ambitie
van
Dryport
Emmen-Coevorden
is
het
versterken
van
het
goederenvervoer en de goederenoverslag van containers en bulkgoederen met het accent vooral op spoor en weg (en in mindere mate water). Uitganspunt is dat
een
aantal
diensten
op
het
gebied
van
logistiek,
distributie
en
dienstverlening die in de zeehaven worden verricht, ook kunnen worden verricht
13
Gemeente Coevorden, Beleidskader Werklocaties gemeente Coevorden 2011-2020, maart 2011
R20110164.doc 7 juli 2011
34
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
in de Dryport regio. De Dryport wil niet alleen een doorvoerregio zijn, maar juist ook waarde toevoegen. Daarom wordt een sterke relatie gelegd met de gevestigde bedrijven in de regio. Gezamenlijk
zoekt
men
naar
mogelijkheden
om
een
goed
functionerende
satelliet-railterminal op te zetten als onderdeel van de Dryport. Bij voorkeur binnen de gemeente Emmen, langs de spoorlijn Emmen–Coevorden op het industrieterrein
Bargermeer.
De
beoogde
railterminal
dient
een
brede
regiofunctie te krijgen met onder andere de mogelijkheden voor de op- en overslag van empties (lege containers) op een nabij gelegen ‘empty depot’. Uit de Ontwerp-Havenvisie 2030 van het Havenbedrijf Rotterdam blijkt dat de goederenoverslag van 430 miljoen ton naar mogelijk 740 miljoen ton in 2030 zal gaan en het transport van containers steeds belangrijker wordt. De grootste zorg voor het realiseren van deze ambitie ligt bij de bereikbaarheid van de regio. Bundeling van goederenstromen en samenwerking van inland terminals kunnen voor meer efficiënte en dikkere vervoerstromen zorgen. Per terminal moet minstens 120.000 TEU gedraaid worden en vanaf 180.000 TEU kan een terminal echt renderen (aldus HbR). Wanneer dergelijke regionale potentie aanwezig is, is het HbR bereid om bij te dragen aan de benodigde investeringen door bijvoorbeeld
grond
te
kopen
en
kades
aan
te
leggen.
Belangrijke
randvoorwaarden zijn: de aanwezigheid en belangstelling van de ondernemers die het moeten gaan doen, de infrastructuur, de gemeentelijke medewerking en de vergunningverlening. De regio Emmen-Coevorden is in het (noord)oosten van het land niet de enige regio die zichzelf nomineert om een belangrijke hub voor de zeehavens te worden. Recentelijk (26 mei 2011) organiseerde Meppel in Rotterdam een netwerkbijeenkomst ‘Meppel aan de Maas’ en discussieerde met diverse partijen over de relatie tussen de zeehaven Rotterdam en de landinwaarts gelegen binnenhavens. Meppel bedient grotendeels een andere markt waardoor synergie met de Dryport gezocht kan worden. Momenteel zijn verkennende gesprekken met MCS gaande.
R20110164.doc 7 juli 2011
35
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
3
Samenstelling en ontwikkeling goederenstromen in de regio Emmen– Coevorden
3.1
Introductie
De centrale vraag van dit onderzoek heeft betrekking op de mogelijkheden van de
Dryport
Emmen-Coevorden
hoogwaardig
productie-
en
om
zich
verder
distributiegebied,
te
ontwikkelen
fungerend
als
een
tot
een
logistieke
draaischijf van het noorden met hoogwaardige verbindingen van en naar de zeehavens. Hiertoe zoekt de regio samenwerking met de Rotterdamse en Amsterdamse havens. Om de samenwerking voor deze havens interessant te maken, dient het potentieel
aan
toekomstige
goederenstromen
van
de
Rotterdamse
en
Amsterdamse zeehavens in kaart te worden gebracht. Ook interessant is de vraag in hoeverre de Dryport Emmen-Coevorden een bijdrage kan leveren aan de modal split doelstellingen van de Rotterdamse zeehaven (Maasvlakte II) en in hoeverre de positie van de Rotterdamse haven kan worden versterkt met deze Dryport. Hiertoe kan NEA de kostprijs van enkele logistieke ketens doorrekenen om inzicht te geven in de mate waarin het rendabel is om goederenstromen op intermodale wijze via de Dryport Emmen-Coevorden te laten lopen. De centrale vraagstelling valt daarom uiteen in twee vragen: 1.
wat is de potentiële groei van de goederenstromen;
2.
wat is de potentie modal shift huidige en toekomstige vervoersstromen.
In de hoofdstukken 3 en 4 wordt nader op deze analyses ingegaan.
3.2
Relevante goederenstromen
Voor de Dryport relevante goederenstromen hebben de volgende kenmerken: •
stromen
die
vanuit
Nederlandse
zeehavens
naar
het
Noord
Europese
achterland worden vervoerd, en die mogelijk via een hub in Zuidoost Drenthe zouden kunnen lopen; •
stromen vanuit Noord Duitse zeehavens naar (noord) Nederland die eveneens via een hub in Drenthe zouden kunnen worden geleid;
•
‘captive’ stromen, die beginnen of eindigen in de regio zelf.
Hieronder volgt allereerst inzicht in de samenstelling en ontwikkeling van de overslag in de regio. Aan de hand van de publicatiebestanden van het CBS worden in dit hoofdstuk verzichten gegeven van de huidige goederenstromen van en naar de regio Emmen-Coevorden.
R20110164.doc 7 juli 2011
36
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
In deze bestanden zijn de statistieken weergegeven op verkeersgebiedniveau, dit betekent dat de waarden het totaal zijn voor de regio Zuidoost Drenthe. De meest recente beschikbare data voor weg- en binnenvaartvervoer dateren uit 2009 en voor spoorvervoer 2007. Voor het spoorvervoer is er sinds 2007 geen data in deze vorm geleverd vanwege de privatisering van de sector.
3.2.1 Inkomende stromen naar de regio Zuidoost Drenthe Tabel 3.1
Goederenstromen over de weg naar Zuidoost Drenthe in 2009
(1.000 ton) Van
Totaal
Waarvan containers (incl. leeg)
Tonnage
Tonnage
Aantal
TEU
Noord Drenthe
246
-
-
-
Zuidwest Drenthe
264
24
1.865
2.629
IJmond
110
4
676
1.352
42
4
676
1.352
167
57
4.715
8.908
118
57
4.715
8.908
2.668
85
13.786
22.415
617
3
700
1.260
48
-
-
-
Overig
127
7
345
690
Totaal
4.247
180
22.087
37.254
4.182
10
738
1.476
waarvan aandeel Amsterdam Rijnmond waarvan aandeel Rotterdam Overig Nederland Duitsland Scandinavië
waarvan intern Zuidoost Drenthe
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA
R20110164.doc 7 juli 2011
37
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
3.2.2 Uitgaande stromen vanuit de regio Zuidoost Drenthe Tabel 3.2
Goederenstromen over de weg vanuit Zuidoost Drenthe in 2009
(1.000 tonnen)
Totaal
Naar
Waarvan containers (incl. leeg) Tonnage
Tonnage
Aantal
TEU
Noord Drenthe
550
Zuidwest Drenthe
161
21
1.642
2.406
IJmond
204
1
140
280
86
1
140
280
132
69
4.467
8.282
103
69
4467
8282
6.118
179
9.059
14.103
249
5
140
280
waarvan aandeel Amsterdam Rijnmond waarvan aandeel Rotterdam Overig Nederland Duitsland Scandinavië
57
Overig
149
20
1.130
2.260
Totaal
7.620
294
16.578
27.611
4.182
10
738
1,476
waarvan intern Zuidoost Drenthe
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA
3.2.3 Goederenvervoer over spoor Als gevolg van de privatisering van het spoor in 2007 is geen actuele CBS data beschikbaar. Vandaar dat voor het spoor gekozen is om uit te gaan van het bestand van 2007.
R20110164.doc 7 juli 2011
38
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Tabel 3.3
Goederenstromen over het spoor van en naar Zuidoost Drenthe in 2007
Inkomend
Uitgaand
1000 tonnen
TEU*
1000 tonnen
TEU*
IJmond
0
22
1
141
Rijnmond
0
0
175
17.547
108
10.842
0
6
0
6
0
0
Overig
40
3.954
0
0
Totaal
148
14.824
177
17.694
Overig Nederland Duitsland
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA; aanname 1 TEU = 10 ton
Door ETC is gedetailleerde actuele data beschikbaar gesteld voor de huidige spoorverbinding tussen EuroTerminal Coevorden en de haven van Rotterdam. In oranje is ter vergelijking de CBS-data opgenomen. De waarden zijn gebaseerd op de volgende totalen: Tabel 3.4
Goederenstromen shuttle EuroTerminal van en naar Rotterdam haven – totalen 2010 en eerste helft 2011
2007
Eerste
Eerste
Verwachting
Verwachting
CBS
2010
2010
half jaar
half
2011
2011
data*
2011
jaar 2011
Aantal
TEU
Posities
TEU
Posities
TEU
Posities
TEU
0
4.818
9.154
4.137
7.860
8.274
15.721
Uitgaand
17.547
4.457
8.468
3.950
7.505
7.900
15.010
Totaal
17.547
9.275
17.623
8.087
15.365
16.174
30.731
Inkomend
Bron: EuroTerminal Coevorden, bewerking NEA
Opgemerkt moet worden dat het aantal TEU voor 2010 en 2011 geschat is aan de hand van de omrekenfactor 90% 40-voets containers en 10% 20-voets containers voor de posities. Uit dit tabel is af te lezen dat de het om zeer sterke groei betreft.
R20110164.doc 7 juli 2011
39
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
3.2.4 Goederenvervoer over de binnenvaart Conform verwachting is het volume van de goederenstromen per binnenvaart beperkt. Tabel 3.5
Goederenstromen over de binnenvaart naar Zuidoost Drenthe in 2009
(1.000 tonnen)
Totaal
Van
Waarvan containers (incl. leeg) Tonnage
Tonnage
Aantal
TEU
IJmond
5
-
-
-
Rijnmond
1
0
26
39
Overig Nederland
15
-
-
-
Duitsland
32
-
-
-
Overig
2
-
-
-
Totaal
56
0
26
39
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA
Tabel 3.6
Goederenstromen over de binnenvaart vanuit Zuidoost Drenthe in 2009
(1.000 tonnen) Naar
Totaal
Waarvan containers (incl. leeg) Tonnage
Tonnage
Aantal
TEU
IJmond
0
-
-
-
Rijnmond
0
0
22
33
10
-
-
-
Duitsland
-
-
-
-
Overig
-
-
-
-
Totaal
10
0
22
33
Overig Nederland
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA
3.3
Huidige stromen van/naar Noordoost Nederland
Hieronder volgt een globaal beeld van de huidige (deel-)stromen van/naar Noordoost Nederland. Voor de regio Emmen-Coevorden bestaat de mogelijkheid om een deel van deze stromen in de toekomst aan de eigen regio te binden.
R20110164.doc 7 juli 2011
40
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
In de eerste figuur wordt allereerst getoond wat onder Noordoost Nederland verstaan wordt. Figuur 3.1
Noordoost Nederland
HAMBURG
BREMEN
Coevorden
AMSTERDAM
HANNOVER
DEN HAAG
DORTMUND
Regio
COROP (NUTS3)
Oost-Groningen
NL111
Delfzijl en omgeving
NL112
Overig Groningen
NL113
Noord-Friesland
NL121
Zuidwest-Friesland
NL122
Zuidoost-Friesland
NL123
Noord-Drenthe
NL131
Zuidoost-Drenthe
NL132
Zuidwest-Drenthe
NL133
Noord-Overijssel
NL211
Bron: NEA
R20110164.doc 7 juli 2011
41
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Figuur 3.2
Duitsland gerelateerde deelstroom
Noordoost Nederland Duitsland EmmenCoevorden
Bron: NEA
Tabel 3.7
Volume goederenstromen over de weg in 2009; Duitsland gerelateerd
(1.000 tonnen) Relatie Van Duitsland naar Emmen-Coevorden
Totaal
Waarvan containers (incl. leeg)
Tonnage
Tonnage
Aantal
TEU
617
3
700
1.260
3.112
104
10.933
14.420
249
5
140
280
2.530
168
10.422
13.133
Van Duitsland naar Noordoost Nederland Van Emmen-Coevorden naar Duitsland Van Noordoost Nederland naar Duitsland
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA
In 2009 realiseerde Emmen-Coevorden 20% van het totale volume dat vanuit Duitsland naar Noordoost Nederland gaat en 10% van het volume dat vanuit Noordoost Nederland naar Duitsland gaat. Op basis van de CBS publicatiebestanden concluderen wij dat in 2009 op de as van Duitsland naar Emmen-Coevorden het aantal van 700 containers leeg is. Omgekeerd, de containers die van Emmen-Coevorden naar Duitsland gaan (140) zijn beladen. Uit bovenstaande tabel kan afgelezen worden dat er een grote onbalans in stromen is tussen Emmen-Coevorden en Duitsland en v.v.
R20110164.doc 7 juli 2011
42
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Figuur 3.3
Rijnmond gerelateerde deelstroom
Bron: NEA
Tabel 3.8
Volume goederenstromen over de weg in 2009; Rijnmond gerelateerd
(1.000 tonnen) Relatie Van Rijnmond naar Emmen-Coevorden
Totaal
Waarvan containers (incl. leeg)
Tonnage
Tonnage
Aantal
TEU
167
57
4.715
8.908
1.597
464
40.661
73.753
132
69
4.467
8.282
1.508
483
41.002
74.943
Van Rijnmond naar Noordoost Nederland Van Emmen-Coevorden naar Rijnmond Van Noordoost Nederland naar Rijnmond
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA
In 2009 realiseerde Emmen-Coevorden 10% van het totale volume dat vanuit Rijnmond naar Noordoost Nederland gaat en 9% van het volume dat vanuit Noordoost Nederland naar Rijnmond gaat. Op basis van de CBS publicatiebestanden concluderen wij dat in 2009 op de as van Rijnmond naar Emmen-Coevorden 40% van de containers beladen is. Omgekeerd, 65% van de containers die van Emmen-Coevorden naar Rijnmond gaan is beladen. De onbalans op het traject met Rijnmond is in veel minder sterke mate aanwezig dan op het traject met Duitsland.
R20110164.doc 7 juli 2011
43
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Figuur 3.4 IJmond gerelateerde deelstroom
Bron: NEA
Tabel 3.9
Volume goederenstromen over de weg in 2009; IJmond gerelateerd
(1.000 tonnen)
Totaal
Relatie
Waarvan containers (incl. leeg)
Tonnage
Tonnage
Aantal
TEU
110
4
676
1.352
1.151
31
3.739
7.072
204
1
140
280
1.311
34
2.988
5.436
Van IJmond naar Emmen-Coevorden Van IJmond naar Noordoost Nederland Van Emmen-Coevorden naar IJmond Van Noordoost Nederland naar IJmond
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA
In 2009 realiseerde Emmen-Coevorden 10% van het totale volume dat vanuit IJmond naar Noordoost Nederland gaat en 16% van het volume dat vanuit Noordoost Nederland naar IJmond gaat. Op basis van de CBS publicatiebestanden concluderen wij dat in 2009 op de as van
IJmond
naar
Emmen-Coevorden
21%
van
de
containers
beladen
is.
Omgekeerd, alle containers die van Emmen-Coevorden naar IJmond gaan zijn leeg. Hier is dus sprake van een zeer sterke onbalans.
3.4
Conclusies
Het totale goederenvervoervolume over de weg in 2009 voor de regio Zuidoost Drenthe is bijna 65.000 TEU geweest. In 2010 werd ruim 17.500 TEU per spoor van/naar Rotterdam – Coevorden vervoerd. Kijkend naar het totale volume van en naar de regio Noordoost Nederland dan kan geconcludeerd worden dat Emmen-Coevorden ongeveer 10% van het volume over de weg voor zijn rekening
neemt.
In
hoofdstuk
4
wordt
ingegaan
op
de
(theoretische)
ontwikkeling van de volumes voor 2015 en 2020.
R20110164.doc 7 juli 2011
44
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
4
Toekomstbeelden 2015 en 2020
4.1
Introductie
Voor het bepalen van de positie van Emmen-Coevorden wordt gebruik gemaakt van
de
keteninformatie
die
door
NEA
binnen
verschillende
projecten
is
ontwikkeld. De handelsrelaties van goederenstromen over de gehele wereld worden gecombineerd tot een bestand waarmee inzicht kan worden verkregen over hoe de goederenstromen verlopen. Hierbij wordt onder andere rekening gehouden met de netwerkinformatie voor weg, spoor en binnenvaart, de overzeese verbindingen en de havengerelateerde stromen. Als aanname voor de toekomstige ontwikkeling is gekozen voor het European Trend (ET) scenario dat qua ontwikkeling lijkt op het WLO scenario European trend met daarbij de extra aannames over de crisis. Voor uitgebreidere beschrijving van dit scenario wordt verwezen naar de bijlage.
4.2
Scenario’s Havenbedrijf Rotterdam tot 2035
Zoals eerder aangegeven blijkt uit de Ontwerp-Havenvisie 2030 van het Havenbedrijf Rotterdam dat de goederenoverslag van 430 miljoen ton naar mogelijk 650 ton (European Trend) tot 740 miljoen ton (Global Economy) in 2030 zal gaan (zie bijlage voor een gedetailleerde omschrijving van de gehanteerde
scenario’s).
Containers
zijn
de
belangrijkste
groeisector.
De
overslag van grondstoffen laat een beperkte groei of zelfs daling zien terwijl de overslag van halffabricaten als minerale olieproducten en staal toeneemt. Bovendien hebben zowel Rotterdam als Amsterdam duidelijke ambities ten aanzien van de nieuwe modal split geuit: •
weg: 35%;
•
spoor: 20%;
•
binnenvaart: 45%.
Bij het bepalen van het aantal containers dat van en naar het achterland gaat is uitgegaan van het scenario dat het hoogste aantal treinen genereert. Volgens de Milieu Effect Rapportage (MER) en de geactualiseerde Maasvlakte verwachtingen van het Havenbedrijf Rotterdam wordt circa 4,1 miljoen TEU containers per jaar per spoor vervoerd in de eindsituatie (2035). Dit is inclusief distributie en empty depots van 170.000 TEU/jaar. Een container is 10 ton/TEU.
R20110164.doc 7 juli 2011
45
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Tabel 4.1
Prognose spoorvervoer containers 2015 - 2035
Ontwikkeling
Containerdoorzet
Spoor TEU’s
Spoorcontainers
spoorvolume
(mln TEU)
x 1.000
x 1.000*
10,1
1.040
612
4,2
430
253
14,3
1.470
865
10,1
1.100
647
8,1
880
518
18,2
1.980
1.165
Maasvlakte I
11,9
1.500
900
Maasvlakte II
17,3
2.600
1.500
Maasvlakte I + II
29,2
4.100
2.400
2015 Maasvlakte I Maasvlakte II Maasvlakte I + II 2020 Maasvlakte I Maasvlakte II Maasvlakte I + II 2035
Bron: Spoorslag 2008, Hoofdrapport, mei 2008
*TEU factor = 1,7
Het op de Maasvlakte gevestigde bio-cluster zal slechts een geringe relatie met spoorvervoer onderhouden. Het totale chemievervoer per spoor in 2035 wordt geschat op ruim 450.000 ton per jaar. Tabel 4.2
Enkele relevante aannames rond Maasvlakte (2007-2035)
Aannames Spoorslag Situatie rond 2007
eindsituatie (2035)
77
86
250
312
Ruim 40
90
TEU per containertrein Werkbare dagen/jaar Aantal achterlandbestemmingen Bron: Spoorslag 2008, Hoofdrapport, mei 2008
De minimale frequentie dat een bestemming wordt aangedaan is 1x per week (1x 6 dagen). De verdeling van het vervoer over de verschillende bestemmingen is gebaseerd op informatie over de maritieme spoorcontainers vanaf de Maasvlakte in 2007. Er blijkt een relatief klein aantal bestemmingen te zijn waar grote hoeveelheden containers naartoe gaan en veel bestemmingen waar maar weinig containers naartoe gaan. Deze kleine bestemmingen worden niet dagelijks bediend. Uit
de
Spoorslag
studies
blijkt
de
dringende
noodzaak
om
aanzienlijke
procesverbeteringen en efficiencyslagen in het railproces door te voeren, ten einde het ruimtebeslag voor railfaciliteiten op Maasvlakte I en II binnen redelijke
R20110164.doc 7 juli 2011
46
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
grenzen te houden. Het wordt heel belangrijk om zwaar te gaan sturen op de efficiency van het proces, zoals het verkorten van verblijftijden van treinen op emplacementen als het reduceren van de piek.
4.3
Voor het Amsterdam
achterland
relevante
volumeontwikkeling
Noordoost Nederland voor Amsterdam vormt een belangrijk deel van het natuurlijk achterland voor Haven Amsterdam. Op basis van (telefonisch) overleg dat NEA voerde met Haven Amsterdam en naar aanleiding van analyses die door Amsterdam in 2008 en recent zijn uitgevoerd, blijkt dat circa 250.000 TEU via inland shipping naar Amsterdam gaat. Daarnaast wordt circa 80.000 TEU via deep sea/short sea vervoerd. Dit houdt in dat nu al 330.000 TEU niet over de weg vervoerd wordt. Amsterdam is momenteel met diverse partijen in Noordoost Nederland in gesprek om een deel van het volume dat nu nog over de weg gaat, anders te organiseren. De gedachte is om in Amsterdam een extra overslagpunt te creëren en zo de volumes die uit het achterland komen met kleine lichters (25 tot 100 TEU) te bundelen. Doelstelling is om met deze lichters een hoge frequentie afvaarten te creëren om op deze wijze een beter product voor de opdrachtgever te bieden. Met de hogere bezettingsgraad en frequentie en een kortere wachttijd bij de terminal verwacht Amsterdam de kosten van de extra overslag te kunnen compenseren. Eerder in hoofdstuk 2 gaven wij al een beeld van het pakket wegtransport dat uit Noordoost Nederland naar Amsterdam gaat. Grofweg kan uitgegaan worden van een
volume
van
500.000
TEU.
Gerelateerd
aan
de
nieuwe
modal
split
doelstellingen van Rotterdam en Amsterdam betekent dit dat circa 300.000 TEU per spoor en binnenvaart dient te gaan in de toekomst. Amsterdam ziet hier goede mogelijkheden voor het spoorproduct van Emmen-Coevorden. Zowel uit de regio als van Amsterdam komen signalen om de lading van de twee grootste relaties van EMMTEC verder intermodaal te maken. Dit volume gaat nu veelal per huiftrailer. Deze volumes zijn nog niet duidelijk in kaart gebracht (eerste schatting is 1.000 trucks/maand) maar bieden potentieel om te shiften naar spoor. De te ontwikkelen satelliet railterminal in Emmen zou hier de verbinding naar Coevorden en verder door naar Rotterdam kunnen maken. De rol die Keyrail in de toekomst gaat vervullen als regisseur van Nederlandse goederenstromen per spoor dient aangegrepen te worden om het spoorproduct gezamenlijk verder te ontwikkelen.
4.4
Duitsland
Voor de toekomstige ontwikkeling van het goederenvervoer in de verbinding met Duitsland baseren wij ons op de rapporten van LNC uit 2009. Dit is grafisch weergegeven in de volgende Figuur 4.1. Uitgegaan is van de gemiddelde laadeenheid van 15 ton en aantal werkbare dagen van 260 per jaar (5 dagen in de week). De door LNC uitgevoerde analyses zijn niet door NEA gevalideerd.
R20110164.doc 7 juli 2011
47
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Figuur 4.1
Ontwikkeling
goederenvervoer
belangrijkste
regio’s
Duitsland
–
Coevorden en v.v. 2008 - 2025
1000 900
in 1.000 ton per jaar
800 700 600 2008
500
2025
400 300 200 100 0 Rhein-Ruhr
B remenB remerhaven
Hamburg
Rhein-Neckar
Lübeck
2008
624
265
86
51
55
47
2025
858
371
254
94
78
74
B erlin
Bron: LNC, GVZ Untersuchung Coevorden – Emlichheim, Ergebnispräsentation, 2009
Uit deze figuur valt af te lezen dat het Rijn-Rührgebied gezien kan worden als de belangrijkste regio waar de Dryport zijn toekomstige (Duitse) focus op dient te leggen. Hier zit volgens LNC de beste kans om lading aan te trekken. Hetgeen begrijpelijk is, daar het gaat om de terminals in Duisburg, Düsseldorf, Neuss, Keulen en Dortmund. De Dryport kan op deze wijze een draaischijffunctie voor diverse (zee)havens en terminals vervullen. Door LNC berekende groeipotenties in de periode 2008-2025 zijn voor Rijn-Rührgebied circa 37%, voor Bremen en Bremerhafen ligt dit percentage rond de 40%. De sterkste groei wordt volgens LNC verwacht op Hamburg (+140%).
4.5
Toekomstscenario’s Zuidoost Drenthe 2015
In het door NEA gehanteerde scenario wordt uitgegaan van een gemiddelde groei van de overslag met 3% per jaar.
R20110164.doc 7 juli 2011
48
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
4.5.1 Goederenvervoer over de weg 2015 Tabel 4.3
Goederenstromen over de weg naar Zuidoost Drenthe in 2015
(1.000 tonnen) Van
Totaal
Waarvan containers (incl. leeg) Tonnage
Tonnage
Aantal
TEU
Noord Drenthe
302
-
-
-
Zuidwest Drenthe
324
30
2.286
3.223
IJmond
134
5
829
1.658
51
5
829
1.658
205
70
5.781
10.921
145
70
5.781
10.921
3.270
105
16.901
27.480
757
3
858
1.545
59
-
-
-
Overig
155
8
423
846
Totaal
5.206
221
27.078
45.673
5.127
12
905
1.810
waarvan aandeel Amsterdam Rijnmond waarvan aandeel Rotterdam Overig Nederland Duitsland Scandinavië
waarvan intern Zuidoost Drenthe
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA
R20110164.doc 7 juli 2011
49
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Tabel 4.4
Goederenstromen over de weg vanuit Zuidoost Drenthe in 2015
(1.000 tonnen) Naar
Totaal
Waarvan containers (incl. leeg) Tonnage
Tonnage
Aantal
TEU
Noord Drenthe
656
-
-
-
Zuidwest Drenthe
191
25
1.957
2.867
IJmond
243
1
167
334
Amsterdam
102
1
167
334
Rijnmond
157
83
5.324
9.871
123
83
5.324
9.871
7.292
214
10.797
16.808
296
5
167
334
69
-
-
-
Overig
177
24
1.347
2.693
Totaal
9.081
351
19.758
32.907
4.984
12
880
1.759
waarvan aandeel
waarvan aandeel Rotterdam Overig Nederland Duitsland Scandinavië
waarvan intern Zuidoost Drenthe
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA
R20110164.doc 7 juli 2011
50
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Tabel 4.5
Volume goederenstromen over de weg in 2015; Noordoost Nederland gerelateerd
(1.000 tonnen) Relatie
Totaal
Waarvan containers (incl. leeg)
Tonnage
Tonnage
Aantal
TEU
Van Duitsland naar Noordoost Nederland
3.956
132
13.897
18.330
Van Noordoost Nederland naar Duitsland
3.372
224
13.892
17.505
Van Rijnmond naar Noordoost Nederland
2.160
627
54.984
99.732
Van Noordoost Nederland naar Rijnmond
1.748
560
47.517
86.852
Van IJmond naar Noordoost Nederland
1.224
33
3.975
7.518
Van Noordoost Nederland naar IJmond
1.477
38
3.366
6.124
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA
4.5.2 Goederenvervoer over spoor 2015 Tabel 4.6
Goederenstromen over het spoor van en naar Zuidoost Drenthe in 2015*
(1.000 tonnen)
Inkomend
Uitgaand
IJmond
0
2
Rijnmond*
0
230
137
0
0
0
Overig
50
0
Totaal
187
232
Overig Nederland Duitsland
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA * Dit betreft een extrapolatie van de spoordata 2007 en verklaart de waarde voor Rijnmond
Vanuit ETC worden momenteel analyses gemaakt van containervolumes die de regio ‘raken’. Hieruit blijkt dat reeds bestaande klanten lang niet het volledige pakket via het spoor afhandelen momenteel. Deels kan dit te maken hebben met de omvang van de zendingen, maar de inschatting is dat er nog aanzienlijke pakketten van de weg naar het spoor over te hevelen zijn.
R20110164.doc 7 juli 2011
51
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
4.5.3 Goederenvervoer over de binnenvaart 2015 Tabel 4.7
Goederenstromen over de binnenvaart naar Zuidoost Drenthe in 2015
(1.000 tonnen)
Totaal
Van
Waarvan containers (incl. leeg) Tonnage
Tonnage
Aantal
TEU
IJmond
6
-
-
-
Rijnmond
1
1
32
48
Overig Nederland
19
-
-
-
Duitsland
39
-
-
-
Overig
3
-
-
-
Totaal
68
1
32
48
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA
Tabel 4.8
Goederenstromen over de binnenvaart vanuit Zuidoost Drenthe in 2015
(1.000 tonnen) Naar
Totaal
Waarvan containers (incl. leeg) Tonnage
Tonnage
Aantal
TEU
IJmond
0
-
-
-
Rijnmond
0
0
26
39
11
-
-
-
Duitsland
0
-
-
-
Overig
0
-
-
-
Totaal
12
0
26
39
Overig Nederland
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA
R20110164.doc 7 juli 2011
52
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
4.6
Toekomstscenario’s Zuidoost Drenthe 2020
4.6.1 Goederenvervoer over de weg 2020 Tabel 4.9
Goederenstromen over de weg naar Zuidoost Drenthe in 2020
(1.000 tonnen) Van
Totaal
Waarvan containers (incl. leeg) Tonnage
Tonnage
Aantal
TEU
Noord Drenthe
357
-
-
-
Zuidwest Drenthe
384
35
2.710
3.820
IJmond
159
6
982
1.964
61
6
982
1.964
242
83
6.850
12.942
172
83
6.850
12.942
3.876
124
20.029
32.566
897
4
1.017
1.831
70
-
-
-
Overig
184
9
501
1.002
Totaal
6.170
262
32.089
54.125
6.076
15
1.072
2.144
waarvan aandeel Amsterdam Rijnmond waarvan aandeel Rotterdam Overig Nederland Duitsland Scandinavië
waarvan intern Zuidoost Drenthe
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA
R20110164.doc 7 juli 2011
53
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Tabel 4.10
Goederenstromen over de weg vanuit Zuidoost Drenthe in 2020
(1.000 tonnen) Naar
Totaal
Waarvan containers (incl. leeg) Tonnage
Tonnage
Aantal
TEU
Noord Drenthe
759
-
-
-
Zuidwest Drenthe
221
29
2.265
3.319
IJmond
281
1
193
386
Amsterdam
118
1
193
386
Rijnmond
182
96
6.162
11.425
142
96
6.162
11.425
8.440
247
12.497
19.455
343
6
193
386
79
-
-
-
Overig
205
27
1.559
3.118
Totaal
10.511
406
22.869
38.088
5.769
14
1.018
2.036
waarvan aandeel
waarvan aandeel Rotterdam Overig Nederland Duitsland Scandinavië
waarvan intern Zuidoost Drenthe
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA
R20110164.doc 7 juli 2011
54
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Tabel 4.11
Volume goederenstromen over de weg in 2020; Noordoost Nederland gerelateerd
(1.000 tonnen)
Totaal
Relatie
Waarvan containers (incl. leeg)
Tonnage
Tonnage
Aantal
TEU
Van Duitsland naar Noordoost Nederland
4.831
161
16.973
22.387
Van Noordoost Nederland naar Duitsland
4.285
285
17.651
22.242
Van Rijnmond naar Noordoost Nederland
2.777
807
70.705
128.248
Van Noordoost Nederland naar Rijnmond
1.976
633
53.731
98.209
Van IJmond naar Noordoost Nederland
1.288
35
4.183
7.911
Van Noordoost Nederland naar IJmond
1.631
42
3.717
6.763
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA
4.6.2 Goederenvervoer over spoor 2020 Tabel 4.12
Goederenstromen over het spoor van en naar Zuidoost Drenthe in 2020*
(1.000 tonnen)
Inkomend
Uitgaand
IJmond
0
2
Rijnmond*
0
273
159
0
0
0
Overig
58
0
Totaal
217
275
Overig Nederland Duitsland
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA * Dit betreft een extrapolatie van de spoordata 2007 en verklaart de waarde voor Rijnmond
4.6.3 Spoorvervoer data EuroTerminal Coevorden Op basis van de ter beschikking gestelde gedetailleerde data voor de huidige spoorverbinding
tussen
EuroTerminal
Coevorden
(ETC)
en
de
haven
van
Rotterdam is berekend wat het toekomstig potentieel per spoor is. Dit wordt in onderstaande tabellen weergegeven. De tabellen houden rekening met meer werkdagen per week en geven verdelingen van het volume over een of meerdere treinen per dag.
R20110164.doc 7 juli 2011
55
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Tabel 4.13 Goederenstromen shuttle EuroTerminal van en naar Rotterdam – situatie 1 trein per dag
Eerste half
Eerste half
Eerste half
2010
2010
2010
jaar 2011
jaar 2011
jaar 2011
1
1
1
1
1
1
dagen
260
300
312
130
150
156
treinen
260
300
312
130
150
156
35,67
30,92
29,73
62,21
53,91
51,84
67,78
58,74
56,48
118,19
102,44
98,50
Aantal treinen per dag werkbare
gemiddelde posities per trein TEU per trein
Bron: EuroTerminal Coevorden, bewerking NEA
Er zijn enkele rederijen die in sterke mate gebruik maken van de shuttle verbindingen Rotterdam – Coevorden. In 2010 ging het om ca. 4.500 posities en omgerekend voor heel 2011 zal het gaan om bijna 11.000 posities. Deze containers zijn voor de regio bestemd. Hetgeen betekent dat over het algemeen gesteld kan worden dat deze containers ofwel vol van Rotterdam naar Coevorden komen ofwel vol van Coevorden naar Rotterdam gaan. Hierdoor is een grote onbalans aanwezig. Het lijkt uitermate zinvol om in de regio een analyse te maken van de richting van de beladen containerstromen. Wanneer uitwisseling van lege containers tussen de regionale terminals tot stand gebracht kan worden,
zal
dit
mogelijk
een
aanzienlijke
efficiencyslag,
kostenbesparing,
verbeterde dienstverlening en CO 2 -reductie opleveren.
R20110164.doc 7 juli 2011
56
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Tabel 4.14
Goederenstromen shuttle EuroTerminal van en naar Rotterdam haven – schatting toekomstjaren: 1 trein per dag, 312 werkbare dagen
Aantal
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2020
posities
9.275
16.174
16.659
17.159
17.674
18.204
21.103
56,48
98,50
101,45
104,49
107,63
110,86
128,51
TEU per trein
Bron: EuroTerminal Coevorden, bewerking NEA
Tabel 4.15
Goederenstromen shuttle EuroTerminal van en naar Rotterdam haven – schatting toekomstjaren: 312 werkbare dagen
Aantal
2010
2011
2015
2020
2030
2035
2035
2035
per dag
1
1
1
1
1
1
2
3
posities
9.275
16.174
18.204
21.103
28.361
32.878
32.878
32.878
56,48
98,50
110,86
128,51
172,71
200,22
100,11
66,74
treinen
TEU per trein
Bron: EuroTerminal Coevorden, bewerking NEA
4.6.4 Goederenvervoer over de binnenvaart 2020 Tabel 4.16 Goederenstromen over de binnenvaart naar Zuidoost Drenthe in 2020
(1.000 tonnen) Van
Totaal
Waarvan containers (incl. leeg) Tonnage
Tonnage
Aantal
TEU
IJmond
7
-
-
-
Rijnmond
1
1
38
57
Overig Nederland
22
-
-
-
Duitsland
47
-
-
-
Overig
3
-
-
-
Totaal
81
1
38
57
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA
R20110164.doc 7 juli 2011
57
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Tabel 4.17
Goederenstromen over de binnenvaart vanuit Zuidoost Drenthe in 2020
(1.000 tonnen)
Totaal
Naar
Waarvan containers ( incl. leeg) Tonnage
Tonnage
Aantal
TEU
IJmond
0
-
-
-
Rijnmond
0
0
30
46
13
-
-
-
Duitsland
0
-
-
-
Overig
0
-
-
-
Totaal
13
0
30
46
Overig Nederland
Bron: CBS publicatiebestanden, bewerking NEA
In opdracht van diverse regionale stakeholders zijn in de afgelopen jaren studies gedaan naar de potentie voor de binnenvaart voor de regio. Momenteel is binnenvaart geen speerpunt en wordt samenwerking gezocht met watergebonden terminals in Noordoost Nederland.
4.7
Modal share / modal split voor volume van/naar Zuidoost Drenthe
Het tweede deel van de in hoofdstuk 3 genoemde centrale vraagstelling betreft de potentie modal shift huidige en toekomstige vervoersstromen. Deze wordt hieronder weergegeven.
R20110164.doc 7 juli 2011
58
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Tabel 4.18
Modal shift potenties voor volume van/naar Zuidoost Drenthe
Ontwikkeling volume
Theoretische
Modal share na
verdeling na
modal shift
Tonnage
Huidige modal
modal shift
x 1.000 ton
share
(x 1.000 ton)
11.866
97%
-
56%*
66
1%
-
33%*
325
3%
-
11%*
14.288
97%
5.175
35%
80
1%
6.654
45%
419
3%
2.957
20%
16.681
97%
6.043
35%
94
1%
7.770
45%
492
3%
3.453
20%
2009 Weg Binnenvaart Spoor (2007) 2015 Weg Binnenvaart Spoor 2020 Weg Binnenvaart Spoor
Bron: NEA en doelstellingen Maasvlakte II, bewerking NEA * ABN AMRO Rapport Nederland als één logistiek netwerk in 2015
4.8
Conclusies
De kracht voor de regio Emmen – Coevorden zal komen te liggen in het qua omvang groot genoeg zijn om schaalvoordelen te behalen, maar tevens snel en klantvriendelijk te opereren en daardoor klanten optimaal te bedienen. Belangrijkste conclusies om als Dryport synchromodale dan wel trimodale diensten te kunnen aanbieden: •
er moet voldoende volume beschikbaar zijn;
•
er dient voldoende frequentie van diensten te zijn;
•
en connectiviteit is belangrijk. In de toekomst kan het zelfs economisch rendabel worden om dikkere stromen te creëren door een extra overslagpunt in de keten aan te brengen.
Om dit te bereiken is samenwerking en regie in de regio noodzakelijk.
R20110164.doc 7 juli 2011
59
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Belangrijkste conclusies ten aanzien van modaliteiten: •
over de weg is de regio momenteel goed bereikbaar, er is nog nauwelijks congestie, en op enkele ontbrekende schakels na zijn voor de nabije toekomst uitbreidingsplannen voorzien.
•
per spoor zijn zowel Coevorden (Europark) als Emmen (EMMTEC) redelijk goed te bereiken. Vanuit het Europark biedt de directe verbinding naar Duitsland via de Bentheimer Eisenbahn meerwaarde voor het spoorvervoer van/naar de regio;
•
de regio is theoretisch via binnenvaart ontsloten, zij het dat de diepgang van het kanaal met name beperkt is. Vooralsnog heeft de regio geen sterke focus op
binnenvaart.
Er
wordt
eerder
ingezet
op
toekomstige
regionale
samenwerking met waterterminals.
R20110164.doc 7 juli 2011
60
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
5
Kostprijsvergelijking intermodaal spoorvervoer versus wegvervoer
5.1
Corridor 1 Rotterdam – Coevorden
5.1.1 Intermodaal spoorvervoer In onderstaande tabel zijn de uitgangspunten voor intermodaal spoorvervoer van Rotterdam naar Coevorden te vinden. Tabel 5.1
Uitgangspunten intermodaal spoorvervoer
Uitgangspunten
Waarde
Traject
Rotterdam – Coevorden; alleen natransport
Lading
Beladen heen, leeg terug
Treincapaciteit Gemiddelde beladingsgraad
80 TEU 80%
Reisafstand enkele reis
260 km
Gemiddelde rijsnelheid
35 km/uur
Totale omlooptijd Aantal omlopen per jaar Prijspeil
23,4 uur 171 1-1-2011
Bron: NEA
R20110164.doc 7 juli 2011
61
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
De kosten voor de treinreis, de overslag en het voor- en natransport zijn in onderstaande tabel te vinden. Tabel 5.2
Kostensoorten intermodaal spoorvervoer
Kostensoort
Kosten
Kosten trein per benutte TEU plaats per
€147,03
omloop Totale overslagkosten per TEU per richting
€26,47
Kosten natransport per benutte TEU plaats per
5 km = €47,91 25 km = €79,25
omloop per afstand
50 km = €122,57 100 km = €185,48 150 km = €247,64 Bron: NEA
De totale kosten voor het intermodaal spoorvervoer per TEU per omloop zijn in onderstaande tabel te vinden. Hierbij is een uitsplitsing gemaakt naar afstand van het natransport vanaf terminal Coevorden naar de klant. Tabel 5.3
Totale kosten intermodaal spoorvervoer per TEU per omloop per natransportafstand
Natransportafstand
Totale kosten omloop per TEU
5 km
€247,88
25 km
€279,22
50 km
€322,54
100 km
€385,45
150 km
€447,61
Bron: NEA
5.2
Wegvervoer
In onderstaande tabel zijn de uitgangspunten voor wegvervoer van Rotterdam naar Coevorden opgenomen.
R20110164.doc 7 juli 2011
62
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Tabel 5.4
Uitgangspunten wegvervoer
Uitgangspunten
Waarde
Traject
Rotterdam – Coevorden
Lading
Beladen heen, leeg terug
Maximaal laadvermogen
2 TEU
Gemiddelde benuttingsgraad
75%
Reisafstand enkele reis
240 km
Gemiddelde rijsnelheid
65 km/uur
Totale omlooptijd
10,7 uur
Aantal actief benutte uren per jaar materieel
2585
Loonuren chauffeur
2585
Aantal omlopen per jaar
243
Prijspeil
1-1-2011
Bron: NEA
De hierboven beschreven uitgangspunten leiden tot een gemiddelde kosten per omloop per benutte TEU plaats van €374,23. Hierbij is geen rekening gehouden met retourlading. Als er mogelijkheden tot retourlading zijn, dempt dit de gemiddelde kosten per TEU voor het wegvervoer.
5.2.1 Vergelijking In
onderstaande
tabel
is
een
kostenvergelijking
tussen
het
intermodale
spoorvervoer en het wegvervoer opgenomen. Hierbij is een uitsplitsing gemaakt naar afstand van het natransport vanaf terminal Coevorden naar de klant.
R20110164.doc 7 juli 2011
63
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Tabel 5.5
Kostenvergelijking intermodaal spoorvervoer versus wegvervoer
Kosten Afstand klant
intermodaal
Kosten
spoorvervoer
wegvervoer
Kostenverschil
kostenverschil
5 km
€247,88
€374,23
€126,35
34%
25 km
€279,22
€374,23
€95,01
25%
50 km
€322,54
€374,23
€51,70
14%
100 km
€385,45
€374,23
€11,22-
-3%
150 km
€447,61
€374,23
€73,38-
-20%
vanaf terminal
Procentueel
Bron: NEA
5.2.2 Conclusies Uit de kostenvergelijking tussen intermodaal spoorvervoer en wegvervoer valt te concluderen dat het break-evenpoint voor het traject Rotterdam - Coevorden ligt bij klanten tot ongeveer 90 km afstand vanaf railterminal Coevorden. Dat leidt dus globaal tot een achterland zoals aangegeven in de volgende figuur. Hierbij wordt rekening gehouden met andere terminals, waaronder de railterminal Veendam (Groningen), waar ook wekelijks shuttles vanuit Rotterdam aankomen en de terminal in Hengelo.
5.3 In
Corridor 2 Coevorden – Duisburg (DE) onderstaande
tabel
is
een
kostenvergelijking
tussen
het
intermodale
spoorvervoer en het wegvervoer opgenomen. Hierbij is een uitsplitsing gemaakt naar afstand van het voortransport in Coevorden en het natransport vanaf terminal Duisburg naar de klant. Voor de eenvoud is verondersteld dat de afstand van het voortransport gelijk is aan de afstand van het natransport.
R20110164.doc 7 juli 2011
64
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Tabel 5.6
Kostenvergelijking intermodaal spoorvervoer versus wegvervoer
Kosten Afstand klant vanaf terminal
intermodaal
Kosten
spoorvervoer
wegvervoer
Procentueel Kostenverschil
kostenverschil
5 km
€ 339,01
€ 310,19
€
28,82-
-9%
25 km
€ 401,69
€ 310,19
€
91,50-
-29%
50 km
€ 488,32
€ 310,19
€ 178,14-
-57%
100 km
€ 614,15
€ 310,19
€ 303,96-
-98%
150 km
€ 738,47
€ 310,19
€ 428,28-
-138%
Bron: NEA
Uit de kostenvergelijking tussen intermodaal spoorvervoer en wegvervoer valt te concluderen dat de kosten voor het wegvervoer lager liggen dan de kosten voor het intermodaal spoorvervoer. Dat komt doordat er zowel voortransport in Coevorden als natransport in Duisburg nodig is en de afstand relatief kort is.
5.4 In
Corridor 3 Coevorden – Ludwigshafen (DE) onderstaande
tabel
is
een
kostenvergelijking
tussen
het
intermodale
spoorvervoer en het wegvervoer opgenomen. Hierbij is een uitsplitsing gemaakt naar afstand van het voortransport in Coevorden en het natransport vanaf terminal Ludwigshafen naar de klant. Voor de eenvoud is verondersteld dat de afstand van het voortransport gelijk is aan de afstand van het natransport. Tabel 5.7
Kostenvergelijking intermodaal spoorvervoer versus wegvervoer
Kosten Afstand klant vanaf terminal
intermodaal
Kosten
spoorvervoer
wegvervoer
Procentueel Kostenverschil
kostenverschil
5 km
€ 515,56
€
684,44
€ 168,88
25%
25 km
€ 578,24
€
684,44
€ 106,20
16%
50 km
€ 664,87
€
684,44
€
100 km
€ 790,70
€
150 km
€ 915,02
€
19,57
3%
684,44
€ 106,26-
-16%
684,44
€ 230,58-
-34%
Bron: NEA
Uit de kostenvergelijking tussen intermodaal spoorvervoer en wegvervoer valt te concluderen dat het break-evenpoint voor het traject Coevorden - Ludwigshafen ligt op ongeveer 60 kilometer voortransport in Coevorden en 60 kilometer natransport in Ludwigshafen.
R20110164.doc 7 juli 2011
65
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
5.5 In
Corridor 4 Coevorden – Milaan (IT) onderstaande
tabel
is
een
kostenvergelijking
tussen
het
intermodale
spoorvervoer en het wegvervoer opgenomen. Hierbij is een uitsplitsing gemaakt naar afstand van het voortransport in Coevorden en het natransport vanaf terminal Milaan naar de klant. Voor de eenvoud is verondersteld dat de afstand van het voortransport gelijk is aan de afstand van het natransport. Tabel 5.8
Kostenvergelijking intermodaal spoorvervoer versus wegvervoer
Kosten Afstand klant
intermodaal
Kosten
spoorvervoer
wegvervoer
Kostenverschil
kostenverschil
5 km
€ 1.014,09
€ 1.342,83
€ 328,74
24%
25 km
€ 1.076,77
€ 1.342,83
€ 266,06
20%
50 km
€ 1.163,40
€ 1.342,83
€ 179,43
13%
100 km
€ 1.289,23
€ 1.342,83
€
150 km
€ 1.413,55
€ 1.342,83
vanaf terminal
Procentueel
€
53,61
4%
70,71-
-5%
Bron: NEA
Uit de kostenvergelijking tussen intermodaal spoorvervoer en wegvervoer valt te concluderen dat het break-evenpoint voor het traject Coevorden - Milaan ligt op ongeveer
125
kilometer
voortransport
in
Coevorden
en
125
kilometer
natransport in Milaan.
R20110164.doc 7 juli 2011
66
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
6
Potentieel voor de regio - conclusies en aanbevelingen
6.1
Inleiding
De centrale vraag van dit onderzoek heeft betrekking op de mogelijkheden van de
Dryport
Emmen-Coevorden
hoogwaardig
productie-
en
om
zich
verder
distributiegebied,
te
ontwikkelen
fungerend
als
een
tot
een
logistieke
draaischijf van het noorden met hoogwaardige verbindingen van en naar de zeehavens. Hiertoe zoekt de regio samenwerking met de Rotterdamse en Amsterdamse havens. Om de samenwerking voor deze havens interessant te maken, dient het potentieel
aan
toekomstige
goederenstromen
van
de
Rotterdamse
en
Amsterdamse zeehavens in kaart te worden gebracht. Ook interessant is de vraag in hoeverre de Dryport Emmen-Coevorden een bijdrage kan leveren aan de modal split doelstellingen van de Rotterdamse zeehaven (Maasvlakte II) en in hoeverre de positie van de Rotterdamse haven kan worden versterkt met deze Dryport.
6.2
Conclusies ten aanzien van de ontwikkeling en potentie van de Dryport
Hoofdgedachtes bij het uitwerken van vervoersconcepten en het ontwerpen van infrastructuur voor het Dryport concept dienen enerzijds het optimaal faciliteren van de markt en anderzijds het maximaal benutten van de infrastructuur te zijn. Volumepotentieel weg Bereikbaarheid van de regio over de weg is vooralsnog uitstekend. Wanneer echter de volumes vanuit de zeehavens zich conform de prognoses zullen ontwikkelen en naar het achterland doorgezet worden, zal congestie zich ook gaan voordoen in Noordoost Nederland. Het is derhalve cruciaal dat ook de inland terminals zich richten naar de modal split doelstellingen van de zeehavens en daarmee tevens bijdragen aan de reductie van de CO2 -uitstoot. Volumepotentieel spoor Het totale overslagvolume van ETC in 2010 bedroeg 30.000 TEU (op Rotterdam ruim 17.000 TEU) ofwel 2,5 miljoen ton/jaar. Het eerste halfjaar van 2011 laat op Rotterdam een verdubbeling zien van de spooroverslag ten opzichte van dezelfde periode in 2010. De komende jaren wordt een groei verwacht van minimaal 20%. De huidige overslagcapaciteit van ETC bedraagt: 60.000 TEU. De verwachting is dat in 2014 deze grens bereikt zal worden. Zie Figuur 6.1. Toekomstige uitbreiding van de terminal is mogelijk.
R20110164.doc 7 juli 2011
67
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Figuur 6.1
Prognose railoverslag ETC 2011-2014
Prognose railoverslag ETC 2011 - 2014 70 60 50 40
TEU (* 1.000)
30
Aantal shuttles/week
20 10 0 2010
2011
2012
2013
2014
Jaar
Bron: Euroterminal, Jo Koop
EMMTEC Logistiek verwacht voor 2011 een stijging van 7% van de volumes van 2010. Voor de jaren na 2011 voorziet EMMTEC Logistiek een stijging van tussen de 5 en 10% per jaar. De volumes van de twee grote klanten DSM Engineering Plastics en Teijin Aramid maken deels gebruik van containers. De containers worden verscheept naar Rotterdam of Antwerpen. Het lijkt zinvol om met deze beide partijen om tafel te gaan en te kijken of een passend spoorproduct aangeboden kan worden. Dit is temeer interessant daar het uitgaande lading is. Nadere analyse van de onbalans in stromen biedt in commercieel opzicht potentie. Indien industrieterrein Emmen (met name het EMMTEC Industry & Business Park) en de directe omgeving worden ontsloten via Coevorden (op circa 25 km afstand) ontstaat er naar schatting vanuit de regio een additioneel potentieel van 20-25.000 TEU. Vervoer van/naar dit industrieterrein gaat momenteel nog uitsluitend over de weg. Het gerichter benutten van ETC als draaischijf voor nieuwe verbindingen vanaf Rotterdam met partners zal eveneens extra volume genereren. Twee nieuwe projecten zijn reeds in ontwikkeling. In het kader van dit rapport is dit potentieel niet getoetst. De verbindingen van de Drentse Zuidas met de Randstad en met het Europese achterland moeten optimaal zijn om de verwachte groei van het goederenvervoer te kunnen accommoderen. Er zullen aanzienlijke investeringen in het spoor gedaan moeten worden.14
14
Drentse Zuidas, De kracht van de Drentse Zuidas, oktober 2009
R20110164.doc 7 juli 2011
68
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
De
Dryport
is
momenteel
met
ProRail
in
gesprek
om
de
knelpunten
te
inventariseren die ontstaan bij het verder uitbreiden van de spoorverbindingen met Rotterdam. Uit een analyse van ProRail blijkt dat er voor de komende jaren nog voldoende capaciteit beschikbaar is, zelfs in de spits kan één goederentrein per uur worden geproduceerd. Voor 2012 zijn al meer treinpaden aangevraagd. Wanneer we de parallel trekken met de ontwikkeling van Maasvlakte II dan kan gesteld worden dat het naar de toekomst toe noodzakelijk zal zijn om ook op het spoor
in
de
regio
Emmen-Coevorden
aanzienlijke
procesverbeteringen
en
efficiencyslagen in het railproces door te voeren, ten einde het ruimtebeslag voor railfaciliteiten binnen redelijke grenzen te houden. Het sturen op de efficiency van het proces (verkorten van verblijftijden van treinen op emplacementen en het reduceren van de piek), verdient aandacht. Voor de gebruikers van het spoorproduct worden frequentie en betrouwbaarheid belangrijke criteria. Volumepotentieel binnenvaart Momenteel is de focus van Dryport Emmen–Coevorden niet sterk gericht op binnenvaart. Voor het aanbieden van binnenvaartdiensten wordt vanuit de Dryport ingezet op samenwerking met andere terminals in de regio (MCS Blueport en CTT). Gesprekken zijn in de verkennende fase. Indien wij de ontwikkelingen van Havenbedrijf Rotterdam in beschouwing nemen, dan kan geconstateerd worden dat zij zich sterk aan het oriënteren zijn op goede en betrouwbare achterlandpartners. Zij praten hiertoe met diverse regio’s, waaronder Emmen–Coevorden. Zij stellen ook eisen aan de inland terminals waarmee zij zaken doen. Zoals eerder vermeld, verwachten zij van een inland terminal dat deze tenminste een overslag haalt van 120.000 TEU, maar bij voorkeur 180.000 TEU. Met Rotterdam dient besproken te worden wat zij verstaan onder ‘kleine bestemming’. Zoals in de studie Spoorslag 2008 gesteld, blijkt er een relatief klein aantal bestemmingen te zijn waar grote hoeveelheden containers naartoe gaan en veel bestemmingen waar maar weinig containers naartoe gaan. Deze kleine bestemmingen worden niet dagelijks bediend. Dit kan een bedreiging vormen voor de Dryport, indien mocht blijken dat de volumes naar Emmen– Coevorden onder de definitie ‘kleine bestemming’ valt in de toekomst.
6.3
Samenwerking concepten
en
ontwikkeling
van
nieuwe
logistieke
Uit contacten met bedrijven gevestigd in de regio Emmen – Coevorden dan wel geïnteresseerd in de regio, blijkt dat men deze regio een aantal sterke eigenschappen toekent. Zo waardeert men de sterke focus op sectoren (food & feed, bio-energy, chemie, logistiek), de Duits-Nederlandse samenwerking en de proactieve rol die diverse overheidspartijen vervullen om het Dryport concept van de grond te krijgen. Het invullen van een ‘een-loket-functie’ kan dit verder versterken. Tevens komt naar voren dat de regio gezien wordt als interessant als het gaat om risicospreiding in het geval er verstoringen zouden optreden in een van de belangrijke zeehavens (Rotterdam, Antwerpen, Noordduitse zeehavens).
R20110164.doc 7 juli 2011
69
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Verladers (chemie) die gebruik maken van Ludwigshafen en de spoorverbinding naar Coevorden geven aan potentie te zien in het verder uitbouwen van de volumes over het spoor en hier graag nader over van gedachten te willen wisselen. Slechts
voor
een
enkele
verlader,
zoals
Procter
&
Gamble,
speelt
het
duurzaamheidaspect nu al een zeer belangrijke rol in de bedrijfsvoering. Dit zal naar de toekomst toe veranderen. Zeker wanneer kan worden aangetoond dat een frequente spoor- of binnenvaartverbinding bijdraagt aan de betrouwbaarheid van en doorstroming in de keten en niet duurder is dan de bestaande transportroutes over de weg. Zoals uit de berekeningen van NEA blijkt, is dat echter nog lang niet altijd eenduidig aan te tonen. Ingezet dient te worden op nieuwe, slimme logistieke
concepten.
Samenwerking
met
andere spelers in Noordoost Nederland kan daarbij strategisch zinvol zijn. Om de Drentse Zuidas
tot
een
logistiek succes
te
maken,
moeten de vijf gemeenten in deze potentiële hotspotregio
te
weten:
Emmen,
Coevorden,
Hoogeveen, De Wolden en Meppel gezamenlijk optrekken.
Nieuwe
concepten
vergen
een
nieuwe
manier
van
kijken.
Enkele
nieuwe
concepten die zowel voor de regio als de havens van Rotterdam en Amsterdam naar de toekomst toe interessant kunnen zijn, zijn: 1 Het sorteren, stuffen en strippen van containers kan ook in het achterland, bijvoorbeeld op containertransferia en Dryports. Dikke stromen ongesorteerde containers worden met de binnenvaart naar locaties als Alblasserdam en Duisburg gebracht. Emmen-Coevorden zou een dergelijke rol ook kunnen vervullen voor lading die specifiek voor de regio en/of het bijbehorende achterland
bestemd
vrachtwagen
naar
is. hun
Daar
worden
eindbestemming
ze
gesorteerd
gebracht.
en
per
trein
of
Datacommunicatie
en
onderling vertrouwen van de diverse ketenpartners zijn hierbij van groot belang; 2 Consolidatie
containerstromen
Noordoost
Nederland
met
bestemming
Amsterdam – Rotterdam. Haven Amsterdam kijkt met terminals in Noordoost Nederland naar clusteringsmogelijkheden voor containers met bestemming Rotterdam. Ondanks het extra overslagpunt in Amsterdam denkt men hiermee tijdwinst en kostenreductie te kunnen realiseren; 3 Regierol van Keyrail. Keyrail, de commerciële exploitant van de Betuweroute, zal in de toekomst naar alle waarschijnlijkheid de regie gaan voeren over het goederenvervoer per spoor van Nederland. Voor Emmen–Coevorden lijkt het dus relevant om te onderzoeken in hoeverre het mogelijk is het spoorproduct van bijvoorbeeld Rotterdam en de aansluiting op het Duitse achterland via de Bentheimer Eisenbahn gezamenlijk verder te ontwikkelen. In dit verband kan de
Noordtak
van
de
Betuweroute
genoemd
worden.
Momenteel
wordt
onderzocht of deze Noordtak via Oldenzaal kan lopen.
R20110164.doc 7 juli 2011
70
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Het verdient aanbeveling om de 40 km meer noordelijk gelegen aansluiting op het bestaande net (via Zwolle-Coevorden) met nog beschikbare capaciteit als alternatief te onderzoeken; 4 Regionale samenwerking: − slim en krachtig netwerk van containerterminals (spoor en binnenvaart) in Noordoost Nederland. Hierbij inspelend op de gedachte dat met een netwerk van vervoerders over weg, water en spoor en een aantal inland terminals snel, kostenefficiënt, kwalitatief hoogwaardig en gemakkelijk trimodale en synchromodale vervoersoplossingen met hoge frequentie en een
grote
capaciteit
geleverd
kan
worden.
Hiermee
samen
met
opdrachtgevers tevens een belangrijke bijdrage leverend aan het milieu. Gesprekken
en
toekomstige
samenwerking
met
partijen
als
MCS
en
mogelijk CTT kunnen de potentie van de regio aanzienlijk versterken; − uitwisseling lege containers. Momenteel is het zo dat lege containers veelal teruggebracht worden naar de empty depots in zeehavens. Dit betekent echter
dat
een
relatief
lange
afstand
afgelegd
moet
worden
met
laagwaardige lading. Bovendien zijn de wachttijden bij de depots relatief lang. Het zou daarom logischer zijn om een onderlinge samenwerking op te zetten tussen een aantal in Noordoost Nederland gevestigde terminals om op deze wijze lege containers uit te wisselen. Dit levert niet alleen tijdswinst maar ook een kostenbesparing op voor diverse ketenpartijen. Hiermee kan ook de onbalans in im-/export voor een deel opgevangen worden
R20110164.doc 7 juli 2011
71
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Bijlage – Gebruikte rapportages •
ABN AMRO, Nederland als één logistiek netwerk in 2015. Samenhang versnelt versterking van onze positie, december 2010
•
Beleidskader werklocaties gemeente Coevorden 2011-2020, maart 2011
•
De Scheepvaartkrant, Meppel kan best hub voor Rotterdam worden, juni 2011
•
De Scheepvaartkrant, Havenbedrijf Rotterdam presenteert Ontwerp-Havenvisie 2030, juni 2011
•
Drentse Zuidas, De kracht van de Drentse Zuidas. Een ruimtelijk-economische ontwikkelingsvisie, oktober 2009
•
Ecorys,
Dryport
Emmen-Coevorden,
Strengthening
the
Logistics
hub,
Final
Report, december 2009 •
ETC, Europark Facts nr 1 t/m 10, (2009)
•
Four scenarios on the future of Europe (blz. 173 – 193)
•
Gemeente Emmen, Dienst Beleid Sociaal Economische Ontwikkeling, Feiten en Cijfers 2010, februari 2011
•
Gemeente
Emmen,
Structuurvisie
werklocaties
Emmen
2020,
Deel
2:
Bedrijventerreinenstructuurvisie •
Grafschafter Nachrichten, Ein Riesenerfolg für die Region, 18 juni 2011
•
Haven Amsterdam, Intern Memo: Containertelling wegtransport Noord- en OostNederland, februari 2009
•
Haven Amsterdam, Slimme haven. Havenvisie gemeente Amsterdam 2008 – 2020, januari 2009
•
Jorritsma,
Annemiek,
Reportage
Logistiek,
Graaco
vertrouwt
op
trimodaal
centrum, oktober 2010 •
Leaflet Dryport Topteam Logistiek, mei 2011
•
LNC, GVZ – Untersuchung Coevorden - Emlichhem, Abschlussbericht, augustus 2009
•
LNC, GVZ – Untersuchung Coevorden - Emlichhem, Ergebnisse, september 2009
•
LNC,
GVZ
Untersuchung
Coevorden
–
Emlichheim,
Ergebnispräsentation
im
Rahmen der Aufsichtsratsitzung Bentheimer Eisenbahn AG Nordhorn, oktober 2009 •
Ondernemersmagazine Coevorden.nl, 2007
•
Opdrachtomschrijving Stenden Hogeschool
•
Port of Rotterdam, Ontwerp-Havenvisie 2030, Port Compass 2030, mei 2011
•
Procter & Gamble, Application Form The “Intermodal Award of best practices”, Edition 2009
•
Provincie Drenthe, Omgevingsvisie Drenthe, juni 2010
•
Rekenkamercommissie Coevorden, En
nu de tonnage
nog.
De
haven:
het
Regionaal Overslagcentrum Coevorden (ROC), oktober 2009 •
Spoorslag 2008, Ruimtereservering voor spoorafhandeling op Maasvlakte 1+2, Hoofdrapport, mei 2008
•
Structuurvisie
werklocaties
Emmen
2010-2020,
Deel
2:
Bedrijventerreinenstructuurvisie, plus kaart •
TNO, Blue Ports: knooppunten voor de regionale economie, 2004
•
Veenstra, Albert; Rob Zuidwijk, The Future of seaport hinterland networks
•
Vision
geht
in
Erfühlung.
Europark
erhält
von
Minister
Bode
Status
als
Güterverkehrszentrum, juni 2011 •
Vragenlijsten kwantitatief en kwalitatief onderzoek Stenden Hogeschool
•
Werklocaties Coevorden. Visie en uitvoeringsprogramma 2010-2020, januari 2010
R20110164.doc 7 juli 2011
72
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Websites: http://www.euroterminal.nl/ http://www.logistiek.nl http://www.portofamsterdam.com/smartsite3511.dws#link_12 http://www.portofamsterdam.com/smartsite17717.dws http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/54373/haven-amsterdam-ziet-belangrijkeknooppunten-in-meppel-en-coevorden
R20110164.doc 7 juli 2011
73
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Bijlage – Toekomstscenario’s Voor de scenarioanalyse en de ontwikkeling van het potentieel van de regio is aangesloten bij de vier economische scenario’s die gebruikt worden door het Centraal Plan Bureau en de Europese Commissie. Deze scenario’s geven indicaties
over
hoe
de
goederenoverslag
zich
in
Noordwest
Europa
kan
ontwikkelen. Vervolgens worden deze prognoses veelal vertaald naar de effecten voor zeehavens en regio’s: welk percentage van de groei kan daar plaatsvinden? De vier scenario’s gaan uit van respectievelijk: 1 Low
Growth;
lage
economische
groei
en
een
lage
olieprijs;
fossiele
brandstoffen blijven dominant en het milieubeleid is gematigd; 2 European Trend; bestaand beleid en een gematigde groei van de economie; 3 Global Economy; verdere globalisering gecombineerd met een lage olieprijs leidend tot hoge economische groei en een gematigd milieubeleid; 4 High Oil Price; een hoge olieprijs, een strikt milieubeleid, een gematigde economische groei en een relatief snelle verduurzaming van industrie en logistiek. Om
de
koppeling
te
leggen
met
de
door
het
Havenbedrijf
Rotterdam
geselecteerde scenario’s is gekozen uit de drie scenario’s die in 2010 voor Havenbedrijf Rotterdam op basis van hun Havenvisie 2030 zijn ontwikkeld (die een vertaling zijn van de WLO scenario’s): •
ET2030: European trend scenario – gematigde groei scenario;
•
GE2030: Global Economy – hoge groei scenario;
•
HOP2030: High Oil Price scenario – gematigde groei scenario inclusief energie- en duurzaamheidtransitie (variant op Europees trend scenario).
Deze drie scenario’s waren uitgewerkt voor de Hamburg- Le Havre range door Havenbedrijf Rotterdam. Om de achterlandstromen over de weg, via het spoor en via de binnenvaart uit te werken en inzicht te krijgen in deze stromen op het gehele Europese vasteland, was het nodig deze scenario’s uit te breiden. Hierop is besloten de Havenvisie 2030 scenario’s te combineren met het Integrated basesline 2030 scenario van het iTREN-2030 project. iTREN-2030 is een Europees project dat o.a. door TNO en NEA is uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie (zie voor verdere informatie http://isi-projekt.de/wissprojektde/itren-2030/). In dit project is een Integrated Baseline scenario ontwikkeld dat geheel Europa dekt en bovendien de achterlandstromen via de weg, het spoor en de binnenvaart bevat. Het Integrated baseline 2030 scenario uit het iTREN-2030 project wordt momenteel als referentie scenario gebruikt voor het nieuwe White Paper van de Europese Commissie. Omdat het ET2030 scenario qua aannames en veronderstellingen in grote lijnen hetzelfde is als het iTREN-2030 scenario zijn deze twee scenario’s gekoppeld. Door deze koppeling zijn de resultaten consistent met het scenario ET2030 en tevens
geheel
Europa
dekkend
en
dus
de
detailgegevens
van
het
achterlandvervoer over de weg, via het spoor en via de binnenvaart zijn
R20110164.doc 7 juli 2011
74
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
beschikbaar. Op vergelijkbare wijze zijn het GE2030 en het HOP2030 scenario uitgebreid naar geheel Europa. In
het
onderstaande
grafiek
worden
de
verschillende
scenarioresultaten
vergeleken. De vier WLO scenario’s voor de jaren 2020 en 2040 zijn opgenomen: Regional Communities (RC), Strong Europe (SE), Transatlantic Market (TM) en Global Economy (GE). Hiernaast worden de drie scenario’s European Trend (ET) Global Economy (GE - EC) en High Oil Price (HOP) gepresenteerd voor het jaar 2030. De Global Economy (EC) scenario is een afgeleide van de gelijknamige WLO scenario met de extra aanpassing naar de economische crisis. Figuur 0.1
Totale overslag in de Nederlandse zeehavens
1400 1200
mln ton
1000 800
RC - Regional Communities SE - Strong Europe TM - Transatlantic Market GE - Global Economy ET - European Trend GE - Global Economy (EC) HOP - High Oil Price Historie
600 400
200 0 2002
2005
2008
2020
2030
2040
Bron: CPB nr 172, NEA/TNO studie 2010
R20110164.doc 7 juli 2011
75
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Bijlage - Kostenvergelijking corridors Corridor 2 Coevorden - Duisburg Tabel 0.1
Uitgangspunten intermodaal spoorvervoer Coevorden - Duisburg
Uitgangspunten Traject
Waarde Coevorden – Duisburg; zowel voor- als natransport noodzakelijk
Lading
Beladen heen, leeg terug
Treincapaciteit
80 TEU
Gemiddelde beladingsgraad Reisafstand enkele reis
80% 200 km
Gemiddelde rijsnelheid in NL
35 km/uur
Gemiddelde rijsnelheid in DE
45 km/uur
Totale omlooptijd
17,7 uur
Aantal omlopen per jaar Prijspeil
225 1-1-2011
Bron: NEA
Tabel 0.2
Kostensoorten intermodaal spoorvervoer Coevorden - Duisburg
Kostensoort Kosten trein per benutte TEU plaats per
Kosten €137,31
omloop Totale overslagkosten per TEU per richting
€52,94
(zowel overslag in Coevorden als in Duisburg) Kosten voor het voor- en natransport bij elkaar opgeteld per benutte TEU plaats per omloop per afstand
5 km = €95,82 25 km = €158,50 50 km = €245,13 100 km = €370,96 150 km = €495,28
Bron: NEA
R20110164.doc 7 juli 2011
76
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Tabel 0.3
Totale kosten intermodaal spoorvervoer per TEU per omloop per vooren natransportafstand
Voor- en natransportafstand
Totale kosten omloop per TEU
5 km
€339,01
25 km
€401,69
50 km
€488,32
100 km
€614,15
150 km
€738,47
Bron: NEA
Tabel 0.4
Uitgangspunten wegvervoer
Uitgangspunten
Waarde
Traject
Coevorden – Duisburg
Lading
Beladen heen, leeg terug
Maximaal laadvermogen Gemiddelde benuttingsgraad
2 TEU 75%
Reisafstand enkele reis
180 km
Gemiddelde rijsnelheid
60 km/uur
Totale omlooptijd
9,3 uur
Aantal actief benutte uren per jaar materieel
2585
Loonuren chauffeur
2585
Aantal omlopen per jaar Prijspeil
279 1-1-2011
Bron: NEA
De hierboven beschreven uitgangspunten leiden tot een gemiddelde kosten per omloop per benutte TEU plaats van €310,19 voor het wegvervoer.
R20110164.doc 7 juli 2011
77
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Corridor 3 Coevorden – Ludwigshafen Tabel 0.5
Uitgangspunten intermodaal spoorvervoer Coevorden - Ludwigshafen
Uitgangspunten Traject
Waarde Coevorden – Ludwigshafen; zowel voor- als natransport noodzakelijk
Lading
Beladen heen, leeg terug
Treincapaciteit Gemiddelde beladingsgraad Reisafstand enkele reis
80 TEU 80% 555 km
Gemiddelde rijsnelheid in NL
35 km/uur
Gemiddelde rijsnelheid in DE
45 km/uur
Totale omlooptijd Aantal omlopen per jaar Prijspeil
34,3 uur 116 1-1-2011
Bron: NEA
Tabel 0.6
Kostensoorten intermodaal spoorvervoer Coevorden - Ludwigshafen
Kostensoort Kosten trein per benutte TEU plaats per
Kosten €313,86
omloop Totale overslagkosten per TEU per richting
€52,94
(zowel overslag in Coevorden als in Ludwigshafen) Kosten voor het voor- en natransport bij elkaar opgeteld per benutte TEU plaats per omloop per afstand
5 km = €95,82 25 km = €158,50 50 km = €245,13 100 km = €370,96 150 km = €495,28
Bron: NEA
R20110164.doc 7 juli 2011
78
Eindrapport Dryport Emmen – Coevorden
Tabel 0.7
Totale kosten intermodaal spoorvervoer per TEU per omloop per vooren natransportafstand
Voor- en natransportafstand
Totale kosten omloop per TEU
5 km
€ 515,56
25 km
€ 578,24
50 km
€ 664,87
100 km
€ 790,70
150 km
€ 915,02
Bron: NEA
Tabel 0.8
Uitgangspunten wegvervoer
Uitgangspunten
Waarde
Traject
Coevorden – Ludwigshafen
Lading
Beladen heen, leeg terug
Maximaal laadvermogen Gemiddelde benuttingsgraad
2 TEU 75%
Reisafstand enkele reis
505 km
Gemiddelde rijsnelheid
68 km/uur
Totale omlooptijd
18,1 uur
Aantal actief benutte uren per jaar materieel
2585
Loonuren chauffeur
2585
Aantal omlopen per jaar Prijspeil
143 1-1-2011
Bron: NEA
De hierboven beschreven uitgangspunten leiden tot een gemiddelde kosten per omloop per benutte TEU plaats van €684,44 voor het wegvervoer.
R20110164.doc 7 juli 2011
79
Corridor 4 Coevorden – Milaan
Tabel 0.9
Uitgangspunten intermodaal spoorvervoer Coevorden - Milaan
Uitgangspunten Traject
Waarde Coevorden – Milaan; zowel voor- als natransport noodzakelijk
Lading
Beladen heen, leeg terug
Treincapaciteit
80 TEU
Gemiddelde beladingsgraad
80%
Reisafstand enkele reis
1110 km
Gemiddelde rijsnelheid in NL
42 km/uur
Gemiddelde rijsnelheid in DE
50 km/uur
Gemiddelde rijsnelheid in CH
41 km/uur
Gemiddelde rijsnelheid in IT
34 km/uur
Totale omlooptijd
78,6 uur
Aantal omlopen per jaar
51
Prijspeil
1-1-2011
Bron: NEA
Tabel 0.10 Kostensoorten intermodaal spoorvervoer Coevorden - Milaan
Kostensoort Kosten trein per benutte TEU plaats per
Kosten €812,39
omloop Totale overslagkosten per TEU per richting
€52,94
(zowel overslag in Coevorden als in Milaan) Kosten voor het voor- en natransport bij elkaar opgeteld per benutte TEU plaats per omloop per afstand
5 km = €95,82 25 km = €158,50 50 km = €245,13 100 km = €370,96 150 km = €495,28
Bron: NEA
R20110164.doc 23 juni 2011
80
Tabel 0.11
Totale kosten intermodaal spoorvervoer per TEU per omloop per vooren natransportafstand
Voor- en natransportafstand
Totale kosten omloop per TEU
5 km
€ 1.014,09
25 km
€ 1.076,77
50 km
€ 1.163,40
100 km
€ 1.289,23
150 km
€ 1.413,55
Bron: NEA
Tabel 0.12
Uitgangspunten wegvervoer
Uitgangspunten
Waarde
Traject
Coevorden – Milaan
Lading
Beladen heen, leeg terug
Maximaal laadvermogen Gemiddelde benuttingsgraad
2 TEU 75%
Reisafstand enkele reis
1070 km
Gemiddelde rijsnelheid
70 km/uur
Totale omlooptijd
33,82 uur
Aantal actief benutte uren per jaar materieel
2585
Loonuren chauffeur
2585
Aantal omlopen per jaar Prijspeil
76 1-1-2011
Bron: NEA
De hierboven beschreven uitgangspunten leiden tot een gemiddelde kosten per omloop per benutte TEU plaats van €1342,83 voor het wegvervoer.
R20110164.doc 23 juni 2011
81