Zwanger voorbij de 41 weken en dan? Serotiniteit
Poli Gynaecologie
00
In het begin van de zwangerschap wordt met een termijnecho de uitgerekende datum van de zwangerschap berekend. De medische term hiervoor is de à terme datum, vaak afgekort als AT-datum Een normale zwangerschapsduur is 40 weken. Slechts 3% van de vrouwen bevallen op de uitgerekende dag. De normale periode van bevallen is 3 weken voor de uitgerekende datum tot 2 weken er na, dus tussen de 37 en 42 weken.
1
Uw zwangerschap duurt inmiddels langer dan 41 weken en dat betekend dat u extra controle in het ziekenhuis gaat krijgen.
Wat is serotiniteit? De medische term voor een zwangerschap voorbij de 42 weken is serotiniteit. Bij 41 weken spreken we van een naderende serotiniteit. Vanaf dat moment zullen u en uw baby extra controles gaan krijgen in het ziekenhuis. In deze folder geven we u informatie over serotiniteit, uitleg over de gevolgen en welke medische zorg u kunt verwachten.
De risico’s van een naderende serotiniteit Bij een zwangerschap die langer dan 41 weken duurt, kan de moederkoek (placenta) minder goed gaan werken. Dit komt omdat de doorbloeding van de placenta minder wordt. De baby kan zo geleidelijk minder voeding krijgen en minder gaan plassen. Hierdoor neemt de hoeveelheid vruchtwater af. Ook kan ontlasting van de baby (meconium) in het vruchtwater komen. Dit komt vaker voor bij een zwangerschap die langer duurt dan 41 weken. Bij een zwangerschap langer dan 41 weken is de kans op het overlijden van de baby iets groter door een teruglopende werking van de placenta. Een belangrijk signaal van een verslechtering in de conditie van uw baby is het minder voelen bewegen van uw baby. Als u uw baby minder voelt bewegen dan uw gewend bent, is het belangrijk om dit direct te melden. Contact opnemen Op werkdagen tussen 8:00 – 17:00 uur: Poli Gynaecologie: 0495 – 57 23 70 Buiten deze tijden (24 uur per dag bereikbaar) Verloskamer: 0495 – 57 21 28
2
Onderzoeken in het ziekenhuis Bij een naderende serotiniteit zullen er extra controles van u en uw baby nodig zijn. Uw verloskundige of huisarts verwijst u daarom rond 41 weken zwangerschap door naar de gynaecoloog. In het ziekenhuis wordt een hartfilmpje, oftewel CTG (cardio-tocogram) van uw baby gemaakt. Het CTG is een apparaat waarmee zowel de hartslag van uw baby, als de weeën kunnen worden geregistreerd. Hiervoor wordt een soort dop met behulp van een elastische band om uw buik vastgemaakt.. De hartslag van de baby wordt in een grafiek op papier en op de monitor van het CTG-apparaat weergegeven. Deze grafiek geeft informatie over hoe de conditie van uw baby is. En hoe de baby op eventuele samentrekkingen van de baarmoeder reageert. U krijgt een echo om te controleren of de hoeveelheid vruchtwater nog voldoende is. Ook wordt een vaginaal onderzoek gedaan, waarbij naar de rijpheid van de baarmoedermond wordt gevoeld.
Afwachten of inleiden? Als alle controles goed zijn en de zwangerschap geen andere problemen geeft, is het verantwoord om af te wachten tot de bevalling spontaan begint. Het advies is om dan 2 keer per week een CTG en een echo te maken. De harttonen en de hoeveelheid vruchtwater worden zo beoordeeld. Bij minder leven voelen, als er weinig vruchtwater is, of als de harttonen niet optimaal zijn, stelt de gynaecoloog voor om uw baby geboren te laten worden. Als de baarmoedermond ‘rijp' aanvoelt, is een inleiding mogelijk. Meer informatie hierover vindt u in de folder 'Het inleiden van de bevalling'. Ook bijkomende problemen tijdens de zwangerschap, zoals een hoge bloeddruk of een klein kind, kunnen een reden zijn om een inleiding voor te stellen.
3
De bevalling Na een zwangerschapsduur van 41 weken is het verstandig om in het ziekenhuis te bevallen. Tijdens de bevalling worden de harttonen van de baby met behulp van een CTG geregistreerd. Zo wordt de conditie van de baby in de gaten gehouden. Als de vliezen nog niet gebroken zijn, wordt het CTG via de buikwand gemaakt. Zijn de vliezen wel gebroken, dan plaatst de arts of verloskundige vaak een schedelelektrode (een dun draadje) via de vagina (schede) op het hoofd van de baby. Ook kan men de vliezen breken om dit draadje vast te maken. Dit gebeurt tijdens een inwendig onderzoek. Vaak wordt tegelijk met de harttonenregistratie ook de sterkte van de weeën geregistreerd. Het registreren van de harttonen tijdens de bevalling is een voorzorg om tijdig eventuele achteruitgang van de conditie bij het kind te ontdekken. Meestal doen zich geen problemen voor en kunt u normaal en spontaan bevallen. Wel moet u er rekening mee houden dat na een erg lange zwangerschap de bevalling soms trager verloopt. De weeën zijn dan niet krachtig genoeg. Het kan dan nodig zijn de weeën met een infuus te versterken. Als ze erg pijnlijk zijn, is pijnstilling mogelijk.
Wie zijn er bij de bevalling Bij serotiniteit krijgt u een medische indicatie om in het ziekenhuis te bevallen. De gynaecoloog is verantwoordelijk voor de begeleiding van de bevalling. Soms is een aan het ziekenhuis verbonden verloskundige of arts bij de bevalling aanwezig. Deze werkt nauw samen met de gynaecoloog. Naast verpleegkundigen kunnen ook leerling-verpleegkundigen of co-assistenten (medische studenten) aanwezig zijn. U kunt van tevoren navragen wie er zullen zijn. ..
4
Na de bevalling Als de bevalling zonder problemen verloopt, brengt u het kraambed thuis door. U mag soms enige uren na de bevalling, soms de volgende ochtend naar huis
Heeft u nog vragen? Heeft u vragen dan kunt u contact opnemen met: Poli Gynaecologie: 0495 – 57 23 70 Op werkdagen tussen 8:00 – 17:00 uur: Buiten deze tijden (24 uur per dag bereikbaar) Verloskamer: 0495 – 57 21 28
De inhoud van deze voorlichtingsfolder is gebaseerd op de tekst van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG).
5
6
R335.28
2016-06
1013545