Zondag 4 september 2016 Protestantse Gemeente Emmeloord Thema: Welkom op het Feest van het Leven
Voorganger: ds. Bram Bregman Organist: dhr Popko van der Mei - Orde van dienst – Welkom – door de ouderling van dienst Intochtslied: 280: 1, 4, 6. 1. De vreugde voert ons naar dit huis waar ’t woord aan ons geschiedt. God roept zijn naam over ons uit en wekt in ons het lied. 4. Zal dit een huis, een plaats zijn waar de hemel open gaat, waar Gij ons met uw eng'len troost, waar Gij U vinden laat?
Bemoediging en groet
6. Vervul ons met een nieuw verstaan van ’t woord, waarin Gij spreekt en reik ons zelf als leeftocht aan het brood, dat Gij ons breekt.
Kaarsen en aanvangstekst Opvoeden is kinderen ogen geven voor het wonder, voor het groot mysterie van alles wat leeft en adem heeft. Kyrielied: 836: 1, 2, 4, 5. 1. O Heer die onze Vader zijt, vergeef ons onze schuld. Wijs ons de weg der zaligheid, en laat ons hart, door U geleid, met liefde zijn vervuld, met liefde zijn vervuld.
2. Geef dat uw roepstem wordt gehoord als eenmaal bij de zee. Geef dat ook wij uw nodend woord vertrouwen, volgen ongestoord, op weg gaan met U mee, op weg gaan met U mee.
4. Leg Heer uw stille dauw van rust op onze duisternis. Neem van ons hart de vrees, de lust, en maak ons innerlijk bewust hoe schoon uw vrede is, hoe schoon uw vrede is.
5. Dat ons geen drift en pijn verblindt, geen hartstocht ons verwart. Maak Gij ons rein en welgezind, en spreek tot ons in vuur en wind, o stille stem in ’t hart, o stille stem in ’t hart.
Glorialied: 687: 2, 3. 2. Wij delen in het vuur dat neerstrijkt op de hoofden, de vonk die overspringt op allen die geloven. Vuurvogel van de vloed, duif boven de Jordaan, versterk in ons de gloed, wakker het feestvuur aan.
3. Wij teren op het woord, het brood van God gegeven, dat mededeelzaam is en kracht geeft en nieuw leven. Dus zeg en zing het voort, geef uit met gulle hand dit manna voor elk hart., dit voedsel voor elk land.
De kinderen gaan naar de Kinderkerk - Lied: Samen in het licht 1. Wij gaan voor even uit elkaar / en delen nu het licht. Dat licht vertelt ons iets van God / Op hem zijn wij gericht. 2. Wij geven Gods verhalen door / en wie zich openstelt, ervaart misschien een beetje licht / door wat er wordt verteld. 3. Straks zoeken wij elkaar weer op / en elk heeft zijn verhaal. Het licht verbindt ons met elkaar / het is voor allemaal. - Dienst van de Schrift Inleiding 1e Schriftlezing: Handelingen 9: 1 - 6 en Galaten 2: 19b - 20 Intussen bedreigde Saulus de leerlingen van de Heer nog steeds met de dood. Hij ging naar de hogepriester 2 met het verzoek hem aanbevelingsbrieven mee te geven voor de synagogen in Damascus, opdat hij de aanhangers van de Weg die hij daar zou aantreffen, mannen zowel als vrouwen, gevangen kon nemen en kon meevoeren naar Jeruzalem. 3 Toen hij onderweg was en Damascus naderde, werd hij plotseling omstraald door een licht uit de hemel. 4 Hij viel op de grond en hoorde een stem tegen hem zeggen: ‘Saul, Saul, waarom vervolg je mij?’ 5 Hij vroeg: ‘Wie bent u, Heer?’ Het antwoord was: ‘Ik ben Jezus, die jij vervolgt. 6 Maar sta nu op en ga de stad in, daar zal je gezegd worden wat je moet doen.
2
Met Christus ben ik gekruisigd: 20 ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zich voor mij heeft prijsgegeven. Lied: 672: 4 4. Gij liefdevuur van God, kom ons geheel doordringen. Voeg hart en zin tezaam en heilig alle dingen. Bij ’s Heren liefdemaal zult Gij aanwezig zijn. Vorm ons naar Christus’ beeld, door woord en brood en wijn. 2e Schriftlezing: Lukas 14: 15 - 24 Toen een van de anderen die aan tafel aanlagen dit hoorde, zei hij tegen hem: ‘Gelukkig al wie zal 16 deelnemen aan de maaltijd in het koninkrijk van God!’ Jezus vervolgde: ‘Iemand wilde een groot feestmaal geven en nodigde tal van gasten uit. 17 Toen het tijd was voor het feestmaal, stuurde hij zijn dienaar naar de genodigden om tegen hen te zeggen: “Kom, want alles is klaar.” 18 Maar een voor een begonnen ze zich te verontschuldigen. De eerste zei: “Ik heb net een akker gekocht, die ik beslist moet gaan bekijken. Tot mijn spijt kan ik de uitnodiging niet aannemen.” 19 En een ander zei: “Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga ze keuren; tot mijn spijt kan ik de uitnodiging niet aannemen.” 20 Weer een ander zei: “Ik ben pas getrouwd en daarom kan ik niet komen.” 21 Toen de dienaar teruggekomen was, bracht hij zijn heer verslag uit. De heer des huizes ontstak in woede en zei tegen zijn dienaar: “Ga vlug de stad in en breng uit de straten en stegen de armen en kreupelen en blinden en verlamden hierheen.” 22 Toen de dienaar hem kwam melden: “Heer, wat 23 u hebt opgedragen is gebeurd, en nog is er plaats,” zei de heer tegen hem: “Ga naar de wegen en de 24 akkers buiten de stad en nodig iedereen met klem uit, want mijn huis moet vol zijn. Ik zeg jullie: niemand van degenen die eerst uitgenodigd waren, zal van mijn feestmaal proeven.”’ Lied: 610: 1, 3, 4, 6. 1. Zo dor en doods, zo levenloos verlamd, uiteengeslagen, zonder hoop en zonder troost slijten wij de dagen.
3. Zijt Gij het, Heer, die weet wanneer wij ooit zullen herleven? Met uw adem kunt Gij toch ons het leven geven?
4. Kom dan en spreek uw woord en breek zo onze graven open. Wil ons met de geesteskracht van uw adem dopen.
6. Blaas met uw Geest in ons het feest dat allen zal verwarmen. Open ons het vergezicht Op uw groot erbarmen.
Verkondiging Korte stilte
3
Lied: In zijn stroming (Geroepen om te zingen, nr 11)
..EN WIJ GAAN WEER VERNIEUWD DE WERELD IN. Voorbeden, stil gebed, en samen het Onze Vader Mededelingen en collecte Lied: 385; 1, 3, 4. 1. De tafel van samen, de tafel is gedekt. Wij mogen komen eten en niemand wordt vergeten. De tafel van samen, de tafel is gedekt. ’t Geheim van het leven wordt zo maar verstrekt. 2. Wij delen, wij delen gewoon het dagelijks brood. Dit brood houdt ons in leven, door God is het gegeven. Wij delen, wij delen gewoon het dagelijks brood. en denken aan Jezus, zijn lijden, zijn dood.
4
4. Wij vieren de maaltijd, wij vieren samen feest. Hier durven wij te dromen dat alles goed zal komen. Wij vieren de maaltijd, wij vieren samen feest in naam van de Vader, de Zoon en de Geest.
Tafelgebed Vg Gem
Laat uw hart erbij zijn! DE HEER HEEFT ONS HART - GOD ZIJ DANK!
Vg
Ja, het is terecht dat wij U God, zegenen en danken, altijd en overal, om Jezus,in wie wij Uw levende Liefde hebben ontmoet! U zegenen en danken wij, Vader, want U schept ons ruimte, U brengt ons op adem. U zoeken en vinden – en liefhebben is heel ons verlangen. Uw liefde die ons heelt en geneest, Uw liefde die ons vervuld met uw overvloed, Uw liefde die ons doet genieten en doet zingen in de gloria: Lied: 405: 4 Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig hemel, zee en aarde verhoogt uw heerlijkheid. Heilig, heilig, heilig! Liefdevol en machtig, Drievuldig God, die één in wezen zijt. Gezegend is Jezus, de Zoon, de Gezalfde, de Bruidegom, die gekomen is om ons te redden en ons te geven: de volheid van het leven - leven op het Feest van het Leven! Wij zijn Zijn bruid, wit als sneeuw, gereinigd, feestelijk versierd,verlangend naar Zijn liefde! Jezus, die in de nacht van de overlevering het brood nam, het zegende, en brak en het aan zijn leerlingen gaf met de woorden: Dit is mijn lichaam, het levende brood voor u gebroken, doe dit steeds weer en heb Mij lief naar God en naar elkaar ! Na het avondmaal, toen Hij de beker had genomen en gedankt, zei Hij: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, tussen God, jullie en Mij, de ware drank van vergeving en nieuw leven, doe dit steeds weer en leef hieruit! Allen: Laat ons dan eten en drinken, want zo gezegd en zo gedaan, verkondigen wij de dood en de opstanding van onze Heer beeld van de nieuwe Mens die wij mogen zijn! Vul nu onze harten met vreugde en vrede, doe ons Uw Woord en brood en wijn verstaan, - raak ons aan met Uw Heilige Geest ! Vorm ons om en beziel ons tot mensen van liefde, om dankbaar te leven en uw goedheid te delen, met elkaar – in het bijzonder met de medemens in nood. Geef Goede God, dat wij ons leven mogen genieten, verbonden met U en met elkaar - vandaag en alle dagen van ons leven. Gem. Amen !
Vg
Laten wij nu - verenigd in dezelfde Geest tot het ene Lichaam van Christus, samen bidden als Gods kinderen:
Gem
Onze Vader …
De gemeenschap van brood en wijn Dankgebed Slotlied: 518: 2, 3, 6. 2. Gij zijt mijn parel en mijn kroon, o Zoon van God, Maria’s zoon, een hoog geboren koning. O lelie die mijn hart bekoort, uw zoete evangeliewoord, is louter melk en honing. Gij zijt, altijd, hosianna, hemels manna, dat wij eten, nooit meer kan ik U vergeten. 3. Gij schittert als een edelsteen, mijn hart is vol van U alleen, uw liefde doet mij leven. Hoe groei ik in uw lichte schijn, hoe bloei ik op daar ik mag zijn een rank met U verweven. Aan U, blijft nu, heel mijn leven, weggegeven, om te ontvangen, U, mijn liefde, mijn verlangen. 6. Laat al het vrolijke geluid, van stemmen, van viool en fluit, te zijner ere klinken. Hij staat voor altijd aan mijn zij. Mijn schone liefste is van mij, in Hem wil ik verzinken. Laat ons, samen, spelen zingen, dansen springen, voor de Here, die de koning is der ere. Uitzending en Zegen (gemeente zingt: 'Amen')
6