Het leven is een groot feest

Centrum Basiseducatie Brusselleer Cultuur

Oefenmap lezen en schrijven Het leven is een groot feest

p. 1 Niveau 3

Salsa, de ziel van Latijns-Amerika

Het leven is een groot feest Latijns-Amerika is de naam voor alle landen in Amerika waar de mensen Spaans spreken. Dat zijn onder andere Mexico, Colombia, Cuba en de eilanden van de Caraïben. De landen liggen in de tropen. Hun muziek is zeer warm.

Dansen hoort bij de aanstekelijke ritmes van salsa-muziek.

Pikante saus 'Salsa' betekent saus. Een heel pikante saus. Zo is ook de muziek. Net als bij saus meng je vanalles door elkaar. Salsa is een mix van indiaanse, Afrikaanse en Spaanse ritmes en wijsjes. Het resultaat is warm, opwindend en uitdagend.

Feest In Latijns-Amerika kwamen veel volkeren samen. Eerst woonden er indianen. Na de ontdekking van Amerika door Spanje was er de ontmoeting van de verschillende soorten muziek. Europeanen brachten zwarten uit Afrika naar Zuid-Amerika. Het waren slaven. Hun instrumenten waren trommels. Ze hadden alleen hun muziek om te ontsnappen aan hun arme leven. Na een lange dag in slavernij was er feest. Iedereen deed mee. Zo ontstond een mengeling van vele soorten muziek.

Tekst uit: Wablieft 387



p. 2 Niveau 3

Salsa werd populair in de jaren ’50 en ’60.

Erkenning De feesten en de salsa-muziek waren lange tijd verboden. Het waren immers feesten van de duivel. Zo dachten de Europeanen. Vele muzikanten vochten echter voor hun muziek. Ze wilden niet dat die verdween. Tenslotte kregen ze erkenning in de hele wereld. Nu kan je de salsa overal horen. Mensen als Ruben Gonzales en Celia Cruz brachten de muziek naar New York. Daar werd voor het eerst gesproken over salsa. Van daaruit verspreidde salsa zich over heel de wereld. Vooral in de jaren '50 en '60 was salsa heel geliefd. Orkesten als Edmundo Ros en James Last speelden de opwindende dansritmes. Toen kwam de popmuziek van Elvis Presley en de Beatles. De salsa raakte vergeten. Nu is de muziek weer erg in trek.

Plezier Ook aan de rivier de Mississippi in Amerika hadden de zwarte slaven alleen maar hun muziek. Dat was de blues. Die is meestal triestig. Zo is de salsa niet. Salsa zit vol levensvreugde. Salsa willen we dansen, horen, ruiken, voelen. Salsa is plezier. Want het leven is een groot feest.

Hart Waarom zijn de liedjes uit Latijns-Amerika zo mooi? Ze komen uit het hart van de mensen. Salsa is de ziel van de Latino's.

(w)



1


Waar of niet waar?

1. Latijns-Amerika is de naam voor alle landen waar de mensen Latijn spreken. 2. Eerst woonden de Spanjaarden in Latijns-Amerika. 3. Europeanen brachten zwarten uit Afrika naar ZuidAmerika. 4. Ze hadden alleen hun muziek om geld te verdienen. 5. De feesten en de salsa-muziek waren lange tijd verboden. 6. Nu is de muziek weer erg in trek. 7. Salsa is meestal triestig.

2

p. 3 Niveau 3

.............................. .............................. .............................. .............................. .............................. .............................. ..............................

Zoek het antwoord in de tekst.

1. Waarom noemt men de Latijns-Amerikaanse muziek ‘salsa’? ......................................................................................................................... 2. Welke ritmes en wijsjes zijn in salsa vermengd? ......................................................................................................................... 3. Wie woonden er eerst in Latijns-Amerika? ......................................................................................................................... 4. Waarom was de muziek zo belangrijk voor de slaven? ......................................................................................................................... 5. Waarom waren de feesten en de salsa-muziek lange tijd verboden? ......................................................................................................................... 6. Hoe verspreidde salsa zich over de hele wereld? ......................................................................................................................... 7. Waarom raakte de salsa vergeten? ......................................................................................................................... 8. Welk gevoel hoort bij salsa? .........................................................................................................................



1


p. 4 Niveau 3

Zoek de betekenis in je woordenboek. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz

1. de tropen :........................................................................................................ ......................................................................................................................... 2. het ritme : ........................................................................................................ ......................................................................................................................... 3. de erkenning : ................................................................................................. .........................................................................................................................

2

Wat is ongeveer hetzelfde? (zelfstandige naamwoorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6.

3

de de de de de het

saus mengeling erkenning tropen soort wijsje

melodie de waardering de mix het genre salsa warme streken de

1. 2. 3. 4. 5. 6.

......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................

= = = = = =

......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................

......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................

Wat is het tegengestelde? (zelfstandige naamwoorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6.

de het de het de de

salsa eiland slaaf leven vreugde zwarte


het de de de de het

vasteland blues dood meester blanke verdriet

1. 2. 3. 4. 5. 6.

......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................


1

3

spreken mengen vechten ontsnappen betekenen ruiken

geur opsnuiven willen zeggen ontkomen strijden mixen praten

1. 2. 3. 4. 5. 6.

......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................

= = = = = =

......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................

Wat is het tegengestelde? (werkwoorden) 1. ontstaan 2. verbieden

herinneren uitsterven

1. 2.

......................... ......................... ......................... .........................

3. 4. 5. 6.

toelaten onthouden halen geven

3. 4. 5. 6.

......................... ......................... ......................... .........................

vergeten brengen krijgen vergeten

......................... ......................... ......................... .........................

Wat is ongeveer hetzelfde? (bijvoeglijke naamwoorden + bijwoorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6.

4

p. 5 Niveau 3

Wat is ongeveer hetzelfde? (werkwoorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6.

2


pikant aanstekelijk opwindend uitdagend triestig populair

besmettelijk bewogen prikkelend treurig in trek sterk gekruid

1. 2. 3. 4. 5. 6.

......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................

= = = = = =

......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................

Wat is het tegengestelde? (bijvoeglijke naamwoorden + bijwoorden) 1. 2. 3. 4. 5. 6.

opwindend verboden triestig pikant verschillende overal


toegelaten opgewekt saai dezelfde nergens flauw

1. 2. 3. 4. 5. 6.

......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................

......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................


1


p. 6 Niveau 3

Kruis aan wat het betekent. 1. de ziel van Latijns-Amerika de hobby van gelovige Midden- en Zuid-Amerikanen erg belangrijk in de Latijns-Amerikaanse cultuur belangrijk voor een kleine minderheid van de Latijns-Amerikanen 2. de muziek is erg in trek op de muziek wordt wild gedanst mensen ergeren zich aan de muziek de muziek is erg gewild 3. het komt uit het hart van de mensen de mensen gaan er hard tegenaan de mensen menen het het is sentimenteel gezeur

2

Kruis aan wat wordt bedoeld. 1. het deel van Amerika waar Spaans en Portugees wordt gesproken Midden-Amerika Zuid-Amerika Latijns-Amerika 2. grote groep mensen die muziek maken op verschillende muziekinstrumenten de ploeg het orkest het duo 3. inwoner van Latijns-Amerika de Spanjaard de romein de Latino



1


p. 7 Niveau 3

Kruiswoordraadsel. Zoek het woord onder de pijl. Voor de ‘ij’ gebruik je één vakje. 1. de 2. de 3. de 4. het 5. de 6. de 7. de 8. de 9. de

HORIZONTAAL 1.

het kwaad, vaak voorgesteld als een mannetje met hoorns, bokkenpoten en een staart satan

2.

inwoner van Latijns-Amerika

3.

keer dat je iemand toevallig tegenkomt of op een afgesproken tijd en plaats treft

4.

voorwerp om muziek mee te maken muziekinstrument

5.

toestand waarin je iemand bent die een ander dient en die niet over zijn eigen leven mag beslissen

6.

iemand die muziek maakt

7.

keer dat je te weten komt dat iets er is of hoe iets is

8.

slaginstrument dat de vorm heeft van een brede cilinder en dat aan beide kanten met een vel is bespannen trom

9.

langzame, wat weemoedige muziek die afkomstig is van de zwarten uit Amerika

VERTICAAL Het woord onder de pijl is: .....................................................

De oplossing van het kruiswoordraadsel vind je op p. 14.



1

3

4

p. 8 Niveau 3

Zet de lettergrepen in de goede volgorde. 1. 2. 3. 4. 5. 6.

2


nij - sla - ver king - ont - dek de - le - vreug - vens aan - Eu - pe - ro ben - Ca - ï - ra co - xi - Me

1. de ............................................. 2. de ............................................. 3. de ............................................. 4. de ............................................. 5. de ............................................. 6. .............................................

Maak een samenstelling. 1. pop

vreugde

1.

.............................................

2. levens 3. dans 4. ei

muziek land ritme

2. 3. 4.

............................................. ............................................. .............................................

Wat past bij elkaar? (voorvoegsels) 1. ont2. in3. re-

sultaat dekking strument

1. de ............................................. 2. het ............................................. 3. het .............................................

4. op5. ver6. aan-

stekelijk windend schillend

4. 5. 6.

............................................. ............................................. .............................................

Wat past bij elkaar? (achtervoegsels) 1. 2. 3. 4. 5. 6.

zwar vreug Europe slaver rit wijs


-te -de -aan -nij -me -je

1. de ............................................. 2. de ............................................. 3. de ............................................. 4. de ............................................. 5. het ............................................. 6. het .............................................


1

3

4

p. 9 Niveau 3

Zoek het meervoud in de tekst. 1. 2. 3. 4. 5. 6.

2


één land één indiaan één slaaf één volk één ritme één Latino

meer ....................................................... meer ....................................................... meer ....................................................... meer ....................................................... meer ....................................................... meer .......................................................

Vul in : d of t. 1. het lan.....

de tij.....

pikan.....

2. het eilan.....

de muzikan.....

opwinden.....

3. het resultaa.....

de werel.....

gelief.....

4. het instrumen.....

het fees.....

verschillen.....

1. Lat.....ns-Amerika

de slavern.....

het w.....sje

2. het .....land

de t.....d

verspr.....den

Vul in: ei of ij.

Onderstreep de fout. Schrijf het woord correct. 1. de miks

…………………

de muziekant

…………………

2. de sous

…………………

de Tropen

…………………

3. het rezultaat …………………

spaans

…………………

4. de europeaan …………………

ze bragten

…………………



1


p. 10 Niveau 3

Schrijf hoofdletters waar het moet.

Je schrijft een hoofdletter

aan het begin van een zin aan de naam van een persoon aan de naam van een land en de afleidingen ervan bv. Spanje - Spanjaard - Spaans

1. latijns-amerika is de naam voor alle landen in amerika waar de mensen spaans spreken. ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... 2. dat zijn onder andere mexico, colombia, cuba en de eilanden van de caraïben. ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... 3. salsa is een mix van indiaanse, afrikaanse en spaanse ritmes en wijsjes. ......................................................................................................................... 4. na de ontdekking van amerika door spanje was er de ontmoeting van de verschillende soorten muziek. ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... 5. europeanen brachten zwarten uit afrika naar zuid-amerika. ......................................................................................................................... 6. mensen als ruben gonzales en celia cruz brachten de muziek naar new york. ......................................................................................................................... 7. toen kwam de popmuziek van elvis presley en de beatles. .........................................................................................................................



1

p. 11 Niveau 3

Vul de tegenwoordige tijd in. Het hele werkwoord staat tussen haakjes. Het onderwerp is schuin gedrukt.

1. 2. 3. 4. 5. 6.

2


Salsa ....................... (betekenen) saus. Zo ....................... (zijn) ook de muziek. Net als bij saus ....................... (mengen) je vanalles door elkaar. Het resultaat ....................... (zijn) warm, opwindend en uitdagend. Dansen ....................... (horen) bij de aanstekelijke ritmes. Salsa ....................... (komen) uit het hart van de mensen.

Vul de verleden tijd in. Het hele werkwoord staat tussen haakjes. Het onderwerp is schuin gedrukt.

1. In Latijns-Amerika ....................... (komen) veel volkeren samen. 2. Eerst ....................... (wonen) er indianen. 3. Europeanen ....................... (brengen) zwarten uit Afrika naar Zuid-Amerika. 4. Het ....................... (zijn) slaven. 5. Ze ....................... (hebben) alleen hun muziek om te ontsnappen aan hun arme leven. 6. Na een lange dag in slavernij ....................... (zijn) er feest.

3

Vul het voltooid deelwoord in. Het hele werkwoord staat tussen haakjes. Het hulpwerkwoord is onderstreept.

1. De feesten en de muziek waren lange tijd ....................... (verbieden). 2. In New York werd voor het eerst ....................... (spreken) over salsa. 3. Salsa raakte in de jaren ’70 ....................... (vergeten).



1


p. 12 Niveau 3

Zelf schrijven. Laat je inspireren door de vraagjes. Bedenk een titel voor je tekst.

Hou jij van salsa? Van welke muziek hou je het meest? Wanneer luister je naar muziek? Maakt muziek je soms vrolijk of triestig?

...............................................................

......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... .........................................................................................................................




p. 13 Niveau 3

......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... .........................................................................................................................




p. 14 Niveau 3

Oplossing kruiswoordraadsel.

1. de

5. de

s

d

u

i

v

e

2. de

L

a

t

i

n

o

3. de

o

n

t

m

o

e

t

i

n

u

m

e

n

t

i

n

g

4. het

i

n

s

t

r

l

a

v

e

r

n

ij

m

u

z

i

k

a

n

t

7. de

o

n

t

d

e

k

k

e

l

6. de

8. de

t

r

o

m

m

9. de

b

l

u

e

s


l

g

Het leven is een groot feest

Recommend Documents