ZIENSWIJZENVERSLAG Bestemmingsplan “Buitengebied, herziening 2013-1”
AFDELING RUIMTELIJK DOMEIN TEAM RUIMTE EN VERGUNNINGEN Augustus 2014
Inhoudsopgave I. Overzicht gevolgde procedure ............................................................................................................ 3 II. Ingekomen zienswijzen en gemeentelijke reactie ..............................................................................5 1) Bewoners recreatiewoning Zwolseweg (728984) ...............................................................................5 2) Bewoners Emslandweg 1-5 (734854) ..................................................................................................5 3) DAS, Postbus 23000, 1100 DM te Amsterdam namens bewoner Bergweg 14 te Lemele (40427) .................................................................................................................................................. 6 4) Achmea Rechtsbijstand, Postbus 10100, 5000 JC te Tilburg namens bewoner Bergweg 29, 8148 SG te Lemele (744128/743295)....................................................................................................... 7 5) Van ‘t Erve Advies, Postbus 48, 8100 AA te Raalte namens NVV regio Salland (744073) ................... 8 6) Arslan & Ter Wee, Postbus 40048, 8004 DA te Zwolle namens bewoner Emslandweg 1-030, 7731 RP te Ommen (743714) .................................................................................................................. 9 7) Exitus bedrijfsontwikkeling, Postbus 22, 8100 AA te Raalte namens bewoner Brinkweg 3a te Arrien (743295) ...................................................................................................................................... 9 III. Ambtshalve aanpassingen ............................................................................................................... 11 Wijzigingen toelichting ........................................................................................................................................11 Wijzigingen regels ...............................................................................................................................................11
IV. Staat van wijzigingen ...................................................................................................................... 13 Wijzigingen toelichting ........................................................................................................................................13 Wijzigingen regels ...............................................................................................................................................13
2
I. Overzicht gevolgde procedure Ter inzage legging De ontwerpbestemmingsplannen Buitengebied, herziening 2013-1 en Buitengebied, herziening 2013-2 hebben vanaf donderdag 27 februari 2014 gedurende zes weken ter inzage gelegen. De laatste dag van de termijn was 10 april 2014. Een ieder kon een zienswijze indienen over beide bestemmingsplannen. De ontwerpbestemmingsplannen hebben op de website van de gemeente (www.ommen.nl) als pdf ter inzage gelegen en in gedrukte vorm op het gemeentehuis. Ook zijn de plannen in digitale vorm geplaatst op www.ruimtelijkeplannen.nl. Bekendmaking De ter inzage legging van de ontwerpplannen en de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen zijn bekendgemaakt in het huis-aan-huisblad Vechtdal Centraal van 26 februari 2014, de Staatscourant van 26 februari 2014 en op de gemeentelijke website. Zienswijzen Er zijn over beide bestemmingsplannen in totaal 25 zienswijzen naar voren gebracht. Daarvan hebben 5 betrekking op het ontwerpplan “Buitengebied, herziening 2013-1“, 18 op het ontwerpplan “Buitengebied, herziening 2013-2” en 2 (gedeeltelijk) op beide plannen. De zienswijzen zijn binnen de daarvoor gestelde termijn verzonden en kunnen daarom als tijdig ingediend worden aangemerkt. Aanpak De herziening van het bestemmingsplan “Buitengebied”, het moederplan uit 2010 vindt plaats langs twee sporen: 1. Bestemmingsplan “Buitengebied, herziening 2013-1”. Dit betreft een herziening van alleen de planregels van het moederplan. Het betreft een zogeheten analoge herziening, omdat de digitaliseringsvereisten voor bestemmingsplannen niet van toepassing zijn. 2. Bestemmingsplan “Buitengebied, herziening 2013-2”. Dit betreft een herziening, waarmee op perceelsniveau bestemmingen worden gewijzigd of opnieuw worden gelegd. Hiervoor gelden wel de digitale verplichtingen. Deze twee sporen zijn tot en met de terinzagelegging van beide ontwerpplannen als één gezamenlijk geheel gepresenteerd zowel intern als extern en ook als zodanig behandeld. Dit heeft zich bijvoorbeeld geuit in een gezamenlijke terinzagelegging van beiden plannen, welke in één bekendmaking is aangekondigd, en de behandeling van de beide plannen als één geheel in zowel college van burgemeester en wethouder alsmede de raadscommissie. Dit vanwege de nadrukkelijk aanwezige samenhang tussen beide plannen. Bij behandeling van de zienswijzen is ervoor gekozen om procedureel nadrukkelijk twee sporen te gaan bewandelen. Reden is dat in formeel-juridisch opzicht sprake is van twee op zich zelf staande bestemmingsplannen met elk een eigen traject van beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Gevolg is dat er twee afzonderlijke zienswijzennotities zijn gemaakt voor de beide bestemmingsplannen. De 25 ingekomen zienswijzen zijn daarbij verdeeld over de afzonderlijke bestemmingsplannen. Bij 2 zienswijzen is duidelijk sprake dat deze (voor een gedeelte) betrekking op beide plannen. Het betreft de zienswijzen van Van ’t Erve Advies en Exitus bedrijfsontwikkeling. Deze 2 zienswijzen zijn in beide zienswijzennotities samengevat voor de punten die op het betreffende plan betrekking hebben en van een reactie voorzien. Een aantal zienswijzen op het ene plan heeft indirect ook consequenties voor het andere plan. Als door een zienswijze de regels van het ene plan worden aangepast, dan heeft dat veelal vanuit oogpunt uniformering ook consequenties voor het andere plan. In deze gevallen is de betreffende wijziging als ambtshalve aanpassing vermeld in het andere plan . 3
College- en raadsvoorstel De zienswijzen zijn in dit zienswijzenverslag samengevat en voorzien van een gemeentelijk reactie. Ook geeft dit verslag een overzicht van de gewenste ambtshalve wijzigingen. In een “Staat van Wijzigingen” staan alle aanpassingen aan het plan opgesomd. Dit zienswijzenverslag vormt samen met de ingekomen zienswijzen een onlosmakelijk onderdeel van het raadsvoorstel en –besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan.
4
II. Ingekomen zienswijzen en gemeentelijke reactie Er is van 7 personen, bedrijven of instanties een zienswijze ontvangen waarvan 1 mondeling en 2 die ook (deels) betrekking hebben op het ontwerpbestemmingsplan “Buitengebied, herziening 2013-2”. Eén van de indieners van een zienswijze wenst anoniem te blijven. De zienswijzen worden hieronder puntsgewijs behandeld. Om te voldoen aan de Wet bescherming persoonsgegevens en omdat dit zienswijzenverslag op internet zal worden geplaatst, zijn de zienswijzen daar waar nodig geanonimiseerd. De nummering correspondeert met de ingekomen reacties. De volledige ingekomen reacties kunnen op verzoek worden opgevraagd en worden ingezien. De aanpassingen van het ontwerpbestemmingsplan naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen worden hier tevens aangegeven. 1) Bewoners recreatiewoning Zwolseweg (728984) Samenvatting zienswijze Indieners hebben in een mondelinge zienswijze aangegeven om de toegestane permanente bewoning in het bestemmingsplan “Buitengebied, herziening 2013-1” vast te leggen. Dit ter uitvoering van de opdracht van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in zijn uitspraak van 11 april 2012 over het geldende bestemmingsplan Buitengebied uit 2010. Opgedragen is namelijk om alsnog de recreatiewoning van indieners op te nemen in bijlage 2 van de planregels van dit plan, zodat planologisch is vastgelegd dat op dit adres permanente bewoning mag plaatsvinden. Reactie gemeente Zoals ook uit de toelichting van het ontwerpplan blijkt, was de uitspraak van de Raad van State bewust niet vertaald in het bestemmingsplan. Achterliggende reden was dat in het kader van het project Vechtoevers de betreffende recreatiewoning zou worden opgekocht in het kader van de herontwikkeling van het gehele recreatiegebied aan de Zwolseweg (vanaf Koeksebelt tot aan scoutingterrein Ada’s Hoeve). Dit is nog steeds de bedoeling, maar geëffectueerd is dit nog niet. Een en ander is mede afhankelijk van de uitkomsten van overleggen met andere stakeholders in dit gebied, die momenteel gaande zijn. Om die reden is het gerechtvaardigd, ook als “planologisch vangnet”, om alsnog uitvoering te geven aan de uitspraak van de Raad van State. Voorgestelde aanpassing(en) bestemmingsplan De zienswijze wordt overgenomen. De recreatiewoning wordt opgenomen in artikel 3 van het bestemmingsplan onder het kopje “Aanpassingen ‘Bijlage 2’”. 2) Bewoners Emslandweg 1-5 (734854) Samenvatting zienswijze Indieners hebben geconstateerd dat voor de bungalows Emslandweg 1-31 en 1-39 op het bungalowpark Juniperus in het nieuwe bestemmingsplan permanente bewoning wordt toegestaan. Verzocht wordt dit ook toe te staan voor de bungalow Emslandweg 1-5. Indieners stellen dat de situatie voor hun pand niet wezenlijk verschilt van de andere bungalows op het park, waarbij de permanente bewoning wel geregeld is in het bestemmingsplan. Ook zij hebben al sinds 16 december 1996 een gedoogbeschikking en sinds mei/juni 1994 wordt dit pand al onafgebroken bewoond. Dit wordt met diverse documenten nader aangetoond.
5
Reactie gemeente Het uitgangspunt binnen het geldende bestemmingsplan Buitengebied is dat permanente bewoning van recreatiewoningen niet is toegestaan. Voor een aantal recreatiewoningen in het buitengebied is een uitzondering gemaakt. In deze gevallen wordt er dermate lang permanent gewoond, dat er rechten zijn verworven om deze panden te mogen bewonen. In het bestemmingsplan Buitengebied uit 2010 is een regeling opgenomen dat deze recreatiewoningen behalve een recreatief gebruik ook regulier bewoond mogen worden. Er is dus een dubbel gebruik mogelijk (wonen en recreatie), maar qua bestemming blijft het een recreatiewoning met bijbehorende bouwmogelijkheden. De desbetreffende recreatiewoningen zijn opgenomen in bijlage 2 behorende bij de planregels van dit bestemmingsplan. In dit geval staat vast dat vanaf mei/juni 1994 de recreatiewoning Emslandweg 1-5 onafgebroken permanent bewoond is door de indieners van de zienswijze. Om in aanmerking te komen voor een “permanente bewoningstatus” in het bestemmingsplan Buitengebied, herziening 2013-2, moet er sprake zijn van permanente bewoning voordat het voorheen geldende bestemmingsplan “Emsland (De Lindenberg), herziening 1998” rechtskracht verkreeg. Hieraan wordt voldaan. De permanente bewoning van de bungalow valt sinds die tijd onder het overgangsrecht, waarmee er dusdanige rechten zijn opgebouwd om, evenals soortgelijke gevallen, in aanmerking te komen voor planologische inpassing van de permanente bewoning. Voorgestelde aanpassing(en) bestemmingsplan De zienswijze wordt overgenomen. Het adres Emslandweg 1-5 wordt opgenomen in artikel 3 van het bestemmingsplan onder het kopje “Aanpassingen ‘Bijlage 2’”. 3) DAS, Postbus 23000, 1100 DM te Amsterdam namens bewoner Bergweg 14 te Lemele (40427) Samenvatting zienswijze Indiener heeft enkele opmerkingen op het ontwerpbestemmingsplan: 1. Er was al een verbod op permanente bewoning, maar in het ontwerpbestemmingsplan wordt ook het laten gebruiken voor permanente bewoning niet langer toegestaan. Cliënt van indiener heeft een objectgebonden beschikking, maar vreest nu zijn recreatiewoning niet te mogen verhuren. Verzocht wordt de regeling aan te passen, zodat dit wel is toegestaan. 2. Verzocht wordt de recreatiewoning van cliënt een woonbestemming te geven. Er is al een objectgebonden beschikking afgegeven en drie naastgelegen woningen hebben ook reeds een woonbestemming. Er zijn geen ruimtelijke belemmeringen om geen woonbestemming toe te kennen. Reactie gemeente Ad 1. Het eerste lid van artikel 11.13. kent een algemeen geldend verbod op het gebruik voor permanente bewoning van ondermeer recreatiewoningen. In het tweede lid is een uitzonderingsclausule opgenomen voor een aantal locaties, zoals vermeld in bijlage 2 van de regels. Dit houdt in dat op deze locaties een recreatiewoning wel permanent mag worden bewoond. De regeling maakt geen onderscheid of de eigenaar van de recreatiewoning er zelf permanent woont of dat de recreatiewoning wordt verhuurd voor permanente bewoning. Desondanks hoeft het niet bezwaarlijk te zijn om de tekst aan te passen, als dat de regels verduidelijkt. Om die reden wordt voorgesteld om artikel 11.13.2. aan te passen, zodat glashelder is dat ook het laten gebruiken van dergelijke recreatiewoningen voor permanente bewoning ook is toegestaan.
6
Ad 2. In het kader van de totstandkoming van het bestemmingsplan Buitengebied in 2010 is voor een aantal soortgelijke recreatiewoningen een zienswijze ingediend met daarin hetzelfde verzoek tot omzetting naar een reguliere woonbestemming. Toen is door de gemeenteraad besloten dat een dergelijke omzetting niet wenselijk was en op basis van de provinciale Omgevingsverordening ook niet mogelijk was. Er is onvoldoende reden om nu een ander standpunt in te nemen. Anders dan indiener stelt is de recreatiewoning Bergweg 14 gelegen op een verblijfsrecreatieterrein en wel het terrein Zonnebloem-West. De woning Bergweg 12 is inderdaad ook op het verblijfsrecreatieterrein gelegen, maar als woonhuis vergund, om die reden voorzien van een woonbestemming en derhalve niet vergelijkbaar. De woningen Bergweg 10 en 11 zijn ook niet vergelijkbaar, want niet direct aangrenzend, niet gelegen op het verblijfsrecreatieterrein en ook als reguliere woning tot stand gekomen. Wij willen voorkomen dat op een verblijfsrecreatieterrein onderscheid wordt gemaakt tussen verblijfsrecreatieve bestemmingen enerzijds en woonbestemmingen anderzijds. Dit ook gelet op het feit dat wij het in ruimtelijk opzicht ongewenst vinden om een onderscheid te maken tussen bouwmogelijkheden. Er is geen reden deze lijn uit 2010 bij te stellen. Daarnaast is de provinciale Omgevingsverordening op dit punt in vergelijking met 2010 inhoudelijk ongewijzigd. Omzetting naar wonen is in dit geval nog steeds niet toegestaan op basis van deze verordening. Gelet het vorenstaande wordt aan het verzoek tot omzetting naar een reguliere woning niet tegemoet gekomen. Voorgestelde aanpassing(en) bestemmingsplan De zienswijze wordt alleen voor wat betreft het eerste punt overgenomen. In het bestemmingsplan wordt een regeling opgenomen die voorziet in aanpassing van artikel 11.13.2. De nieuwe tekst luidt als volgt: “In afwijking van hetgeen gesteld onder lid 11.13.1 is een gebruik of het laten gebruiken voor permanente bewoning ter plaatse van de bestemming vRrw en vRrt wel toegestaan op de locaties zoals opgenomen in bijlage 2 van deze regels.” 4) Achmea Rechtsbijstand, Postbus 10100, 5000 JC te Tilburg namens bewoner Bergweg 29, 8148 SG te Lemele (744128/743295) Samenvatting zienswijze Indiener geeft aan dat er al een verbod bestond op een gebruik voor permanente bewoning. In het ontwerpbestemmingsplan wordt ook het laten gebruiken voor permanente bewoning niet langer toegestaan. Cliënt van indiener begrijpt waarom de gemeente dit verbod opneemt en is het daar ook mee eens. Hij heeft zelf echter een objectgebonden beschikking, welke is vastgelegd in het bestemmingsplan, en vreest nu zijn recreatiewoning niet te mogen verhuren. Verzocht wordt de regeling aan te passen, zodat dit wel is toegestaan. Reactie gemeente Het eerste lid van artikel 11.13. kent een algemeen geldend verbod op het gebruik voor permanente bewoning van ondermeer recreatiewoningen. In het tweede lid is een uitzonderingsclausule opgenomen voor een aantal locaties, zoals vermeld in bijlage 2 van de regels. Dit houdt in dat op deze locaties een recreatiewoning wel permanent mag worden bewoond. De regeling maakt geen onderscheid of de eigenaar van de recreatiewoning er zelf permanent woont of dat de recreatiewoning wordt verhuurd voor permanente bewoning. 7
Desondanks hoeft het niet bezwaarlijk te zijn om de tekst aan te passen, als dat de regels verduidelijkt. Om die reden wordt voorgesteld om artikel 11.13.2. aan te passen, zodat glashelder is dat ook het laten gebruiken van dergelijke recreatiewoningen voor permanente bewoning ook is toegestaan. Voorgestelde aanpassing(en) bestemmingsplan De zienswijze wordt overgenomen. In het bestemmingsplan wordt een regeling opgenomen die voorziet in aanpassing van artikel 11.13.2. De nieuwe tekst luidt als volgt: “In afwijking van hetgeen gesteld onder lid 11.13.1 is een gebruik of het laten gebruiken voor permanente bewoning ter plaatse van de bestemming vRrw en vRrt wel toegestaan op de locaties zoals opgenomen in bijlage 2 van deze regels.” 5) Van ‘t Erve Advies, Postbus 48, 8100 AA te Raalte namens NVV regio Salland (744073) Samenvatting zienswijze Indiener constateert namens de NVV dat verschuiving van bouwblokken ten behoeve van de intensieve veehouderij alleen is toegestaan in landbouwontwikkelingsgebieden. Indiener vindt dat dit ook buiten de landbouwontwikkelingsgebieden, onder uiteraard dezelfde voorwaarden, zou moeten kunnen. Reactie gemeente Het bestemmingsplan Buitengebied, herziening 2013-2 is evenals het bestemmingsplan Buitengebied, herziening 2013-1 een beleidsarm plan, een zogeheten veegplan. In dit geval geldt dat exact hetzelfde verzoek door de NVV is gedaan in het kader van het vooroverleg over het moederplan. Het college heeft destijds met dit verzoek ingestemd, maar dit is in het bestemmingsplan vertaald naar alleen de landbouwontwikkelingsgebieden. Noch in de LOGvisie uit 2008/2009 noch in de toelichting van het bestemmingsplan zijn aanknopingspunten te vinden, waarom dit gebeurd is. Om die reden is alsnog bekeken of dit verzoek anno 2014 gehonoreerd kan worden. Er zijn meerdere redenen om positief in te steken: Het moederplan maakt uitbreiding van intensieve veehouderijen, voor zover niet gelegen in extensiveringsgebied ook mogelijk. De ruimtelijke impact hiervan is vergelijkbaar of groter dan bij een verschuiving van het bouwvlak; Het Gemeentelijk Omgevingsplan geeft ruimte aan eigen agrarische bedrijven om zich door te ontwikkelen, mits wordt gehouden aan een aantal spelregels. Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid (waarom verzocht wordt door indiener) worden deze spelregels ook gebruikt; Er worden geen extra bouw- of gebruiksmogelijkheden gecreëerd, waarvoor nu al aanvullend (milieu)onderzoek moet worden verricht. Gelet het vorenstaande wordt ingestemd met het verzoek. Wel geldt één restrictie, namelijk dat deze mogelijkheid niet gebruikt kan worden in het extensiveringsgebied. In dit gebied is het beleid immers gericht op beëindiging van intensieve veehouderijbedrijven. Daarin past dan niet het creëren van een mogelijkheid tot verschuiving van het agrarisch bouwvlak, waardoor een intensief veehouderijbedrijf zich alsnog kan ontwikkelen. In het plangebied van het bestemmingsplan Buitengebied, herziening 2013-2 is overigens geen enkele intensieve veehouderij gelegen in extensiveringsgebied. Voorgestelde aanpassing(en) bestemmingsplan De zienswijze wordt geheel overgenomen. Aan het bestemmingsplan wordt een bepaling toegevoegd, die regelt dat de verplaatsingsbevoegdheid van agrarische bouwvlakken van intensieve veehouderijbedrijven ook toepasbaar is in verwevingsgebied. 8
6) Arslan & Ter Wee, Postbus 40048, 8004 DA te Zwolle namens bewoner Emslandweg 1-030, 7731 RP te Ommen (743714) Samenvatting zienswijze Indiener heeft geconstateerd dat in het bestemmingsplan voor een aantal percelen (genoemd in bijlage 2 van de planregels) permanente bewoning van recreatiewoningen mogelijk wordt gemaakt. Hij is van mening van mening dat het perceel van zijn cliënt, Emslandweg 1-030 te Ommen ten onrechte niet is opgenomen in bijlage 2 van de planregels. Sinds 1993 tot heden wordt onafgebroken gewoond op dit adres. Verwezen wordt naar correspondentie tussen gemeente en cliënt over het omzetten van een persoonsgebonden beschikking naar een objectgebonden beschikking. Reactie gemeente Het uitgangspunt binnen het geldende bestemmingsplan Buitengebied is dat permanente bewoning van recreatiewoningen niet is toegestaan. Voor een aantal recreatiewoningen in het buitengebied is een uitzondering gemaakt. In deze gevallen wordt er dermate lang permanent gewoond, dat er rechten zijn verworven om deze panden te mogen bewonen. In het bestemmingsplan Buitengebied uit 2010 is een regeling opgenomen dat deze recreatiewoningen behalve een recreatief gebruik ook regulier bewoond mogen worden. Er is dus een dubbel gebruik mogelijk (wonen en recreatie), maar qua bestemming blijft het een recreatiewoning met bijbehorende bouwmogelijkheden. De desbetreffende recreatiewoningen zijn opgenomen in bijlage 2 behorende bij de planregels van dit bestemmingsplan. In dit geval is er onvoldoende basis om over te gaan tot plaatsing van het adres in bijlage 2 van de planregels. Indiener stelt wel dat zijn cliënt sinds 1993 er onafgebroken woont, maar maakt dit onvoldoende hard. Voor de periode 1993-1996 wordt dit alleen onderbouwd met een schriftelijke onderhandse verklaring van de beheerder van het park Juniperus, waarop de betreffende recreatiewoning is gelegen. Ook de stukken van de energieleverancier brengen onvoldoende duidelijkheid, want laten zien dat de facturering tot en met 2007 naar het adres van cliënt in Almelo werd gestuurd. Dit is het adres waar cliënt blijkens de overlegde gegevens uit de Gemeentelijke Basisadministratie tot halverwege 2003 stond ingeschreven. Hierdoor is niet onomstotelijk aangetoond dat cliënt al sinds het voorheen geldende plan “Emsland (De Lindenberg), herziening 1998” in werking trad (eind jaren ’90) de recreatiewoning permanent bewoonde. Dit is essentieel, ook om te kunnen voldoen aan het provinciale beleid inzake permanente bewoning, om permanente bewoning in het bestemmingsplan voor dit perceel toe te staan. Indiener is hierop gewezen en in de gelegenheid gesteld om de ingediende onderbouwing aan te vullen. Indiener heeft aangegeven hier geen gebruik van te willen maken. Voorgestelde aanpassing(en) bestemmingsplan De zienswijze wordt niet overgenomen. 7) Exitus bedrijfsontwikkeling, Postbus 22, 8100 AA te Raalte namens bewoner Brinkweg 3a te Arrien (743295) Samenvatting zienswijze De term hobbymatig agrarisch gebruik is te algemeen van aard. Hierdoor is het mogelijk dat iedereen met 1 kip mag wonen op een perceel met een agrarische bestemming. Verzocht wordt het bestemmingsplan hierop aan te passen. Reactie gemeente De regeling omtrent hobbymatig agrarisch gebruik is opgenomen om particulieren (veelal woonbestemming) ook formeel de gelegenheid te geven hun hobby vee te weiden op agrarische percelen. Veelal betreft het woningen met nog een stukje agrarische grond erbij. Op grond van het 9
geldende bestemmingsplan mag dit niet, omdat alleen een bedrijfsmatig agrarisch gebruik is toegestaan. Het is echter niet de bedoeling van deze regeling om ook op het agrarische bedrijfscomplex een hobbymatig agrarisch gebruik toe staan met de bouwmogelijkheden van “normale” agrarische bedrijven. In deze gevallen dient de bestemming te worden aangepast naar een woonbestemming en zal moeten worden beoordeeld of en hoe deze wijziging milieutechnisch te onderbouwen is. Het ontwerpplan zal op dit punt worden aangepast, waarbij een hobbymatig agrarisch gebruik binnen agrarische bouwvlakken wordt uitgesloten. Voorgestelde aanpassing(en) bestemmingsplan De zienswijze wordt overgenomen. Er wordt een verbod opgenomen om gronden binnen een bouwvlak te gebruiken voor alleen een hobbymatig agrarisch gebruik. De toelichting van het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast.
10
III. Ambtshalve aanpassingen Dit onderdeel beschrijft de ambtshalve aanpassingen. Hierbij is de reden benoemd van de wijziging, wanneer dit meer is dan een technische of redactionele aanpassing. Bij verwijzingen naar artikelnummers, paragrafen etc. is uitgegaan van de bij dit besluit gevoegde versie van het bestemmingsplan. Wijzigingen toelichting De toelichting is op verschillende punten ambtshalve verduidelijkt en aangevuld. Het merendeel als gevolg van ambtshalve aanpassingen aan de regels of de verbeelding, waarop hier niet meer specifiek wordt ingegaan. Behalve deze aanvullingen, is de toelichting op het volgende onderdeel ook aangepast: - Het bestemmingsplan kent een aangepaste regeling voor permanent bewoonde recreatiewoningen. In de toelichting is aanvullend nader onderbouwd dat deze qua milieuwetgeving (zoals bijv. geluidwetgeving) als recreatiewoning worden beschouwd en daarom een andere en mindere bescherming krijgen dan reguliere woningen. Wijzigingen regels - Een aantal regels is aangepast of toegevoegd om redactionele redenen met ondermeer correcte verwijzingen en het schrappen van dubbellingen. - In de definitie van het begrip ‘milieugevoelige objecten/bebouwing’ is de term ‘penitentiaire inrichting’ vervangen door ‘justitiële inrichting’ om ook het FPC Veldzicht hieronder te laten vallen. - Het bestemmingsplan kent een regeling die voorziet in het toestaan van overkappingen bij recreatiewoningen. Niet omschreven was in het ontwerpplan, wat werd verstaan onder een overkapping. Een definitie van het begrip is daarom uit oogpunt van rechtszekerheid toegevoegd aan artikel 1. De regeling zelf is aangevuld met een extra voorwaarde om de beeldkwaliteit te garanderen. Dit als gevolg van een overgenomen zienswijze op het bestemmingsplan ‘Buitengebied, herziening 2013-2’. - In het bestemmingsplan is een regeling opgenomen ten aanzien van plattelandswoningen. Ten opzichte van het ontwerpplan zijn enige verbeteringen aan de regels toegebracht, zoals ondermeer in de bestemmingsomschrijving en de bouw- en gebruiksregels. - Het ontwerpplan kende geen specifieke bouwregels voor paardenbakken. Aangesloten is bij de hoogte van erfafscheidingen voor omheiningen (2 mtr) en bij de hoogte van lichtmasten binnen een bouwvlak voor lichtmasten bij een paardenbak (6 mtr). - Er is een nieuwe bepaling opgenomen welke voorziet in ruimere bouwregels voor het gascompressorstation te Vilsteren. Hiermee wordt de bestaande en vergunde bebouwing planologisch ingepast. - De bepaling met een wijziging van de doeleindenomschrijving van de natuurbestemming is herschreven en aangevuld, waardoor agrarisch natuurbeheer ook is toegestaan. Dit als gevolg van een overgenomen zienswijze op het bestemmingsplan ‘Buitengebied, herziening 2013-2’. - Er is een nieuwe bepaling opgenomen, waarmee de bepalingen uit het moederplan met de 3 km voorwaarde tot het doen van onderzoek in het kader van de Natuurbeschermingswet wordt geschrapt. Dit als gevolg van een overgenomen zienswijze op het bestemmingsplan ‘Buitengebied, herziening 2013-2’. - Een aantal bepalingen uit het ontwerpplan is komen te vervallen als gevolg van een overgenomen zienswijze. Het gaat om de bepalingen, waarmee artikel 26.14 en 28.14 uit het moederplan werden aangepast. - Er is een bepaling toegevoegd, waardoor werkzaamheden ter versterking van natuur- en landschapswaarden niet langer gekoppeld zijn aan een vergunningplicht. Het gaat dan 11
-
-
bijvoorbeeld om herstel van een houtwal. Omzettingen van agrarische percelen naar natuur vallen hier niet onder. De voorgenomen ontheffingsbevoegdheden t.a.v. jachthutten en jachtstoelen in artikel 3 (Agrarisch) en artikel 14 (Natuur) zijn om juridisch-technische redenen verplaatst en samengevoegd tot een nieuwe ontheffingsbevoegdheid in artikel 41.7. Het toepassingsbereik is daardoor tevens breder geworden. De nieuwe regeling waarmee hogere erfafscheidingen kunnen worden toegestaan, is aangevuld met een extra voorwaarden ten aanzien van de beeldkwaliteit. Er is een bepaling toegevoegd, waarmee het perceel Bergweg 12 uit bijlage 2 van het moederplan wordt gehaald. De op dit perceel staande opstal is als woning tot stand gekomen en reeds als zodanig bestemd.
12
IV. Staat van wijzigingen In deze ‘Staat van wijzigingen’ zijn de wijzigingen op het ontwerp bestemmingsplan die bij vaststelling van het bestemmingsplan hebben plaatsgevonden. Wijzigingen met een * hebben plaatsgevonden naar aanleiding van zienswijzen. Bij verwijzingen naar artikelnummers, paragrafen etc. is uitgegaan van de bij dit besluit gevoegde versie van het bestemmingsplan. Wijzigingen toelichting - Paragraaf 2.1. is onder het kopje ‘Hobbymatige agrarische activiteiten’ aangevuld met de vermelding dat hobbymatig agrarisch gebruik niet is toegestaan binnen het agrarisch bouwvlak als hoofdactiviteit; * - Paragraaf 2.1. is onder het kopje ‘Objectgebonden gedoogbeschikkingen’ aangevuld met een beschrijving van de aanpassingen voor het adres Emslandweg 1-5 en Bergweg 12; * - Paragraaf 2.1. is onder het kopje ‘Redactionele aanpassingen’ aangevuld met enige wijzigingen; - Paragraaf 2.2. is onder het kopje ‘Plattelandswoning’ aangevuld met diverse aanpassingen als gevolg van aanvullende bouw- en gebruiksbepalingen; - Paragraaf 2.2. is aangevuld met een beschrijving van de bebouwingsregeling van het gascompressorstation Vilsteren; - Paragraaf 2.2. is onder het kopje ‘Overkappingen bij recreatiewoningen’ aangevuld met vermelding van opname van het begrip ‘Overkappingen’ in de begripsbepalingen; - Paragraaf 2.2. is onder het kopje ‘Gebruiksverbod permanente bewoning’ aangevuld met de vermelding dat in die gevallen, waar permanent gewoond mag worden dit ook betrekking heeft op het laten gebruiken door een ander voor permanente bewoning; * - Paragraaf 2.2. is onder het kopje ‘Gebruiksverbod permanente bewoning’ aangevuld met een beschrijving hoe wordt omgegaan met milieuwetgeving ten aanzien van recreatiewoningen welke permanent bewoond mogen worden; - Paragraaf 2.2. is aangevuld met een beschrijving van extra gebruiksmogelijkheden voor water en agrarisch natuurbeheer binnen een natuurbestemming; - Paragraaf 2.2. is aangevuld met een beschrijving van enkele verruimingen in de ontwikkelingsmogelijkheden van veehouderijbedrijven; * - Paragraaf 2.2. is aangevuld met een beschrijving van de extra uitzondering op het vergunningenstelsel voor werken- en werkzaamheden; - Paragraaf 2.2. is onder het kopje ‘Jachtvoorzieningen’ gewijzigd als gevolg van het samenvoegen van planregels uit de afzonderlijke perceelsbestemmingen naar de algemene ontheffingsbevoegdheden. - Paragraaf 2.2. is onder het kopje ‘Erfafscheidingen’ aangevuld met beschrijving van de aanvullende voorwaarde; - Paragraaf 2.2. is onder het kopje ‘Paardenbakken’ aangevuld met een beschrijving van de bebouwingsregels. - Paragraaf 2.4. is onder het kopje ‘Objectgebonden gedoogbeschikkingen’ aangepast. Het perceel Zwolseweg 13b wordt wel opgenomen op de lijst met recreatiewoningen, waar permanente bewoning is toegestaan. * Wijzigingen regels Aanpassingen ‘Artikel 1 Definities’ - Er is een bepaling toegevoegd waarmee in het moederplan het begrip ‘overkapping’ gedefinieerd wordt. De toevoeging luidt als volgt: Een nieuwe definitie ‘overkapping’ (‘een bouwwerk, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een bouwwerk geen gebouw zijnde, bestaande uit een slechts van boven 13
-
afgesloten ruimte van lichte constructie die niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven, waaronder in ieder geval een carport wordt verstaan;) wordt toegevoegd. In de definitie van het begrip ‘milieugevoelige objecten/bebouwing’ is de term ‘penitentiaire inrichting’ vervangen door ‘justitiële inrichting’;
Aanpassingen ‘Artikel 3 Agrarische doeleinden (A)’ - In de voorgestelde bepaling uit het ontwerpplan ten aanzien van artikel 3.1.1 uit het moederplan is de tekst ten aanzien plattelandswoningen komen te vervallen; - De verwijzing ‘In artikel 3.2.2, sub 3’ is vervangen door ‘In artikel 3.2.2, sub e’; - Er is een bepaling toegevoegd, waarmee nadere bouwregels voor paardenbakken in het moederplan worden geïntroduceerd. De omheining van een paardenbak mag niet hoger zijn dan 2 mtr. - Er zijn bouwregels voor plattelandswoningen toegevoegd. De aanpassing luidt als volgt: Er wordt een nieuw artikel 3.2.3. (Bouwregels plattelandswoning) toegevoegd, luidende: 3.2.3. Bouwregels plattelandswoning Voor een bedrijfswoning die aangeduid is als plattelandswoning gelden dezelfde bouwregels, dezelfde mogelijkheden om af te wijken van de bouwregels en dezelfde wijzigingsbevoegdheden als voor een bedrijfswoning. - De bepaling met gebruiksregels voor plattelandswoningen is aangepast en aangevuld met een bepaling voor hobbymatig agrarisch gebruik: De bepaling luidt nu als volgt: In artikel 3.7 wordt een nieuw sublid c en d toegevoegd, luidende: c. ‘Voor een bedrijfswoning die aangeduid is als plattelandswoning gelden, behalve de gebruiksmogelijkheden tot het wonen in een plattelandswoning inclusief het gebruik van tuinen en erven door een derde, dezelfde overige gebruiksregels als voor een bedrijfswoning.’ d. ‘Het is verboden om gronden binnen het bouwvlak te gebruiken voor hobbymatig agrarisch gebruik, voor zover dit geen onderdeel uitmaakt van het agrarisch bedrijf.’ * Aanpassingen ‘Artikel 5 Bedrijfsdoeleinden (B)’ - Er is een nieuwe bepaling opgenomen welke voorziet in ruimere bouwregels voor het gascompressorstation te Vilsteren. De maximale goothoogte voor bedrijfsgebouwen komt te vervallen en de maximale bouwhoogte is bijgesteld naar 15 mtr. Aanpassingen ‘Artikel 8 Woondoeleinden (W)’ - De bepaling omtrent de saneringsregeling is aangevuld, luidende: In artikel 8.3. sub e wordt de zinsnede ‘De herbouw dient te passen in een (her)inrichtingsplan voor het betreffende bouwvlak;’ geschrapt. Aanpassingen ‘Artikel 11 Verblijfsrecreatieve doeleinden (vR)’ - De bepaling met een ontheffingsbevoegdheid extra overkappingen is aangevuld met een extra voorwaarde, luidende: ‘c. van de afwijkingsbevoegdheid mag uitsluitend gebruik worden gemaakt indien geen onevenredige aantasting van de beeldkwaliteit plaats vindt.’ - Er is een bepaling toegevoegd, waarmee de wijzigingsbevoegdheid uit het moederplan voor een tweede bedrijfswoning wordt aangepast, luidende: In artikel 11.10 wordt de tekst ‘situering van de bedrijfswoning moet binnen het verblijfsrecreatieve terrein plaatsvinden;’ verwijderd. - De bepaling omtrent het gebruiksverbod permanente bewoning is aangevuld. De aanvulling luidt als volgt:
14
In artikel 11.13.2 wordt de tekst ‘In afwijking van hetgeen gesteld onder lid 11.13.1 is permanente bewoning ter plaatse van de bestemming vRrw en vRrt wel toegestaan op de locaties zoals opgenomen in bijlage 2 van deze regels’ vervangen door ‘In afwijking van hetgeen gesteld onder lid 11.13.1 is een gebruik of het laten gebruiken voor permanente bewoning ter plaatse van de bestemming vRrw en vRrt wel toegestaan op de locaties zoals opgenomen in bijlage 2 van deze regels.’ *
Aanpassingen ‘Artikel 14 Natuurdoeleinden (N)’ - De bepaling met een wijziging van de doeleindenomschrijving is herschreven en aangevuld. De aangepaste bepaling luidt als volgt: In artikel 14.1.1. worden twee nieuwe subleden i en j toegevoegd: ‘i. instandhouding van aldaar voorkomende watergangen, sloten en andere waterpartijen met bijbehorende waterhuishoudkundige voorzieningen; j. (agrarisch) natuurbeheer;’ Aanpassingen ‘Artikelen 25 tot en met 28 (Zone Ao, zone Al, Zone Rn, Zone Nr) - Er zijn twee nieuwe bepalingen toegevoegd, waarmee een aantal bepalingen ten aanzien van ontwikkelingsmogelijkheden van agrarische bedrijven uit het moederplan worden aangepast. Deze luiden als volgt: De artikelen 25.16, 26.14, 27.13, 28.14 worden geheel geschrapt. In de artikelen 25.7 sub b, 26.6 sub b, 27.5 sub b, 28.6 sub b is de gehele tekst vervangen door: ‘planwijziging ten behoeve van intensieve veehouderijbedrijven mag niet plaatsvinden in de extensiveringsgebieden;’ * - Er zijn twee bepalingen uit het ontwerpplan die voorzagen in aanpassing van de artikel 26.14 en 28.14 van het moederplan, geschrapt. Aanpassingen ‘Artikel 31 Vervolgfuncties ter plaatse van bouwvlakken’ - Er is een bepaling toegevoegd, waarmee art 31.4.1. sub a uit het moederplan wordt aangepast. De bepaling luidt als volgt: De inhoud van artikel 31.4.1. sub a wordt als volgt herschreven: ‘bedrijven toe te laten in maximaal één categorie hoger indien er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;’ Aanpassingen ‘Artikel 32 Aanlegregels’ - Er is een bepaling toegevoegd, waarmee een extra uitzondering aan de aanlegregels uit het moederplan wordt gekoppeld. De bepaling luidt als volgt: Artikel 32.2. wordt aangevuld met een extra uitzondering, luidende: ‘e. werken en werkzaamheden die worden uitgevoerd ter ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden.’ Aanpassingen ‘Artikel 34 Situering van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen’ - Er is een bepaling toegevoegd waarmee de voorwaarde van stedenbouwkundige toetsing zoals opgenomen in art 34.2. sub c uit het moederplan wordt geschrapt. De bepaling luidt als volgt: In artikel 34.2. wordt de voorwaarde zoals opgenomen onder c. geschrapt. Aanpassingen ‘Artikel 40 Bestaande afstanden en andere maten’ - In de nieuwe ontheffingsbevoegdheid ten aanzien van herbouw op dezelfde plaats is de voorwaarde van stedenbouwkundige toetsing zoals opgenomen in het ontwerpplan geschrapt. 15
Aanpassingen ‘Artikel 41 Algemene ontheffingsbevoegdheden’ - Aan de nieuwe ontheffingsbevoegdheid voor het toestaan van hogere erfafscheidingen wordt een extra voorwaarde toegevoegd die als volgt luidt: Artikel 41.1.2 wordt aangevuld met sub e: ‘indien daardoor onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat en bebouwingsbeeld.’ - Aan de bepaling waarmee een ontheffingsbevoegdheid voor realisatie van een paardenbak buiten het bouwvlak aan het moederplan wordt toegevoegd, is een aantal extra bouwvoorwaarden gekoppeld: ‘d. de bouwhoogte van de omheining mag niet meer bedragen dan 2 m; e. bouwhoogte van de lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;’ - De voorgenomen ontheffingsbevoegdheden t.a.v. jachthutten en jachtstoelen in artikel 3 (Agrarisch) en artikel 14 (Natuur) zijn verplaatst en samengevoegd tot een nieuwe ontheffingsbevoegdheid in artikel 41.7. Daarbij is de tekst van de voorgenomen ontheffingsbevoegdheid uit artikel 14 overgenomen. Aanpassingen ‘Bijlage 2’ - De bestaande bepaling waarmee een aantal adressen wordt toegevoegd aan bijlage 2 van het moederplan wordt aangevuld met de percelen Emslandweg 1-5 en Zwolseweg 13b. * - Er is een bepaling toegevoegd, waarmee het perceel Bergweg 12 uit de bijlage wordt gehaald.
16