Hoofdstuk
1
Julie Hamilton liep langzaam de treden voor het huis af. Ze raapte de maandag- en dinsdagkrant op en vroeg zich af of het iemand zou opvallen als ze dood op de stoep zou neervallen. Afgezien van een gerimpelde buurman die weifelend zijn hand naar haar had opgestoken, had geen van de buren zelfs ook maar laten merken dat ze wisten dat haar gezin hier was komen wonen. Alsof ze de verhuiswagen niet op de oprit hadden zien staan. Een man achter de kassa bij de supermarkt had haar verteld dat Seaport functioneerde als verschillende kleinere stadjes binnen een stad. Hij zei dat ze het hier, als ze eenmaal haar draai gevonden had, wel naar haar zin zou krij gen. Maar hoe moest ze precies haar draai vinden als ze dagenlang bijna geen volwassene gesproken had? Ross zorgde er gemakshalve voor dat hij het druk had bij oom Hanks carrosseriebedrijf, en had steeds vaker een excuus om over te werken. Vaak kwam hij pas thuis vlak voordat Sarah Beth naar bed ging. Hij maakte altijd tijd voor zijn dochter, maar tegen die tijd dat Julie klaar was met de afwas, lag hij al op de bank te slapen.
9
Ze liep naar de stoeprand en opende de brievenbus. Hij was leeg. Zoals alles in mijn leven, dacht ze. 'Mama!' Julie keek op en zag twee kleine blote voetjes en een brede lach. Sarah Beth dribbelde giechelend en met uitgestrekte armen naar haar toe. Haar rode krullen staken af tegen haar helderblauwe ogen. 'Jij hebt ook niet lang geslapen', zei Julieterwijl ze haar dochtertje in haar armen nam. Sarah Beth legde haar hoofdje op Julies schouder. 'Ik kou van mama.' 'Ik houd ook van jou. Maar je moet wellanger slapen, zodat je langer kunt opblijven en papa kunt zien als hij thuiskomt.' 'Niet moe. Wiedjes kijken.' Sarah Beth tilde haar hoofd op en legde haar kleine handjes langs Julies gezicht. 'Nou, goed dan.' Hoe kon ze die smekende ogen iets weigeren? Julie droeg haar dochter naar binnen, zette haar voor de televisie neer en liet toen de dvd met peuterliedjes in de dvdspeler glijden. De telefoon rinkelde, en ze haastte zich naar de keuken. 'Hallo?' 'Met mij', zei Ross Hamilton. 'Ik moet hier langer blijven. Ik moet de verfklus van Adam Spaldings Corvette nog afmaken.' 'Wat moet ik met het avondeten doen?' ' Begin maar vast zonder mij. Zodra ik thuiskom, doe ik wat over is wel in de magnetron.' 'Hoe laat wordt het deze keer? ' 'Dat weet ik niet. Acht uur. Misschien later. Oom Hank heeft een andere klus aan de kant gezet omdat dit eerst moet gebeuren. Spalding gebruikt zijn invloed en het geld van zijn vader om hier druk uit te oefenen. Hank wil hem tevreden houden.' 'Natuurlijk, laten we iedereen tevreden houden.' Het sarcasme in haar stem deed Julie ineenkrimpen, maar ze besloot geen excuses aan te bieden.
IO
'Het spijt me. Mijn oom wil dat het goed gebeurt en vertrouwt het alleen aan mij toe. Daar komt bij dat we het extra geld nodig hebben. Ik ben op tijd thuis om Sarah Beth welterusten te wensen.' 'En dan zak je voor de televisie onderuit en kan ik weer gaan zitten duimen draaien. De bedoeling van de verhuizing hiernaartoe was dat we dichter bij elkaar zouden komen, niet dat we verder uit elkaar gedreven zouden worden.' 'Hier kan ik over de telefoon niet over praten', zei Ross gedempte toon. 'Ik zie je later. Doeg.' Ik ook van jou, dacht ze. Julielegde de hoorn op de haak en gluurde toen om het hoekje waar ze Sarah Beth voor de televisie zag zitten. Ze zong vals en bewoog vrolijk mee met de liedjes. Julie veegde een traan van haar wang. Ze had altijd gehoord dat tijd alle wonden heelt. Waarom voelden die van haar dan nog steeds zo vers, en zo ongeneeslijk? Ellen Jon es stopte een chocoladetoffee in haar mond en typte achter elkaar de woorden die in haar opkwamen, scrolde toen naar het begin van de pagina en las hoofdstuk elf van haar roman nog een keer door. Met een voldane glimlach zette ze haar laptop uit en gooide een bergje lege snoeppapiertjes in de prullenbak. Ze stond op van haar bureau en keek naar buiten. Haar ogen dronken de rust en glinstering van het water van Seaport Beach in. Ze hoorde de voordeur opengaan en de stem van haar man die haar naam riep. Wat deed hij hier op dinsdagmiddag? Hij hoorde toch nog in Tallahassee te zijn? 'Guy, ik ben boven.' Ellen hoorde voetstappen op de wenteltrap naar de zolderkamer op de derde verdieping waar ze haar werkplek had gemaakt. Net toen ze zich omdraaide, kwam hij de deur binnen. 'Verrassing! ' Guy Jones sloeg zijn armen om haar heen en tilde haar op. 'Je bent een dag te vroeg thuis, meneer de advocaat. Kan ik uit je vrolijke stemming opmaken dat alles goed gaat bij McAllister, Norton, Riley en Jónes ?' II
Guy glimlachte, en er verschenen kraaienpootjes rond zijn ogen. 'Dat klopt. Brent McAllister wil dat ik een zaak omtrent giftige chemische stoffen op me neem. Hij dacht dat het misschien efficiënter was als ik deze week thuis werkte, dus hier ben ik dan. Ik weet dat je het druk hebt en ik had je misschien moeten bellen zodat je kon omschakelen, maar ik wilde je verrassen.' 'Je timing is juist perfect.' Ellen trok zijn stropdas recht en veegde een pluisje van zijn glanzende Italiaanse pak. 'Vertel me eens over die grote zaak.' 'Brinkmont Laboratoria wordt voor het gerecht gedaagd door inwoners van Marbie River, die beweren dat het bedrijf de rivier verontreinigd heeft en allerlei gezondheidsproblemen veroorzaakt. Een of andere ambitieuze aanklager is er alleen maar op uit om naamsbekendheid te krijgen. Resultaten van proefmonsters die gedurende de afgelopen zeven jaar uit de rivier zijn genomen, voldoen aan de eisen van het bureau voor milieubescherming. Dat is kat in 't bakkie.' Ellen liet haar hand door zijn haar gaan en zag een glinstering in zijn ogen die ze sinds zijn studententijd niet meer gezien had. 'Mooi. Het werd een keer tijd dat Brent jou de kans gaf om te laten zien wat je kunt.' Ze draaide zich om in zijn armen, zijn kin steunend op haar schouder, en keek uit over het water. '0 , kijk, de schaarbekken zijn terug. Daar, ze vliegen langs het strand. Zie je ze?' 'Uh-huh. Hoe noemde jij ze?' 'Schaarbekken. Ze zweven over het water, en steken hun snavel in het water om voedsel te vinden. Ik heb wat over ze gelezen in mijn vogelboek.' 'Ben je opgeschoten met je roman?' Ellen keerde zich om en voelde zich bijna duizelig. 'Ik heb zojuist hoofdstuk elf afgerond. Ik ben ongeveer op de helft.' 'En wanneer mag ik het lezen? Is het goed? Ellen, bloos je nou? Ik maakte maar een grapje.' 'Nee, ik bloos niet.' 'Jawel' , zei hij en hij gafhaar met zijn duim en wijsvinger een kneepje in haar wang. 12
Ellen lachte tegen wil en dank. 'Ik vind het goed, maar het kon nog wel eens lastig worden om een uitgever te vinden die het met me eens is.' 'Al een titel in gedachten?' 'Zover ben ik nog niet. Ik geniet gewoon van het schrijven.' 'En ik geniet ervan om thuis te zijn', zei Guy. 'Wat zou je ervan vinden als jij je eens ging omkleden en ik je mee uit eten nam naar een restaurant met kaarsen en rustige muziek?' 'Dat is vreselijk gul van je, meneer de advocaat, gezien het feit dat jij de hele week al uit eten bent geweest.' 'Dat klopt, maar uitgaan met Brent McAllister was niet direct mijn idee van een eetafspraakje.' Ellen grinnikte. 'Ik had gedacht dat je liever thuis zou willen eten.' 'Schat, als ik bij jou ben, ben ik thuis. Trouwens, jij hebt ook gewerkt. Jij hoeft niet te koken alleen maar omdat ik er ben.' 'Ik heb veel te veel suiker gegeten', zei Ellen. 'Ik heb ongelofelijk veel zin in vis. Laten we bij De Strandloper gaan eten en naar de ondergaande zon kijken.' 'Dat is goed. De meeste zomergasten zijn al weg en ik denk niet dat het op een dinsdagavond druk is. Ik zal proberen een tafel bij het raam te reserveren. Misschien kun je dat pittige zomerjurkje aantrekken die met dat bloemmotief. Dan kun jij naar de zonsondergang kijken en ik naar jou.' Ellen gaf hem een duwtje in de richting van de deur. 'Deze vennootschap is goed voor je. Volgens mij heb ik je nog nooit zo opgewekt gezien.' 'Wen er maar aan, mevrouw de romanschrijfster. Het gaat alleen nog maar beter worden.' Ellen luisterde naar de voetstappen van haar man die wegstierven en bedacht zich hoe gelukkig Guy en zij waren sinds ze naar Seaport waren verhuisd. Het was niet gemakkelijk voor haar geweest om afscheid te nemen van haar baan als redacteur van het Baxter Dagblad waar ze tien jaar lang met veel plezier had gewerkt, en van de hechte gemeenschap I3
waarin ze was opgegroeid. Maar ze zag Guy nu opbloeien als een compagnon binnen Brent McAllisters advocatenkantoor, en dat was haar iedere opoffering waard. En nu ze een roman aan het schrijven was, vond ze het ook niet erg dat Guy een aantal dagen per week vanuit zijn kantoor in Tallahassee werkte. Ze slenterde naar de deuropening, keerde zich om en bewonderde haar werkruimte. Klassiek. Geordend. De houten vloer droeg de littekens van de voetstappen van tientallen jaren en Ellen vroeg zich af wie er nog meer hierboven tijd.had doorgebracht. Een rij ramen vormde een halfronde nis en liet een overvloed aan licht binnen. Soms ging ze helemaal op in de schoonheid die ze buiten zag en was ze verwonderd over hoe haar gedachten bij elkaar kwamen en haar vingers zich over het toetsenbord bewogen. 'Ellen? Ik heb gereserveerd voor over een half uur. Als je de zonsondergang wilt zien, kun je maar beter opschieten.' 'Ik kom eraan.' Ze liet haar ogen nog een keer door de kamer gaan en vroeg zich af hoeveel tijd ze nog nodig zou hebben om haar roman af te krijgen. Veertien maanden lang had ze bijna niets anders gedaan. Maar op dit moment leek dat genoeg.
Hoofdstuk
2
Het was woensdag en de hete zon stond hoog aan de lucht toen Gordy Jameson voor Gordy's Krabschuit het rustieke uithangbord stond te bewonderen. Het bord was net op tijd opgehangen om de lunchgasten te imponeren. Lichtgrijs. Frisse blauwe letters. Rode krabbenscharen links in de hoek. Hij vond dat het goed afstak tegen de verweerde dakspanen. 'Hé, het uithangbord is eindelijk binnen! ' riep een stem achter hem. Gordy keerde zich om en zag Adam Spalding over de kade naar hem toe komen lopen. 'Ja. Hij is net opgehangen. Wat vind je ervan?' 'Ziet er erg goed uit. Ben je er blij mee?' 'Yep. Het zorgt voor een beetje klasse zonder af te doen aan het karakter van de boot. En, heb je je Corvette terug?' 'Nog niet, maar Hank heeft zijn beste man eraan gezet. Ik heb ongelofelijke trek. Wat staat er voor vandaag op het menu?' 'Onbeperkt krabpastei eten.' Gordy probeerde Adam in zijn zij te knijpen, maar greep slechts in een stuk stof van zijn poloshirt. 'Het zou je geen kwaad doen om een paar pondjes aan te komen.'
Adam lachte. 'Waarom? Om net zo'n zwembandje te krijgen als jij?' 'Hé, geen commentaar op mij graag. Jouw tijd komt nog wel. Een dezer dagen word je wakker en ben jij vijftig en die hele spiermassa is dan in vet veranderd, en verschoven naar je buik. Ik hoop dat ik er dan nog ben om je dat onder de neus te wrijven.' 'Mooi niet.' Adam schudde zijn hoofd met een lach die zo voor een tandpastareclame gebruikt zou kunnen worden. 'Het vereist alleen een beetje zelfdiscipline.' 'Ja, ik kan me nog herinneren dat ik dat ook dacht. En je ziet wat het resultaat is.' Adam grijnsde. 'Nou, die vetrol rond je middel is vast niet het resultaat van dénken.' 'Je bent een verschrikkelijke betweter, wist je dat?' Gordy gaf Adam een speelse por tegen zijn arm. 'Kom mee naar binnen, dan schenk ik een glas versgeperst limoensap voor je in.' Weezie Taylor stak haar hoofd om het hoekje van de voordeur van Gordy's restaurant. 'Baas, ik heb zojuist de vergaderzaal gereserveerd voor zes uur. De burgemeester komt met wat hoge pieten en een aantal gasten van het Programma Zustersteden. Ze komen met z'n achttienen.' 'Wauw, dat is het soort drukte waar ik van houd', zei Gordy. 'Ja, tenzij ze allemaal krab bestellen. Zoveel hebben we niet meer.' 'Goed dan, bel maar en koop alles wat we nodig hebben.' Gordy keek Adam aan en trok zijn wenkbrauwen op. 'De burgemeester, hè? Dat mag op z'n minst in de krant vermeld worden.' 'Je mag wel eens overwegen om je haar te laten knippen.' Adam maakte met zijn handen een afwerend gebaar. 'Gewoon een idee.' 'Wat is er mis met mijn haar?' zei Gordy. Adam trok het haar in Gordy's nek uit zijn kraag en hield het tussen zijn duim en wijsvinger. 'Wil je niet een goede indruk maken? Iemand van de krant gaat foto 's nemen, rG
weet je. En het zou waarschijnlijk ook geen kwaad kunnen om een andere blouse aan te trekken.' 'Hmm ... ik zou inderdaad misschien iets netters aan kunnen doen dan een T -shirt.' 'Wat dacht je van die gele blouse die je in Brazilië hebt gekocht, en die je niet hoeft in te stoppen?' Gordy rolde met zijn ogen. 'Oké, ik begrijp de hint: de vetrol bedekken. Mijn haar laten knippen. Moet ik nog iets anders doen?' 'Vergeet niet te glimlachen' , zei Adam. 'Dat is je grootste aantrekkingkracht' 'Volgens mij komen Eddie en de kapitein eraan' , zei Gordy en zwaaide naar de twee mannen die over de kade liepen. 'Houden jullie achter een plek voor me vrij? Zodra het wat rustiger wordt, kom ik bij jullie zitten.' Gordy wierp een blik op zijn horloge en kon niet geloven dat er alweer een uur voorbij was. Hij liep naar de keuken en maakte voor zichzelf een bord met krabpasteitjes klaar. 'Weezie, ik ben buiten op het dek met de jongens. Kun je het zonder mij aan?' 'Nog met een hand op mijn rug.' Gordy blies haar een kus toe. Toen liep hij door de achterdeur naar het dek en liet zich zakken in een lege stoel naast Adam en tegenover Eddie Drummond en kapitein Jack. 'Sinds wanneer heb jij zo'n lange lunchpauze?' vroeg hij aan Eddie. 'Ik heb de hele middag vrij genomen.' Eddie rolde met zijn ogen. 'Ik heb zo ongeveer mijn buik wel vol van meneer Volmaakt. ' 'Die nieuwe kerel?' 'Yep. Hank laat hem aan Adams Corvette werken. Niemand anders mag eraan komen.' 'Dank je!' zei Adam terwijl hij zijn armen over elkaar sloeg en omhoog naar de lucht keek. Eddie viste een ijsblokje uit zijn water en gooide die naar Adam. 'Ik werk nu al twintig jaar aan auto's. Zo'n nieuw
I7
broekie hoeft mij niet voor schut te zetten. Opeens stel ik niets meer voor.' 'Dus hij loopt te slijmen bij Hank?' vroeg de kapitein. 'Dat zeg je goed. Zegt nauwelijks een woord tegen ons. Ik word er gek van. ' 'Is hij goed?' 'Natuurlijk is hij goed. We zijn allemáál goed. Daarom heeft Hank ons in dienst genomen. Ik houd er niet van om in de schaduw te staan van een kerel die er nog maar een maand is.' Adam trok zijn wenkbrauwen op. 'Maar hij heeft dit werk toch al eerder gedaan? Hij had vast referenties.' 'Aan wie z'n kant sta jij eigenlijk?' vroeg Eddie spottend. 'Dat laat ik je weten zodra ik mijn Corvette terug heb.' Eddie wuifde hem weg met zijn hand. 'Het maakt me niet uit hoe goed die auto eruit komt te zien; ik zou het ook zo goed kunnen. 't Maakt me echt kwaad dat Hank die boer uit Biloxi voortrekt alsofhij beter is dan de rest.' 'Miauw', zei de kapitein. 'Ga je hem de ogen uitkrabben?' 'Ja, lach maar. Wat weet een gepensioneerde kapitein van een vissersboot ervan om op straat gezet te worden? Banen zijn niet meer zo zeker, mocht je dat nog niet vernomen hebben.' De kapitein gafhem een klopje op zijn rug. 'Maak je niet dik. Sinds wanneer laat jij je zo makkelijk plagen?' 'Oké, ik geef toe dat het bitter klinkt, maar ik heb twintig jaar bij Hank gewerkt. Op mijn leeftijd moet ik er niet aan denken om op straat te staan en een baan te moeten zoeken.' Weezie kwam het dek op en liep naar Gordy toe. 'De krab is besteld en is hier voor vijven.' 'Nu je het zegt', zei Gordy. 'Aangezien de burgemeester naar mijn prachtige bedrijf komt, moet ik mijn haar laten knippen.' 'Bij de kapper of bij de schoonheidssalon?' vroeg de kapitein. 18