Doorbraak .eu
nummer
€ 3,00 oktober 2011
12
Word abonnee van Doorbraak zie achterpagina!
Foto: Pauline Krebbers
Sea Shepherd vernoemt boot naar raciste Brigitte Bardot In september 2011 meert de dierenrechten organisatie Sea Shepherd een van haar boten af in de Amsterdamse haven. Zo’n duizend belangstellenden bezoeken het vaartuig waarmee walvisjagers het leven zuur wordt gemaakt. De boot is echter onlangs wel vernoemd naar Brigitte Bardot, de Franse actrice die maar liefst vijf keer veroordeeld is wegens racisme. Ook de grote man van Sea Shepherd, kapitein Paul Watson, houdt er wat migranten betreft zeer rechtse standpunten op na.
N Kabinet Bruin I bezuinigt met de botte bijl.
Vergrijzing als spookbeeld Op allerlei terreinen duikt het begrip vergrijzing1 op. De zorg zou “te duur” worden vanwege de vergrijzing, en de pensioenen en de AOW “onbetaalbaar”. En er dreigt zelfs een arbeidstekort wegens de vergrijzing. Als oplossing uit de hoge hoed komt dan altijd: flink bezuinigen op de sociale voorzieningen. Als dat steevast het antwoord is, dan is de probleemstelling hard aan onderzoek toe. Hoe wordt vergrijzing als bedreiging geconstrueerd en is vergrijzing eigenlijk wel een gevaar?
V
ergrijzing wordt als demografisch gevaar neergezet: er komen in de bevolkingspiramide te veel ouderen en te weinig jongeren. Demografen, politici en opiniemakers bepleiten actie op gebieden waarmee de samenstelling van de bevolking te beïnvloeden is: migratiebeheersing, geboorte en sterfte. Een echte samenhangende bevolkingspolitiek2 bepleiten ligt gelukkig nog altijd gevoelig, vanwege de herinnering aan de bevolkingspolitiek van de nazi’s. Liever neemt de BV Nederland sociaal-economische maatregelen die de kosten verlagen van reproductieve zorgarbeid en van ‘onproductieven’. Ook poogt men de opbrengst te verhogen van werk, bijvoorbeeld door automatisering en efficiëntere organisatie van de arbeid - lees: door de werkdruk te verhogen. Maar als dat allemaal niet genoeg oplevert, dan komen fysieke maatregelen dichterbij. We genieten niet meer allemaal als vanzelfsprekend bescherming. De manier waarop door de mensen aan de top nu over migranten wordt gesproken,3 geeft aan dat opvattingen over bevolkingsgroepen snel kunnen
veranderen. Uitspraken als “moslims niet meer toelaten” en “deportatie van tientallen miljoenen moslims” kunnen ongestraft gedaan worden. Ook werklozen worden de laatste tijd snel tot probleem, profiteur en overbodig bestempeld. Zij worden steeds vaker gedwongen om onbetaalde arbeid te verrichten. Er wordt steeds meer een psychologische druk opgebouwd met het als een natuurramp klinkende begrip vergrijzing als belangrijk ingrediënt. En die ramp noopt tot maatregelen, welke dan ook.
Babyboomers De gezondheidszorg zou “onbetaalbaar” worden door die vermaledijde vergrijzing. Een flink deel van de kosten aan zorg wordt uiteraard besteed aan mensen boven de pensioensgerechtigde leeftijd. Wat belet een toplaag die zijn rijkdom wil beschermen om mensen eens goed en herhaaldelijk onder de neus te houden hoeveel die oude ‘onproductieven’ “ons” wel niet kosten? Politieke jongerenorganisaties van de JOVD tot het GroenLinkse Dwars spreken zich nu al uit tegen de in hun ogen overbodige pensioenrechten voor “babyboomers”.4 In de zorg zouden forse ingrepen in het basispakket onvermijdelijk zijn, beweert bijvoorbeeld het VVD-Kamerlid Anne Mulder in een artikel in het NRC Handelsblad van 4 april 2011. Het staat buiten kijf dat de gezondheidszorg steeds duurder wordt. Maar Volkskrant-columnist Marcel van Dam zegt: “De gezondheidszorg zou pas onbetaalbaar worden als die kostenstijging de koopkrachtstijging trendmatig zou overtreffen. En dat is helemaal niet het geval. De bezuinigingen in de zorg vinden vooral plaats door de kosten te verleggen van de overheid naar particulieren. VVD-ers (en anderen) roepen dat alleen maar omdat ze mensen zelf meer willen laten betalen voor de zorg. Waardoor mensen die het minst te besteden hebben minder vaak naar de dokter kunnen gaan.”5 c c c Vervolg op pagina 2
a zijn gedwongen vertrek bij Greenpeace richt Watson in 1977 zijn eigen organisatie Sea Shepherd op. De club voert op militante wijze actie tegen de walvis- en zeehondenjacht, en de illegale jacht op andere zeedieren. Men ramt schepen van walvisvaarders, saboteert hun schepen, vernielt netten en verspert vaarwegen. Sea Shepherd beschikt over een eigen vloot met schepen, waar van er twee onder Nederlandse vlag varen. De sympathieke acties zijn de laatste jaren in beeld gebracht in de serie “Whale Wars” op de tv-zender Discovery Channel. De lobby van de walvisjagers typeert Sea Shepherd daarentegen als “eco-terroristen”, voorwaar een geuzennaam om trots op te zijn. De organisatie zetelt officieel in de VS, het land waar Watson woont, maar telt ook kantoren in andere westerse landen. Het Europese hoofdkantoor is gevestigd in Amsterdam.
Boegbeeld Een van de bekendste schepen van Sea Shepherd is een razendsnel en futuristisch ogend verkenningsschip. De boot werd in mei 2011 omgedoopt tot de “Brigitte Bardot”. Die naam staat sindsdien ook in grote koeienletters op de boeg aangegeven. Bardot is een bekende Franse actrice en fotomodel. Ze speelde in tientallen films en werd een internationaal sekssymbool. Begin jaren 70 neemt haar leven een wending. Bardot is het publieke leven beu en houdt op met acteren. Het zijn de dieren die vanaf nu al haar aandacht krijgen. Na een aantal jaar verbindt ze zichzelf aan Sea Shepherd. Zo reist ze met Watson in 1977 naar de kust van Canada om daar de jacht op zeehonden te dwarsbomen. De aanwezigheid van de beroemde Bardot doet het goed in de media en daar is het Sea Shepherd om te doen. Bardot maakt al geruime tijd onderdeel uit van de Raad van Adviseurs van Sea Shepherd en kan met recht een boegbeeld van de organisatie genoemd worden. Aan Watson laat ze weten dat ze zeer blij is dat een van de boten naar haar vernoemd is: “Dank je wel Paul, dit magische idee maakt me trots”. In september 2011 doet de “Brigitte Bardot” Nederland aan. De boot moet gerepareerd worden alvorens hij verder richting Australië trekt voor een anti-walvisvaartcampagne. De tussenstop in Amsterdam wordt ook gebruikt om de zaak publicitair uit te buiten en Nederlandse donateurs binnen te slepen en aan zich te binden. Er wordt een ronkend persbericht de wereld in gestuurd en het schip wordt in enkele dagen bezocht door meer dan duizend mensen, onder wie de leden van de Nederlandse popband Bløf en Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren. Ze lijken niet te beseffen dat de boot vernoemd is naar een vrouw die meerdere keren veroordeeld is wegens racistische uitspraken. Of ze willen het niet weten. c c c Vervolg op pagina 4
Foto: Gregor Eglitz
Vergrijzing als spookbeeld Foto: Eric Krebbers
Vergrijzing.
Bevolkingspolitiek.
c c c Vervolg van voorpagina
Euthanasie Als sociaal-economische maatregelen niet genoeg kosten kunnen terugdringen, dan is er nog een sinistere mogelijkheid. “Euthanasie onder ouderen zal sterk toenemen”, zegt Marcel van Dam.6 “Tegelijk met een bredere acceptatie van euthanasie doet zich een andere ontwikkeling voor. Gezondheidszorg wordt duurder. Er gaan steeds meer stemmen op om uit kostenoverwegingen de duur van medische behandelingen te bekorten of te dure behandelmethoden niet te vergoeden.” Er is discussie over de vraag of medici niet veel te lang doorgaan met de behandeling van met name ouderen, onlangs ook in het NRC. In Nieuwsuur van 30 mei 2011 zei Wouter Bos: “In essentie gaat het, denk ik, om de vraag of we altijd tot elke prijs bereid moeten zijn om lijden te vermijden en de dood uit te stellen.” Van Dam voorspelt dat het problematiseren van de vergrijzing en de betaalbaarheid van de zorg zal leiden tot een toenemende maatschappelijke druk op ouderen om het leven als “voltooid” te zien of als te belastend voor de kinderen. Als gevolg daarvan zal euthanasie onder ouderen sterk toenemen, vooral onder die ouderen die niet langer in staat zijn om “de prijs te betalen om lijden te vermijden en de dood uit te stellen”.
Pensioen De AOW en de pensioenen liggen onder vuur. Steeds vaker verschijnen berichten over gesjoemel met pensioenfondsen, maar de vergrijzing is en blijft de favoriete zondebok om de tekorten aan toe te schrijven. De regering wil geen verhoging van de pensioenpremies, omdat ze de bazen wil “ontlasten”. Bruin I wil de kosten van de AOW omlaag brengen door ons langer te laten werken. Zo kan bijvoorbeeld de villasubsidie onaangetast blijven. Langer doorwerken zou onvermijdelijk zijn vanwege - uiteraard - de vergrijzing. Maar niet alle economen vinden dat onvermijdelijk. De Groningse econoom Jochen Mierau bijvoorbeeld concludeert in zijn onlangs verschenen proefschrift: “De verhoging van de AOW-leeftijd is schadelijk voor de economie.” De vergrijzing zou volgens hem zelfs goed zijn voor de economie. Zijn bevindingen staan in schril contrast met die van Bruin I en het Centraal Planbureau (CPB), dat de vergrijzing een gevaar noemt en langer doorwerken noodzakelijk om de AOW betaalbaar te houden. Maar “het financieren van de toekomstige AOW is helemaal geen probleem”, zegt Van Dam. Ondanks het groeiende aantal 65-plussers, zo rekent hij voor, zijn de uitgaven voor het staatspensioen in procenten van het bruto binnenlands product in de afgelopen decennia gedaald. Van 6 procent bbp in 1980 naar 5,4 procent in 2015, volgens een raming van het CPB. “De reden is dat de AOW niet is meegegroeid met de welvaart”, aldus een ontevreden Van Dam. Maar ook een AOW die wel meegroeit met de welvaart is prima betaalbaar als allerlei rechtse hobby’s worden aangepakt, zoals de nog net legale belastingontwijking.
<2
nummer 12 > oktober 2011
Looneisen De vergrijzing wordt ook als probleem voor de arbeidsmarkt gezien. “Half Nederland gaat met pensioen. Maar wie komt het werk doen? OTTO Workforce!” Zo klinkt een reclamespotje op Radio 1
van het internationale uitzendbureau OTTO. De zogenaamde vergrijzing wordt hier ten behoeve van het rijmelement gedramatiseerd. OTTO is een van de “spelers” op de Nederlandse arbeidsmarkt die de BV Nederland zo efficiënt mogelijk wil inrichten. Hoe efficiënter, hoe beter de concurrentiepositie. De arbeidsmarkt zou echter in gevaar komen door de vergrijzing, die zou leiden tot onvoldoende arbeidskrachten. En hoewel er steeds harder gescholden wordt op mensen met een uitkering, is volledige werkgelegenheid een nachtmerrie voor de BV Nederland. Dan zouden arbeiders immers hoge loon- en andere eisen kunnen stellen omdat de dreiging van ontslag klein is, zoals dat eind jaren 60 begin jaren 70 het geval was. Nu werkt het strenge bijstandsregime en de “schande” van werkloosheid als afschrikmiddel om mensen met een baan in het gareel te houden. Onlangs rekende een econoom bij het tvprogramma “Altijd wat” voor dat het bruto nationaal product met wel een derde - dus 200 miljard euro - zou kunnen dalen als de werkloosheid verdween en er volledige werkgelegenheid zou gaan heersen. De 12 miljard die aan allerlei uitkeringen wordt betaald, is zo bezien maar een schijntje voor de BV Nederland. Die zogenaamde vergrijzing is dus voor arbeiders geen gevaar, zoals de bazen ons willen doen geloven, maar eerder een kans om de macht van de bazen over de arbeidsmarkt te verminderen. Om die - theoretische - kansen die de vergrijzing de arbeidersklasse biedt tegen te gaan, worden er arbeiders van elders aangevoerd. OTTO haalt veel Polen naar Nederland om hier keihard te komen werken. Doordat ze vaak gedwongen allerlei diensten, zoals vervoer, huisvesting en bewaking, van het bedrijf af moeten nemen, houden de Poolse werknemers uiteindelijk veel minder over dan hen in Polen werd voorgespiegeld.7 Sociale strijd betekent dan ook niet afgeven op een “Polen tsunami” (PvdA-wethouder Marnix Norder) of een “rauwe invasie” van Polen (SP-Kamerlid Paul Ulenbelt), maar juist de Poolse arbeiders ondersteunen om betere lonen en leefomstandigheden te bereiken, zoals de Anarchistische Groep Amsterdam dat doet.8
Biobank Lifelines Het spookbeeld van de vergrijzing wordt dus ingezet om rechts sociaal-economisch beleid door te drukken. Vergrijzing heeft een sterk biologistische associatie en er worden dan ook in die hoek ‘oplossingen’ gezocht. Vergrijzing is een woord dat bijvoorbeeld gebruikt wordt om de meest uitgebreide biobank9 (een verzameling lichaamsmateriaal en informatie) in Nederland van de grond te krijgen: Lifelines.10 Maar liefst 165 duizend mensen uit de drie noordelijke provincies worden geacht diverse soorten lichaamsmateriaal af te staan, alsmede informatie over erfelijkheid en stijl van leven tot en met psychische en sociale factoren. Het project vormt de basis van een cluster aan wetenschap en bedrijvigheid in de drie noordelijke provincies. Lifelines omschrijft de noodzaak van het project zo: “Mede door de vergrijzing van de bevolking zal het aantal chronische ziekten de komende decennia sterk stijgen. De samenleving heeft daarom behoefte aan een effectievere preventie en betere behandelingen. Daar is een wetenschappelijke doorbraak voor nodig: Lifelines. Alleen zo’n brede aanpak kan diepgaand inzicht opleveren in het ontstaan en
doorbraak.eu
beloop van chronische ziekten. Dat kan resulteren in ‘voorspellers’ voor het ontstaan van ziekte en voor een gezonde levensloop. Aan de hand daarvan is straks meer te doen aan preventie en doelmatiger behandelen.” En zo kan het personeelsbestand van de BV Nederland beter worden gemanaged. “Omdat de vergrijzing voor een grote omslag in de arbeidsmarkt gaat zorgen, is deze kennis van groot belang in het omgaan met de problemen van een ouder wordend personeelsbestand. Door te participeren in de projecten kunnen organisaties in heel Nederland hun eigen (ouderen-)beleid laten doorlichten. Men beschouwt dit project als een van de pijlers van het Healthy Ageing Onderzoek met een diversiteit aan mogelijkheden voor het bedrijfsleven.”
Bevolking als grondstof Lifelines zegt: “Verzekeraars, de farmaceutische industrie en overheden zijn geïnteresseerd in de kennis die Lifelines oplevert over leeftijd- en ziektegebonden risico’s. Het is de bedoeling dat zij, tegen betaling, kunnen beschikken over onze gegevens.” Het project roemt de besparingen die daarmee kunnen worden geboekt. “Chronische ziekten beschadigen de maatschappij door verlies van arbeidscapaciteit, druk op sociale zekerheidssystemen en verminderde belastinginkomsten.” Lifelines ziet de bevolking van het noorden dus als een interessante grondstof voor kennisproductie, de motor van de “kenniseconomie”. Het project verwacht om zonder problemen rondom bijvoorbeeld privacy de bevolking in te kunnen schakelen om het investeringsklimaat en de concurrentiepositie van de regio een flinke “boost” te geven. Lifelines’ mooie motto “Gezond ouder worden” moet de bevolking verleiden om deel te gaan nemen aan projecten om de gevaren van de vergrijzing te pareren. Vergrijzing is uiteindelijk een welkom “frame” om allerlei maatregelen te kunnen voorstellen als “onvermijdelijk”. Zo worden politieke keuzes om sociale voorzieningen af te breken en de werkdruk te verhogen van hun scherpte ontdaan. En valt er met Lifelines ook nog wat aan te verdienen. Jeroen Breekveldt Noten 1. “‘Vergrijzing’ lievelingsbegrip rechtse beleidsmakers”, Jeroen Breekveldt en Eric Krebbers, Fabel-krant 71/72, Gebladerte Archief, www.doorbraak.eu. 2. “Doorbraak tegen bevolkingspolitiek”, Doorbraak, 27 april 2010, www.doorbraak.eu. 3. “Alle partijen denken over migranten in termen van kosten en baten”, Eric Krebbers, 16 oktober 2009, www.doorbraak.eu. 4. “Jeugd in politiek in opstand tegen pensioenakkoord”, www.volkskrant.nl. 5. “Vechten tegen de bierkaai”, Marcel van Dam, www.volkskrant.nl. 6. “Euthanasie onder ouderen zal sterk toenemen”, Marcel van Dam, www.volkskrant.nl. 7. “Problemen met uitzendbureau OTTO Workforce”, AGA, www.vrijebond.nl. 8. “De strijd tegen OTTO is nog maar net begonnen!”, AGA, www.vrijebond.nl. 9. “Achtergrond BioBanken”, www.biopolitiek.nl. 10. “Lifestyle of Lifelines”, Jeroen Breekveldt, www.biopolitiek.nl.
De vuile handen van Frontex Onlangs publiceerde Human Rights Watch wederom een alarmerend rapport over de miserabele omstandigheden waaronder vluchtelingen en migranten in Griekenland opgesloten worden. Werkelijk alle mensenrechten worden daarbij geschonden. Europese Frontex-hulptroepen ondersteunen hun Griekse collega’s ter plekke en zijn daarmee medeplichtig.
S
inds 2005 jaagt het EU-agentschap Frontex aan de Europese buitengrenzen op vluchtelingen en migranten.1 Men coördineert gezamenlijke operaties ter land, ter zee en in de lucht. Europese lidstaten brengen het materiaal en personeel in. Bij de jacht op de migranten vallen veel doden. De mensenrechtenorganisatie United houdt sinds 1993 een lijst bij en komt tot maar liefst 15.551 gedocumenteerde vluchtelingen die onderweg naar Europa gesneuveld zijn of opsluiting in een illegalenbajes niet overleefd hebben.2 Daar bovenop weten veel doden hun weg naar de statistieken niet te vinden, omdat ze bijvoorbeeld anoniem op de bodem van de Middellandse Zee liggen.
Onmenselijk
vluchteling terug te sturen naar Griekenland. Het hof constateerde namelijk dat zo’n uitzetting wegens de detentieomstandigheden aldaar in strijd zou zijn met artikel 3 van de Europese Conventie van de Mensenrechten, die marteling en een inhumane behandeling verbiedt. HRW roept Frontex en de deelnemende landen op om alle operaties in de Evrosregio stil te zetten, totdat de situatie in de gevangenissen verbeterd is. In de tussentijd zou Griekenland de migranten volgens HRW over kunnen plaatsen naar andere detentiecentra in het land waar de omstandigheden minder slecht zouden zijn. Het is echter zeer onwaarschijnlijk dat de migranten en vluchtelingen daarmee gebaat zijn.
Nederlandse bijdrage aan Frontex
Griekenland kent het laatste jaar een relatief grote toestroom van vluchtelingen en migranten via de landgrens met Turkije, in het oosten van het land. Dat wordt veroorzaakt door de steeds strengere controles op zee. Meer migranten pogen daarom Europa via land te bereiken. Volgens Human Rights Watch (HRW) werden in de periode tussen november 2010 en maart 2011 bijna 12 duizend migranten aangehouden aan die Griekse landgrens, in de regio van de Evros-rivier. Ze werden daarna vervoerd naar migrantengevangenissen die volgens de organisatie geen van allen voldoen aan welk mensenrechtenverdrag dan ook. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) noemt de detentieomstandigheden in Griekenland “onmenselijk en vernederend”. In december 2010 bezocht HRW detentiecentra in de Evros-regio. Men constateerde dat de Griekse autoriteiten migranten opsluiten in condities die “inhumaan” zijn.3 Ze zitten weken tot maanden opgesloten, inclusief de kinderen. De cellen zijn te smerig, er komt nauwelijks of geen daglicht binnen en de ventilatie is slecht. In bepaalde detentiecentra worden alleenstaande vrouwen vastgehouden in dezelfde cellen als mannen. De sanitaire voorzieningen zijn zwaar ondermaats. Er zijn te weinig toiletten en douches, en een enkele keer liep de inhoud van het riool gewoon over de vloer het cellenblok in. In een ander geval constateerde HRW dat gevangenen in flessen in de cel moesten plassen. En gevangenen werden door bewakers naar een veld gebracht waar ze konden poepen. Alle detentiecentra zijn overbevolkt. In een gevangenis zaten 83 mensen in een cel opgesloten, terwijl er maar 30 bedden stonden. De gevangenen moesten per toerbeurt slapen. In een andere gevangenis bleken maar liefst 146 migranten op elkaar gepakt te zitten in een celruimte van 10 bij 10 meter. De mogelijkheden om buiten de cel te luchten en te bewegen zijn bij alle centra beperkt, net als de toegang tot een dokter.
Grof geweld HRW hoorde ook verhalen van migranten over grof politiegeweld en over geweld van bewakers. Een jonge migrant verklaarde dat hij probeerde te vluchten uit het detentiecentrum, gepakt werd en meer dan 30 minuten lang in elkaar werd geslagen door de kampbewakers. Door de pijn kon hij twee weken niet slapen. Veel gevangen migranten en vluchtelingen vertelden dat het aanvragen van asiel in de centra zeer moeilijk is. Een asielaanvraag zou namelijk betekenen dat ze nog maanden langer in de slechte omstandigheden vastgehouden zouden worden. En de meeste aanvragen worden toch door de autoriteiten afgewezen. Veel migranten zagen er daarom maar helemaal vanaf. Een 17-jarige Syrische jongen stelde “zeker geen asiel aan te willen vragen in dit land”. Volgens hem worden de migranten namelijk “slechter behandeld dan dieren”. De bevindingen van HRW liggen in het verlengde van hun eerdere inspectie van de gevangenissen in 2008. Op 15 maart 2011 gaf overigens ook het Europees Comité voor de Preventie van Foltering een statement uit over de belabberde situatie in de Griekse detentiecentra. Volgens hen faalt de Griekse overheid compleet om de omstandigheden te verbeteren, en is er sinds de eerste alarmerende rapporten uit 1997 niets ten goede veranderd. De misstanden vinden allemaal plaats onder toeziend oog én met medewerking van Frontex. Het agentschap stuurde namelijk in oktober 2010 een Rapid Border Intervention Team (RABIT) naar de Evros-regio om de Griekse autoriteiten te helpen de grens te dichten. Het team bestond bij aanvang uit een kleine 200 bewapende grenswachten uit verschillende Europese landen, waaronder 15 uit Nederland. RABIT bleef actief tot maart 2011, waarna het werd vervangen door een permanente Frontex-missie onder de naam “Joint Operation Poseidon Land 2011”. Ze patrouilleren bij de Evros-grens in hun eigen nationale uniformen en in het bijzijn van minimaal één Griekse officier. Ook levert Frontex materiaal als vrachtwagens, bussen, een helikopter, patrouille-auto’s en mobiele kantoorruimten.
Ook Nederland doet volop mee aan Frontex-operaties. Naast de bijdrage aan de grensoperatie in Griekenland, stuurde Nederland medio 2010 twee mijnenjagers naar een gezamenlijke missie op de volle zee tussen Spanje, Marokko en Algerije. De Nederlandse boten detecteerden daar bootjes met migranten en seinden de Spaanse autoriteiten in die ze dan aanhielden. Tijdens de operatie werden bijna 1.400 Afrikanen onderschept. Eind 2010 namen Nederlandse marechaussees deel aan grenscontroles bij de Griekse eilanden. De Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) van de marechaussee leverde onder meer een speciale boot. De Zeehavenpolitie leverde expertise voor de controle van documenten en het interviewen van migranten. En ook een vliegtuig van de Nederlandse Kustwacht nam deel aan de controles. In juni 2011 zette Nederland drie mijnenjagers en een torpedowerkschip in voor een missie op de Middellandse Zee. Ook deze schepen voerden zelf geen onderscheppingen uit, maar lieten dat over aan de Spaanse autoriteiten. In totaal deden 170 Nederlandse mariniers aan de missie mee. Er werden een paar honderd vluchtelingen en migranten opgepakt. In 2011 leverde Nederland een aantal luchtmachtpiloten, marechaussees, technici en een kustwachtvliegtuig aan een zeemissie nabij het Italiaanse eiland Sicilië. En in maart dit jaar werd op Schiphol het Border Security Training Centre (BSTC) geopend. Dat is het opleidingsinstituut van de marechaussee. Het is tevens een “Frontex Partnership Academy”, die verantwoordelijk is voor de opleidingen van Frontex-personeel. Daarvan zijn er nu negen in Europa.
Solidariteitsvloot Steeds meer Europese en Noord-Afrikaanse mensenrechtenorganisaties spreken zich uit tegen Fort Europa en Frontex, dat al straffeloos duizenden doden op z’n geweten heeft. Een aantal ervan heeft de krachten gebundeld en wil een kleine vloot organiseren die op de Middellandse Zee gaat surveilleren.4 Zo wil men daadwerkelijk en direct hulp aan bootvluchtelingen gaan bieden. Het is de bedoeling dat politieke en publieke figuren meevaren, alsmede journalisten en natuurlijk medewerkers van de betrokken organisaties zelf. Men hoopt erop dat de boten in de lente van 2012 vanuit Italië kunnen vertrekken. Na tussenstops in Sicilië, Malta en Lampedusa wil men doorvaren naar een aantal kuststeden in Tunesië. Bij elke stop wil men nieuwe passagiers aan boord nemen. Het doel van het flottielje is om, naast het redden van levens, een maximale druk uit te oefenen op de Europese autoriteiten. De organisaties eisen dat vluchtelingen toegang verleend wordt tot de EU en dat maatregelen genomen worden om het sterven in de Middellandse Zee te stoppen. In Nederland brachten de organisaties Kerk in Actie en Justitia et Pax in de zomer een statement uit tegen het Europese vluchtelingenbeleid.5 Ook zij stellen de EU direct verantwoordelijk voor het hoge aantal doden “door bootvluchtelingen op internationale wateren tegen te houden en door het subsidiëren van Noord-Afrikaanse landen die vluchtelingen en migranten zonder essentiële levensmiddelen naar de Sahara transporteren”. Ze willen dat een onafhankelijke instantie in het leven wordt geroepen die toezicht op Frontex gaat houden en die zich “committeert aan het voorkomen van slachtoffers onder de vluchtelingen die Europa trachten te bereiken”. Volgens de organisaties zal de EU daarbij radicaal moeten breken met het bestaande vluchtelingenbeleid en dient het “de welvaart en vrijheid in de Europa omringende landen” te bevorderen. Het is echter maar zeer de vraag of de EU en de lidstaten daartoe bereid zijn. In hun optiek gaat er immers een afschrikkende werking uit van het repressieve en dodelijke vluchtelingenbeleid. Alleen massale druk zal hen wellicht op andere gedachten kunnen brengen. Gerrit de Wit
Frontex medeschuldig De Frontex-troepen hebben het mandaat om migranten aan te houden, te ondervragen, terug te sturen naar Turkije of over te dragen aan de Grieken die ze linea recta naar een detentiecentrum vervoeren, al dan niet in een Frontex-bus. Frontex heeft ook kantoren opgezet in vier detentiecentra. Daar vinden de zogenaamde screenings plaats: de Frontex-medewerkers ondervragen de gevangenen om smokkelroutes te achterhalen en om hun nationaliteit vast te kunnen stellen. De Griekse autoriteiten kunnen de migranten immers alleen deporteren als ze weten naar welk land dat zal moeten. Met haar handelswijze is Frontex medeverantwoordelijk voor de opsluiting van migranten en vluchtelingen in mensonterende omstandigheden. De organisatie overtreedt daarmee allerlei mensenrechtenverdragen. Toch heeft geen enkel deelnemend Europees land zijn zorgen uitgesproken of zijn troepen teruggetrokken. Zelfs niet nadat het EHRM in januari 2011 een uitspraak deed die het de Belgische autoriteiten verbood om een Afghaanse
doorbraak.eu
Noten: 1. “Frontex jaagt vluchtelingen de dood in”, Gerrit de Wit, 1 mei 2009, www.doorbraak.eu. 2. “List of 15551 documented refugee deaths through Fortress Europe”, United, www.unitedagainstracism.org. 3. “The EU’s dirty hands”, Human Rights Watch, www.hrw.org. 4. “Boats 4 People project”, www.migreurop.org. 5. “Slotverklaring conferentie Walled World Europe”, www.luisterenddienen.nl.
3>
nummer 12 > oktober 2011
Foto: Eric Krebbers
Sea Shepherd vernoemt boot naar raciste Brigitte Bardot
>Zonder Papieren#
Boerka’s.
De Afghaanse werkelijkheid volgens de IND
Het inloopspreekuur van De Fabel van de illegaal, de Leidse steungroep voor mensen zonder papieren, wordt af en toe bezocht door jonge mannen die zijn gevlucht uit Afghanistan wegens de dreiging van eerwraak. Hun leven loopt gevaar, want de moslimfundamentalistische Taliban hebben de doodstraf over hen uitgesproken. Als de vluchtelingen naar Afghanistan terugkeren, dan dreigt dat vonnis voltrokken te worden. Wat voor misdaad hebben deze mannen volgens de Taliban gepleegd? Ze hebben een verboden relatie met een vrouw gehad, buiten het huwelijk. Ze zijn verliefd geworden op een vrouw zonder met haar te zijn getrouwd. Ze hebben met een vrouw gesproken, met haar gelachen, met haar gewandeld. Ze hebben haar complimenten gegeven, en haar wel eens gekust en geliefkoosd. Misschien zijn ze zelfs nog intiemer met haar geweest. Dat is in de ogen van moslimfundamentalisten een grote zonde, waarvoor niet alleen de vluchteling, maar ook zijn familie mag en moet worden omgebracht. En niet te vergeten de geliefde van de vluchteling. Soms vertelt een vluchteling met tranen in zijn ogen dat zijn vader of zijn broer is vermoord, omdat hijzelf contact onderhield met een vrouw met wie hij niet was getrouwd. Soms heeft hij tot zijn grote verdriet gehoord dat de vrouw van wie hij hield, is gestenigd of mishandeld. Hals over kop heeft hij daarop zijn land moeten verlaten, omdat de familie van de vrouw of anderen ook hem dreigden te doden. Afghaanse vrouwen hebben vaak zelfs niet eens de mogelijkheid om naar een westers land te vluchten en daar bescherming te zoeken. Als ontdekt wordt dat ze een liefdesrelatie buiten het huwelijk hebben, dan lopen ze het levensgrote risico om vermoord of maatschappelijk uitgestoten te worden. Als deze vluchtelingen de steungroep bezoeken, dan hebben ze ook in Nederland al een lange lijdensweg achter de rug. Ze hebben asiel aangevraagd. Ze hebben veiligheid en bescherming gezocht, maar nooit gevonden. De IND heeft hen namelijk afgewezen en illegaal gemaakt. Ze hebben de IND-ambtenaren uitgelegd wat er is gebeurd en waarom ze zijn gevlucht. Maar de IND ontkent glashard de werkelijkheid. Volgens de robotten van de afwijsmachine is het zo onverstandig en zo gevaarlijk om als man in Afghanistan met een vreemde vrouw op straat te lopen en met haar te praten dat het simpelweg niet kan zijn gebeurd. “Het mag niet, dus het gebeurt niet, dus jij liegt”, zo zet de IND de vluchtelingen klem. Het is alsof iemand in Nederland naar de politie zou gaan omdat hij is bestolen, en dat de agenten dan zouden zeggen: “Diefstal mag niet, dus gebeurt het niet, dus jij liegt”. Dat is toch absurd. Wanhopig heffen de vluchtelingen hun armen op en verklaren ze tegenover de spreekuurmedewerker: “Maar zo gaat dat nu eenmaal met mannen en vrouwen, ook in Afghanistan. Dat gebeurt overal ter wereld. Dat is de liefde.” De IND echter weet het beter: in Afghanistan lopen mannen en vrouwen nooit naast elkaar, praten ze nooit met elkaar, lachen ze elkaar nooit toe, flirten ze nooit met elkaar, raken ze nooit verkikkerd op elkaar, kussen ze elkaar nooit, tenzij ze zijn getrouwd. De Taliban-propaganda is volgens de IND de realiteit in Afghanistan. De migratiedienst gebruikt die propaganda om de vuchtelingen tot leugenaars te maken. De macht van de IND om de gewenste werkelijkheid uit de duim te zuigen, maakt en breekt de vluchtelingen. Dat is de muur waar ze met hun hoofd op stuklopen. Dat is het prikkeldraad waar ze in verstrikt raken.
<4 Harry Westerink
nummer 12 > oktober 2011
c c c Vervolg van voorpagina
Aanzetten tot haat Wat is er nu eigenlijk mis met Bardot? Bardot is sinds 1992 getrouwd met Bernard d’Ormale, een goede vriend van de Franse extreem-rechtse leider Jean-Marie Le Pen. D’Ormale was voorheen de adviseur van diens partij Front National. Bardot zelf is ook omstreden. Zo schrijft ze in 1997 in de krant “Le Figaro” het artikel “Open brief aan mijn verloren Frankrijk”. Daarin staat onder meer: “Mijn land, Frankrijk, mijn thuisland, mijn land wordt weer binnengevallen door een overpopulatie van buitenlanders, vooral van moslims”. De rechtbank veroordeelt haar tot een geldboete wegens het aanzetten tot haat. In 1998 wordt ze weer veroordeeld tot een boete, ditmaal wegens smalende uitspraken over het aantal moskeeën in Frankrijk. In 1999 geeft Bardot haar boek “Le carré de pluton” uit. Daarin bekritiseert ze de rituele slacht van schapen door moslims. In een aparte sectie van het boek publiceert ze doodleuk weer de open brief waarvoor ze al eerder veroordeeld is. In juni 2000 wordt ze daarom wederom veroordeeld tot een boete van 30 duizend franc. In 2003 brengt Bardot een nieuw boek uit, getiteld “Un cri dans le silence”. Daarin gaat ze tekeer tegen “de islamisering van Frankrijk”. Ze stelt dat “we ons gedurende de laatste 20 jaar hebben overgegeven aan een onderaardse, gevaarlijke en oncontroleerbare infiltratie” door moslims die zich “verzetten tegen onze wetten en gewoonten”. Verder beklaagt ze zich over vluchtelingen “die onze kerken innemen om ze om te vormen tot menselijke varkensstallen”. Ze doelt op het breedgedragen protest van illegale arbeiders, vooral uit het straatarme Mali, die voor hun rechten opkomen en door kerken asiel aangeboden krijgen. In haar boek pleit ze verder voor de herinvoering van de doodstraf, noemt ze homo’s “kermisfenomenen” en spreekt ze zich uit tegen “het mixen van genen”. Voorts steekt ze een tirade af tegen vrouwen in het leger en bij de politie. Vrouwen moeten van Bardot namelijk “elegant zijn en horen thuis in het bed van hun man”. Het boek leidt tot een nieuwe rechtszaak en Bardot wordt in juni 2004 veroordeeld tot een boete van vijfduizend euro voor het aanzetten tot haat. In 2008 raakt Bardot opnieuw in opspraak. Ze schrijft een racistische brief, die ze onder meer stuurt aan de Franse president Nicolas Sarkozy. In de brief beklaagt ze zich over “de moslims” en stelt ze “het zat te zijn om onder de duim van deze bevolkingsgroep te leven die ons en ons land vernietigt”. De brief leidt wederom tot een rechtszaak en Bardot moet dit keer een boete van 15 duizend euro betalen.
Bewuste samenwerking Dat er nauw wordt samengewerkt met een veroordeelde raciste, dat is bij Sea Shepherd vanzelfsprekend al jaren bekend. Toch kiest de organisatie er bewust voor om Bardot binnenboord te houden en een boot naar haar te vernoemen. Op de website van Sea Shepherd worden Bardots racistische boeken zelfs kritiekloos aangeprezen. Maar waarom gaat Sea Shepherd dan toch in hemelsnaam in zee met Bardot? Is Sea Shepherd bang haar financiële bijdragen kwijt te raken? Is het de media-aandacht die ze genereert of zijn het de aantallen donateurs die ze trekt? Of heeft Sea Shepherd simpelweg geen enkele moeite met Bardots opvattingen? Het lijkt er in ieder geval op dat Watson een grote rol speelt in het aanblijven van Bardot. Ze zijn al tientallen jaren goede vrienden van elkaar. En op de denkbeelden van Watson is ook wel het nodige aan te merken. Eind jaren 90 raakt Watson in opspraak. Hij organiseert een campagne tegen een minuscuul kleine stam van Amerikaanse Indianen in een reservaat in het noord-westen van de VS.1 Sommige stamleden willen voor het eerst in 50 jaar op kleine
doorbraak.eu
schaal en op traditionele wijze weer op walvissen gaan jagen. Zij zien in de jacht een manier om hun Makah-tradities nieuw leven in te blazen. Die zijn verloren gegaan na de gedwongen assimilatie door witte missionarissen en agenten. De Makah verklaren slechts enkele walvissen per jaar te willen vangen, en dat op een lokale walvispopulatie van maar liefst 20 duizend. Watson echter heeft geen oog voor culturele gevoeligheden, en stuurt direct zijn vloot erop af. Hij gaat daarbij ook een alliantie aan met het inmiddels overleden uiterst rechtse republikeinse Congreslid Jack Metcalf. Die strijdt tegen de Makah omdat ze al jaren vissen in gebieden die particulier bezit zijn, en dat zint hem natuurlijk niet. Een ngo-medewerker verklaart dat Metcalf “helemaal niets geeft om de walvissen”, dat het voor hem een manier is om “achter de stam aan te gaan” en dat het perfect past in Metcalfs doorlopende racistische campagne tegen Indianen in het algemeen. Watson verklaart na alle kritiek dat hij “geen enkel bewijs heeft gezien dat Metcalf anti-Indiaans is” en dat je “alle steun moet aanpakken die je kunt krijgen”.
Anti-immigranten In 2003 treedt Watson toe tot het bestuur van de Sierra Club, de grootste natuurbeschermings organisatie in de VS. Al snel probeert de kapitein met gelijkgestemden de club aan te zetten tot het propageren van een strikt antiimmigratiebeleid.2 Hoe minder mensen in de VS, hoe minder druk op de natuur, meent hij. Een andere bestuurskandidaat ziet dat helemaal niet zitten en spreekt van een poging tot “een vijandelijke overname” van de organisatie door “radicale anti-immigrantenactivisten”. Hij wijst erop dat White Power-websites en -organisaties hun leden oproepen om lid te worden van de Sierra Club om Watson te steunen. Maar diens poging mislukt en in 2006 verlaat Watson de organisatie weer. Zijn retoriek bij de Sierra Club sluit naadloos aan bij een van zijn teksten op de Sea Shepherd-website.3 Daarin stelt hij dat “geen enkel menselijk samenlevingsverband groter moet zijn dan 20 duizend mensen” en dat de populatie mensen wereldwijd “radicaal” teruggebracht moet worden naar “minder dan één miljard mensen”. Dat betekent in concreto dat zo’n 6 miljard mensen volgens hem dienen te verdwijnen. Het spreekt voor zich dat zoiets alleen geregeld kan worden via de afschuwelijkste maatregelen. Verder stelt Watson op eco-fascistische wijze de mensheid gelijk aan “een virus” dat de natuur grote schade toebrengt. Volgens Watson is er maar één manier om dat “menselijke virus” aan te pakken. Het dient “radicaal en agressief” te lijf te worden gegaan, net zoals “een kankergezwel” aangepakt wordt. Op de website reageert Watson ook op de aanhoudende beschuldigingen dat hij tegen migratie is.4 Hij zegt eenvoudigweg “niet rechts en niet links” te zijn, maar vooral “exclusief groen”. Ook pleit hij voor een bevolkingspolitiek waarbij voorbehoedsmiddelen gratis worden verspreid en gezinnen met meer dan twee kinderen extra belasting moeten betalen. Hij zegt verder “niet tegen migranten en migratie” te zijn, maar meent wel dat immigratie “een significante bijdrage levert aan de groei van de populatie” en daarmee de milieuvervuiling.5 Daarom pleit hij voor “een strenge handhaving” van de bestaande antiimmigratiewetten. Ook ageert Watson tegen “illegale immigratie”, want “ik ben ook tegen illegale bankovervallen”. De kapitein verwerpt verder de beschuldigingen dat hij samenwerkt met racisten. Over zijn langdurige en aanhoudende vrijage met Bardot laat hij wijselijk niets los.
Extreem-rechts? Is hiermee gezegd dat Sea Shepherd een extreemrechtse organisatie is? Nee, zo simpel ligt het natuurlijk niet. Sea Shepherd doet over het algemeen - maar niet altijd - sympathiek werk. Wel kan gesteld worden dat Watson er zeer
+Boek*
Een luide roep tot opstand tegen het “bonzendom” rechtse en onfrisse opvattingen en samenwerkingsverbanden op na houdt. En daarmee brengt hij zijn hele organisatie in diskrediet. Het is de vraag hoe zijn medewerkers daar in staan. Denken die hetzelfde en hebben zij geen moeite met bijvoorbeeld Bardot? Dat zou de zaak nog erger maken dan die al is. Het is lastig om daar iets zinnigs over te zeggen. Sea Shepherd lijkt een gesloten eenheidsfront te vormen waarbij de medewerkers slaafs achter de grote goeroe Watson aanhuppelen. Zo nu en dan verweren sympathisanten of wellicht medewerkers zich op internet tegen de kritiek. Het zou een walvis niet uitmaken of die gered wordt door een linkse of rechtse dierenrechtenactivist. Oftewel: het doel heiligt de middelen. Zo’n antwoord is veelzeggend én te gemakkelijk. Dierenrechtenactivisten opereren namelijk niet in een isolement. Ook zij hebben te maken met de maatschappelijke omstandigheden. Zo kan de industriële moord op dieren in de bio-industrie en de fabrieksmatige visserij niet los gezien worden van de kapitalistische uitbuitingsmechanismen waaronder óók mensen te lijden hebben. De strijd voor dierenrechten hoort daarom altijd hand in hand te gaan met de strijd voor mensenrechten.6 En dat kwartje is bij Sea Shepherd nog niet gevallen, voor zover dat ooit zal gebeuren. Duidelijk is wel dat activisten zich ondertussen maar beter verre van Sea Shepherd kunnen houden, zolang types als Watson en Bardot daar aan het roer staan. Gerrit de Wit Noten 1. “Sea Shepherd allies with far right against indigenous whaling”, M-J Milloy, www.greenleft.org.au. 2. “Immigration dispute spawns factions, anger in Sierra Club”, Florangela Davila, http://community.seattletimes. nwsource.com. 3. “The beginning of the end”, Paul Watson, www.seashepherd.org. 4. “Questions and answers about the Sierra Club elections”, Pedro Monteiro, www.seashepherd.org. 5. Voor meer over “overbevolking” zie: “De Club van Tien Miljoen”, Gerrit de Wit, Fabel-krant 50/51, Gebladerte Archief, www.doorbraak.eu. 6. Voor meer over de samenhang tussen mensen- en dierenrechten zie: “Dierenbevrijding en veganisme: niet ‘van nature’ links”, Eric Krebbers, Lokaal Kabaal 24, Gebladerte Archief, www.doorbraak.eu.
De jaren twintig van de vorige eeuw vormden een bloeiperiode van het anarchisme in Nederland. De Russische Revolutie en andere opstanden aan het einde van de Eerste Wereldoorlog hadden ook hier revolutionaire verwachtingen gewekt. Er was sprake van een groeiend aantal stakingen, en als gevolg van de afkeer van de oorlog nam ook het aantal dienstweigeraars toe en bloeiden anti-militaristische organisaties op.
E
en generatie jongeren die in deze periode opgroeide, was opstandig, radicaal en vervuld van maatschappelijke idealen. Sommigen van de zogenaamde geheelonthoudersjongeren kwamen sympathiek te staan ten opzichte van het anarchisme en organiseerden zich eind 1923 in de Mokergroep, rond het blad “De Moker”. Andere jongeren die oorspronkelijk actief waren in afdelingen van de Sociaal-Anarchistische Jongeren Organisatie (SAJO) ondersteunden het blad “Alarm”. Kenmerkend voor deze anarchistische jongeren was het bestrijden van het “bonzendom” binnen politieke organisaties en vakbonden. De genoemde bladen zorgden voor cohesie en continuïteit van het anarchisme. Het netwerk rond Alarm ging in 1926 op in “Opstand. Revolutionair Maandblad”. Van Opstand verscheen onlangs bij Kelderuitgeverij een facsimile van alle gepubliceerde nummers, voorzien van een inleiding door Hans Ramaer.
Herkenbare beeldtaal Dit compromisloze blad kenmerkte zich door een fel kritisch anti-militarisme, anti-klerikalisme en anti-kapitalisme. Een groep radicale Amsterdamse bouwvakkers stelde zich garant voor de afname van duizend exemplaren voor de colportage. Zij hadden de vakbond verlaten en maakten propaganda voor de creatie van bedrijfsraden als kernen van de socialistische maatschappij. In het aantrekkelijk vormgegeven Opstand bekritiseerden jonge anarchisten onder aanvoering van enig redacteur Anton Constandse de oude generatie libertaire socialisten. De titelpagina kende meestal een opvallende politieke prent, vaak een hout- of linosnede van Frans Masereel of Albert Daenens, twee Belgische kunstenaars met een herkenbare beeldtaal. Maar ook kunstenaars van eigen bodem, zoals Jan Ponstijn en Jos Verkuil, leverden bijdragen. Verder treffen we afbeeldingen aan van de Duitse links-radicale kunstenaars Käthe Kollwitz en Georg Grosz, maar ook een anti-godsdienstige prent van de sociaal-democraat Albert Hahn. Opstand was in sterke mate beïnvloed door het Berlijnse libertaire tijdschrift “Die Aktion”. Er waren overeenkomsten op het gebied van vormgeving, maar ook inhoudelijk: korte politieke artikelen en daarnaast aandacht voor kunst en literatuur. Mede onder invloed van het Duitse voorbeeld koos Opstand voor een combinatie van proletarisch anarchisme en radencommunisme: “slechts van onderop uit de bedrijven groeit het eenheidsfront der arbeiders, die alleen zelf de overwinning en de verlossende daad kunnen tot stand brengen: de Sociale Revolutie”.
Compromisloos Het blad bevatte voornamelijk bijdragen van in feite hoofdredacteur Constandse. Hij publiceerde onder eigen naam, vaak als ALC, maar soms ook onder zijn pseudoniem G. Hamer. Andere kopijleveranciers waren Jo de Haas en zo nu en dan Nederlandse radencommunisten. Opstand plaatste vooral korte berichten, veel commentaren en aforismen - van anarchisten, maar ook van anderen, zoals Multatuli, Heinrich Heine en Oscar Wilde. Internationaal nieuws vormde evenzeer een belangrijk bestanddeel. Houtsnede van Frans Masereel.
Opstand kenmerkte zich door de luide toon - die niet altijd even fair was - waarin het uithaalde naar andersdenkenden, niet alleen politieke tegenstanders als de sociaal-democraten en bolsjewisten, maar ook libertairen met een andere mening. De anarchistische syndicalisten van het Nederlands Syndicalistisch Vakverbond (NSV), waaronder Arthur Lehning, moesten het in het bijzonder ontgelden. Het syndicalisme (van het NSV, maar ook het Nationaal Arbeids Secretariaat van Henk Sneevliet) zou zich louter richten op verbetering van de materiële positie van de aangesloten leden in de bestaande kapitalistische maatschappij. Staat en kapitaal bleven de macht behouden. Opstand wees de vakorganisatietactiek en het “bonzendom” af en propageerde in de plaats daarvan de bedrijfsraden. Een andere factor die waarschijnlijk meespeelde, was het tekort aan ethisch idealisme dat het syndicalisme werd toegedicht. Jo de Haas schreef dat eigen profijt nooit de stuwende kracht tot handelen kan en mag zijn. Het proletariaat moest ook in actie komen uit zedelijke overtuiging, zelfs als dat handelen in strijd was met het eigen belang. Blijft natuurlijk de vraag of het syndicalisme en de bedrijfsraden inderdaad mijlenver van elkaar afstonden zoals Opstand op felle wijze leek te verkondigen.
Tegen het gevangenissysteem In het artikel “Misdaad en straf” in een speciaal gevangenisnummer stelde Constandse vast dat de heersende klasse steelt en moordt als systeem. De kleine dief of moordenaar deed het slechts tijdelijk, uit nood, als laatste redmiddel. Constandse eiste net als Kropotkin algemene en volledige amnestie, wat alleen in een staatloze en socialistische maatschappij te realiseren zou zijn. Opstand besteedde veel aandacht aan politieke gevangenen, waaronder anarchisten en dissidente linkse communisten in Rusland. Ook de in Amerika van roofmoord beschuldigde anarchisten Sacco en Vanzetti konden op solidariteit rekenen. Constandse leerde bovendien zelf het gevangenissysteem van binnen kennen. In 1927 bracht hij na een veroordeling voor opruiing twee maanden in bijna volstrekte isolatie door in de Scheveningse strafgevangenis. Langzamerhand stapelden de financiële en organisatorische problemen zich dusdanig op dat Constandse de uitgave tijdens de derde jaargang moest staken. De betaling door colporteurs en ook abonnees bleef na herhaalde aanmaningen achter. Het laatste nummer van Opstand kwam eind 1928 uit. Het is verfrissend om in het huidige tijdperk van kapitalistische crises kennis te nemen van opstandige lectuur uit een voorbije periode. Keiharde en meedogenloze kritiek op een maatschappelijk systeem dat bewezen heeft niet te kunnen voldoen aan de meest elementaire behoeften van de mensheid. Maar net als toen staan we voor de taak om bewust vorm te geven aan een collectief handelen om dit oorlogszuchtige, solidariteit ondergravende en op een ecologische ramp aansturende systeem op de mestvaalt van de geschiedenis te gooien. “Opstand. Revolutionair Maandblad. 1926-1928”, redactie Anton Constandse. Kelderuitgeverij, € 25,00. ISBN: 9789079395101. Dezelfde uitgeverij zal over enkele maanden tevens met een heruitgave komen van Alarm (1922-1926).
5> Ron Blom
doorbraak.eu
nummer 12 > oktober 2011
+Boek* U
Griekenland als laboratorium
In hun boek “Krisenlabor Griechenland. Finanzmärkte, Kämpfe und die Neuordnung Europas” beschrijven Detlef Hartmann en John Malamatinas het Griekse protest en verzet dat in 2011 de media zo beheerste. Ook plaatsen ze het beleid van de EU, het IMF en de Griekse sociaaldemocratische regering in een breder Europees kader.
Er is gevaar Er is gevaar. Joke Kaviaar strijdt het liefst voor een ieder, omsingeld door vier muren, binnen en buiten. Van steen, koud, grijs. Het zijn er zoveel. Verwarm ze niet. Verf ze niet. Vernietig ze! Er is gevaar. Voor een ieder, die bouwt, bewaakt, een ieder, die kiest voor die muren. En bang zijn ze, van ieder geluid, van elke stap. Bang zijn ze, van de Joke Kaviaren. Er is gevaar, Joke Kaviaren strijden, het liefst voor een ieder, omsingeld door vier muren, binnen en buiten. Van steen, koud, grijs. Het zijn er zoveel. Verwarm ze niet. Verf ze niet. Vernietig ze!
*Praatjes maker=
Cihan Ugural
Op 13 september werd de activiste en dichteres Joke Kaviaar thuis door de politie opgehaald vanwege haar teksten tegen het migratiebeleid. Doorbraak verspreidde op 23 september een solidariteitsoproep, zie: www.doorbraak.eu.
<6
nummer 12 > oktober 2011
it hun verhaal blijkt de belangrijke rol van de haatcampagne die de media ook in Duitsland tegen Griekenland voeren. De geesten worden ook in Duitsland rijp gemaakt voor harde maatregelen tegen Griekenland. Het eerste deel van het boek, geschreven door Malamatinas, heet “Krisenproteste in Griechenland”, en beschrijft de strijd in het zuidelijke EU-land. Verzet en strijd die botsen met de strategieën van het kapitalisme vormen volgens de auteurs de centrale motor van de geschiedenis. De tweede bijdrage is van Hartmann en heet “Schockpolitik und die Umbau Europas”. Hij gaat in op de strategieën van het kapitalisme.
De protesten Malamatinas begint zijn beschrijving van het protest en verzet op 6 december 2008 met de politiemoord op de vijftienjarige Alexandros Grigoropoulos. Het in eerste instantie door scholieren en studenten gevoerde protest en verzet breidde zich binnen zeer korte tijd uit tot in de uithoeken van het land. Veel mensen die geen enkel perspectief zagen en het vertrouwen in de politiek en de staat volledig hadden verloren, voelden dat de politie ook op hen had geschoten. Alleen dat gevoel kan de zeer grote omvang en het vastberaden en militante karakter van het protest en verzet verklaren. De maatschappelijke onrust, de financiële schandalen en de grootschalige corruptie bij ondernemingen en de kerk leidde uiteindelijk in oktober 2009 tot een andere regering. Zoals wel vaker werd de hoop gevestigd op de sociaal-democraten en werd er weer een Papandreou minister-president. De eerste maanden na haar aantreden slaagde de nieuwe regering er nog in via een uitgekiende mediacampagne haar conservatieve voorganger verantwoordelijk te stellen voor alle misstanden. De sociaal-democraten beweren dat ze opkomen voor de hardwerkende fatsoenlijke mensen. “Vermomde autonomen” worden ondertussen steeds meer het doelwit van het sterk in omvang groeiende politieapparaat. Vanaf begin 2010 proberen de sociaaldemocraten samen met het internationale kapitaal Griekenland te veranderen in een proeftuin voor de Europese herstructurering. Net als elders in Europa wil men de werkende bevolking steeds meer uitknijpen om zo tot economische groei te komen.
Migranten Malamatinas ruimt nadrukkelijk plaats in voor de migranten en vluchtelingen in Griekenland. Dat zijn er naar schatting 1 miljoen (op een bevolking van 10 miljoen) en aangenomen wordt dat de helft geen verblijfspapieren heeft. Hun dramatische en uitzichtloze levensomstandigheden werden internationaal zichtbaar rondom het kamp Levos. De Griekse staat probeert een steentje bij te dragen aan de Europese politiek van vluchtelingenbestrijding, via onder meer Frontex-patrouilles en het erkennen van een zeer gering aantal vluchtelingen. Maar voor een groot deel kunnen de problemen geweten worden aan de geografische positie van Griekenland in Europa: er blijven veel vluchtelingen hangen die graag verder zouden willen reizen Europa in. In Griekenland wordt daarnaast - net als in veel andere Europese landen - een racistische campagne gevoerd in de media. Die wordt gevoed door rechtse partijen en fascistische groeperingen, en gaat gepaard met geweld dat grotendeels wordt doodgezwegen door de media. Met de sociaal-democraten in de regering heeft rechts zich kunnen verenigen rondom het thema migratie. De beweging tegen het racisme is helaas verdeeld geraakt, onder meer door een aangekondigde versoepeling van de asielwetgeving. Omdat er tussen de verschillende groeperingen en verbanden geen sprake is van inhoudelijke samenwerking tegen de crisispolitiek, komt het niet tot gemeenschappelijke initiatieven of campagnes, en vormt links als het ware een puzzel die op straat zichtbaar is. Verschillende groepen en partijen hebben een belangrijke rol gespeeld bij de mobilisering voor de talloze demonstraties en acties. In Griekenland speelt de communistische partij KKE een belangrijke rol, met name via haar vakbond PAME. Die partij kenmerkt zich door een sterk chauvinistische retoriek, en in de praktijk volgt ze een sociaal-democratische lijn, zij het onder stalinistische leiding. Daarnaast zijn er de nodige trotskistische en maoïstische splintergroeperingen.
A/A-spectrum Het anarchistische/autonome spectrum (A/A in Griekenland) is sinds het einde van de militaire dictatuur in 1973 gestaag
doorbraak.eu
gegroeid. Er is door het hele land een infrastructuur van kraakpanden, infowinkels en tijdschriften, waarvan het zwaartepunt in de grote steden Athene en Thessaloniki ligt. Sinds de politiemoord op Grigoropoulos in 2008 is een deel van dat spectrum er enigszins in geslaagd om uit de eigen subcultuur te breken. Bezettingen van tv-stations, stadhuizen en universiteiten zijn aan de orde van de dag en dit palet aan actievormen van de beweging blijkt inmiddels door brede lagen van de bevolking gedragen te worden. Het buitenparlementaire spectrum is diffuus, en groepen als TPTG in Athene en Terminal 119 in Thessaloniki proberen het inhoudelijke vacuüm te vullen. Sinds de EU-top in Thessaloniki in 2003 zijn veel groepen uit het A/A-spectrum georganiseerd in het netwerk AK. Ook wordt er, in tegenstelling tot de rest van Europa, nog altijd gediscussieerd over een praktijk van stadsguerrillagroepen. Die discussie wordt mede gestimuleerd door het groeiende aantal politieke gevangenen uit de beweging. De media proberen de beweging te criminaliseren. Het bij tijd en wijle onbesuisde optreden van de beweging kan leiden tot gruwelijke incidenten. Op 5 mei 2010 verbrandden vier mensen in een bankgebouw, nadat het was aangevallen door activisten. Dat werd uiteraard breed uitgemeten in de media, maar ook in de beweging zelf wordt zulk optreden heftig bediscussieerd. De protesten en het verzet laaiden na de zomer van 2010 weer op. Een bijeenkomst van de regering in Thessaloniki in september werd door het AK-netwerk aangegrepen om een internationaal congres te organiseren met als thema “Crisis, zelforganisatie en directe democratie”. Daarna volgden weer de jaarlijkse mobilisaties rondom de voor Grieken veelbetekenende data 17 november en 8 december. Gevolgd op 15 december door de alweer zevende algemene staking van dat jaar. In Athene demonstreerden die dag 100 duizend mensen. Malamatinas presenteert in zijn artikel een chronologie van protest en verzet waarvan we hier eigenlijk alleen de meest spectaculaire uitingen kennen. Indrukwekkend is vooral de grootschaligheid van het alledaagse protest en verzet, en de brede samenstelling van de deelnemers. De grote stakingen en demonstraties tegen de bezuinigingen zijn verweven geraakt met het buitenparlementaire spectrum.
De verbouwing van Europa Het gaat hierbij vanzelfsprekend niet slechts om een Griekse kwestie. De bezuinigingen hebben een zeer belangrijke Europese dimensie. Daar gaat Hartmann nader op in. Hij belicht nauwgezet de kapitalistische strategieën achter de Griekse crisisinterventies van 2010. Het internationale karakter van de sociale aanval op de maatschappelijke verworvenheden van de Grieken blijkt uit de nauwe samenwerking van de EU, het IMF en de Griekse sociaaldemocratie, die samen proberen de financiële markten gunstig te stemmen. De Duitse regering blijkt daarbij binnen de EU een doorslaggevende rol te spelen. Hartmann doet uitgebreid uit de doeken hoe deze shockpolitiek tegen de Grieken wordt georganiseerd. Een belangrijke rol spelen de internationale ratingbureaus en consultancyfirma’s, zoals McKinsey dat in Duitsland fungeerde als souffleur van bondskanselier Merkel. In hun hoedanigheid van kapitaalknechten formuleren deze instanties de sociale politiek voor Griekenland, zodat die kan voldoen aan de rendementseisen van de financiële markten. Ratingfirma’s als Moody’s en Standard and Poor zijn bekend uit de media. Die beoordelen de kwaliteit van de kredietwaardigheid van landen, en dat heeft een zeer grote invloed op de rente die regeringen moeten betalen op de financiële markten voor de leningen die ze nodig hebben om hun beleid te financieren. Nationale politiek wordt zo meer en meer gereduceerd tot het afstempelen van maatregelen om de financiële markten gunstig te stemmen. Politiek ‘rechtse’ regeringen gaan daar vaak gedwee in mee. Politiek ‘linkse’ regeringen, meestal sociaal-liberalen, lijken daarentegen dolgraag actief mee te willen denken over de meest actuele kapitaalstrategieën. Griekenland vormt als het ware een laboratorium van de crisis, waarbij vooral het hevige protest en verzet zeer duidelijk maakt wat er allemaal op het spel staat. Voor ons allemaal, ook hier in Nederland.
Activisten Hartmann belicht dus uitvoerig de nauwe verwevenheid van bedrijven als McKinsey en de ratingfirma’s met de politieke kaste. Wellicht iets te uitvoerig, want er zou immers de indruk kunnen ontstaan dat toekomstige ontwikkelingen
De heerlijke nieuwe wereld van Günter Wallraff
D
in die kringen worden bepaald. Maar zoals uit de inleiding en de structuur van het boek ook blijkt, zijn de auteurs ervan overtuigd dat protest en verzet leidend zijn bij de ontwikkelingen. En dat brengen de auteurs ook in de praktijk: Malamatinas is actief in anti-fascistische kringen in Keulen, en Hartmann is al 40 jaar actief bij tal van initiatieven en projecten. Hartmann vraagt zich ook af hoe dat felle protest en verzet in Griekenland valt te verklaren. Hij zoekt het antwoord in de talloze familiebedrijfjes die sociaal en economisch van groot belang zijn, en zeker niet alleen in de grote toerismesector. Daar ligt mogelijk een basis voor de grootschalige vormen van zelforganisatie van groepen en vrienden die de ruggengraat vormen van het protest en verzet. Dat zou tegelijk ook deels kunnen verklaren waarom in Nederland relevant protest en verzet totaal ontbreken.
Technologie Griekenland springt momenteel wellicht het meest in het oog, maar is zeker niet het enige land in een diepe crisis. Denk aan Portugal, Ierland, Spanje en Italië. De ontwikkelingen volgen elkaar in een zeer snel tempo op, en daardoor kan de analyse van Hartmann uiteraard niet volledig actueel zijn. Daarom is het belangrijk om enkele structurele aspecten van zijn betoog eruit te lichten. Hartmann wijst nadrukkelijk op de nauwe verwevenheid van de informatie- en communicatietechnologie met de financiële markten. Deze technologieën hebben feitelijk het ontstaan van deze markten mogelijk gemaakt. Voor Hartmann betekent een beter begrip van technologie dat we haar ontwikkeling moeten proberen te begrijpen binnen de context van de bestaande klassenverhoudingen, als een politieke technologie. Er is altijd strijd om de technologie. Die wordt immers ingezet om de uitbuitingsgraad van de arbeidskrachten te verhogen, en dat heeft altijd geleid tot hevige klassenstrijd. Momenteel bevinden we ons in de situatie waarbij de internationaal opererende financiële markten en hun kapitaalknechten er op uit zijn om de nationale sociale verhoudingen dusdanig om te ploegen dat de productiviteit van de te leveren arbeid verder kan groeien. Hartmann schetst in het kort hoe er op Europees niveau strategieën worden ontwikkeld om die productiviteitsgroei verder te stimuleren. Ook laat hij zien hoe de EU, regeringen en grote bedrijven de zogeheten clusterontwikkeling stimuleren als een strategie om de EU concurrerender te maken. Daarover schreef Hartmann al eerder een boek: “Cluster”. Het is belangrijk om kennis te ontwikkelen over al deze kapitalistische strategieën. Al was het maar om te voorkomen dat we er ongewild actief aan mee gaan werken. Maar het zo uitvoerig belichten van die strategieën zou er toe kunnen leiden dat de tegenstander wel zeer groot en machtig overkomt. Om dat te voorkomen moeten we in het oog houden dat het slechts strategieën zijn, niet meer en niet minder. De botsing van deze strategieën met protest en verzet, en de interne tegenstellingen tussen en binnen staat, kapitaal en hun handlangers bepalen de uitkomst van de plannen. Dit boek is nadrukkelijk bedoeld als bijdrage aan politieke debatten en het vormt dan ook een momentopname. Het biedt een kader waarin de shock-politiek tegen de Grieken inzichtelijk wordt gemaakt, en waarin duidelijk wordt dat Griekenland als voorbeeld moet dienen voor landen als Portugal, Spanje en Italië. “Krisenlabor Griechenland”, Detlef Hartmann en John Malamatinas. Uitgeverij: Assoziation A, € 13,99. ISBN: 9783862414055. Henk Zeldenrust
at zijn een paar van de onderwerpen die de Duitse undercover-journalist Günter Wallraff aansnijdt in zijn bundel “Heerlijke nieuwe wereld”, die inmiddels ook in een Nederlandse vertaling is verschenen. Het boek bevat zo’n acht reportages, niet alleen undercover-projecten, maar ook verslagen op basis van interviews met betrokkenen. Wallraff praat met jongeren die voor hun opleiding in een sterrenrestaurant hun hele leven moeten opgeven en er noch geld noch respect voor terugkrijgen. Hij laat zien hoe de “Barrista’s” bij Starbucks tussen de agressie en seksuele intimidatie door hun “bedienprocessen” moeten “optimaliseren”, van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat moeten werken, en toch arm blijven. Hij legt uit hoe het bestuur van de Duitse spoorwegmaatschappij Die Bahn in de aanloop naar de geplande, en uiteindelijk niet doorgevoerde, privatisering het eigen personeel afluisterde, onder druk zette en gewoonweg afkapte, onder toezicht en met medewerking van de politiek. En hij beschrijft hoe advocaten aan werkgevers uitleggen hoe zij “onontslaanbare” medewerkers, zoals zwangere vrouwen of OR-leden, hun bedrijf uit kunnen pesten via juridische procedures, uitsluiting en intimidatie.
Brandwonden De verslagen van zijn eigen projecten, als Afrikaan, als medewerker in een callcenter, als arbeider in een industriële bakkerij en als dakloze op straat, leveren de meest choquerende en indrukwekkende verhalen op. Bijvoorbeeld van de huisbazin die de ‘Afrikaan’ Wallraff in eerste instantie beleefd een woning laat bekijken. Op het moment dat hij weer weg is en de volgende geïnteresseerden, ook onderdeel van het team van Wallraff, door de woning lopen, vertelt ze zonder adem te halen over de “schrik” die ze kreeg en hoe ontsteld ze was omdat “dat soort mensen hier echt niet passen”. Dat ligt aan hun cultuur, en heeft niets met racisme en xenofobie te maken, zo maakt ze duidelijk. Als dakloze wordt hij opgesloten in een nachtopvang omdat de “beveiligers” geen zin hebben om wakker te blijven, terwijl hij daar bedreigd wordt door een andere dakloze. Bij een andere opvang mag hij niet naar binnen omdat hij in een andere stad staat ingeschreven, en moet hij dus maar de koude winternacht doorstaan. In de Lidl-bakkerij heeft Wallraff binnen enkele dagen zijn handen vol met brandwonden, omdat de productie met de verouderde machines steeds weer misgaat en er ook geen brandveilige handschoenen en andere beschermende kleding beschikbaar zijn. Bovendien mogen de machines ook in de gevaarlijkste situatie niet worden uitgezet - dat zou tenslotte tot productiedaling en hogere kosten kunnen leiden.
+Boek* Wat maak je mee als zwarte Afrikaan in Duitsland? Hoe ziet het werk eruit in de grote Lidlbakkerijen waar onze afbakbroodjes vandaan komen? Hoe overleeft een dakloze in Keulen een nacht op straat bij min 15? Welke illegale methoden gebruiken callcenters om loterijloten te verkopen, en welke rol spelen reïntegratiebureaus daarbij? En welke tactieken gebruiken zelfbenoemde “werkgeversadvocaten” om ondernemingsraden en vakbonden klein te krijgen?
In een van de uitgebreidere verslagen gaat Wallraff diep in op de werkpraktijk in diverse callcenters. Hij weet zo een goed beeld te schetsen van wat vaak als “de onderkant van de arbeidsmarkt” wordt aangeduid. Het gaat om zogenaamde “outbound callcenters” die mensen, vaak bejaarden, opbellen om bijvoorbeeld waardeloze loten voor de loterij te verkopen, met allerlei “technieken” die uiteindelijk op pure oplichting neerkomen. Het werk kenmerkt zich door prestatiedruk en concurrentie. De managers luisteren mee bij veel van de gesprekken en geven “advies” wanneer een beller niet agressief genoeg voor de verkoop gaat. Elke dag wordt aangegeven wie zijn doelen van gescoorde verkopen heeft gehaald, en wie niet. Met het gevolg dat sommige medewerkers inderdaad helemaal opgaan in de wedstrijd om de meeste opgelichte klanten. Degenen die kapot gaan van de druk of op den duur niet meer mee kunnen doen met de illegale en verwerpelijke praktijken van de callcenters worden op straat gezet. Ondernemingsraden of vakbonden zijn er niet, en waar ze ontstaan worden ze fel bestreden.
Integriteit Wallraff neemt ook de tijd voor overstijgende analyses. Zo laat hij bijvoorbeeld zien hoe de staat - in dit geval het Duitse equivalent van de sociale dienst en reïntegratiebureaus zonder schroom samenwerkt met criminele callcenterbedrijven, alleen maar om mensen “aan het werk te krijgen”. Uitkeringsgerechtigden krijgen een baan bij een van de callcenters “aangeboden” en moeten die verplicht aannemen. Houden ze het werk niet meer vol, kunnen ze de druk niet meer aan, of worden ze letterlijk gek van het immorele karakter van het werk, dan worden ze gekort op hun uitkering of krijgen ze helemaal geen geld meer. Ze zijn dan tenslotte “uit eigen beweging” gestopt met hun werk. Zo zitten mensen gevangen tussen de dwang van de uitkeringsinstanties en de druk van hun criminele bazen. Ze blijven arm en verliezen hun morele integriteit en geestelijke gezondheid. Dit soort bredere kaders laat Wallraff helaas niet altijd zien. Vaak blijft het bij het beschrijven van zijn ervaringen. Bovendien zit er soms een naar smaakje aan zijn soort undercoverjournalistiek. Waarom voelt een witte journalist de behoefte om zich als stuntelige Afrikaan voor te doen, terwijl er genoeg ‘echte’ Afrikanen zijn die hun verhaal kunnen vertellen? Waarom stoer doen als dakloze voor één nacht, terwijl de ‘echte’ daklozen wel meer dan tien boeken over hun ervaringen zouden kunnen volschrijven? Wallraff is zich bewust van deze tegenstrijdigheden, maar toch komen zijn avonturen soms iets te heldhaftig en sensationalistisch over. De verhalen die hij vertelt over het leven van mensen die worden uitgebuit, buitengesloten en onderdrukt, zijn de dagelijkse realiteit van de mensen die hij tegenkomt. In zijn boek wordt deze realiteit soms overschaduwd door het persoonlijke journalistenverhaal van Wallraff zelf.
Verbetering Als geheel gezien schetst het boek echter een waardevol beeld van het leed en de ellende die schuilgaan achter de consumptie- en concurrentiemaatschappij waar wij allemaal deel van uitmaken. Bovendien laat Wallraff zien hoe mensen zich verzetten, zich organiseren, en via de inschakeling van de media en de politiek een verbetering van hun situatie weten te bereiken. Helaas plaatst hij deze ontwikkelingen vaak helemaal aan het einde van een reportage, waardoor het gevoel ontstaat dat de problemen die hij heeft beschreven, nu misschien alweer zijn opgelost en dat het heus niet allemaal zo erg is. De ervaringen van Wallraff zijn echter geen incidenten. Het zijn voorbeelden van breed ervaren misstanden die veel mensen in Duitsland, maar ook in Nederland, het leven zuur maken. Wallraff zal nog veel boeken moeten volpennen voordat de “heerlijke nieuwe wereld” die hij beschrijft ten val is gebracht. “Heerlijke nieuwe wereld”, Günter Walraff. Uitgeverij: Ambo, € 15,50. ISBN: 9789026323478.
7> Gregor Eglitz
doorbraak.eu
nummer 12 > oktober 2011
Steeds meer demonstranten in vreemdelingendetentie Sinds 2002 wordt vreemdelingendetentie in toenemende mate toegepast op demonstranten en andere activisten die uit principe weigeren om hun identiteit bekend te maken. De activisten beroepen zich daarbij terecht op hun zwijgrecht dat ze als arrestant hebben. Dit recht wordt echter steeds vaker doorkruist door de inzet van vreemdelingendetentie.
Illegalenbajes.
E
en voorlopig dieptepunt vormt de massale arrestatie van bijna 150 demonstranten tijdens de ontruiming op 5 juli 2011 in Amsterdam van het bekende kraakpand en culturele centrum Schijnheilig. Maar liefst 52 demonstranten werden daarop in vreemdelingendetentie geplaatst. Een aantal daarvan zat bijna 2 maanden vast zonder dat ze verdacht werden van een strafbaar feit. De massale arrestatie en daaropvolgende vreemdelingendetentie vormen een forse en onaanvaardbare inbreuk op het demonstratierecht en het recht om bij arrestatie te zwijgen en anoniem te blijven.
Uit een overzicht1 van Stichting Meldpunt Misbruik ID-plicht blijkt dat sinds 2002 vreemdelingendetentie op vele tientallen actievoerders is toegepast. Activisten lopen bij demonstraties of andere acties het risico dat zonder enige specifieke aanleiding om hun ID wordt gevraagd. Er wordt simpelweg een aanleiding gezocht om de identiteit te kunnen controleren en die is door de vage wetgeving op dit gebied al snel gevonden. Een groot aantal activisten en demonstranten wordt bij vreedzame acties om onduidelijke redenen gearresteerd, waarna geconstateerd wordt dat een identiteitsbewijs ontbreekt en vreemdelingendetentie volgt. Een activist die in 2006 zonder reden op straat om zijn ID werd gevraagd, weigerde principieel en werd daarna wekenlang opgesloten. Of er sprake is van een concrete verdenking van strafbare feiten speelt geen enkele rol; de meeste mensen worden na hun vrijlating dan ook zonder dagvaarding heengezonden. Bij de motieven van de politie om tot vreemdelingendetentie van anonieme arrestanten over te gaan, zijn de nodige kanttekeningen te plaatsen. Het zit politie en Justitie duidelijk dwars dat anonieme arrestanten soms hun straf ontlopen. Maar er is ook duidelijk sprake van een keiharde aanpak om demonstranten en actievoerders met fundamentele kritiek op de samenleving het leven zuur te maken. Politiebeleid dat door de steeds rechtser wordende landelijke en lokale overheden van harte wordt ondersteund. Op deze wijze kan de politie de controledwang van de Nederlandse overheid misbruiken. Arrestanten worden soms zelfs na vaststelling van de legale verblijfsstatus nog enige tijd in vreemdelingenbewaring vastgehouden. Hier is duidelijk sprake van treiteren van actievoerders door de politie. Soms gaat het nog veel verder dan dat: in 2006 probeerde de politie om een arrestant met hartklachten op een walgelijke en levensbedreigende manier te dwingen zijn identiteit prijs te geven. Zijn medicijnen tegen acuut hartfalen werden hem onthouden zolang hij zich niet wilde identificeren.2
Jip en Janneke Een bekende zaak is die van de actievoerders “Jip” en “Janneke”.3 Ze werden in 2007 samen met een derde activist gearresteerd tijdens een blokkade van Kamp Zeist door de Werkgroep Stop Deportaties. Omdat ze hun identiteit niet wilden prijsgeven, werden ze eerst opgehouden en vervolgens in vreemdelingendetentie gezet. Activiste Janneke kwam na 6 dagen vrij, nadat ze haar ID-bewijs had laten zien. Jip bleef langer vastzitten. Beiden beklaagden zich over hun behandeling door de politie. Janneke was tot tweemaal toe een advocaat geweigerd, en ze mocht in 5 dagen slechts twee keer even luchten. Daarnaast moest ze intimiderend gedrag van haar bewakers ondergaan. Dat gold ook voor Jip, die tegen haar vreemdelingenbewaring in beroep ging. Op de dag van het beroep werd ze ’s morgens urenlang in een klein wachthokje met felle verlichting weggestopt, waarna ze zonder enige aanleiding hardhandig door vier agenten werd afgevoerd. Ze moest het die hele dag tot half acht ’s avonds doen met slechts één bekertje koffie. De bestuursrechter deed uitspraak op 14 augustus 2007. Die uitspraak was niet gunstig voor het OM, de politie en de IND. Volgens artikel 50 uit de Vreemdelingenwet 2000 mag een staande gehouden persoon worden overgebracht naar een plaats bestemd voor verhoor als zijn of haar identiteit niet kan worden vastgesteld. Volgens artikel 59 kan iemand die geen “rechtmatig verblijf” in Nederland heeft in vreemdelingenbewaring worden
<8
nummer 12 > oktober 2011
gesteld - met het oog op uitzetting - als dit in het belang is van de openbare orde, openbare veiligheid of nationale veiligheid. Aan dat laatste is waarschijnlijk al heel snel voldaan, omdat in het huidige politieke en maatschappelijke klimaat het vrij rondlopen van mensen zonder papieren per definitie als een probleem voor de openbare orde wordt gezien. Volgens de rechtbank waren er echter geen feiten of omstandigheden die duidden op een onrechtmatig verblijf of het “vreemdeling” zijn van Jip. Het niet willen tonen van een identiteitsbewijs en de “weigerachtige houding” van de activiste waren volgens de rechter onvoldoende voor toepassing van beide artikelen. Een onrechtmatig verblijf was door de IND op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt. De rechtbank kwam daarom tot de conclusie dat zowel de ophouding als de vreemdelingenbewaring onrechtmatig waren. Jip moest worden vrijgelaten en de Nederlandse staat werd veroordeeld tot het betalen van de proceskosten en een schadevergoeding.
Schijnheilig Dan de ontruiming van het kraakpand en cultureel centrum Schijnheilig. Een groep van ongeveer 200 demonstranten - krakers en sympathisanten - had zich vooraf voor het pand verzameld en hield een ludiek en vreedzaam protest tegen de ontruiming. De ME koos echter voor een harde aanpak en sloeg op de verzamelde menigte in, waarbij aan de kant van de demonstranten verscheidene gewonden vielen. De groep werd aan twee kanten ingesloten en een groot aantal demonstranten (143 in totaal) werd, vaak op hardhandige wijze, gearresteerd. Gewonde arrestanten ontvingen na toegetakeld te zijn door de politie urenlang geen medische hulp. Bovendien werd hen eten en drinken en toegang tot het toilet gedurende lange tijd ontzegd. Een groot aantal arrestanten werd daarna weer vrijgelaten, zonder dat ze ergens van werden beschuldigd. Een groep van 52 personen die uit principe hun identiteit niet wilden prijsgeven, werd echter in vreemdelingendetentie gezet.4 Vanuit de politiek kwam nauwelijks kritiek op de gang van zaken. De Amsterdamse GroenLinks-fractie stelde vragen over de proportionaliteit en noodzakelijkheid van de vreemdelingenbewaring, onder verwijzing naar Amnesty. Die mensenrechtenorganisatie hanteert die criteria als voorwaarden voor opsluiting, maar verzuimt overigens om de vreemdelingendetentie op zich aan de kaak te stellen. De fractie vroeg zich af of alles wel volgens het Europese recht was gegaan en waarom de uitspraak van de rechter in de eerder genoemde zaak van Jip en Janneke niet als leidraad werd gebruikt voor het handelen van politie, Justitie en IND. Keurig geformuleerde vragen die er niet in kunnen slagen om de minder prettige realiteit boven water te krijgen. Een realiteit waarbij het er politie en Justitie alles aan gelegen is om protesten als die van 5 juli de kop in te drukken. Het tij zit maatschappelijk en politiek gezien mee voor een dergelijke aanpak. De staat ruikt haar kans om de kleiner geworden groep met fundamentele kritiek op de huidige maatschappelijke orde stevig aan te pakken. De aversie van deze groep tegen de identificatieplicht komt politie en Justitie eigenlijk goed van pas, zeker zolang als het maatschappelijk protest tegen deze praktijk beperkt blijft.
Rechtszaak
Er was ook kritiek op het politieoptreden na de arrestaties: mensen die herkend waren werden toch (in één geval 10 dagen) in vreemdelingendetentie gezet. Anderen werden verhoord zonder dat er een advocaat bij was, of moesten twee dagen wachten op een arts na mishandeling door de politie. In het laatste geval kreeg de arrestant de eerste 26 uur na het ziekenhuisbezoek niets te eten. Een van de overgebleven arrestanten was met geweld gedwongen tot het afgeven van vingerafdrukken en liep daarbij letsel op.5 De uitspraak van de rechter was echter negatief voor de actievoerders. In flagrante tegenspraak met de eerdere uitspraak uit 2007 besliste de rechter dat de vreemdelingendetentie terecht was opgelegd. Omdat de arrestanten niet mee wilden werken aan identificatie, mocht worden aangenomen dat ze illegaal waren en hun uitzetting wilden belemmeren. De uitspraak laat vooral zien hoe gemakkelijk ‘het recht’ zich laat ombuigen door de nieuwe extreem-rechtse politieke realiteit. De zaak was daarmee echter nog niet afgedaan: de overgebleven gedetineerden - aangeduid met NN 1153 en NN 1050 - hadden een bezwaar ingediend tegen het “terugkeerbesluit” (de basis van hun opsluiting in vreemdelingendetentie) van 6 juli, en beroep aangetekend tegen het voortduren van hun detentie. Hangende de behandeling van het bezwaarschrift hadden ze bij de voorzieningenrechter een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. In het geval van NN 1153 had de IND verzuimd een verweerschrift en benodigde stukken in te sturen en daarmee het bestuursrecht geschonden. In het terugkeerbesluit van NN 1050 hadden de overijverige beroepsuitzetters onmiddellijke deportatie gelast. Volgens de Europese Terugkeerrichtlijn geldt echter een reguliere termijn van 7 tot 30 dagen, waarin iemand de gelegenheid gegeven moet worden ‘vrijwillig’ het land te verlaten. In beide gevallen werd het terugkeerbesluit daarom geschorst tot de beslissing op het bezwaar, en moest de overheid de proceskosten en een schadevergoeding betalen. Op 30 augustus besliste de rechtbank op het beroep tegen het voortduren van de detentie dat die vanaf de uitspraak van de voorzieningenrechter (op 25 augustus) onrechtmatig was geworden: er was immers geen geldig terugkeerbesluit meer. Ook in dit geval werd de minister van Asiel en Immigratie veroordeeld tot het betalen van de proceskosten en een schadevergoeding. Het doet helaas niets af aan het feit dat het zo in Nederland nauwelijks meer mogelijk is om als arrestant anoniem te blijven, en dat gearresteerde activisten die dat toch proberen een lange periode van vreemdelingendetentie boven het hoofd hangt. Tegen het vonnis van de rechtbank van 25 juli is inmiddels hoger beroep bij de Raad van State ingesteld. Bij een negatieve uitslag daarvan zal de zaak volgens advocate Corrien Ullersma voor het Europees Hof gebracht worden. Naast deze juridische weg is ook maatschappelijk verzet tegen de controledwang van de staat en vreemdelingendetentie harder nodig dan ooit, of die detentie nu wordt toegepast op anonieme gearresteerde actievoerders of illegaal verklaarden. Jacob Visser
Op 18 juli werd het beroep behandeld van de toen nog vastzittende mensen, en anderen die aanvankelijk in vreemdelingendetentie waren gezet. Tijdens dit beroep kwamen de activisten zelf ook aan het woord. Ze uitten daarbij kritiek op het harde beleid richting vluchtelingen en migranten, en duidden de vreemdelingendetentie op zichzelf aan als een vorm van mishandeling. Ze verklaarden zich solidair met de “zogenaamde illegalen”, die het juk van vreemdelingendetentie als geen ander kennen en voor wie de perspectieven vaak totaal uitzichtloos zijn: gevangen zitten, opgejaagd en uitgezet worden. De demonstratie op 5 juli karakteriseerden ze als vreedzaam, het politieoptreden als gewelddadig. De arrestaties werden “politiek” genoemd, een terechte aanduiding omdat uit het optreden tegen de actievoerders wel blijkt hoe ver de overheid bereid is te gaan om radicale tegengeluiden de kop in te drukken.
doorbraak.eu
Noten 1. “Chronologisch overzicht actievoerders in vreemdelingendetentie vanaf 2002”, Stichting Meldpunt Misbruik ID-plicht, www.vrijbit.nl. 2. “Politie-nalatigheid kost mensenlevens”, www.indymedia.nl, en: “De essentie van het opsluiten van actievoerders in vreemdelingendetentie”, www.vrijbit.nl. 3. “Rechtzaak activisten in vreemdelingendetentie”, Werkgroep Stop Deportaties, www.indymedia.nl. 4. “Politie past vreemdelingendetentie toe op anonieme arrestanten Schijnheilig”, www.schijnheilig.org. 5. “Belangrijk voor rechtzaak 5 juli arresto’s van maandag a.s.”, Arrestanten Groep Amsterdam, www.indymedia.nl.
:Wat schrijft rechts?In de obscure blaadjes van extreem- en populistisch rechts komt hun ware aard naar boven. Haat tegen niet-westerse migranten en Joden voert de boventoon. Daarbij geven de publicaties een aardig kijkje in het verknipte leven van menig bruinhemd: onderlinge ruzies zijn aan de orde van de dag.
In het tijdschrift Schreeuw om Leven van de gelijknamige christen fundamentalistische organisatie is te lezen dat de Verenigde Naties (VN) “afstevent op een confrontatie” met de Heere God. Wat heeft de VN de Heere God nu weer aangedaan, zal menig lezer denken? Nou, in september heeft de Palestijnse president Abbas de VN gevraagd om volwaardig lid te mogen worden en daarmee de Palestijnse staat te erkennen. Een meerderheid van de lidstaten van de VN lijkt het verzoek van Abbas te willen steunen, dit tot grote teleurstelling van Schreeuw om Leven. Volgens hen druist het ontstaan van een Palestijnse staat namelijk in tegen de bijbel en “Gods Woord hoort nu eenmaal onze richtlijn te zijn”. Zo idioot is het verzoek van Abbas overigens ook weer niet. De kans dat de Heere Jezus op de aardkloot terugkeert is namelijk groter dan dat de huidige rechtse Israëlische regering de bezette Palestijnse gebieden vrijwillig opgeeft. Maar dat terzijde. Verder zijn volgens Schreeuw om Leven “onze huizen bordelen geworden”. Zo “staat in onze huizen de tv ook vaak aan voor programma’s die God niet welgevallig zijn”, oftewel: er wordt volgens de doorgeslagen christengekkies een hoop goddeloze rotzooi via de beeldbuis over ons uitgestort. Nu is het natuurlijk een feit dat het merendeel van de televisieprogramma’s, zeker die van de commerciële omroepen, bijdraagt aan de voortgaande debilisering van de maatschappij, maar de kritiek van Schreeuw om Leven komt toch echt uit een heel andere hoek. Ook zouden volgens Schreeuw om Leven “de oren en harten” van jongeren “kapotgaan door de satanische muziek van de hedendaagse pop-idolen”. Volgens weer andere christengekkies is zelfs het welbekende nummer “Oma’s aan top” van de weergaloze meidenband K-3 satanisch. Als je dat nummer achterstevoren draait, zou namelijk ergens de zinsnede “godverdomme leuk” te horen zijn. Ik heb uit mijn eigen platencollectie dat nummer weliswaar een aantal keer achterstevoren gedraaid, maar de satanische zinsnede helaas nog niet kunnen ontdekken.
NVU-kringleider Gerard Bruins (rechts) op een NVUdemonstratie. Klap eens in je handjes, blij, blij, blij. Op je kale bolletje, allebei.
In Wij Europa van de Nederlandse Volks Unie (NVU) wordt de PVV weggezet als “een multi-etnische partij” die helemaal niet tegen “vreemdelingen” is. Wablief!? Hebben we iets gemist? De NVU trapt tegen haar politieke concurrent aan, omdat bijvoorbeeld het PVVKamerlid Raymond de Roon getrouwd is met een Costaricaanse vrouw. Barry Madlener zou het bed delen met een Kroatische dame. En Geert Wilders doet het met een Hongaarse vrouw die óók nog eens joods zou zijn! Het moet toch niet gekker worden! De NVU heeft ook een hekel aan Wilders omdat diens opa na de Tweede Wereldoorlog leiding gegeven zou hebben aan een interneringskamp voor collaborateurs, NSB-ers en Nederlandse SS-ers, zeg maar de natuurlijke bondgenoten van de NVU. Verderop in het blad onthult NVU-kringleider Gerard Bruins dat hij niet blij is met zijn achterban. Veel nazi’s zijn volgens hem “kroegnationalisten” die niet verder komen dan zuipen, lallen en brallen. En als er een NVU-demonstratie is, dan moet “het gemiddelde NVU-lid” opeens “boodschappen doen, de hond uitlaten of met de kinderen naar het park”. De frustratie druipt van de woorden van Bruins af, en dat voor iemand die nog niet zo heel lang actief is. Wordt Bruins uiteindelijk de zoveelste teleurgestelde NVU-afhaker?
In het weekblad Elsevier houdt de rechtse publicist Leon de Winter een tirade tegen de vermeende “multiculturalisten”. De “multiculturalisten”, waaronder hij ook doodleuk dagbladen als Trouw en De Volkskrant rekent, zouden na de slachtpartij van Anders Breivik “in de aanval” zijn gegaan om Wilders de schuld in de schoenen te schuiven en om “het islamdebat te smoren”. Ten onrechte, meent De Winter, want Wilders zou slechts uit zijn op “een vreedzame politieke confrontatie”, even daargelaten natuurlijk dat Wilders tientallen miljoenen moslims uit Europa wil deporteren, moskeeën en de koran wil verbieden en knieschoten wil uitdelen. Maar een kniesoor die daar een punt van maakt. Volgens De Winter is Breivik slechts “een psychopaat” zonder enige politieke context. Breivik ontdoet volgens hem zijn medemens van zijn menselijkheid, reduceert hen tot object en heeft geen empathie en geweten. Maar als Breivik “een psychopaat” is, moet dan hetzelfde niet gezegd worden over Wilders? Ook Wilders ontdoet zijn medemens immers van zijn menselijkheid en reduceert hem tot object. En op enige empathie en een geweten is Wilders ook nog nooit betrapt. Maar zonder dollen, Breivik is natuurlijk net zomin als Wilders een psychopaat. Beiden zijn gewiekste extreem-rechtsen die streven naar een nagenoeg blank Europa van vreemde smetten vrij. De typende nageboorten van het Oud Strijders Legioen (OSL) zijn een samenwerking aangegaan met de rabiaat rechtse website Artikel7. nu. Op een sectie van die website staan sinds kort ook artikelen van het OSL. Artikel7 geniet vooral bekendheid om zijn reaguurders die menen dat iedereen dood moet met wie ze het niet eens zijn. Zo moest Thomas von der Dunk de kogel krijgen, Femke Halsema’s strot met een roestig broodmes doorgezaagd worden, Mohamed Rabbae met 5 liter benzine in brand gestoken worden, en linkse mensen in het algemeen op de Waalsdorpervlakte als ratten afgeschoten worden. Kortom, de wapenbroeders van het OSL voelen zich bij Artikel7 wel op hun plek. Een OSL-bijdrage komt van Mat Herben, de voormalige slippendrager van Pim Fortuyn, de Goddelijke Kale die naar verluidt aan seks met Marokkaanse minderjarigen deed. Volgens Herben ontstaat radicalisering op het moment “dat burgers de mond wordt gesnoerd door politieke correctheid”. Zodoende had “de moordenaar Breivik geen andere uitlaatklep” dan het plegen van een aanslag. Kortom, de aanslag van Breivik is volgens Herben eigenlijk gewoon de schuld van de Linkse Kerk! Nog even, en de gaskamers worden ook op het conto van links geschreven. O, wacht even, ook dat is al gebeurd, want had PVV-wannabe-ideoloog Martin Bosma niet de breinscheet dat de nazi’s eigenlijk socialisten waren? Wat is extreem-rechtse politiek bedrijven toch eigenlijk makkelijk! In het blad Geheugen en Gedachte van de heidense Werkgroep Hagal staat een verslag van de viering van “een Germaans Lentegebruik” in een of andere Belgische gemeente. Daarbij kwamen zo’n 200 heidenen bij elkaar om stil te staan bij “de terugkeer van het licht”. Er werden 6 stropoppen in de fik gezet om “de vruchtbaarheid aan het land terug te schenken”. Bij iedere pop werd door de menigte steeds “uit volle borst” een lied meegezongen. Ook werd er een zevende, grotere, pop in de hens gezet om zo “finaal het leven aan te wakkeren”. Een fikkie steken. Dat kunnen ze wel bij extreem-rechts. De ene keer een pop van stro, de andere keer een kruis of een moskee. Wat maakt het ook uit, als het maar brandt. Verder maakt Hagal melding van “verbroedering” tussen henzelf en de Mechelse “midwinterbond Hnikar”. Gezamenlijk maakte men een voorjaarswandeling in Mechelen en werd er stilgestaan bij “de voorchristelijke wortels” van de stad. Men ging ook nog naar “een bruin volkscafé”. Zie je wel, het zijn gewoon bruinhemden. Case closed.
Collage: Ka van Haasteren
In de nieuwsbrief van Voorpost wordt volop reclame gemaakt voor de zogenoemde Prinsenvlag die men al tijden verkoopt. Dat is het oranje-witte-blauwe vod waarmee in lang vervlogen tijden een paar watergeuzen ten strijde trokken tegen de Spaanse bezetters. Na enige tijd werd de kleur oranje veranderd in rood. Lange tijd werd er niets meer van de Prinsenvlag vernomen, totdat de fascistische NSB in de jaren 30 van de vorige eeuw het ding van zolder haalde en het tot partijvlag bombardeerde. Sinds die tijd is de vlag besmet. Maar voor de partij van de Hochblonde ÜberCalimero Geert Wilders is niets te gek. De brievenbuspissers, dronkenlappen en geweldplegers van de PVV hingen de vlag doodleuk in hun fractiekamers, totdat er de nodige ophef over ontstond. Voorpost poogde nog een demonstratie op het Binnenhof van de grond te krijgen om daar met die Prinsenvlaggen te gaan zwaaien, maar die werd verboden door de gemeente Den Haag. De hamvraag blijft nog steeds hoe de PVV aan al die vlaggen kwam. Zijn die ooit gekocht van een extreem-rechtse organisatie, zoals Voorpost, of had het brievenbuspissende PVV-Kamerlid Eric Lucassen zo vaak over een lading Nederlandse vlaggen heen staan zeiken dat de rode kleur vervaagde naar oranje? Joost mag het weten.
9> Gerrit de Wit
doorbraak.eu
nummer 12 > oktober 2011
Over (het recht op) economische groei
E
Deze negende bijdrage aan de discussie over kapitalisme, crisis en verzet komt van Gonnus Doeven.
Foto: Gregor Eglitz
conomische groei betekent dat er elk jaar meer geproduceerd wordt dan het jaar ervoor. Groei wordt gemeten met het bruto nationaal product (bnp). De nadruk ligt hierbij dus op de productie. Die kan op drie manieren1 stijgen: 1. Meer mensen gaan betaald werken. 2. Er wordt meer geproduceerd per persoon (bijvoorbeeld door automatisering). 3. Mensen gaan langer werken (bijvoorbeeld vrouwen, en nu ook de ouderen die meer uren moeten gaan maken of langer door moeten werken, het vitaliteitspakket zit er aan te komen). Het nut van economische groei is dat jij en ik het een beetje beter kunnen krijgen. Het loon kan wat omhoog en de overheid kan tegemoetkomen aan het groeiende beroep op de overheid zonder de belastingen (fors) te hoeven verhogen. Economische groei houdt de burger tevreden. Het is vooral de overheid die economische groei probeert te stimuleren, in de hoop op zoveel mogelijk werkgelegenheid. Tegelijkertijd probeert het bedrijfsleven de werkgelegenheid te verminderen, vanwege de loonkosten. Cruciaal is echter de verkoop. Als wij niet kopen wat er geproduceerd wordt, dan hebben de overheid en de bedrijven een stuk minder inkomsten dan ze hoopten, en door de (te) hoge, nu onverkoopbare, productie lijden bedrijven al snel verlies. En dan vallen er ontslagen en moet de overheid bezuinigen, en dan worden we ontevreden. De overheid en de bedrijven zouden de klant het liefst willen verplichten om een bepaald percentage van zijn inkomen te besteden aan consumptie.
Verzadigde markt.
Foto: Gregor Eglitz
Eigen belang
cus sie>
Crisis: de handel ligt stil.
Nog steeds verkeert de arbeider in ellendige omstandigheden. Het gaat echter niet om dezelfde arbeiders van toen. Die behoren inmiddels zelf tot de groep koopkrachtige mensen. De goedkope arbeider wordt nu elders gezocht en gevonden. Er zijn ook arbeiders die bereid zijn om voor weinig geld te werken, en daarvoor naar Nederland komen. Dan geldt de vrije markt ineens niet meer, en wordt er keihard geroepen om maatregelen.
Verzadigde markt en crisis Het kapitalisme kent een belangrijke bedreiging vanuit zichzelf, en deze bedreiging heeft zich al een paar keer bijna waargemaakt: dat de handel stil komt te liggen, de crisis.2 Die bedreiging heeft te maken met twee aspecten: vertrouwen en luxe. Zolang de consument het vertrouwen heeft dat de handel en de economie goed blijven gaan, dat hij voorlopig voldoende inkomen heeft, is hij best bereid, gretig zelfs, om de voor hem geproduceerde luxe te kopen. Maar als dit vertrouwen om wat voor reden dan ook kleiner wordt of verdwijnt, dan gaat de consument bezuinigen of sparen en geeft hij minder uit. De mogelijkheden om minder te consumeren zijn groot. Vliegvakanties, ipads, breedbeeld-tv’s, tuinfornuizen, blue-rays, enzovoorts: de consument heeft ze niet echt nodig, en hij kan vrij gemakkelijk besluiten om ze niet te kopen. Juist omdat hij steeds meer gebaseerd is op luxe, is onze handel buitengewoon kwetsbaar.
In die tijd vonden veel uitvindingen plaats met allerlei mogelijkheden. Die werden niet volop benut door de strenge regels van het gildesysteem. Men vermoedde dat als het nastreven van het eigen belang voorop kwam te staan, die uitvindingen meer toegepast zouden worden. Maar men was tegelijk benauwd om de regels los te laten vanwege bovengenoemde vragen.
Wat gebeurde er nu in de jaren 30, bij de eerste grote en wereldwijde crisis? Heel in het kort: de handel (verkoop) kwam stil te liggen. De groep mensen die koopkracht hadden, hadden inmiddels wel genoeg spullen. De vraag kon het aanbod niet bijhouden. Dat is het probleem van de verzadigde (koopkrachtige) markt. Daarnaast had een grote groep mensen goederen gekocht met geleend geld. De banken waren reuze onvoorzichtig geweest met het verlenen van krediet. Toen al.
Aan deze discussie nam ook Adam Smith (1723-1790) deel. Die zei: laat de regels maar los, laat de markt maar vrij, want je zult zien: het regelt zich vanzelf. Door marktmechanismen wordt precies datgene geproduceerd waar behoefte aan is, in de juiste hoeveelheden en voor de juiste prijs. Hij had het over “een onzichtbare hand”. Doordat mensen hun eigen belang - privéwinst gaan nastreven, zullen ze precies het goede doen. Iemand zal er uit eigen belang voor kiezen om niet de eenentwintigste bakker te worden, want dan verkoopt hij zijn brood niet. Hij zal beslissen om de tweede smid te worden. De theorie van Smith heeft zich nooit kunnen bewijzen. De ontwikkelingen gingen te snel. Smith heeft, zo lijkt me, dat nooit kunnen voorzien. Begin negentiende eeuw, zeg maar 15 jaar na zijn dood, was er al sprake van de eerste massaproductie.
Winst
nummer 12 > oktober 2011
Het was (en is) voor de werkgevers helemaal niet zo erg dat arbeiders langzamerhand loonstijgingen afdwongen, want daarmee verwierven ze ook koopkracht, wat voor de producent zo enorm belangrijk was (en is) om de geproduceerde goederen te kunnen verkopen. Loonstijgingen gaan weliswaar op korte termijn ten koste van de winst van de producent, maar op de wat langere duur zorgt het wel voor het voortbestaan van de producent en op termijn ook voor groeiende winsten. Eisen voor hoger loon zijn bepaald niet tegen het belang van het kapitalisme.
Toen de overgang plaatsvond van het gilde- en het feodale systeem naar het kapitalisme in de tweede helft van de achttiende eeuw stonden (tot mijn verrassing) een paar vragen centraal.2 Men vroeg zich af: als mensen vrij hun eigen belang mogen nastreven, hoe 1. zorgen we er dan voor dat er niet teveel van het een wordt geproduceerd en te weinig van het andere, hoe voorkomen we bijvoorbeeld het gevaar van pakweg 20 bakkers en maar 1 smid, en 2. hoe voorkomen we uitbuiting? Met uitbuiting werd gedoeld op de uitbuiting van de klant. Hoe wordt ervoor gezorgd dat er geen te hoge prijs aan hem wordt gevraagd?
Nadat het najagen van het eigen belang en privéwinst werd geaccepteerd, werd het voor een groeiende groep mensen aantrekkelijk om risico’s met hun geld te nemen, in de hoop dat het hen winst zou opleveren. Men kan winst realiseren door óf een zo groot mogelijk verschil te bereiken tussen de kostprijs en de verkoopprijs, óf door zoveel mogelijk producten te verkopen, een zo groot mogelijke afzet dus. Beide gebeurden.
<10
nemen. Bovendien groeide de koopkracht bij een steeds grotere groep mensen. Tergend langzaam weliswaar, maar toch.
Omdat de verkoopprijs niet te hoog kon worden - want dan werd het product niet verkocht -, moest de kostprijs laag blijven, liefst zo laag mogelijk. Dus moesten de arbeid en de grondstoffen zo goedkoop mogelijk zijn. Er ontstond daardoor een niet door Smith voorzien probleem. De uitbuiting vond niet plaats bij de klant, maar bij de arbeider. Aan goedkope grondstoffen kwam men door het koloniseren van andere werelddelen. Tegelijkertijd ging men zoveel als mogelijk was produceren. Dat was al snel heel veel, dankzij technische ontwikkelingen. De afzet van de grote hoeveelheid productie was redelijk lange tijd geen enorm probleem. De behoeften van de koopkrachtige klanten waren groot genoeg om de geproduceerde goederen af te
doorbraak.eu
Economische groei heeft continu vernieuwing nodig, opdat de (koopkrachtige) klant bereid blijft om te kopen. Het is continu nodig om dat wat goed is te vervangen door nog iets beters, of mooiers, of milieuvriendelijkers. Ondernemers als Henk Keilman3 en hoogleraren als Willem Vermeend4 willen liefst de samenleving helemaal opnieuw inrichten met milieuvriendelijke spullen. Wat een economische groei! Bedrijven krijgen vaak miljoenen aan subsidies om hun producten te vernieuwen, de speur- en ontwikkelingssubsidie via Senter Novem. Na het rapport van de Club van Rome uit 1973 gold het milieu als een belangrijk argument om grenzen aan de groei te stellen. Tegenwoordig zijn er tal van glossy’s die beweren dat we niets aan welvaart hoeven in te leveren en toch milieuvriendelijk kunnen leven.
Banken Bij banken en andere financiële instellingen werkt het eigenlijk niet veel anders met de afzetproblemen. Het aanbod van geld is met grote regelmaat groter dan de vraag naar geld. Maar dat geld bij de banken moet renderen. En dus worden er aan de lopende band onverantwoorde risico’s genomen om het geld weg te kunnen zetten, om daarmee zo lang mogelijk winst te maken, telkens net zolang tot de boel uit elkaar spat. Het boek “Erger dan liefde”5 van Roel Jansen gaat niet over liefde, maar over iets nog ergers: de financiële markt. Jansen beschrijft de geschiedenis van de ene na de andere crisis, waarbij steeds bewust de risico’s werden genegeerd. Men leert geen lessen van de crisissen, maar nieuwe trucjes. De hypotheekcrisis in 2008 in de VS en het verkopen van deze schulden in kleine pakketjes was alleen maar het volgende trucje in deze lange reeks. Geld werd uitgezet tegen een lage rente bij mensen die het zich eigenlijk niet konden permitteren: sub-prime hypotheken. En zodra de rente steeg, kwamen er grote problemen.
En nu is er een schuldencrisis binnen Europa zelf. Heel veel geld is er uitgeleend aan landen als Griekenland en Portugal. Niet alleen door banken, maar ook door pensioenfondsen en verzekeraars, instellingen die bulken van de miljarden. Ook hun geld moet renderen. Gelukkig waren die landen bereid om leningen aan te gaan, om zich in de schulden te steken, zodat wij met het rendement onze pensioenen konden uitbetalen zonder al te hoge premies te hoeven af te dragen.
Goede bedoelingen Veel goede bedoelingen - denk ik - van met name de overheid en het bedrijfsleven, maar ook sommige ngo’s, gunnen iedereen op de wereld eenzelfde welvaart als de onze. Ik denk dan aan het Schoklandakkoord, de millenniumdoelen, de klimaatconferenties, de campagnes HIER en EEN. (Je zal niet de enige zijn als je deze campagnes niet kent, maar het zijn enorme samenwerkingsverbanden van organisaties, die ongetwijfeld veel geld krijgen. Zoek ze maar eens op het internet.) Het zijn de gemeenste goede bedoelingen. Want pakweg 20 procent van de wereldbevolking verbruikt pakweg 80 procent van de grondstoffen en beschikt over ongeveer 75 procent van het vermogen.6 Met een welvaart als de onze is er dus domweg niet genoeg voor iedereen. Deze getallen zijn echt niet onbekend. Ze worden bewust genegeerd, want o jee, we willen het best goed bedoelen, maar eerlijk delen is er niet bij, en al helemaal niet in een hoog tempo. Het kapitalisme - het najagen van eigen belang, van winst heeft veel, te veel, nadelen. De vragen die gesteld werden bij de overgang naar het kapitalisme zijn akelig terecht gebleken. Er is veel te veel van het een - luxe - geproduceerd, en veel te weinig van het ander - basisbenodigdheden. Het kapitalisme is van begin af aan niet in staat gebleken om de welvaart wereldwijd te spreiden, om iedereen van een voldoende bestaansniveau te voorzien. Niet tussen landen onderling, en niet binnen landen zelf. Ook in rijke, geïndustrialiseerde landen zijn er grote groepen mensen die moeite hebben om rond te komen. Ook in Nederland.
Misdaden tegen de menselijkheid Niet alleen tijdens oorlogen vinden misdaden tegen de menselijkheid plaats. De misdaden tegen de menselijkheid die wij begaan hebben (en nog steeds begaan!) voor het verkrijgen en behouden van onze welvaart zijn eveneens talrijk. Om er maar een paar te noemen: c Engeland kon de industriële revolutie grotendeels bekostigen dankzij de opbrengsten van de slavernij. c Door deze industrialisatie was er een grote en snel groeiende behoefte aan grondstoffen, die goedkoop uit Afrika werden gehaald door dit werelddeel zich bijna geheel toe te eigenen via kolonisatie. c Zowel bij de kolonisatie als bij de dekolonisatie - pas na de Tweede Wereldoorlog! - is met regelmaat keihard opgetreden. c Nederland heeft zijn welvaart vanaf de negentiende eeuw vooral gefinancierd met het zwaar onderdrukkende cultuurstelsel in Indonesië. c Vluchtelingen en migranten laten samenklitten op het Italiaanse eiland Lampedusa, omdat we ze de toegang weigeren tot onze welvaart. En nog steeds: ook de huidige situatie, waarbij 2 miljard mensen in grote armoede leven en waarvan 800 miljoen mensen structureel honger lijden, is een misdaad tegen de menselijkheid omdat er wereldwijd voldoende voedsel wordt geproduceerd om iedereen dagelijks ruim te voeden, en omdat we niet in staat willen zijn en feitelijk weigeren om daar verandering in te brengen. Het moet een keer tot mensen doordringen dat het zo niet langer kan! Vasthouden aan kapitalisme en doen alsof economische groei voor iedereen het beste is, terwijl nu al 250 jaar lang het tegendeel blijkt, is een net zo onmenselijke praktijk als bijvoorbeeld slavernij en kolonisatie. Wat nu? Hoe veranderen we deze economische orde? Er is in het verleden al zoveel gezegd, geschreven en gedaan dat ik niet weet wat er nog aan toe te voegen valt. Desalniettemin, zolang er niet geluisterd wordt, moet het steeds opnieuw gezegd, geschreven en gedaan worden. Om de huidige economische orde te laten functioneren wordt er aan gewerkt en over nagedacht door duizenden en duizenden mensen, en dan nog lukt het niet goed, en soms totaal niet, zoals nu. We hoeven niet van onszelf te eisen dat we als kleine organisatie of zelfs als linkse beweging een totaal andere werkbare visie neerzetten.
vooral de geïndustrialiseerde landen af. Of neem “De winst van een democratische economie”,8 een boek met uitleg en een aantal voorbeelden, met als mooiste een voorbeeld uit Baskenland. Aktie Strohalm heeft ook boeken gepubliceerd over het anders aansturen van de economie, bijvoorbeeld “Het gelijk van het genoeg”,9 en het boek “Greep op groei”10 waarop ze zelf een aantal economen hebben laten reageren in de hoop dat de discussie verder zou gaan. Helaas is dat niet gebeurd. Het concept van de “mondiale voetafdruk” is ook een mooi uitgangspunt, zie onder andere bij de organisatie De Kleine Aarde. Er is ook een groep mensen bezig, ook al genoemd door Klasse! in hun reactie in deze discussie, met de verklaring van Tilburg. Ook die groep wil zo snel mogelijk naar een andere economische orde.11 En er zijn ook goede voorbeelden geweest in Zuid-Amerika en Afrika, bijvoorbeeld onder Nyerere. Persoonlijk weet ik hier niet heel veel van, maar wellicht kunnen anderen me aanvullen. Voor mij ligt in ieder geval één ding vast: er moet gedeeld worden. Er zijn twee soorten rijkdommen, en beide moeten herverdeeld worden: geld en vermogen, en producten. Geld kunnen we vooral halen bij de rijken: hoe rijker, hoe meer. Als ze dit vervelend vinden, dan hadden ze maar niet zo rijk moeten worden. Producten zijn verspreid over een grotere groep klanten - want wat moet een rijke met 20 tv’s en 10 badkamers? - en moeten dus gehaald worden bij de grote middenklasse. Dat kan bijvoorbeeld door te zorgen dat de middenklasse er niet op achteruit gaat in inkomen, zodat ze de duurder wordende producten nog wel kunnen betalen. Die producten worden duurder omdat er meer betaald gaat worden voor de grondstoffen en de arbeid. Dan kunnen de mensen die daarvan leven ook meer verdienen en ook eens wat kopen, een toilet of zo. En winst is voor een deel overbodig vermogen. Winst wordt bijvoorbeeld uitgekeerd aan de aandeelhouders, of hij wordt gebruikt voor overnames van bedrijven om sterker te staan. Als een goedlopend bedrijf wordt overgenomen, wordt er geen enkele nuttige waarde toegevoegd. Er moet een enorme bereidheid ontstaan om minder welvarend te willen en moeten zijn. Ik zat laatst heerlijk te fantaseren over een gigantische informatieaanval, met overal grote en kleine informatiebommetjes. Krijgen de mensen wat terug voor dat inleveren? Nou, eerst maar eens niets, eerst maar eens uit rechtvaardigheid, want eerlijk zullen we alles delen. Toch? Dat is overigens een citaat van Jan Peter Balkenende. De rijken hebben zich de afgelopen jaren - en eeuwen - veel te veel toegeëigend waar ze geen recht op hadden en hebben, dus dat geven ze - we eerst maar eens terug. Daarnaast is het - als we van economische groei afzien - op termijn heel goed mogelijk dat mensen op een gegeven moment met minder uren werk hetzelfde inkomen kunnen behouden. Dat we in plaats van afwachten of we met de pensioensleeftijd nog fit genoeg zijn, de vrije tijd naar voren halen, door bijvoorbeeld in plaats van 40 maar 20 uur per week te gaan werken. Dat is toch wel een aanlokkelijke gedachte, lijkt me. Wie krijgen we zover? Daar heb ik nog nauwelijks over nagedacht. Doorbraak wil vooral van onderop het kapitalisme ten val brengen. Of ik dat ook vind? Maar naar wie we ons ook richten: het verhaal dat we brengen, moet zo zorgvuldig mogelijk zijn beredeneerd, bijvoorbeeld bij het maken van flyers. Dat kost tijd, en die tijd moeten we nemen. Gonnus Doeven Noten 1. “Moet groei?”, Frank Mulder en Freek Koster, 2008. 2. “De ontwikkeling van de economische samenleving”, Robert L. Heilbronner, 1977. 3. “Crisis? Hoezo crisis?”, Henk Keilman, 2009. 4. “De WIJ economie”, Willem Vermeend, 2009. 5. “Erger dan liefde”, Roel Janssen, 1993. 6. www.werelddelen.nl. 7. “Naar een rechtvaardiger internationale orde”, o.l.v. Jan Tinbergen, 1976. 8. “De winst van een democratische economie”, Bas de Gaay-Fortman en Henk Thomas, 1976. 9. “Het gelijk van het genoeg”, Henk van Arkel, 1992. 10. “Greep op groei”, Frank Biesboer (red.), 1993. 11. www.economischegroei.net.
Er zijn in het verleden goede aanzetten geleverd, tot en met uitgewerkte plannen. Die kunnen we best een nieuw leven inblazen. Neem het Rapport Tinbergen van de VN uit begin jaren 70.7 Dat werd toen ondersteund door pakweg 200 landen, bijna alle toen bestaande landen dus. Toen de oliecrisis kwam, haakten
doorbraak.eu
~Blogs+
Een selectie uit de bijna 100 nieuwe artikelen, blogs, aankondigingen, verslagen en cartoons die op doorbraak.eu zijn verschenen sinds het vorige nummer van deze krant.
Turkse fascisten gaan feestvieren in Arnhem ( 1 juni, Taylan Devrim) Zo zijn er hier tientallen Grijze Wolven-organisaties die zich Turks Cultureel Centrum noemen, of die actief zijn in een moskee. De groei van extreem-rechts is deels veroorzaakt door de zwakte van links, maar deels ook door de steun van de Turkse staat. Maar de belangrijkste reden waarom de Grijze Wolven zich hier zo makkelijk hebben kunnen organiseren, is het gebrek aan weerstand van de Nederlandse samenleving, van de gevestigde politiek en de anti-fascistische beweging.
Studenten dagvaarden acht universiteiten (13 september, Shirley de Vet) Eerder al werd bekend dat ruim 100 duizend studenten zich in de schulden storten om zo hun studie te kunnen betalen. Dat aantal is een verdubbeling ten opzichte van 2003. Ook het schuldbedrag is flink gestegen tot meer dan 12 duizend euro. Met deze kabinetsplannen zal dat aantal en dat bedrag alleen maar verder oplopen.
PVV breekt steevast met eigen beloften (13 september, Gerrit de Wit) De PVV, in casu vrouwenmepper Dion Graus, zegt altijd te ijveren voor dierenrechten. De afgelopen vijf jaar zijn al bijna 1 miljoen dieren omgekomen bij stalbranden. Maar toch stemde de PVV onlangs tegen een motie voor betere brandveiligheidsvoorschriften voor veestallen.
Alleen verblijfsrecht biedt jonge vluchtelingen perspectief (15 september, André Robben) Projecten als “Perspectief” blijken uitstekend aan te sluiten bij beleid dat erop is gericht om de migratie te beheersen, migranten en vluchtelingen te controleren en te disciplineren, en mensen zonder verblijfsrecht op te jagen en het land uit te gooien.
Geen eerbetoon voor van zijn voetstuk gevallen Coen! (21 september, Harry Westerink) De initiatiefnemers van een petitie tegen terugplaatsing van het beeld van Jan Pieterszoon Coen op zijn sokkel worden met de dood bedreigd. Wie kritiek heeft op het vereren van het Nederlandse kolonialisme, kan rekenen op een vloedgolf van rechts-populistische agressie.
11>
nummer 12 > oktober 2011
Vergeet de klassenstrijd niet
D
In deze alweer tiende bijdrage aan de discussie over kapitalisme, crisis en verzet reageert Eric Krebbers op Gonnus Doeven.
Foto: Gregor Eglitz
Foto: Gregor Eglitz
oeven heeft de draad van de discussie op een productieve manier weer opgepakt: met een ‘groot verhaal’ over de geschiedenis van het kapitalisme en het ontstaan van crisissen. Met een ‘groot verhaal’ doel ik natuurlijk niet op de lengte, maar op de interne ideologische logica en samenhang ervan. Grote verhalen zijn helaas uit de mode sinds de val van de Berlijnse Muur en de opkomst van het postmodernisme. Ik denk dat analyses en beschrijvingen van het kapitalisme aan een stuk of zes wezenlijke voorwaarden moeten voldoen, willen ze radicaal-links echt iets te bieden hebben. 1. Ze moeten historisch en dynamisch van aard zijn, iets zeggen over het ontstaan van het systeem, en allerlei latere ontwikkelingen belichten en verklaren. 2. Daarnaast is een brede anti-koloniale kijk onontbeerlijk, met een beschrijving van de wereldwijde scheve verdeling van macht, productie, grondstoffengebruik, inkomen en vermogen. 3. Ook moet er verder gekeken worden dan alleen naar loonarbeid. Duidelijk moet zijn dat het kapitalisme altijd heeft gesteund op een stevige ondergrond van onbetaalde reproductieve en subsistentie-arbeid - vaak door vrouwen verricht - en dat ook slavernij vanaf het allereerste begin onlosmakelijk met het systeem verbonden is. 4. Verder dienen bij iedere analyse van het kapitalisme nadrukkelijk de vervlechtingen met de patriarchale en racistische machtsverhoudingen aangegeven te worden. 5. Ook mag niet vergeten worden dat migratie het kapitalisme mogelijk gemaakt heeft en nog steeds maakt, vanaf de allereerste boeren die van hun land naar de stad werden gejaagd om in fabrieken te werken, tot de illegalen die vandaag de dag opgejaagd worden in zowat heel de geïndustrialiseerde wereld. 6. En tenslotte mag in anti-kapitalistische analyses ook het milieu nooit ontbreken, naast de arbeidende mens het tweede basisingrediënt bij de productie. Doeven plaatst de milieugrenzen terecht waar ze thuishoren: midden in haar analyse. Het artikel van Doeven voldoet eigenlijk aan al deze voorwaarden: alle blikrichtingen en thema’s komen in mindere of meerdere mate wel aan bod. Een ware krachttoer in zo’n kort bestek. Maar toch mis ik in haar analyse iets essentieels, namelijk de kern van het kapitalisme: de klassenstrijd.
Horizontaal
cus sie>
In het stuk waarmee Doorbraak deze discussie vorig jaar begon, schreven we over het kapitalisme: “Dat systeem draait om enerzijds winststreven en het privébezit van de productiemiddelen, en anderzijds de disciplinering en noodgedwongen loonarbeid van de onderklasse. Het kapitalisme is een systeem van uitbuiting, gebaseerd op onderdrukking.” En: “De basis van het kapitalisme wordt gevormd door onze noodgedwongen onderlinge strijd op de arbeidsmarkt en door de voortdurende concurrentiestrijd tussen kapitaalbezitters. Maar vooral door de machtsrelaties tussen aan de ene kant de bazen en overheden die altijd meer en goedkopere arbeidskracht uit de wereldwijde onderklasse willen persen, en aan de andere kant die onderklasse die daar niet als vanzelfsprekend aan wil meewerken.” In het stuk van Doeven komen begrippen als strijd en macht opvallend genoeg niet voor. Bij haar draait het vrijwel uitsluitend om de economische mechanismen van vraag en aanbod. Ze beschrijft het kapitalisme als het ware als een horizontaal ‘speelveld’ waarop twee partijen om elkaar heen draaien: de producenten en de consumenten. De processen die ze beschrijft zijn maar al te reëel, maar er is meer aan de hand.
Verticaal Het ‘speelveld’ is namelijk niet alleen horizontaal, maar vooral ook verticaal. Er vindt een voortdurende strijd plaats tussen boven en onder. In haar verhaal komen wij voornamelijk naar voren als consumenten, maar veel belangrijker is natuurlijk onze positie als arbeidersklasse. In de breedst mogelijke zin: als betaalde arbeiders, maar ook als werklozen, als mensen die onbetaald werken, die reproductieve arbeid verrichten, en als de mensen die door hen verzorgd worden. Kortom, iedereen aan de onderkant. Overigens hebben de rollen van consument en arbeider beide alleen betekenis binnen het kapitalisme, en het zou er om moeten gaan ze af te schaffen.
<12
nummer 12 > oktober 2011
Die horizontale nadruk met z’n consumenten en producenten doet de arbeiders eigenlijk een beetje verdwijnen. Zo beschrijft Doeven kort de discussie rond de opkomst van het kapitalisme, die volgens haar plaatsvond in de achttiende eeuw. De lezer krijgt daarbij bijna de indruk dat men toen met z’n allen, consumenten en producenten, hebben zitten brainstormen of men het nieuwe systeem nu wel of niet zou invoeren. Niets is minder waar: de invoering van het kapitalisme was een langdurig en ongekend gewelddadig proces, waarbij miljoenen en miljoenen mensen
doorbraak.eu
geknecht en gedood werden. Niets discussie over de voor- en nadelen: werken voor ons zal je, tot je er dood bij neer valt. Dat was de realiteit. En dat is nog steeds de realiteit: want zonder geweld of de dreiging met geweld kan het kapitalisme simpelweg niet bestaan. “Het kapitalisme is van begin af aan niet in staat gebleken om de welvaart wereldwijd te spreiden, om iedereen van een voldoende bestaansniveau te voorzien”, schrijft Doeven alsof dat ooit de bedoeling is geweest. Het enige doel van het kapitalisme is het vergroten van het kapitaal, en daar moet in principe alles voor wijken. De meeste discussies in die tijd, tussen de machtigen en rijken dan, gingen erover hoe de ontevreden arbeidersklasse er het beste onder gehouden kon worden, zodat de winsten en het kapitaal konden blijven groeien.
Disciplinering Dat brengt ons bij de moderne staat en zijn geweldsmonopolie. Zonder staten en hun machtsmiddelen kan het kapitalisme nauwelijks bestaan. Staten garanderen het privébezit, en zorgen er dus voor dat we niet gewoon bij de rijken kunnen langsgaan om alle welvaart even onderling eerlijk te gaan verdelen. Staten handhaven ook de ‘spelregels’ van de kapitalistische markt, en passen die aan al naargelang de behoeften van de kapitaalbezitters. Staten dragen ook de zorg voor een maatschappelijke omgeving waarin de bedrijven zich lekker voelen en goed winst kunnen maken: met een goede infrastructuur van wegen bijvoorbeeld, maar vooral met arbeiders die voldoende opgeleid en gedisciplineerd zijn. Staten creëren steeds vaker ook een flink deel van de vraag om de productie op gang te houden, denk aan het militair-industrieel complex. De uiteindelijke motor van de veranderingen binnen het kapitalisme is volgens mij niet zozeer het marktmechanisme, maar vooral de strijd tussen ons en de kapitaalbezitters en hun staat die ons steeds intensiever willen disciplineren en uitbuiten. Tegenover al dat eeuwenlange structurele geweld van bovenaf heeft altijd verzet van onderop gestaan. Logisch, want zonder dat verzet was dat geweld nauwelijks nodig geweest. We zijn letterlijk tot arbeidersklasse geslagen. Dat hier in Nederland dat geweld niet dagelijks zichtbaar is voor de meeste mensen, betekent niet dat het niet ook voor hen altijd als bedreiging op de achtergrond aanwezig is. Politieke bewegingen die te ver gaan in de ogen van de macht worden gecriminaliseerd en aangevallen, en individuen die zich onvoldoende aanpassen kunnen op den duur worden uitgesloten, of zelfs opgesloten in de gevangenis of psychiatrie.
Verzet Het verzet, protest en tegenstribbelen van onderop kan vele vormen aannemen, die ook nog eens defensief of offensief van karakter kunnen zijn. Veel mensen denken daarbij in eerste instantie aan politieke organisaties en bewegingen, en aan vakbonden bijvoorbeeld. En dat is logisch, georganiseerde vormen van verzet zijn natuurlijk het meest zichtbaar en vaak ook het sterkst. Maar er is ook individueel verzet. Sommige mensen besluiten bijvoorbeeld om niet meer mee te doen in de ratrace, en stellen zich verder tevreden met een klein baantje of proberen te overleven via een uitkering, anderen jatten bij hun baas omdat ze te weinig verdienen of zich zonder respect behandeld voelen, en weer anderen saboteren de zaak. De manieren van collectief en individueel verzet en tegenstribbelen verschillen per tijd, land, beroep, bevolkingsgroep, enzovoorts. De opvattingen over wat rechtvaardig is en de manieren van verzet die leven bij de onderklasse, worden ook wel de subjectieve factor genoemd. Subjectief omdat ze niet eenvoudigweg af te leiden zijn uit de ‘objectieve’ economische factoren rond vraag en aanbod. Natuurlijk leven er verschillende opvattingen bij verschillende groepen binnen de onderklasse. Maar sommige ideeën worden door heel veel mensen gedeeld en die kunnen echt een drempel vormen voor de economische herstructureringen die de kapitalistische klasse zou willen doorvoeren. Zo hebben bijvoorbeeld de meeste mensen in Nederland, van links tot rechts, lange tijd gemeend dat goede sociale voorzieningen, vaste banen en een fatsoenlijk minimumloon mensenrechten zijn, die onaantastbaar dienen te zijn. Die breed gedeelde opvattingen hebben lange tijd de aanvallen weten te beteugelen die de kapitaalbezitters in probeerden te zetten. Er werd door hen daarom veel geklaagd over het gebrek aan “maakbaarheid” van de samenleving. Het heeft lang geduurd voor de bazen die subjectieve blokkade enigszins wisten te doorbreken. In de jaren 90 werd daartoe voortdurend gehamerd op het neoliberale concept van de individuele verantwoordelijkheid, en de afgelopen 10 jaar en zeker sinds de nieuwe crisis wordt daar bovenop ook nog geprobeerd om ons bang te maken: zonder grote economische hervomingen zullen we tot de bedelstaf vervallen, omdat onder meer de Aziatische landen ons zullen
inhalen. Langzamerhand begint dat vruchten af te werpen, en inmiddels menen veel mensen helaas dat verslechteringen van onze levens uiteindelijk onontkoombaar zijn. De kapitaalbezitters zien hun kans schoon en drukken nu snel de ene na de andere “modernisering” door.
Crisis Eerder ging het er in deze discussie over of de huidige crisis nu veroorzaakt wordt door allerlei ‘objectieve’ mechanismen van vraag en aanbod, of toch ook door de klassenstrijd. Ik denk dat de crisis uiteindelijk veroorzaakt wordt door grenzen. Grenzen die gesteld worden door mensen die verslechteringen in hun omstandigheden niet meer willen accepteren of aankunnen, en de grenzen die de natuur stelt omdat er simpelweg maar één aarde is die het kapitalisme kan opsouperen. Doeven laat zien dat banken, persioenfondsen, verzekeraars en andere instituten hun enorme kapitalen nauwelijks meer kwijt kunnen. Ze moeten het ergens in investeren om het te laten groeien, maar daar zijn op een gegeven moment gewoon niet voldoende mogelijkheden meer toe. Het aanbod van geld is te groot geworden, er is een grens bereikt aan rendabele investeringsmogelijkheden. Dat probleem kennen de kapitaalbezitters eigenlijk al sinds de crisis van de jaren 70. Alle eerder beschreven vormen van verzet, van arbeidersstrijd tot dropouts en sabotage, en de algemene opkomst van het linkse solidaire denken, leidden ertoe dat de winstgevendheid over het algemeen afnam, zeker in de westerse landen. “Eisen voor hoger loon zijn bepaald niet tegen het belang van het kapitalisme”, schrijft Doeven. Vaak niet, en zeker hier in het corporatistische Nederland niet, maar grote en krachtige looneisen kunnen wel degelijk bijdragen aan het in het nauw drijven van het kapitalisme, zo bleek dus in de jaren 60 en 70.
weer winstgevender te maken. Het zou best kunnen dat er in de komende jaren in Europa aanzienlijke aantallen doden gaan vallen door armoede, honger en bijvoorbeeld zelfmoord. In Griekenland doden nu al veel meer mensen zichzelf dan vroeger. Doevens achterliggende idee van een horizontaal ‘speelveld’ kan leiden tot het idee dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten. Zo gebruikt ze af en toe het begrip “wij” op een manier dat het niet alleen op ons, op de onderklasse betrekking heeft, maar op ‘ons allemaal’. Het is dan ook logisch dat ze niet direct komt met voorstellen waarin strijd een centrale rol speelt, maar dat ze eerder denkt aan strategieën van bewustwording. Zoveel mogelijk mensen zouden moeten inzien hoe het fout loopt, en dan zouden we samen voor een beter systeem kunnen kiezen. Sommige van de alternatieven waar ze naar verwijst spreken me meer aan dan andere, maar het probleem is volgens mij dat we ze alleen kunnen invoeren indien we beschikken over voldoende tegenmacht. En om zo’n tegenmacht van onderop te kunnen opbouwen is het essentieel om belangen te benoemen. Wie hebben er belang bij het dagelijkse economische geweld waaraan wij blootstaan? Welke groepen mensen hebben er belang bij om daar tegenin te gaan? Waar staan we zelf? Hoe kunnen we met z’n allen samen van onderop een strijd opbouwen? Waar te beginnen? Dat zijn de vragen waar we, wat mij betreft, dringend een antwoord op moeten ontwikkelen. Het zijn vragen die mij eerlijk gezegd nu meer bezig houden dan het nadenken over hoe een eerlijker economie en samenleving er precies uit zouden kunnen zien. Maar het is goed dat Doeven ons er met de neus op drukt dat we ook na moeten blijven denken over, en meer bewust moeten worden van, mogelijke economische alternatieven. Eric Krebbers
Vlucht Die crisis van de jaren 70 is feitelijk nooit tot een einde gekomen. Een deel van de investeringen en bedrijven zijn verplaatst naar Derde Wereld-landen op zoek naar lagere lonen. In eerste instantie was dat uitermate winstgevend, maar gaandeweg de afgelopen decennia is het verzet ook daar gegroeid. Hele generaties hebben daar beter leren omgaan met het geweld en de disciplinering van het moderne kapitalisme. In 2009 was er wereldwijd meer verzet, door meer mensen, op meer thema’s en in meer landen, dan in het bekende ‘topjaar’ 1968. En dat was dus nog voor de Arabische Lente, waarbij arbeidersstrijd veelal ook een uiteindelijk beslissende rol speelt.
~Blogs+
Strijdbare vakbondsmensen aan het woord in nieuwe Grenzeloos-brochure
(22 september, Cihan Ugural) Organizing is het echte vakbondswerk en de oplossing om de vakbond te veranderen van “uw zaakwaarnemer” tot “de vakbond op de werkvloer”. Want bij organizing gaat het juist om het zijn van een vakbond “van” de leden in plaats van een vakbond “voor” de leden.
Bestuur openbare school Ede wil ook discrimineren (28 september, Jeroen Breekveldt) De Zuiderpoortschool heeft de laatste jaren het label “zwakke school” van zich afgeschud. Het bestuur denkt dat deze “topsport” niet vol te houden is. Als dat zo zou zijn, dan is dat te wijten aan bezuinigingen op het onderwijs, waardoor scholen te weinig middelen krijgen om hun leerlingen zich goed te laten ontwikkelen. Daar hoor je het schoolbestuur echter niet over.
Strijdbare protestactie van honderden vluchtelingen zonder papieren (29 september, Mariët van Bommel) Het is lang geleden dat mensen zonder verblijfsrecht zich openlijk op straat manifesteerden. Zelfs voor “legale” actievoerders staat de demonstratievrijheid onder grote druk. Illegalen lopen uiteraard een verhoogd risico om tijdens of na een protestactie opgepakt te worden.
Een andere vluchtroute voor het kapitaal was de geldmarkt. Staten veranderden de kapitalistische ‘spelregels’ zodanig dat het voor de kapitaalbezitters beter mogelijk werd om geld te verdienen met de handel in geld. Dus zonder dat er veel arbeiders aan te pas kwamen die dwars kunnen liggen. Dat leidde onder meer ook tot de IT-bubbel, de huizenbubbel en nu zelfs speculatie in voedsel. De ene na de andere zeepbel is inmiddels uiteengespat. Daarna kwamen de banken in gevaar, en nu de staten die hun banken willen steunen.
Egypte: revolutie wint aan kracht (29 september, Peter Storm) Voor de bezorgdheid van de machthebbers is, vanuit hun perspectief, reden te over. Want hoe grimmig veel van het nieuws uit Egypte ook is, er staat heel veel bemoedigends tegenover. Er zijn onophoudelijk acties, op allerlei fronten. Veel effect heeft de verscherpte noodtoestand klaarblijkelijk niet.
Protest tegen huurbeleid van Bruin I groeit
Veel geld werd ook geleend aan Zuid-Europese landen als Griekenland en Portugal, waarbij het risico op de koop toe genomen werd dat ze de lening niet zouden kunnen terugbetalen. Door wie werden die leningen verstrekt? Doeven: “Niet alleen door banken, maar ook door pensioenfondsen en verzekeraars, instellingen die bulken van de miljarden. Ook hun geld moet renderen. Gelukkig waren die landen bereid om leningen aan te gaan, om zich in de schulden te steken, zodat wij met het rendement onze pensioenen konden uitbetalen zonder al te hoge premies te hoeven af te dragen.” Ze maakt hier een belangrijk punt: het zijn niet een aantal kwaadaardige kapitaalbezitters, verenigd in zogenaamde hedgefunds, die het probleem vormen, maar het kapitaal op zich: ook ‘ons’ geld, voor zover we dat hebben, behoort daartoe.
(30 september, Harry Westerink) Volgens Bruin I moeten huurtoeslagontvangers die het financieel niet meer redden, allereerst op zoek naar een goedkopere woning. De bezuinigingen leiden tot “een grotere prikkel” om te verhuizen, stelt het kabinet doodleuk. Maar er zijn in Nederland nauwelijks woningen beschikbaar met een huur van minder dan zo’n 360 euro.
Hervormingen De kapitaalbezitters zien ook wel in dat uiteindelijk de enige weg om echt duurzame winsten te maken, blijft lopen over de ruggen van de arbeidersklasse in brede zin. Er wordt daarom nu keihard ingezet op economische herstructurering: de onderklasse moet winstgevender worden en het ‘onderhoud’ van al die mensen moet goedkoper. In Europa gebruiken de kapitaalbezitters Griekenland als proeftuin om te kijken hoe men de kracht van de tegenstribbelende bevolking het beste kan breken, en hoe ver men daarin eigenlijk kan gaan. Machthebbers, kapitalisten en wetenschappers uit veel andere landen kijken mee over de schouders van het IMF en de EU, om de opgedane kennis later in te kunnen gaan zetten tegen de eigen bevolking. Want men probeert nu overal en met steeds meer geweld bevolkingen
doorbraak.eu
13>
nummer 12 > oktober 2011
Indonesische migrantenvakbond strijdt voor arbeidsrechten
Foto: Ellen de Waard
Bang om zichtbaar te zijn, bang om bedrogen te worden. Toch hebben Indonesische arbeidsmigranten met en zonder papieren zich verenigd in een vakbond, de Indonesian Migrant Workers Union (IMWU). Samen durven ze de strijd aan te gaan tegen uitbuiting en voor verblijfsrecht. Een gesprek met de IMWU-leden Slamet Heri en Yasmine Soraya.
Slamet Heri en Yasmine Soraya.
“I
k ben afgestudeerd als onderwijzer, maar ik kon in Indonesië geen werk vinden. Ik hoorde van de mogelijkheid om in Japan te gaan werken. Dus ik ging naar Jakarta voor een training van 6 maanden om de Japanse taal te leren en meer te weten te komen over de cultuur en manier van werken daar. Helaas was ik in handen gevallen van een maffia-organisatie”, aldus IMWU-voorzitter Heri.1 Hij betaalde een hoop geld voor de lessen, het onderdak en de “bemiddelingskosten”. Na ruim een jaar aan het lijntje te zijn gehouden belandde hij in Spanje, in plaats van in Japan. Het beloofde werk en huis bleken grote verzinsels te zijn. Met een visum voor slechts 3 weken en 8.800 dollar armer werd hij aan zijn lot overgelaten. Hij besloot naar Nederland te reizen in de hoop daar landgenoten te treffen. Sinds 2006 woont hij hier. Door op te trekken met al langer in Nederland verblijvende migranten leerde hij nieuwe vaardigheden voor allerhande baantjes, en hoe om te gaan met bazen. “Ik ben babysitter, tuinman, timmerman, schoonmaker, bouwvakker en schilder geweest.”
Campagne Heri is niet de enige die is opgelicht. Jaarlijks worden tienduizenden mensen die hun land verlaten om elders hun brood te verdienen, misleid, financieel uitgebuit, en in de ergste gevallen ook mishandeld en misbruikt door oplichtersbenden of mensenhandelaren.2 Heri ontmoette in Nederland andere Indonesische migranten die ook een rechteloos bestaan leidden. Zonder verblijfsvergunning, met onvoldoende kennis van de samenleving en met een flinke schuld aan hun “werkbemiddelaars” kunnen ze makkelijk opnieuw in handen vallen van gewetenloze lieden. Begin 2011 richtte Heri daarom samen met andere Indonesische migranten de IMWU3 op. Maar dat ging niet vanzelf. Vijf jaar geleden probeerden Indonesische migranten al bij elkaar te komen om voor hun rechten te vechten. Maar mensen in de illegaliteit blijven liever onzichtbaar, waardoor het opbouwen van zelforganisaties vaak een moeizaam en ingewikkeld proces is. Soraya was nauw betrokken bij de oprichting van de IMWU. Ze wordt door Heri “het anker” van de organisatie genoemd. Soraya heeft veel contacten in de Indonesische gemeenschap. Doordat ze verblijfsrecht heeft, verkeert ze in een betere positie om de IMWU te vertegenwoordigen dan de leden zonder papieren. Via een vriend hoorde ze van de FNVcampagne4 voor rechten voor huishoudelijk werkers. Ook vernam ze van hem dat Doorbraak in Leiden probeerde om huishoudelijk werkers zonder verblijfsrecht te informeren over die campagne en om hen bijeen te brengen. Soraya: “Ik heb al mijn overredingskracht moeten inzetten, maar de Indonesische huishoudelijk werkers zonder papieren durfden de bijeenkomst van Doorbraak, waar ook de organizer van de FNV aanwezig was, niet te bezoeken. De angst om zichtbaar en opnieuw bedrogen te worden was te groot. Later werd langzaam maar zeker over die drempel heen gestapt.” Soraya bleef op hen inpraten. Uiteindelijk namen ze contact op met FNV Bondgenoten. “Via de FNV ontmoetten we de Filippijnse zelforganisaties van huishoudelijk werkers. We waren onder de indruk van wat zij deden. We werden gevraagd om ons bij hen aan te sluiten, maar we besloten om een eigen organisatie op te zetten. Omdat niet iedereen van ons een huishoudelijk werker is, stellen we ons open voor alle arbeidsmigranten uit Indonesië, met en zonder verblijfsrecht, ongeacht wat voor werk ze doen. Alle migranten worden grotendeels met dezelfde problemen geconfronteerd”, aldus Heri.
Ambassade
<14
In de 10 maanden dat de IMWU bestaat, heeft de zelforganisatie al meer dan 175 leden gekregen, met in veel steden kartrekkers. Er zijn evenveel mannen als vrouwen lid, waardoor de IMWU een goede afspiegeling is van de Indonesische migrantengemeenschap. Heri: “Door contacten met diverse migrantenzelforganisaties,
nummer 12 > oktober 2011
Nederlandse steungroepen, de Indonesische verpleegkundigenorganisatie in Nederland en de organisatie Euromoslim hebben we geleerd dat het mogelijk is om zichtbaar te strijden voor onze rechten. We willen een informatiecentrum zijn voor Indonesische migranten en steun bieden op het gebied van taal, werk, gezondheid, en dergelijke.“ Soraya: “Ons politieke doel is de bescherming van onze arbeidsrechten, voor migranten zonder papieren door legalisering.” Vanwege gezondheidsproblemen heeft Heri inmiddels een tijdelijke verblijfsvergunning. “Maar omdat ik ook zonder verblijfsrecht heb geleefd, vertrouwen mensen mij als hun voorzitter”, zegt hij. De IMWU heeft ook contact gelegd met de Indonesische ambassade. Volgens de vakbond dient de ambassade de belangen van alle Indonesiërs in Nederland te behartigen. Maar de ambassade liet de IMWU weten dat men zich ten opzichte van de Nederlandse autoriteiten “schaamde” voor de aanwezigheid van Indonesiërs zonder verblijfsrecht. Hun verblijf in Nederland zou de diplomatieke banden schaden. Soraya: “Ook al hebben sommigen geen verblijfsvergunning, toch dragen de migranten enorm bij aan het nationale inkomen van Indonesië door geld op te sturen. En ook voor Nederland zijn we met onze arbeid van belang. De ambassade zou dus bij de Nederlandse regering moeten aandringen op onze bescherming, op erkenning van onze rechten. Ook zou de Indonesische overheid de controle kunnen vergroten op de vele werkbemiddelingsorganisaties, waaronder ook au pair-bureaus.”
Collectief De IMWU geeft een stem aan de Indonesische migranten. Niet alleen in Nederland, maar in heel Europa. De vakbond vertegenwoordigde in haar korte bestaan al de bij FNV Bondgenoten aangesloten huishoudelijk werkers op de Internationale Arbeids Conferentie afgelopen zomer in Genève. De International Labour Organisation (ILO) besloot daar om de Conventie voor huishoudelijk werkers5 aan te nemen, wat door die arbeiders overal ter wereld positief onthaald werd. Het kabinet Bruin I weigert de conventie echter te ondertekenen, omdat Nederland betere arbeidsrechten zou hebben. Maar huishoudelijk werk in de privé-sfeer valt juist buiten die veronderstelde betere arbeidswetgeving. De IMWU hoopt met haar activiteiten een belangrijke rol te spelen in de informatievoorziening, belangenbehartiging en strijd van Indonesische arbeidsmigranten in Nederland. Ze wil daarbij ook onsolidaire praktijken in eigen kring bestrijden, zoals het verkopen van baantjes aan elkaar voor absurd hoge bedragen. Heri: “Niet iedereen is de hele tijd bezig met het bemachtigen van een verblijfsvergunning. De meeste migranten willen gewoon geld verdienen. We willen de mensen leren hoe ze hier kunnen overleven en ook een toekomst kunnen opbouwen in Indonesië. Daarom willen we hen bewegen om gezamenlijk geld te steken in een coöperatie. Collectief kun je meer bereiken dan elk individu afzonderlijk. Zo hebben de achtergebleven familieleden en de migranten zelf bij terugkeer iets om verder op voort te bouwen.” Ellen de Waard Harry Westerink Noten 1. “A migrant’s tale in his own words”, Celia Mather en Slamet Heri, www.thejakartaglobe.com. 2. “Mensenhandel niet alleen in seksindustrie”, Harry Westerink, 27 december 2010, www.doorbraak.eu. 3. www.imwu.nl, en: www.facebook.com/imwu. 4. “Sluit je aan bij de campagne van en voor huishoudelijk werkers!”, Harry Westerink, 16 november 2010, www.doorbraak.eu. 5. “ILO-verdrag erkent huishoudelijk werkers als volwaardige arbeiders”, Harry Westerink, 17 juni 2011, www.doorbraak.eu.
doorbraak.eu
Doorbraak Doorbraak is een linkse basisorganisatie die strijdt voor een ecologisch duurzame wereld zonder uitbuiting, onderdrukking en uitsluiting. Daarom vechten we van onderop tegen het kapitalisme, het patriarchaat, racisme, nationalisme, religieus fundamentalisme en militarisme. Doorbraak is een gezamenlijk initiatief van zogenaamde “allochtonen” en “autochtonen”, juist om het denken in zulke etnische verdelingen te doorbreken. Doorbraak wil af van de gecreëerde scheidslijnen en streeft naar een rechtvaardiger wereld. Hoe die er precies uit moet gaan zien? En hoe we daar willen komen? Dat willen we gaandeweg en samen met anderen bedenken en bevechten. Daarbij halen wij onze inspiratie uit de strijdbare traditie van socialistische bewegingen. Doorbraak staat daarbij symbool voor de wens om vastgeroeste indelingen in allerlei hokjes te doorbreken. Klinkt dat goed? Heb je interesse? Wil je meedoen? Bel of mail ons dan gerust.
Adres Website: www.doorbraak.eu Facebook: www.facebook.com/doorbraak Twitter: twitter.com/doorbraakeu Mail: [email protected] Adres: Postbus 901, 7400 AX Deventer Telefoon: 06 4120 6167 Giro: 33.89.627, t.n.v. Doorbraak.eu, Deventer
Lokale contacten [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Krant De Doorbraak-krant verschijnt twee maandelijks en wordt uitgegeven door stichting Gebladerte, www.gebladerte.nl. Abonnee worden? Maak 25 euro over op giro 95225 t.n.v. stichting Gebladerte te Leiden o.v.v. “abonnee”. Vermeld duidelijk je adres. Minima kunnen volstaan met 13 euro. Losse nummers kosten 3 euro. Lay-out: Zwart op Wit, Delft Drukkerij: Albani, Den Haag ISSN: 1877-8186
Mail-lijst Wil je in de tussentijd op de hoogte blijven van Doorbraak-activiteiten? Mail dan “Doorbraak Info” naar [email protected].