Winstdelingsreglement van het afgezonderde fonds «DIB-RSZPPO» INLEIDING Huidig winstdeelnamereglement is een wezenlijk onderdeel van de groepsverzekeringsreglementen overeengekomen in het kader van de overheidsopdracht “voor het administratief en financieel beheer van een groepsverzekering van de tweede pijler voor de contractuele personeelsleden van de toegetreden lokale besturen” toegewezen aan de tijdelijke handelsvennootschap “DIB-Ethias lokale contractanten”. De lokale besturen die kiezen voor het systeem in het kader van de overheidsopdracht uitgeschreven door de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten, in haar hoedanigheid van opdrachtencentrale in de zin van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, richten immers een stelsel van aanvullend pensioen in voor hun personeelsleden verbonden door een arbeidsovereenkomst. Dit reglement treedt in werking op 01/01/2010 maar ten vroegste bij ontvangst door de tijdelijke handelsvennootschap “DIB-Ethias lokale contractanten” van de eerste premiebetaling. Het vernietigt en vervangt elke vroegere bepaling. Dit reglement zal als bijlage gehecht worden aan de groepsverzekeringsreglementen van de 2de pijler waarop het betrekking heeft. 1. Context, samenstelling en benaming van het fonds §1. Ethias nv, verzekeringsonderneming toegelaten onder het nr. 0196 voor de beoefening van alle verzekeringstakken Niet-leven, de levensverzekeringen, de bruidsschats- en geboorteverzekeringen (KB van 4 en 13 juli 1979, BS van 14 juli 1979) alsook de kapitalisatieverrichtingen (Beslissing CBFA van 9 januari 2007, BS van 16 januari 2007), RPR Luik BTW BE 0404.484.654, met maatschappelijke zetel in de rue des Croisiers 24 te 4000 LUIK, en zetel voor Vlaanderen Prins-Bisschopssingel 73 te 3500 HASSELT, hierna “Ethias” genoemd en DIB NV, toegelaten door de CBFA onder het codenummer 0037, RPR Brussel BTW BE 0405.764.064, met maatschappelijke zetel te 1000 BRUSSEL, Livingstonelaan 6, hierna genoemd DIB, verenigd in de tijdelijke handelsvennootschap “DIB-Ethias lokale contractanten”, hebben elk een afgezonderd fonds opgericht en hiervan inbreng in genot gedaan in de tijdelijke vennootschap “DIBEthias lokale contractanten” in het kader van het beheer van de pensioenstelsels ingevoerd door lokale besturen voor hun personeelsleden in het kader van hogergenoemde overheidsopdracht, hierna genoemd het pensioenplan RSZPPO. Deze afgezonderde fondsen worden genoemd: het afgezonderde fonds “Ethias-RSZPPO” en ”DIBRSZPPO”. De afgezonderde fondsen worden beheerd conform artikelen 57 tot 61 van het KB van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringsactiviteit (hierna genoemd KB Leven). §2. De afgezonderde fondsen “Ethias-RSZPPO” en “DIB-RSZPPO” zijn bestemd voor het beheer in tak 21 van de activa ter dekking van de reserves van de groepsverzekeringen afgesloten door de lokale besturen die toetreden tot het pensioenplan RSZPPO. De reserves en de activa van elk afgezonderd fonds zijn opgebouwd, na aftrek van de contractuele afhoudingen, door 50% van de stortingen aan de groepsverzekering door de aangesloten verzekeringnemers. Deze activa worden aldus gescheiden van de andere activa van Ethias en DIB. Onderhavig winstdelingsreglement heeft betrekking op het afgezonderde fonds “DIB-RSZPPO”, hierna aangeduid met de uitdrukking “het Fonds”. 2.
Beleid en doelstellingen van de investering
§1. De investeringen worden uitgevoerd conform de aan de verzekeraars opgelegde verplichtingen inzake de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen (hierna “Controlewet” genoemd) en zijn uitvoeringsbesluiten, en meer bepaald het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen (hierna “algemeen reglement” genoemd).
§2. Het door DIB gevoerde beleggingsbeleid streeft naar : enerzijds een voorzichtig beheer met gebruik van vastrentende effecten om op lange termijn de gewaarborgde rentevoet (zie art. 5 van de groepsverzekeringsreglementen) te kunnen behalen, en anderzijds een optimaal rendement met gebruik van méér risicodragende effecten. §3. De beleggingen worden hoofdzakelijk gedaan in obligaties en aandelen, volgens een aangepaste en evenwichtige verdeelsleutel die toelaat veiligheid en optimaal rendement te combineren. Om de gewaarborgde rentevoet op jaarbasis te kunnen bekomen, moeten de verschillende types van activa volgende maximale en minimale verhoudingen in het Fonds respecteren : Minimale verhouding
Maximale verhouding
80 %
100 %
0%
20 %
0%
5%
0%
5%
Obligaties en gelijkgestelde effecten Participaties in instellingen voor collectieve belegging in obligaties Zicht- of termijnrekeningen geopend bij kredietinstellingen Andere instrumenten van kapitaalmarkt (bewijzen schatkistcertificaten en andere)
de
monetaire en van afgifte,
Aandelen
Afgeleide producten
Participaties in instellingen voor collectieve belegging in aandelen
Afgeleide producten (opties en andere), uitgedrukt in termen van verplichting
Vastgoed
Aandelen en gelijkgestelde instrumenten
Obligaties en gelijkgestelde instrumenten
Categorieën van activa
Reële vastgoedrechten Vastgoedcertificaten
§4. De volgende technieken en financiële instrumenten worden niet gebruikt in het beheer van het Fonds: -
de vastgoedinvesteringen in de vorm van gebouwen;
-
de waarden in goud;
-
de leningen van alle aard;
-
de obligaties van het type “reverse convertible”.
De beleggingen worden uitgevoerd in hoge kwaliteitswaarden: -
voor ten minste 90 % in euro;
-
voor de obligaties wordt een gemiddelde rating “A” nagestreefd;
-
voor de aandelen moeten 75 % ervan behoren tot een representatieve beursindex (BEL 20, D.J. EUROSTOXX 50, …).
§5. Bovendien zal het activabeheer uitgevoerd worden conform de sociaal en ethische verantwoorde investeringscode van DIB, dewelke als bijlage aan dit reglement gehecht is.
Winstdelingsreglement DIB-RSZPPO
2/7
20-02-2012
Gezien sociaal en ethisch verantwoorde waarden deel uitmaken van een domein dat continu evolueert, behoudt DIB zich het recht voor om die investeringscode voor haar beleggingen aan te passen. DIB zal de RSZPPO en het toezichtcomité daarvan op de hoogte brengen. §6. De activa van het Fonds worden op last van DIB door Dexia Asset Management Belgium NV, Koningsstraat 180 te 1000 Brussel, beheerd. DIB behoudt zich het recht voor om deze lastgeving te wijzigen. §7. Financieel comité In het kader van het Fonds, kan op elk ogenblik een financieel comité worden opgericht op vraag van de RSZPPO of van het toezichtcomité. Dit financieel comité zal als volgt samengesteld worden: de leden van het paritair samengesteld toezichtcomité een evenwichtige samenstelling van vertegenwoordigers van de inrichters (vb. regionale verdeling, klein en grote besturen, ...) vertegenwoordigers van Ethias en DIB. Het financieel comité komt bovendien vanaf zijn oprichting eenmaal per jaar samen op initiatief van de tijdelijke vennootschap DIB-Ethias lokale contractanten en telkens als het nodig blijkt. Het financieel comité heeft tot doel elk jaar de gerealiseerde financiële prestaties te evalueren. Het financieel comité is een adviesorgaan. Het beleggingsbeleid wordt besproken en er kunnen suggesties en aanbevelingen worden gedaan, maar de finale beslissing over het beleggingsbeleid en de modaliteiten tot het indekken van de reserves berust uitsluitend bij DIB. 3.a. Regels inzake vaststelling en bestemming van het rendement - Toekenningsmodaliteiten van de winstdeling Voor zover de wettelijke en reglementaire bepalingen dit toelaten, wordt er winstdeling toegekend bovenop de gewaarborgde rentevoet die van toepassing is op de reserves vastgesteld in de groepsverzekeringsreglementen. De rendabiliteit van het Fonds blijkt uit de jaarlijkse resultatenrekening (local GAAP) van het Fonds opgesteld door DIB en neergelegd bij de toezichthoudende overheid. De dotatie aan de voorziening voor winstdeling en ristorno’s mag niet groter zijn dan de netto technischfinanciële winst vóór dotatie. Onder netto technisch-financiële winst vóór dotatie dient te worden verstaan: de som van de posten “netto technisch-financieel saldo” en “dotatie van het boekjaar aan de voorziening voor winstdeling en ristorno's” van het Fonds. De winstdelingsdotatie, toegekend in overeenstemming met de bepalingen van punt 3.b. wordt door DIB berekend en goedgekeurd door haar Algemene Vergadering. Indien de reserves van het Fonds op een bepaald ogenblik niet voldoende gedekt zijn door gelijkwaardige activa, dekkingswaarden genoemd, is er sprake van onderaffectatie. DIB zal in dat geval een deel van haar eigen vermogen aan de activa van het Fonds toewijzen (krachtens artikel 16 van de controlewet en artikel 9 van het algemeen reglement). De opbrengsten van dit stuk van het Fonds komen ten goede aan DIB en worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van het rendement van het Fonds. DIB heeft op het einde van elke maand het recht om haar stuk – geheel of gedeeltelijk – terug te nemen indien dit niet meer nodig is om de affectatiewaarde van de activa van het Fonds op het wettelijk voorgeschreven peil te houden. 3.b. Regels inzake vaststelling en bestemming van het rendement - Berekeningswijze van de winstdelingsdotatie De winstdeling wordt bepaald op basis van de volgende formule: (minimum 95% x NR) – (A+B) waarbij : 1. 2. 3.
NR = Nettorendement (bedrag in EUR) A is het bedrag in EUR dat overeenstemt met de jaarlijkse kost bestemd voor het financieel beheer van het Fonds (zie punt 3.c) B is het bedrag in EUR dat overeenstemt met het bedrag van de gewaarborgde rentevoet voor alle reserves in het Fonds ondergebracht, voorzien door de groepsverzekeringsreglementen afgesloten door de lokale besturen betreffende het beheer van het pensioenplan RSZPPO.
Winstdelingsreglement DIB-RSZPPO
3/7
20-02-2012
Onder nettorendement verstaan we het brutorendement verminderd met de heffingen, belastingen en 1 kosten van beleggingen ten laste van het Fonds (o.a. transactiekosten, bewaarlonen) , met 50% van de kosten betaald door “DIB-Ethias lokale contractanten” aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid in het kader van het administratief beheer van het pensioenplan RSZPPO, alsook in voorkomend geval met de kost verbonden aan het aanleggen van knipperlichtreserves volgens de op dat ogenblik geldende prudentiële regelgeving, zijnde een kost van 8% van het gereserveerde vermogen op het einde van het boekjaar in het kader van de knipperlichtreserves voor dit Fonds. Onder brutorendement verstaan we het boekhoudkundige rendement, rekening houdend met de beleggingsopbrengsten en de beleggingslasten toegewezen aan het Fonds. De beleggingsopbrengsten en lasten bestaan uit interesten, dividenden, gerealiseerde meer- en minwaarden, terugname van geboekte minwaarden (impairments), wisselkoersverschillen, opbrengsten en kosten van financiële instrumenten, opbrengsten en kosten van onroerende goederen,…. De bepaling van de beleggingsopbrengsten en lasten gebeurt in overeenstemming met de waarderingsregels van DIB (Local GAAP) zoals die jaarlijks worden goedgekeurd door haar Raad van Bestuur. Na het einde van elk boekjaar wordt de winstdelingdotatie toegekend aan de reserves van het Fonds. Alle verzekeringnemers en alle aangeslotenen van alle verzekeringnemers genieten van hetzelfde globale rendement van het Fonds. Het eventuele winstdelingsbedrag wordt pro rata verdeeld over de financieringsfondsen van de verzekeringnemers, de reserves van de actieve aangeslotenen en de 2 reserves van de slapers . De toekenning van de winstdeling aan de reserves gebeurt als een verhoging van het gewaarborgde rendement, toegepast op de reserve van het einde van het vorige jaar (inclusief eventuele vroegere winstdeling) en op de bewegingen in de loop van het jaar. Indien in een bepaald boekjaar het nettorendement van het Fonds niet toelaat het bedrag overeenkomstig de gewaarborgde technische rentevoet te dekken, zal DIB in dat boekjaar toch de reserves verhogen met het bedrag overeenkomstig de gewaarborgde technische rentevoet geldig op die reserves maar zal ze het boekhoudkundig verlies van het Fonds, met name het in dat geval negatieve netto technisch-financiële saldo, kunnen recupereren op de winstdeelname van de 4 volgende jaren. Dit gebeurt door het bedrag van de winstdelingsdotatie, berekend zoals hierboven beschreven, te verminderen met de eventuele negatieve netto technisch-financiële saldi van de 4 voorgaande jaren voor het deel van die saldi dat nog niet gerecupereerd werd. De negatieve saldi die niet gerecupereerd kunnen worden binnen de 4 jaren zijn ten laste van DIB. Indien het Fonds een positief netto technisch-financieel resultaat vertoont maar de prudentiële regelgeving verbiedt de winst te verdelen, zal DIB, voor zover de prudentiële regelgeving dit toelaat, de niet verdeelde winst toewijzen aan een fonds voor toekomstige dotaties binnen het Fonds na afhouding van eventuele overgedragen negatieve saldi uit het verleden. Het aldus toegewezen bedrag zal enkel uit dit fonds voor toekomstige dotaties kunnen onttrokken worden om de eventueel negatieve netto technisch-financiële saldi van het Fonds in de volgende jaren geheel of gedeeltelijk te verkleinen en dit zolang het Fonds bestaat. Het niet toegewezen saldo van een boekjaar, gelijk aan (1-minimum 95%) x NR wordt door DIB afgenomen van het Fonds.
3.c. Regels inzake vaststelling en bestemming van het rendement - Berekeningswijze van de opslagen De kosten die aangerekend worden voor het financieel beheer van de pensioengelden van het Fonds bedragen 0,26% per jaar en worden trimestrieel berekend op basis van het gemiddeld geïnvesteerd kapitaal. Deze kosten worden op het einde van elke trimester opgenomen uit het Fonds. 3.d. Elke van overheidswege opgelegde last, zoals bijvoorbeeld de jaarlijkse taks op de winstdeelname wordt, rekening houdende met de eventuele niet-aftrekbaarheid ervan, in mindering gebracht van het bedrag dat als winstdeling wordt toegekend.
1
Onder “heffingen, belastingen en kosten” wordt begrepen de directe en indirecte financiële kosten, bank- en/of makelaarskosten (koop, verkoop, depot, bewaarlonen, …), eventuele taksen, voorheffingen, rechten en kosten opgelegd door de wetgeving. 2 Met “slapers” wordt in casu bedoeld de aangeslotenen waarvan het arbeidscontract bij de verzekeringnemer werd beëindigd om een andere reden dan overlijden of het bereiken van de einddatum en hun verworven reserves zonder wijziging van de pensioenbelofte in de groepsverzekering hebben gelaten en de eindleeftijd nog niet bereikt hebben en waarvoor dus geen bijkomende premies meer gestort worden.
Winstdelingsreglement DIB-RSZPPO
4/7
20-02-2012
4.
Voorwaarden voor inbrengen en opnamen
§1. De inbrengen in het Fonds gebeuren en bestaan uit: van zodra door “DIB-Ethias lokale contractanten” ontvangen, 50% van alle stortingen, na aftrek van de kosten (bepaald in art 17 van de groepsverzekeringsreglementen), gestort overeenkomstig de groeps-verzekeringsreglementen. §2. De opnamen uit het Fonds gebeuren en bestaan uit: in de loop van iedere maand waarin naar aanleiding van de pensionering of het overlijden van een aangeslotene in hoofde van deze aangeslotene het recht op een prestatie ontstaat : de in het Fonds opgebouwde waarde voor de betrokken aangeslotene; in de loop van iedere maand waarin naar aanleiding van een uittrede een overdracht van reserve gebeurt : de in het Fonds opgebouwde waarde voor de betrokken aangeslotene; trimestrieel : de kosten voor het beheer van het Fonds zoals bepaald in artikel 3.c; in voorkomend geval eenmaal per jaar : de kost verbonden aan het aanleggen van knipperlichtreserves (cfr. artikel 3.b); eenmaal per jaar het niet toegewezen saldo van de winstdeling (cfr artikel 3.b); eenmaal per jaar 50% van de kosten betaald door “DIB-Ethias lokale contractanten” aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid in het kader van het administratief beheer van het pensioenplan RSZPPO evenals elke van overheidswege opgelegde last zoals bijvoorbeeld de taks op de winstdeling rekening houdende met de eventuele niet-aftrekbaarheid ervan; onvoorziene opnamen uit het Fonds omdat één van de deelnemende verzekeringnemers uitstapt; dit beschermingsmechanisme wordt verder besproken in artikel 7. De opnamen resulterend uit de opheffing van het Fonds worden gedaan volgens de bepalingen van artikel 8.
5.
Inventaris - Evaluatieregels
§1. DIB houdt een inventaris van de samenstelling van het fonds “DIB-RSZPPO” bij overeenkomstig artikel 59 van het KB Leven. Deze inventaris wordt geactualiseerd telkens wanneer er zich een wijziging in de samenstelling van het Fonds voordoet en in elk geval eenmaal per maand. Deze inventaris is beschikbaar op eenvoudig verzoek. §2. De evaluatieregels van toepassing op de activa worden elk jaar opgenomen in een bijlage aan de balans van DIB.
6.
Trimestriële en jaarlijkse rapporten
DIB zal elke drie maanden een rapport opstellen aangaande de gerealiseerde operaties binnen het verstreken trimester en zal dit rapport bezorgen aan de RSZPPO en de leden van het eventueel opgerichte financieel comité. Minstens jaarlijks wordt een uitgebreid geconsolideerd verslag opgesteld over de financiële toestand en prestaties van het geheel van de activa ter dekking van de totale reserves van de groepsverzekeringen van de aangesloten verzekeringnemers.
7.
Onvoorziene opnamen uit het Fonds omdat één van de deelnemende verzekeringnemers uitstapt (Beschermingsmechanisme)
Indien er onverwachte opnamen zijn uit het Fonds omdat één van de deelnemers uitstapt, wordt voorzien dat deze uitstap, mits inachtname van de wettelijke bepalingen, ten minste neutraal moet zijn voor de andere deelnemende verzekeringnemers aan het Fonds. In geval een verzekeringnemer uitstapt krijgt deze de theoretische afkoopwaarde van zijn reserves in liquide middelen uitbetaald. Deze reserves betreffen zowel het financieringsfonds van de uitstappende verzekeringnemer als de reserves van zijn actieve aangeslotenen en van zijn slapers. Er wordt een afkoopvergoeding afgehouden die overeenstemt met de kosten en gerealiseerde minwaardes die eigen zijn aan de realisatie van activa, die eventueel nodig zijn om de afkoop te realiseren zonder het beheer van het Fonds te ontwrichten. Het bedrag aan gerealiseerde minwaardes, vervat in deze afkoopvergoeding, kan nooit hoger zijn dan 125% van het proportioneel aandeel van de uitstappende verzekeringnemer in de niet-gerealiseerde minwaardes van het Fonds. Dit proportioneel aandeel wordt berekend naar verhouding tot het bedrag van de wiskundige reserves van de uitstappende deelnemer op 31 december van het jaar voorafgaand aan de uitstap. De niet-gerealiseerde minwaardes van het Fonds worden berekend op de dag voorafgaand aan de dag van de eerste realisatie van activa, nodig
Winstdelingsreglement DIB-RSZPPO
5/7
20-02-2012
voor het uitvoeren van de afkoop zonder het beheer van het Fonds te ontwrichten. De afkoopvergoeding wordt beperkt tot 5% van de betrokken reserves, maar enkel in het geval deze minder dan 1.250.000 EUR bedragen (zie art. 54 §4 KB leven). Die afkoopvergoeding komt ten goede van het Fonds ten belope van 80%. De andere 20% komen ten goede van de verzekeraar en worden uit het Fonds gehaald. Indien de overdracht in het jaar dient te gebeuren, worden voor de verlopen periode van het jaar de reserves van de uitstappende verzekeringnemer enkel verhoogd met het gewaarborgde rendement. 8.
Opheffing van het Fonds
§1. Het Fonds kan worden opgeheven in de volgende gevallen: in geval van algehele stopzetting door de op dat moment nog deelnemende verzekeringnemers, gepaard gaande met een afkoop of een overdracht van reserves naar een andere pensioeninstelling gerechtigd voor het beheer van soortgelijke pensioenreserves. Deze reserves betreffen zowel de financieringsfondsen van de uitstappende verzekeringnemers, het fonds voor toekomstige dotaties vermeld in artikel 3b als de reserves van hun actieve aangeslotenen en van hun slapers. Als het Fonds na 2015 zich onder een minimum niveau van 50.000.000 EUR bevindt, kan DIB de activa van het Fonds samenvoegen met de activa van een ander afgezonderd fonds met een gelijkaardige activaverdeling. §2 De verzekeraar zal de reserves overdragen in principe ten laatste op de eerste werkdag van de maand januari die de negende maand volgt na de maand waarin hij op de hoogte gebracht werd van de intentie tot overdracht. §3. De overdracht naar een andere pensioeninstelling zal aan marktwaarde gebeuren overeenkomstig art. 54 §4 KB leven en de volgende bepalingen: De overdracht zal gebeuren ofwel in liquide middelen ofwel onder de vorm van activa, naar keuze van het toezichtcomité of de RSZPPO In geval van overdracht in liquide middelen worden de activa van het Fonds gerealiseerd. De winstdeling wordt volgens de normale formule van punt 3.b berekend en verdeeld over al de reserves van de deelnemende verzekeringnemers en hun actieve aangeslotenen en slapers. Dit betekent dat het gedeelte van het Fonds dat de reserves overtreft pro rata van het aandeel in de reserves van de deelnemende verzekeringnemers en van de actieve aangeslotenen en slapers wordt verdeeld na toepassing van de normale winstdelingsformule. Het aldus bekomen bedrag wordt overgedragen naar de andere pensioeninstelling. In geval van overdracht in activa worden de activa, na toepassing van de normale winstdelingsformule, overgedragen aan de andere pensioeninstelling. Eventuele kosten, taksen en heffingen eigen aan de realisatie van de activa of aan hun overdracht (vb. beurs verkoopkosten, kosten voor het transfereren van effecten naar een andere effectenrekening enz.) zijn ten laste van het Fonds. Een gedetailleerde rapportering zal aan de RSZPPO en aan het toezichtcomité overgemaakt worden. De overdracht dient voor DIB op een fiscaal neutrale basis te gebeuren. Als er nog een bedrag in het fonds voor toekomstige dotaties bestaat na toepassing van de normale winstdelingformule, dan zal dit bedrag eveneens als winstdeling toegekend worden. Indien er op de datum van beëindiging nog eigen vermogen van DIB aan het Fonds toegewezen is naar aanleiding van onderaffectatie, dan kan DIB de termijn van uitbetaling tot maximaal 2 jaar verlengen vanaf datum van beëindiging. De verlenging van de termijn neemt automatisch een einde van zodra er niet langer eigen vermogen van DIB aan het Fonds toegewezen is in het kader van onderaffectatie. In geval van wijziging door de toezichthoudende overheid van de prudentiële regelgeving met betrekking tot de dekkingswaarden, kan DIB de maximale periode van 2 jaar wijzigen. Elke eigen inbreng van eigen vermogen die niet gerecupereerd kon worden aan het einde van deze termijn zal definitief verworven zijn voor het Fonds. Indien er op het ogenblik van de overdracht, onder de vorm van liquide middelen of onder de vorm van activa, nog verschuldigde premies zijn, dan zal na toepassing van voorgaande bepalingen: • het overeenstemmende bedrag van de onbetaalde, verschuldigde premies in mindering gebracht worden van de over te dragen activa, cash of liquide middelen; • deze openstaande schuldvorderingen van onbetaalde, verschuldigde premies mee worden overgedragen aan de overnemende pensioeninstelling.
Winstdelingsreglement DIB-RSZPPO
6/7
20-02-2012
§4. In geval van geschillen aangaande stopzetting en overdracht van reserves wordt een arbitragecommissie opgericht samengesteld uit het toezichtcomité alsook uit vertegenwoordigers van de verzekeraars. Binnen deze commissie worden alle mogelijke betwistingen aangaande stopzetting en overdracht van reserves besproken en wordt getracht tot een vergelijk te komen. Indien de commissie niet tot een oplossing komt, zal het dossier worden voorgelegd aan een onafhankelijke arbiter. Is er geen unanimiteit binnen de commissie over de identiteit van de arbiter zal de voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg van Brussel op verzoek van de meest gerede partij de arbiter aanstellen. Het advies van de arbiter is bindend. De kosten van de arbitrageprocedure worden voor 50% door de RSZPPO en voor 50% door de tijdelijke handelsvennootschap “DIB-Ethias lokale contractanten” gedragen.
Winstdelingsreglement DIB-RSZPPO
7/7
20-02-2012