BOB 10/012
WET INVESTEREN IN JONGEREN (WIJ): VERORDENINGEN
Aan de raad, Voorgeschiedenis / aanleiding Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking getreden. De wet verplicht gemeenten om jongeren van 16 tot 27 jaar, die zich melden bij de gemeente, voor ondersteuning een werk- of een leeraanbod (of een combinatie van beiden) aan te bieden. Het aanbod dient te worden afgestemd op de situatie van de jongere. Als de jongere het aanbod weigert, ontvangt hij geen uitkering. Bij acceptatie ontvangt hij een salaris van de werkgever (bij een werkaanbod) of een inkomensvoorziening ter hoogte van de huidige bijstandsuitkering (bij een leeraanbod). Wanneer de gemeente geen passend aanbod kan doen of de jongere kan niet werken of leren, dan komt de jongere ook in aanmerking voor een inkomensvoorziening ingevolge de WIJ. Opbouw en hoogte hiervan zijn vergelijkbaar met normensystematiek van de Wet werk en bijstand (WWB). De WIJ draagt de gemeenten op om, voor een aantal nader omschreven zaken, verordeningen vast te stellen of ter zake bestaande verordeningen aan te passen (art. 12 WIJ). In totaal gaat het om vijf onderwerpen c.q. verordeningen. Deze verordeningen worden hieronder op hoofdlijnen toegelicht. In de bijgevoegde notitie is een nadere inhoudelijke motivering terug te vinden (bijlage). Deze notitie vormt een integraal onderdeel van dit advies. Beoogd effect: Het nakomen van de wettelijke verplichting vanuit de WIJ om, met betrekking tot de in de wet nader omschreven zaken, verordeningen op te stellen. Deze verordeningen zijn noodzakelijk om de uitvoering van de wet mogelijk te maken. In de verordeningen worden regels gesteld met betrekking tot: de inhoud van het werkleeraanbod, de verlaging van de inkomensvoorziening bij verwijtbaar gedrag, het te voeren beleid op het gebied van fraudebestrijding, het verlagen of verhogen van de norm voor bepaalde categorieën jongeren en onder welke voorwaarden dat gebeurt, en cliëntenparticipatie. Voorgestelde besluiten - de Verordening werkleeraanbod WIJ vast te stellen; - de Toeslagenverordening WIJ vast te stellen; - de Maatregelenverordening WIJ vast te stellen; - de Verordening Handhaving WWB (2004) per 1 januari 2010 in te trekken; - de Verordening Handhaving WWB/WIJ vast te stellen; - de Verordening Cliëntenparticipatie WWB (2008) per 1 januari 2010 in te trekken; - de Verordening Cliëntenparticipatie WWB/WIJ vast te stellen. Argumenten per beslispunt: 1. De WIJ kent een verordeningsplicht.
Het college is belast met de uitvoering van de WIJ. Op grond van artikel 12 van de WIJ dient de gemeenteraad met betrekking tot een vijftal onderwerpen verordeningen vast te stellen c.q. aan te passen. Verwerking van deze onderwerpen in WWB-verordeningen is mogelijk, maar wordt vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afgeraden. Zij raden het om principiële en om praktische redenen af. Principiële redenen omdat er welbewust gekozen is voor afzonderlijke wetgeving met betrekking tot de jongeren en omdat het wenselijk is dit ook te vertalen in afzonderlijke verordeningen. Om praktische redenen, omdat samenvoeging op onderdelen tot technische complicaties kan leiden. Uitzonderingen hierop zijn handhaving en cliëntenparticipatie. Het is eenvoudig en zinvol om dit op te nemen in de Verordening handhaving Wet werk en bijstand en de Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand. Daarvoor is hier ook gekozen. Bij het opstellen van de nieuwe verordeningen zijn de modelverordeningen van Stimulansz als uitgangspunt gebruikt. Zoals gebruikelijk bij het sociale zekerheidsrecht heeft het ministerie van SZW –met instemming van de VNG- Stimulansz de opdracht gegeven om deze te ontwikkelen. 2. De tijdelijke regeling WIJ eindigt op 31 december 2009. Gezien de betrekkelijk korte tijd die de gemeenten restten na vaststelling van het wetsvoorstel WIJ in de eerste kamer (30 juni 2009), is er voor gekozen een tijdelijke regeling WIJ in te voeren. In september 2009 heeft de raad de Verordening Tijdelijke Regeling vastgesteld. Op 31 december 2009 eindigt deze regeling. Vanaf 1 januari 2010 dienden de verordeningen WIJ, aansluitend op deze regeling, in werking te treden. Net als bij de reïntegratieverordening WWB is er gekozen voor een inhoudelijke variant van de verordening werkleeraanbod WIJ. De reden dat de verordeningen pas nu worden aangeboden, ligt in het gegeven dat de bestrijding van jeugdwerkloosheid regionaal wordt vormgegeven. Het brede Jongerenloket in Haarlem werd daartoe opgezet en is nog in ontwikkeling. Er is dan ook gekozen om de implementatie van de wet WIJ bij het Jongerenloket af te wachten. Bijkomend voordeel was dat hierdoor ook tijd vrijkwam voor het ontwikkelen van een verordening op maat met veel inhoudelijke informatie. 3. De vaststelling van de verordeningen dient zo veel mogelijk in overeenstemming met de WWB-verordeningen te geschieden. Het uitgangspunt van de WIJ is wezenlijk anders dan dat van de WWB. Bij de WWB wordt uitgegaan van het recht op bijstand met bijbehorende arbeidsverplichtingen, bij de WIJ staat het recht van de jongere op een werkleeraanbod centraal en is het recht op een inkomensvoorziening daarvan afgeleid. De WIJ dwingt de gemeenten op deze manier om anders om te gaan met jongeren dan zij gewend zijn vanuit de WWB. Het motief hierbij is dat alles op alles gezet moet worden om de jongere toe te leiden naar c.q. te kwalificeren voor de arbeidsmarkt en uitkeringsafhankelijkheid tegen te gaan. Een jongere kan geen inkomensvoorziening aanvragen, wel een werkleeraanbod. Slechts via deze toegang is indien een aanbod niet mogelijk is of het werkleeraanbod de jongere onvoldoende of geen inkomen oplevert - een inkomensvoorziening mogelijk. Vooral wat betreft de inkomensvoorziening zijn er niettemin grote overeenkomsten met de WWB. De WIJ is nagenoeg identiek aan de WWB op normensystematiek, maatregelwaardige gedragingen, het vaststellen van inkomen en vermogen en terugvordering en verhaal. Uitgangspunt bij het vaststellen van de verordeningen is dan ook dat deze inhoudelijk zo veel mogelijk aansluiten bij de WWB-verordeningen. Dat geldt met name voor de toeslagenverordening en de maatregelenverordening. Daar waar afgeweken wordt van de WWB-verordeningen, wordt geanticipeerd op de harmonisatie van de WWBverordeningen. In bijgevoegde notitie worden de verschilpunten aangegeven en gemotiveerd.
Wat betreft het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik kan aangesloten worden bij de Verordening Handhaving WWB. 4. De cliëntenparticipatie van de jongeren moet geregeld worden binnen de huidige kaders. De WIJ verplicht het college de cliëntenparticipatie van de WIJ-jongeren te regelen. Vanuit het ministerie wordt aanbevolen om de jongeren (of hun vertegenwoordigers) op te nemen in de bestaande cliëntenraad WWB. Dat ligt voor de hand, gezien de verwantschap met de WWB en het feit dat de uitvoering van de WIJ thans door de gemeente geschiedt. In overeenstemming met deze aanbeveling wordt voorgesteld geen aparte WIJ-verordening inzake de betrokkenheid van de jongeren bij de uitvoering van de WIJ te laten vaststellen. Er kan volstaan worden met een technische aanpassing van de huidige cliëntenvertegenwoordiging binnen de cliëntenraad WWB. Kanttekeningen per beslispunt: 1.Er moeten nog nadere beleidsregels komen Bij de verordeningen is gekozen voor een inhoudelijke variant, waarbij zo veel als mogelijk is aangesloten bij de WWB-verordeningen. Uiteraard is het mogelijk om binnen de kaders van de verordeningen door middel van beleidsnotities flexibel in te springen op ontwikkelingen. Op deze manier blijft voldoende speelruimte om maatwerk te leveren en voorzieningen af te stemmen op de krachten en bekwaamheden en de omstandigheden van de jongeren. In de bijlage (Nadere toelichting) worden voorlopige beleidsuitgangspunten verwoord. 2. Een proactieve benadering van jongeren is gewenst De opzet van de wet veronderstelt een proactieve benadering van jongeren. Hoewel de jongere een (formele) aanvraag voor een werkleeraanbod moet doen, is het niet de bedoeling om te wachten totdat de jongere zich meldt bij het loket. De wetgever wil middels de WIJ voorkomen dat de afstand tot arbeidsmarkt al op jonge leeftijd nagenoeg onoverbrugbaar wordt. Het is dus zaak de jongeren die buiten de boot dreigen te vallen actief op te sporen en hen te motiveren naar school te gaan en/of een werkleeraanbod aan te vragen. Daarvoor is nauwe samenwerking nodig met scholen, leerplichtambtenaren, jongerenloket, schoolverlatersoffensief, etc. Diverse betrokkenen in de uitvoering hebben hierover gesprekken gevoerd en is de uitvoering van de WIJ op het gebied van reintegratie/het bieden van een werkleeraanbod neergelegd bij ‘het Jongerenloket’. Het Jongerenloket is een bestaand loket waarbij de gemeenten in de regio Zuid-Kennemerland samenwerken met het UWV werkbedrijf om de specifieke doelgroep jongeren naar behoefte te bemiddelen. 3. Er heeft harmonisatie plaatsgevonden met de WWB-verordeningen. In het kader van de Gemeenschappelijke Regeling dienen de verordeningen die betrekking hebben op werk en inkomen geharmoniseerd te worden. Bij het opstellen van de WIJverordeningen is hiermee rekening gehouden. In verband met de gewenste snelle inwerkingtreding van de WIJ-verordeningen wordt de bestuurlijke afronding van dit proces met voorrang opgepakt. In bijgevoegde (toelichtende) notitie is aangegeven op welke onderdelen er afstemming met de harmonisatie van de WWB-verordeningen heeft plaatsgevonden, en wordt dit ook nader gemotiveerd. Financiën: De financiering van de WIJ vindt plaats uit al bestaande budgetten van het programma Werk en Inkomen en bestaat uit twee componenten: Aanbodvoorzieningen (het werkleeraanbod) worden deels bekostigd uit een door het Rijk toegekende regionale subsidie en deels uit het Participatiebudget, onderdeel werkdeel WWB; de inkomensvoorziening maakt, samen met het WWB Inkomensdeel, onderdeel uit van het budget inkomensdeel en volgt dezelfde systematiek en regels als het WWB Inkomensdeel.
In 2009 is een WIJ-applicatie aangeschaft. De jaarlijkse kosten bedragen € 13.361. De kosten voor 2009 bedroegen € 1.113,42. De jaarlijkse kosten dienen apart in rekening gebracht te worden bij alle deelnemende gemeenten aan de IASZ naar rato van het inwoneraantal per 1 januari van het jaar waarop de kosten zijn gemaakt (art. 7, lid 1, sub c en art. 7, lid 2 van de Gemeenschappelijke Regeling). Er is geen invoeringsbudget. Advies cliëntenraad De verordeningen zijn voor advies voorgelegd aan de cliëntenraad. De cliëntenraad heeft op 29 april 2010 advies uitgebracht. Dit advies luidt: “De cliëntenraad gaat akkoord met de voorgelegde verordeningen. Er zijn geen opmerkingen.” Communicatie: De verordeningen zullen, na vaststelling, worden gepubliceerd in de gemeentelijke bekendmakingen en worden geplaatst op de gemeentelijke website. Juridisch kader Artikel 12 Wet investeren in jongeren. Uitvoering Over de uitvoering van de WIJ zijn al afspraken gemaakt met het Jongerenloket bij de invoering van de Tijdelijke Regeling WIJ. Immers, de WIJ is met ingang van 1 oktober 2009 in werking getreden. Zodra de verordeningen WIJ zijn vastgesteld, zal de voorlichting en communicatie naar de jongeren geïntensiveerd worden. Dit zal gebeuren via berichtgeving in de media en directe aanschrijving naar de WIJ-doelgroep. Voorstel Wij stellen u voor om de Verordening werkleeraanbod WIJ, de Maatregelenverordening WIJ, de Verordening handhaving WWB/WIJ, de Toeslagenverordening WIJ en de Verordening cliëntenparticipatie WWB/WIJ vast te stellen en de Verordening Handhaving WWB (2004) en de Verordening Cliëntenparticipatie WWB (2008) per 1 januari 2010 in te trekken.
Halfweg, 18 mei 2010 Burgemeester en wethouders van Haarlemmerliede en Spaarnwoude, H.B. Bruijn, burgemeester Mr. B.J. Huisman, secretaris
BOB 10/012
WET INVESTEREN IN JONGEREN (WIJ): VERORDENINGEN De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 mei 2010 gelezen het advies van de commissie MBZ van 10 juni 2010;
Besluit: De Verordening werkleeraanbod WIJ, de Maatregelenverordening WIJ, de Verordening handhaving WWB/WIJ, de Toeslagenverordening WIJ en de Verordening cliëntenparticipatie WWB/WIJ vast te stellen en de Verordening Handhaving WWB (2004) en de Verordening Cliëntenparticipatie WWB (2008) per 1 januari 2010 in te trekken.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 juni 2010 De griffier,
De voorzitter,