Ontwikkeld door Diny Veldstra
Onderhoudsdocument / Werkveldopdrachten Wellness Rekenen Ontwikkeld door : Diny Veldstra
Ontwikkeld door Diny Veldstra
Inhoud Rekenen in het werkveld ................................................................................................................................................3 Opdracht 1: De spijkerbroek .........................................................................................................................................4 Opdracht 2: Het droomhuis ...........................................................................................................................................5 Opdracht 3: Make-up ........................................................................................................................................................6 Opdracht 4: Reistijd en reisvergoeding ....................................................................................................................7 Opdracht 5: Het mobieltje ..............................................................................................................................................8 Opdracht 6: De massage ..................................................................................................................................................9 Opdracht 7: Voeding ...................................................................................................................................................... 10 Opdracht 8: Parfum ........................................................................................................................................................ 11 Opdracht 9: Wellness bezoeken ................................................................................................................................ 12 Opdracht 10: Het fitnesscentrum ............................................................................................................................. 13 Opdracht 11: Het zwembad ........................................................................................................................................ 14 Opdracht 12: Warmte en luchtvochtigheid .......................................................................................................... 15
Ontwikkeld door Diny Veldstra
Rekenen in het werkveld In dit document zijn een aantal praktijkopdrachten m.b.t. rekenen omschreven die direct gekoppeld zijn aan het werkveld/de toekomst van de cursisten. Cursisten kunnen deze opdrachten maken en als verslag inleveren. Deze opdrachten kunnen gecombineerd worden met eventueel andere vakken. Deze opdrachten kunnen ook gebruikt worden voor cursisten die onderhoudsplicht hebben. De opdrachten: o o o o o o o o o o o o
De rekenkamer en je spijkerbroek Het droomhuis Make-up Reistijd en reisvergoeding Het mobieltje De massage Voeding Parfum Wellness bezoeken Het fitnesscentrum Het zwembad Warmte en luchtvochtigheid
Ontwikkeld door Diny Veldstra
Opdracht 1: De spijkerbroek Ga naar de website www.uitzendinggemist.nl en of kijk op youtube. Bekijk het fragment van de rekenkamer: Wat kost een spijkerbroek. Werk vervolgens onderstaande opdrachten uit in een verslag. A) Welke rekensommen ben je allemaal tegen gekomen in het fragment? Noem er minimaal 5. B) Wat voor broeken/rokjes en legging draag jij? Bereken wat je ongeveer per jaar, per maand en in verhouding per week uitgeeft aan deze kleding. C) In welke winkels koop je de broeken/rokjes en legging? Hoever is het reizen van jouw huis naar deze winkels? Bereken de kosten van de auto. Je hoeft alleen rekening te houden met het aantal kilometers en de literprijs. De autoverzekering, onderhoudskosten en belasting hoef je niet mee te nemen in de berekening. Bereken ook de kosten van het openbaar vervoer. Wat is goedkoper?
D) Zoek op internet 5 mooie broeken uit die je wel zou willen kopen. Bereken de totaalprijs van deze broeken. Bereken per broek wat hij kost in % van het totale bedrag wat je uitgeeft aan deze 5 broeken. E) Stel je krijgt op alle 5 broeken 25% korting. Hoeveel ben je dan in totaal kwijt?
Ontwikkeld door Diny Veldstra
Opdracht 2: Het droomhuis Zoek op internet een droomhuis met een tuin uit. Het is handig om een huis met een plattegrond met afmetingen te zoeken. A) Welk huis heb je gekozen? Benoem de afmetingen van verschillende vertrekken in het huis. Bereken de oppervlakte van 5 verschillende vertrekken. B) In de woonkamer wil je alle muren behangen. Zoek op internet een leuk behang uit. Bereken hoeveel rollen behang je nodig hebt. Indien je bij het huis geen maten hebt gevonden, mag je de afmetingen van het huis waar je nu in woont gebruiken. C) In de badkamer wil je aan de muur tegels met een oppervlakte van 25cm2 plakken. Zoek op internet een leuke tegel uit. Bereken hoeveel tegels je nodig hebt. Indien je bij het huis geen maten van de badkamer hebt gevonden, mag je de afmetingen van het huis waar je nu in woont gebruiken. D) Met hoeveel personen ga jij in het droomhuis wonen? Zoek op internet uit hoeveel gas en energie je dan gemiddeld gaat verbruiken. Maak een tabel met vergelijkbare gegevens van 3 verschillende energie/gas aanbieders. Motiveer naar welke aanbieder je voorkeur uitgaat.
Ontwikkeld door Diny Veldstra
Opdracht 3: Make-up A) Bekijk de afbeelding. Welk deel van de make-up is geel? Schrijf het antwoord als breuk en als %. B) Zoek op internet of in een winkel naar 5 verschillende mascara’s, 5 verschillende lipgloss en 5 verschillende eyeliners. Maak een tabel van de prijzen. Zet het op volgorde van duur naar goedkoop. C) Stel je koopt al deze 15 producten. Hoeveel geld ben je dan kwijt? Hoeveel geld ben je kwijt aan de mascara’s? Hoeveel geld ben je kwijt aan de lipgloss? Hoeveel geld ben je kwijt aan de eyeliners? Hoeveel % is dit t.o.v. het totale bedrag wat je hebt uitgegeven? Bereken de % van elk product t.o.v. het totaalbedrag. D) Je moet sinterklaasinkopen doen voor een vriendin. Op haar verlanglijstje staat make-up. Je hebt €40,- te besteden. Je moet minimaal 3 cadeaus geven. Probeer de €40,- precies op te krijgen. Je mag producten op internet of in de winkel zoeken. Probeer minimaal 1 product met een kortingsactie te zoeken. Maak een tabel van de prijzen en producten. Beschrijf per product hoeveel % dit van het totale bedrag is. Beschrijf ook hoeveel korting je hebt gehad op het actieproduct in % en bedragen. Voorbeeld tabel: Product:
Prijs:
% prijs t.o.v. geheel
Bij kortingsactie; hoeveel korting?
Ontwikkeld door Diny Veldstra
Opdracht 4: Reistijd en reisvergoeding Zoek een leuk bedrijf uit op minimaal 15 kilometer vanaf jouw huis in je eigen werkveld. A) Welk bedrijf heb je gekozen? Wat is de afstand in kilometers en meters vanaf jouw huis naar het bedrijf? B) Voor dit verslag mag je zelf kiezen hoeveel uren je voor dit bedrijf wilt gaan werken. Je kunt kiezen uit de volgende 4 opties: 20 uur, 24 uur, 28 uur of 32 uur. Welke keuze heb je gemaakt? Je hebt in het jaar 8 weken vakantie. Hoeveel uren werk je in het jaar voor dit bedrijf? C) Je mag de gekozen uren verdelen over een aantal werkdagen in de week. Je mag niet minder dan 4 uren per dag werken en maximaal 8 uren per dag. Je verdient €10,75 netto per uur. Maak een rooster voor jezelf met daarin duidelijk hoeveel dagen per week je gaat werken en hoeveel je per dag verdient. Voorbeeld: Dag:
Aantal uren:
Netto verdiensten:
D) Je hebt een auto die op 1 liter benzine 14 kilometer rijdt. Bereken hoeveel liter benzine je per week nodig hebt om op je werk te komen en weer thuis te komen. Bereken ook hoeveel liter benzine je per jaar nodig hebt. Ga weer uit van 8 weken vakantie. E) Zoek uit hoeveel een liter benzine kost. Hoeveel ben je per jaar aan benzine kwijt? F) Je hebt per dag een lunchpakket ter waarde van €1,75 mee naar het werk. Bereken wat je per jaar verdient en wat je per jaar uitgeeft aan kosten voor het lunchpakket en de auto. Hoeveel geld houdt je netto over om aan andere dingen uit te geven? Tijdens de 8 weken vakantie krijg je evenveel uitbetaald als in de weken die je werkt.
Ontwikkeld door Diny Veldstra
Opdracht 5: Het mobieltje Voor deze vraag krijg je een budget van €600,- voor een heel jaar. Je mag helemaal zelf kiezen welke mobiel je wilt. Van deze €600,- moet je ook het hele jaar internetten, bellen en sms-en. A) Zoek een telefoon met abonnement en een prepaid telefoon uit. Beschrijf per maand en per jaar hoeveel je kwijt bent. Beschrijf ook per maand en per jaar het aantal belminuten, mb internet en het aantal sms’jes. Motiveer je keuze. B) Zoek van de telefoon met abonnement die je hebt gekozen een andere provider uit. Bij welke provider ben je goedkoper? Hoe groot is dit verschil per maand en per jaar?
Ontwikkeld door Diny Veldstra
Opdracht 6: De massage Zoek in een straal van 60 km rondom jouw woonplaats 4 verschillende locaties uit waar massages worden gegeven. Let op: zoek ook 4 verschillende soorten massage uit. Je gaat op 1 dag al deze massages volgen. A) Beschrijf de gekozen bedrijven en de massages. B) Maak een routekaart op schaal met daarop alle 4 bedrijven. Vermeld de schaal erbij. C) Je wilt op 1 dag alle 4 massages proberen. Maak een route langs deze bedrijven. Hoeveel kilometer leg je op die dag af? Hoeveel meter is dat? Zijn er nog andere routes mogelijk? Teken deze routes ook in op het kaartje. D) Hoeveel ben je op deze dag kwijt voor de massages? Maak een tabel met alle bedragen en het totaal bedrag.
Ontwikkeld door Diny Veldstra
Opdracht 7: Voeding Je gaat een week lang je voeding in kaart brengen. Dit kan door middel van een eigen logboek. Je kan ook op www.voedingscentrum.nl een account aanmaken. A) Bereken per dag het aantal calorieën per dag. B) Bereken het % koolhydraten, eiwitten en vetten per dag. C) Bereken in verhouding tot de hele week het aantal calorieën en % koolhydraten, eiwitten en vetten. D) Zoek uit welke vitamines er in je voeding zitten. Waarvoor zijn deze vitamines belangrijk? E) Zoek uit hoeveel producten met vezels je hebt gegeten. Waarom heb je vezels nodig?
Ontwikkeld door Diny Veldstra
Opdracht 8: Parfum
Maak en top 5 van jouw favoriete parfums. A) B) C) D) E)
Op welke keuzes heb je de top 5 gebaseerd? Omschrijf per parfum de geur. Omschrijf per parfum waar het potje vandaan komt. Maak een vragenlijst om de parfums te beoordelen. Hoe zou je de antwoorden op deze vragenlijst in een overzichtelijk bestand verwerken? Leg dit uit. F) Wat is het verschil in prijs tussen jouw goedkoopst gekozen parfum en jouw duurst gekozen parfum. G) Vergelijk nu de parfums naar verhouding van inhoud en prijs. Welke van de 5 parfums is nu het duurste?
Ontwikkeld door Diny Veldstra
Opdracht 9: Wellness bezoeken Je gaat een dagje op bezoek in de wellness. Stel je voor dat jij de eigenaar bent van dit wellnesscentrum. A) Wat vindt je het mooist in dit wellnesscentrum? B) Welke dingen zou jij veranderen in dit wellnesscentrum? C) Het is december, vlak voor kerst. Jij mag een mooie kerstkortingsactie bedenken. Wat voor actie zou je bedenken? D) Hoeveel mensen komen er ongeveer normaal op een dag in dit wellnesscentrum? Maak hier een schatting van en leg uit hoe je tot de schatting bent gekomen. E) Ga er vanuit dat door jouw actie op 1 dag 20 extra mensen komen. Hoeveel verdien je normaal op 1 wellnessdag op basis van jouw schatting. Hoeveel verdien je nu extra. Hoeveel is dit procentueel gestegen?
Ontwikkeld door Diny Veldstra
Opdracht 10: Het fitnesscentrum A) Zoek 4 verschillende cardioapparaten uit. Omschrijf de werking van het apparaat. B) Welke spiergroepen zijn belangrijk op de door jouw gekozen cardioapparaten. Noem de spieren in het Nederlands en in het Latijn. C) Bereken voor jezelf hoeveel kilocalorieën je in 30 minuten sporten op het apparaat verbrand. D) Maak een trainingsschema van 60 minuten cardio en plan er ook rust tussen. Hoe ziet jouw schema eruit? E) Hoeveel calorieën heb je naar deze training verbrand? F) Welke etensproducten staan gelijk aan dit aantal calorieën?
Ontwikkeld door Diny Veldstra
Opdracht 11: Het zwembad Je gaat thuis een zwembad bouwen. A) B) C) D)
Hoe lang, breed en hoog wil je dat het zwembad is? Bereken de inhoud van het zwembad in liters. Hoe warm wil je dat het zwembad is? Waarom kies je voor deze temperatuur? Ga er vanuit dat het water 10 graden is. Om 1 liter water, 1 graad op te warmen is 5 kj energie nodig. Hoeveel kilojoule energie heb je nodig om de temperatuur te krijgen die jij graag wilt? E) Stel je moet een gezellige avond organiseren in jou zwembad. Wie nodig je uit? Wat ga je doen? Bij deze avond hoort ook een hapje en drankje. Kies hapjes en drankjes uit. Wat moeten de deelnemers betalen? Motiveer je keuzes.
Ontwikkeld door Diny Veldstra
Opdracht 12: Warmte en luchtvochtigheid Ga naar de website: http://home.online.nl/deweerman/rtvu/omrekenaarvochtigheid.htm A) B) C) D)
Leg in eigen woorden uit wat luchtvochtigheid is. Zoek formules om kelvin en graden om te rekenen. Zoek 3 verschillende saunatemperaturen. Schrijf de temperaturen in kelvin en in graden. Wat is het verband tussen luchtvochtigheid en de saunatemperatuur?