Jaarverslag
’ 11
Vrijwillige bescherming steenuil en kerkuil in Noord-Brabant
Voorwoord
Colofon
’ 11
Samenstelling en eindredactie
Coördinatiepunt Landschapsbeheer Foto’s
Harry Fiolet, Marco Renes, Anita van Dooren en Jochem Sloothaak
Dankzij de gegevens die de uilenwerkgroepen aanleverden, konden we weer een goed overzicht
maken van de ontwikkeling van de steen- en kerkuilenstand in Noord-Brabant. Met niet minder dan
Ontwerp en opmaak
Linda van Eijndhoven, Hans van Loon x-hoogte, Tilburg Drukwerk
Drukkerij Gianotten Uitgavedatum
april 2012 Uitgave
Stichting Het Noordbrabants Landschap Coördinatiepunt Landschapsbeheer
Deze pdf is interactief. Op pagina 4 bij de inhoudsopgave kunt u doorklikken naar
631 broedgevallen zet de opwaartse trend van de steenuil door. Ook de kerkuilen lieten een lichte toename zien, maar zijn de sterke terugval van 2009 niet te boven.
Door het werk van alle uilenbeschermers krijgen deze prachtige vogels van het landelijk gebied een
kans, maar krijgen we ook een beeld van de kwaliteit van de leefomgeving. Want zonder insecten geen
het desbetreffende hoofdstuk.
steenuilen en zonder veldmuizen geen kerkuilen.
Wij wensen u veel leesplezier!!!
Uilenbeschermers en gastgevers zijn zo op een heel bijzondere manier betrokken bij het wel en
wee van de uilen, maar ook bij de kwaliteit van hun eigen leefomgeving. Juist die betrokkenheid is
essentieel in een tijd waarin de natuurbescherming in Nederland weer onder druk lijkt te staan. Ik zeg nadrukkelijk “lijkt”, want uit de elk jaar weer opnieuw getoonde inzet van natuurvrijwilligers ontstaat een ander beeld.
Postbus 80, 5076 ZH Haaren Telefoon: 0411 66 40 10 E-mail:
[email protected] Internet: www.brabantslandschap.nl
Jan Baan
Directeur Brabants Landschap
Bescherming Steenuil en Kerkuil in Noord-Brabant
Klik op de paginacijfers en ga naar het desbetreffende hoofdstuk
Inleiding
Inhoud
’ 11
Inleiding
33
>>>
Coördinatie en ondersteuning
44
>>>
om kasten voor de steen- en kerkuil te plaatsen, te
Omstandigheden seizoen
66
>>>
vrijwillige beschermers de ‘gastgevers’ van voorlichting-
De steenuil
88
>>>
medewerkers van het Coördinatiepunt Landschapsbeheer bij om te
De kerkuil
1616
>>>
Bijlagen
2323
>>>
In 2011 gingen ruim 250 uilenbeschermers op pad
controleren en te onderhouden. Daarnaast voorzien de
en informatiemateriaal. Waar mogelijk sprongen de veld
adviseren over erfbeplantingen of andere biotoopverbeterende maatregelen.
Zo kon wederom een compleet pakket aan hulpmiddelen aangeboden worden ten gunste van de steen- en kerkuil.
Het aanleveren van de gegevens is voor échte buitenmensen geen favoriete bezigheid. Toch waren eind 2011, nagenoeg alle resultaten van de kastcontroles binnen. Iedereen bedankt voor die bijdrage! Wij hebben er weer voor gezorgd dat al die
gegevens zijn verwerkt in dit jaarverslag. Zo draagt iedereen zijn steentje bij aan de Brabantse uilenbescherming.
Hoe dit allemaal georganiseerd wordt kunt u lezen in hoofdstuk 1. Het seizoen van vorig jaar was een
seizoen met extremen; Een record droog voorjaar,
gevolgd door een record natte zomer. Een uitgebreidere beschrijving van de weersomstandigheden is
te vinden in hoofdstuk 2. Welk beeld de verzamelde gegevens laten zien is te lezen in hoofdstuk 3 en 4. Per regio zijn van iedere uilenwerkgroep de resul-
taten weergegeven. Eerst gaan we in op het aantal broedgevallen en het broedsucces bij de steenuil
en vervolgens bij de kerkuil. De zogenaamde ‘olie-
vlekmethode’ die Brabantse groepen hanteren is we-
derom succesvol gebleken. In de bijlagen zijn tenslotte
de contactgegevens van de provinciale overleggroep en
de uilenwerkgroepen te vinden. Heeft u vragen of wilt u
bijdragen aan de bescherming van uilen, twijfel dan niet om contact met ons op te nemen!
3
Bescherming Steenuil en Kerkuil in Noord-Brabant
Jaarverslag
Coördinatie en ondersteuning Organisatie netwerk In Brabant is een provinciedekkend netwerk van 68
uilenwerkgroepen actief dat zich inzet voor het behoud
van de steen- en de kerkuil. Het Brabantse uilennetwerk kwam in 2003 tot stand dankzij de grote inzet van een
aantal fanatieke uilenbeschermers. Deze ‘regiocoördinatoren’ (3 voor de kerkuil en 3 voor de steenuil) brachten
bestaande groepen samen en richtten nieuwe uilenwerkgroepen op. De algehele aansturing en coördinatie vindt plaats door het Coördinatiepunt Landschapsbeheer bij
het Brabants Landschap, (verder in dit verslag genoemd
Tot 2010 werd de provinciale jaaravond uilenbescher-
aanwezig zijn op de planlocatie
Echter vanwege het toegenomen aantal bezoe-
kelingen. Als blijkt dat er uilen
moet er gecompenseerd worden als
voorwaarde voor een bouwvergunning. Het Coördinatiepunt en de regiocoördinatoren adviseren en begeleiden de werkgroepen bij de invulling van deze compensatie.
Activiteiten groepen De combinatie tussen voldoende nestgelegenheid en
een goede leefomgeving zijn essentieel voor het behoud
takenpakket. Per regio (west, midden en oost) zijn regio-
vrijwillige uilenbeschermers een centrale rol. Zij onder-
coördinatoren vrijwillig actief die zorgen dat ze op de
hoogte zijn van de stand van zaken binnen ‘hun’ groepen. Daarnaast stimuleren zij de aanlevering van plaatsings-
en broedgegevens en ondersteunen de groepen daarin. In iedere regio is tevens een veldmedewerker van het Coör-
dinatiepunt werkzaam die contacten met groepen onderhoudt, voorlichting geeft en de verspreiding van materiaal (o.a. nestkasten) in goede banen leidt. De bovenge-
noemde personen komen circa twee keer per jaar bijeen in de Provinciale overleggroep steenuil en kerkuil (zie bijlage 1). Deze overleggroep draagt ideeën aan voor een
betere uilenbescherming en brengt zaken ter discussie die spelen in het veld. Hierdoor vormt de overleggroep
een belangrijk klankbord bij het bepalen van toekomstige activiteiten met betrekking tot uilenbescherming.
Ondersteuning groepen Het Coördinatiepunt stelt nestkasten voor beide ui-
lensoorten kosteloos beschikbaar aan de aangesloten
groepen. Voorwaarde is dat deze op geschikte locaties
worden gehangen, en worden onderhouden en gecontroleerd door de werkgroep. De locaties van alle nestkasten worden geregistreerd in een database. Voor groepen die nestkasten op lastig bereikbare plaatsen controleren,
worden valbeveiligingssets in bruikleen gegeven. Aangezien groepen ook onkosten maken voor zaken als houtsnippers, ladders, vergaderingen, nieuwsbrief, etc., ont-
vangen zij hiervoor een jaarlijkse bijdrage. Tenslotte wor-
den er heel het jaar door op verzoek, ‘gastgever-avonden’, lezingen of cursussen verzorgd.
Steeds vaker worden uilenwerkgroepen gevraagd om
Een vernieuwde avond op een nieuwe locatie
band met ruimtelijke ontwik-
als ‘Coördinatiepunt’). Coördinator Soortenbescherming, Jochem Sloothaak, heeft de uilenbescherming in zijn
4
gegevens aan te leveren in ver-
van de steen- en kerkuil. Hierin speelt het netwerk van zoeken bijvoorbeeld waar de uilen zich bevinden en of
nestlocaties ontbreken. Ten behoeve van de verspreiding worden inventarisaties gedaan. Om vast te stellen of
geplaatste kasten gebruikt worden, worden kastcontroles uitgevoerd. Uilenbeschermers geven ook adviezen en tips aan de ‘gastgevers’ met betrekking tot biotoopverbeterende maatregelen. In veel gevallen zal een veldmede-
werker van het Coördinatiepunt tijdens een keukentafelgesprek nadere uitleg geven over de beste maatregelen en of er subsidiemogelijkheden zijn.
Door deze activiteiten worden belangrijke gegevens ver-
zameld die onder andere dit jaarverslag tot stand hebben
ming gehouden in De Druiventros in Berkel-Enschot. kers waren we toe aan iets groters. Het afgelopen seizoen werd daarom de jaaravond in
theater ‘De Speeldoos’ in Vught gehouden. Nadat de avond was geopend door Jan Baan,
directeur Brabants Landschap, nam Jochem Sloothaak het woord om de mooie resultaten van het
seizoen 2010 te bespreken. Vervolgens nodigde vogelicoon Nico de Haan iedereen uit voor een vogelquiz.
Afgewisseld met verhalen werden vragen en antwoor-
den doorlopen. Het gaf een leuke, interactieve invulling
aan de avond. Dim Stoop gaf op de avond uitleg over zijn nieuwste uitvinding: uitloopstokken van druivenranken.
enthousiaste beschermers spelen een prominente rol in
mogelijkheden voor de jongen ontbreken. Voor iedere
het vergroten van draagvlak onder het publiek heeft de
Een handig hulpmiddel voor nestkasten, waarbij uitloop-
maakt. Graag horen wij hoe de ervaringen zijn. Jochem
Sloothaak beëindigde de avond met een reeks foto’s van geschikte en ongeschikte nestkasten. De foto’s toonden aan welke factoren van invloed zijn op de bezetting van nestkasten.
‘Uilenbeschermers van het jaar’ waren Maaike Riemslag
broedgegevens’. Na afloop van ieder seizoen worden
van Nico de Haan ontvingen zij een Oorkonde en de
de ingevulde formulieren opgestuurd naar het Coördi-
natiepunt, waar alles wordt ingevoerd in de provinciale
de werkgroep ‘Biodiversiteit’ van hun gemeente. Naast werkgroep ook concrete projecten uitgevoerd. Met het
uilenwerkgroep had hij twee uitloopstokken klaarge-
gebracht. Territoria, vrije broedgevallen, en broedgevallen in kasten worden geregistreerd in het ‘Invulformulier
’ 11
project ‘Erven in het groen’, werden ondermeer houtsin-
gels, hoogstamfruitbomen en knotbomen aangeplant in het leefgebied van de steenuil. De uilenwerkgroep orga-
niseerde informatieavonden voor gastgevers en verzorgde lessen op 3 basisscholen. Binnen de gemeentegren-
zen staat overigens niet alleen de steenuil, maar ook de kerkuil letterlijk op de kaart en is dankzij de uilenwerk-
en Jos Dilven van de Uilenwerkgroep Gilze. Uit handen
groep een succesvolle samenwerking ontstaan met de
Uilenbal, een cheque ter waarde van 250 euro. Deze
Brabantse werkgroepen!
gemeente. Hierdoor zijn zij een voorbeeld voor andere
database. Bruikbare gegevens worden vervolgens aan-
geleverd voor de landelijke database. Deze gegevens zijn van belang omdat ze aantonen dat de huidige wijze van bescherming werkt!
Tevens organiseren groepen streekbijeenkomsten
waarop gastgevers, uilenbeschermers en andere geïnteresseerden geïnformeerd worden over de bescherming van de steen- en kerkuil in het bijzonder en de overige
Nederlandse uilensoorten in het algemeen. De bescher-
ming van de kerk- en de steenuil heeft zich ook verbreed.
Zoals u in de vorige paragraaf heeft kunnen lezen komen groepen steeds vaker in actie wanneer door ruimtelijke ontwikkelingen de nestplaats of het foerageerbiotoop van de vogels wordt bedreigd.
terug naar Inhoudsopgave
>>>
5
Bescherming Steenuil en Kerkuil in Noord-Brabant
Jaarverslag
Omstandigheden 2011
Figuur 1 ˘ Verloop temperatuur (lijnen) en neerslag (kolommen) in de eerste helft van 2011 160
In de uilenbescherming is nauwelijks sprake van een
duidelijk beschermingsseizoen, zoals je dat bij weidevo-
Jan
Feb
Mrt Apr Mei Jun
Kasten Inventaribijplaatsen seren
Kasten schoonmaken
Temperatuur: koude wintermaanden, een gemiddeld voorjaar en een warme zomer
geschikte locaties nog kasten worden bijgeplaatst en even-
December maakte de winter van 2010/2011 vrij koud.
tueel de laatste bestaande kasten worden schoongemaakt. In maart en april worden door uilengroepen de roepende steenuilen geïnventariseerd. Dit om met name een
beeld te krijgen van de bezetting in hun gebied. Steenuilen zijn dan duidelijk hoorbaar als ze met hun roep hun territoriumgrenzen bepalen.
In de maanden april en mei worden de eerste eieren
gelegd, mits er voldoende voedselaanbod is. Het bebroeden van de eieren begint zowel bij de steenuil als bij de kerkuil al bij het eerste of tweede ei en duurt zo’n 26
(steenuil) tot 32 (kerkuil) dagen. In deze periode zijn de uilen erg storingsgevoelig.
Begin juni zijn er de jonge uilskuikens die 4 (steenuil)
tot 8 weken (kerkuil) nodig hebben om groot te worden.
Deze periode is het meest geschikt voor controles van de
dan gemiddeld. Op 16 januari werd in Woensdrecht de
landelijk hoogste temperatuur gemeten: 13,4 °C. Maart week qua temperatuur nauwelijks af van het gemid-
delde, maar april was daarentegen uitzonderlijk zacht. April belandde daardoor in de top drie van zachtste
aprilmaanden sinds 1706. Ook mei en juni verliepen
warm. De zomermaanden juli en augustus waren juist
In oktober en november worden de nestkasten schoongemaakt, zodat deze weer klaar zijn voor het volgende seizoen.
4
20
2
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
0
verloop, waardoor lastig te zeggen is wat dit voor een
cord aan tekort aan neerslag in het voorjaar werd daar-
maand maart, die iets was
effect heeft gehad op het broedseizoen.
Neerslag: een witte winter en een droog voorjaar De winter van 2010/2011 was de derde winter op rij
werd het flink warmer en viel een gemiddelde hoeveel-
tember uitvliegen.
6
40
de Takkeling bleek een
In juli zijn de meeste uiltjes uitgevlogen. Als de omstantweede broedsel, waarvan de jongen soms pas in sep-
8
Temp (2011)
woonlijk pas drie maanden later, eind juli, begin augus-
warme septembermaand. Al met al een zeer wisselvallig
met flinke sneeuwval. Bijna de hele maand december
digheden goed zijn, starten de sterkste broedparen een
Temp (normaal)
weer koeler dan gemiddeld, opgevolgd door een zeer
kasten. Bij uilen met jongen is de verstoring veel kleiner dan bij uilen met eieren.
10
60
0
Neerslag (2011)
12
80
De eerste maanden van 2011 begonnen echter warmer
Neerslag (normaal)
14
100
Maandsom neerslag (mm)
Het begint eigenlijk al in januari en februari wanneer op
16
120
gelbescherming wel duidelijk hebt. Jaarrond is er werk aan de winkel voor uilenbeschermers.
18
140
Jul Aug Sep Okt Nov Dec
Kastcontroles
20
Maandgemiddelde temperatuur (ºC)
Hoe ziet een beschermingsseizoen eruit?
’ 11
lag er enkele centimeters sneeuw. In januari en februari heid regen. Een droge aprilmaand volgde op een eveneens zeer droge maand maart. In combinatie met een
hoge temperatuur en veel zonneschijn heeft dit geleid tot een groot neerslagtekort van ca. 100 mm. Een dergelijk neerslagtekort is uitzonderlijk zo vroeg in het jaar. Zulke waarden worden vaker bereikt, maar ge-
tus. In mei, juni en juli viel juist veel neerslag. Het remee opgevolgd door een record aan teveel aan neer-
opvallend lage stand in de
aangetrokken in augustus en in januari al veel beter was.
slag in de zomer.
Door de aanhoudende droogte in het vroege voorjaar
was het voedselaanbod voor de uilen slecht. Alleen de
Op de zandgronden lijkt de muizen-
voldoende voedsel vinden om in broedconditie te ko-
geweest te zijn, maar aan het eind van het jaar flink
sterkste vogels met de beste jachttechnieken konden
stand dus vroeg in het seizoen zeer slecht
men. Een groot deel van de vogels lukte dat niet en begonnen in 2011 veel later dan normaal met broeden.
verbeterd. In hoofdstuk 4 kunt u lezen welke gevolgen
dit had op de kerkuilen in Midden en Oost-Brabant. Hoe
het op de kleigronden gesteld was is moeilijk te zeggen,
Voedsel: In het voorjaar weinig muizen en weinig insecten
maar daar is de situatie vaak minder slecht gesteld. Wij
De belangrijkste voedselbron voor de kerkuil is de
gen, op meer plaatsen, dat is wat we nodig hebben!”
sluiten ons aan bij de oproep van Bijlsma: “Meer tellin-
veldmuis. Er zijn maar weinig mensen die op een ge-
standaardiseerde methode muizenholletjes tellen, maar Rob Bijlsma is er één van! Hij telt al tientallen jaren de
actieve holletjes in West-Drenthe (zie figuur 2). Dat gebeurt in 35 plots op grasland in de maand maart en
augustus. Uit de resultaten die werden gepubliceerd in
Wat verder in het veld opviel, was het lage aantal in-
secten dat op de percelen aanwezig was. Zo hadden de weidevogels, met in het bijzonder de kievit, hier zwaar onder te lijden. Het gebrek aan neerslag en de hoge
temperatuur zorgde ervoor dat de bodem uitdroogde en
het aantal insecten en bodemdieren drastisch afnam. Of dit zijn uitwerking heeft gehad op het broedsucces van de steenuil is te lezen in hoofdstuk 3.
Figuur 2 ˘ Ontwikkeling aantal actieve holletjes van de veldmuis voor West-Drenthe (Rob Bijlsma, 2012)
6
terug naar Inhoudsopgave
>>>
7
Bescherming Steenuil en Kerkuil in Noord-Brabant
Jaarverslag
’ 11
De steenuil Gegevens zijn voor de volle 100% aangeleverd! In 2011 werden door alle 58 steenuilenwerkgroepen
totaal) en territoria van de steenuil in Brabant weergegeven. Het hoogtepunt lijkt nog niet te zijn bereikt.
gegevens aangeleverd van de kastcontroles. Met ge-
paste trots kunnen wij u mededelen dat dit al voor het heid werk die hiermee gemoeid is, kunnen we behaalde successen laten zien. En dat is belangrijk in tijden dat iedere financiële uitgave ter discussie wordt gesteld.
Het totaal aantal geregistreerde broedgevallen van
Deze groep heeft tevens de hoogste bezettingsgraad
gevallen namelijk met 29 broedsels naar 166, waarvan 151 kast broedgevallen en 15 vrije broedgevallen. Het 73%
78%
Leeg
Bewoond Bebroed
40
Flinke toename ten opzichte van 2010
Hoewel in alle regio’s een flinke toename is geregis-
West-Brabant het kleinst. In 2011 steeg het aantal broed-
80 60
De groep met de meeste broedgevallen (30) is de Uilen-
treerd in het aantal broedgevallen, is deze toename in
100
derde jaar op rij het geval is. Door de enorme hoeveel-
Grootste toename in Oost-Brabant, kleinste toename in West-Brabant
aantal vrije broedsels is daarmee 9% van het totaal en het laagste aandeel van de drie Brabantse regio’s.
20
de steenuil in 2011 eindigde op 631. Ten opzichte van
2010 betreft dit een toename van 18%! Waarschijnlijk
heeft het hoge broedsucces in 2010 hieraan bijgedragen. Aangezien het aantal vrije broedgevallen (in knotbo-
men, onder de pannen of in schuurtjes) licht afnam (van 107 naar 86), is de toename vooral te danken aan meer
0
Uilenwerkgroep 2010
de jaren 2010 en 2011
broedgevallen in nestkasten. Daarmee wordt aangecesvolle beschermingsmaatregel is.
Bezettingsgraad verbeterd Hoewel er ruim 150 nestkasten werden bijgeplaatst
Het aantal plaatsen waar tijdens de kastcontroles wel
in 2011, raakte een groter aandeel van alle nestkasten
steenuilen op de nestplaats zijn waargenomen zonder
bewoond. Dit wordt veroorzaakt door de grote toename
dat die gebroed hebben, is ook flink toegenomen (van
in aantallen broedsels en uilenactiviteiten dat geregis-
98 naar 141). Dit is opvallend, omdat dit toch iets zegt
treerd werd in 2011. In figuur 4 is te zien dat het aandeel
over de conditie van de oudervogels of het aandeel in-
lege nestkasten ten opzichte van 2010 daardoor afnam
dividuele mannetjes. Het inventariseren van roepende
met 5% tot 73%. Het plaatsen van nestkasten nabij be-
mannetjes voorafgaand aan het broedseizoen leverde 35 territoria op. In figuur 3 is de ontwikkeling van het
aantal geregistreerde broedgevallen (in nestkast, vrij en
1
VWG Bergen op Zoom
5
3
6
9
10
toond dat het plaatsen van nieuwe nestkasten een suc-
(52%) van de nestkasten, afgezet tegen een gemiddelde van 26% in de hele regio. Verder is het opvallend dat de UWG Breda op maar liefst 10 locaties wel uilen heeft
aangetroffen op de nestplaats, maar dat deze niet tot
broeden zijn gekomen. Waar dit door komt is onduidelijk.
Kast broedgeval Vrij broedgeval
Activiteit
Territorium
Bezettingsgraad
District West
2011
Figuur 4 ˘ Bezetting nestkasten voor de steenuil in
werkgroep Drimmelen en Den Hout van Harry Fiolet.
11
12
14
16
17
18
19
21
22
3
0
0
0
UWG Breda
21
2
10
0
UWG Drimmelen & Den Hout
28
2
5
VWG Ken en Geniet (Dongen)
12
3
VWG Etten-Leur
Mark en Leij (Alphen)
VWG IVN Mark & Donge VWG Altenatuur
Mark en Leij (Baarle-Nassau) IVN De Waerdman (West) IVN De Waerdman (Oost) UWG Raamsdonk
Uilenwerkgroep Gilze en Rijen
UWG Klundert en Zevenbergen
UWG Roosendaal, Rucphen en Sprundel Subtotaal
11
6
3
1
1
4
0
1
0
29
0
8
8
0
0
0
1
5
13
2
5
0
1
3
1
0
3
4
4
0
1
151
15
1
1
2
39
0
0
17%
25%
27%
12%
0
52%
0
33%
0
19%
0
28%
0
16%
0
21%
0
23%
0
20%
0
31%
0
0
0
75%
14%
26%
staande broedlocaties (de olievlekmethode) is hierin een succesvolle aanpak gebleken.
700
Figuur 3 ˘ Ontwikkeling aantal geregistreerde broedgevallen (in
600
nestkast, vrij en totaal) en
activiteit van de steenuil in
500
Brabant
400 300
Aantal kast broedgevallen
200
Aantal vrije broedgevallen
100
Totaal aantal broedgevallen
0
2004
8
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Aantal activiteit
terug naar Inhoudsopgave
>>>
9
Jaarverslag
’ 11
De regio Oost-Brabant komt in meerdere opzichten ‘het
regio aangetroffen. Vogelwerkgroep De Maasheggen
len geregistreerd (257), de sterkste toename (+35) en de
dan 10 nestkasten onder beheer hebben, springen er
beste uit de kast’. Er zijn in 2011 de meeste broedgevalregio heeft veruit de hoogste bezettingsgraad (34%). In totaal werden 223 kast broedgevallen en 34 vrije
broedgevallen door de uilenwerkgroepen doorgegeven. De meeste broedgevallen van Brabant werden in deze Uilenwerkgroep
registreerde 41 broedgevallen. Van de groepen die meer twee groepen qua bezettingsgraad uit; Vogelwerkgroep Uden (werkgebied Uden) en Vogelwerkgroep ’s-Hertogenbosch eo.
Kast broedgeval Vrij broedgeval
Activiteit
Territorium
Bezettingsgraad
District Oost 101
VWG IVN Grave
16
0
1
0
52%
103
SMS/NMC Schijndel
22
1
3
0
32%
VWG De Maasheggen
38
0
40%
0
43%
0
25%
102
104
106
108
109
110
111
112
113
In de regio Midden-Brabant nam het aantal broedgevallen toe met 32 broedsels tot 208, waarvan 171 kast
broedgevallen en 37 vrije broedgevallen. In deze regio
werden wel beduidend minder vrije broedgevallen aangetroffen dan in 2010, maar nog altijd het hoogste aantal binnen Brabant.
Uilenwerkgroep
De werkgroep met de meeste broedsels is ook dit jaar VWG De Kempen met 35 broedgevallen. De hoogste
bezettingsgraad (36%) wordt gehaald door de Natuur-
werkgroep Liempde. In de regio Midden-Brabant zijn gemiddeld 22% van de nestkasten bezet door steenuilen.
52
53
54
55
57
61
62
63
64
65
66
68
69
71
72
73
VWG Midden-Brabant
WNL Oost-, West- & Middelbeers Natuurwerkgroep Liempde
Kast broedgeval Vrij broedgeval
Activiteit
14
4
8
0
Territorium
17
2
0
Kerk- en Steenuilgroep Vught
10
0
8
VWG IVN Oirschot
13
VWG Geldrop
0
VWG IVN Valkenswaard VWG De Kempen
VWG De Pailjaart (Best) UWG Heeze
IVN Son en Breugel
7
4
0
32
Bezettingsgraad
3
12
27%
1
22%
0
14%
0
3
23
0
0
0
7
0
0
6
0
9
2
171
0
0
1
SWG Hilvarenbeek
1
1
2
0
2
0
0
0
17%
8%
118
122
105
0
37
53
24
0
IVN Cranendonck
VWG Heemk. Gemonde SWG De Peel
VWG Vinkel e.o.
VWG Maasdonk IVN Bernheze
18
0
0
0
2
0
0
0
3
17
0
1
5
8
2
20
0
2
0
8
3
1
4
0
1
0
0
9
0
VWG De Kulert (Deurne)
VWG Uden (werkgebied Uden)
Uilengroep IVN Veghel
131
11
1
VWG Geffen
125
128
0
3
0
123
130
0
4
Nestkastenwerkgroep Budel
0
7
VWG Boekel
VWG Uden (werkgebied Keldonk-ErpBoerdonk) VWG Uden (werkgebied MariaheideVeghel-Vorstenbosch) VWG Oss
124
1
4
8
8
5
11
0
37%
55%
27%
0
44%
0
38%
0
17%
0
48%
0
13%
0
0
31%
12%
0
38%
12
0
4
3
0
0
29%
1
0
0
0
100%
2
2
0
0
VWG Ravenstein e.o.
6
0
VWG Cuijk
3
1
1
0
0
Subtotaal
223
34
49
11
34%
Totaal
545
86
141
35
27%
UWG Rosmalen
1
3
2
0
0
52%
3
5
2
0
VWG 's-Hertogenbosch eo
UWG IVN ’s Hertogenbosch
1
2
0
37%
0
71%
8%
43%
0
28%
0
17%
0
21%
4%
4%
14%
23%
4
VWG Gemert
1
32%
22%
3
VWG 't Vuggelke
14
-
3
4
3
17%
36%
0
9
1
1
13%
0
0
0
16
SWG Oisterwijk
0
14
Vogelasiel Second Chance
SWG Hei, Heg en Hoogeind
5
0
6
0
Subtotaal
10
15
0
WNL Boxtel
117
127
9
Heemnatuurgroep Sint-Oedenrode
115
116
107
District Midden 51
114
VWG De Ortolaan (Laarbeek)
33%
16%
22%
11
Jaarverslag
Broedsucces in 2011 toegenomen Hoewel uilenbeschermers het aantal
kascontroles per kast zo veel mogelijk te beperken, kan aan de hand van de eind-
conclusies toch iets gezegd worden over
’ 11
aantal eieren per broedsel, met 3,7 niet veel verschilt
van andere jaren. Bij de geslaagde broedsels (broedsels waarvan de eieren daadwerkelijk werden uitgebroed) werd gemiddeld 3,3 jong in de kast aangetroffen.
het broedsucces. Een vergelijking tussen
verschillende seizoenen geeft in ieder geval
Wat wel verschilt tussen de jaren is het aantal uitgevlo-
gen jongen per broedsel. In figuur 6 is te zien dat in 2011 een recordhoogte van 3,1 uitgevlogen jong per broedsel
werd bereikt. Volgens de aangeleverde gegevens verlieten minimaal 1.146 jongen de nestkast. Blijkbaar waren
de opgroeiomstandigheden voor de steenuilen goed. In 2010 verlieten gemiddeld 3 jongen de kast en dit vormde, zoals verwacht, een goede basis voor het volgende broedseizoen. Verder is te zien dat het gemiddelde
2011
2010
2008
2011
1,5
2009
broedpaartje, dan van het voedselaanbod.
2,0
2010
centage meer afhankelijk is van de ervarenheid van het
2,5
2008
jaren. Dit zou erop kunnen duiden dat het slagingsper-
2009
van de broedsels verschilt sowieso amper tussen de
3,0
2011
welijks hoger dan in 2010. Het slagingspercentage
3,5
2010
met 91,4% goed te noemen. Dit is met 0,2% nau-
4,0
2008
Het aandeel geslaagde broedgevallen in 2011 is
2009
een goed beeld van de omstandigheden.
1,0 0,5 0,0 eieren per broedsel
jongen per succesvol broedsel
uitgevlogen jongen per succesvol broedsel
Figuur 6 ˘ Aantal geregistreerde eieren per broedsel en jongen of uitgevlogen jongen per succesvol broedsel in de jaren 2008-2011
Figuur 5 ˘ S preiding van nestkasten, broedgevallen, uilenactiviteit en territoria van de steenuil in 2011
Lith
Woudrichem
Aalburg
Drimmelen
's-Hertogenbosch Geertruidenberg
Steenbergen
Halderberge
Dongen Loon op Zand
Bergen op Zoom
Uden
Schijndel Veghel
Etten-Leur
Breda
Tilburg
Boxtel
Gilze en Rijen
Roosendaal
Mill en Sint Hubert
Vught Sint Michielsgestel Haaren
Boekel
Best
Goirle Oirschot
Baarle-Nassau
Eindhoven
Eersel Reusel-De Mierden
Waalre
Bladel
Deurne
Someren
Asten
Heeze-Leende
vrij broedgeval
activiteit in nestkast maar geen broedgeval
Mierlo Geldrop
Veldhoven
Baarle-Nassau
broedgeval in nestkast
Son en Breugel
Nuenen Gerwen en Nederwetten Helmond
Hilvarenbeek Baarle-NassauBaarle-Nassau
Woensdrecht
Boxmeer
Gemert-Bakel
Laarbeek
Rucphen Alphen-Chaam
Sint Anthonis
Sint-Oedenrode
Oisterwijk
Zundert
Cuijk
Landerd Bernheze
Moerdijk Oosterhout
Grave
Maasdonk
Heusden
Waalwijk
Ravenstein
Oss
Werkendam
Valkenswaard Bergeijk
Cranendonck
vastgesteld territorium
12
onbewoonde nestkast
13
Bescherming Steenuil en Kerkuil in Noord-Brabant
Jaarverslag
’ 11
Compensatie voor een uil? Iedere uilenbeschermer heeft wel eens te maken gehad
waarover de aanvrager van een ontheffing informatie
heden in een kerk of de uitbreiding van koeienstallen.
schermers, gastgevers, gemeentes, waterschappen en
met de afbraak van een vervallen schuurtje, werkzaam-
Meestal wordt in goed overleg naar een passende oplossing gezocht om de aanwezige uiltjes te behouden. Dan zijn gastgever en beschermer tevreden en kunnen de uiltjes blijven.
Toch komen er steeds vaker situaties voor waarin een
oplossing niet zo eenvoudig gevonden is. Plots hebben initiatiefnemer, gemeente, adviesbureau en de uilen-
moet verstrekken. Wij proberen samen met uilenbe-
adviesbureaus de beste invulling te vinden voor de uilen. In Brabant zijn gelukkig voldoende voorbeelden waarin dit is gebeurd. Onder andere in Breda, Bladel, Haaren,
Herpt, Heusden, Deurne, Middelbeers, Gilze-Rijen, Valkenswaard en Udenhout zijn compensatieprojecten opgestart of uitgewerkt.
werkgroep verschillende belangen bij een geplande ontwikkeling.
Naast het aanbieden van geschikte broedplaatsen
(nestkasten) en het verbeteren van het biotoop (erfbeplantingen) worden uilen ook op een andere manier beschermd. Namelijk door de wet. De broed- en/of
verblijfplaats plus het leefgebied van de steenuil en
de kerkuil worden door de Flora- en Faunawet (FF-wet) jaarrond beschermd. Toch is het niet zo dat bouwpro-
jecten geen doorgang kunnen krijgen als er steenuilen huisvesten. Als er tijdig en voldoende gecompenseerd wordt kan een ontheffing verkregen worden. In 2012
wordt hiervoor een ‘soortenstandaard’ voor de steen- en
kerkuil opgesteld. Daarin worden de punten aangegeven
14
15
Bescherming Steenuil en Kerkuil in Noord-Brabant
Jaarverslag
De kerkuil
’ 11
600
Kerkuil weet zich te handhaven
Landelijk meer broedsels op de kleigronden
Zestig van de 68 kerkuilenwerkgroepen levereden in
De landelijke resultaten weken in 2011 niet veel af
500
van de Brabantse. Met in totaal 2.222 broedsels was er
eindigde in op 294, waarvan 280 in een nestkast en 14
natuurlijk het ontbreken van broedgevallen in Zeeland.
300
verslag nog niet beschikbaar. Als we dit aantal voorzich-
200
ten. Het totaal aantal geregistreerde broedgevallen
een stijging van 1% ten opzichte van 2010. Opvallend is
Deze gegevens waren tijdens het opstellen van het jaar-
het niveau van de topjaren 2007 en 2008.
Figuur 7 ˘ Ontwikkeling aantal broedgevallen kerkuil in Noord-Brabant
bur g Lim
nt rab a N-B
Zee lan d
llan d Z-H o
nd olla N-H
Utr ech t
nd Flev ola
lan d Gel der
sel
redelijk op niveau.
0
rijs
zenstand hier, ondanks het extreem droge voorjaar, nog
Ove
zich goed te handhaven, maar zitten helaas nog niet op
name zien in het aantal broedsels. Mogelijk was de mui-
100
nth e
daan van kerkuilen op een nestplaats zonder dat ze tot
Holland, Flevoland en Zeeland) lieten duidelijk een toe-
Dre
Wederom werden een flink aantal waarnemingen ge-
7%. Provincies op kleigrond (Groningen, Friesland, Zuid-
lan d
extreme droogte pas laat op gang kwam.
tig inschatten op 100 broedsels, is de landelijke stijging
Frie s
broedsels. Een teken dat het broedseizoen vanwege de
gen
het aandeel zeer late broedsels en verschillende tweede
nin
lichte toename ten opzichte van 2010. Opvallend was
broeden kwamen (51). De Brabantse kerkuilen weten
2011
Gro
op een vrije broedplaats zijn aangetroffen. Dit is een
2010
400
2011 hun gegevens aan van de beschermingsactivitei-
Figuur 8 ˘ Aantal broedgevallen kerkuil per provincie
Eén op de zes kasten bezet In 2011 stond de teller van het totaal aantal kerkui-
500
waarnemingen van uilenactiviteit in de nestkast, is de
400
totale bezetting 17%. Dit betekent dat één op de zes
350
3%
de bezetting van nestkasten voor de steenuil (27%). In
250
figuur 9 is weergegeven dat 3% van de nestkasten be-
200
woond was en 14% bebroed.
150 100
Bebroed
Bewoond
Leeg
Figuur 9 ˘ Bezetting nestkasten voor de
50
16
14%
nestkasten in 2011 bezet was. Dit is beduidend lager dan
300
0
83%
lenkasten op 2.037. Met 280 kast-broedgevallen en 61
450
kerkuil in 2011
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
2011
terug naar Inhoudsopgave
>>>
17
Bescherming Steenuil en Kerkuil in Noord-Brabant
Jaarverslag
Toename in West-Brabant, afname in Oost-Brabant
van Altenatuur in hun gebied met 18 broedsels het
Evenals in 2010 werden in de regio Midden-Brabant de
dan 10 nestkasten onder beheer hebben, bleek de Uilen-
De uilenwerkgroepen in regio West-Brabant regis-
Uilenwerkgroep Bergen op Zoom en de Vogelwerkgroep
naar 74, dankzij 3 nieuwe vrije broedgevallen. In deze
de hoogste bezetting (44%) te hebben. Maar liefst 12 van
treerden een behoorlijke toename van 31 broedgevallen. Met 115 broedsels in de nestkasten en 6 vrije broedsels
heeft deze regio het hoogste aantal broedsels van Bra-
bant. Van de uilenwerkgroepen heeft de vogelwerkgroep Uilenwerkgroep
grootste aandeel broedsels. Kort daarachter volgen de
Zundert (17 en 16 broedsels). De hoogste bezettingsgraad
van de nestkasten met 59% heeft Vogelwerkgroep EttenLeur, afgezet tegen een gemiddelde bezettingsgraad van
minste broedsels aangetroffen. Het totale aantal steeg regio vond Vogelwerkgroep de Kempen wederom het
hoogste aantal broedsels (15). Van de groepen die meer
6
13
20
27
41
44
45
51
52
54
58
59
60
73
74
80
81
82
IVN De Waerdman
Kast broedgeval Vrij broedgeval
Activiteit
0
0
UWG Bergen op Zoom
15
2
2
VWG Zundert
16
0
0
3
0
0
VWG Etten-Leur
VWG Altenatuur
UWG Oud Gastel (Roosendaal) UWG Drimmelen & Den Hout Mark & Leij (Chaam)
Mark en Leij (Alphen)
9
9
18
5
11
0
1
0
2
1
2
0
UWG Ulvenhout
0
0
VWG Altenatuur (Biesbosch)
0
IVN VWG Valkenswaard
0
Raamsdonk
UWG Baarle (Mark en Leij) UWG Gilze en Rijen UWG Breda
UWG Klundert en Zevenbergen
UWG Roosendaal, Rucphen en Sprundel Subtotaal
de 27 nestkasten waren in 2011 bezet. Gemiddeld was de bezetting van de nestkasten in regio Midden 17%.
Bezettingsgraad
Uilenwerkgroep
Kast broedgeval Vrij broedgeval
Activiteit
Bezettingsgraad
Regio Midden 7
VWG Ken en Geniet (Dongen)
werkgroep Hilvarenbeek onder leiding van Peer Busink
alle kerkuilenkasten in West-Brabant van 20%.
Regio West 2
18
’ 11
1
4
3
3
7
2 115
0
0
3
1
6
7
KWG Oisterwijk-Haaren
2
47%
17
0
10%
0
11%
34
0%
37
0
0
0
19%
23
19%
33
9%
24%
8
46%
0
0
14
9%
4
1
0
8
0
0
0
36%
Heemnatuurgroep Sint-Oedenrode
5
10
0
0
24%
4
59%
0
0
9%
32
35
43
0%
46
33%
66
5%
19%
3
23%
22
20%
57
68
71
88
KNNV VWG Eindhoven
Natuurwerkgroep Liempde VWG De Kempen
VWG De Pailjaart (Best) VWG Geldrop
0
7
14
2
1
5
21%
21%
16%
0
0
0
3
3
5
4
VWG De Kempen
6
Subtotaal
1
1
4%
0
Kerk- en Steenuilgroep Vught
UWG Son en Breugel
14%
1
0
3
SWG Helvoirt eo
0
6
VWG Midden-Brabant
UWG Hilvarenbeek
0
0
20%
0
VWG IVN Oirschot
19%
0
IVN Riethoven
JNW Zijtaart
15%
0
0
0
WNL Boxtel
0
1
VWG IVN Valkenswaard
WNL Oost-, West- & Middelbeers
1
3
-
0
0
0
0
0
0
2
0
67%
0%
0%
0
100%
5
30%
0
7
23%
44%
0
6
3
3
10%
17%
-
-
1
0
0
68
6
30
21%
-
10%
19
Bescherming Steenuil en Kerkuil in Noord-Brabant
Jaarverslag
’ 11
Figuur 10 ˘ Spreiding van nestkasten, broedgevallen, uilenactiviteit van de kerkuil in 2011
Lith
Woudrichem
Aalburg
Drimmelen
Geertruidenberg
Oosterhout
Halderberge
Heusden
Waalwijk
Dongen Loon op Zand
De broedresultaten in regio Oost-Brabant vielen het
afgelopen seizoen tegen. Het totaal aantal broedgeval-
len zakte van 121 in 2010 naar 99 in 2011. Mogelijk was de muizenstand op de hoge zandgronden niet optimaal. De meeste broedgevallen werden aangetroffen door Vo-
gelwerkgroep De Maasheggen (15). Van de groepen die
Roosendaal
Etten-Leur
Tilburg
Boxtel
Best
Goirle Oirschot
Eindhoven
Baarle-NassauBaarle-Nassau
Eersel
hebben. Gemiddeld genomen was de bezetting van de
Reusel-De Mierden
Kast broedgeval Vrij broedgeval
Activiteit
1
11
12
15
16
18
19
21
IVN Cranendonck
VWG IVN De Groene Overlaat (Cuijk) VW De Maasheggen
VWG De Torenvalk (Zeeland) VWG De Kulert (Deurne)
0
0
15
0
0
1
0
7
VNW 's Hertogenbosch e.o.
9
VWG KNNV Helmond
2
1
0
0
0
100%
0
0%
1
0
0
1
0
0
0
23%
11%
10%
3%
18%
VWG IVN Waalre
0
0
28
VWG Oss
0
0
0
1
11%
30
UWG Heeze
0
0
1
25%
48
UWG De Peel
7
0
0
9%
25
29
40
49
50
56
61
63
64
65
67
69
70
78
Vogelwacht Uden (Werkgebied Mariaheide - Veghel - Vorstenbosch) Vogelwacht Uden (Werkgebied Odiliapeel - Volkel - Zeeland) VWG Heemk. Gemonde
2
4
3
UWG Schijndel
12
VWG IVN Bakel ('ut Vuggelke')
0
VWG Bernheze (Vinkel e.o.)
1
Vogelwacht Uden (Werkgebied Keldonk - Erp - Boerdonk) IVN Bernheze
5
Valkenswaard Bergeijk
0%
0
0
0
0
0
0
1
12%
8%
0%
worden over het broedsucces. Een vergelijking tussen verschillende seizoenen geeft in ieder geval een goed
beeld van de omstandigheden. Van de 294 geregistreer-
de broedgevallen slaagden er 281 en mislukten 13 broed-
94%
21%
93%
29%
92%
9%
91%
0%
90%
1
36%
89%
0
64%
88%
0
0
7%
97
2
9
14%
280
14
61
17%
4
0
1
0
0
0
0
2
3
0
7
0
1
0
0%
38%
broedsels (96%) dan in 2010. In figuur 11 is te zien dat de afgelopen 10 jaar het slagingspercentage van de broed-
sels licht is toegenomen. Als we de slagingspercentages vergelijken met het aantal broedsels, valt op dat jaren met veel broedgevallen niet per definitie de jaren zijn met hoge slagingspercentages.
95%
9%
0%
sels. Daarmee slaagde een aanzienlijk groter deel van de
96%
50%
Vogelwacht Uden (Werkgebied Venhorst - Boekel)
Totaal
0
0
0
Toch kan aan de hand van de eindconclusies iets gezegd
2
0
Subtotaal
0
10%
verstoring, de frequentie van de kastcontroles beperkt.
0
1
VWG Ravenstein
VWG De Peel
0
0
Ook bij de kerkuilkasten wordt, vanwege eventuele
0
0
VWG Maasdonk
Cranendonck
Broedsucces redelijk
0
VWG IVN Grave eo VWG Geffen
Asten
40%
0
0
24
Someren Heeze-Leende
activiteit in nestkast maar geen broedgeval
Bezettingsgraad
6
22
20
2
4
VWG Gemert
Deurne
onbewoonde nestkast
VWG De Ortolaan (Laarbeek) UWG De Peel
Waalre
Bladel
vrij broedgeval
Regio Oost 9
Mierlo Geldrop
Veldhoven
Baarle-Nassau
Woensdrecht
Son en Breugel
Nuenen Gerwen en Nederwetten Helmond
Hilvarenbeek
meer dan 10 nestkasten onder beheer hebben, bleek Vo-
Boxmeer
Gemert-Bakel
Laarbeek Alphen-Chaam
Sint Anthonis
Sint-Oedenrode
Rucphen
broedgeval in nestkast Uilenwerkgroep
Boekel
Oisterwijk
Baarle-Nassau
nestkasten in regio Oost het laagste van Brabant (14%).
Uden
Schijndel Veghel
Breda
Zundert
gelwerkgroep Maasdonk de hoogste bezetting (64%) te
Mill en Sint Hubert
Bernheze
Haaren
Cuijk
Landerd
Vught Sint Michielsgestel
Gilze en Rijen
Bergen op Zoom
Grave
Maasdonk 's-Hertogenbosch
Moerdijk
Steenbergen
Ravenstein
Oss
Werkendam
87%
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Figuur 11 ˘ Percentage succesvol uitgebroede legsels van de kerkuil
21
Bescherming Steenuil en Kerkuil in Noord-Brabant
’ 11
Jaarverslag
Het broedsucces in 2011 was iets lager dan in 2010. Een
2010 (3,2). Volgens de aangeleverde gegevens verlieten
Het aantal jongen per broedsel zakte van 3,7 in 2010
hoe de grootte van de broedsels varieert in de periode
broedsel van de kerkuil bestond uit gemiddeld 4,1 eieren. naar 3,4 in 2011 en het aantal jongen wat daadwerkelijk de nestplaats verliet was met 3,0 jong ook lager dan
minimaal 565 jongen de nestkast. In figuur 12 is te zien 2008 – 2011.
Bijlagen Bijlage 1 ˘ Provinciale overleggroep Steenuil en Kerkuil Provinciale overleggroep Steen- en Kerkuil
Figuur 12 ˘ B roedsucces van de kerkuil in de jaren 2008-2011
4,5 4,0 3,5 3,0
Naam
Functie
Telefoon
Jochem Sloothaak
provinciaal coördinator Brabants Landschap
0411-664011
Henk Cleutjens
regiocoördinator kerkuil Oost-Brabant
0493-317159
Harry Fiolet
regiocoördinator kerkuil West-Brabant
0168-483865
John Hermans
regiocoördinator steenuil Oost-Brabant
0413-272777
Martin van Leest
regiocoördinator steenuil West-Brabant
076-5656713
Joost Nijkamp
regiocoördinator steenuil/kerkuil Midden-Brabant
073-6423947
Marco Renes
gebiedsmedewerker Brabants Landschap Oost-Brabant
0499-327345
Arjen Stoop
gebiedsmedewerker Brabants Landschap West-Brabant
076-5024517
Karel Voets
gebiedsmedewerker Brabants Landschap Midden-Brabant
0411-632663
2011
2010
2009
2008
2011
2010
2009
2011
2010
1,5
2009
2,0
2008
2,5
1,0
Groep (West-Brabant)
0,5 0,0 eieren per broedsel
22
Bijlage 2 ˘ Uilenwerkgroepen in Brabant
jongen per succesvol broedsel
uitgevlogen jongen per succesvol broedsel
Groepsnr. SU
Groepsnr. KU
Contactpersoon
Email
Telefoon
UWG Bergen op Zoom
Ton Bakker
[email protected]
0164 68 71 84
1
13
IVN De Waerdman (Oost)
Harrie Smits
[email protected]
0416 37 36 28
17
2
IVN De Waerdman (West)
Kees Kraneveld
[email protected]
0416 33 64 99
16
2
Mark & Leij (Chaam)
Wim Cornelissen
[email protected]
076 56 41 354
7
51
Mark en Leij (Alphen)
Will Woestenberg
[email protected]
013 50 82 128
6
52
UWG Ulvenhout
Bert Feskens
[email protected]
06 531 741 38
-
58
Raamsdonk
Gert-Jan Fens
[email protected]
0162 51 97 86
18
54
UWG Baarle (Mark en Leij)
Johan Versmissen
[email protected]
003214 69 91 36
14
59
UWG Breda
Martin van Leest
[email protected]
076 56 56 713
5
80
UWG Drimmelen & Den Hout
Harry Fiolet
[email protected]
0168 48 38 65
9
45
UWG Gilze en Rijen
Jos Dilven
[email protected]
0161 45 13 38
19
73
UWG Klundert en Zevenbergen
Wim de Vries
[email protected]
0168 33 56 51
21
81
UWG Oud Gastel (Roosendaal)
Johan Godschalk
[email protected]
0165 51 32 89
-
44
UWG Roosendaal, Rucphen en Sprundel
Leon Testers
[email protected]
0165 55 06 58
22
82
VWG VRC Zundert
Charles Brosens
[email protected]
076 59 74 165
4
-
VWG Altenatuur
Arie van de Herik
[email protected]
0183 30 41 93
12
-
VWG Altenatuur
Rinus Punt
[email protected]
0416 35 23 01
-
41
VWG Altenatuur (Biesbosch)
Peter Leeuwis
[email protected]
0183 30 37 40
-
60
VWG Etten-Leur
Harry Bode
[email protected]
0168 325429
3
20
VWG Etten-Leur
Mark van der Zijden
[email protected]
0165 30 45 64
-
VWG IVN Mark & Donge
Bart Jaspers
[email protected]
06 484 055 84
10
-
VWG Ken en Geniet (Dongen)
Thieu Verharen
[email protected]
0162 315480
11
6
VWG Rucphen
Jan Kiewit
[email protected]
076 50 33 630
-
53
VWG Zundert
Ad van Gastel
[email protected]
076 59 85 332
-
27
terug naar Inhoudsopgave
>>>
23
Bescherming Steenuil en Kerkuil in Noord-Brabant
Groepsnr. SU
Groepsnr. KU
-
4
Groep (Midden-Brabant)
Contactpersoon
Email
Telefoon
Heemnatuurgroep Sint-Oedenrode
Hein de Koning
[email protected]
0413 47 60 29
Heemnatuurgroep Sint-Oedenrode
Mari de Wit
[email protected]
0413 47 58 40
54
-
IVN Riethoven
Dirk Timmermans
[email protected]
0497 51 48 88
58
-
IVN Riethoven
Jan Das
[email protected]
040 20 16 075
-
34
Groep (Oost-Brabant)
Contactpersoon
Email
Telefoon
Groepsnr. SU
Groepsnr. KU 61
IVN Bernheze
Berry Setton
[email protected]
0412 45 33 63
114
IVN Boxmeer
Marius Grutters
[email protected]
0478 63 20 67
126
IVN Cranendonck
Piet van den Eijnde
[email protected]
0495 59 32 42
109
1
UWG Son en Breugel
Bert van Oosten
[email protected]
0499 471319
68
63
Nestkastenwerkgroep Budel
Wil Beeren
[email protected]
0495 49 34 37
116
-
JNW Zijtaart
Jan Timmers
[email protected]
0413 36 27 10
59
43
SWG `s-Hertogenbosch
Jan Timmers
[email protected]
073 61 03 910
128
-
Kerk- en Steenuilgroep Vught
Ben Selten
[email protected]
073 657 04 31
55
66
UWG Schijndel
Addy van der Heijden
[email protected]
073 54 78 360
103
39, 49
G. Tielemans
[email protected]
040 21 20 794
56
5
UWG De Peel
Jo van Zanten
[email protected]
0493 49 28 27
111
18, 48
[email protected]
073 59 42 796
53
8, 10
71
74
KNNV VWG Eindhoven Natuurwerkgroep Liempde
Toon Ondersteijn
SWG Hei, Heg en Hoogeind (Leende)
Adri Staals
[email protected]
SWG Helvoirt eo
Ad van Opstal
[email protected]
0411 64 25 65
-
68
SWG Hilvarenbeek eo
Peer Busink
[email protected]
013 505 03 25
72
-
SWG Oisterwijk
Anita van Dooren
[email protected]
013 52 16 829
73
-
KWG Oisterwijk-Haaren
Gijs van der Weerden
[email protected]
0411 68 38 01
-
7
SWG Tilburg eo
Jan van Rijsewijk
[email protected]
0416 36 15 03
51
37
Vogelasiel Second Chance (Lage Mierde)
Kees van Limpt
[email protected]
013 50 91 846
69
-
VWG De Kempen
Mark Sloendrecht
[email protected]
040 25 43 287
-
14, 71
VWG De Kempen
Wil de Veer
[email protected]
06 559 883 28
64
-
VWG De Pailjaart (Best)
Marco Renes
[email protected]
0499 32 73 45
65
17
VWG Geldrop
Jac Klomp
[email protected]
040 28 57 404
63
23
VWG IVN Oirschot
Rinus Sterken
[email protected]
0499 57 53 84
61
46
WNL Boxtel
Hen Maas
[email protected]
0411 67 48 86
57
35
UWG Heeze
Rien Swinkels
[email protected]
040 226 28 57
66
30
WNL Oost-, West- & Middelbeers
Rinus van den Boomen
[email protected]
013 51 41 940
52
33
UWG IVN Veghel
Peter van der Heyden
[email protected]
06 532 353 89
125
-
UWG Maas en Peel
Leo Janssen
geen email
0478 58 21 75
129
-
Vogelwacht Uden eo
John Opdam
[email protected]
0413 25 51 79
- Werkgebied Uden
122
29
- Werkgebied Keldonk - Erp Boerdonk
105
50
- Werkgebied Mariaheide Veghel - Vorstenbosch
107
25
-
29
-
70
124
19
- Werkgebied Odiliapeel - Volkel - Zeeland - Werkgebied Venhorst - Boekel VNW 's Hertogenbosch e.o.
Joost Nijkamp
[email protected]
073 64 23 947
VW De Maasheggen
Maria van Amstel
[email protected]
0485 36 20 20
106
11, 36
VW De Maasheggen
Leo Daanen
[email protected]
0485 36 21 61
106
11, 36
[email protected]
0492 32 20 77
115
-
[email protected]
0493 31 71 59
-
15
VWG Boekel - Venhorst
Martien Janssen
VWG De Kulert (Deurne)
Henk Cleutjens
VWG De Kulert (Deurne)
Rob Boesten
[email protected]
0493 69 44 01
118
-
VWG De Ortolaan (Laarbeek)
Marc Verbeten
[email protected]
0492 38 37 87
102
16
VWG De Torenvalk (Zeeland)
Rien de Louw
[email protected]
0486 45 22 40
-
12
VWG Gemert
Martin Vink
[email protected]
0492 36 57 26
108
21
VWG Heemk. Gemonde
Bert Schellekens
[email protected]
073 55 12 786
110
40
VWG IVN Bakel ('ut Vuggelke')
Koen Hillekens
[email protected]
0492 34 31 61
-
56
VWG IVN Bakel ('ut Vuggelke')
Leo van Gerwen
[email protected]
0492 34 27 39
104
-
VWG IVN De Groene Overlaat (Cuijk)
Koos Elbers
[email protected]
0485 32 12 70
130
9
131
89
Lia Stevens
[email protected]
0486 41 14 04
101
64
UWG Rosmalen VWG IVN Grave eo
24
’ 11
Jaarverslag
VWG Oss
Henk van Grunsven
[email protected]
0412 40 21 57
123
28
VWG Geffen
Rien van den Hurk
[email protected]
073 53 21 673
117
65
VWG Lithoijen
Clemens Theunisse
[email protected]
0412 48 23 06
119
-
VWG Maasdonk
Otto Kwak
[email protected]
073 52 18 279
113
69
VWG Bernheze (Vinkel e.o.)
Martien van Niftrik
[email protected]
073 53 21 182
112
63
VWG Ravenstein
Phillip van der Linden
[email protected]
0486 41 41 95
127
67
VWG Ravenstein
Pierre de Kleijn
[email protected]
0486 41 39 67
127
67
VWG KNNV Helmond
Toon van Rijt
[email protected]
0492 54 57 01
-
22
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de Provincie Noord-Brabant en de Nationale Postcode Loterij
ADRES
Postbus 80, 5076 ZH Haaren Telefoon: 0411 66 40 10 Website: www.brabantslandschap.nl E-mail:
[email protected] BEZOEKADRES
Kasteelboerderij van Nemelaer Kasteellaan 4 in Haaren.