1. Wie herdenken we tijdens de Nationale Dodenherdenking op 4 mei? 1. .................................................................. 2. ...................................................................
HO O FD STUK 1 – HERDENKEN EN VIER EN
2. Wat vieren we op 5 mei, Bevrijdingsdag?
4. In het hoofdstuk Herdenken en Vieren lees je wat er allemaal gebeurt tijdens herdenking. Probeer de verschillende stappen uit een herdenking in de goede volgorde te zetten. Maak er ook tekeningen bij. – 2 minuten stilte – vlag halfstok – Tap Toe signaal – bloemlegging
................................................................. .................................................................
3. Op bladzijde 8 lees je een gedicht van Roos Reinartz. De titel is Nachtelijke overdenkingen. Wat vind je van dit gedicht? .......................................... .......................................... .......................................... ..........................................
5. Deze opdracht maak je met de klas. Jullie zijn lid van het fakkel campagneteam en willen dat zo veel mogelijk mensen op 4 en 5 mei de fakkelsticker gaan dragen. Ontwerp een poster met het fakkeltje. Roep iedereen op om op 4 en 5 mei het fakkeltje te dragen. Hang jullie poster op school op, of thuis achter het raam of in de supermarkt.
.......................................... .......................................... ..........................................
Vrijheid is belangrijk voor iedereen. Stuur jouw gedicht over vrijheid naar je vrienden en familie.
3. Als er oorlog is kunnen mensen op verschillende manieren betrokken raken. Trek lijnen tussen de woorden en zinnen die volgens jou bij elkaar horen.
Dader 쏋
HO OF D STUK 2 – MENSEN MAKEN OOR LOG
Vluchteling 쏋 1. In Nederland leven we gelukkig in vrede. Maar in veel andere landen wordt gevochten of is er oorlog. In welke landen is dat het geval?
Verzet 쏋 Slachtoffer 쏋
................................................................. .................................................................
Meeloper 쏋
Laten we maar doen wat ze van ons vragen. 쏋 Deze oorlog is niet goed. We moeten er iets tegen doen. 쏋 We moeten wel weggaan, anders worden we vermoord. 쏋 Wij gaan de oorlog winnen! Het maakt ons niet uit hoe. 쏋 Wij hebben niks gedaan. Toch is ons huis gebombardeerd! 쏋
................................................................. ................................................................. ................................................................. 2. Soms beginnen mensen of landen een oorlog. Wat is volgens jou vaak de reden? Omcirkel drie woorden.
Geld Boosheid Onveiligheid Water Macht Wraak Jaloezie Grondstoffen Geloof Land Onderdrukking of
4. Lees de verhalen van Jan Folmer, Bloeme EversEmden, Joop, Joke de Vries, Boy Ecury en Jaap de Jonge op bladzijde 26 t/m 37. Ze vertellen wat mensen in de Tweede Wereldoorlog meemaakten. a. Wie van deze vertellers zou je graag ontmoeten? .................................................................
................................ b. Wat zou je hem of haar willen vragen? .................................................................
6. Kijk naar de foto’s in dit hoofdstuk. a. Welke foto vind je het meest bijzonder? De foto op pagina . ....... b. Waarom vind je deze foto zo bijzonder? .....................................................................
HO OF D STUK 2 – MENSEN MAKEN OOR LOG
c. Teken hier een plaatje dat past bij het verhaal.
5. Lees de verhalen van Mariëlle, Margaret en Hamra op de bladzijde 42, 44 en 46. Ze hebben veel oorlogsgeweld meegemaakt. Vind je ze dapper, zielig, slim, lief of iets anders? Maak de zinnen af. 1. Ik vind Mariëlle
...............................
omdat
..................................................................... 2. Ik vind Margaret
...............................
omdat
..................................................................... 3. Ik vind Hamra
...............................
omdat
.....................................................................
1. Hoe kun je een oorlog beëindigen? Omcirkel maximaal drie woorden. Misschien heb je zelf nog een andere oplossing.
Praten Luisteren Respecteren Helpen Samenwerken Afspraken maken Boycotten Vechten of
HO OFDSTUK 3 – VREDE EN VRIJHEID
............................. 2. Lees de verhalen van Elroy Treling, Judith Verweijen, Ahmed en Majd. (bladzijde 60 t/m 67) Kijk dan naar de zinnen hieronder. Wie heeft wat gezegd? Vul de goede voornamen in.
3. Zoek bij elke zin het goede woord. Vul de woorden in de puzzel in. 1. Zo noem je het als soldaten uit andere landen proberen om ergens vechtende partijen uit elkaar te houden. 2. Dit gingen veel West-Europese landen doen na de Tweede Wereldoorlog. 3. In 2013 heeft Malala de ... gewonnen 4. Als regeringsleiders met praten proberen een oorlog te voorkomen. 5. Tijdens ... mogen mensen stemmen op een partij die ze in de regering willen zien. 6. ‘... van de Rechten van de Mens’ 7. Er zijn speciale rechten voor … en dus ook voor jou!
“Op onze school leren we over twee kanten van het probleem.” ............................... Het kamp zit hartstikke vol en er is bijna geen plek om te spelen. Ook hier voel ik mij niet altijd veilig. ............................... “De kinderen daar verdienen leuke dingen. Met dansen kunnen ze zicht uitleven.” ............................... “Om de bevolking te helpen stuurden ze soldaten.” ...............................
왖 Welke woord ontstaat er hier van boven naar beneden? ......................................
HO OFDSTUK 3 – VREDE EN VRIJHEID
4. In deze woordzoeker staan 8 woorden: verzet, kindsoldaat, verraad, onderduiken, vervolgd, bommen, vluchten, haat. Zoek ze allemaal – van links naar rechts, van achter naar voor en ook schuin – en streep ze door.
G
H
J
I
V
D
O
B
R
K
H
K
F
A
T
L
Q
C
N O
X
V
N
E
M
M
O
B
H
V
K
P
Y
D
G
F
R
T
L
E
L
Z
Y
A
I
F
E
U
N
R
A
F
T
A
A
H
C
O
Q
V
Z
N
B
R
Z
H
O
L
B
O
G
D
T
R
T
U
S
N
Z
L
R
S
T
E
Z
R
E
V
Q
G
R
V
N
V
S
R
W
U
F
D