LEGHENNEN Dierenwelzijnsnormen voor leghennen met 1 ster De specifieke normen voor het kenmerk en de benodigde controle voor zover IKB daarin al niet voorziet, staan ook opgenomen. Niet voor verspreiding. Aan deze criteria kunnen geen rechten worden ontleend. Onjuistheden en aanpassingen voorbehouden. AH= administratief herstel, HI= herinspectie, schorsing: binnen 3 maanden verbetering aantonen dmv HI, tot die tijd niet produceren met BLK kenmerk, uitsluiting= minimaal 1 jaar uitsluiting van BLK
Versie: 25-10-2012 Norm
Welzijnsaspect / voorziening Algemeen Bestaande wetgeving
Normen kenmerk met 1 ster
Opmerking LB , IKB en KAT
A01
Ketenkwaliteitssysteem
Het bedrijf voldoet aan het Legkippenbesluit Het bedrijf heeft een IKB of een KAT certificaat.
A02
Stempeling en traceerbaarheid
A03
Verschillende huisvestingssystemen
Het bedrijf laat zich jaarlijks controleren op de IKB en/of KAT voorschriften en heeft geen afwijkingen op het gebied van dierenwelzijn. Eieren moeten altijd op het bedrijf IKB, KAT Controleer steekproefsgewijs of alle worden gestempeld. (geen uiteieren op het bedrijf voorzien zijn van Ongestempelde eieren mogen niet zonderingen) een stempel en dat de stempel goed alsnog in het pakstation worden leesbaar is. Ongestempelde eieren zijn gestempeld als BLK en onder BLK aantoonbaar in ander kanaal dan BLK worden verkocht, ook niet bij afgezet. Noteer eventuele afwijkingen. storing van het stempelapparaat; deze moeten in een ander kanaal worden afgezet. Indien op het bedrijf verschillende Controleer of het bedrijf werkt met huisvestingssystemen aanwezig verschillende eikleuren en zijn, vindt kanalisatie plaats op stempelcodes. basis van eikleur en stempelcodes. 2 Indien mechanische ventilatie: er AW , IKB Controleer of een alarm en werkend is een werkende alarminstallatie KAT noodstroomaggregaat aanwezig is en een noodstroomaggregaat (aggregaat testen) en of de kleppen bij m.b.t. ventilatie aanwezig. Het stroomuitval automatisch openvallen,
Noodvoorzieningen
1 2
Interpretatie
Sanctie
1
LB = Legkippenbesluit 2003 AW = Algemene Welzijnsrichtlijn: Richtlijn 98/58/EG inzake de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren
Uitsluiting bij geen geldig IKB/ KAT certificaat. Schorsing indien printer stuk en/of administratie niet voor handen en/of bij afwisbare inkt.
Uitsluiting
AH niet alle testen geregistreerd HI noodstroomaggregaat
Norm
Welzijnsaspect / voorziening
M01
Management Geforceerd ruien
Transport Vangen
V01 V02
Voeding en verrijking Bezig houden / omgevingsverrijking
Normen kenmerk met 1 ster Opmerking noodstroomaggregaat dient elke 2 maanden gecontroleerd te worden. Voor natuurlijk geventileerde stallen is dit niet verplicht.
Interpretatie Sanctie niet voorhanden. indien de stallen niet natuurlijk geventileerd worden. De 2 maandelijkse testen van het noodstroomaggregaat dienen geregistreerd te worden. Noteer laatste 3 data van testen.
Geforceerd ruien wordt niet toegepast, aangezien dit gepaard gaat met welzijnsonvriendelijke maatregelen.
Noteer leeftijd van de leghennen in weken.
Schorsing, indien geforceerd ruien aannemelijk lijkt.
Controleer of de ingeschakelde vangploeg IKB-PSB erkend is. Noteer naam PSB en datum werkzaamheden.
AH
De pluimveehouder moet graan strooien onder toeziend oog van de controleur. Op die manier kan gecontroleerd worden of de kippen gewend zijn aan graanverstrekking. Noteer naam leverancier. Controleer de aanwezigheid van aankoopbonnen maagkiezel in de administratie en de hoeveelheid nog aanwezig op bedrijf om vast te stellen dat het gebruikt wordt. Noteer naam leverancier. Controleer de aanwezigheid van aankoopbonnen van strobalen in de administratie en resten van stroverstrekking in stal en overdekte uitloop. Noteer naam leverancier. Controleer de aanwezigheid van aankoopbonnen van gasbetonblokken in de administratie en de aanwezigheid, en gebruik, van het
HI indien te weinig verstrekt, schorsing indien geen graan/voer is verstrekt.
Het vangen van de dieren gebeurt door IKB-PSB erkende vangploegen. Elke dag wordt 2 gram graan of voer van voldoende diameter (groter dan 1 mm doorsnede) per leghen gestrooid in de stal en in overdekte uitloop.
V03 V04
Maagkiezel
Tenminste eenmaal per maand wordt 1 gram maagkiezel (doorsnede 4 - 6,5 mm) per leghen gestrooid op het strooisel in de stal en in overdekte uitloop.
V05 V06
Stro
Elke maand worden per 6000 kippen 2 strobalen aangeboden (1 in de stal en 1 in de overdekte uitloop).
V07 V08
Snavels en nagels schuren
Per legronde / koppel wordt zowel in de stal als in de overdekte uitloop één gasbetonblok per 1000 kippen aangeboden zodanig dat
PSB-erkend (IKB)
HI indien te weinig verstrekt, schorsing indien geen maagkiezel is verstrekt. HI indien te weinig verstrekt, schorsing indien geen strobaal is verstrekt. Schorsing indien geen gasblok is verstrekt.
2
Norm
Welzijnsaspect / voorziening
H01
Huisvesting Huisvestingssysteem (Ingangscontrole)
H02
(Ingangscontrole)
H03
(Ingangscontrole)
H04
Bezetting
Normen kenmerk met 1 ster de kippen erop kunnen pikken en krabben.
Opmerking
IKB, KAT, Er zijn maximaal 3 leefniveaus LB (inclusief de stalvloer). Leefniveaus zijn niveaus boven de vloer van de stal, met een bruikbaar leefbaar oppervlak dat permanent voor de dieren beschikbaar is met een ten minste 30 cm breed oppervlak met een helling van ten hoogste 8 graden met boven het gehele oppervlak een vrije ruimte van ten minste 45 cm hoogte. Volièresystemen waarbij de toegang tot de strooiselruimte kan worden afgesloten zijn niet toegestaan. Bij volièresystemen zijn over de legnesten crossovers gemaakt van 2 m breed per 3000 leghennen, om de bereikbaarheid van de gehele stal en de overdekte uitloop te vergemakkelijken. Opzet is maximaal 100%.
Interpretatie gasbetonblok in de stal en uitloop. Noteer naam leverancier.
Sanctie
Controleer of het aantal leefniveaus en bruikbaar oppervlak aan de norm voldoet.
Schorsing
Uitsluiting
HI bij ontbreken crossovers
Vergelijk het CPE certificaat met de opzetgegevens. Noteer aantal toegestane hennen volgens CPE certificaat en aantal opgezette hennen.
Schorsing tot de volgende ronde wordt opgezet. e Uitsluiting bij 2 keer teveel hennen opzetten.
3
Norm H05
Welzijnsaspect / voorziening
H06
H07
Strooisel
H08 H09 H10
H11
(Ingangscontrole)
Normen kenmerk met 1 ster De bezetting in de stal is op elk (3) moment maximaal 9 hennen per 2 1m bruikbaar oppervlakte. De overdekte uitloop mag meegeteld worden bij het bruikbare oppervlakte. De legnesten en evt. oppervlakte ingenomen door voer/watervoorzieningen gelden niet als bruikbaar oppervlak. De groepsgrootte is maximaal 6000 dieren.
Opmerking LB, KAT, IKB
Interpretatie Bereken of het beschikbaar oppervlak aan de norm voldoet.
IKB, KAT
Leghennen hebben ieder ten minste de beschikking over een met strooisel bedekt oppervlakte 2 van 250cm per leghen. Minimaal 1/3 deel van het vloeroppervlak is ingestrooid. De scharrelruimte mag niet verhoogd worden aangebracht. De strooiselruimte binnen is bedekt met strooisel in een laag van minimaal 2 cm dikte. Strooisel bestaat uit houtkrullen, stro, gehakseld stro, turf, zand of ander materiaal met een losse structuur dat legkippen in staat stelt aan hun ethologische
LB, IKB, KAT
Controleer of per stalcompartiment niet HI indien aantal meer dan 6000 dieren worden dieren per gehouden. compartiment is >6000. Schorsing indien geen compartimenten zijn aangebracht. HI indien <1/3 deel Meet het met strooisel bedekte oppervlak en bereken of dit voldoet van oppervlak is 2 ingestrooid. aan 250cm /hen. Noteer berekening. Schorsing 2 <250cm /hen of als strooisel ontbreekt. HI
IKB, KAT
LB, IKB
Meet op een aantal plaatsen in de stal of de strooisellaag voldoende dik is. Noteer 3 strooiseldiktes en meetplaats. Controleer op verschillende plaatsen in de stal of het strooisel een losse structuur heeft zodat het kan voorzien in de behoeften van de kip. Noteer type strooisel.
Sanctie Schorsing tot de volgende ronde wordt opgezet. e Uitsluiting bij 2 keer teveel hennen opzetten.
HI indien niet overal 2 cm. HI indien veel aangekoekte plekken in het strooisel zitten. Uitsluiting indien strooisel ontbreekt.
(3)
Intentie: Bij elke ronde wordt de kostprijsontwikkeling gevolgd en worden de resultaten geëvalueerd. Op basis van de evaluatie en de kostprijsontwikkeling wordt met 2 de partijen overlegd of een verlaging van de bezetting van 0,5 leghen per 1m bruikbaar oppervlakte na iedere ronde, tot een uiteindelijke bezetting van 7 2 leghennen per 1m bruikbaar oppervlakte haalbaar is.
4
Norm
Welzijnsaspect / voorziening
Normen kenmerk met 1 ster behoeften te voldoen (stofbaden, scharrelen en bodempikken). De leghennen hebben de beschikking over 15 cm zitstok per dier, waarvan tenminste 10 cm verhoogd. Geïntegreerde zitstokken (max. 5 cm per leghen) zijn 2 cm hoog. Er moet natuurlijk daglicht in de stal zijn. Totaal oppervlak van de lichtopeningen komt overeen met tenminste 3% van het grondoppervlak. De openingen zorgen voor een gelijkmatige verdeling van het licht in het activiteitengedeelte van de stal. Indien gebruik wordt gemaakt van zijvensters is de diepte van de ruimte maximaal 12 meter. Direct zonlicht in de stal wordt vermeden. De lichtsterkte is minimaal 20 Lux.
Opmerking
Interpretatie
Sanctie
H12
Zitstokken
Deels LB, IKB, KAT
Meet steekproefsgewijs een vijftal zitstokken, noteer hoogte, lengte zitstokken en noteer berekening cm zitstok per hen.
Schorsing bij 10% afwijking, uitsluiting >10% afwijking beschikbaarheid.
IKB, KAT
Noteer oppervlakte natuurlijk daglicht in de stal, uitgedrukt in % grondoppervlak en type lichtopening. Noteer tevens of de lichtopeningen volledig bedekt kunnen worden en op welke wijze.
Schorsing indien <3% grondoppervlak daglicht. Uitsluiting indien geen daglicht in de stal komt.
IKB, KAT
H16
De lichtperiode bedraagt ten hoogste 16 uur per dag.
IKB, KAT
Meet de luxsterkte op dierhoogte en noteer aantal Lux op 2 verschillende punten in de stal. Noteer lichtschema.
H17
Per 24 uur is er een donkerperiode LB, IKB, van minimaal 8 aaneengesloten KAT uren, met vooraf en aan het einde een schemerperiode. Het stalklimaat dient in orde te zijn, KAT het mag niet stoffig zijn en er mag geen sterke ammoniakgeur aanwezig zijn.
HI onaangekondigd. Schorsing indien <10 Lux HI onaangekondigd. Schorsing indien > 16 uur licht per dag Schorsing indien <8 uur donker.
H13A H13B H14
Daglicht en licht (Ingangscontrole)
H15
H18
Klimaat
Noteer lichtschema.
Noteer of sprake is van een afwijkend stalklimaat.
Waarschuwing
5
Norm
Welzijnsaspect / voorziening Overdekte uitloop
O01
Overdekte uitloop
O02
O03
(Ingangscontrole)
O04
(Ingangscontrole)
O05 O06 (Ingangscontrole)
4
Normen kenmerk met 1 ster
Opmerking
Er is een overdekte uitloop met een minimale oppervlakte van 20% van de oppervlakte van de stal. De overkapping van de buitenuitloop dient geen mest van overvliegende vogels door te laten en weer- en windbestendig te zijn. Dat wil zeggen: waterdicht zijn en niet kunnen scheuren bij harde wind. Dun plastic voldoet derhalve niet, goed bevestigde golfplaten of dik zeil dat niet scheurt bij harde wind voldoen wel. De buitenuitloop dient vanuit de stal vrij toegankelijk te zijn en mag afsluitbaar zijn. De afstand vanuit het verste punt IKB, KAT in de stal tot de overdekte uitloop is maximaal 15 meter. Stallen die aan een zijde (in de lengte) uitloopopeningen hebben, zijn niet breder dan 15 meter. Openingen naar de overdekte uitloop zijn gelijkmatig verdeeld over de hele lengte van de stal en zijn tenminste 40 cm hoog en 1 m breed; er is tenminste 2 m opening per 1000 dieren (KAT). De uitloop heeft een geïsoleerd
Interpretatie
Sanctie
Controleer of de overdekte uitloop aan de voorwaarden voldoet en of de hennen de beschikking hebben over de uitloop. Bij twijfel over dagelijks gebruik van de uitloop, reden van twijfel noteren (bijv kippen durven de uiloop niet te gebruiken, geen mest en veren aanwezig).
Schorsing bij twijfel over gebruik. Uitsluiting indien geen overdekte uitloop aanwezig.
Controleer of de maximale afstand 15 m bedraagt. Noteer afstand in meters.
HI
Meet de uitgangen op en noteer gegevens.
HI
Noteer of de uitloop voldoet en indien
HI
4
Overdekte uitloop is een koude scharrelruimte, die in directe verbinding staat met de stal en waar alle dieren gemakkelijk en onbeperkt toegang tot hebben, en die voorts overdekt is en beschikt over een verharde vloer, mag worden meegeteld voor het bruikbaar oppervlak bij de berekening van de bezettingsdichtheid, indien de kippen dagelijks onbeperkt toegang hebben tot deze ruimte tijdens de gehele lichtperiode. Indien de koude scharrelruimte als bruikbaar oppervlak wordt meegeteld, dan wordt deze ruimte eveneens meegenomen bij de berekening van de stalbreedte. De koude scharrelruimte moet duidelijk lichter zijn dan het stalinterieur en op zodanige wijze zijn beschermd tegen weersinvloeden dat deze ook bij slecht weer kan worden gebruikt (bijv. door het aanbrengen van jaloezieën).
6
Norm O07
Welzijnsaspect / voorziening
O08
O09
(Ingangscontrole)
O10 O11
O12
O13
O14
G01 G02
G03
Gezondheid en ingrepen Ziekenboeg
Salmonella
Normen kenmerk met 1 ster dak; de zijwanden zijn van 5 doorzichtig windbreekgaas ; de hoogte van een dichte ondoorzichtige rand is maximaal 25 cm, gemeten vanaf de vloer.
Opmerking
Interpretatie van toepassing, beschrijf de afwijkingen. De kippen moeten uitzicht hebben en daarom mag er geen hoge dichte rand/muurtje op de vloer staan.
De overdekte uitloop is minimaal 2 m hoog. De overdekte uitloop is vanaf 10.00 uur ’s morgens beschikbaar, minimaal 8 uur per dag.
Meet op het laagste punt de hoogte van de uitloop, noteer de hoogte. Controleer of de dieren toegang hebben tot de uitloop en of deze er gebruikt uitziet.
De overdekte uitloop is bedekt met strooisel in een laag van minimaal 2 cm dikte. Strooisel bestaat uit houtkrullen, stro, gehakseld stro, turf, zand of ander materiaal met een losse structuur dat legkippen in staat stelt aan hun ethologische behoeften te voldoen (stofbaden, scharrelen en bodempikken). Indien de overdekte uitloop deel uitmaakt van het bruikbaar oppervlak moeten in de overdekte uitloop 2 à 3 werkende drinktorens per 6000 hennen aanwezig zijn.
Meet op viertal plaatsen strooiseldikte en noteer deze.
Zieke en gewonde dieren worden afgezonderd en behandeld of op een humane wijze gedood. De dieren worden gevaccineerd
Sanctie
HI Bij twijfel HI onaangekondigd Schorsing bij geen toegang. HI
Controleer of de strooisellaag los door HI indien veel de vingers valt en noteer type strooisel. aangekoekte plekken in het strooisel zitten. Schorsing indien strooisel ontbreekt.
Noteer aantal drinktorens per 6000 hennen.
AW
HI
Controleer of er een afgezonderde HI ziekenboeg is, of op welke wijze zieke dieren worden gedood. Noteer werkwijze. Controleer vaccinatieschema en noteer AH
5
Een geïsoleerd dak is nodig om condens tegen de bovenkant tegen te gaan en om de temperatuur tijdens warme, zonnige zomerdagen niet te hoog te laten oplopen. Windbreekgaas zorgt voor een beter klimaat in de uitloop.
7
Norm
Welzijnsaspect / voorziening
G04
Bedrijfsgezondheids- en welzijnsplan
Normen kenmerk met 1 ster Opmerking tegen Salmonella Het koppel moet onder begeleiding IKB staan van een GVP erkende pluimveedierenarts met wie de pluimveehouder een bedrijfsgezondheidsplan heeft opgesteld. Pluimveehouder, dierenarts en eventueel de bedrijfsadviseur kijken of op de thema’s dierenwelzijn, diergeneesmiddelengebruik, klimaat, bedrijfshygiëne, strooisel, uitgangsmateriaal, voer, en technische resultaten maatregelen kunnen worden genomen die de diergezondheid verbeteren. De maatregelen worden vastgelegd. Het volgende jaar wordt gekeken of de maatregelen tot verbeteringen hebben geleid.
Interpretatie vaccinatiedata laatste twee koppels. Controleer of er een door de GVP erkende pluimveedierenarts opgesteld bedrijfsbehandelplan op het bedrijf aanwezig is. Noteer naam van de dierenarts en plaats.
Sanctie AH
8